Gouden en vreemde tijden voor de schoenmoker Joseph Smits Venlose adjudant: Het is een erbarmelijke rotzooi in dat milieu vnzii Verpleej dweilen je de la Geneesheer-J kleine stem RIJK BEZOEK TOVERELFJE Optimisme Miljoentje Doorgespeeld De koppelbazen en hun praktijken (slot) Beerput peilingen Buik vol MwvMouuy apin 17/t Het was een zonnige zo mermorgen, en in Bruynloo zat schoenmaker Smits te werken. Schoenmaker Smits was bezig gouden gespen op een paar prachtige blinken de schoenen te maken. Maar die schoenen waren niet al tijd zo mooi geweest, nee, het waren oude lelijke schoe nen van de burgemeester, en die moest schoenmaker Smits nou mooi maken. 1 uur 's middags zei hij: „Eindelek, ik ben klaar De schoenmaker trok zijn zondagse pak aan en nam de sciioenen mee naar de burge meester, die verbaasd vroeg: „Iltiemaal zeil gemaakt, Smits?" „Jawel, edelachtbare". „Nou", zei de burgemeester, „ik geef je er 5 goudstukken voor!" „5 Goudstukken, maar dat hoeft toch niet, edelacht bare?", prevelde meneer Emits. „Ik vind van wel", zei de burgemeester. Toen meneer Smits de deur uit was, liep hij, zo vrolijk als wat. naar huis. Aan het einde van de Groenstraat zag hij een oud vervallen huisje staan. Hij had de mensen vaak h iren vertellen, dat het er spookte. Meneer Smits was niet bang en belde aan. Een klein oud mannetje deed open en zei: „Komt u binnen, he he". Me neer Smits hoorde niks dan tikkende klokken, tik... tak, tik tak tikketik. Het oude mannetje nam hem mee naar een oude kamer. Hij zei: „En, wat hebt u te vertellen?''. „Fn..", zei hij, „ja a...hum, ik eh, ik wou vragen wie u her t?" „O, zit dat zo?", zei het mannetje, „ik ben Titie Tra- man en ik ben 300 jaar oud" Daar stond meneer Smits ver- ste'd van, 300 jaar? Hijzelf was 58 en dat vond hij al voel. „Eh...", zei hij, „Ik. ben Jcseph Smits, 58 jaar, aange naam". De schoenmaker ging zitten en keek de kamer rond. Hij merkte dat overal in de kamer doosjes stonden met daarop: 1953, 1968, 1974, 1939 enz of watersnood, olieboycot er:z Meneer Smils was zo nieuwsgierig geworden dat hij gewoon niet kon laten aan me neer Tijdman te vragen wat dat te betexonen had. „Die pakjes", zei de tijdman, „Jat zijn pakjes tijd, ik kan b.j- von beeld het pakje 1974 pak ken en als ik dat dan open r/tak en het poeder wat er in zit over de grond strooi, komt er een grote stofwolk en die gaai, in de Lucht hangen en dan kan het rustig 1974 wor den". Daarna zei hij nog: Ik vind dat er best wel een Gou den Eeuwtje mag komen". Hij liep naar de kast en daar ston den 2 pakjes dicht bij elkaar: Gouden Eeuw en Olieboycot. De tijdman greep naar het patje „Gouden Eeuw" maar tegelijkertijd viel het pakje „Olieboycot" op de grond. „O, o, o, o, o, o, wat vreselijk", zei de tijdman, „nu komt er een olieboycot". Meneer Smits ging naar de buren- De buurvrouw zei: ,De Arabieren leveren ons geen olie meer!" De volgende morgen kwam meneer Smits uit zijn bed en wilde zijn broek aan doen. Toen vielen er 5 goudstukken uit. En hij ging naar de bank en daar zeiden de mensen dat een zo'n goudstuk f 10.000 waard was. Op de terugweg kwam hij langs het huis van Titie Tijdman. Hij ging naar binnen. ,Ha, ben je daar weer, ik had je net nodig!" zei me neer Tijdman, „Hier heb je een koffeT met pakjes tijd, wil je die dadelijk wegbrengen