Gorkum wil ander cultureel klimaat KUNSTENAARSSTUREN' MEER DAN DETAIL Toch: Drie Vrouwen vrij Vroeger deden ze het met de horletoet igaan e gaan NARAPPARD BEWIND lilt <asregisters B.V. >8, TEURS en MONTEURS ienfabrieken ijdschrift J orm ■SSiïWS-gS: xpositie ota bene oek M Zaterdag 1 juni 1974 IRGEN EN RUCPHEN: Zondert - tel. 271 .AANDEREN m.u.v. rayon Hul Stad 21 - tel. 01170-247: strieweg 37 - tel. 01150-345I R EN OMSTREKEN iTOOPS B.V. tel. 01621 -3650 en 374! pET SPOED voor rayon bovengenoemd adres. {treffende een aanbod tot tot Exploitatie van Steen- 7/an BANK NEDERLAND N.V. !BSTOCK JOHNSEN LTD. fe" fe BOUVIGNE Beelden Bul ten is een expositie in de tui nen van kasteel Bowigne te Ginneken-Breda. Vanaf 7 jund tot en met 8 september zijn er 18 werken te zien van Piet Killaars, Piet Kortekaas, jrank Letterie, Niels Loois en Arthur Spronken. Het is de bedoeling er een jaarlijks ge beuren van te maken. 0 ANTIEKBEURS in de Phi lips Juibileumhal te Eindhoven op 1, 2 en 3 juni; zaterdags van 14-22 uiur en zondag en maandag van 11-19 uur. 0 ZEVEN Met a-rea listen. Johfra Bosshart, Frans Erke- lens, Johan Hermsen, Han Ko ning, Victor Linford, Ellen Lo- rien en Diana Vandenberg, te zien in Het Prinsenhof te Delft van 1 juni tot en met 21 juli, 0 ANKE Sinniiighe-Ter Gast exposeert tijdens de pinkster dagen in het Curiosahuys te Kaatsheuvel, Zuidhollandse dijk 185, haar aquarellen. JAZZ-festival gedurende het pinksterweekend in Am sterdams Shaffytheater; onge veer 125 musici in meer dan twintig formaties.' o a. De Big Band 1 oenen, Theo Loevendie Consort, Wim Overgauw Trio, Boy Edgar Sound, Leo Cuy- pers, Sunship etc. LITERAIRE Prijsvraag. Deelnemers niet ouder dan 21 jaar kunnen inzenden tot 1 september naar stichting Literaire Dagen Eindhoven, postbus 178 (tel. 040-518007), waar ook de wedstrijdvoor- waarden zijn te krijgen. 0 DE SCHATTEN van Odulphus, een tentoonstelling van religieuze kunst in de on langs gerestaureerde St.- Odulphuskerk te Best, gedu rende de beide pinksterdagen. Goud, zilver, misgewaden, an tiek, processievaantjes etc. Beide dagen van 13 tot 18 uur. t DONALD Crisp, filmac teur (o.a. Follyana en Spen cer's Mountain) is op 93-jarige lepftijd in Los Angeles overle den. BREDA EN OMGEVING: ed. 132-134 Breda .BREDA EN OMGEVING: trykenstraat 96-98 tel" j i p» j TERHOUT EN OMSTREKEN' J j Doetinchem)fFoto" P°stbus - 0 Symposion-plastiek naar ontwerp van de onlangs overleden Ad Dekkers wordt in beton gegoten. „Na tien jaar Rappard-be- wind willen we in Gorkum wel eens een ander cultureel klimaat op gang brengen", zegt Marinus Boezem, een van de deelnemers aan het opval lende SYMPOSION '73 GOR KUM, dat op 5 juni door prin ses Beatrix wordt geopend. Dertien internationaal ver maarde kunstenaars werken in de maand juni, samen met ruim 100 arbeiders, in fabrie ken en bedrijven van Gorkum e.o. aan een aantal plastieken en projecten, die daarna in juli, augustus en september overal verspreid door het his torische stadje geëxposeerd zullen worden. Een groot aan tal activiteiten zullen, soms wat provocerend, deze gebeur tenissen begeleiden, zodat zo veel mogelijk mensen erbij betrokken raken. De Boek manstichting zal het Symposi um wetenschappelijk begelei den zodat nadien met de uit komsten ervan gewerkt kan worden aan een verdere uit bouw van het culturele kli maat in Gorkum e.o. De kunstenaars, die in Gor kum komen werken zijn: