Gorkum
wil ander
cultureel
klimaat
KUNSTENAARSSTUREN'
MEER DAN DETAIL
Toch: Drie Vrouwen
vrij
Vroeger deden ze het met de horletoet
igaan
e gaan
NARAPPARD BEWIND
lilt
<asregisters B.V.
>8,
TEURS en
MONTEURS
ienfabrieken
ijdschrift
J
orm
■SSiïWS-gS:
xpositie
ota bene
oek
M
Zaterdag 1 juni 1974
IRGEN EN RUCPHEN:
Zondert - tel. 271
.AANDEREN m.u.v. rayon Hul
Stad 21 - tel. 01170-247:
strieweg 37 - tel. 01150-345I
R EN OMSTREKEN
iTOOPS B.V.
tel. 01621 -3650 en 374!
pET SPOED voor rayon
bovengenoemd adres.
{treffende een aanbod tot
tot Exploitatie van Steen-
7/an
BANK NEDERLAND N.V.
!BSTOCK JOHNSEN LTD.
fe" fe
BOUVIGNE Beelden Bul
ten is een expositie in de tui
nen van kasteel Bowigne te
Ginneken-Breda. Vanaf 7 jund
tot en met 8 september zijn er
18 werken te zien van Piet
Killaars, Piet Kortekaas,
jrank Letterie, Niels Loois en
Arthur Spronken. Het is de
bedoeling er een jaarlijks ge
beuren van te maken.
0 ANTIEKBEURS in de Phi
lips Juibileumhal te Eindhoven
op 1, 2 en 3 juni; zaterdags
van 14-22 uiur en zondag en
maandag van 11-19 uur.
0 ZEVEN Met a-rea listen.
Johfra Bosshart, Frans Erke-
lens, Johan Hermsen, Han Ko
ning, Victor Linford, Ellen Lo-
rien en Diana Vandenberg, te
zien in Het Prinsenhof te
Delft van 1 juni tot en met 21
juli,
0 ANKE Sinniiighe-Ter Gast
exposeert tijdens de pinkster
dagen in het Curiosahuys te
Kaatsheuvel, Zuidhollandse
dijk 185, haar aquarellen.
JAZZ-festival gedurende
het pinksterweekend in Am
sterdams Shaffytheater; onge
veer 125 musici in meer dan
twintig formaties.' o a. De Big
Band 1 oenen, Theo Loevendie
Consort, Wim Overgauw Trio,
Boy Edgar Sound, Leo Cuy-
pers, Sunship etc.
LITERAIRE Prijsvraag.
Deelnemers niet ouder
dan 21 jaar kunnen inzenden
tot 1 september naar stichting
Literaire Dagen Eindhoven,
postbus 178 (tel. 040-518007),
waar ook de wedstrijdvoor-
waarden zijn te krijgen.
0 DE SCHATTEN van
Odulphus, een tentoonstelling
van religieuze kunst in de on
langs gerestaureerde St.-
Odulphuskerk te Best, gedu
rende de beide pinksterdagen.
Goud, zilver, misgewaden, an
tiek, processievaantjes etc.
Beide dagen van 13 tot 18
uur.
t DONALD Crisp, filmac
teur (o.a. Follyana en Spen
cer's Mountain) is op 93-jarige
lepftijd in Los Angeles overle
den.
BREDA EN OMGEVING:
ed. 132-134 Breda
.BREDA EN OMGEVING:
trykenstraat 96-98 tel"
j i p» j
TERHOUT EN OMSTREKEN' J j Doetinchem)fFoto" P°stbus
-
0 Symposion-plastiek naar ontwerp van de onlangs overleden
Ad Dekkers wordt in beton gegoten.
„Na tien jaar Rappard-be-
wind willen we in Gorkum
wel eens een ander cultureel
klimaat op gang brengen",
zegt Marinus Boezem, een van
de deelnemers aan het opval
lende SYMPOSION '73 GOR
KUM, dat op 5 juni door prin
ses Beatrix wordt geopend.
