ezag moet weer een menslijk gezicht krijgen Levenslust Wijkagent kan contact tussen politie en burgers herstellen Werk voor iedereen nog een ideaal MENSEN ZIJN WERKLOOS, MACHINES WERKEN ter discussie BURGEMEESTER J. P. GODWALDT: mm DOOR CORN.\ VERHOEVEN Mankracht Kleme dingen Echtelijke ruzies RijP ere mensen Graag terug WBÊÊÊ nrmfltiirtf Anders verugschakelen Welzijn Weer aan de slag Arme landen Hlij vend ILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PE L NGEN PELNGEN PE L NGEN PE L NGEN NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN - PEILINGEN „PEILING EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN aE laatste maanden be reiken de krant van tijd tot tijd klachten die wijzen op een toenemend gebrek aan vertrouwen in de politie van de zijde van het publiek. Deze klach ten vormen slechts het uiterste topje van een ijs berg. Wij hebben over deze klachten gepubliceerd en dat is niet overal in even goede aarde gevallen. De burgemeester van Breda, ir. W. Merkx, legde naar aanleiding van onze pu- blicaties een verklaring af welke, hoe men haar ook interpreteert, een ontkenning inhield. De burgemeester van Roosendaal, de heer J. P. Godwaldt, kiest een heel andere benadering, ervan uitgaande dat „de groot ste klacht die het publiek tegen de politie heeft, het feit is dat men de politie nooit ziet". De Roosen- daalse burgemeester wil het kennelijk bijna gebro ken contact tussen burge rij en politie herstellen door het op straat bren gen van de wijkagent. Hel instituut wijkagent is verre van nieuw. Vroe ger was hij een bekende verschijning, de stadse evenknie van de dorps veldwachter. In de loop der jaren is hij echter wèggemechaniseerd, op gesloten in een VW-kever of achter een of ander snorrend machien op het hoofdbureau gepoot Personeelsschaarste en mechanisering wellicht eikaars oorzaak en ge volg) hebben de politie geleidelijk aan doen ver vormen tot een anoniem apparaat dat ongezien bonnen stopt onder rui- tewissers en niet weet te verhinderen dat je fiets gestolen wordt of dat van dalen hel plantsoentje in je wijk vertrappen. Dat een politieman ook een mens is en bovendien een mens die is opgeleid om wat orde te bewaren in ons krioelerige, ver stedelijkte bestaan, dat feit gaat helemaal schuil achter het autoblik en de apparatuur waarvan hij zich bedient. Geen won der eigenlijk dat het con tact tussen politie en bur gerij verstoord is. In sommige steden van Nederland heeft men de wijkagent in ere hersteld, in andere plaatsen neigt men ertoe meer politie mannen te voel of per fiets te laten surveille ren. Ook in het buiten land in Engeland bij voorbeeld komt men weer wijkagenten tegen. De burgemeester van Roosendaal wil ook wijk agenten voor zijn stad. Hij ziet dat als de enige mogelijkheid om het con tact met het publiek te herstellen. Het vertrou wen volgt dan vanzelf. Het gezag, moet weer een menselijk gezicht krijgen. Wij spraken met burge meester Godwaldt over zijn plannen. „Wjj hebben Nispen", con- stateerd de burgemeester van Roosendaal en Nispen, de heer J. P. Godwaldt, „in dat Nispen heeft ons politie korps al jarenlang een een manspost. We horen nooit wat uit Nispen, tenminste niet over problemen met de politie. Als we nu Roosen daal zouden kunnen opdelen in een stuk of tien Nispens, elk met een eigen wijkagent dan geloof ik dat we heel wat misder problemen krij gen!'