WETENSCHAPPELIJK GEDENKBOEK KATH. UNIVERSITEIT Herinneringen nit gesloten arcliieven democratie werd schrikbeeld IPJMM WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS OP WEG NAAR DE ONDERGANG Proeftuin van de HOOGLERAREN SCHADE POLITIEK GELOOF ARCHIEF BESEF INTIMIDATIE MOED (door prof. dr. A. Hoogerwerf, hoogleraar politicologie) Zaterdagbijlage van 11 mei 1974 r\E wijze, waarop de democratisering van de universiteiten de laatste jaren is ■b' verlopen, levert ernstige gevaren op: gevaren voor de democratie binnen en buiten de universiteit en voor de wetenschap. Deze stelling verdient wel enige toelichting, zeker als zij wordt geponeerd door iemand die vijf jaar geleden bij zijn benoeming te Nijmegen in een interview verklaarde: „Het is waarschijnlijk de meest gedemocratiseerde miiversiteit van Nederland. Dat trekt mij aan". Iemand die er graag aan heeft meegewerkt dat het in stituut, waaraan hij verbonden werd één van de meest gedemocratiseerde van de universiteit werd. Iemand ten slotte, die nog steeds meent dat de mate van democratie in veel sectoren van de Nederlandse samenleving behoort te worden vergroot. De •emocratisering die vijf i zes jaar geleden informeel en wat later ook meer offici. eel in de Nederlandse universi teiten tot stand kwam. bete kende in verscheidene opzich ten een verbetering. De macht werd minder ongelijk ver deeld. Alle oetrokkene kregen de m gelijkheid het beleid van de universiteit en haar onderdelen direct of indirect te beïnvloeden. Voorheen werden alle belang rijke beslissingen in die uni versiteit genomen door hoogle raren afzonderlijk, of vere- niSd in de faculteiten en de senaat en door curatoren, voor wie het besturen van de universiteit in de meeste ge vallen een bijbaantje was. De Wet Jniversitaire Bestuurs- nervoming 1970 bracht een tors stuik democratisering. Een democratisering die aanzien- 'ijk verder ging dan in de meeste buitenlandse universi teiten en ook aanzienlijk ver der dai. de democratisering in andere kringen van de Neder landse samenleving, zoals bij voorbeeld het bedrijfsleven. Veel beslissingen die voor doen alleen door hoogleraren an curatoren weiden genomen, Wamen nu in handen van ra den en besturen waarin ook lectoren, wetenschappelijke medewerkers, overig personeel 11 studenten werden gekozen. Allerlei beslissingen die voor- keen in besloten vergaderin gen vielen, werden voortaan 'n openbare vergaderingen ge- tornen. Ook legio schriftelijke Hukken werden openbaar. Dit alles was in democra- opzicht vooruitgang. f Deels tijdens, deels na de •wiocrajscring traden in de "diversiteiten een aantal ver zinselen op die in weten- "fcppelijk en democratisch Wcht als een achteruitgang "meten worden beschouwd. De Problemen zijn wellicht het l'ootst ir de faculteiten der Zale werenschappen, maar ®en zich ook in andere facul- 'titen voor. In dt eerste plaats is er een feronti ustende aantasting van ïl wetenschappelijk niveau zelfs van het wetenschap- karakter van het onder- ')s. De kern van deze aan- ligt in het streven van aantal studenten het on tijs ondergeschikt te ma- duarn een bepaalde (revolu- ir-marxistische) politieke Aai, *e-schillende universi- len ent men één of meer Dit alles gebeurt onder het motto van „confrontatie-stu die". In een stuk van studen tenzijde wordt deze studie omschreven als „het ontmas keren" van de „ideologische achtergronden" van de „bur gerlijke" wetenschap en het „bekend maken" van de stu denten met de „marxistische maatschappijwetenschap". Dit is iets heel anders dan een eerlijke confrontatie tussen de vele benaderingen die in een wetenschap mogelijk zijn! Het einddoel .s blijkbaar een een- benoemingskwesties. De inzet hiervan is meestal dat studen ten op politieke gronden aan een docent met een bepaalde politieke kleur de voorkeur geven boven iemand die in wetenschappelijk opzicht meer geschil t is voor de te vervul len taken. Ook komt het bij benoemingen herhaaldelijk voor dat vertrouwelijke gege vens pver kandidaten door studenten of zelfs door leden