KER
tics BV
Cyprus keft veel weg van Ulster
Slachtoffer
van zij n
geschiedenis
Boeddhistenkatholieken moslimshindoes,
sikhs en shintoïsten pra vrede
Er eens uit"
ngeiui
sluvine
1
ilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen
mgen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen
peilingen peilingen' peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peiling
eilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen
TWEEDERANGS
cyprus
BOLWERK
ZET
GHETTO'S
DOOR
CORN.'
VERHOEVEN
e Breda, gevormd door
Lakfabrieken N.V. en
en dochteronderneming
n, conventionele verven
halffabrikaten voor de
gdienst verricht.
tot 12.00 uur bij de Per-
fspraak.
Holland
erspectieven
niveau.
Holland,
op een bij hun
ob.
in van onze
'S en een
kunnen
selend, zelf-
Tiet aanleg
echnische,
:hting.
wij o.a. de
Jende met het
een brief
Kilwijkstraat 5
ik maken;
33, toestel 243.
roep:
de Holland
igen gecombineerd
riening AMEV
,omputerdiensten.
itenland.
heeft.
maken.
(Van onze redactie
buitenland)
NICOSIA in veel op
zichten lijkt Cyprus op
Noord-Ierland. Er leven zo
wel op Cyprus als in Ulster
twee bevolkingsgroepen, die
elkaar het licht in de ogen
nauwelijks gunnen. In beide
gevallen is er een forse
meerderheid (Grieks-Cyprio
ten op Cyprus en protestan
ten in Ulster) die een con
stante bedreiging vormt voor
de minderheid (Turks-Cypri
oten en katholieken). In bei
de gevallen vormen religies
verwoestende barrières, ter
wijl op Cyprus het verschil
in godsdienst (orthodox en
islamitisch) veel meer een
bijverschijnsel is van de gro
te verschillen in culturele,
ethnische afkomst en taal.
Zowel op Cyprus als in Ul
ster is de minderheidsgroep
ook de sociaal en economisch
zwakste, en juist dat laatste
zou wel eens de belangrijk
ste conflictbron kunnen
zijn.
Op z'n minst interessant is
ook dat in beide gevallen
Engeland een niet te onder
schatten rol speelt of heeft
gespeeld. Noord-Ierland
maakt tot op de dag van
heden deel uit van het Vere
nigd Koninkrijk, terwijl Cy
prus sinds 1878, toen de Brit
se premier Disraëli het ei
land in feite kocht van de
Turkse sultan, tot 1960 die
eer heeft genoten. Hoe die
„eer" internationaal werd ge
schat, in een tijd dat koloni
ale uitbreidingen nog sche
ring en inslag waren, kan
geproefd worden uit een Ita
liaanse krant die in die da
gen schreef dat „het godde
lijk eiland door de eunuchen
van Constantinopel was ver
kocht aan de woekeraars van
Londen". Ook nu nog heeft
Engeland veel met Cyprus te
maken, niet alleen vanwege
de Britse legerbases op het
eiland, die Cyprus jaarlijks
zo'n 20 miljoen pond opleve
ren en 13000 Cyprioten werk
geven, maar ook krachtens
de verdragen van Ziirich en
Londen, waarbij Cyprus in
1960 een onafhankelijke re
publiek werd, met echter het
recht aan Engeland. Grieken
land en Turkije om in te
grijpen als die onafhanke
lijkheid geschaad werd.
Daarvóór hadden de Britten
met de van hen bekende
„verdeel-en-heers-politiek"
een tamelijk twijfelachtige
basis gelegd voor de groei
van het eiland naar zelfstan
digheid.
Er is nog een treffend en
zeer cruciaal punt van over
eenkomst tussen Cyprus en
Noord-Ierland. In beide sta
ten leven onder de overheer
sende meerderheidsgroepe
ring sterke gevoelens van
verbondenheid met een
„moederland". De protestan
ten steken in Ulster hun
moederbinding met Engeland
niet onder stoelen of banken
(unionisten), hetzelfde geldt
voor belangrijke elementen
onder het Grieks-Cyprioti
sche deel van Cyprus: het
verlangen naar eenwording
met Griekenland heet daar
„enosis".