. Burgemeester Godwaldt is een vastbesloten voorstander van de wijkagent. Als het aan hem alteen zou liggen, dan was de wijkagent bi Roosen daal vandaag al een vertrouw de verschijning. Maar het ligt niet alleen aan hem. Ook de nieuwe, pas aangetreden, poli tiecommissaris heeft er wat in te zeggen en met hem is het instituut wijkagent nog niet volledige doorgepraat. „Dat kon nog niet", zegt de burge meester, „omdat hij hier pas is. Het idee is overigens in Roosendaalse politiekringen al herhaaldelijk: ter sprake ge bracht en de indruk vain bur gemeester Godlwa-ldt is dat de politiemannen er in het alge meen erg positief tegenover staan. „Er zijn echter wel wart pro blemen op te lossen", zegt de burgemeester. „De mankracht zal zo'n probleem zijn. Ook voor de wijkagent moeten de promotiemogelijkheden open blijven. Opgelost moet woi-den de waag hoe precies de bin ding van de wijkagent aan zijn wijk moet zijn. Er moet in elk geval een goed contact blij ven met het hoofdbureau. Voor geval een goed contact blijven miet het hoofdbureau. Voor aparte wijkbureaus voel ik daarom niet zoveel. Of de wij kagent in zijn eigen werkwijk moet wonen is ook een vraag die ik nog niet beantwoord heb voor mezelf. De algemene Macht die je van de kant van die burgerij hoort is dat je de politie nooit ziet. Men bedoelt daarmee dat die politie geen kans ziet te voorkomen dat parken en tuintjes worden vernield, vuil wordt gestort langs de openba re weg, diat de politie er niet is om in te grijpen als er in een café wondt gevochten, dat je niks aan de politie hebt als je builcman geluidsoverlast veroorzaakt omdat je nu ook weer geen moeilijkheden met de buiutrman wil". „Allemaal kleine dingen die de bungerij echter geweldig irriteren en daarom een nade lige invloed hebben op bet leefklimaat. Ik woon zelf in de Parklaan. Als daar, in het park, door de jeuigd bromfiets- wedistrijden worden gehouden, dan is diat een vervelende zaak. Hert mag ook niet, maar suirveilil'er end e poli tiem armen die met faun auto over de Parklaan rijden zien het niet, kunnen het niet zien omdat ze er t.e ver vandaan blijven. Had je daar een wijkagent dan zou die vluig weet hebben van die wedstrijden en hij zou de jon gelui kunnen aanspreken. Ik zeg niet bekeuren, daar hcuud ik niet zo van". „Eenmaal opgenomen in zijn wijk, weet de wijkagent ai gauw waar op hij moet letten, in welk café er wel eens ie mand te hard met de vuist op de toog slaat, op welke uren hij een oogje moet houden op de beplanting, waar buren- of echtelijke ruzies dreigen". „Echtelijke ruzies zijn ty pisch een politiezaak. Nooit haalt men er een maatschap pelijk werker bij. Altijd de politie. Ik kom ze regelmatig tegen, die rapporten waarin ge- meid wordt dat de politie het echtpaar tot kalmte heeft ge maand, zoals dat heet". „De wijkagent geeft het ge zag een menselijk gezicht. Hij is gemakkelijk herkenbaar en aanspreekbaar. Door de kennis die hij heeft van zijn wijk en d'e mensen en door het feit dat die mensen uit de wijk hem goed kennen werkt hij veel preventiever dan de af en toe langskomende Volkswagen en kan hij ook meer werk maken van zijn hulpverlenende taak. Hij kan enorm veel doen aan al die kleine, irritante en leef klimaat bedervende dingen, waaraan de politie in zijn hui dige organisatievorm niet toe komt. Om nog eens terug te komen op die herrie makende buurman. Je wilt er een eind aan hebben wanlt je hebt er last van. Maar het politiebu reau bellen is ook al zowat. Alis je nu de wijkagent er eens rustig over kunt aanspre ken en deze regelt de zaak een beetje tactisch, dan heb Je todh wel wat gewonnen". De dienstcommissie van het Roosendaalse politiekorps (een soort ondernemingsraad) voelt wel voor het idee. De burge meester: „Je hebt er natuur lijk wat rijpere mensefl voor nodig. Daarom ils het van be lang dat de promotiemogelijk heden open blijven". Door de sterk preventieve werking die kan uitgaan van een goed functionerende wij kagent, volgt op die diuiur wel licht minder werk voor het politiekorps als geheel. Daar mee zou de extra mankracht, J. P. Godwaldt diie waarschijnlijk noodzake lijk is (twee man per wtijk in wisseldienst?) later zijn ge compenseerd. Her