Van zesde klassers Ste. Marie HERINNERING AAN VROEGER Ernesto Geisel gaat moeilijke jaren tegemoet i* BRAZILIËLAND VOL MYTHES flfERKERS(STERS) bijP&C jrant iAR Onweek STOUTE VOS EEN PATRIJS WIL OP REIS Vechtende vrouwen Tuberculose Rijken steeds rijker Woensdag 10 april T974 lim jack. 8(46.0 „WK voetbalspel" van f7,50. Bovendien de 26 retourtjes .Om daar Nederland aan De jury van deze van Arie van Gemert, indse scheidsrechter voor n. Koöp dat spel. RAS IKEN SK GET GOLFBAAN id <bl onderdag en vrijdagmi' BREDA - Tel. 01600 - 55" schreven onder andere het volgende: Jongens uit de zesde klas van „Ste Marie" in Huyber- gen kregen als opdracht in een van hun opstellen iets Snoepjes te vertellen over hun eerste jeugdherinneringen. De Toen *k k^in was. kreeg ik op een dag zin in een snoepje, meeste jongens wisten nog keeit 0p de ka3t en wat zag jets uit hun kleutertijd. Ze ik daar: een doosje. Ik maakte het open en zag er snoepjes in liggen en zei: „Josje moet jij ook een snoep je hebben". Hij zei: „Geef maar". Mama hoorde het en sleurde me mee en zei tegelij- LanQPOOf kertijd: „Naar het ziekenhuis vlug, want die snoepjes waren pilletjes". Toen we in het zie kenhuis waren pomptein ze mijn maag leeg. Naderhand bleek dat ik niets opgegeten had. Henri Roels Juf Langpoot zo noemden we haar, omdat ze zulke lange benen had. 's-Morgens kwam ik op school. Juffrouw Lang poot stond bij de deur. Ik rende met mijn vrienden naar de zandbak. Daar gekomen gooide ik al het zand over de stenen. Ja jongens je moet u>e- ten dat ik nog een echte snot aap was. De juf had het ge zien en kwam als een razende op mij af. Ik zag, dat de juf kwaad was, want dat kon je altijd merken, aan haar stijf getrokken neus. Ik kon ner gens heen, want er lag een bloementuin voor me en als ik daar door liep moest ik naar het hoofd van de school. De juf kwam nadar. Ze was zo kwaad dat ik de rillingen in mijn benen kreeg. Tenslotte besloot ik door de tuin te lo pen. Als een hazewind rende ik door de tuin, maar wat ik niet verwachtte dat de juf het zelfde deed. Ze vloog met haar lange benen achter mij aan. Tenslotte had ze me nog gevangen. Uiteindelijk moest ik na afloop naar het hoofd van de school. Denk maar dat ik die avond vroeg in bed lag. Harold van Bremen schok. Ik liep door alle sloten en plassen en daar was ons huis en de hond. Ik ging op mijn tenen staan en duwde de kruk naar beneden. Ik was birmen. Hé wat was het hier droog. Ik kreeg een veilig gevoel. W. Voerman s. 9 Leslie Magnus uit Vogelwaarde tekende een paashaas met De tekening was zo groot, dat we niet alle mandjes in de Kleine veel mandjes vol paaseieren. Stem ktinnen afbeelden. Ik was zowat vier jaar en mijn vader had pas een nieu we tractor en ging wat halen. Het was prachtig weer, de zon scheen en de vogels floten dat het een lieve lust was. Ik stond te springen om mee te mogen, maar mijn vader vond het niet goed. Ik dacht na en vroeg aan de hond of hij wou keipen, helaas zei hij niets te rug. Ik besloot in alle ernst er achter aan te gaan, precies de verkeerde kant. Het was een hele trip maar toch was ik al gauw in het bos. Het lag daar als een groen rustende reus en door dit aanzien werd ik lui, ging liggen en sliep in. Ik werd wakker door een gewel dig geraas en gedonder. De hemel lichtte en de bliksem leek als een vlammende speer, die de aarde wilde doorklie ven. Ik werd bang en begon te rennen zo vlug mijn kleine beentjes konden dragen. Ik rende of ik het onweer van me af wilde schudden. Ik ren de harder en harder. Daar was een weiland. Ik probeerde on