Golda Meir: „Eenvoudige joodse grootmoeder en harde Staatsleider"
8 uur
ibant
B.V.
Met
vier jaar
verplicht
naar school?
Vijvertje,
PRIESTERS IN MOZAMBIQUE
MOESTEN POSTEN VERIATEN
ind<
1640-34368
:atie
VAN SABBEN
li BIEFSTUK
i. 7,98
ijn 7,98
GRAM
binnenland
buitenland
IJN
VI
BASISSCHOOL
ARGUMENT
Binnen 5 jaar
30.000 arbeids
plaatsen nodig
in Zuid-Limburg
Vrijdag 12 april 1974
15
(Van onze redactie
buitenland)
TEL AVIV Premier Gol
da Meir besloot een jaar gele
den dat rij bij het naderen
van me leeftijd van 75 jaar
genoeg aan politiek gedaan
had. Zij wilde zich terugtrek
ken op haar kibboets in de
Negev-woestijn en het regeren
aan jongere mensen overlaten.
Men kon haar echter overre
den te blijven.
Zo kwam het dat de m de
Russische stad Kiev geboren
grootmoeder-politicus, die eens
bi Milwaukee (Wisconsin) on
derwijzeres was, zich weer in
zette voor de nationale verkie
zingen die op 30 oktober zou
den worden gehouden. Me
vrouw Metr, die 52 jaar gele
den uit de V.S. naar het toen
malige Palestina vertrok, werd
beschouwd als een zeker te
rugkerend premier.
Toen brak echter op 6 okto
ber de vierde oorlog uit die
noodzaakte tot uitstel van de
verkiezingen tot 31 december.
Be rol van „opperbevelheb
ber" tijdens de 18-daagse oor
log teek goed te passen bij de
kordate premier, die sedert
lang de reputatie had een
doorzetster te zijn, Israels
eerste premier, David Ben-
Goerion, noemde haar eens
,.de beste man in mijn kabi
net".
Maar na Israels bloedigste
oorlog sedert 1948, het jaar
dat het land de onafhankelijk
heid uitriep, kwam de kritiek
op haar regering los. Het land
zou niet voorbereid zijn ge
weest op de „oorlog van Jom
Kippoer". Haar politieke
macht slonk. Haar arbeiders
partij verloor 5 zetels. Er ont
stond een politieke machts
strijd op het tijdstip dat Israël
gewikkeld was in zeer delica
te onderhandelingen met de
Arabieren.
Na de verkiezingen van 31
december vorig jaar werd zij
op 29 januari door president
Efraim Katzir belast met de
vorming van een nieuwe rege
ring. Verwacht werd dat zij er
in zou slagen een nieuw kabi
net samen te stellen uit haar
arbeiderspartij, de nationale
religieuze partij en de onaf
hankelijke liberalen (de coali
tiepartners). Zij kon boven
dien rekenen op de steun van
drie Arabische afgevaardigden
die de beginselen van de ar
beiderspartij zijn toegedaan.
Te zamen zouden zij een
meerderheid van 68 zetels
hebben in de Knesset die 120
leden telt.
Mevrouw Meir verklaarde
er trots op te zijn dat zij weer
was aangezocht een kabinet te
vormen „hoewel ik ook tevre
den zou zijn geweest als men
deze zware last aan een ander
had overgelaten want ik word
er niet jonger op". Het zou
haar vierde kabinet zijn. Het
eerste formeerde zij na de
dood van premier Esjkol, in
februari 1969. het tweede na
de verkiezingen in 1969 en het
derde in augustus X970, toen
de rechte-nationalLstische Ga-
chal uit de Nationale Religieu
ze Partij was getreden uit
protest tegen aanvaarding van
een bestand na de uitputtings
oorlog van president Nasser
aan het Suezkanaal.
In februari ontstonden er
moeilijkheden met de forma
tie. Minister Dajan weigerde
mee te doen i.v.m. kritiek op
hem buiten en binnen de ar
beiderspartij. De NRP wenste
de toezegging dat er een dui
delijke uitspraak zou komen
over de religieuze „wie is
jood-kwestie".
