Gouden en vreemde tijden voor
de schoenmoker Joseph Smits
Venlose adjudant: Het is een erbarmelijke rotzooi in dat milieu
vnzii
Verpleej
dweilen
je de la
Geneesheer-J
kleine
stem
RIJK
BEZOEK
TOVERELFJE
Optimisme
Miljoentje
Doorgespeeld
De koppelbazen
en hun
praktijken
(slot)
Beerput
peilingen
Buik vol
MwvMouuy apin 17/t
Het was een zonnige zo
mermorgen, en in Bruynloo
zat schoenmaker Smits te
werken. Schoenmaker Smits
was bezig gouden gespen op
een paar prachtige blinken
de schoenen te maken. Maar
die schoenen waren niet al
tijd zo mooi geweest, nee,
het waren oude lelijke schoe
nen van de burgemeester,
en die moest schoenmaker
Smits nou mooi maken.
1 uur 's middags zei hij:
„Eindelek, ik ben klaar
De schoenmaker trok zijn
zondagse pak aan en nam de
sciioenen mee naar de burge
meester, die verbaasd vroeg:
„Iltiemaal zeil gemaakt,
Smits?" „Jawel, edelachtbare".
„Nou", zei de burgemeester,
„ik geef je er 5 goudstukken
voor!" „5 Goudstukken, maar
dat hoeft toch niet, edelacht
bare?", prevelde meneer
Emits. „Ik vind van wel", zei
de burgemeester.
Toen meneer Smits de deur
uit was, liep hij, zo vrolijk als
wat. naar huis. Aan het einde
van de Groenstraat zag hij een
oud vervallen huisje staan. Hij
had de mensen vaak h iren
vertellen, dat het er spookte.
Meneer Smits was niet bang
en belde aan. Een klein oud
mannetje deed open en zei:
„Komt u binnen, he he". Me
neer Smits hoorde niks dan
tikkende klokken, tik... tak,
tik tak tikketik. Het oude
mannetje nam hem mee naar
een oude kamer. Hij zei: „En,
wat hebt u te vertellen?''.
„Fn..", zei hij, „ja a...hum, ik
eh, ik wou vragen wie u
her t?" „O, zit dat zo?", zei het
mannetje, „ik ben Titie Tra-
man en ik ben 300 jaar oud"
Daar stond meneer Smits ver-
ste'd van, 300 jaar? Hijzelf
was 58 en dat vond hij al
voel. „Eh...", zei hij, „Ik. ben
Jcseph Smits, 58 jaar, aange
naam". De schoenmaker ging
zitten en keek de kamer rond.
Hij merkte dat overal in de
kamer doosjes stonden met
daarop: 1953, 1968, 1974, 1939
enz of watersnood, olieboycot
er:z Meneer Smils was zo
nieuwsgierig geworden dat hij
gewoon niet kon laten aan me
neer Tijdman te vragen wat
dat te betexonen had. „Die
pakjes", zei de tijdman, „Jat
zijn pakjes tijd, ik kan b.j-
von beeld het pakje 1974 pak
ken en als ik dat dan open
r/tak en het poeder wat er in
zit over de grond strooi, komt
er een grote stofwolk en die
gaai, in de Lucht hangen en
dan kan het rustig 1974 wor
den". Daarna zei hij nog: Ik
vind dat er best wel een Gou
den Eeuwtje mag komen". Hij
liep naar de kast en daar ston
den 2 pakjes dicht bij elkaar:
Gouden Eeuw en Olieboycot.
De tijdman greep naar het
patje „Gouden Eeuw" maar
tegelijkertijd viel het pakje
„Olieboycot" op de grond. „O,
o, o, o, o, o, wat vreselijk", zei
de tijdman, „nu komt er een
olieboycot".
Meneer Smits ging naar de
buren- De buurvrouw zei: ,De
Arabieren leveren ons geen
olie meer!"
De volgende morgen kwam
meneer Smits uit zijn bed en
wilde zijn broek aan doen.
