Golda Meir: „Eenvoudige joodse grootmoeder en harde Staatsleider" 8 uur ibant B.V. Met vier jaar verplicht naar school? Vijvertje, PRIESTERS IN MOZAMBIQUE MOESTEN POSTEN VERIATEN ind< 1640-34368 :atie VAN SABBEN li BIEFSTUK i. 7,98 ijn 7,98 GRAM binnenland buitenland IJN VI BASISSCHOOL ARGUMENT Binnen 5 jaar 30.000 arbeids plaatsen nodig in Zuid-Limburg Vrijdag 12 april 1974 15 (Van onze redactie buitenland) TEL AVIV Premier Gol da Meir besloot een jaar gele den dat rij bij het naderen van me leeftijd van 75 jaar genoeg aan politiek gedaan had. Zij wilde zich terugtrek ken op haar kibboets in de Negev-woestijn en het regeren aan jongere mensen overlaten. Men kon haar echter overre den te blijven. Zo kwam het dat de m de Russische stad Kiev geboren grootmoeder-politicus, die eens bi Milwaukee (Wisconsin) on derwijzeres was, zich weer in zette voor de nationale verkie zingen die op 30 oktober zou den worden gehouden. Me vrouw Metr, die 52 jaar gele den uit de V.S. naar het toen malige Palestina vertrok, werd beschouwd als een zeker te rugkerend premier. Toen brak echter op 6 okto ber de vierde oorlog uit die noodzaakte tot uitstel van de verkiezingen tot 31 december. Be rol van „opperbevelheb ber" tijdens de 18-daagse oor log teek goed te passen bij de kordate premier, die sedert lang de reputatie had een doorzetster te zijn, Israels eerste premier, David Ben- Goerion, noemde haar eens ,.de beste man in mijn kabi net". Maar na Israels bloedigste oorlog sedert 1948, het jaar dat het land de onafhankelijk heid uitriep, kwam de kritiek op haar regering los. Het land zou niet voorbereid zijn ge weest op de „oorlog van Jom Kippoer". Haar politieke macht slonk. Haar arbeiders partij verloor 5 zetels. Er ont stond een politieke machts strijd op het tijdstip dat Israël gewikkeld was in zeer delica te onderhandelingen met de Arabieren. Na de verkiezingen van 31 december vorig jaar werd zij op 29 januari door president Efraim Katzir belast met de vorming van een nieuwe rege ring. Verwacht werd dat zij er in zou slagen een nieuw kabi net samen te stellen uit haar arbeiderspartij, de nationale religieuze partij en de onaf hankelijke liberalen (de coali tiepartners). Zij kon boven dien rekenen op de steun van drie Arabische afgevaardigden die de beginselen van de ar beiderspartij zijn toegedaan. Te zamen zouden zij een meerderheid van 68 zetels hebben in de Knesset die 120 leden telt. Mevrouw Meir verklaarde er trots op te zijn dat zij weer was aangezocht een kabinet te vormen „hoewel ik ook tevre den zou zijn geweest als men deze zware last aan een ander had overgelaten want ik word er niet jonger op". Het zou haar vierde kabinet zijn. Het eerste formeerde zij na de dood van premier Esjkol, in februari 1969. het tweede na de verkiezingen in 1969 en het derde in augustus X970, toen de rechte-nationalLstische Ga- chal uit de Nationale Religieu ze Partij was getreden uit protest tegen aanvaarding van een bestand na de uitputtings oorlog van president Nasser aan het Suezkanaal. In februari ontstonden er moeilijkheden met de forma tie. Minister Dajan weigerde mee te doen i.v.m. kritiek op hem buiten en binnen de ar beiderspartij. De NRP wenste de toezegging dat er een dui delijke uitspraak zou komen over de religieuze „wie is jood-kwestie". Op 3 maart zei mevrouw Meir haar pogingen te willen staken. Zij was op te grote verbitterdheid en op groepsbe langen gestuit. Op 4 maart liet zij zich echter overhalen nog een laatste poging te doen. De kritieke situatie die inmiddels aan het Golanfront