Op 3 maart zei mevrouw
Meir haar pogingen te willen
staken. Zij was op te grote
verbitterdheid en op groepsbe
langen gestuit. Op 4 maart liet
zij zich echter overhalen nog
een laatste poging te doen. De
kritieke situatie die inmiddels
aan het Golanfront was ont
staan, leidde er tenslotte toe
dat mevrouw Meir op 6 maart
een coalitieregering van de
oude regeringspartijen kon
vormen, waarin minister Da-
jan zijn portefeuille behield.
Nauwelijks vier weken later
ontstonden opnieuw moeilijk
heden toen op 2 april het inte
rim-rapport verscheen van de
rijkscommissie van onderzoek
naar het gebrek aan paraat
heid voor de oktober-oorlog.
Daarin werden premier Meir
en minister Dajan van blaam
gezuiverd en de militaire lei
ders verantwoordelijk gesteld.
Het politieke bewustzijn van
Golda Meir ontstond na in
haar jeugd getuige te zijn ge
weest van een program in
Rusland. Zij kwam tot de
overtuiging dat joden een ei
gen Land moesten hebben.
Als 8-jarig meisje emigreer
de zij met haar familie uit
Rusland naar de V.S., waar zij
onderwijzeres werd. Vijftien
jaar later vertrok zij met haar
man, de Zionist Norris Meyer-
son, naar Palestina, waar zij
in een kibboets leefden. Daar
werden een zoon en een doch
ter geboren. Haar man keerde
terug naar de V.S. waar hij
inmiddels is overleden. Het
huwelijk was kapot gegaan
maar op de ladder van de
Zionistische beweging steeg
Golda steeds hoger.
Toen in 1948, kort voor de
vorming van de joodse staat,
een Arabische aanval dreigde,
ging Golda Meir, vermomd als
Arabische, de Jordaan over
om koning Abdoellah van
Transjordanië er toe te bewe
gen zich afzijdig te houden
van de ophanden zijnde strijd.
Bij de geboorte van de staat
Israël was zij een van de on
dertekenaars van de onafhan
kelijkheidsproclamatie en de
enige vrouw in de voorlopige
regering. Zij was voorts de
eerste ambassadeur van Israël
In Moskou, minister van ar
beid, minister van buitenland
se zaken en premier.
In brede kring werd zij be
schouwd als een unieke com
binatie van de eenvoudige
joodse grootmoeder en de har
de staatsleider. Door radio-
Cairo eens „de duivelin" ge
noemd, was zij voor velen in
eiigen land „onze Golda". Te
genstanders beschouwden haar
wel als een bedrijver van
machtspolitiek. Velen zagen
haar echter als een bekwame,
onvermoeibare leider die soms
20 uur per dag werkte en
uitgeputte medewerkers naar
bed stuurde. Van slapeloosheid
had zij geen last. In de oorlog
sliep zij zelfs door het lucht
alarm heen.
Kettingrookster als zij is,
rookt zij per dag drie pakjes
sigaretten. Zij drinkt 10 tot 12
koppen koffie per dag. Vol
gens haar medewerkers is zij
goed gehumeurd, ook al werd
zij in de afgelopen maanden
geplaagd door aanvallen van
gordelroos en een oogontste
king.
Amerika is een deel van
haar leven. Herhaalde malen
bezocht zij dat land waar zij
veel van de wapens wist te
krijgen, die zij nodig zei te
hebben om zich tegen een
Arabische aanval te bescher-
Haar eerste reis als premier
naar de V.S. was een persoon
lijke triomf. De Amerikanen
waren gecharmeerd door het
rimpelige grootmoederstype en
haar accent uit de tijd dat zij
opgroeide in het Midden-Wes
ten.
Haar Amerikaanse bezoeken
wekten herinneringen op aan
de dag in 1948 toen zij met 10
dollar op zak in New York
aankwam om geld in te zame
len voor de strijd tegen de
Arabieren. Ben-Goerion zei
daarover dat zij de geschiede
nis zou ingaan als de vrouw
die het geld bijeenbracht dat
het bestaan van de staat mo
gelijk had gemaakt.
Zelf zei mevrouw Meir on
langs dait zij niet zo dwaas zou
zijn zich zorgen te maken over
haar plaats in de geschiedenis.
„Ik heb in mijn leven zoveel
zien gebeuren, met alle zor
gen, moeilijkheden en geva
ren. Ik ben hier meer dan 50
jaar. Mijn kinderen en klein
kinderen zijn hier geboren.
Wij zagen dingen tot stand
komen en hebben een beetje
daartoe kunnen bijdragen.