Al- viani (Italië), Boezem (Neder land), Martin (Engeland), Me iand), De Keijzer (Neder land), Martin Engeland), Me- gert (Zwitserland), Morellet (Frankrijk), Panamerenko (België), Pohl (Duitsland), Prantl (Oostenrijk), De Vries (Nederland), Winiarski (Po len), Van Nusberg (Rusland) en Sykora (Tsjeeho-Slowakij- e), die niet persoonlijik kun nen komen, zullen projecten invoeren. De onlangs overle den Ad Dekkers ontwierp het vignet voor dit Symposion, dat momenteel in beton wordt ge goten. In overleg met CRM zijn de kunstenaars aange zocht. Een aantal jonge Neder landse kunstenaars is nogal boos, omdat weer een beroep werd gedaan op de „jongens, die toeh al binnen zijn", ter wijl er „voor hen niets ge beurt". Maar er is vooral ge werkt met vermaarde jongens om entree te krijgen bij die industrie, die het verbinden van een grote naam aan hun bedrijf als prestige ervaart. De Goreumse bedrijven plegen nl. een soort nieuw maeeenaat met twee ton ontkomen (f met twee ton onkosten )f 20.000 gemeente en f 30.000 waarvan f 6000 voor evaluatie van CRM) niet duur is. De bedrijven hebben ook het eer ste kooprecht op de projecten (gefixeerde prijs rond f 5000), waarna de gemeente aan bod komt of tenslotte de kunste naar het zelf mee naar huis kan nemen. Maar de verwach ting is, dat alles wel in Gor kum zal blijven. En dat is dan met deze namenlijst op de achtergrond niet mis. Maar de opzet van dit Sym posion is veel' ideëler dan dit cijfermateriaal aangeeft. Het idee zelf stamt uit 1971 en werd geboren naar het voor beeld van een Deense over hemdenfabrikant in Herning (Jutland), die regelmatig kun stenaars (waaronder Gorkum- se) in zijn fabriek liet wer ken. Opzet: integratie van kunst in het werkmilieu van een zich ontvolkend stadje. Resultaat: het leefklimaat werd er beter door; het stadje leefde weer op; het beschikt nu over een beeldenpark en jaarlijks wordt het door dui zenden bezocht. Met enige moeite bleken ook in Gorkum tientallen bedrijven te porren voor dit idee. De idee om kunstenaars binnen de bedrij ven van de streek met het materiaal van het desbetref fende bedrijf te laten werken. In Gorkum blijken dat o.a. coating, stenen, staal, alumini um, glas, tegels, stro, hout, kumstof en vele andere pro- dukten te zijn. Alviani komt met twee pro jecten naar Gorkum, waaron der een spiegelhuisje, waar mee leerlingen van een plaat selijke lts al aan het metselen zijn. Boezem is de man van de evaluatie, die o.a. in de plaat selijke krant vier weken lang met de bevolking in discussie gaat. Hilgemann gaat drie gelijke volumes maken in steen; Ad Keijzer komt met een gestructureerde ruimte; Martin voert een fontein in roestvrijstaal uit; Megert gaat spiegelzuilen maken; Morellet wilde een lidhtobject bij een molen realiseren, maar de Mo lenstichting stak er tot nu toe een stokje voor; Nusberg zal projecten tonen in een nieuwe galerie ean die Havendijk; Parameremko maakt een bewe gende viervleugel van alumi nium en glasstaven; Pohl's 1 ontwerp in 3 materialen komt in de etalage van de Bonds spaarbank te staan; Prantl maakt een mediatiesteen, van Sykora wordt een tegelstruc tuur uitgevoerd en van Wini arski worden twee ontwerpen (o.a, geometrie in het land schap) gerealiseerd. Herman de Vries, die geprogrammeer de zitplastieken maakt zal het Symposion starten met een rookproject. Het is de bedoe ling, dat hij op verschillende dagen, maar steeds