was ont staan, leidde er tenslotte toe dat mevrouw Meir op 6 maart een coalitieregering van de oude regeringspartijen kon vormen, waarin minister Da- jan zijn portefeuille behield. Nauwelijks vier weken later ontstonden opnieuw moeilijk heden toen op 2 april het inte rim-rapport verscheen van de rijkscommissie van onderzoek naar het gebrek aan paraat heid voor de oktober-oorlog. Daarin werden premier Meir en minister Dajan van blaam gezuiverd en de militaire lei ders verantwoordelijk gesteld. Het politieke bewustzijn van Golda Meir ontstond na in haar jeugd getuige te zijn ge weest van een program in Rusland. Zij kwam tot de overtuiging dat joden een ei gen Land moesten hebben. Als 8-jarig meisje emigreer de zij met haar familie uit Rusland naar de V.S., waar zij onderwijzeres werd. Vijftien jaar later vertrok zij met haar man, de Zionist Norris Meyer- son, naar Palestina, waar zij in een kibboets leefden. Daar werden een zoon en een doch ter geboren. Haar man keerde terug naar de V.S. waar hij inmiddels is overleden. Het huwelijk was kapot gegaan maar op de ladder van de Zionistische beweging steeg Golda steeds hoger. Toen in 1948, kort voor de vorming van de joodse staat, een Arabische aanval dreigde, ging Golda Meir, vermomd als Arabische, de Jordaan over om koning Abdoellah van Transjordanië er toe te bewe gen zich afzijdig te houden van de ophanden zijnde strijd. Bij de geboorte van de staat Israël was zij een van de on dertekenaars van de onafhan kelijkheidsproclamatie en de enige vrouw in de voorlopige regering. Zij was voorts de eerste ambassadeur van Israël In Moskou, minister van ar beid, minister van buitenland se zaken en premier. In brede kring werd zij be schouwd als een unieke com binatie van de eenvoudige joodse grootmoeder en de har de staatsleider. Door radio- Cairo eens „de duivelin" ge noemd, was zij voor velen in eiigen land „onze Golda". Te genstanders beschouwden haar wel als een bedrijver van machtspolitiek. Velen zagen haar echter als een bekwame, onvermoeibare leider die soms 20 uur per dag werkte en uitgeputte medewerkers naar bed stuurde. Van slapeloosheid had zij geen last. In de oorlog sliep zij zelfs door het lucht alarm heen. Kettingrookster als zij is, rookt zij per dag drie pakjes sigaretten. Zij drinkt 10 tot 12 koppen koffie per dag. Vol gens haar medewerkers is zij goed gehumeurd, ook al werd zij in de afgelopen maanden geplaagd door aanvallen van gordelroos en een oogontste king. Amerika is een deel van haar leven. Herhaalde malen bezocht zij dat land waar zij veel van de wapens wist te krijgen, die zij nodig zei te hebben om zich tegen een Arabische aanval te bescher- Haar eerste reis als premier naar de V.S. was een persoon lijke triomf. De Amerikanen waren gecharmeerd door het rimpelige grootmoederstype en haar accent uit de tijd dat zij opgroeide in het Midden-Wes ten. Haar Amerikaanse bezoeken wekten herinneringen op aan de dag in 1948 toen zij met 10 dollar op zak in New York aankwam om geld in te zame len voor de strijd tegen de Arabieren. Ben-Goerion zei daarover dat zij de geschiede nis zou ingaan als de vrouw die het geld bijeenbracht dat het bestaan van de staat mo gelijk had gemaakt. Zelf zei mevrouw Meir on langs dait zij niet zo dwaas zou zijn zich zorgen te maken over haar plaats in de geschiedenis. „Ik heb in mijn leven zoveel zien gebeuren, met alle zor gen, moeilijkheden en geva ren. Ik ben hier meer dan 50 jaar. Mijn kinderen en klein kinderen zijn hier geboren. Wij zagen dingen tot stand komen en hebben een