naar Dingd-ong Zandloper, hier is het adres!" Titie Tijdman gaf hemt een briefje in zijn hand. Op het adreskaartje stond-: D.D. ZANDLOPER KLOKSTRAAT 5 OVER 3 HORLOGEWAARD (N.B.) bij Tilburg. Bruynloo 1-ag bdj Don-gen, dus het was niet ver lopen. Na een uiu-r was hij in Tilburg. M-aar hij wist niet waar hij Horlogewaard moest zoeken. Hé, diaar ontdekte hij helemaal rechts ondera-an op het adres kaartje, hele kleinie letter tjes. Hij zette zijn leesbril op en las: KLOP DRIE KEER TEGEN DE BRUG. Meneer Smits ginig naar de brug over het Wilhelminaka- naail en klopte er 3x tegen. Hij zag ineens een mannetje voor zijn neus staan. „Komt u me de, heer van Smitschen, den menschen kunnen u geheel niet zien", zei het mannetje, „lok, ick ben Reij-n-aldt van den Slinigerhe tot Klockslag- wijzer". „lok ben de bohtvaer- -der van Dingh Donjgh van den Zandloperen". „Maar komt u mee, hier ben eden light mijne bote". „W-aar ga-an we naar toe?", vroeg de schoenmaker. „Naar Horlogewaerd natuur lijk", zei Reijna-ldt. Na heel eventjes varen kwamen ze bij de sluis. Daar lag een heel klein eilandje in het water. Op het eiland stond een ander mannetje meneer „S-mitschen" op te wachten. „Naaw, bend-e- daor endeluk, manneke Smits, kom m-aor meej, dan zalluk oe na-or Harlooswaord brenge!" zei het mannetje. Meneer Smits en het mannetje klom men In een grote holle boom en gleden toen wel een kilo meter naar beneden, en dan nog wel zonder pijn te heb ben Toen kwamen ze in Hor logewaard. De Klokstra-at was snel gevonden- Aan elk huis hing een klok en die wees een bepaalde tijd aan: het huis nummer. De schoenmaker liep de straat door, 10 voor 3, 5 voor 3, 3 uur, 5 over 3. Hier was het, 5 over 3. Meneer Smits klopte aan. Toen hoorde hij uit een luidspreker: Over 1 seconde ga-at de -deur automa tisch open, vanaf nu. Na 1 tel ging de deur open en meneer Smits ging naar binnen. Op het eind van d-e gan-g was een deur. De heer Zandloper stond erop. Schoenmaker Joseph Smits uit Bruynloo klopte aan. „Binnen!" riep een slem. Me neer Smits opende de deur. „Wat zou u zeggen?", vroeg Dinigdong Zandloper, ,,'t Zit zo, Dingdon-g, ik moest van meneer Titie deze koffer aan u geven". „Wat zit d-aar in, pakjes tijd?" vroeg Dingdong. Meneer Smits ging naar boven en dia-ar stond weer een man netje. Dat mannetje bracht hem na-ar een kamer en zei: „Tarh koent doe obern-achtzen, und vurloopg woon'n". Meneer Smits had het best naar zijn zin en gimig in bed liggen en slapen- Rikky Puffer, Breda, 10 jaar. Toen meneer Smits wakker werd, stond meneer Dingdong aan zijn bed. „Meneer Smits", zei hij, „er is bezoek voor u". „Oeaaa", zei meneer Smits, „laat hem maar binnenko men". Titie Tijdman kwam binnen. „Heb je de koffer af geleverd?" vroeg bij. „Ja", zed meneer Smits. „Nou, kom dan maar mee, want ik h-eb nog meer voor je te doen", zei de tijdman. „Nou, we gaan nu door de tijd vliegen", zei Tit-ie Tijdim-an. „V-oor mij is het niet zo erg d-at er een Olieboycot is, want ik gebruik and-ere ener gie". „Welke dan?", vroeg me neer Smits. „Tijdenergie", zei Titie, „kijk, ik strooi dit poe der ov-er me heen, i"k zeg de plaats van bestemming en in 2 seconden ben ik er". De tijd man strooide over meneer Smits en over zichzelf wat ge lig poeder. Korte tijd later stonden ze in het huis van Titoe Tijdman. „Meneer Tijdman", vroeg meneer Smits, „wat moet Dingdong Zandloper nou ei genlijk met die pakjes tijd doen?" „Nou, kijk", zei de tijdman, „ik zit met een ge weldig probleem over een week zou de wereld vergaan. Ik wou nu zorgen dat dit niet gebeurde. Dingdong kan daar een mid del v-oor maken, maar dan -moet hij daarbij pakjes tijd gebruiken, en.