op hetzelf de tijdstip van de dag, balen stro gaat verbranden; van de rookzuilen maakt hij foto's, die geëxposeerd worden. „Het is opzet", zegt het stichtingsbestuur, „dat de mensen gaan onderscheiden welke functie kunst in het da gelijks werk- en leefmilieu kan hebben: het komen tot nieuwe technische oplossingen en het genieten van producten van een creatieve geest. Het symposium wil tevens een im puls zijn tot het bezinnen op een zeer belangrijk probleem van onze tijd: de leefbaarheid van onze steden. Kunst speelt daarin een grote rol". Veel activiteiten omlijsten het Sym posion. Lezingen door de kun stenaar Peter Struycken drs. Hafcs van het Kunsthistorisch Instituut Utrecht, de kunste naars Prantl en De Vries. Kunstenaars udt Gorkum (Paul van Vliet en Arie Brinkman) exposeren Poëti sche Abstracties in de Nieuwe Doelen; rondleidingen langs de plastieken; open dagen in de bedrijven, waar de kunstenaar (met betaald verlof) met de arbeiders over hun reacties op het werken met kunstenaars in het bedrijf etc. „Kunst uit de ivoren toren halen", zet de organisatie bo ven één van haar informatieve geschriften. En daaronder: „Het symposion beoogt niet een samenspraak van gelijk- denkenden of van mensen met eenzelfde beroep te zijn, maar wil wel een aanleiding zijn tot een samenspraak tussen groe peringen die normaal niet met elkaar plegen te communice ren". In ieder geval stelt Gor kum met dit Symposion een daad, die niet alleen inspire rend kan werken op de eigen leefgemeenschap maar ook op velen daarbuiten. Het volgen waard, H.E. 0 KENTERING 5-6: „Moge deze tijdschriftaflevering een Swe prikkel zijn. cmt nu eens (b.v. in kunstnota s sociaal-culturele beleidsplan nen van steden, nolitieke partijen en landen] rilheid) de onderstromen en achtergronden van een ti-„linkse" subsidiepolitiek urt een te zetten", schrijft Jan- Willem Overeeni als inleiding lp dit „Educatief theater— "kj, ■norplfde auteur levert nog een viertal bijdragen voor 3? nummer: Notifies n^Y „Activerend TheaterDeDme Stuiversopera als schooltoneeL Realisme tegenover ideotogi en Een vervelend s^ell J flink doen, waarin hiq nch a zet tegen Tom Blokldl^\q is betoogde dat het P\aar toneej_ met de Nederlandse toneel schrijfkunst. In Toneel leermiddel, pleit Ba harD_ Naanen voor een wetenschap pelijke werkmethode voor vor- w deTburgerlijke «"u^en Willem Roggeman zet achter de naam Pablo Neuruda: dich ter bij het bloed dan bi] inkt (Kentering, Badhuisweg 2J2,Den Haag). 0 KULTUURLEVEN-4: „Daarom lijkt het moeilijk vol te houden dat de opeenvolging der beschavingen een vooruit gang van de geschiedenis ais dusdanig zou vormen", .?on?!tr deert J. Freund na zijn Bnj- drage tot een fonomenologie van de corruptie. J- Hendrickx vraagt zich af: Ontwikkelings samenwerking: revolutie, waarin hij o.a. pleit voor een reoriëntatie van het (Belgi sche) hulppakket. M. Engel- borghs geeft een overzicht van de Markante Anglo-Ameri- kaanse romans van '73, terwijl R. Renson schrijft- over He dendaagse religieuze stromin gen in Japan. H. Kawai over „Links" in de Japanse poli tiek. P. Postma over het „Wonder van de groei" van dit land en M. de Jaeger over het moderne Japanse management; goede informatie (KL. Ra- venstr. 