Dit begrip beheerst de ge
beurtenissen op het eiland op
z'n minst al sinds 1829, toen
de Turkse sultan de Grieken
ga is
De geschiedenis van Cyprus
is schrikbarend oud en gaat
terug tot omstreeks 4000 jaar
voor Christus. Een murwma-
kende reeks van vreemde
overheersers heeft het eiland
bestuurd: het Perzische rijk,
Alexandrië, het Romeinse
Rijk, Byzantium, Venetië, het
ottomaanse rijk van de Tur
ken, en tenslotte het Verenigd
Koninkrijk. Alleen tussen het
eind van de 12e eeuw en het
eind van de 15e eeuw was
het eiland autonoom, zij het
dan dat het geregeerd werd
door Franse edelen van het
huis Lusignan.
Di's. C.J. Visser zegt het In
ch brochure „Cyprus, anatomie
van de tweedracht", die hij
voor het Nederlands Instituut
voor vredesvraagstukken
heeft geschreven, erg mooi:
„De bewoners van Cyprus zijn
altijd meer het slachtoffer van
hun geschiedenis geweest Jan
de makers ervan, het eiland
zelf is evenals d'e godin Ve
nus, die er geboren heet te zijn,
maar al te vaak gebruikt en
misbruikt door Mars en Her
mes, de goden van oorlog en
handel".
In 1571 kwam Cyprus onder
het Ottomaanse (Turkse) rijk
te vallen, wat inhield dat de
roomskatholieke Venetianen
plaats maakten voor moslim
overheersers, die echter de or
thodoxe christenen op het ei
land meer met rust lieten,
maar de Grieks-Cyprioten ver
der als tweederangs burgers
beschouwden.
Tussen beide bevolkingsgroe
pen zijn eigenlijk tot 1821
geen botsingen voorgekomen.
Ze leefden goeddeels langs el
kaar heen in hun eigen cultu-
reel-religieuze sfeer, en met
tot op zekere hoogte ook eigen
leiders.
Toen in 1821 op het vaste
land de griekse vrijheidsoorlog
uitbrak, volgden de eerste
slachtingen tussen Grieken en
Turken maar niet op Cyprus.
In 1829 moesten de Turken
de Griekse opstandelingen hun
zin geven: Griekenland ont
stond. Het was een sein dat het
met hét Ottomaanse rijk berg
afwaarts ging. Op Cyprus
ging dat gepaard met toene
mende corruptie en roofzucht,
zeer vaak ten nadele van
vooral de Griekse bevolking.
De instorting van het Turkse
rijk bood tenslotte in 1878 de
Britten de gelegenheid om de
Sultan Cyprus afhandig te ma
ken, teneinde de geografische
keten die Engeland met India
(Brits-Indië) verbond, sluiitend
te maken.
Maar intussen had het to
verwoord „enosis" al veel van
zijn werk gedaan. Sinds het
ontstaan van Griekenland in
1829 gingen b.v. steeds meer
Grieks-Cyprioten alvast in
afwachting van de samensmel
ting van Griekenland het
Grieks staatsburgerschap aan
vragen. In het onderwijs kreeg
de Griekse vrijheidsstrijd te
gen. de Turken steeds meer
aandacht. Van de andere kant
werd de sterke arm van de
Turkse sultan steeds zwakker,
wat bet zelfvertrouwen van de
Turks-Cyprioten een knak
gaf.'
overheerders werden de tegen-
overneei'sers werden de tegen
stellingen eerder verscherpt
dan afgezwakt. Ze ontnamen
b.v., de orthodoxe priesters en
bisschoppen de privileges die
zij onder het Turkse bewind
hadden gehad, waardoor deze
CYPRUS
onafhankelijkheid schonk en
het moderne Griekenland
ontstond.
„Enosis" was ook het
onuitgesproken tover
woord achter het Griekse
avontuur, nu bijna twee we
ken geleden, dat Makarios
verdreef en de marionet
Sampson voor een weekje op
de troon in Nicosia zette.