Meer kan men niet wensen".
Een lezeres vindt het maar
„een stupide gewoonte" dat
een getrouwde vrouw, wier
man overlijdt, te pas en te
onpas het eikei „weduwe"
opgeplakt krijgt. Ze begrijpt
dat niemand dit doet om de
vrouw met opzet te kren
ken. Het wordt volgens haar
gewoon gedaan omdat men
er niet bij nadenkt.
Openbare instanties en de
pers zouden van het „zin-
loze gedoe" om het steeds te
hebben over „de weduwe
die-en-die" eenvoudig moe
ten afstappen, aldus deze le-
i zeres.
I Met wat goede wil en een
beetje begrip moet dat vol
gens haar kunnen zonder
f dat er nu per se eerst een
Kamerdebat over gehouden
wordt. En om het belache
lijke van de hele zaak nog
eens te onderstrepen eindigt
ze met de opmerking:
Als het over een man gaat,
die zijn vrouw verloren
heeft, spreekt men toch ook
niet van „mijnheer de we
duwnaar"?
Wat dat laatste betreft
heeft de schrijfster natuur
lijk gelijk. Hoe dat komt
durven we zo een-twee-drie
niet te zeggen. Misschien is
het een voorbeeldje van de
vaak onbedoelde maar toch
nog steeds duidelijk aanwe
zige discriminatie van de
vrouw ten opzichte van de
man in onze maatschappij.
Of alle weduwen zelf een
hekel hebben aan de aan
duiding „de weduwe" voor
hun naam betwijfelen we,
We doen dat alleen al op
grond van het feit, dat we
veel brieven van alleen
staande vrouwen binnen
krijgen, die ondertekend
worden met: „weduwe
of „mevr. weduwe" of een
iets andere variatie met het
woord „weduwe" er in.
Aangenomen moet worden
dat deze vrouwen er juist
prijs op stellen met „wedu
we" aangeduid te worden.
„De weduwe een stu
pide aanduiding of een sta
tussymbool?
Wanneer u uw mening
hierover wilt geven schrijf
dan even naar: De Stem, re
dactie „Van Mens tot Mens",
Reigerstraat 16 Breda.
1ZE UITGEBREIDE COLLECTIE IN
JSES
EN
IRKEN ENZ. ENZ.
T GROOT!!!
phen
de - Tel. 01148 - 1262
ntie van
- GOES
landen van 11 april j.l. staat
650-34635
wkun""1 j
do«n?
produk»",
k°o,n
sraa9
hebben!
tii
eerst
„De Nederlandse regering,
I® met name minister Van
1 Kemenade, wil weer een
[herziening van de structuur
pan ons onderwijs. Hij wil
I een school maken, die ook
pe kleuterjaren omvat. Een
[school voor alle kinderen
pan 4 tot 12 jaar. Die 4-ja-
pgen, die nu nog niet leer
plichtig zijn, zullen dat dan
[worden. Dat is een princi
piële kwestie die niet elke
goedkeurt. Er zijn
[ouders die beslist hun kin-
[deren niet op de kleuter-
pchool willen hebben. En er
[zijn er die één jaar kleuter
onderwijs Sen°eg vinden.
[Onze beslissingsvrijheid
wordt dus weer een stukje
teruggedrongen".
®at schrijft de heer S.H. Hel-
l»werf uit Gilze, onder an-
|:cr1 in een uitvoerige brief
ET b^ressief onderwijsbe-
Hij merkt voorts op dat
Iki ü5W' ,oen men begreep dat
fjMefarbeid ongepast was
iLi drang van opkomende
j se gedachten" die kin-
erarbeid automatisch heeft
I gangen door leerplicht.
Iliill 's wetenschappe-
ij.1, "nderzocht of dit vier
f k I de juiste leeftijd
I m naar school te gaan".
heer Hellingwerf betoogt
Kat u jomge kinderen,
■telt v- ?olt voc>r zesjarigen
Beliii lichamelijk en gees-
1,,, .nns niet aan de school
K'o 1)n- Lichamelijk moeten
Si af of 9 iaar voor zÜn-
ban ieit ,v<>or een verhoging
Itoi j leerplichtige leeftijd
fcrhml ieeftijdsgroepen. Hij
i nt er verder in zijn in
teressante brief zelfs een soort
klasse,bewuste conclusie aan.