-, o, o, o, wat -dom, meneer Smits, gauw, ga met dit poelder en deze ring naar Dingdong, voordat alles dn de soep loopt. „Je m-oet de ring der tijd-en aan hebben, a-ls je pakjes tijd open maakt, an d-er gebeurt er iets ontzettend a erschrikkelijks!" Meneer Smits strooide het poeder over zich heen en zei: „Het kantoor van Din-gdong Zandloper". En floep, bij stond in de kamer van Diingdong. „O, -meneer", zei hij, „maakt u niet open, alstublieft!" „Tut-tut, tut-tut, ten eerste, waarom laat je me zo schrikken en ten 2e waar om mag ik dat niet open ma ken, als dat moet voor het poeder dat ik aan het maken ben?" „Maar men-eer..." zei meneer Smits. „Val je me nou al weer in de rede?" zei Ding dong, „Meneer", zei meneer Smits die al bijna zijn geduld verloor. „Voor het openmaken van dlie pakjes hebt u de ring der tij-den nod-ig, anders ge beurt er iets verschrikke lijks!" „Ontzettend verschrikke lijk», zal je bedoelen", zei Dingdong, „beste man goed dat je het zegt". „Wacht even", zei Dingdong, „ik zal even dat spul met de ring der tijden maken en dan kun je het meteen meenemen". Me neer Tijdman was zo ver heugd, omdiat meneer Smits het middeltje vei-lS-g had thuis gebracht, want nu zou de we reld niet vergaan. Meneer Smits was trots op zichzelf en ze vierden de hele dag feest. De volgende dag stond er met grote kappen in de krant, spe ciaal voor tijdmannen „Nieuws uit de tijd" BRUYNLOO- NAAR REDT MILJARDEN MENSEN EN DIEREN. Trots ging meneer Smits naar de bank en haalde zijn spaar bankboekje en zag toen dat hij f 5000 rente had. ARNO GERRITS, 11 JAAR, DONGEN Eindredactie: Ria van Aart Een meisje van een jaar of elf Zij vond het toch zo fijn Om als een elf een prinses- seëlf In het sprookjesbos te zijn. Om te vliegen en te spelen Met de kabouters in het bos Ze zou der niet vervelen Ze zou zich niet vervelen bal van kabouter Flos. Met die toverbal kon ze fijn toveren Van een notedop een mier En een mierenhoop verove ren En van een heks een pier Het rijmpje is nu afgelopen Het is wat klein Maar het is te hopen Dat het toch in de krant mag zijn. Marleen van Oers, Klundert. 0 Miranda Hermes, Lewedorp, 7 jaar. (Van een onzer verslaggevers) „Ze moeten mij vooral geen koppelbaas noemen. Ik ben een gewone Nederlandse on dernemer, die in West-Duits- Iand een eigen bedrijf heeft. Toevallig werken daar Neder landse arbeidskrachten. Ik leen mensen uit, maar ik heb ook zelf een fabriek. Mijn be drijf staat bij alle noodzakelij ke instanties ingeschreven en ik voldoe exact aan mijn werkgeversverplichtingen. Ik ben absoluut bonafide. Je kunt het overal navragen. En ik zeg je dit: óók op een volstrekt legale manier is er in deze branche een dikke boterham te verdienen!" Deze verklaring komt van iemand, die al vele jaren in „het vak" zit. Hij blijft, uit angst voor de malafide concur rentie („Dat zijn ijskoude Maffia-praktijken!"), in de anonimiteit. En hij is niet de enige, die de „Club van Nij megen vreest. Dat geldt voor