„Enosis", althans de vrees
daarvoor, joeg in het afgelo
pen weekeinde, maar toen
bepaald niet voor de eerste
keer de Turkse legers naar
Cyprus voor een invasie.
„Enosis", althans de be
öuchtheid ervoor, is de reden
waarom de nieuwe Cyprische
leider Clerides dezer dagen
wat afstand heeft genomen
van aartsbisschop Makarios.
Misschien niet eens zo'n on
verstandige zet. Want juist
Makarios blijkt op Cyprus
een spilfiguur te zijn, die
enerzijds de Griekse gene
raals (definitief) hadden
willen uitschakelen omdat
hij hun „enosis-actie" in de
weg stond, en die anderzijds
door de Turks-Cyprioten er
van verdacht werd (en
wordt) in zijn achterhoofd
steeds het enosis-ideaal te
koesteren.
Het is noodzakelijk om een
blik in de enerverende ge
schiedenis van Cyprus te
werpen. Het is een boeiende
bezigheid en geeft een in
zicht in de onvoorstelbare in
gewikkeldheid van het pro-
bleem-Cyprus. Het laat bo
vendien zien dat praktisch
geen enkel voorstel om de
problemen van het eiland op
ie lossen kan bogen op origi
naliteit: werkelijk alles wat
er aan oplossingen te beden
ken valt, is al eens op tafel
geweest. Of ook metterdaad
alles is geprobeerd, is een
tweede.
neursgebouw in Nicosia ver
woest. Maar de opstand werd
snel neergeslagen, bisschoppen
en Grieks-Cypriotische leiders
werden verbannen, de grond
wet buiten werking gesteld,
In de tweede wereldoorlog
vochten Grieks-Cyprioten aan
geallieerde zijde, in de hoop
na afloop van de Britten de
enosis uit dank cadeau te krij
gen. De Turks-Cyprioten wa
ren daarom juist Duitsge
zind.
niets meer te verliezen hadden
door het Griekse enosis-ideaal
te gaan aanhangen. Hoe luider
de Grieks-Cyprioten riepen
om Enosis, des te sterker werd
de Turkse druk om het eiland
in bezit te houden.
Terwijl Griekenland groter
en sterker werd (tijdens de
Balkanoorlogen in 1912 en
1913 verdubbelde het zijn
grondgebied ten koste van
vooral de Turken) schrompel
de het Turkse rijk ineen. Door
de vaste hand van de Britten
bleef het echter op Cyprus
betrekkelijk rustig. Totdat in
1931 de Grieken, steeds meer
gefrustreerd in hun streven
naar enosis, de Cypriotische
Nationalistische Radicale Unie
oprichtten en na een oproep
van de bisschop van Kition in
opstand kwamen. Daarbij
werd o.a. het Britse gouver-
De Britten bleven na '45 op
Cyprus, dat na het opgeven
van Palestina hun enige bol
werk bleef in het oostelijk
bekken van de Middellandse
Zee, Wel werd de uitzonde
ringstoestand opgeheven, die
vanaf 1931 had geheerst, en
werd een nieuwe grondwet
voorgesteld. Alle voorstellen
werden echter door de Grieks-
Cyprioten afgewezen. De
Grieks-nationalistische partij
(vóór enosis) organiseerde in
1950 een plebisciet waarbij 96
procent van de Grieks-Cyprio
ten zich uitsprak vóór enosis.
Allerlei pogingen van de rege
ring in Athene om Cyprus in
bezit te krijigen stuitten af op
Britse weigeringen.
Het onvermijdelijke gebeur
de tenslotte: er brak een vrij
heidsstrijd uit. Niet echter
nadat, in 1950, bisschop Maka
rios van Kition tot aartsbis
schop Makarios 3 gekozen
was, en daarmee definitief een
bepalende rol op het Cypri
sche toneel ging spelen.