Toen vielen er 5 goudstukken
uit. En hij ging naar de bank
en daar zeiden de mensen dat
een zo'n goudstuk f 10.000
waard was. Op de terugweg
kwam hij langs het huis van
Titie Tijdman. Hij ging naar
binnen. ,Ha, ben je daar weer,
ik had je net nodig!" zei me
neer Tijdman, „Hier heb je
een koffeT met pakjes tijd, wil
je die dadelijk wegbrengen
naar Dingd-ong Zandloper, hier
is het adres!" Titie Tijdman
gaf hemt een briefje in zijn
hand.
Op het adreskaartje stond-:
D.D. ZANDLOPER
KLOKSTRAAT 5 OVER 3
HORLOGEWAARD (N.B.)
bij Tilburg.
Bruynloo 1-ag bdj Don-gen,
dus het was niet ver lopen. Na
een uiu-r was hij in Tilburg.
M-aar hij wist niet waar hij
Horlogewaard moest zoeken.
Hé, diaar ontdekte hij helemaal
rechts ondera-an op het adres
kaartje, hele kleinie letter
tjes.
Hij zette zijn leesbril op en
las:
KLOP DRIE KEER TEGEN
DE BRUG.
Meneer Smits ginig naar de
brug over het Wilhelminaka-
naail en klopte er 3x tegen. Hij
zag ineens een mannetje voor
zijn neus staan. „Komt u me
de, heer van Smitschen, den
menschen kunnen u geheel
niet zien", zei het mannetje,
„lok, ick ben Reij-n-aldt van
den Slinigerhe tot Klockslag-
wijzer". „lok ben de bohtvaer-
-der van Dingh Donjgh van den
Zandloperen". „Maar komt u
mee, hier ben eden light mijne
bote". „W-aar ga-an we naar
toe?", vroeg de schoenmaker.
„Naar Horlogewaerd natuur
lijk", zei Reijna-ldt. Na heel
eventjes varen kwamen ze bij
de sluis. Daar lag een heel
klein eilandje in het water.
Op het eiland stond een ander
mannetje meneer „S-mitschen"
op te wachten. „Naaw, bend-e-
daor endeluk, manneke Smits,
kom m-aor meej, dan zalluk oe
na-or Harlooswaord brenge!"
zei het mannetje. Meneer
Smits en het mannetje klom
men In een grote holle boom
en gleden toen wel een kilo
meter naar beneden, en dan
nog wel zonder pijn te heb
ben Toen kwamen ze in Hor
logewaard. De Klokstra-at was
snel gevonden- Aan elk huis
hing een klok en die wees een
bepaalde tijd aan: het huis
nummer. De schoenmaker liep
de straat door, 10 voor 3, 5
voor 3, 3 uur, 5 over 3. Hier
was het, 5 over 3. Meneer
Smits klopte aan. Toen hoorde
hij uit een luidspreker: Over 1
seconde ga-at de -deur automa
tisch open, vanaf nu. Na 1 tel
ging de deur open en meneer
Smits ging naar binnen. Op
het eind van d-e gan-g was een
deur. De heer Zandloper stond
erop. Schoenmaker Joseph
Smits uit Bruynloo klopte aan.
„Binnen!" riep een slem. Me
neer Smits opende de deur.
„Wat zou u zeggen?", vroeg
Dinigdong Zandloper, ,,'t Zit
zo, Dingdon-g, ik moest van
meneer Titie deze koffer aan
u geven". „Wat zit d-aar in,
pakjes tijd?" vroeg Dingdong.
Meneer Smits ging naar boven
en dia-ar stond weer een man
netje. Dat mannetje bracht
hem na-ar een kamer en zei:
„Tarh koent doe obern-achtzen,
und vurloopg woon'n". Meneer
Smits had het best naar zijn
zin en gimig in bed liggen en
slapen-
Rikky Puffer, Breda, 10 jaar.
Toen meneer Smits wakker
werd, stond meneer Dingdong
aan zijn bed. „Meneer Smits",
zei hij, „er is bezoek voor u".
„Oeaaa", zei meneer Smits,
„laat hem maar binnenko
men". Titie Tijdman kwam
binnen. „Heb je de koffer af
geleverd?" vroeg bij. „Ja", zed
meneer Smits. „Nou, kom dan
maar mee, want ik h-eb nog
meer voor je te doen", zei de
tijdman. „Nou, we gaan nu
door de tijd vliegen", zei Tit-ie
Tijdim-an. „V-oor mij is het niet
zo erg d-at er een Olieboycot is,
want ik gebruik and-ere ener
gie". „Welke dan?", vroeg me
neer Smits. „Tijdenergie", zei
Titie, „kijk, ik strooi dit poe
der ov-er me heen, i"k zeg de
plaats van bestemming en in 2
seconden ben ik er". De tijd
man strooide over meneer
Smits en over zichzelf wat ge
lig poeder. Korte tijd later
stonden ze in het huis van
Titoe Tijdman.