belangrijkste doel ech ter dat burgemeester God waldt voor ogen heeft met zijn wijkagenten is de burgerij en de politie weer met elkaar in menselijk contact te brengen. „Oom Agent, dat is wat over dreven misschien. De gemoe delijkheid van de oude dorps veldwachter zou ook wat tevei gaan. Maar een politieman met een menselijk gezicht, die wil ik toch wel graag terugzien. We geven tonnen uit aan nieu we apparatuur voor de politie Allemaal nodig natuurlijk, maar intussen klagen de men sen dat ze de polite nooit zien ais er wat voorvalt in de straat. De wijkagent zullen ze wel zien, ze zuilen hem weten te vinden". WIM KOCK (Van een onzer redacteuren) ])e werkloosheid die Neder land momenteel kent is voor een groot deel niet van voorbijgaande aard. Eigenlijk wist iedereen dat al lang, waar in de afgelopen dagen k het enkele malen min of meer officieel bevestigd. Landelijk door de directeur van het Centraal Planbureau voor wat Noord-Brabant betreft door het districtsbu reau voor de arbeidsvoorzie- mnS in de provincie. In die Publicaties wordt gesproken van ..een vrij grote en harde structurele kern" van werklo den. Dat wit zeggen: mensen me niet werkloos zijn door ren tijdelijke inzinking van bet economisch leven, maar oordat zréh in onze samen- 'evuig definitieve wijzigin gen hebben voltrokken, Waardoor de werkgelegen heid voor een aantal mensen nnb definitief verdwenen is. voorbeelden van dergelijke Wijzigingen zijn het wegval- en van grote delen van een bepaalde bedrijfstak, zoals at met de textiel en met de ®v°en- en lederindustrie is l beurd. Heel gewoon ge- eSd betekent dit, dat er niet anger werk is voor iedereen 'P naar naar onze opvattin- ren toch voor in aanmerking nu moeten komen. V°°r mensen die nog opge- voerd zijn met de ge- zijn met de ge- 0,te. dat „werk voor ie- M w' een uw*1 ideaal is, net maar moeilijk ziin te Stf aan het idee, dat er lOOOto" vortdurend zo'n man in ons land main die op een andere br lar dan door werken hun kriu "i* de plank moeier om» ^'ant ook die zijn is i man!eren: wie werkloos rieli! (lmnstens een beetjel is ncn w'e 'ang werkloo' mëc ?aar zal wel iets sew. "t"- Bovendien ren de i me"iffeen niet om WOriri van Let huidice orenleger te betitelen als profiteurs van onze socia le wetgeving. Tn het hierboven aangedui- duide maandoverzicht van het Brabantse districtsbureau voor de arbeidsvoorziening wordt gezegd, dat het pro bleem van de structurele kern van werklozen slechts op te lossen is door structu rele veranderingen in het economisch leven. Wat kan daarmee bedoeld zijn? Ja, dat is nu precies de vraag. Het enige wat er vooralsnog duidelijk uit wordt is, dat de manier waarop we onze sa menleving nu hebben inge richt niet langer deugt. Want we hebben nu een vast leger van zo'n 100.000 werklozen met wie we geen weg weten. Een soort moderne paria's, waar het werkende deel van de natie met een scheef oog naar kijkt. Dat komt doordat in onze maatschappijopvat ting werken, produktie, pres tatie en economische groei als even wezenlijke bestand delen van een mensenleven worden beschouwd als eten, drinken, slapen en ademha len. Er wordt gesproken over een betere verdeling van het voorhanden zijnde werk, zo dat meer mensen kortere werkweken kunnen maken. Er wordt gesproken over vroegere pensionering, regel matige werkonderbreking voor studie en bijscholing, langere basisstudie en dus latere inschakeling in het ar beidsproces. [Wiet de vooral in Brabant erg uitspringende cij fers van de bouwvakwerk loosheid voor ogen doet een van onze redacteuren een po ging een discussie daarover op gang te brengen. Meer pretenties heeft het hierbij afgedrukte artikel niet. Onze redactie heeft een aantal ge kwalificeerde mensen uitge nodigd erop te reageren. Die uitnodiging geldt