In 1952 zat hij rond een
tafel met fanatieke enosis-
idealist generaal Grivas, met
generaal Papadopoulos (het
zou niet diens laatste samen
zwering zijn!) en roet andere
Grieken en verbannen Grieks-
Cyprioten. Dit gezelschap be
sloot dat een politieke oplos
sing niet haalbaar was, en dat
geweld het enige was dat
overbleef. Gezegd moet wei
worden dat Makarios vooral
heeft gedacht aan sabotage-ac-
ties, niet aan de dodelijke
terreur, die generaal Grivas
met zijn EOKA ervan ge
maakt heeft. In 1955 barstte
letterlijk de bom. Een golf
van terreur spoelde over het
eiland, aangericht door Grivas'
Nationale Organisatie van Cy
priotische Strijders.
De toenmalige Britse pre
mier Anthony Eden, inziende
dat de Britse positie steeds
meer onhoudbaar werd, deed
toen een zet op het sehaak-
spel-Cyprus, die zeer vér
strekkende gevolgen zou krij
gen: hij schakelde Turkije in.
Door de regeringen van Grie
kenland en Turkije uit te no
digen voor een bespreking in
Londen, tot dan toe was het
sinds de neutraliteitspolitiek
van Turkije in '40-'45 vooral
een Brits-Griekse zaak ge
weest, erkende hij Turkije
sinds 1945 nauwelijks meer
gehoorde aanspraken en
recht van meepraten in het
probleem-Cyprus.
Maar daarmee begon Eden
ook Griekenland en Turkije
tegen elkaar uit te spelen en
zelf voor het oog van dé bui
tenwereld de belangeloze be
middelaar uit te hangen. Een
„verdeel-en-heers-politiek" die
de Turks-Griekse verhoudin
gen, zowel op als buiten Cy
prus flink verslechteren zou
en bovendien een gevaar voor
de NAVO inbouwde. Op het
eiland zelf kreeg de EOKA
steeds meer het image te
vechten tegen een Brits-Turks
complot, wat haar populaireit
onder de Grieks-Cypriotische
bevolking slechts vergrootte.
Intussen begonnen ook de
Turks-Cyprioten zich teweer te
stellen met steun van Turkije
zelf, dat daartoe weer min of
meer aangemoedigd werd door
de Britten. Dit leidde ertoe
dat de EOKA, die aanvanke
lijk de Turken op het eiland
had gespaard, zich nu ook te
gen deze bevolkingsgroep en
niet alleen meer tegen de
Britten keerde.
De buit die de EOKA ten
slotte in 1969 binnenhaalde,
was niet enosis maar onafhan
kelijkheid. Grivas was dan
ook niet de grote winnaar,
maar Makarios. In de loop van
de vrijheidsstrijd hadden bei
de leiders .zich van elkaar ver
wijderd, vooral doordat Maka
rios' politiek inzicht veel gro
ter was: hij zag in dat enosis,
zeker nu Turkije erbij betrok
ken was, niet haalbaar was.
Makarios was het dan ook die
de Britten tenslotte voorstelde
onafhankelijkheid te verlenen.
Turkije, dat aanvankelijk de
ling van het eiland voorstond,
was al blij dat het niet tot
enosis zou komen en stemde
toe.
Het verwijt van Grivas aan
Makarios dat deze verraad had
gepleegd aan de enosis-ge-
dachte, lijkt volgens drs. Vis
ser in zijn boven genoemde
NlW-brochure, niet erg te
recht. Er zijn tal van latere
uiitspraken van Makarios die
erop wijzen dat hij wel dege
lijk enosis als einddoel zag
(en ziet?), maar slechts langs
de weg van de politieke gelei
delijkheid. Alleen Turkije en
Makarios' afkeer van de
Griekse kolonels hebben tot-
nutoe vertragend gewerkt.
De grondwet waarmee Cy
prus de onafhankelijkheid in
ging, bleek onwerkbaar, zeker
ook omdat Britten, Grieken en
Turken er teveel hun eigen
belangen in hadden veilig ge
steld en niet die van de Cy
prische bevolking. De schei
ding tussen de twee bevol
kingsgroepen werd slechts ge
accentueerd. Onwerkbaar en
onbetaalbaar bleek b.v. de in
stelling van dubbele (Griekse
en Turkse) gemeenteraden in
de vijf grootste steden.