praktisch alle legale „koppel bazen", die tot op heden actief zijn. Mijn contacten met deze „uitleen-ondernemers" draai den om de vraag, of de „Grote Gok met de Grens" nog altijd lucratief is. Wat dacht u! ligt, die volstrekt scheve ver houdingen in stand houdt, EEG of geen EEG. Op 12 oktober 1972 is in West-Duitsland het z.g. „Ar- beitnehmerüberlassungsge- setz" van kracht geworden, dat het „inlenen" van Neder lands koppelbaaspersoneel on getwijfeld bemoeilijkt heeft. De Duitse werkgever, die gebruik maakt van dit soort „ingeleende krachten" is ver antwoordelijk voor hun sociale lasten, indien de „koppelbaas" in gebreke blijft. Dus denken Duitse bedrijven tegenwoordig wel tweemaal na, voordat ze langs deze weg hun perso neelsbestand betrekken. Toch schatten actieve ingewijden in de „branche", dat altijd nog 25% van Nederlan-dse Duits- landgangers door bemiddeling van illegaal opererende kop pelbazen over de grens in dienst zijn. Hun aantal moet dan schommelen rond de 5000! Neem iemand die over de grens 350 arbeidskrachten in zet. „Ik betaal natuurlijk een lager loon dan de mensen bij illegale bedrijfjes zouden kun nen verdienen, maar ze krij gen nog altijd aanzienlijk méér in het loonzakje dan in Holland mogelijk zou zijn. Op de eerste plaats, vanwege de gemaakte uren, maar vooral omdat de Duitse belasting lichter is. Wat ik er dan nog aan overhoud? Een hele Mark schoon per uur, meneer!" Wat dat, op basis van 300 werkdagen, per jaar betekent, is gemakkelijk uit te rekenen. Geheel bonafide, met voldoe ning aan alle afdracht- en in- houdingsyerplichtingen, is dat een miljoentje „sohoon" per jaar! Gewoon, omdat er toe vallig een landsgrens tussen- Hetgeen zou betekenen, dat zowel minister drs. Boersma (Sociale Zaken) als Gedepu teerde Staten van Limburg in december 1972 al te optimis tisch zijn geweest in hun uit latingen over het uitroeien van de toen op hun hoogtepunt verkerende zwendelpraktijken der koppelbazen. Boersma, in antwoord op vragen van het- Kamerlid Van Zeil (KVP), zag na 1-1-1973 geen moge lijkheden meer voor dit soort illegaliteit, vanwege verbete ringen in de Duitse wetgeving op dit punt. Gedeputeerde Staten van Limburg, in ant woord op vragen van het Sta tenlid J. M. H. Dommeck, ver wachtten veel van Duits-Ne- erlandse besprekingen op re geringsniveau. En toen?! Voor zover bekend, is de „affaire" sindsdien niet meer publiekelijk aan de orde ge steld. Moet daaruit soms wor den afgeleid, dat a) de huidige koppelbaaspraktijken en -mo gelijkheden geheel door de beugel kunnen en b) men de zwendelsohandalen uit de ja ren 1968-1973, die de Neder landse en Westduitse staat op jaarbasis naar schatting f 1,2 miljard hebben „gekost" liefst met de mantel der liefde wenst te bedekken? Een ano nieme koppelbaas: „Mij is be kend, uit mijn contacten met de Duitse instanties, dat er in Nederland een arrestatiedatum is geweest, namelijk 7 februa ri 1973 die in de namiddag van 6 februari is afgelast. Het was de bedoeling het hele handeltje in Nijmegen met al zijn vertakkingen te arreste ren. Maar dat werd op het laatste moment afgeblazen vanuit Den Haag!" Adjudant H. H. Theelen, re cherche Venlo: „Op verzoek van de Raad van Arbeid Ven lo heb ik de zaak vanaf no vember 1972 in onderzoek. Eind februari 1973 heb ik het materiaal doorgespeeld