echter ook onze lezers. Ieder die meent een zinnige bijdrage aan de discussie te kunnen leveren is van harte welkom. (Van een onzer redacteuren) BREDA Terwijl men sen werkloos zijn, werken machines. Dit is in toene mende mate het beeld dat naar voren komt uit de maandelijkse cijfers van de arbeidsmarkt. In het jong ste maandoverzicht van het districtsbureau voor de ar beidsvoorziening in Noord- Brabant wordt als mogelijk heid aangekondigd, dat in de komende maanden zal blijken, dat een groot deel van de huidige werkloos heid blijvend zal zijn en dat een oplossing gevonden zal moeten worden, als we die tenminste willen, in een an dere opbouw van ons econo misch leven. Dat overzicht wees er voorts op, dat de bouwarbeidsmarkt, in Brabant zorgenkind num- tnier een, zich onvoldoende herstelt van de ernstige üizin king. Gedeeltelijk, zo werf gezegd, door structurele wijzi gingen in de bouwactiviteiten. De woorden „structurele wij zigingen" houden in, dat ooi; in deze sector van het be drijfsleven mensen werden er worden vervangen door ma chines. Van hoeveel invloed dal is op de Brabantse arbeids markt is na te gaan als mei ziet, dat in Brabant de werk lozen in de bouw, met in be grip van grond-, weg- en wa terbouw, bijna de helft van de totale werkloosheid onder mannen uitmaken. Dit zijn dc cijfers: totaal geregistreerde mannelijke arbeidsreserve 10.160. Achter die mechanisatie, de (abriekmatige aanpak van de bouw zitten verschillende drijfveren. Mechanisatie ver hangt voor een deel erg zware nensonwaardige arbeid. Vooi ■en ander deel is het eer rwestie van efficiency, dius ran een rendabeler bedrijfs- •oering. Bovendien hebber mechanisatie en automatisering n het bouwbedrijf, al zijn ze vaar verhouding laat op gang gekomen, hun aandeel gele verd In een versnelde aanpak van d'e woningnood, d'ie ons al meer dan een kwart eeuw 'chitervolgt. Vooral dat laatste moge tot dianicbaarheid stemmen, met de huidige hardnekkige werk loosheidscijfers voor ogen Kan men zich in redelijkheid gaan afvragen, of het middel op cte diuur niet enger is ge worden dian de kwaal. Beter gezegd, of het middel niet een meuwe kwaal heeft veroor zaakt, diie minstens even erg en mogelijk uitzichrtJozer is aan de eerste. De vraag naar structurele veranderingen lijkt die veronderstelling te beves tigen. Maar welke structurel-e ver anderingen dan? Ze zullen in elk geval iets heel anders moeten zijn dian de economi sche ehfao welke momenteel wordt toegepast in de vorim vaat aanvullende werken en extra wericigelegenëeiidispro- •■rammia's. Er wordt in ver end met de bouwwerkloosheid eenvoudigste (té eenvoudige?) oplossing voor de hand: scha kel een stuk meohanische energie maar weer uiit en laat menselijke energie opnieuw djat werk doen. Toegepast op die ergste werMoosheiidstoon, de bouw, wil dat zeggenga weer terug naar traditionele bouwvormen, bijvoorbeeld in de woningbouw. Maar even voor de hand lig gend als de oplossing zijn een aantal daaraan verbonden be zwaren. Mechanisatie in de woningbouw heeft omvangrij ke diepte-investeringen van bouwondernemingen gevraagd (dat wil zeggen: geld steken in arbeidsloon besparende ma chines) en die moeten hun geld opbrengen. Voorts zal ir el gesproken over ont-, her- ■n bijscholing, maar dian gaat het over een zeer langzaam verkend proces, diat er ook deels op gericht is wei'klozen of werkzoekenden geschikt te maken voor werk in andere bedrijfstakken. En de vraag is maar, welke bedrijfstakken nog zo arbeidsintensief zjjn en blijven, diat ze in de toe komst de veile werklozen van nu en d'e werkzoekenden van l'an kunnen opnemen. Terwijl mensen wertolou: zijn, werken machines. Als we dat beeld van onze huidige economie even vasthouden, dan ligt bij een vraag naar struc tuurverandering als eerste een