van het wetenschappelijk corps openbaar gemaakt wor den. Er zijn bekwame weten schapsbeoefenaars geweest die wegens dergelijke risico's een kandidatuur hebben gewei gerd. Op docenten wordt een voortdurende druk uitgeoefend om marxistische literatuur in de tentamenstof op te nemen. Het kiezen van marxistische literatuur kan vanzelfsprekend heel juist zijn, als dit maar volgens wetenschappelijke maatstaven gebeurt en niet, zoals bij studenten nogal eens het geval is, volgens politieke maatstaven. In een begrotingscommissie werd an studentenzijde voor gesteld voor een bepaald, door hen als „reactionair" be schouwd, onderdeel van een wetenschap geen geld voor de aanschaf van boeken meer be schikbaar te stellen. Dit is een vorm van de boekenverbran ding die Gerard Reve binnen vijf jaar in Nederland ver wachtte, maar dan zonder mi lieuverontreiniging, merkte ie mand met galgehunor op. In colleges voeren bepaalde studenten ..college-agitatie", d.w.z. zij trachten de discussie voortdur id een politiek ka rakter te geven en steeds weer op hetzelfde thema („de strijd tegen het kapitalisme") te brengen, zodat van weten schap: jk onderwijs in der gelijke gevallen nauwelijks meer sprake kan zijn. In werkcolleges waar schriftelij ke stukken van studenten worden besproken, doen der gelijke verschijnselen zich in versterkte mate voor. NIJMEGEN „Het is vroe ger voorgekomen dat de bis schop van 's-Hertogenbosch eiste dat er bezwaar gemaakt zou worden tegen een proef schrift omdat er te weinig geloofsaspecten in voorkwa- „Het is voorgekomen dat Ro me het ontslag eiste van een bepaalde hoogleraar omdat deze niet zuiver op de we tenschappelijke graat zou zijn". „Dat waren griezelige .din gen, maar we hebben ze toch in het gedenkboek opgeno men omdat ze een goede il lustratie zijn van de proble men van die tijd". Dat zei prof. dr. A. Manning bij de presentatie van het ge- denkboek dat hij bij gelegen heid van het 50-jarig bestaan van de Katholieke Universi teit uitgegeven zal worden. Vandaag beginnen de feeste lijkheden rond het Nijmeegse jubileum. Het gedenkboek „Katholie ke Universiteit 1923-1973" bevat een aantal onderwer pen uit deze periode die kenmerkend genoemd mogen worden voor de rooms-katho. lieke universiteit in Nijmegen. Daarom wordt er bij voorbeeld helemaal geen aandacht besteed aan weten schappelijke of onderwijs- veranderingen. Volgens prof. Manning voorzitter van de redactiecommissie zijn die niet kenmerkend voor een bepaalde universiteit. Wel opvallend voor de uni versiteit in Nijmegen waren de grote invloed, die de bis schoppen lang hebben uitge oefend via de Radboud- stichting en de houding van de rooms-katholieke uni versiteit tijdens de oorlog. In 1943 werd van alle studenten gevraagd om een loyaliteits verklaring te tekenen. Op de meeste universiteiten en ho gescholen deed zo'n 5% van de studenten dat, maar in Nijmegen weigerde de rector om daar gelegenheid voor te geven en daardoor bleef het percentage ondertekenaars aan de Nijmeegse universi teit ver onder de tiende pro cent. Prof. Manning Veel aandacht wordt in het 500 pagina's tellende gedenk boek besteed aan de span ningen die er tot voor kort kondien ontstaan tussen ge loof en wetenschap. De affai re Schillebeeckx is daarvan een bekend voorbeeld. Een ander voorbeeld dat in het documentenboek terug te vinden is, is het bezoek van een apostolisch vicaris om te onderzoeken hoe het studen tenleven in Nijmegen was. Dat was in 1955. Prof. Manning: „Dat waren, evenals de controle, die een bepaalde hoogleraar kreeg, omdat hij niet helemaal vol gens de rooms-katholieke fi losofie dacht, griezelige za ken. We hebben deze affai res niet vanwege de sensatie opgenomen, natuurlijk niet, maar omdat ze een goed beeld geven van de proble men vam die tijd". In het gedenkboek waann ook de studentenontwikke ling en de studentenrevolutie aan de orde komen staan hoofdzakelijk documenten. De redactie heeft geen ge schiedenis willen^ schrijven, omdat ze zich daartoe niet competent acht, gezien de beschikbare