Dertien internationaal ver
maarde kunstenaars werken in
de maand juni, samen met
ruim 100 arbeiders, in fabrie
ken en bedrijven van Gorkum
e.o. aan een aantal plastieken
en projecten, die daarna in
juli, augustus en september
overal verspreid door het his
torische stadje geëxposeerd
zullen worden. Een groot aan
tal activiteiten zullen, soms
wat provocerend, deze gebeur
tenissen begeleiden, zodat zo
veel mogelijk mensen erbij
betrokken raken. De Boek
manstichting zal het Symposi
um wetenschappelijk begelei
den zodat nadien met de uit
komsten ervan gewerkt kan
worden aan een verdere uit
bouw van het culturele kli
maat in Gorkum e.o.
De kunstenaars, die in Gor
kum komen werken zijn: Al-
viani (Italië), Boezem (Neder
land), Martin (Engeland), Me
iand), De Keijzer (Neder
land), Martin Engeland), Me-
gert (Zwitserland), Morellet
(Frankrijk), Panamerenko
(België), Pohl (Duitsland),
Prantl (Oostenrijk), De Vries
(Nederland), Winiarski (Po
len), Van Nusberg (Rusland)
en Sykora (Tsjeeho-Slowakij-
e), die niet persoonlijik kun
nen komen, zullen projecten
invoeren. De onlangs overle
den Ad Dekkers ontwierp het
vignet voor dit Symposion, dat
momenteel in beton wordt ge
goten. In overleg met CRM
zijn de kunstenaars aange
zocht. Een aantal jonge Neder
landse kunstenaars is nogal
boos, omdat weer een beroep
werd gedaan op de „jongens,
die toeh al binnen zijn", ter
wijl er „voor hen niets ge
beurt". Maar er is vooral ge
werkt met vermaarde jongens
om entree te krijgen bij die
industrie, die het verbinden
van een grote naam aan hun
bedrijf als prestige ervaart. De
Goreumse bedrijven plegen nl.
een soort nieuw maeeenaat
met twee ton ontkomen (f
met twee ton onkosten )f
20.000 gemeente en f 30.000
waarvan f 6000 voor evaluatie
van CRM) niet duur is. De
bedrijven hebben ook het eer
ste kooprecht op de projecten
(gefixeerde prijs rond f 5000),
waarna de gemeente aan bod
komt of tenslotte de kunste
naar het zelf mee naar huis
kan nemen. Maar de verwach
ting is, dat alles wel in Gor
kum zal blijven. En dat is dan
met deze namenlijst op de
achtergrond niet mis.
Maar de opzet van dit Sym
posion is veel' ideëler dan dit
cijfermateriaal aangeeft. Het
idee zelf stamt uit 1971 en
werd geboren naar het voor
beeld van een Deense over
hemdenfabrikant in Herning
(Jutland), die regelmatig kun
stenaars (waaronder Gorkum-
se) in zijn fabriek liet wer
ken. Opzet: integratie van
kunst in het werkmilieu van
een zich ontvolkend stadje.
Resultaat: het leefklimaat
werd er beter door; het stadje
leefde weer op; het beschikt
nu over een beeldenpark en
jaarlijks wordt het door dui
zenden bezocht. Met enige
moeite bleken ook in Gorkum
tientallen bedrijven te porren
voor dit idee. De idee om
kunstenaars binnen de bedrij
ven van de streek met het
materiaal van het desbetref
fende bedrijf te laten werken.
In Gorkum blijken dat o.a.
coating, stenen, staal, alumini
um, glas, tegels, stro, hout,
kumstof en vele andere pro-
dukten te zijn.
Alviani komt met twee pro
jecten naar Gorkum, waaron
der een spiegelhuisje, waar
mee leerlingen van een plaat
selijke lts al aan het metselen
zijn. Boezem is de man van de
evaluatie, die o.a. in de plaat
selijke krant vier weken lang
met de bevolking in discussie
gaat. Hilgemann gaat drie
gelijke volumes maken in
steen; Ad Keijzer komt met
een gestructureerde ruimte;
Martin voert een fontein in
roestvrijstaal uit; Megert gaat
spiegelzuilen maken; Morellet
wilde een lidhtobject bij een
molen realiseren, maar de Mo
lenstichting stak er tot nu toe
een stokje voor; Nusberg zal
projecten tonen in een nieuwe
galerie ean die Havendijk;
Parameremko maakt een bewe
gende viervleugel van alumi
nium en glasstaven; Pohl's 1
ontwerp in 3 materialen komt
in de etalage van de Bonds
spaarbank te staan; Prantl
maakt een mediatiesteen, van
Sykora wordt een tegelstruc
tuur uitgevoerd en van Wini
arski worden twee ontwerpen
(o.a, geometrie in het land
schap) gerealiseerd. Herman
de Vries, die geprogrammeer
de zitplastieken maakt zal het
Symposion starten met een
rookproject. Het is de bedoe
ling, dat hij op verschillende
dagen, maar steeds op hetzelf
de tijdstip van de dag, balen
stro gaat verbranden; van de
rookzuilen maakt hij foto's,
die geëxposeerd worden.