112, Leuven). FOTO-6: De Bond van Ne derlandse Amateur Fotografen Verenigingen zal vanaf het volgende nummer via twee Pagina's een vaste plaats krij gen in dit tijdschrift, zo wordt meegedeeld. In de serie „Uit de historie van de fotografie" besteedt Jan Coppens aan dacht aan de Franse beeldhou wer fotograaf Antoine Samuel Mam-Salomom. Rob de Wind fotografeert in het Wa dden ge- b:ed en de Amerikaan Stein- Porg legt op zijn manier de schoonheid van het. landschap vast. Andere fotografen, die aandacht krijgen: de Ameri- kaanse-Nederlandse Zoya Le- de Rotterdamse Willie Mink, Ed Josso. André Gelpé. "otest werd Zenza Bronica EC. samen met de ddl-zoeker 91 Let extra objectief, de 150 Zenzanon. Veel kort over exposities, cur- 1 t&a? 0 Lintzaag uit 19e eeuw. Meneer, uniek in Neder land", zegt de Goudse verza melaar G. Verborg. Daarom verdriet het hem, dat hij voor zijn verzameling van ongeveer 1700 stuks historisch bouwge reedschap geen ruimte kan vinden. Een ambachtenmuseum in ons land, is zijn vurigste wens. Het Bouwcentrum te Rotterdam stak hem de hel pende hand toe en exposeert momenteel ongeveer 600 stuks uit zijn verzameling, aange vuld met kleinere verzamelin gen van elders, onder de titel SPOOKSCHAAF EN HORLE TOET (tot 15 juni). De reac ties zijn hoopvol, zodat hij binnen afzienbare tijd toch zijn plan hoopt te realiseren. Gereedschappen, waarmee on ze voorouders werkten in vak ken als klompenmaker, riet dekker, stucadoor, loodgieter, schilder, leidekker, kwastenma ker, touwslager, bolhoedenma ker, kuiper, mijnwerker, pij penmaker etc. maken deel uit van zijn verzameling- De voor werpen vertellen niet alleen van een vertederende en soms sierlijke „primitiviteit", maar ook van bloed, zweet en tranen. Zelf was bij vroeger tim merman, maar betonbekdstin- gen maken e.d. heeft weinig meer met het vak als timmer man te maken. „Je hebt alleen nog een duimstok en een ha mer in je zak", zegt hij. Hij gaf er de brui aan en is nu „van beroep" verzamelaar en hopelijk binnenkort museum conservator van zijn tien jaar oude verzameling. „Ik blijf baas over mijn eigen spullen, die ik in mijn vrije tijd met mijn zakgeld verzamelde via oude rommelmarkten e.d. Ik heb er met doctorandussen van musea over gepraat, maar die vinden Verborg maar een kluitenjchieter. Het Bouwcen trum heeft me echter erkend", zegt hij. Hjj voegt er nog aan toe, dat het feit dat ambachts scholen tegenwoordig techni sche scholen heten boekdelen spreekt. Andere boekdelen zoekt dj nog, want' hij weet wel, dat zijn instrumenten uit ongeveer de beide laatste eeu wen rtammen, maar er ont breekt toch nog te veel docu- mentatie over dit onder werp. Niemand weet er wat van. Hij beschikt over wat oude renten en gravures, die vertellen over de wijze waar op met dit materiaal gewerkt werd. Schaven liggen er b.v. in groten getale. De grondschaaf of horletoet werd gebruikt vooT het schaven van groeven, bijvoorbeeld voor treden in trapbomen; de spookschaaf werd gebruikt voor het scha ven van gebogen oppervlak ken. Het zijn de naamgevers voor leze expositie. Het var ken, een schaaf, waarmee de timmerman groeven in hout ploegde had vier handvaten, zo hard moest eraan getrokken worden; zestien uur per dag! „Meneer, ik heb veel ellende meegemaakt, in mijn jeugd", vertelt Verborg. „Mijn moeder stierf toen ik vier was- Toen ben iik gaan nadenken over kinderarbeid en de wijze waarop mensen vroeger moesten werken. Tien jaar geleden koeht ik als eer ste voorwerp een oude water pas. Zo is het begonnen". En daar liggen ze dan, als wat stille getuigen van een verle