aan de justitie. Ik heb gezegd: „begin op het laagste niveau, dan ko men we vanzelf bij de grote jon-gens. Maar het gebeurt niet. Het loopt ergens vast. Ergens boven in de t op. Ik weet dat men, elders in het land, al sinds maart 1972 bezig is. Het is voor mij erg frustre rend, dat het zo lang duurt!" Eind 1972 was de situatie zo, dat de Nederlandse kop pelbazen alleen al aan Lim burgse Duitslandpendelaars f 25-30 miljoen „verdienden". Volgens rapporten streek de „ronselorganisatie-v. E." thans uitgegloeid tot een stamboom met 53 bedrijfjes, daarvan zo'n 16 miljoen op, als grootste „aandeelhouder". Wat aan Ne derlandse zijde instanties als GAK, ZNL, bedrijfsverenigin gen etc. aan uitkeringen heb ben gedaan, zonder dat daar premievoldoeningen tegeno verstonden, is onbekend. In elk geval zijn het bedragen met 6, misschien wel 7 nullen. Een instantie als het Sociaal Fonds Bouwnijverheid zag over 1972 een bedrag van 4,5 miljoen aan niet-voldane pre mies verloren gaan, groten deels veroorzaakt door malafi de koppelbazen-werkgevers. Daarmee vergeleken waren de 43.000 in het RvA-rayon „achterhaalde" kinderbijslag uitkeringen maar een fooi. Adjudant Th.: „Ik heb 140 KB-gevallen in onderzoek ge had waarvan in 14 gevallen proces-verbaal is opgemaakt. Onze aanpak heeft landelijk als voorbeeld gediend. Ik weet, dat men in Hengelo en Nijmegen eveneens aan deze KB-zaken heeft gewerkt. Ik heb er wel vrede mee, dat men in dit stadium niet tot vervolging van de kleine man overgaat. Men moet van de kleine man afblijven, zolang de grote zwendelaars, die mil joenen hebben opgestreken en nog actief zijn, buiten schot kunnein blijven!" Kan men de grote zwende laars werkelijk niet aan Ad judant Th.: „Er zijn feiten, die wij wel kunnen bewijzen, maar het grote verband is er nog niet. Praktisch iedereen heeft verklaard, dat de kop pelbaas of diens boekhouder heeft voorgeschreven, hoe de arbeider zijn KB-aanvrage moest invullen. Vaak waren deze stuk-ken ook al tevoren ingevuld, zodat de werknemer alleen maar zijn handtekening hoefde te zetten. Meestal heeft de werkgever er een stempel opgezet, maar soms ook een handtekening. Op zichzelf zie ik wel aanknopingspunten voor een vervolgin/g in sommi ge zaken!" De vraag ls, hoeveel tijd men nog heeft. Naar verluidt, koestert Anton Marie v. E„ vol-gens fiscaal en justitieel „Nederland" de vooralsnog on grijpbare coördinator van 's lands grootste naoorlogse ron- selorganisa-tie, het voornemen om ermee te stoppen. Kenne lijk wordt de Duitse bodem hem toch te warm onder de voeten. Een van zijn vakrela ties: „Nog hoogstens een half jaar dan hebben de Duitsers hun zaakje gesan-eerd. De ille gale koppelbaas krijgt dan geen schijn van kans meer, let op mijn woorden!" Afwachten, of het zo uit pakt. In elk geval beschikt men op d-it moment nog over een vrijwel betrouwbaar, gro tendeels geverifieerd „in zicht" in de structuur van zijn mammoet-onderneming en haar werkzaamheden. Wat doet men ermee? Een bonafide uitlener: „Aan Duitse zijde is men allesbehalve gelukkig met de laksheid van deze kant van de grens. Men begrijpt er niets van. Indien d-e serieuze wil daartoe aanwezig zou zijn, is het oprollen van de hele hap een koud kunstje. De be wijzen liggen voor het opra pen. Volgens mij zouden de Duitsers er niet zoveel gras