der het prikkeldraad te krui pen, bleef haken en kreeg een Het was 's-middags en de zon rustte achter de wolken. We hadden pas de tuin gemest en dat vond ik wel interes sant. De volgende dag besloot ik maar eens een kijkje te nemen. Ik dacht: „Wat is dat nu voor een vreemd spul en het ruikt ook niet zo al te best". Ik pakte een klodder en begon er mee te kneden. Het was nogal sappig. Tenslotte had ik er genoeg van en veeg de mijn handen aan mijn broek af. Maar wat was dat wat een vlekken. Oh, oh, dat mag mams niet weten, want dan zwaait er wat. Ik rende als een bezetene naar binnen en deed mijn broek in de wasmachine. Snel pakte ik een pak waspoeder en kieper de alles erin, zette hem aan en liep naar boven om een schone broek aan te trekken. Toen ik terug kwam kreeg ik niet iets plezierigs te zien. Bijna de hele keuken was één schuimbad. Een momentje stond ik te twijfelen wat ik moest doen. Ik wou alles snel opruimen, maar daar kwam niks van in, want daar stond mijn moeder. Hoe het afliep zal ik maar niet vertellen, maar dat mijn lichaam een paar mankementjes had dat mag je gerust wel weten. Robert Koch. De melkboer kwam altijd met een slak. 's-Morgens ging ik mee naar de melkboer en hij kwam weer met de slak. Hij was druk bezig met mijn moeder maar ondertussen stapte ik in de cabine. Het sleuteltje zat er nog op en zonder ik het wist trapte ik op de pedaal en de slak schoot vooruit. Er stond een nieuwe wagen voor de slak en ik reed er achter op. De melkboer schrok zich een hoedje maar het was te laat. Hij trok mij eruit en zette de slak in zijn achteruit. Het ging langzaam maar hij ging los van de wa gen. Er waren flessen leapot en er zat een verschrikkelijke deuk in de auto en in de slak. Dit was het einde van een fijne, maar korte rit. Hans Nouws. Claire de Schepper uit Chaam tekende deze lachende paashaas. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininuiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinuiiiiiiiuiiiiiniiiiiiiiij»jiiiimiiiiiiiiiiiir Er was eens een vos De vos was bang voor de boer. Hij houdt veel van kip. De lente is nog niet voorbij. Op een goed dag was het len te. De vos was blij. De vos had jonge vosjes Ze speelden in de wei. Rudi van Oers. 7 jaar. Illllllllllllllimillllllllllllllllllllllllll Er was eens een patrijs Die was eigenwijs Want hij wilde op reis Maar haar man Thijs Was wel wijs Hij zei: „Jij gaat niet op reis Dus ging ze niet op reis En in plaats daarvoor kreeg ze zalig ijs Voortaan was ze nooit meer eigenwijs En ging ze nooit op reis. Pim Kamp, Rijsbergen. eindredactie: rieja van aart 5 niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiimimiiiiiiiiiim Een enorm aantal leuke versierde paaseieren, gedichtjes en verhaaltjes is tot nu toe al voor de paaswedstrijd bij ons binnengekomen. Jongens en meisjes van allerlei leeftijden hebben naar ons een werkstuk gestuurd. Er zijn ook weer enkele klassen van scholen, die bij ons een grote enveloppe vol mooie paaseieren hebben laten bezorgen. Jullie zullen begrijpen, dat het een groot karwei is om uit al deze mooie werkstukken de meest originele te kiezen. We zijn heel hard aan het werk om alles voor de volgende week rond te krijgen, zodat jullie woensdag na Pasen in de Kleine Stem kunnen lezen wie er een groot chocolade paasei hebben gewonnen. BUENOS AIRES Het Bra ziliaanse bewind onder leiding van de nieuwe president gene raal Ernesto Geisel gaat waar schijnlijk de moeilijkste periode tegemoet, sinds tien jaar gele ien de militairen de macht «vernamen. Al aan het eind van de regering