„Het leven van de arbeider zal
er als volgt gaan uitzien, als
de nieuwe schoolvorm door
gaat: geboren en bij moeder
tot het 4e jaar, dan naar de
nieuwe school, dan het bedrijf
in tot het 65ste (als hij-zij dat
haalt) en dan zich geen raad
weten met die verkregen vrij
heid en een doelloos leven als
afgedankte loonslaaf'.
De kleuterscholen waren
noodzaak, toen er grote gezin
nen waren, zegt hij. Nu kun
nen ze opgeheven worden. Hij
vindt dat een gehuwde vrouw
met kleine kinderen thuis be
hoort te zijn. „Mijns inziens
gaat het wel en wee van de
kinderen boven geldelijk ge
win en het liever-gaan-werken
van de moeder. De beste voe
dingsbodem voor de ontwikke
ling van een kind is en blijft
het gezin met moeder thuis.
Zie maar om u heen".
Het is beslist nog geen vast
staand feit dat we in ons land
een basisschool krijgen voor
alle kinderen van 4 tot 12
jaar. Wél gaat men, bij wijze
van experiment, met zulk een
samenvoeging van kleuter- en
lager onderwijs proeven ne
men. Uitgangspunt is daarbij,
onder andere, de gedachte dat
een soepele overgang van de
kleutertijd naar de mogen
we het zo even noemen
kindertijd door die samenvoe
ging sterk zal worden bevor
derd.
Zonder allerlei grote en du
re woorden te gebruiken, weet
iedereen dat het ene kind van
4, 5, 6 vult u maar aan
veel rijper is dan het andere.
Terwijl het ene kind geen en
kele moeite heeft als het op
zijn zesde jaar naar de eerste
klas van de lagere school
moet, zit het andere op die
leeftijd in die klas helemaal
fout.
Welnu, waarom dan geen
eind gemaakt aan dat jaar
klassensysteem en ervoor ge
zorgd dat in die kleuter-kin
derjaren het allemaal glijiden-
der gaat. Ongemerkt van de
kleuterjaren al spelende en le
rende naar de kinderjaren en
in die kinderjaren geen zitten
blijven meer, maar kinderen
van
mens
tot
mens
die -ii net leren voortgaan op
hun eigen niveau. Dat klinkt
mooi. Er zit veel in. Maar er
is ook wel wat tegen. En onze
briefschrijver slaat een spijker
op de kop als hij zegt nogal
wat bezwaren te hebben tegen
die verlaging van de leerplich
tige leeftijd. Er zijn daartegen
ook onmiddellijk bezwaren in
gebracht. Dat gevecht is nog
in volle gang. Ongetwijfeld
zal men proberen met zo'n
nieuwe basisschool weten
schappelijk gaan begeleiden.
Daaruit moeten we leren.
Wie zal, ook na studie, uit
maken wat de juiste leeftijd is
voor het invoeren van leer
plicht? Zou die niet voor ieder
kind anders liggen En daar
mee kan een wetgever, een
gemeenschap, niet werken.
Die moet algemene regels ge-
ven.Wij geloven niet dat on
middellijk moet worden ge
sproken van „weer een stukje
terugdringen van onze beslis
singsvrijheid. Dat argument
is ook gebruikt door tegen
standers van de invoering van
de leerplicht.
Waar ligt de grens tussen spel en (leer)plicht
juist duidelijk
Het zou best kunnen rijn.
dat ons nageslacht zal ervaren
dat invoering van de nieuwe
basisschool heeft geleid tot
een generatie volwassenen die
veel beter dan hun ouders zijn
opgeleid voor de samenleving
waarin zij moeten staan. Die
dus in die samenleving veel
vrijer, veel onbevooroordeel-
der, veel ombewangener, staan.
Wie zal het zeggen. Er is nog
een, wij menen sterk, argu
ment om leerplicht van het
vierde jaar af in te voeren.
We weten namelijk, en dat is
herhaaldelijk wetenschappe
lijk onderzocht, dat vele kin
deren uit taalarme gezinnen,
uit zwak-sociale milieus, op
school niet mee bunnen. Niet,
omdat ze „dom" zijn, maar
omdat ze thuis geen goed of
onvoldoende goed Nederlands
hebben geleerd. Die kinderen
kunnen het best geholpen
worden in de kleuterjaren
Juist in het nieuwe systeem
zouden zij de kans krijgen,
zonder ergens te blijven zit
ten, over dezelfde eindstreep
te komen als hun minder ge
handicapte kameraadjes.