woningbouwprooes dat op nieuw arbeidsintensief wordt gemaakt de loonsom en als gevolg daarvan de (huurprijs) van het pnodiufct woning sterk oplopen. Het gaat er nu maar om, ol aan die bezwaren in zoverre tegemoet gekomen kan wor den, dat er een toestand ont staat d'ie op een aanvaardbare manier naar een structuurver andering leidit. Want die huidi ge situatie heeft immers min stens even zo grote bezwaren Werk hebben, en dan als het even kan bevredigend werk, is voor mensen een belangrijk deel van hun welzijn. Geen werk hebben, zeker ails dat lang duurt betekent dius ener zijds het gemis van dat stuk welzijn. Maar anderzijds, waar net over duizenden mensen gaat, betekent het ook de noodzaak tot het betalen van grote sommen aan sociale uit- iceringen. Met andere wooraen en puur economisch benaderd: heel veel geld uitgeven Waar geen (of geen evenredige) ar beid tegenover staat. Wat zou er nu gebeuren als het woniinigbouwproees weer arbeidsintensief gemaakt zou worden, zonder dat men daar bij nu meteen moet denken aan het herinvoeren van wat hierboven mensonwaardige ar beid werd genoemd? Gesteld dat het probleem van de plot seling Stijgende loonsom nu eens aangepakt zou worden door opdeling: een deel komt voor rekening van het be drijfsleven, de rest wordt be taald uit de pot, waaruit nu de werkloosheidsuitkering ge haald wordt. Wat kan daarmee wonden bereikt? Op de eerste en voor naamste plaats groeit de werkgelegenheid in de bouw, zodat werkloze bouwvakkers weer aan de slag kunnen. Op de tweede plaats wordt de som der sociale uitkeringen aanzienlijk- minder. Anders gezegd: uiit de overheidspot. die we allemaal samen moeten vullen, verdwijnt minder geld waar geen arbeid tegenover staat Op de derde plaats lijkt het mogelijk in de prijs var het eindprodukt woning alleen dat deel van de loonsom door te berekenen, dat door het be drijfsleven is betaald en dat dus rendabel moet zijn. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat de woningen onder dit re giem gebouwd niet duurder en, afhankelijk van de verde ling van de loonkosten, mis schien zelfs goedkoper zouden kunnen zijn. Hetgeen in een aantal gevallen zou kunnen lei den tot het teruglopen van huursubsidies, die nu onmis baar zijn. Tenslotte menselijke energie doet geen beroep op schaarse grondstoffen. Blijft de vraag wat er dient te gebeuren met de kostbare apparatuur, die bouwonderne mingen hebben aangeschaft om de woningbouw te kunnen mechaniseren. Want het is na tuurlijk wat teveel gevraagd om die nu maar meteen op de schroothoop te gooien. Het is bekend, dat de gemechaniseer de woningbouw behoefte heeft aan een type bouwvakker dat niet traditioneel geschoold is. Het zou de moeite waard zijn na te gaan, of er geen ontwik kelingslanden zijn, waar even tueel overcomplete apparatuur erg welkom zou zijn. In dat geval zon onze nationale over heid die apparatuur kunnen opkopen (bijvoorbeeld uit geld dat niet aan werkloosheidsuit keringen hoeft te worden be steed) en als ontwikkelings hulp in natura aan die landen schenken. De huidige werkloosheids- golf is begonnen ais het ge volg van een inzinking in de conjunctuur. Meer en meer echter gaat blijken, dat hij een blijvend en grimmig ka rakter heeft gekregen. In het verleden, toen de mechanisatie en de automatisering In het drijfsleven zich aandienden, is de vrees voor deze vorm van werkloosheid vaak uitge sproken. Maar het geloof in een voortdurende en blijvende economische groei en in onze knapheid om de economie te beheersen was groter dan die angst. De vraag is of dat ge- 'oof bij iedereen nog wel zo rotsvast overeind staat. Als dat niet zo is zullen we ergens aan de structurele veranderin gen in het economisch leven moeten beginnen. Een vreemd woord: levens lust. Het klinkt alsof het nan