„Het is opzet", zegt het
stichtingsbestuur, „dat de
mensen gaan onderscheiden
welke functie kunst in het da
gelijks werk- en leefmilieu
kan hebben: het komen tot
nieuwe technische oplossingen
en het genieten van producten
van een creatieve geest. Het
symposium wil tevens een im
puls zijn tot het bezinnen op
een zeer belangrijk probleem
van onze tijd: de leefbaarheid
van onze steden. Kunst speelt
daarin een grote rol". Veel
activiteiten omlijsten het Sym
posion. Lezingen door de kun
stenaar Peter Struycken drs.
Hafcs van het Kunsthistorisch
Instituut Utrecht, de kunste
naars Prantl en De Vries.
Kunstenaars udt Gorkum
(Paul van Vliet en Arie
Brinkman) exposeren Poëti
sche Abstracties in de Nieuwe
Doelen; rondleidingen langs de
plastieken; open dagen in de
bedrijven, waar de kunstenaar
(met betaald verlof) met de
arbeiders over hun reacties op
het werken met kunstenaars
in het bedrijf etc.
„Kunst uit de ivoren toren
halen", zet de organisatie bo
ven één van haar informatieve
geschriften. En daaronder:
„Het symposion beoogt niet
een samenspraak van gelijk-
denkenden of van mensen met
eenzelfde beroep te zijn, maar
wil wel een aanleiding zijn tot
een samenspraak tussen groe
peringen die normaal niet met
elkaar plegen te communice
ren". In ieder geval stelt Gor
kum met dit Symposion een
daad, die niet alleen inspire
rend kan werken op de eigen
leefgemeenschap maar ook op
velen daarbuiten. Het volgen
waard,
H.E.
0 KENTERING 5-6: „Moge
deze tijdschriftaflevering een
Swe prikkel zijn. cmt nu
eens (b.v. in kunstnota s
sociaal-culturele beleidsplan
nen van steden,
nolitieke partijen en landen]
rilheid) de onderstromen
en achtergronden van een
ti-„linkse" subsidiepolitiek urt
een te zetten", schrijft Jan-
Willem Overeeni als inleiding
lp dit „Educatief theater—
"kj, ■norplfde auteur levert
nog een viertal bijdragen voor
3? nummer: Notifies n^Y
„Activerend TheaterDeDme
Stuiversopera als schooltoneeL
Realisme tegenover ideotogi
en Een vervelend s^ell J
flink doen, waarin hiq nch a
zet tegen Tom Blokldl^\q is
betoogde dat het P\aar toneej_
met de Nederlandse toneel
schrijfkunst. In Toneel
leermiddel, pleit Ba harD_
Naanen voor een wetenschap
pelijke werkmethode voor vor-
w deTburgerlijke «"u^en
Willem Roggeman zet achter
de naam Pablo Neuruda: dich
ter bij het bloed dan bi]
inkt (Kentering, Badhuisweg
2J2,Den Haag).
0 KULTUURLEVEN-4:
„Daarom lijkt het moeilijk vol
te houden dat de opeenvolging
der beschavingen een vooruit
gang van de geschiedenis ais
dusdanig zou vormen", .?on?!tr
deert J. Freund na zijn Bnj-
drage tot een fonomenologie
van de corruptie. J- Hendrickx
vraagt zich af: Ontwikkelings
samenwerking: revolutie,
waarin hij o.a. pleit voor een
reoriëntatie van het (Belgi
sche) hulppakket. M. Engel-
borghs geeft een overzicht van
de Markante Anglo-Ameri-
kaanse romans van '73, terwijl
R. Renson schrijft- over He
dendaagse religieuze stromin
gen in Japan. H. Kawai over
„Links" in de Japanse poli
tiek. P. Postma over het
„Wonder van de groei" van dit
land en M. de Jaeger over het
moderne Japanse management;
goede informatie (KL. Ra-
venstr. 112, Leuven).