„Meneer Tijdman", vroeg
meneer Smits, „wat moet
Dingdong Zandloper nou ei
genlijk met die pakjes tijd
doen?" „Nou, kijk", zei de
tijdman, „ik zit met een ge
weldig probleem over een
week zou de wereld vergaan.
Ik wou nu zorgen dat dit niet
gebeurde.
Dingdong kan daar een mid
del v-oor maken, maar dan
-moet hij daarbij pakjes tijd
gebruiken, en.-, o, o, o, wat
-dom, meneer Smits, gauw, ga
met dit poelder en deze ring
naar Dingdong, voordat alles
dn de soep loopt. „Je m-oet de
ring der tijd-en aan hebben, a-ls
je pakjes tijd open maakt, an
d-er gebeurt er iets ontzettend
a erschrikkelijks!" Meneer
Smits strooide het poeder over
zich heen en zei: „Het kantoor
van Din-gdong Zandloper". En
floep, bij stond in de kamer
van Diingdong. „O, -meneer",
zei hij, „maakt u niet open,
alstublieft!" „Tut-tut, tut-tut,
ten eerste, waarom laat je me
zo schrikken en ten 2e waar
om mag ik dat niet open ma
ken, als dat moet voor het
poeder dat ik aan het maken
ben?" „Maar men-eer..." zei
meneer Smits. „Val je me nou
al weer in de rede?" zei Ding
dong, „Meneer", zei meneer
Smits die al bijna zijn geduld
verloor. „Voor het openmaken
van dlie pakjes hebt u de ring
der tij-den nod-ig, anders ge
beurt er iets verschrikke
lijks!"
„Ontzettend verschrikke
lijk», zal je bedoelen", zei
Dingdong, „beste man goed
dat je het zegt". „Wacht
even", zei Dingdong, „ik zal
even dat spul met de ring der
tijden maken en dan kun je
het meteen meenemen". Me
neer Tijdman was zo ver
heugd, omdiat meneer Smits
het middeltje vei-lS-g had thuis
gebracht, want nu zou de we
reld niet vergaan. Meneer
Smits was trots op zichzelf en
ze vierden de hele dag feest.
De volgende dag stond er met
grote kappen in de krant, spe
ciaal voor tijdmannen „Nieuws
uit de tijd" BRUYNLOO-
NAAR REDT MILJARDEN
MENSEN EN DIEREN. Trots
ging meneer Smits naar de
bank en haalde zijn spaar
bankboekje en zag toen dat
hij f 5000 rente had.
ARNO GERRITS, 11 JAAR,
DONGEN
Eindredactie:
Ria van Aart
Een meisje van een jaar of
elf
Zij vond het toch zo fijn
Om als een elf een prinses-
seëlf
In het sprookjesbos te zijn.
Om te vliegen en te spelen
Met de kabouters in het bos
Ze zou der niet vervelen
Ze zou zich niet vervelen
bal van kabouter Flos.
Met die toverbal kon ze fijn
toveren
Van een notedop een mier
En een mierenhoop verove
ren
En van een heks een pier
Het rijmpje is nu afgelopen
Het is wat klein
Maar het is te hopen
Dat het toch in de krant mag
zijn.
Marleen van Oers,
Klundert.
0 Miranda Hermes, Lewedorp, 7 jaar.
(Van een onzer verslaggevers)
„Ze moeten mij vooral geen
koppelbaas noemen. Ik ben
een gewone Nederlandse on
dernemer, die in West-Duits-
Iand een eigen bedrijf heeft.
Toevallig werken daar Neder
landse arbeidskrachten. Ik
leen mensen uit, maar ik heb
ook zelf een fabriek. Mijn be
drijf staat bij alle noodzakelij
ke instanties ingeschreven en
ik voldoe exact aan mijn
werkgeversverplichtingen. Ik
ben absoluut bonafide. Je kunt
het overal navragen. En ik zeg
je dit: óók op een volstrekt
legale manier is er in deze
branche een dikke boterham
te verdienen!"