De spanning ontlaadde zich
in een burgeroorlog die eind
1963 losbartte en honderden
doden heeft gekost, alsmede
een reeks internationale crises
teweegbracht, die opvallend
veel leken op d'e spannende
weken die we zojuist achter
ons hebben.
Tussen dat alles in was er
een VN-vredesmaeht op Cy
prus komen te staan. Deze
laatste mocht echter alleen in
geval van zelfverdediging ge
bruik maken van de wapenen,
0 Makarios.
en kon niet veel meer doen
dan conflicten voorkomen.
Daar stond tegenover dat de
nationale garde (Grieks-Cypri
otisch) onder Grivas steeds
brutaler optrad. Pogingen van
Makarios om Grivas, die goede
relaties had met Athene, te
laten inibinden, luikten maar
ten dele. Het feit dat Grieken
land verder met Turkije on
derhandelde buiten Makarios
om, deed de verhouding met
Athene nog meer verslechteren.
Dat werd er niet beter op toen
in Athene de kolonels aan de
macht kwamen. Die bleken
meer op te hebben met de
houwdegen Grivas dan met de
meer suibtiele politicus Maka
rios.
Er was nog eens een crisis
van wereldformaat voor' nodig,
in november 1967, om Grie
kenland en Turkije én Maka
rios tot een akkoord te krij
gen. De Griekse kolonels bon
den in en gaven met de
dreiging van Turks militair
ingrijpen toe aan de eisen
van Ankara.
Intussen was het zeer de
vraag geworden in hoeverre
die enosis-gedacihte nog leefde
onder de bevolking. Er kwa
men tekenen dat de animo
was afgemomen. In februari
1968 werden presidentsverkie
zingen gehouden (alleen door
de Grieks-Cyprioten, want de
Turks-Cyprioten mochten al
leen een vice-president kie
zen). Hoewel Makarios door
een pro-Grivas-krant en door
drie bisschoppen als anti-eno-
sis-kandidaat werd afgeschil
derd, werd hij toch herkozen,
en wel met 95,4 procent van
de stemmen.
De Turken waren tijdens de
burgeroorlog weggetrokken uit
de gemengde dorpen en vorm
den hecht aaneengesloten ghet
to's in de stedien. In december
1967 hadden de Turkse-Cypri-
oten zelfs een afzonderlijk
overgangsbestuur gevormd,
waarin o.a. alle Turkse minis
ters, die bij het begin van de
burgeroorlog uit de regering
Makarios waren weggelopen.
Pogingen om beide groepen
tot een vergelijk te brengen,
via onderhandelingen van Cle
rides en Denktasch, bleken
vruchteloos.
Een belangrijk punt bleef,
dat Makarios het vertrouwen
van de Turken niet kon win
nen. En wat wilde hij? Wat te
zegigen van de woorden die
Makarios in 1971 nog sprak:
„Cyprus is Grieks. Cyprus was
Grieks sinds de dageraad van
zijn geschiedenis en het zal
Griekis blijven. Grieks en on
verdeeld hebben wij het over
genomen, Grieks en onver
deeld zullen wij het behouden,
Grieks en onverdeeld zullen
wij het aan Griekenland over
leveren".
Twee weken geleden heb
ben de Griekse generaals, die
vorig jaar de Kolonels waren
opgevolgd, in een laatste wan-
hoopssprong de enosis-ballon
proberen op te blazen. De bal
lon is door Turkije snel door
geprikt en de generaals zagen
geen andere uitweig meer dan
te vertrekken.
Maar Cyprus? Het eiland is
er niets wijzer van geworden,
de sfeer is grondiger dan ooit
bedorven. De oorlogsgod Mars
en de handelsgod Hermes heb
ben altijd nog hun Olympus,
maar Cyprus zit ermee.