van generaal Medici kwamen steeds vaker de interne tegenstellingen naar yoren. Het afgelopen anderhalf jaar lieten zelfs trouwe pala dijnen van de militaire dicta- tatuur hun protesten horen. Zo erkende achtereenvolgens de president van de Hoge Raad, Aliomar Baleeiro, stelselmatige verkrachting van wetten, trad een minister van landbouw af nit protest tegen de pro-im- perialistische landbouwpolitiek en bevestigde voor het eerst een minister, J. Passarinho van On derwijs, het bestaan van marte- lingen. (Begin november 1973). Dit is evenwel kinderspel bij i wat Geisel te wachten staat. Groeiende economische moei- j 'Scheden en met name de for se Prijsstijgingen van de olie "''eigen een einde te maken j aan het zogeheten economisch 'vonder. Om de voornamelijk I d°°r buitenlands kapitaal ge arceerde industriële groei (vo- jaar ruim 13 gaande te dan dat de kans dat deze klap te boven kan worden gekomen door het opvoeren van de ex port of het afremmen van an dere importprodukten gerinig is. Integendeel, zelfs wordt verwacht dat de in Brazilië zo bevoorrechte auto-industrie (Europees en Noordameri kaans) zijn exportprognoses niet zal kunnen waar maken en dat verscheidene ontwikke- de voorbode worden gezien van de ernstige moeilijkheden waarmee de nieuwe president te kampen krijgt. Het in gevaar komen van het „economisch wonder" zal ook de positie van zijn schepper, de militaire dictatuur, aantas ten. Het „economisch wonder", wat een nogal bedrieglijke be naming is voor de officiële the orie van „concentratie van zu Medici wel moest erkennen dat „het met de economie goed gaat, maar met het volk slecht gaat". Om zijn theorie over „Groei is concentratie" te verdedigen durfde daarente gen vorig jaar de minister van Financiën Antonio Delfim Net to vol te houden, dat ondanks de grote verschillen „toch al len zich verbeterd hebben". Voor de meeste armen noemde Het Intersyndicale Departe ment voor Statistiek en Soci aal-Economische Studies te Sao Paulo, kwam aan de hand van officiële cijfers onlangs tot de conclusie dat het huidige mi nimumloon nog niet de helft van de koopkracht heeft van het minimumloon van 1958. Alleen al in de periode begin 1964 (het jaar waarin de mili taire dictatuur werd geïnstal- litaire dictatuur en economi sche wondertjes rijn op ver schillende terreinen ronduit desastreus te noemen. Ook al is vergelijkend materiaal wat betreft bijvoorbeeld de volks gezondheid en sociale toestan den schaars, toch blijkt uit diverse informaties waaron der de documenten die vorig jaar mei de bisschoppen van Noord- en Middenoost-Brazi- ÜH ÉRio de Janeiro: o.Porió Aïëqréï s <IfëÊ$[tlanUScl]es Fortalezi BRAZILIË Recife< Salvador^ BOlivia^ BRASILIA® Belo Horizonten «r - v Paulo1 jj«uden, was aanvankelijk ge- dat dit jaar voor 2.000 ™Wen dollar aan olie zou mt» n worden ingevoerd. De te d priif?.rij gingen verpldch- rti? Srazilië nu evenwel voor I Sf*. hoeveelheid 3.000 a légggjJ" dollar op tafel te vm;6 enorme hoeveelheid in» ]aar was slechts 700 mil- i v. dollar nodig is even- I als de helft van de devie- I v Brazilië voor zijn tota- xPort krijgt. Daarbij komt (Van onze correspondent) „Het spijt me meneer, alles is vol". Teleurgesteld verliet de Nederlandse diplomaat (afkomstig van de Antillen, zwart van huidskleur) het chique hotel in de Brazili aanse stad Porto Allegre. Buiten vertelde hij zijn wit- huidige collega dat ze naar een ander vakantieonderko men moesten uitkijken, om dat alles vol was. Ongelovig keek zijn collega hem aan. „Wij zijn buiten het seizoen, blijf jij hier, ik ga