beetje daartoe kunnen bijdragen. Meer kan men niet wensen". Een lezeres vindt het maar „een stupide gewoonte" dat een getrouwde vrouw, wier man overlijdt, te pas en te onpas het eikei „weduwe" opgeplakt krijgt. Ze begrijpt dat niemand dit doet om de vrouw met opzet te kren ken. Het wordt volgens haar gewoon gedaan omdat men er niet bij nadenkt. Openbare instanties en de pers zouden van het „zin- loze gedoe" om het steeds te hebben over „de weduwe die-en-die" eenvoudig moe ten afstappen, aldus deze le- i zeres. I Met wat goede wil en een beetje begrip moet dat vol gens haar kunnen zonder f dat er nu per se eerst een Kamerdebat over gehouden wordt. En om het belache lijke van de hele zaak nog eens te onderstrepen eindigt ze met de opmerking: Als het over een man gaat, die zijn vrouw verloren heeft, spreekt men toch ook niet van „mijnheer de we duwnaar"? Wat dat laatste betreft heeft de schrijfster natuur lijk gelijk. Hoe dat komt durven we zo een-twee-drie niet te zeggen. Misschien is het een voorbeeldje van de vaak onbedoelde maar toch nog steeds duidelijk aanwe zige discriminatie van de vrouw ten opzichte van de man in onze maatschappij. Of alle weduwen zelf een hekel hebben aan de aan duiding „de weduwe" voor hun naam betwijfelen we, We doen dat alleen al op grond van het feit, dat we veel brieven van alleen staande vrouwen binnen krijgen, die ondertekend worden met: „weduwe of „mevr. weduwe" of een iets andere variatie met het woord „weduwe" er in. Aangenomen moet worden dat deze vrouwen er juist prijs op stellen met „wedu we" aangeduid te worden. „De weduwe een stu pide aanduiding of een sta tussymbool? Wanneer u uw mening hierover wilt geven schrijf dan even naar: De Stem, re dactie „Van Mens tot Mens", Reigerstraat 16 Breda. 1ZE UITGEBREIDE COLLECTIE IN JSES EN IRKEN ENZ. ENZ. T GROOT!!! phen de - Tel. 01148 - 1262 ntie van - GOES landen van 11 april j.l. staat 650-34635 wkun""1 j do«n? produk»", k°o,n sraa9 hebben! tii eerst „De Nederlandse regering, I® met name minister Van 1 Kemenade, wil weer een [herziening van de structuur pan ons onderwijs. Hij wil I een school maken, die ook pe kleuterjaren omvat. Een [school voor alle kinderen pan 4 tot 12 jaar. Die 4-ja- pgen, die nu nog niet leer plichtig zijn, zullen dat dan [worden. Dat is een princi piële kwestie die niet elke goedkeurt. Er zijn [ouders die beslist hun kin- [deren niet op de kleuter- pchool willen hebben. En er [zijn er die één jaar kleuter onderwijs Sen°eg vinden. [Onze beslissingsvrijheid wordt dus weer een stukje teruggedrongen". ®at schrijft de heer S.H. Hel- l»werf uit Gilze, onder an- |:cr1 in een uitvoerige brief ET b^ressief onderwijsbe- Hij merkt voorts op dat Iki ü5W' ,oen men begreep dat fjMefarbeid ongepast was iLi drang van opkomende j se gedachten" die kin- erarbeid automatisch heeft I gangen door leerplicht. Iliill 's wetenschappe- ij.1, "nderzocht of dit vier f k I de juiste leeftijd I m naar school te gaan". heer Hellingwerf betoogt Kat u jomge kinderen, ■telt v- ?olt voc>r zesjarigen Beliii lichamelijk en gees- 1,,, .nns niet aan de school K'o 1)n- Lichamelijk moeten Si af of 9 iaar voor zÜn- ban ieit ,v<>or een verhoging Itoi j leerplichtige leeftijd fcrhml ieeftijdsgroepen. Hij i nt er verder in zijn in teressante brief zelfs een soort klasse,bewuste conclusie aan. „Het leven van de arbeider zal er als volgt gaan uitzien, als de nieuwe schoolvorm door gaat: geboren en bij moeder tot het 4e jaar, dan naar de nieuwe school, dan het bedrijf in tot het 65ste (als hij-zij dat haalt) en