(Van een onzer verslaggevers)
LEUVEN/DEN HAAG Zet ze maar eens bij
elkaar, of liever: krijg ze maar eens bij elkaar. Boed
dhisten, rooms-katholieken, orthodoxen, protestantse
christenen van methodisten en unitariërs tot Neder
lands hervormden en remonstranten, confucianen,
hindoes, joden, jaïns, sikhs,' shintoïsten, moslims,
taoïsten en aanhangers van Zoroaster. Het is vier jaar
geleden voor de eerste maal gelukt op een conferen
tie in het Japanse Kyoto, het gaat volgende maand
weer gebeuren, op een dergelijke conferentie in het
Belgische Leuven.
Het gaat om de tweede we
reldconferentie van de gods
diensten voor de vrede. Van
28 augustus tot 3 september
zullen zo'n 200 vertegenwoor
digers van al die godsdiensten
"it de gekste uithoeken van
de wereld in de gebouwen van
de Leuvense universiteit bij
eenkomen oin gezamenlijk en
samen met nog ongeveer 100
deskundigen en waarnemers,
'e zoeken naar middelen om
Sewela, oorlogen en velerlei
spanningen die de mensheid
en volkeren bedreigen, met
vreedzame oplossingen te ver
hinderen en, ooit, uit te scha
kelen. Een operatie waarvoor
Vee' moed nodig is in onze
verdeelde wereld, niet op de
Patste plaats verdeeld door
Jj^doen van de godsdiensten
Allereerst een paar karakte
ristieken van deze conferen
tie:
Elke religieuze leider (de
meesten hebben een leidende
positie binnen hun godsdienst)
die aan de conferentie deel
neemt, is en werkt daar op
persoonlijke titel, niet namens
een godsdienst of kerk. Was
dit niet het geval, dan zou een
dergelijk breed samengesteld
gezelschap voorlopig niet bij
elkaar te krijgen zijn.
Dit betekent dat deze con
ferentie geen „officiële" status
heeft; het is puur particulier
initiatief. Beslissingen, verkla
ringen of resoluties van deze
conferentie hebben ook geen
enkel bindend karakter voor
welke godsdienstige groep dan
ook. Het enige gezag dat de
conferentie kan hebben, is een
moreei gezag.
Er wordt niet over theolo
gische verschillen gespro
ken.
De enige bindende elemen
ten zijn: A een gemeenschap
pelijke bezorgdheid voor het
welzijn en het heil van de
mensheid en B. eer bepaalde
religieuze inspiratie bij elke
deelnemer, die hoe ver
schillend ook van aanzet en
oorsprong de noodzaak van
een praktisch gerichte ge
meenschappelijke visie op en
aanpak van dringende wereld-
problemen doet inzien.
Men kan het betreuren dat
zo'n conferentie niet reeds een
meer officiële status heeft en
niet van harte erkend wordt
als afvaardiging van alle gods
diensten ter wereld. Maar wie
nagaa-t hoe moeizaam de toe
nadering alleen al tussen de
christelijke kerken onderling
verloopt, kan slechts blij zijn
met het feit dat er (in mense
lijke termen gesproken) hoog
gekwalificeerde godgelovigen
van zo uiteenlopende pluimage
in zo grote getale bij elkaar
komen.
Er is veel moed voor nodig
om een dergelijk experiment
aan te durven. Er lijkt nog
veel meer geloof voor nodig
om ervan overtuigd te zijn en
te blijven dat uit zo'n toren
van Babel, hoe gewijd dan
ook, een boodschap kan komen
die verstaan en begrepen en
geaccepteerd zal worden. En
om die boodschap gaat het op
het wereldconferentie van de
godsdiensten voor de vrede.
De boodschap die godgelovi
gen hebben aan de wereld.
Enerzijds hoopt men in Leu
ven bijdragen te kunnen leve
ren aan meer begrip tussen de
vertegenwoordigers van gods
diensten en kerken die recht
streeks bij conflicten zijn be
trokken, zoals in Noord-Ierland,
in het Midden-Oosten, op de
Filippijnen, of indirect in
Zuid-Afrika en Indo-Chiina.