over laten groeien, wanneer die heren aan de overkant woonden en niet hier, in be schermd Nederland!" Adju dant Th., recherche Venlo: „Niemand van de koppelbazen is tot dusver gehoord. Ik heb hier een koppelbaas gespro ken, die mij vertelde: de Duit sers hebben ons in 1940—45 genoeg besodemieterd, nu ha len wij 't bij ze terug! Ik geloof, dat er al veel eerder arrestaties geweest zouden zijn, als men de zaak niet ondergeschikt had gemaakt aan een landelijke coördina tie. Ik ben n-u bang, dat men hier en daar achter het net zal vissen. Die knapen zijn ook niet van gisteren, natuurlijk!" Het is overigens niet geheel denkbeeldig dat sommige schaduwfiguren uit de koppel- bazenbranche hun werkgebied, bij gebrek aan „Duits em plooi", naar andere markten hebben verlegd of daartoe plannen hebben o.m. wapen handel en wapensmokkel. Zijn dergelijke kanten van de „Duitsland-trek" reeds in voldoende mate onderzocht of beperken Nederlandse justitie, Interpol, Kripo en „Steuerfahn- dung" zich teveel tot de ar- beidszwendel? Adjudant Th.: „Ik geef toe, dat er in die kringen van alles mogelijk is. Als uw tipgever dat weet, waarom komt hij er dan niet mee voor de draad". In dit geval kan men zeg-gen, dat er een levensgrote porti-e angst meespeelt bij iemand, die ze ker kan zijn van wraakacties, wanneer hij werkelijk zou „doorslaan". Adjudant Th.: „Inderdaad, het is een erbar melijke rotzooi!" Wanneer komt het moment, dat deze onwaarschijnlijke beerput van oplichting, zwen del, intriges, ontduikingen, grootscheepse fraude etc. etc. werkelijk wordt geopend? Een zich bonafide n-oemende kop pelbaas „Ik geef v. E. gelijk, dat een groot gedeelte van de Duitslandpendelaars op het ogenblik niet deugt. Wie nu nog bij een illegaal werkende baas in dienst is, weet dat verrekte goed! Dat zijn men sen, die profiteren. Zij van-gen die hoogste lonen en hebben verder nerigens buikpijn van. Als het scheef loopt, trekken ze bi Holland van de Bijstand. Het zijn profiteurs, die met de koppelbaas onder één hoedje spelen. Daar kom je niet gauw tussen!" Over het gehele gebied van de Bondsrepubliek, van Miinchen tot en met West-Ber- lijn, zijn de „Arbeitercolonnen aus Holland", gedirigeerd door koppelbazen en hun „Vertre- ter" nog altijd in beweging. Ik ken een Nederlandse „uitleen- ondernemer", die met enkele honderden pendelaars werkop drachten uitvoert voor gemid deld 20 Duitse bedrijven. Al les exact volgens de regels (naar zijn zeggen) en zeer profijtelijk. Hij staat inge schreven bij de Handelskamer, het Gewerbeamt etc,, voldoet de sociale premies bij het AOK, de fiscale afdrachten bij het Finanzamt, zorgt voor de „Renteversicherungskarte", beschikt over een controleer baar „Steuernu-mmer" etc. Hij zegt: „Ik heb veel personeel van malafide bedrijven over genomen. Mensen, d-ie weglie pen toen ze niet verzekerd bleken te zijn. Ik krijg dage lijks kerels bij me, die zeg gen-: „Je hoeft voor mij geen premies te betalen, doe dat maar bij mijin loon, want mijn vrouw heeft ook werk en dus zijn we al verzekerd in Hol land. Als je meespeelt, kun je dan stinkrij-k worden. Dat zo veel koppelbazen frauderen, wordt voor een groot stuk door hun personeel in de hand gewerkt!" Als actuele toevoeging nog het volgende. Nu het duo No- tenboom-Hermsen naar aanlei ding va nde DvNL-publikaties