den, waarin de schilder zijn eigen verf bereidde (de verf- molen voor het loodwit e.d.); de loodgieterswerktuigen; de beitels van de steenhouwers en het gereedschap van de lei dekkers. Het begin van een documentatie over de wijze waarop onze voorouders ons technische tijdperk hebben voorbereid, dat het amlbacht uit de markt prijsde. Verborg zal gelukkig zijn wanneer an deren deze verzameling nog wat kunnen aanvullen. Hij •woont Onder de Boompjes 67, Gouda. Een bezoek aan de ex positie kan voor velen interes sant zijn. Een beetje nostalgie en bewustwording van de tijd waarin wij nu leven. fl. E. „In de huidige samenleving bevindt de kunst (enaar) zich in een onwenselijk isolement; het schort aan wisselwerking tussen samenleving en kunst- (enaar). Oorzaken daarvan zijn in eerste instantie een verengd, o.a. historisch gecon ditioneerd beroepsbeeld van de beeldende kunstenaar, een daaruit vloortvloeiende over bezetting van de overeenkom stige beroepspostitie(s), een daaruit volgende benardheid van de beroepssituatie en een reeks incidentele steunmaatre gelen". Dit is een citaat uit een rapport, dat de in '72 in gestelde Commissie Bevorde ring Beleid Beeldende Kun sten (o.I.v. J. Schrofer) van de Raad voor de Kunst heeft ge maakt en de minister van CRM heeft aangeboden. Met de commissies eigen on leesbare zinnen en vage termi nologie is aangehaalde zin het intrappen van een open deur. Joost mag weten in hoeveel rapporten en met hoeveel va rianten dit al geconstateerd is gedurende vele jaren. Maar het rapport heet: „Praktijkon derzoek beeldende kunst, een voorstel. Met andere woorden: aanbevolen wordt iets te doen. Natuurlijk zit in het voorstel weer een nieuwe commissie (stuurgroep). De lijst met aanbevelingen, die de minister nu voor zich heeft liggen bevat de volgende pun ten: Op korte termijn moet een praktijkonderzoek worden op gezet dat beoogt: a. het be proeven van nieuwe beroeps mogelijkheden naast de reeds bestaande: 6. het ontwikkelen van een heleidsstructuur waarbinnen reële beroepspo sities tot ontwikkeling kunnen komen. Dit onderzoek moet zo wor den ingericht, dat genoemde doelstelling van het onderzoek te bereiken is en mogelijkh- den worden geschapen om de groep beginnende kunstenaars, die thans betrokken zijn bij de BKR (voorheen contra prestatie-regeling) in reële beroepssituaties te laten func tioneren. Het praktijkonderzoek moet recht doen aan de diversiteit van beroepsmogelijkheden. Condities: deelname op basis van vrijwilligheid; honorering op tenminste BKR-niveau; nauwkeurige en deskundige begeleiding, verslaggeving en analyse van de projecten van dit onderzoek. De minister van CRM stelt een onder zijn verantwoorde lijkheid werkende stuurgroep in met als taak: het kiezen van de beroepsterreinen waar aan in het kader van dit on derzoek prioriteit moet wor den gegeven; globale verde ling budget; kiezen van ge meenten, waar medewerking te verwachten is; opstellen van algemene richtlijnen voor werkwijze in gekozen ge meenten; zorgen voor coördi natie; adviseren omtrent sa menstelling en werkwijze van plaatselijke werkgroepen; ont wikkelen en uitvoeren van een plan voor begeleiding en waardering van het onderzoek; ervaringen gebruiken voor het aangeven van beginselen voor toekomstig beleid. Stuurgroep wordt gedacht in beperkte omvang (hoogstens 9 lenen), op voordracht van be staande kunstenaars- en cultu rele