Anderzijds wil de conferen
tie meer op wereld-niveau bij
dragen leveren aan oplossin
gen voor brandende proble
men, waar geen land op z'n
eentje meer uitkomt. Met het
oog daarop zal vooral in com
missies en werkgroepen ver
gaderd worden. Er zullen com
missies zijin voor: 1. ontwape
ning en veiligheid; 2. sociaal-
economische ontwikkeling en
menselijke bevrijding; 3. men
senrechten en grondivrijheden;
4. leefmilieu en overleving. In
werkgroepen zal nog speciaal
nagedacht worden over: gods
dienst en bevolkingsproblema
tiek, en over: een verklaring
van de Verenigde Naties over
.godsdienstvrijheid.
De conferentie heeft inmid
dels al een permanente verte
genwoordiging bij de V.N. in
New York in de positie van
waarnemer. Het hoofdkantoor
van de conferentie, waarin het
secretariaat, is gevestigd in
het kerkcentrum voor de V.N.,
pal tegenover het gebouw van
de V.N. De secretaris-generaal
van de conferentie, dr. Homer
A. Jack, die veelvuldig in ac
tie is-in de V.N.-wandelgan-
gen, was dezer dagen in Ne
derland om contacten te leg
gen.
Als Nederlandse deelnemers
aan de conferentie zijn bij de
ze gelegenheid genoemd: mi
nister dr. J. Pronk van ont
wikkelingssamenwerking, mr.
C. ter Maat, secretaris van
Pax Christi internationaal, mr.
Th. van Boven (buitenlandse
zaken), dr. J. van Goudoever
(Remonstrantse Broeder
schap), prof. H. van der Lin
de.
De conferentie, die voor 90
procent betaald wordt door re
ligieuze groeperingen in la-
pan, de Ver. Staten en West-
Duitsl.and ('dr. Jack: „Japanse
boeddhisten, Amerikaanse pro
testanten en Westduitse katho
lieken"), heeft sinds de eerste
bijeenkomst in Kyoto al enke
le opmerkelijke activiteiten
ontplooid. Zo hield het bestuur
(voorzitter is de r.-k. aartsbis
schop Fernandes van New
Delhi) juist in India een ver
gadering toen in 1971 de oor
log in het latere Bangladesj
woedde. Dr. Jack werd naai
de Oostpakistaans-Indiase
grens gestuurd om de situatie
te bestuderen. Later bezocht
hij Karachi en Dacca. Tijdens
het V.N.-'debat eind 1971 kon
hij daarom in New York een
actieve rol spelen, zij het ach
ter de schermen, door b.v. de
delegatie uit Bangladesj te
helpen en in een memorandum
de V.N.-resoluties te analyse
ren. Een dergelijke activiteit
heeft dr. Jack ontplooid bij de
SALT (ontwapenings)bespre-
kingen.
Het laatste woord zal over
deze Wereldconferentie van de
godsdiensten nog wel niet ge-
•zegd zijn. Het is tenslotte ook
een hele stap sinds de nog
niet ver achter ons liggende
tijden waarin boeddhisten,
hindoes, taoïsten e.d. voor
christenen toch hooguit een
beter soort heidenen waren, en
waarin, omgekeerd, christenen
vereenzelvigd werden met
Westeuropese kolonialisten.
Waar nu bovendien de proble
men, als bevolkingsvraagstuk,
milieuvervuiling, bewapening,
technologie, ontwikkelings
vraagstuk stuk voor stuk we
reldproporties hebben aange
nomen is het in ieder geval
een goede zaak, dat mensen
uit alle godsdienstige hoeken
van de wereld de koppen bij
elkaar steken en vanuit hun
verschillende inspiratie dezelf
de problemen te lijf gaan.
W'
jpr wordt in deze tijd in
menig gezelschap met
enig medelijden gesproken
over de vele echtparen die
met hun kinderen doodmoe en
verkleumd een van te voren
besproken vakantie aan zee
hebben doorgebracht. Verhalen
vol jengelende kinderen, mop
perende Duitsers en stromende
regen. Zij zijn bijna elk jaar
te horen en ik verbaas mij
over de hardnekkigheid waar
mee daaraan telkens weer
nieuwe stof gegeven wordt.