vragen aan de regering heeft gesteld, dient er ook een „si tuatieschets" van de HUIDIGE activiteiten van Nederlandse koppelbazen, al dan niet met eigen vestingen in West-Duits land, op tafel te komen. Het is volstrekt onjuist, te veronder stellen, dat hier sprake is van een stukje voltooid verleden tijd. Aanpak van de giganti sche zwendelpraktijken tot 1972 is één hoofdstu-k, maar de „schelmenroman" is nog altijd niet af! Eén voorbeeld, wellioht uit velen. Het bedrijf Weis-barth en Co, Hooh- und Behalterbau in Neuss (12 man Nederlands personeel, in eigen dienst) ontvangen, volgens een desge- vraagde mededeling van direc teur Adolf Linden, nog weke lijks „offertes" van Neder landse uitleenbedrijven onder Duitse schuiladressen. Zij stel len „ausgebildete hollandische Facharbeiter" ter beschikking voor uurlonen tussen DM 14,80 en DM 17,50: lassers, electro- monteurs, installateurs, con structeurs, etc., alles ein-kalku- Woensdag 24 april 0 De een spaart lucifermerken, de ander auto's en Janine Kirk uit Worksop in Groot Brittannit spaart poppen. Als je goed kijkt zie je de U-jarige Janine tussen haar verzameling staan. Zt heeft al ongeveer driehonderd poppen en ze krijgt er ongeveer iedere week een bij. liert", d.w.z. dat het uitleenbe drijf de afdrachten aan AOK, Berufsgen-ossenschaft en Fi nanzamt op zich neemt. In minstens 2 gevallen betreft het firma's met adressen in Nijmegen, welke echter voor zover bekend niet tot d' „groep V. E." behorenl Directeur Adolf Linden: „B heb er mijn buik vol van. In de jaren '68-'71 heb ik te ma ken gehad met een koppel baasfirma, Technisch Bureau Terborg N.V., Zwijndrechtka- de 87, Rotterdam. Dat was een colonne van 7 man, die van hun baas lonen tot 12 DM per uur kregen. Op zeker moment dook het gezelschap niet meer op en kreeg ik van het Finanz amt de rekening gepresen teerd: een maal DM 54.000 en nog eens DM 20.000 BTW, «e Terborg N.V. niet had afge dragen. De heren hadden het zelfs bestaan briefpapier te lo ten drukken, waarop ons be drijf met het hunne on-der een naam voorkwam. Het Finanz amt heeft op mijn bedrijf be slaglegging willen doorvoeren, maar dat heb ik kunnen ver hinderen. In Holland hebben ze deze zaak nooit kunnen op helderen!" Weisbarth en Co. was mij nerzijds een willekeurig' greep. Zo hoor je nog een! wat. Feit is, dat de grote go* met de grens nog altijd ge waagd wordt, en in de meeste gevallen met succes. Dei w® steeds niet opgehelderde bloei periode lijkt voorbij, mnar laatbloeiers heb je alt'J"- Evenals overblijvende plapten, zoals d-e „ronselorganisatie-v- E." er eentje zou zijn, maa bepaald niet de enige, be ding is zeker: het stinkt va alle kanten en de almost®6' waarin Nederlandse arbeid?' zich lenen voor arbeidsbemid deling in West-Duitsland, hJ11 veel op die in harde, vie« gangsterfilms. De staatssecre tarissen Mertens (Soc. Zaken; en V. Rooyen (Financiën) z<*J k~,n 't maar uit. Waar graag een beetje grondig' (Van onze redactie buitenland) Met de keuze van Yitzhak Ra bin tot Israëlisch kabinetsfor mateur is een einde gekomen aan het bewind van de pio niersgeneratie, waarvan pre mier Golda Meir de laatste en indrukwekkende vertegen woordigster was. De macht is maardag overgegaan op de zo nen van de pionier». Op een sabra, een in Jeruzalem gebo rene Op de bevelhebber van