organisaties. Ziezo, weer een stuurgroep erbij. Is een gecentraliseerd ingrijpen wel nodig? De sug gesties over beroepsverbete ring van de kunstenaar in het rapport zijn niet zo onzinnig. Maar zou het bv. niet zinvoller geweest zijn om de bestaande BKR-commissies in den lande te injecteren met nieuwe im pulsen? Vanuit deze commis sies zou een zinvolle bijdrage gegeven kunnen worden, ter wijl ze nu vaak, onder een andere naam, nog helemaal blijven werken in de geest van de oude contraprestatie- regeling. Doorgaans kennen deze commissies de plaatselij ke situaties en de plaatstelijke kunstenaars het beste. Met een andere mentaliteit zouden zij uit de toch nog te eenzijdig gerichte sociale-hoek (in de geest van ondersteuning op het financiële vlak) kunnen komen door maatschappelijk gerichter de kunstenaars, die een beroep locn op de BKR, te stimuleren. Wat deze stuur groep wil gaan doen, zou bin nen de BKR-regeling op gang moeten komen. Nu worden daarvoor weer nieuwe com missies in verschillende ge meenten gedacht. Het is toch al zo moeilijk om deze te be volken. Wie heeft er nog „tijd" om daarin, buiten inci dentele vergaderingen om. werkzaam te zijn. Het feit dat genoemde commissie, die bo venstaande plan ontvouwde, in 1972 werd ingesteld en eerst in 1974 met een rapport komt spreekt voor zich. Eigenlijk kun je je zoiets niet meer veroorloven. H. E. Bieuwa Dat ik toevallig (wat ls dat?) drie boeken las van vrouwelijke auteurs en die hier bijeenzet kan de volgen de reactie oproepen: „Wij werden en bloc literair geren- censeerd louter op grond van het feit dat onze seksuele re- produktieorganen soortgelijk zijn Dit is discriminatie van de ridicuulste soort". Citaat van ANDREAS BURNIER uit haar nieuwe' bundel: POëZIE, JONGENS EN HET GEZEL SCHAP VAN GELEFRDE VROUWEN (Uitg. Em-^uerl- do's uitg. f 16,90). Nu is na tuurlijk de opzet om niet te discrimineren, maar het toch doen het beste bewijs voor haar stelling, dat onze cultuur masoulinistisch vergiftigd is. Dat je in drie boeken achter een „toevallig" iets van een gemeenschappelijk vrouwe lijke sfeer ervaart mag dan te maken hebben met cultureel bepaalde hormoonafscheidin gen, maar onderscheidingen zijn per definitie niet discri minerend. Het (ironische) on derscheid tussen geleerde vrouwen en stomme trucien is even discriminerend. Het mannetjes-vrouwtjes duel zal wel onuitroeibaar zijn, zoals de oude stammen- oorlogen weer oplaaien in Ajax - Feyenoord versch jnse- len, de vraag is alleen: wat doe je ermee? Met bierflesjes gooien en molesteren of een spel met gelijke kansen uit bouwen tot plezier? Burnier heeft groot gelijk (meestal) wanneer ze schrijft over de discriminerende effecten (en kansen) bij de man-vrouw verhoudingen (niet repressief tolerant bedoeld!), maar blijft, wanneer het om het verschil EASTIANEN 0 25076, b.g.g. 01600 zelf gaat, meestal in een ge leerde kreteriigheid steken. Het is een nogal erudiet boek, zoals dat heet, maar met een aantrekkelijke kwajongensach tigheid (daar heb je weer zo'n masculine uitdrukking!) ge schreven. Het bevat ruim twintig meestal eerder ver schenen bijdragen in o.a. Hol lands Maandblad, Opzij de Nijmeegse diesrede '73, lezin gen etc. Aan de meest uit eenlopende zaken weet zij met een wat Popperiaanse wijsgerigheid zo hier en daar en met een anti-marxistische opstelling (hoewel ook in het westen de laatste academici, die hun individualiteit probe