dan zich geen raad weten met die verkregen vrij heid en een doelloos leven als afgedankte loonslaaf'. De kleuterscholen waren noodzaak, toen er grote gezin nen waren, zegt hij. Nu kun nen ze opgeheven worden. Hij vindt dat een gehuwde vrouw met kleine kinderen thuis be hoort te zijn. „Mijns inziens gaat het wel en wee van de kinderen boven geldelijk ge win en het liever-gaan-werken van de moeder. De beste voe dingsbodem voor de ontwikke ling van een kind is en blijft het gezin met moeder thuis. Zie maar om u heen". Het is beslist nog geen vast staand feit dat we in ons land een basisschool krijgen voor alle kinderen van 4 tot 12 jaar. Wél gaat men, bij wijze van experiment, met zulk een samenvoeging van kleuter- en lager onderwijs proeven ne men. Uitgangspunt is daarbij, onder andere, de gedachte dat een soepele overgang van de kleutertijd naar de mogen we het zo even noemen kindertijd door die samenvoe ging sterk zal worden bevor derd. Zonder allerlei grote en du re woorden te gebruiken, weet iedereen dat het ene kind van 4, 5, 6 vult u maar aan veel rijper is dan het andere. Terwijl het ene kind geen en kele moeite heeft als het op zijn zesde jaar naar de eerste klas van de lagere school moet, zit het andere op die leeftijd in die klas helemaal fout. Welnu, waarom dan geen eind gemaakt aan dat jaar klassensysteem en ervoor ge zorgd dat in die kleuter-kin derjaren het allemaal glijiden- der gaat. Ongemerkt van de kleuterjaren al spelende en le rende naar de kinderjaren en in die kinderjaren geen zitten blijven meer, maar kinderen van mens tot mens die -ii net leren voortgaan op hun eigen niveau. Dat klinkt mooi. Er zit veel in. Maar er is ook wel wat tegen. En onze briefschrijver slaat een spijker op de kop als hij zegt nogal wat bezwaren te hebben tegen die verlaging van de leerplich tige leeftijd. Er zijn daartegen ook onmiddellijk bezwaren in gebracht. Dat gevecht is nog in volle gang. Ongetwijfeld zal men proberen met zo'n nieuwe basisschool weten schappelijk gaan begeleiden. Daaruit moeten we leren. Wie zal, ook na studie, uit maken wat de juiste leeftijd is voor het invoeren van leer plicht? Zou die niet voor ieder kind anders liggen En daar mee kan een wetgever, een gemeenschap, niet werken. Die moet algemene regels ge- ven.Wij geloven niet dat on middellijk moet worden ge sproken van „weer een stukje terugdringen van onze beslis singsvrijheid. Dat argument is ook gebruikt door tegen standers van de invoering van de leerplicht. Waar ligt de grens tussen spel en (leer)plicht juist duidelijk Het zou best kunnen rijn. dat ons nageslacht zal ervaren dat invoering van de nieuwe basisschool heeft geleid tot een generatie volwassenen die veel beter dan hun ouders zijn opgeleid voor de samenleving waarin zij moeten staan. Die dus in die samenleving veel vrijer, veel onbevooroordeel- der, veel ombewangener, staan. Wie zal het zeggen. Er is nog een, wij menen sterk, argu ment om leerplicht van het vierde jaar af in te voeren. We weten namelijk, en dat is herhaaldelijk wetenschappe lijk onderzocht, dat vele kin deren uit taalarme gezinnen, uit zwak-sociale milieus, op school niet mee bunnen. Niet, omdat ze „dom" zijn, maar omdat ze thuis geen goed of onvoldoende goed Nederlands hebben geleerd. Die kinderen kunnen het best geholpen worden in de kleuterjaren Juist in het nieuwe systeem zouden zij de kans krijgen, zonder ergens te blijven zit ten, over dezelfde eindstreep te komen als hun minder ge handicapte kameraadjes. Wij hebben begrip voor de opvatting van de heer