het zegevierende Israëlische leger tijdens de zesdaagse oor log. Daarom is er maandag avond weer eens een stukje geschiedenis in Israël ge maakt- Met Golda Meir zijn de ministers Dayan, Ailon, Eban en Sapir op de achtergrond gedrongen. Uit de as van de Grote Verzoendag-oorlog, die het land schokte en de Arbei derspartij aan stukken scheur de, is een herenigde en herbo ren partij tevoorschijn geko men. Met generaal Rabin is de 51-jarige Simon Peres, minis ter van Voorlichting in het demissionaire kabinet-Meir, de nieuwe sterke partij. Deze trouwe volgeling van generaal BREDA „De vakbonden schie luiden van de werknemer uit het land geen vakbond die hieraan iet klaar om de mens in te werken in mingswerk, en om hem tijdens de Maar de man die met pensioen ga die van de ene dag op de andere b is ons systeem, moet veel meer wo levensperiode. Ik zeg tegen de vakl CAO moeten vastleggen, dat een komt de laatste een of twee jaar reid. Ik heb wel eens de indruk, d telijk niet praten, omdat de bej contributie betalen". Woorden van geneesheer-di recteur C. van Tiggelen van de Luoia-stichting te Breda. Een man, die met zijn staf in enkele jaren tijd een flink aantal vastgeroeste ideeën over bejaardenverzorging heeft omvergekegeld en ver vangen door frissere en meer sociaal bewogen gedachten. Niet alleen op papier, maar ook in de praktijk. Een ge sprek met hem wordt een beetje springen van de hak op de tak, omdat hij in dat korte tijdsbestek graag enkele voor hem brandende zaken aan de orde stelt. De d-agverpleiging van be jaarden met afwijkend (de- mentieel) gedrag is voor de Luci a-stichting geen nieuwtje meer. De inrichting begon er ais eerste in ons land mee en, volgens dokter Van T-iiggelen, met redelijke resultaten. „Toen ik hier kwam was Lu cia een verpleeghuis voor psy chisch gestoorde bejaarden. De doelstelling was, om het maar eens oneerbiedig te zeggen, opnemen en voor de rest van De dagbehandeling van bejaarden buiten de wettelijke subsidierege alleen subsidie toe voor opname dat dan via uitkeringen volgens een aantal directeuren van verph een dagbehandeling voor somatis gestoorde bejaarden kent, de Nati motie toegezonden met de volge een aantal verpleeghuizen i experimentele basis bezig met he handeling; hieruit is gebleken, dat een a worden opgenomen, eerder kan zelfs opname in een verpleegtehi voorkomen; dagbehandeling aan het verj aan de versterking van de eerste dagbehandeling moet gekoppi instituten, gezien de daar aanwc mogelijkheden; het blijkt, dat de huidige wi dagbehandeling aan verpleeghui verschillen toont; dit heeft een belemmerde van patiënten en het belemmert d deze voorziening; wij vragen deze verstrekking het verstrekkingspakket van de de behoefte aan dagbehandeli zichtige schatting 10 procent va verpleeghuisbedden in beide cat» het leven opbergen- Dat ga- kw jUiaeerde ook, dat er een klii ®xmiale bedbezettirig was. ze ken enlge tijd is ons geble- vro ï1 d-at psychisch gestoorde opr ej aarden soms wel kunnen ine 6 nezen mits ze op de juiste ver el~?ier behandeld worden. Het ons een r<^ rahen is bijna altijd avo mengeling van psychische, ha a melijke, sociale en soci- gen e'e oorzaken. Aan zou ■ui c.b',sche en lichamelijke be- tijd eid-ing wordt al het nodige st'ai

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 14