Deze verklaring komt van
iemand, die al vele jaren in
„het vak" zit. Hij blijft, uit
angst voor de malafide concur
rentie („Dat zijn ijskoude
Maffia-praktijken!"), in de
anonimiteit. En hij is niet de
enige, die de „Club van Nij
megen vreest. Dat geldt voor
praktisch alle legale „koppel
bazen", die tot op heden actief
zijn. Mijn contacten met deze
„uitleen-ondernemers" draai
den om de vraag, of de „Grote
Gok met de Grens" nog altijd
lucratief is. Wat dacht u!
ligt, die volstrekt scheve ver
houdingen in stand houdt, EEG
of geen EEG.
Op 12 oktober 1972 is in
West-Duitsland het z.g. „Ar-
beitnehmerüberlassungsge-
setz" van kracht geworden,
dat het „inlenen" van Neder
lands koppelbaaspersoneel on
getwijfeld bemoeilijkt heeft.
De Duitse werkgever, die
gebruik maakt van dit soort
„ingeleende krachten" is ver
antwoordelijk voor hun sociale
lasten, indien de „koppelbaas"
in gebreke blijft. Dus denken
Duitse bedrijven tegenwoordig
wel tweemaal na, voordat ze
langs deze weg hun perso
neelsbestand betrekken. Toch
schatten actieve ingewijden in
de „branche", dat altijd nog
25% van Nederlan-dse Duits-
landgangers door bemiddeling
van illegaal opererende kop
pelbazen over de grens in
dienst zijn. Hun aantal moet
dan schommelen rond de
5000!
Neem iemand die over de
grens 350 arbeidskrachten in
zet. „Ik betaal natuurlijk een
lager loon dan de mensen bij
illegale bedrijfjes zouden kun
nen verdienen, maar ze krij
gen nog altijd aanzienlijk
méér in het loonzakje dan in
Holland mogelijk zou zijn. Op
de eerste plaats, vanwege de
gemaakte uren, maar vooral
omdat de Duitse belasting
lichter is. Wat ik er dan nog
aan overhoud? Een hele Mark
schoon per uur, meneer!"
Wat dat, op basis van 300
werkdagen, per jaar betekent,
is gemakkelijk uit te rekenen.
Geheel bonafide, met voldoe
ning aan alle afdracht- en in-
houdingsyerplichtingen, is dat
een miljoentje „sohoon" per
jaar! Gewoon, omdat er toe
vallig een landsgrens tussen-
Hetgeen zou betekenen, dat
zowel minister drs. Boersma
(Sociale Zaken) als Gedepu
teerde Staten van Limburg in
december 1972 al te optimis
tisch zijn geweest in hun uit
latingen over het uitroeien van
de toen op hun hoogtepunt
verkerende zwendelpraktijken
der koppelbazen. Boersma, in
antwoord op vragen van het-
Kamerlid Van Zeil (KVP),
zag na 1-1-1973 geen moge
lijkheden meer voor dit soort
illegaliteit, vanwege verbete
ringen in de Duitse wetgeving
op dit punt. Gedeputeerde
Staten van Limburg, in ant
woord op vragen van het Sta
tenlid J. M. H. Dommeck, ver
wachtten veel van Duits-Ne-
erlandse besprekingen op re
geringsniveau. En toen?!
Voor zover bekend, is de
„affaire" sindsdien niet meer
publiekelijk aan de orde ge
steld. Moet daaruit soms wor
den afgeleid, dat a) de huidige
koppelbaaspraktijken en -mo
gelijkheden geheel door de
beugel kunnen en b) men de
zwendelsohandalen uit de ja
ren 1968-1973, die de Neder
landse en Westduitse staat op
jaarbasis naar schatting f 1,2
miljard hebben „gekost" liefst
met de mantel der liefde
wenst te bedekken? Een ano
nieme koppelbaas: „Mij is be
kend, uit mijn contacten met
de Duitse instanties, dat er in
Nederland een arrestatiedatum
is geweest, namelijk 7 februa
ri 1973 die in de namiddag
van 6 februari is afgelast. Het
was de bedoeling het hele
handeltje in Nijmegen met al
zijn vertakkingen te arreste
ren. Maar dat werd op het
laatste moment afgeblazen
vanuit Den Haag!"