Wij hebben begrip voor de
opvatting van de heer Helling-
werf dat moeders met kleine
kinderen geen beroepsarbeid
verrichten die haar dwingt
een groot deel van de dag niet
thuis te zijn.
Maar hij mag van zijn op
vatting geen wet van Meden
en Perzen maken. Veel jonge
vrouwen hebben eenvoisiig
gezichtsveldverruimende acti
viteiten naast huin huishouden
nodig om actief en fris aan de
opvoeding van hun kinderen
te kunnen blijven werken. Het
werk buitenshuis van de
vrouw komt het kind in veel
ten
gevallen,
goede.
Wij zijn het beslist oneens
met briefschrijver als hij stelt
dat de kleuterscholen nood
zaak waren iin de tijd van de
grote gezinnen. Toen waren er
nog geen kleuterscholen, maar
bewaarscholen. Dat waren
heel andere instituten. Wij ge
loven dat kleuterscholen juist
in deze tijd uiterst nuttige in
stellingen zijn, waar kleuters
leren zich sociaal te gedragen
en te bewegen. Waar ze bo
vendien allerlei functies leren
ontwikkelen, waartoe ze vaak
thuis geen gelegenheid krijgen
(kleine flatjes, drukke straten,
televisie 's avonds). Opschui
ven van de leerplichtige leef
tijd tot het 8ste en 9de jaar
lijkt ons ongewenst. Alleen al,
omdat dan onmiddellijk de
vraag moet worden gesteld
waar en hoe men de kinderen
dan tot die leeftijd moet op
vangen. Thuis Dat gelooft de
briefschrijver zelf ook niet. En
als we voor die opvang andere
instituten gaan scheppen, zul
len het toch weer leerinstitu-
ten worden.
Voor een aantal westerse
landen is zijn boutade over de
mens die werkt van zijn vier
de tot zijn 65ste jaar en zich
dan verveelt als afgedankte
loonslaaf, nauwelijks herken
baar. Wij zijn bijna allemaal
werknemers geworden. De
strijd om de democratisering
van het bedrijfsleven is in
volle gang. Men kan moeilijk
volhouden dat die van werk
nemerszijde dioor loonslaven
wordt gevoerd. Die kreet doet
het gelukkig niet meer zo. Al
was het alleen maar dank zij
het stelsel van sociale zeker
heid dat we met z'n allen
hebben opgebouwd en dragen.
Als het voorjaar zo lekker op
gang komt, en de gazonmaaier,
de hark en de schoffel weer
uit de mattebaUen gehaald
worden, krijgen weer heel wat
mensen zin in een tuinvijver-
tje. Een eigen waterplasje,
met goudvissen, waterplanten
en misschien zelfs een fon
teintje, is een extra stukje le
ven. Zelf zo'n vijvertje maken
heel wat plezier kunt bele-
ven.Zelf zo'n vijvertje maken
komt altijd neer op het pro
bleem: hoe krijg je de zaak
waterdicht
Ervaren handigerds weten
daar wel raad op: ze metselen
een put en weten alles van
waterdichte specie. Maar hoe
doe je dat nu op de meest
simpele toer
Dat hoeft niet zoveel kop
zorg te geven. Er zijn plastic
vijverbakken te koop, van
klein tot groot, en in allerlei
vormen, die ook aan elkaar ge
zet kunnen worden. Zo'n plas
tic vijver zet je gewoon in een
gat in de grond. Tegels of
flagstones langs de rand, en de
vijver is klaar. De fabrikant
van die dingen is Plostica.il in
Hoorn.
Goedkoper is een vijverbek
ken van plasticfolie. Een gat
graven met liefst wat glooien
de oevers, een laagje zand,en
dan en dan een grote plak
plasticfolie. Pogingen in die
richting mislukken soms door
twee oorzaken: het folie is te
dun, en er ontstaan lekken, of
de stukken zijn te klein, en de
tijmnaad die dan in alle on
schuld wordt gemaakt, is ver
re van waterdicht.