naar bin nen". En ja hoor, nu bleken er opeens wel kamers vrij te zijn. „Wij hebben een maand door Brazilië gereisd", vertelde hij me, „en slechts een klein deel van dit enorme land ge zien, maar men hoeft bij mij niet meer met het fabeltje aan te komen dat er geen rassendiscriminatie bestaat". De meerderheid van de hon derd miljoen Brazilianen heeft negroïde trekken als je de officiële propaganda moet geloven, dan is Brazilië een land waar geen rassen onderscheid gemaakt wordt. Zoals de bepaald niet verra- dicaliseerde Nederlandse di plomaat tijdens een kort be zoek ontdekte, is dit slechts een van de vele mythen, waarop de Braziliaanse sa menleving schijnt te zijn ge bouwd. Men behoeft geen scherpzinnig waarnemer te zijn om in Brazilië tot de ontdekking te komen: hoe donkerder de huidskleur, hoe geringer de kans is op een behoorlijke maatschappelijke positie. Uitzonderingen be vestigen de regel en worden dan ook, zoals de „Zwarte Parel" Pele, handig uitgebuit door de propaganda van het bewind in handen van blan- en blanke industriëlen, en blanke industriélen. Andere mythen? Teveel om op te noemen. Vanaf de my the van het „economisch wonder", waar in dit artikel op wordt ingegaan, via die van de metropool Sao Paulo, die met zijn acht miljoen inwoners, de grootste indus trieën, prachtiste snelwegen en modernste architectuur deelt met een langzame hon gerdood voor twee miljoen van zijn inwoners, tot en met de mythen die de gecontro leerde pers dagelijks ver spreidt betreffende nationa lisme, topsporters als natio nale helden, de nieuwste „Braziliaanse automodellen" (van Europees of Noordame rikaans kapitaal), de recep ten voor exquise maaltij den (die in de plaats komen van op het laatste moment gecensureerde perskopij), etc. „Brasil, ik houd van jou", melden stickers op auto's in Brazilië. De autobezitter ge looft in „zijn" Braziliaanse mythe, zoals hij het gelooft als zijn bewindslieden hem vertellen, dat er een econo misch wonder bestaat, dat ie dereen daarvan profiteert, dat Brazilië geen derdewe reldland maar al bijna een van de grote mogendheden l O ,Pele, handig uitgebuit door de propaganda van het be wind in handen van blanke generaals, blanke politici en blanke industriëlen" lingslanden hun invoer van in dustriële produkten uit Brazili6 wat zullen afremmen. Voorts zal Brazilië meer land- bouwprodukten moeten invoe ren dan was voorzien. Zo le veren de graanoogsten slechts 1.500.000 ton op, wat een mil joen ton minder is dan aanvan kelijk was gepland. In totaai zal hierdoor 2,7 miljoen ton moeten worden ingevoerd Prijsstijgingen en schaarste van diverse produkten zijn aan de orde van de dag. Het recente politieoptreden bij verscheidene supermarkten in Rio de Janeiro tegen om een stukje vlees vechtende huis vrouwen, kan een beetje als rijkdom" is altijd een dubieu ze aangelegenheid geweest. De afgelopen jaren heeft zij wat overtuigingskracht veroverd door groeicijfers van het bruto nationaal produkt met gemid deld zo'n tien procent. Volgens deze coneentratietheorie zal van die rijkdom geleidelijk wat naar onderen doorsijpelen. Tot op heden is hiervan wei nig gebleken en houdt voor miljoenen Brazilianen het zo geheten economisch wonder niets anders in dan ellende, een voortijdige dood en een veroordeling vari verscheidene toekomstige generaties tot eenzelfde lot. Het is niet zo verwonderlijk, dat het huidige bewind derge lijke conclusies negeert, alhoe wel de ex-president Garrasta- hij een toeneming van het jaarinkomen met ruim 20 en voor de meeste rijken met 67 Hoe deze