Adjudant H. H. Theelen, re
cherche Venlo: „Op verzoek
van de Raad van Arbeid Ven
lo heb ik de zaak vanaf no
vember 1972 in onderzoek.
Eind februari 1973 heb ik het
materiaal doorgespeeld aan de
justitie. Ik heb gezegd: „begin
op het laagste niveau, dan ko
men we vanzelf bij de grote
jon-gens. Maar het gebeurt
niet. Het loopt ergens vast.
Ergens boven in de t op. Ik
weet dat men, elders in het
land, al sinds maart 1972 bezig
is. Het is voor mij erg frustre
rend, dat het zo lang duurt!"
Eind 1972 was de situatie
zo, dat de Nederlandse kop
pelbazen alleen al aan Lim
burgse Duitslandpendelaars f
25-30 miljoen „verdienden".
Volgens rapporten streek de
„ronselorganisatie-v. E." thans
uitgegloeid tot een stamboom
met 53 bedrijfjes, daarvan zo'n
16 miljoen op, als grootste
„aandeelhouder". Wat aan Ne
derlandse zijde instanties als
GAK, ZNL, bedrijfsverenigin
gen etc. aan uitkeringen heb
ben gedaan, zonder dat daar
premievoldoeningen tegeno
verstonden, is onbekend. In
elk geval zijn het bedragen
met 6, misschien wel 7 nullen.
Een instantie als het Sociaal
Fonds Bouwnijverheid zag
over 1972 een bedrag van 4,5
miljoen aan niet-voldane pre
mies verloren gaan, groten
deels veroorzaakt door malafi
de koppelbazen-werkgevers.
Daarmee vergeleken waren
de 43.000 in het RvA-rayon
„achterhaalde" kinderbijslag
uitkeringen maar een fooi.
Adjudant Th.: „Ik heb 140
KB-gevallen in onderzoek ge
had waarvan in 14 gevallen
proces-verbaal is opgemaakt.
Onze aanpak heeft landelijk
als voorbeeld gediend. Ik
weet, dat men in Hengelo en
Nijmegen eveneens aan deze
KB-zaken heeft gewerkt. Ik
heb er wel vrede mee, dat
men in dit stadium niet tot
vervolging van de kleine man
overgaat. Men moet van de
kleine man afblijven, zolang
de grote zwendelaars, die mil
joenen hebben opgestreken en
nog actief zijn, buiten schot
kunnein blijven!"
Kan men de grote zwende
laars werkelijk niet aan Ad
judant Th.: „Er zijn feiten, die
wij wel kunnen bewijzen,
maar het grote verband is er
nog niet. Praktisch iedereen
heeft verklaard, dat de kop
pelbaas of diens boekhouder
heeft voorgeschreven, hoe de
arbeider zijn KB-aanvrage
moest invullen. Vaak waren
deze stuk-ken ook al tevoren
ingevuld, zodat de werknemer
alleen maar zijn handtekening
hoefde te zetten. Meestal heeft
de werkgever er een stempel
opgezet, maar soms ook een
handtekening. Op zichzelf zie
ik wel aanknopingspunten
voor een vervolgin/g in sommi
ge zaken!"
De vraag ls, hoeveel tijd
men nog heeft. Naar verluidt,
koestert Anton Marie v. E„
vol-gens fiscaal en justitieel
„Nederland" de vooralsnog on
grijpbare coördinator van 's
lands grootste naoorlogse ron-
selorganisa-tie, het voornemen
om ermee te stoppen. Kenne
lijk wordt de Duitse bodem
hem toch te warm onder de
voeten. Een van zijn vakrela
ties: „Nog hoogstens een half
jaar dan hebben de Duitsers
hun zaakje gesan-eerd. De ille
gale koppelbaas krijgt dan
geen schijn van kans meer, let
op mijn woorden!"