FOTO-6: De Bond van Ne
derlandse Amateur Fotografen
Verenigingen zal vanaf het
volgende nummer via twee
Pagina's een vaste plaats krij
gen in dit tijdschrift, zo wordt
meegedeeld. In de serie „Uit
de historie van de fotografie"
besteedt Jan Coppens aan
dacht aan de Franse beeldhou
wer fotograaf Antoine Samuel
Mam-Salomom. Rob de Wind
fotografeert in het Wa dden ge-
b:ed en de Amerikaan Stein-
Porg legt op zijn manier de
schoonheid van het. landschap
vast. Andere fotografen, die
aandacht krijgen: de Ameri-
kaanse-Nederlandse Zoya Le-
de Rotterdamse Willie
Mink, Ed Josso. André Gelpé.
"otest werd Zenza Bronica
EC. samen met de ddl-zoeker
91 Let extra objectief, de 150
Zenzanon. Veel kort
over exposities, cur-
1
t&a?
0 Lintzaag uit 19e eeuw.
Meneer, uniek in Neder
land", zegt de Goudse verza
melaar G. Verborg. Daarom
verdriet het hem, dat hij voor
zijn verzameling van ongeveer
1700 stuks historisch bouwge
reedschap geen ruimte kan
vinden. Een ambachtenmuseum
in ons land, is zijn vurigste
wens. Het Bouwcentrum te
Rotterdam stak hem de hel
pende hand toe en exposeert
momenteel ongeveer 600 stuks
uit zijn verzameling, aange
vuld met kleinere verzamelin
gen van elders, onder de titel
SPOOKSCHAAF EN HORLE
TOET (tot 15 juni). De reac
ties zijn hoopvol, zodat hij
binnen afzienbare tijd toch
zijn plan hoopt te realiseren.
Gereedschappen, waarmee on
ze voorouders werkten in vak
ken als klompenmaker, riet
dekker, stucadoor, loodgieter,
schilder, leidekker, kwastenma
ker, touwslager, bolhoedenma
ker, kuiper, mijnwerker, pij
penmaker etc. maken deel uit
van zijn verzameling- De voor
werpen vertellen niet alleen
van een vertederende en soms
sierlijke „primitiviteit", maar
ook van bloed, zweet en tranen.
Zelf was bij vroeger tim
merman, maar betonbekdstin-
gen maken e.d. heeft weinig
meer met het vak als timmer
man te maken. „Je hebt alleen
nog een duimstok en een ha
mer in je zak", zegt hij. Hij
gaf er de brui aan en is nu
„van beroep" verzamelaar en
hopelijk binnenkort museum
conservator van zijn tien jaar
oude verzameling. „Ik blijf
baas over mijn eigen spullen,
die ik in mijn vrije tijd met
mijn zakgeld verzamelde via
oude rommelmarkten e.d. Ik
heb er met doctorandussen
van musea over gepraat, maar
die vinden Verborg maar een
kluitenjchieter. Het Bouwcen
trum heeft me echter erkend",
zegt hij. Hjj voegt er nog aan
toe, dat het feit dat ambachts
scholen tegenwoordig techni
sche scholen heten boekdelen
spreekt. Andere boekdelen
zoekt dj nog, want' hij weet
wel, dat zijn instrumenten uit
ongeveer de beide laatste eeu
wen rtammen, maar er ont
breekt toch nog te veel docu-
mentatie over dit onder
werp. Niemand weet er wat
van. Hij beschikt over wat
oude renten en gravures, die
vertellen over de wijze waar
op met dit materiaal gewerkt
werd.
Schaven liggen er b.v. in
groten getale. De grondschaaf
of horletoet werd gebruikt
vooT het schaven van groeven,
bijvoorbeeld voor treden in
trapbomen; de spookschaaf
werd gebruikt voor het scha
ven van gebogen oppervlak
ken. Het zijn de naamgevers
voor leze expositie. Het var
ken, een schaaf, waarmee de
timmerman groeven in hout
ploegde had vier handvaten,
zo hard moest eraan getrokken
worden; zestien uur per dag!