percentages te voor schijn zijn gegoocheld, is niet helemaal duidelijk en ook niet zo belangrijk als uit verschil lende officiële bronnen blijkt dat in werkelijkheid de koop kracht van de armsten de af gelopen tien jaar voortdurend verslechterd is. Een sociolo gisch onderzoek kwam onlangs zelfs tot de ontstellende con clusie dat in het noordoosten, waar bijna eenderde van de totale bevolking woont, het voedingsniveau dusdanig snel verslechtert dat het nu al on derdoet voor dat in de vorige eeuw tijdens de formele sla vernij. leerd) tot eind 1969 gingen de minimumloners er in vergelij king met de kosten van levens- sonderhoud 44 op achteruit. Ook de meeste overige loon trekkers moesten in wat meer of mindere mate de buikriem aanhalen. Een kleine groep beter ge schoolde elite-arbeiders zag daarentegen zijn reële inko men flink verbeteren. Alhoe wel tijdens de afgelopen vijf jaar de inflatiegolf van het begin van de zestiger jaren fors is teruggebracht tot bijna het gemiddelde van de vijfti ger jaren, blijven de percenta ges gemiddeld 20 ook m 1973 al wordt officieel minder opgegeven toch telkens ver boven de geplande cijfers. De gevolgen van tien jaar mi- lië uitgaven en de cijfers van de volkstellingen in 1960 en 1970 dat de levensomstan digheden voor de massa Brazi liaanse armen er beroerder op worden. Terwijl jaarlijks hogere mili taire uitgaven mogelijk (en nodig) blijken, neemt het per centage van de nationale be groting dat aan volksgezond-' heid wordt besteed, af. Zoals het ministerie van Volksge zondheid vorig jaar bevestig de, lijden van de 100 miljoen Brazilianen er nu al meer dan 40 miljoen aan actieve of pas sieve tuberculose, zijn er naar schatting 30 miljoen aangetast door de ziekte van Chagas (dodelijk, wordt overgebracht door en insekt) en hebben veertig procent van de 21 mil joen kinderen beneden de zes jaar psychische afwijkingen (voornamelijk tengevolge van slechte voeding). Voorts wees eind vorig jaar een onderzoek uit, dat bijvoor beeld in de Vallei van Jequi- tinhona in de staat Minas Ge- rais de kindersterfte is opgelo pen tot 27,5 dat 45 van de bevolking is aangetast door de ziekte van Chagas en dat de gemiddelde leeftijd de 35 jaar niet overschrijdt. Toch is het Braziliaanse „eco nomisch wonder" een realiteit: zij het dan voor de buiten landse investeerders en voor de vijf procent van de bevol king (nog altijd vijf miljoen personen) die zijn aandeel in het nationaal inkomen zag op lopen van 27,4 in 1960 tot 36,3 in 1970. Het aandeel van de nationale koek voor de betere middenklasse (15 van de bevolking) bleef met ongeveer 27 nagenoeg ge lijk, wat gezien de groei van het nationaal inkomen voor de meesten van hen toch ook een positieverbetering inhoudt. De rest, tachtig miljoen Brazilia nen (80 moet de prijs van de uitbuiting opbrengen. Hun aandeel in het nationaal inko men daalde van 45,5 tot 36,8 de dertig procent arm- sten van de bevolking moeten met slechts 6,22 genoegen nemen. Een zo mogelijk nog duidelij ker beeld van de superuitbui ting waarmee het „economisch wonder" voor een minderheid gepaard gaat, toont het voort durend stijgend aantal arbeids ongevallen, dat in 1972 opliep tot 5.000 per dag. Deze ander half miljoen arbeidsongevallen per jaar zijn, aldus het minis terie van Arbeid, voornamelijk een gevolg van het overtreden van de voorschriften betref fende veiligheid, hygiëne etc. In het derde en laatste artikel wordt ingegaan op de buiten landse steun aan het Brazili aanse bewind. Jos Schurink

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 25