Afwachten, of het zo uit
pakt. In elk geval beschikt
men op d-it moment nog over
een vrijwel betrouwbaar, gro
tendeels geverifieerd „in
zicht" in de structuur van zijn
mammoet-onderneming en
haar werkzaamheden. Wat
doet men ermee? Een bonafide
uitlener: „Aan Duitse zijde is
men allesbehalve gelukkig
met de laksheid van deze kant
van de grens. Men begrijpt er
niets van. Indien d-e serieuze
wil daartoe aanwezig zou zijn,
is het oprollen van de hele
hap een koud kunstje. De be
wijzen liggen voor het opra
pen. Volgens mij zouden de
Duitsers er niet zoveel gras
over laten groeien, wanneer
die heren aan de overkant
woonden en niet hier, in be
schermd Nederland!" Adju
dant Th., recherche Venlo:
„Niemand van de koppelbazen
is tot dusver gehoord. Ik heb
hier een koppelbaas gespro
ken, die mij vertelde: de Duit
sers hebben ons in 1940—45
genoeg besodemieterd, nu ha
len wij 't bij ze terug! Ik
geloof, dat er al veel eerder
arrestaties geweest zouden
zijn, als men de zaak niet
ondergeschikt had gemaakt
aan een landelijke coördina
tie. Ik ben n-u bang, dat men
hier en daar achter het net zal
vissen. Die knapen zijn ook
niet van gisteren, natuurlijk!"
Het is overigens niet geheel
denkbeeldig dat sommige
schaduwfiguren uit de koppel-
bazenbranche hun werkgebied,
bij gebrek aan „Duits em
plooi", naar andere markten
hebben verlegd of daartoe
plannen hebben o.m. wapen
handel en wapensmokkel.
Zijn dergelijke kanten van
de „Duitsland-trek" reeds in
voldoende mate onderzocht of
beperken Nederlandse justitie,
Interpol, Kripo en „Steuerfahn-
dung" zich teveel tot de ar-
beidszwendel? Adjudant Th.:
„Ik geef toe, dat er in die
kringen van alles mogelijk is.
Als uw tipgever dat weet,
waarom komt hij er dan niet
mee voor de draad". In dit
geval kan men zeg-gen, dat er
een levensgrote porti-e angst
meespeelt bij iemand, die ze
ker kan zijn van wraakacties,
wanneer hij werkelijk zou
„doorslaan". Adjudant Th.:
„Inderdaad, het is een erbar
melijke rotzooi!"
Wanneer komt het moment,
dat deze onwaarschijnlijke
beerput van oplichting, zwen
del, intriges, ontduikingen,
grootscheepse fraude etc. etc.
werkelijk wordt geopend? Een
zich bonafide n-oemende kop
pelbaas „Ik geef v. E. gelijk,
dat een groot gedeelte van de
Duitslandpendelaars op het
ogenblik niet deugt. Wie nu
nog bij een illegaal werkende
baas in dienst is, weet dat
verrekte goed! Dat zijn men
sen, die profiteren. Zij van-gen
die hoogste lonen en hebben
verder nerigens buikpijn van.
Als het scheef loopt, trekken
ze bi Holland van de Bijstand.
Het zijn profiteurs, die met de
koppelbaas onder één hoedje
spelen. Daar kom je niet gauw
tussen!"
Over het gehele gebied van
de Bondsrepubliek, van
Miinchen tot en met West-Ber-
lijn, zijn de „Arbeitercolonnen
aus Holland", gedirigeerd door
koppelbazen en hun „Vertre-
ter" nog altijd in beweging. Ik
ken een Nederlandse „uitleen-
ondernemer", die met enkele
honderden pendelaars werkop
drachten uitvoert voor gemid
deld 20 Duitse bedrijven. Al
les exact volgens de regels
(naar zijn zeggen) en zeer
profijtelijk. Hij staat inge
schreven bij de Handelskamer,
het Gewerbeamt etc,, voldoet
de sociale premies bij het
AOK, de fiscale afdrachten bij
het Finanzamt, zorgt voor de
„Renteversicherungskarte",
beschikt over een controleer
baar „Steuernu-mmer" etc. Hij
zegt: „Ik heb veel personeel
van malafide bedrijven over
genomen. Mensen, d-ie weglie
pen toen ze niet verzekerd
bleken te zijn. Ik krijg dage
lijks kerels bij me, die zeg
gen-: „Je hoeft voor mij geen
premies te betalen, doe dat
maar bij mijin loon, want mijn
vrouw heeft ook werk en dus
zijn we al verzekerd in Hol
land. Als je meespeelt, kun je
dan stinkrij-k worden. Dat zo
veel koppelbazen frauderen,
wordt voor een groot stuk
door hun personeel in de hand
gewerkt!"