huis uit een beetje Duits is, en we denken bij het horen er van al gauw aan iets, dat we om duistere redenen eerder als een beetje Frans beschou wen: lekker eten en achter de vrouwen aanzitten. Het woord roept associaties op met jeug digheid, maar dan bij voor keur een jeugdigheid, die pas komt op de middelbare leef tijd, wanneer het gevecht met de grijze haren al verloren is. Het lijkt te gaan om iets dat langs een omweg in ons ba- staan wordt binnengesmok keld. Levenslust is, zegt het woordenboek, een verlangen om te blijven leven. Dat „blij ven" is veelzeggend; het zegt namelijk, dat de lust veroverd moet worden op de vanzelf sprekendheid van de dood cn het verdriet. Zolang het leven nog vanzelfsprekend is en zijn tegenstander nog niet ontmoet heeft, hoeft de levenslust zich nog niet zo nadrukkelijk aan le dienen. De wat wufte en frivole as sociaties die het woord op roept, en die het waarschijn lijk al opriep, toen het in onze taal geïntroduceerd werd ik vermoed, dat dit op het einde van de achttiende eeuw ge beurde en wel vanuit Duits land kunnen wel verband houden met de gêne die men sen vanouds voelen, als zij zich bewust worden van de gelijktijdigheid van leven en dood. Hoe meer inhoud het leven krijgt, des te dichter bevinden wij ons gewoonlijk bij de dood. „Leven" gaat on der de druk van die omstan digheden meer betekenen dan een levend wezen zijn. Het krijgt een accent (leven) en schuift met enige nadrukke lijkheid in de meer actieve richting: zijn mogelijkheden uitbuiten en nooral: genieten. Dit gebeurt onder invloed van de overweging, dat het bin nenkort afgelopen zal zijn. Al in de oudste Griekse drinklie deren wordt de aansporing tot genieten gekoppeld aan de verzekering, dat het leven kort is. Een gedachte die droevig stemt, wordt aangegrepen om aan te sporen tot genieten. Ik denk, dat hier de belangrijkste bron van de gegeneerdheid ligt. Want dat kan natuurlijk niet: genieten omdat we straks dood zullen zijn; de dood op zich kan geen bijdrage zijn tot het genot. Uit schaamte over zo'n tegenstrijdigheid gaan we het voorstellen, alsof genieten iets zou zijn, waar we eenvou dig toe kunnen besluiten: kom, laten we genieten. Dat is een vrij frustrerende vlucht in de actie. Het leven, overscha duwd door de dood, is vol van dit vervalsende activisme. Te gen beter weten in een beetje besmuikt koesteren wij de il lusie, dat wij het leven aardig in de hand hebben en dat u>e naar willekeur kunnen be schikken over de stemming, waarin we die korte tijd zul len doorbrengen. Maar we kunnen dat niet; als het op genieten aankomt, hebben we weinig te willen. Toch vind ik „levenslust" een sympathiek woord, juist ook om dat vleugje schaamte, rebellie en opzettelijkheid, dat erin doorklinkt. Het is een woord met een klein blosje. een teken, dat het bedrog niet helemaal gelukt is en dat dit ook niet de bedoeling is. Le ven en genieten zijn dan ook helemaal niet zulke actieve aangelegenheden als wel eens wordt voorgesteld; en levens lust is in veel hogere mate een gunst die ons gegeuen wordt dan het effect van een wilskrachtige beslissing. Er komt weinig luidruchtigheid en snoeperij aan te pas en hij hoeft zich niet in forse activi teiten te vermommen. De kracht die de schaduw van de dood overwint en waardoor wij verrijzen is heel iets anders dan de roes waarin hij wordt vergeten. Wat Fran cis Bacon zei van de natuur, geldt ook van het meest na tuurlijke dat er is, de dood; hij wc -d alleen overwonnen door eraan te gehoorzamen. Dat is niet: er altijd aan den ken en er voortijdig aan te gronde gaanmaar integen deel; weigeren te vluchten in ovpervlakidge vergetelheid. De rest, is onze zaak niet. Uit eigen kracht kunnen wij niet uit de dood verrijzen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 29