Daar is ook al weer wat op
bedacht: er is een firma die
van een tekeningetje dat men
opstuurt, een helemaal in de
juiste vorm er. op de juiste
maat gelaste vijver van plas
ticfolie maakt. Het werk dat
men zelf te doen heeft, be
perkt zich tot het graven van
het gat. Een heel handige me
thode om een waterdichte vij
ver te maken. Het materiaal
(pvcfolie) is erg stenig, en
kan in zwart of groen gele
verd worden. De leverancier v
de fa. Bönnekamp in Amster
dam.
Om nog even tiaar de plastic
vijverbakken terug te keren
een kleiner type, dus ook nog
best betaalbaar, is ook bin
nenshuis te gebruiken, of op
een balkon. Om het een beetje
aardig te maken, bouw je rond
de bak een stel plantenbakken
op, waarvan de vijverbak dan
het centrum vormt. Een beetje
stoeien met mat grote keien,
potten met waterplanten en
zorgen voor een redelijke be
schaduwing. Voor de planten in
de omringende bakken wordt
daardoor meteen een goed
vochtige atmosfeer gescha
pen.
En tenslotte is ook op het
balkon en zelfs binnenshuis
een fonteintje in de vijverbak
mogelijk, want onderwater
pompjes zijn er al in kleine
maten.
LOURENCO MARQUES
De katholieke bisschop van
Nampula (in Noord-Mozambi-
que) en zes missionarissen
zijn gisteren per vliegtuig uit
deze stad vertrokken met on
bekende bestemming. Dit is
meegedeeld door een kerkelijk
woordvoerder in Nampula.
Aan hun vertrek zijn daigen
van heftige demonstraties in
Nampula voorafgegaan. Giste
ren had zich een grote menig
te blanken verzameld voor het
bisschoppelijk paleis om de
uitwijzing vasn de priesters te
eisen. De betogers trokken
door de straten, waarbij etala
geruiten werden ingegooid van
winkels, die geen gehoor had
den gegeven aan de oproep als
blijk van protest te sluiten.
De missionarissen hebben
een manifest ondertekend,
waarin staat dat de kerk haar
werk in Mozambique niet naar
behoren an verrichten zolang
het Portugese koloniale be
stuur gehandhaafd blijft. Vol
gens de Portugese autoriteiten
helbben de missionarissen sa
mengewerkt met het Frelimo,
de bevrijdingsbeweging van
Mozambique. De bisschop Dom
Manuel Vieira Pin to, die zich
niet van de missionarissen
wilde distantiëren, werd door
de betogers van „hoogverraad"
beschuldigd.
De zes missionarissen waren
door de Mozarruhikaanse auto
riteiten enige weken gelden
uitgewezen, maar toen ze naar
het vliegveld reden om het
lanid te verlaten, werden ze
door een grote mensenmenigte
lastig gevallen. Daarop keer
den ze onder politie-escorte
terug waar Nampula. Later
werd het uitwijzingsbevel na
tussenkomst vam de apostoli
sche nuntius, mgr. Sensi. op
geschort.
Na het vertrek had zich
weer een groot aantal mensen
verzameld dm Nampula, dit
maal bij het bureau van de
gouverneur, waar ze juichten,
in de handen klapten ein het
Portugese volkslied zongen.
MAASTRICHT (ANP) De
komende vijf jaar zal in het
herstructureringsgebied ln
Zuid-Limburg gezorgd moeten
worden voor 30.000 arbeids
plaatsen. Dit zei in Maas
tricht oud staatssecretaris M.J.
Keyzer bij de presentatie van
een vijfjarenplan van de
Stichting economische ontwik
keling Zuid-Limburg, waarvan
de heer Keyzer voorzitter is.
Het vijfjarenplan is geba-
seert op het onderzoek van hst
raadgevend bureau Berenschot
naair het aantal te creëren
nieuwe arbeidsplaatsen in
Zuid-Limburg. In het vijfdelige
rapport concludeert het bureau
Berenschot dat er een groot
gat zal vallen tussen de groei
van de beroepsbevolking en
de werkgelegenheid in Zuid-
Limburg wanneer niet op tijd
gezorgd zou worden voor nieu
we werkgelegenheid.
PPR-fraetievoorzitter De Gasy
Fortman en zijn fractiegenoot
Waltmans maken in de tweede
helft van deze maand een
twaalfdaagse reis door Bulga
rije, Roemenië en Polen, om
zich met name te oriënteren
over het beleid inzake de vre
despolitiek en de ontwapening
in deze laniden.
(ADVERTENTIE)