Helling- werf dat moeders met kleine kinderen geen beroepsarbeid verrichten die haar dwingt een groot deel van de dag niet thuis te zijn. Maar hij mag van zijn op vatting geen wet van Meden en Perzen maken. Veel jonge vrouwen hebben eenvoisiig gezichtsveldverruimende acti viteiten naast huin huishouden nodig om actief en fris aan de opvoeding van hun kinderen te kunnen blijven werken. Het werk buitenshuis van de vrouw komt het kind in veel ten gevallen, goede. Wij zijn het beslist oneens met briefschrijver als hij stelt dat de kleuterscholen nood zaak waren iin de tijd van de grote gezinnen. Toen waren er nog geen kleuterscholen, maar bewaarscholen. Dat waren heel andere instituten. Wij ge loven dat kleuterscholen juist in deze tijd uiterst nuttige in stellingen zijn, waar kleuters leren zich sociaal te gedragen en te bewegen. Waar ze bo vendien allerlei functies leren ontwikkelen, waartoe ze vaak thuis geen gelegenheid krijgen (kleine flatjes, drukke straten, televisie 's avonds). Opschui ven van de leerplichtige leef tijd tot het 8ste en 9de jaar lijkt ons ongewenst. Alleen al, omdat dan onmiddellijk de vraag moet worden gesteld waar en hoe men de kinderen dan tot die leeftijd moet op vangen. Thuis Dat gelooft de briefschrijver zelf ook niet. En als we voor die opvang andere instituten gaan scheppen, zul len het toch weer leerinstitu- ten worden. Voor een aantal westerse landen is zijn boutade over de mens die werkt van zijn vier de tot zijn 65ste jaar en zich dan verveelt als afgedankte loonslaaf, nauwelijks herken baar. Wij zijn bijna allemaal werknemers geworden. De strijd om de democratisering van het bedrijfsleven is in volle gang. Men kan moeilijk volhouden dat die van werk nemerszijde dioor loonslaven wordt gevoerd. Die kreet doet het gelukkig niet meer zo. Al was het alleen maar dank zij het stelsel van sociale zeker heid dat we met z'n allen hebben opgebouwd en dragen. Als het voorjaar zo lekker op gang komt, en de gazonmaaier, de hark en de schoffel weer uit de mattebaUen gehaald worden, krijgen weer heel wat mensen zin in een tuinvijver- tje. Een eigen waterplasje, met goudvissen, waterplanten en misschien zelfs een fon teintje, is een extra stukje le ven. Zelf zo'n vijvertje maken heel wat plezier kunt bele- ven.Zelf zo'n vijvertje maken komt altijd neer op het pro bleem: hoe krijg je de zaak waterdicht Ervaren handigerds weten daar wel raad op: ze metselen een put en weten alles van waterdichte specie. Maar hoe doe je dat nu op de meest simpele toer Dat hoeft niet zoveel kop zorg te geven. Er zijn plastic vijverbakken te koop, van klein tot groot, en in allerlei vormen, die ook aan elkaar ge zet kunnen worden. Zo'n plas tic vijver zet je gewoon in een gat in de grond. Tegels of flagstones langs de rand, en de vijver is klaar. De fabrikant van die dingen is Plostica.il in Hoorn. Goedkoper is een vijverbek ken van plasticfolie. Een gat graven met liefst wat glooien de oevers, een laagje zand,en dan en dan een grote plak plasticfolie. Pogingen in die richting mislukken soms door twee oorzaken: het folie is te dun, en er ontstaan lekken, of de stukken zijn te klein, en de tijmnaad die dan in alle on schuld wordt gemaakt, is ver re van waterdicht. Daar is ook al weer wat op bedacht: er is een firma die van een tekeningetje dat men opstuurt, een helemaal in de juiste vorm er. op de juiste maat gelaste vijver van plas ticfolie maakt. Het werk dat men zelf te doen heeft, be perkt zich tot het graven van het gat. Een heel handige me thode om een waterdichte vij ver