„Meneer, ik heb veel ellende
meegemaakt, in mijn jeugd",
vertelt Verborg.
„Mijn moeder stierf toen ik
vier was- Toen ben iik gaan
nadenken over kinderarbeid
en de wijze waarop mensen
vroeger moesten werken. Tien
jaar geleden koeht ik als eer
ste voorwerp een oude water
pas. Zo is het begonnen". En
daar liggen ze dan, als wat
stille getuigen van een verle
den, waarin de schilder zijn
eigen verf bereidde (de verf-
molen voor het loodwit e.d.);
de loodgieterswerktuigen; de
beitels van de steenhouwers en
het gereedschap van de lei
dekkers. Het begin van een
documentatie over de wijze
waarop onze voorouders ons
technische tijdperk hebben
voorbereid, dat het amlbacht
uit de markt prijsde. Verborg
zal gelukkig zijn wanneer an
deren deze verzameling nog
wat kunnen aanvullen. Hij
•woont Onder de Boompjes 67,
Gouda. Een bezoek aan de ex
positie kan voor velen interes
sant zijn. Een beetje nostalgie
en bewustwording van de tijd
waarin wij nu leven.
fl. E.
„In de huidige samenleving
bevindt de kunst (enaar) zich
in een onwenselijk isolement;
het schort aan wisselwerking
tussen samenleving en kunst-
(enaar). Oorzaken daarvan
zijn in eerste instantie een
verengd, o.a. historisch gecon
ditioneerd beroepsbeeld van
de beeldende kunstenaar, een
daaruit vloortvloeiende over
bezetting van de overeenkom
stige beroepspostitie(s), een
daaruit volgende benardheid
van de beroepssituatie en een
reeks incidentele steunmaatre
gelen". Dit is een citaat uit
een rapport, dat de in '72 in
gestelde Commissie Bevorde
ring Beleid Beeldende Kun
sten (o.I.v. J. Schrofer) van de
Raad voor de Kunst heeft ge
maakt en de minister van
CRM heeft aangeboden.
Met de commissies eigen on
leesbare zinnen en vage termi
nologie is aangehaalde zin het
intrappen van een open deur.
Joost mag weten in hoeveel
rapporten en met hoeveel va
rianten dit al geconstateerd is
gedurende vele jaren. Maar
het rapport heet: „Praktijkon
derzoek beeldende kunst, een
voorstel. Met andere woorden:
aanbevolen wordt iets te
doen. Natuurlijk zit in het
voorstel weer een nieuwe
commissie (stuurgroep). De
lijst met aanbevelingen, die de
minister nu voor zich heeft
liggen bevat de volgende pun
ten:
Op korte termijn moet een
praktijkonderzoek worden op
gezet dat beoogt: a. het be
proeven van nieuwe beroeps
mogelijkheden naast de reeds
bestaande: 6. het ontwikkelen
van een heleidsstructuur
waarbinnen reële beroepspo
sities tot ontwikkeling kunnen
komen.
Dit onderzoek moet zo wor
den ingericht, dat genoemde
doelstelling van het onderzoek
te bereiken is en mogelijkh-
den worden geschapen om de
groep beginnende kunstenaars,
die thans betrokken zijn bij
de BKR (voorheen contra
prestatie-regeling) in reële
beroepssituaties te laten func
tioneren.
Het praktijkonderzoek moet
recht doen aan de diversiteit
van beroepsmogelijkheden.
Condities: deelname op basis
van vrijwilligheid; honorering
op tenminste BKR-niveau;
nauwkeurige en deskundige
begeleiding, verslaggeving en
analyse van de projecten van
dit onderzoek.
De minister van CRM stelt
een onder zijn verantwoorde
lijkheid werkende stuurgroep
in met als taak: het kiezen
van de beroepsterreinen waar
aan in het kader van dit on
derzoek prioriteit moet wor
den gegeven; globale verde
ling budget; kiezen van ge
meenten, waar medewerking
te verwachten is; opstellen
van algemene richtlijnen voor
werkwijze in gekozen ge
meenten; zorgen voor coördi
natie; adviseren omtrent sa
menstelling en werkwijze van
plaatselijke werkgroepen; ont
wikkelen en uitvoeren van
een plan voor begeleiding en
waardering van het onderzoek;
ervaringen gebruiken voor het
aangeven van beginselen voor
toekomstig beleid.