Als actuele toevoeging nog
het volgende. Nu het duo No-
tenboom-Hermsen naar aanlei
ding va nde DvNL-publikaties
vragen aan de regering heeft
gesteld, dient er ook een „si
tuatieschets" van de HUIDIGE
activiteiten van Nederlandse
koppelbazen, al dan niet met
eigen vestingen in West-Duits
land, op tafel te komen. Het is
volstrekt onjuist, te veronder
stellen, dat hier sprake is van
een stukje voltooid verleden
tijd. Aanpak van de giganti
sche zwendelpraktijken tot
1972 is één hoofdstu-k, maar de
„schelmenroman" is nog altijd
niet af!
Eén voorbeeld, wellioht uit
velen. Het bedrijf Weis-barth
en Co, Hooh- und Behalterbau
in Neuss (12 man Nederlands
personeel, in eigen dienst)
ontvangen, volgens een desge-
vraagde mededeling van direc
teur Adolf Linden, nog weke
lijks „offertes" van Neder
landse uitleenbedrijven onder
Duitse schuiladressen. Zij stel
len „ausgebildete hollandische
Facharbeiter" ter beschikking
voor uurlonen tussen DM 14,80
en DM 17,50: lassers, electro-
monteurs, installateurs, con
structeurs, etc., alles ein-kalku-
Woensdag 24 april
0 De een spaart lucifermerken, de ander auto's en Janine Kirk uit Worksop in Groot Brittannit
spaart poppen. Als je goed kijkt zie je de U-jarige Janine tussen haar verzameling staan. Zt
heeft al ongeveer driehonderd poppen en ze krijgt er ongeveer iedere week een bij.
liert", d.w.z. dat het uitleenbe
drijf de afdrachten aan AOK,
Berufsgen-ossenschaft en Fi
nanzamt op zich neemt. In
minstens 2 gevallen betreft
het firma's met adressen in
Nijmegen, welke echter voor
zover bekend niet tot d'
„groep V. E." behorenl
Directeur Adolf Linden: „B
heb er mijn buik vol van. In
de jaren '68-'71 heb ik te ma
ken gehad met een koppel
baasfirma, Technisch Bureau
Terborg N.V., Zwijndrechtka-
de 87, Rotterdam. Dat was een
colonne van 7 man, die van
hun baas lonen tot 12 DM per
uur kregen. Op zeker moment
dook het gezelschap niet meer
op en kreeg ik van het Finanz
amt de rekening gepresen
teerd: een maal DM 54.000 en
nog eens DM 20.000 BTW, «e
Terborg N.V. niet had afge
dragen. De heren hadden het
zelfs bestaan briefpapier te lo
ten drukken, waarop ons be
drijf met het hunne on-der een
naam voorkwam. Het Finanz
amt heeft op mijn bedrijf be
slaglegging willen doorvoeren,
maar dat heb ik kunnen ver
hinderen. In Holland hebben
ze deze zaak nooit kunnen op
helderen!"
Weisbarth en Co. was mij
nerzijds een willekeurig'
greep. Zo hoor je nog een!
wat. Feit is, dat de grote go*
met de grens nog altijd ge
waagd wordt, en in de meeste
gevallen met succes. Dei w®
steeds niet opgehelderde bloei
periode lijkt voorbij, mnar
laatbloeiers heb je alt'J"-
Evenals overblijvende plapten,
zoals d-e „ronselorganisatie-v-
E." er eentje zou zijn, maa
bepaald niet de enige, be
ding is zeker: het stinkt va
alle kanten en de almost®6'
waarin Nederlandse arbeid?'