te maken. Het materiaal (pvcfolie) is erg stenig, en kan in zwart of groen gele verd worden. De leverancier v de fa. Bönnekamp in Amster dam. Om nog even tiaar de plastic vijverbakken terug te keren een kleiner type, dus ook nog best betaalbaar, is ook bin nenshuis te gebruiken, of op een balkon. Om het een beetje aardig te maken, bouw je rond de bak een stel plantenbakken op, waarvan de vijverbak dan het centrum vormt. Een beetje stoeien met mat grote keien, potten met waterplanten en zorgen voor een redelijke be schaduwing. Voor de planten in de omringende bakken wordt daardoor meteen een goed vochtige atmosfeer gescha pen. En tenslotte is ook op het balkon en zelfs binnenshuis een fonteintje in de vijverbak mogelijk, want onderwater pompjes zijn er al in kleine maten. LOURENCO MARQUES De katholieke bisschop van Nampula (in Noord-Mozambi- que) en zes missionarissen zijn gisteren per vliegtuig uit deze stad vertrokken met on bekende bestemming. Dit is meegedeeld door een kerkelijk woordvoerder in Nampula. Aan hun vertrek zijn daigen van heftige demonstraties in Nampula voorafgegaan. Giste ren had zich een grote menig te blanken verzameld voor het bisschoppelijk paleis om de uitwijzing vasn de priesters te eisen. De betogers trokken door de straten, waarbij etala geruiten werden ingegooid van winkels, die geen gehoor had den gegeven aan de oproep als blijk van protest te sluiten. De missionarissen hebben een manifest ondertekend, waarin staat dat de kerk haar werk in Mozambique niet naar behoren an verrichten zolang het Portugese koloniale be stuur gehandhaafd blijft. Vol gens de Portugese autoriteiten helbben de missionarissen sa mengewerkt met het Frelimo, de bevrijdingsbeweging van Mozambique. De bisschop Dom Manuel Vieira Pin to, die zich niet van de missionarissen wilde distantiëren, werd door de betogers van „hoogverraad" beschuldigd. De zes missionarissen waren door de Mozarruhikaanse auto riteiten enige weken gelden uitgewezen, maar toen ze naar het vliegveld reden om het lanid te verlaten, werden ze door een grote mensenmenigte lastig gevallen. Daarop keer den ze onder politie-escorte terug waar Nampula. Later werd het uitwijzingsbevel na tussenkomst vam de apostoli sche nuntius, mgr. Sensi. op geschort. Na het vertrek had zich weer een groot aantal mensen verzameld dm Nampula, dit maal bij het bureau van de gouverneur, waar ze juichten, in de handen klapten ein het Portugese volkslied zongen. MAASTRICHT (ANP) De komende vijf jaar zal in het herstructureringsgebied ln Zuid-Limburg gezorgd moeten worden voor 30.000 arbeids plaatsen. Dit zei in Maas tricht oud staatssecretaris M.J. Keyzer bij de presentatie van een vijfjarenplan van de Stichting economische ontwik keling Zuid-Limburg, waarvan de heer Keyzer voorzitter is. Het vijfjarenplan is geba- seert op het onderzoek van hst raadgevend bureau Berenschot naair het aantal te creëren nieuwe arbeidsplaatsen in Zuid-Limburg. In het vijfdelige rapport concludeert het bureau Berenschot dat er een groot gat zal vallen tussen de groei van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid in Zuid- Limburg wanneer niet op tijd gezorgd zou worden voor nieu we werkgelegenheid. PPR-fraetievoorzitter De Gasy Fortman en zijn fractiegenoot Waltmans maken in de tweede helft van deze maand een twaalfdaagse reis door Bulga rije, Roemenië en Polen, om zich met name te oriënteren over het beleid inzake de vre despolitiek en de ontwapening in deze laniden. (ADVERTENTIE)

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 15