Stuurgroep wordt gedacht in
beperkte omvang (hoogstens 9
lenen), op voordracht van be
staande kunstenaars- en cultu
rele organisaties.
Ziezo, weer een stuurgroep
erbij. Is een gecentraliseerd
ingrijpen wel nodig? De sug
gesties over beroepsverbete
ring van de kunstenaar in het
rapport zijn niet zo onzinnig.
Maar zou het bv. niet zinvoller
geweest zijn om de bestaande
BKR-commissies in den lande
te injecteren met nieuwe im
pulsen? Vanuit deze commis
sies zou een zinvolle bijdrage
gegeven kunnen worden, ter
wijl ze nu vaak, onder een
andere naam, nog helemaal
blijven werken in de geest
van de oude contraprestatie-
regeling. Doorgaans kennen
deze commissies de plaatselij
ke situaties en de plaatstelijke
kunstenaars het beste. Met een
andere mentaliteit zouden zij
uit de toch nog te eenzijdig
gerichte sociale-hoek (in de
geest van ondersteuning op
het financiële vlak) kunnen
komen door maatschappelijk
gerichter de kunstenaars, die
een beroep locn op de BKR,
te stimuleren. Wat deze stuur
groep wil gaan doen, zou bin
nen de BKR-regeling op gang
moeten komen. Nu worden
daarvoor weer nieuwe com
missies in verschillende ge
meenten gedacht. Het is toch
al zo moeilijk om deze te be
volken. Wie heeft er nog
„tijd" om daarin, buiten inci
dentele vergaderingen om.
werkzaam te zijn. Het feit dat
genoemde commissie, die bo
venstaande plan ontvouwde, in
1972 werd ingesteld en eerst
in 1974 met een rapport komt
spreekt voor zich. Eigenlijk
kun je je zoiets niet meer
veroorloven.
H. E.
Bieuwa
Dat ik toevallig (wat ls
dat?) drie boeken las van
vrouwelijke auteurs en die
hier bijeenzet kan de volgen
de reactie oproepen: „Wij
werden en bloc literair geren-
censeerd louter op grond van
het feit dat onze seksuele re-
produktieorganen soortgelijk
zijn Dit is discriminatie van
de ridicuulste soort". Citaat
van ANDREAS BURNIER uit
haar nieuwe' bundel: POëZIE,
JONGENS EN HET GEZEL
SCHAP VAN GELEFRDE
VROUWEN (Uitg. Em-^uerl-
do's uitg. f 16,90). Nu is na
tuurlijk de opzet om niet te
discrimineren, maar het toch
doen het beste bewijs voor
haar stelling, dat onze cultuur
masoulinistisch vergiftigd is.
Dat je in drie boeken achter
een „toevallig" iets van een
gemeenschappelijk vrouwe
lijke sfeer ervaart mag dan te
maken hebben met cultureel
bepaalde hormoonafscheidin
gen, maar onderscheidingen
zijn per definitie niet discri
minerend. Het (ironische) on
derscheid tussen geleerde
vrouwen en stomme trucien is
even discriminerend.
Het mannetjes-vrouwtjes
duel zal wel onuitroeibaar
zijn, zoals de oude stammen-
oorlogen weer oplaaien in
Ajax - Feyenoord versch jnse-
len, de vraag is alleen: wat
doe je ermee? Met bierflesjes
gooien en molesteren of een
spel met gelijke kansen uit
bouwen tot plezier? Burnier
heeft groot gelijk (meestal)
wanneer ze schrijft over de
discriminerende effecten (en
kansen) bij de man-vrouw
verhoudingen (niet repressief
tolerant bedoeld!), maar blijft,
wanneer het om het verschil
EASTIANEN
0 25076, b.g.g. 01600
zelf gaat, meestal in een ge
leerde kreteriigheid steken.