tijd en de mid delen en omdat men de in terpretatie van veel zaken aan de lezer wilde overlaten. Om de documenten te verza-j melen kreeg de redactie toe-, gang tot de archieven van de Radboudstichting, de senaat; en van curatoren. Dat zijn volgens prof. Manning ar chieven, die nog nooit eerder openbaar zijn gemaakt. Bij het gebruik van deze en an-. dere archieven is de redactie! niets in de weg gelegd enj men heeft dus kunnen kie zen wat belangrijk werd ge acht om een goed overzicht; te krijgen. Ook de niet-open-; bare senaatsvergaderingen uit de roerige periode van mei 1969 zijn daardoor in hetj boek terug te vinden. Het gedenkboek begint metl een wetenschappelijk opstel; van prof. dr. L. Rogier over| een aantal prominente figu ren uit het verleden van de; katholieke universiteit. Dat is waarschijnlijk zijn laatste werk geweest. 0 „Van bezetting moet alleen gebruik worden gemaakt als alle andere middelen falen", aldus prof. Hoogerwerf. zijdiig marxistische studie. Ook min of meer los van deze ideologisering doen zich allerlei neigingen tot verdaging van het wetenschappelijk peil voor. In verscheidene gevallen worden cijfers of getuigschrif ten verstrekt op grond van aanwezigheid, niet op grond van studieprestaties. Zelfs worden wel studiepunten toe gekend voor het meewerken aan een studentenblad of voor administratieve en propagan distische werkzaamheden ten behoeve van een politieke par tij. Br zijn studierichtingen waar U geruime tijd geen dui delijk onderwijsprogramma rond het hoofdvak meer be staat. Als gevolg daarvan heb ben ergens vier docenten zich genoodzaakt gezien buiten de suibfaoulteitsraad om een eigen studieprogramma te maken, en alleen eigen doctoraalbullen te ondertekenen. Een .nstituutsraad verdeed heel wat kostbare vergaderin gen met het bespreken van de eis van studenter dat het stu diejaar teruggebracht zou wor den tot 32 weken, bestaande uit vijf werkdagen van zeven en een half uur per dag, met inbegrip van dt tijd voor de lunch en het fietsen naar de unive*-=ite;t. Zo zouden er nog heel wat meer voorbeelden van bescha diging of bedreiging van het wetenschappelijk peil te geven zijn. In veel studierichtingen doet zich dag aan dag een wetenschappelijke slijtage voor, die zelden of nooit in de krant komt. Een tweede verontrustende ontwikkeling is de schade aan het demociatisch klimaat. In de gedemocratiseerde raden en commissies stemmen de stu dent-leden vaak als een geslo ten blok on basis van een standpunt dat tevoren in eei vergadering van hun organisa tie is vastgelegd. Een gedach- tenwisseling in de vergadering van raad o- commissie heeft dan nauw lijks zin meer. Erns+ig da* het red-'iis overleg lijkt terug te wijken voor laster, agitatie, dwang en geweld. In een studierichting, waarin de studenten over vijf van de tien zetels in de sectie- raad het hoogste bestuurlij ke orgaan van de studierich ting beschikten, verklaarde de leider van de betreffende studenten: „Het enige machts middel waarover studenten beschikken, is een bezet ting". Deze opvatting is niet alleen in strijd rrct de feiten, maai ook met de goede regel dat een middel evenredig behoort te zijn aan het doel. Een be zetting is een vorm van ge weld, d.w.z. een vorm van op- zcHpM-ke vpni'-viging of be sohadiging (in dit geval onder meer van de vrijheid van het personeel om zijn werk te doen). Een dergelijk middel behoort alleen voor zeer be langrijke doeleinden, en als alle andere middelen falen, gebruikt te worden. Bovendien behoort men zich dan nog re kenschap te geven van de schadelijke nevengevolgen. Een dergelijk besef lijkt te ontbreken bij studenten die met iet oog op een beperkte doelstelling één of meer uni versitaire .