Hoe dikwijls moeten mensen
uit een te kleine zomerkeet
wegregenen, om tot de conclu
sie te komen, dat de geneug
ten van een weekje aan zee,
voorzover die nog bestaan,
niet in december te plannen
zijn? Als het alleen om logica
en geneugten ging, zou het
antwoord vrij eenvoudig zijn,
maar kennelijk gaat het daar
maar gedeeltelijk om. Bijvoor
beeld ook om dit: wie niet van
te voren bespreekt, komt er
niet aan te pas. Het bespreken
garandeert dan ook niet de
geneugten, maatr alleen een ta
melijk kleine kans daarop.
Wie wat verderop naar het
zuiden trekt, heeft wat meer
kans en hoeft wat minder te
bespreken, maar moet een lan
gere reis maken. Voor veel
mensen lijkt de lengte van de
reis in mindering gebracht te
ivorden op het genoegen van
het verblijf- Voor hen is rei
zen een haastig passeren van
alles wat niet het reisdoel is,
een snelle en energieke tocht
naar de plaats waar zij rust
verwachten.
En zo kunnen er heel wat
gedachten op en neer gaan
over het onderwerp vakantie.
Wat daaruit het meest duide
lijk wordt, is dat vakantie in
minstens een even hoge mate
een probleem is als een genoe
gen. Zij is een van de vele
verplichtingen geworden
waarmee ons leven is volge
stouwd, een wat tegenstrijdige
verplichting in dit geval, om
dat vakantie immers vrijheid
zou moeten zijn. Maar een
massaal genoten vrijheid
wordt altijd ingevuld met pro
gramma's en verplichtingen.
Zelfs in zijn wensen is een
mens dan niet vrij; voor heel
wat mensen wordt de vakantie
dan een offer, een voortzetting
van het vervreemde leven dat
zij al leiden.
En, hoe vreemd het ook mag
klinken, juist op het gebied
van vervreemdende activitei
ten wegen de verplichtingen
het zwaarst: behalve de taak
die vervuld moet worden, is
er ook nog de schijn van vrij*
heid die moet warden opge
houden. Onze duurste plicht is
de gezelligheid waar we zelf
niets aan vinden.
„Er eens uit zijn'\ zoals een
veel gebruikte definitie van
vakantie luidt, veronderstelt
een vervreemdend bestaan,
maar laat het ook helemaal
intact. Deze therapie tegen de
vervreemding speelt zich te
ver buiten het terrein daarvan
af om er enige invloed op te
kunnen hebben. Zij past dan
ook volkomen bij de klassieke
trits: brood, spelen en opi
um-
Ik ga steeds meer begrip
hebben voor de ouderwetse
mensen die geen behoefte aan
vakantie en er uit zijn hebben.
Ook over hen wordt wel eens
medelijdend gesproken, alsof
zij niet van deze wereld en
van onze tijd zouden zijn
„Die mensen hebben daar
geen behoefte aan", betekent
zoietsals „dat zijn geen mo
derne mensen van het soort
waartoe wij behoren". Afge
zien van de vraag of dat nu
wel het ergste is wat een
mens kan overkomen, denk ik,
dat zij een minder vervreemd
bestaan leiden en ondanks hun
nooit ophoudend werken en
slaven een meer vrij leven
hebben dan zij die van de ene
teleurstelle?ide vakantie naar
de andere leven en er zo dik
wijls „uit" moeten, omdat ze
„erin" zo weinig thuis zijn en
ér niet in slagen hun vrijheid
te laten doordringen in hun
dagelijks bestaan waar ze toch
op de eerste plaats thuis hoort.
Het lijkt wel of vergeten voor
hen de enige manier is waarop
ze iets kunnen verwerken. Het
is natuurlijk onzin hierover te
moraliseren en dat is ook vol
strekt niet mijn bedoeling,
maar het blijft een vreemd
verschijnsel, dat het ware le
ven zich elders zou moeten
afspelen.