Het is een nogal erudiet boek,
zoals dat heet, maar met een
aantrekkelijke kwajongensach
tigheid (daar heb je weer zo'n
masculine uitdrukking!) ge
schreven. Het bevat ruim
twintig meestal eerder ver
schenen bijdragen in o.a. Hol
lands Maandblad, Opzij de
Nijmeegse diesrede '73, lezin
gen etc. Aan de meest uit
eenlopende zaken weet zij
met een wat Popperiaanse
wijsgerigheid zo hier en daar
en met een anti-marxistische
opstelling (hoewel ook in het
westen de laatste academici,
die hun individualiteit probe
ren te -redden, vermalen wor
den tussen Philips en net vor
mingscentrum, schrijft zij)
haar progressief-liberaie en
feministische principes te ver
binden. Een prikkelende bun
del, die getuigt van ein be
wuste opstelling en niet min
der van een geconcentreerd
denken in een b jeiende
schrijfstijl.
Wanneer de uitgever va-n
het nieuwe boek van MISCHA
DE VREEDE: EEN HACHE
LIJK BESTAAN (uitg De Be
zige Bij - f 14,50) op de flap
zet: „een babbelboek" beeft
hij gelijk, maar dat is dan
om met Burnier te spreken
een mannelijke stigmatisering
van de vrouw: babbelen Een
hachelijk bestaan! Het boek
bestaat uit een groot aantal
autobiografische notities, fei
ten en overdenkingen, die as
sociatief aan elkaar zijn gere
gen. Maar uitgangspunt is de
rnacht, maar tevens de onbe
trouwbaarheid van het woord
Mischa de Vreede gebrjikt in
dit boek het woord als een
bezwerende formule, waarmee
ze greep wil krijgen op haar
eigen hachelijke beslaan, op
de eenzaamheid van het per
soonlijk reageren op indrin
gende en alledaagse voorval
len. Niet als feministe, die de
onvrede primair zoekt in de
dingen buiten zich, maar als
mens, die vrouw is, tracht zij
de hachelijkheid van haar el-
gen bestaan vooral te peilen in
zichzelf. „Ik geloof, dat ik zo
jong moeder ben geworden,
omdat ik nooit een huisdier
mocht hebben", is een opmer
king. ,.Ik kan helemaal niet
tegen grapjes, ik begrijp ze
meestal niet. Ook dat komt
omdat ik iedereen op zijn
woord geloof". Het heeft te
maken met haar jeugd in In
donesische Jappenkampen en
haar jonge jaren op de pasto
rie van haai- ouders; over bei
de gegevens haalt ze nogal
wat herinneringen op; over
haar relaties met en haar re
acties op mensen, dieren en
planten. Sorry, ook ik voel me
cultuur-bepaald, maar zeg dan:
zij dioet dat op een wijze zoals
alleen een vrouw dat kan. Af
en toe krijg je dan als „realis
tische" man het gevjel van
pagina's overbodig gesenrijf,
maar als je het overleest
arukt zij je weer met de neus
op „de feiten": niet zozeer de
vraag „waarom" leef ik, maar
veeleer de vraag „hoe" leef ik,
bepaalt je bestaan. Mischa de
Vreede verwoordt dit met een
kracht, die Doven literaire
pretenties uitstijgt..
Maar beter en krachtiger
vind ik het nieuwe boek van
MONIKA VAN PAEMEL: DE
CONFRONTATIE (uitg Nijgh
en Van Ditmar - f 15,90). Was
haar debuut, twee jaar gele
den, met Amazone met het
blauwe voorhoofd, al zo veel
belovend, met dit boek komt
zij nog beter terug. Het is
alsof zij de schrijfsters-vrou
wen van de beide eerder ge
noemde boeken met elkaar
confronteert; in feite confron
teert zij de twee vrouwen in
zichzelf, Mirjam en Z ge
noemd, met elkaar- Zij houdt
een dialoog met zichzelf, rnet
de tegenstrijdige krachten' in
zichzelf als vTouw...„dat ik
nooit een vrouw zou vvjrden
als Zoë, verliefd en verloren,
een vrouw zoals duizend ande
ren, dat ik geen God kon aan
vaarden d'ie een man was en
dat elke man een god wilde
zijn", schrijft zij aan het slot,
wanneer zij besluit haai spie
gelbeeld tegemoet te rijden,
haar strijdbijl met een klap
roos te versieren en zich over
te geven aan de vraag of de
wijsheid werkelijk in het gek
ke, het onmogelijke, het roe
keloze ligt? Nog houdt zij niet
van „vrouwen", maar wel van
zichzelf als authentiek mens,
voor wie de werkelijkheid het
onderweg-zijn is.