zich lenen voor arbeidsbemid
deling in West-Duitsland, hJ11
veel op die in harde, vie«
gangsterfilms. De staatssecre
tarissen Mertens (Soc. Zaken;
en V. Rooyen (Financiën) z<*J
k~,n 't maar uit. Waar
graag een beetje grondig'
(Van onze redactie
buitenland)
Met de keuze van Yitzhak Ra
bin tot Israëlisch kabinetsfor
mateur is een einde gekomen
aan het bewind van de pio
niersgeneratie, waarvan pre
mier Golda Meir de laatste en
indrukwekkende vertegen
woordigster was. De macht is
maardag overgegaan op de zo
nen van de pionier». Op een
sabra, een in Jeruzalem gebo
rene Op de bevelhebber van
het zegevierende Israëlische
leger tijdens de zesdaagse oor
log. Daarom is er maandag
avond weer eens een stukje
geschiedenis in Israël ge
maakt- Met Golda Meir zijn de
ministers Dayan, Ailon, Eban
en Sapir op de achtergrond
gedrongen. Uit de as van de
Grote Verzoendag-oorlog, die
het land schokte en de Arbei
derspartij aan stukken scheur
de, is een herenigde en herbo
ren partij tevoorschijn geko
men. Met generaal Rabin is de
51-jarige Simon Peres, minis
ter van Voorlichting in het
demissionaire kabinet-Meir, de
nieuwe sterke partij. Deze
trouwe volgeling van generaal
BREDA „De vakbonden schie
luiden van de werknemer uit het
land geen vakbond die hieraan iet
klaar om de mens in te werken in
mingswerk, en om hem tijdens de
Maar de man die met pensioen ga
die van de ene dag op de andere b
is ons systeem, moet veel meer wo
levensperiode. Ik zeg tegen de vakl
CAO moeten vastleggen, dat een
komt de laatste een of twee jaar
reid. Ik heb wel eens de indruk, d
telijk niet praten, omdat de bej
contributie betalen".
Woorden van geneesheer-di
recteur C. van Tiggelen van
de Luoia-stichting te Breda.
Een man, die met zijn staf in
enkele jaren tijd een flink
aantal vastgeroeste ideeën
over bejaardenverzorging
heeft omvergekegeld en ver
vangen door frissere en meer
sociaal bewogen gedachten.
Niet alleen op papier, maar
ook in de praktijk. Een ge
sprek met hem wordt een
beetje springen van de hak op
de tak, omdat hij in dat korte
tijdsbestek graag enkele voor
hem brandende zaken aan de
orde stelt.
De d-agverpleiging van be
jaarden met afwijkend (de-
mentieel) gedrag is voor de
Luci a-stichting geen nieuwtje
meer. De inrichting begon er
ais eerste in ons land mee en,
volgens dokter Van T-iiggelen,
met redelijke resultaten.
„Toen ik hier kwam was Lu
cia een verpleeghuis voor psy
chisch gestoorde bejaarden. De
doelstelling was, om het maar
eens oneerbiedig te zeggen,
opnemen en voor de rest van
De dagbehandeling van bejaarden
buiten de wettelijke subsidierege
alleen subsidie toe voor opname
dat dan via uitkeringen volgens
een aantal directeuren van verph
een dagbehandeling voor somatis
gestoorde bejaarden kent, de Nati
motie toegezonden met de volge
een aantal verpleeghuizen i
experimentele basis bezig met he
handeling;
hieruit is gebleken, dat een a
worden opgenomen, eerder kan
zelfs opname in een verpleegtehi
voorkomen;
dagbehandeling aan het verj
aan de versterking van de eerste
dagbehandeling moet gekoppi
instituten, gezien de daar aanwc
mogelijkheden;
het blijkt, dat de huidige wi
dagbehandeling aan verpleeghui
verschillen toont;
dit heeft een belemmerde
van patiënten en het belemmert d
deze voorziening;
wij vragen deze verstrekking
het verstrekkingspakket van de
de behoefte aan dagbehandeli
zichtige schatting 10 procent va
verpleeghuisbedden in beide cat»
het leven opbergen- Dat ga- kw
jUiaeerde ook, dat er een klii
®xmiale bedbezettirig was. ze
ken enlge tijd is ons geble- vro
ï1 d-at psychisch gestoorde opr
ej aarden soms wel kunnen ine
6 nezen mits ze op de juiste ver
el~?ier behandeld worden. Het ons
een r<^ rahen is bijna altijd avo
mengeling van psychische, ha a
melijke, sociale en soci- gen
e'e oorzaken. Aan zou
■ui c.b',sche en lichamelijke be- tijd
eid-ing wordt al het nodige st'ai