©bouwen, vaak ve le weken lang, bezetten. Zo dupeerden de recente bezet ting in Nijmegen naar aanlei ding van een kwestie in de studierichting Nederlands hon derden personeelsleden en en kele duizenden studenten. Bo vendien wordt van een bezet ting veelal mede gebruik ge maakt om vertrouwelijke stukken te verduisteren en materiële goederen te ont vreemden. Brieven van bezet ters aan studenten worden gefrankeerd met de frankeer machine van het bezette insti tuut. Studenten en personeelsle den die openlijk tegen extre mistische studenteogroeperin- gen in verzet komen, staan veelal aan een voortdurende verdachtmaking en intimidatie bloot, erscheidene leden van het wetenschappelijk corps die met de inmiddels door zeven tienhonderd wetenschapsbeoe fenaars ondertekende brochu- re-Broekmeyer over Weten schap en Democratie sympa thiseerden, durfden deze niet te ondertekenen. Hun rede nen? „Indien bekend zou wor den dat ik uw actie steun zou men mij het dagelijks leven zuurder maken dan nu al en kele j en het geval is" en: „...ik durf i et niet aan, omdat aan de Nederlandse universi teiten en hogescnolen anno 1973 c'e terreur hoogtij viert". De ernstige situatie, waarin wetenschap en democratie aan de Nederlandse universiteiten m ok in vele andere lan den verkeren, heeft veel oorzaken. Eén van de belang rijkste oorzaken is dat de democratisering zich voordoet in 'n periode waarin Jiet poli tiek meest actieve deei van de studenten in hoge mate be staat uit onverdraagzame (re volutionair-marxistische) groe peringen, die geweld gebrui ken om de wetenschap onder geschikt te maken aan hun politieke ic eologie. Ook voor de Nederlandse unmersite ten geldt, wat de onlangs verbannen Russische scshrijver Solzjenitsyn heeft gezegd in zijn niet uitgesprc ken Nobelprijsrede: „De we reld wordt overspoeld door de schaamteloze overtuiging dat het geweld vies °n het recht het geweld alles en het recht mets vpr.hsg" al ter wereld herhalen volgens Solzjenitsyn enthousiast de „gemeenplaatsen van de Rus sische negentiende eeuw en denken dat ze iets nieuws orat- dekken. De onmenselijke ver nedering van menselijke we zens, zoals die nog niet zolang geleden werd gei opageerd door de Chinese Rode Gardis ten wordt door hen aanvaard als een prachtig voorbeeld ter navolging... En zij, die geleefd hebben en iets van de wereld begrijpen, durven vaak niet tegen te spreken, ze slikken alles om n aar niet „conserva tief" te lijken". (Solzjenitsyn, Autobiografie, etcetera. sa mengesteld door Jozien J. Driessen, De Boekerij, Baarn, 1973, bladzij 192). Dit harde oordeel kan gel den als een rake typering van het streven van een aantal re volutionaire studenten aan de ene kamt en een aantal slappe docenten, universiteitsbestuur ders en bewindslieden aan de andere kant. Eén van de meest schaarse goederen in de universiteit is de moed om ne»n te zeggen, en ook te blijven zeggen, te gen strevingen die het karak ter van de universiteit en van de wetenschap als zodanig aantasten. Democratisering van de universiteit is een goe de zaak. Hetzelfde geldt voor politisering, als men daaronder zo iets verstaat als het streven de universiteit meer dan tot nu toe te doen bijdragen tot het menselijk welzijn. Maar democratisering en politisering behoren zodanig te verlopen dat de universiteit een univer siteit blijrt en de wetenschap inderdaad wetenschap blijft. De universiteit is sinds eni ge jaren 'n Nederland een soort nroeftuin van democrati sering Als men de democrati sering hm*- laat misbruiken op een wijze die bijdraagt tot de ondergang an de universiteit, hoe kan men dan verwachten dat deze proeftuin tot navol ging zal prikkelen in het be drijfsleven, in de politiek en waar dan ck? Integendeel, de proeftuin is voor velen een schrikbeeld geworden. Om het wetenschappelijk on derwijs te redden, zijn ingrij pende veranderingen nodig. Men kan hierbij denken aan verduidelijk.ng én nale ving van de wet universitaire bestuurshei vorming, aan in voering van ee*- rijksinspectie voor het wetenschappelijk on derwijs, ~n nog veel meer. Het belangrijkste wat nodig is, is echter noed. De moed van al le betrokkenen oim, tegen alle afbraakpog'ngen in, hardnek kig te bouwen aan een univer siteit die langs wetenschappe lijke en teielük democratische weg hijri- .gt tol het m—.se-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 17