„Jij leeft het leven, dat ik
droom, ik datgene dat jij zo
zeer hebt verfoeit dat het niet
anders ka-n of je hield ervan.
Ogenschijnlijk was het ook
geen slecht leven, ik bedoel in
verhouding tot datgene vaar
de meeste mensen tevreden
mee moeten zijn. Of beter'
maar al te graag tevreden mee
zijn", zegt Mirjam tegen Zoë.
Mirjam de opstandige vrouw,
die zich opsluit in haar kamer
om opstandig te zijn tegen
datgene waartoe opvoeding,
kerk en maatschappij haar be
paalden; Zoë, die in het geijk
te vrouwentype is gedoken,
maar daarmee ook in conflict
komt. Waar liggen de moge
lijkheden, de vrijheid tot een
authentiek beleven van een
mens, die vrouw is Maar,
schrijft Monika van Paemel,
„Er is geen groter possessief
wijf dan datgene dat de vrij
heid uitspeelt". In de confron
tatie is zij dan ook veel meer
op zoek naar de vrijheid bin
nen haar zelf. Zij heeft een
spitse pen, die niét steekt, een
bijtende kritiek, die niet
wondt, omdat haar hele
schrijfstijl en haar opstelling
doorzindert is van een oprecht
sensitief omgaan met het le
ven; poësie zander valse ro
mantiek. Een fijn boek over
het beleefbaar maken van een
conflict, niet door het toe te
dekken onder valse schijn,
maar door het af te pellen en
de belastbaarheidsgrenzen er
van te peilen.
H.E.
De drie matrozen „onderweg''.
Een film waar je volmondig
„ja" tegein kunt zeggen, komt
niet iedere week in roulatie.
Deze week is ons land even
wel een film gaan draaien,
waaraan je een bezoek hele
maal kunt aanbevelen. Met
THE LAST DETAIL heeft Ge
rald Ayres een film afgele
verd, die op een zeer fijnzin
nige manier een tijdsbeeld il
lustreert. Juist de talrijke un
derstatements daarin kunnen
je meer benauwen dan welke
harde trapperige film tegen de
huidige maatschappij dan ook.
De onderhuidse humor en iro
nie is zo goed gedoceerd, dat
het besef over het conflict tus
sen de „wij en ik-moraal",
tussen de codes van een maat
schappij en individueel reage
ren op elkaar als mens, een
indringend gegeven wordt.
Het verhaal lijkt zeer simpel:
Drie matrozen zijn op reis
dwars door Amerika. Twee na-
vy-veteranen (voortreffelijke
karakterrollen van Jack Ni
cholson en Otis Young) heb
ben als opdracht hun jongere
collega, een bedeesde groene
jongen, die geld uit een cellec-
tebus stal (Randy Quaid) naar
een strafgevangenis te bren
gen. Een dagenlange reis met
het openbaar vervoer. Dat is
„allesDe film geeft daarbij
niet alleen een uitstekend
beeld van het Amerikaanse le
ven in bussen, trainen, wacht
kamers, hotels, snack-bars,
vreemdsoortige religieuze toe
standen, bordeel etc., maar te
kent temidden van dit décor
het proces, dat tussen de drie
mannen gedurende die reis in
het hartje van de winter ver
warmend ontstaat. Een mense
lijk proces, dat helemaal in
strijd is met hun opdracht, in
strijd met de officiële moraal,
maar wel alles te maken heeft
met een authentiek reageren
op elkaar, los van dikwijls ont
menselijkende codes. Je kunt
daar allerlei dingen voor in
vullen; je kunt daar veel over
vertellen, maar dat is dan een
invullen van details, die wei
nig toevoegen aan dit verhaal,
dat je zelf, kijkende mee moet
belev,en. Het oorspronkelijke
verhaal in door Darryl Ponic-
san in 1970 geschreven en
werd toen betiteld als een van
de tien beste novellen, die dat
jaar in Amerika geschreven
zijn. Het verhaal is inderdaad
Amerikaans gekleurd, maar de
teneur ervan is ook hier niet
vreemd en duidelijk herken
baar. Een film om naar uit te
zien.
H.E.
eindredactie
henk egbers
ie
rs