ren te -redden, vermalen wor den tussen Philips en net vor mingscentrum, schrijft zij) haar progressief-liberaie en feministische principes te ver binden. Een prikkelende bun del, die getuigt van ein be wuste opstelling en niet min der van een geconcentreerd denken in een b jeiende schrijfstijl. Wanneer de uitgever va-n het nieuwe boek van MISCHA DE VREEDE: EEN HACHE LIJK BESTAAN (uitg De Be zige Bij - f 14,50) op de flap zet: „een babbelboek" beeft hij gelijk, maar dat is dan om met Burnier te spreken een mannelijke stigmatisering van de vrouw: babbelen Een hachelijk bestaan! Het boek bestaat uit een groot aantal autobiografische notities, fei ten en overdenkingen, die as sociatief aan elkaar zijn gere gen. Maar uitgangspunt is de rnacht, maar tevens de onbe trouwbaarheid van het woord Mischa de Vreede gebrjikt in dit boek het woord als een bezwerende formule, waarmee ze greep wil krijgen op haar eigen hachelijke beslaan, op de eenzaamheid van het per soonlijk reageren op indrin gende en alledaagse voorval len. Niet als feministe, die de onvrede primair zoekt in de dingen buiten zich, maar als mens, die vrouw is, tracht zij de hachelijkheid van haar el- gen bestaan vooral te peilen in zichzelf. „Ik geloof, dat ik zo jong moeder ben geworden, omdat ik nooit een huisdier mocht hebben", is een opmer king. ,.Ik kan helemaal niet tegen grapjes, ik begrijp ze meestal niet. Ook dat komt omdat ik iedereen op zijn woord geloof". Het heeft te maken met haar jeugd in In donesische Jappenkampen en haar jonge jaren op de pasto rie van haai- ouders; over bei de gegevens haalt ze nogal wat herinneringen op; over haar relaties met en haar re acties op mensen, dieren en planten. Sorry, ook ik voel me cultuur-bepaald, maar zeg dan: zij dioet dat op een wijze zoals alleen een vrouw dat kan. Af en toe krijg je dan als „realis tische" man het gevjel van pagina's overbodig gesenrijf, maar als je het overleest arukt zij je weer met de neus op „de feiten": niet zozeer de vraag „waarom" leef ik, maar veeleer de vraag „hoe" leef ik, bepaalt je bestaan. Mischa de Vreede verwoordt dit met een kracht, die Doven literaire pretenties uitstijgt.. Maar beter en krachtiger vind ik het nieuwe boek van MONIKA VAN PAEMEL: DE CONFRONTATIE (uitg Nijgh en Van Ditmar - f 15,90). Was haar debuut, twee jaar gele den, met Amazone met het blauwe voorhoofd, al zo veel belovend, met dit boek komt zij nog beter terug. Het is alsof zij de schrijfsters-vrou wen van de beide eerder ge noemde boeken met elkaar confronteert; in feite confron teert zij de twee vrouwen in zichzelf, Mirjam en Z ge noemd, met elkaar- Zij houdt een dialoog met zichzelf, rnet de tegenstrijdige krachten' in zichzelf als vTouw...„dat ik nooit een vrouw zou vvjrden als Zoë, verliefd en verloren, een vrouw zoals duizend ande ren, dat ik geen God kon aan vaarden d'ie een man was en dat elke man een god wilde zijn", schrijft zij aan het slot, wanneer zij besluit haai spie gelbeeld tegemoet te rijden, haar strijdbijl met een klap roos te versieren en zich over te geven aan de vraag of de wijsheid werkelijk in het gek ke, het onmogelijke, het roe keloze ligt? Nog houdt zij niet van „vrouwen", maar wel van zichzelf als authentiek mens, voor wie de werkelijkheid het onderweg-zijn is. „Jij leeft het leven, dat ik droom, ik datgene dat jij zo zeer hebt verfoeit dat het niet anders ka-n of je hield ervan. Ogenschijnlijk was het ook geen slecht leven, ik bedoel in verhouding tot datgene vaar de meeste mensen tevreden mee moeten zijn. Of beter' maar al te graag tevreden mee zijn", zegt Mirjam tegen Zoë. Mirjam de opstandige vrouw, die zich opsluit in haar kamer om opstandig te zijn tegen datgene waartoe opvoeding, kerk en maatschappij haar be paalden; Zoë, die in het geijk te vrouwentype is gedoken, maar daarmee ook in conflict komt. Waar liggen de moge lijkheden, de vrijheid tot een authentiek beleven van een mens, die vrouw is Maar, schrijft Monika van Paemel, „Er is geen groter possessief wijf dan datgene dat de vrij heid uitspeelt". In de confron tatie is zij dan ook veel meer op zoek naar de vrijheid bin nen haar zelf. Zij heeft een spitse pen, die niét steekt, een bijtende kritiek, die niet wondt, omdat haar hele schrijfstijl en haar opstelling doorzindert is van een oprecht sensitief omgaan met het le ven; poësie zander valse ro mantiek. Een fijn boek over het beleefbaar maken van een conflict, niet door het toe te dekken onder valse schijn, maar door het af te pellen en de belastbaarheidsgrenzen er van te peilen. H.E. De drie matrozen „onderweg''. Een film waar je volmondig „ja" tegein kunt zeggen, komt niet iedere week in roulatie. Deze week is ons land even wel een film gaan draaien, waaraan je een bezoek hele maal kunt aanbevelen. Met THE LAST DETAIL heeft Ge rald Ayres een film afgele verd, die op een zeer fijnzin nige manier een tijdsbeeld il lustreert. Juist de talrijke un derstatements daarin kunnen je meer benauwen dan welke harde trapperige film tegen de huidige maatschappij dan ook. De onderhuidse humor en iro nie is zo goed gedoceerd, dat het besef over het conflict tus sen de „wij en ik-moraal", tussen de codes van een maat schappij en individueel reage ren op elkaar als mens, een indringend gegeven wordt. Het verhaal lijkt zeer simpel: Drie matrozen zijn op reis dwars door Amerika. Twee na- vy-veteranen (voortreffelijke karakterrollen van Jack Ni cholson en Otis Young) heb ben als opdracht hun jongere collega, een bedeesde groene jongen, die geld uit een cellec- tebus stal (Randy Quaid) naar een strafgevangenis te bren gen. Een dagenlange reis met het openbaar vervoer. Dat is „allesDe film geeft daarbij niet alleen een uitstekend beeld van het Amerikaanse le ven in bussen, trainen, wacht kamers, hotels, snack-bars, vreemdsoortige religieuze toe standen, bordeel etc., maar te kent temidden van dit décor het proces, dat tussen de drie mannen gedurende die reis in het hartje van de winter ver warmend ontstaat. Een mense lijk proces, dat helemaal in strijd is met hun opdracht, in strijd met de officiële moraal, maar wel alles te maken heeft met een authentiek reageren op elkaar, los van dikwijls ont menselijkende codes. Je kunt daar allerlei dingen voor in vullen; je kunt daar veel over vertellen, maar dat is dan een invullen van details, die wei nig toevoegen aan dit verhaal, dat je zelf, kijkende mee moet belev,en. Het oorspronkelijke verhaal in door Darryl Ponic- san in 1970 geschreven en werd toen betiteld als een van de tien beste novellen, die dat jaar in Amerika geschreven zijn. Het verhaal is inderdaad Amerikaans gekleurd, maar de teneur ervan is ook hier niet vreemd en duidelijk herken baar. Een film om naar uit te zien. H.E. eindredactie henk egbers ie rs

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 23