identfe) ENS KERK ALS RUIMTE LEREN BELEVEN Toekomst aan de paardevijg EEN GEWIEKST BOEK A/ERSE DE 3TERBV y Filosofven, die niet in de handboeken te vinden zijn Mulisch zal nooit een dichter worden van der vijver zwanenburg etten-leur kx zn. b.v. REWTH KRIJGT NIEUWE MOGELIJKHEDEN IN HET ZUIDEN OPEN BOEK OVER BOEK w kunst cultuur ken naar onze room. 350 keukenelementen hardhouten deuren Is. ceuken kunnen wij voof eden, zoals loodgieters-, in. ijdschrift ,.X (j)ooeel ota bene Molens van Nederland oek Zaterdag 6 april 1974 IJ verwachten van de mdidaten, dat zij, naast 3n MULO/MAVO-opleidlng,l i het bezit zijn van het Iploma Engelse bedrijfs- orrespondentie. nige jaren ervaring ln een aortgelijke functie lijkt ns gewenst, oeftijd: 20-25 jaar. lw schriftelijke sollicitatie unt u sturen aan de heer i.A.M. Janssen, a loofd Afd. Personeelszaken, ipyer, Van der Vijver en twanenburg B.V., 3ude Kerkstraat 8, :tten-Leur. -ven opbellen kan natuurlIJTc lOir.-tei. 01608-3951. cia (i, watrin ondargsbraeM lift. :-Groep Rtton-Lauv» TEL 01,50 3 59 60. DIMITRI vain Toren en het luisterlied was onderwerp van een proefschrift „Luisteren, een hoge vorm van bescha ving" door een zekere Patric van Looy aan de universiteit van Leuiven; zo weet zijn pla tenmaatschappij te melden. C PROLOOG brengt ook een lp op de markt mat liedjes uit het repertoire van het afgelo pen jaar en een brochure, die zal heten: Proloog en <de Over- heidenen. THE great G'atsby van Scott Fitzgerald wordt momenteel verfilmd met o.a. Robert Red- ford en Mlia Harrow. In het najaar is de film in ons land te zien. (TIP als de naam van een twee-weeks inlteroationalle the ater-workshop; van 28 juli tot 10 augustus in Rolduc bij Kerk rede. Open voor jonge men jan van 18-26 jiaar. Kosten f 275. M. Jeugd en Toneel. Tefl. 03465-4843. (IIET Platteland rond Oranje en De Zaan zijn twee specifie ke tentoomstefflinigen in het Openluchtmuseum te Arnhem, int op 1 april weer is geo pend. Vorig jaar kwamen er meer dan een half miilljoen be- roekars. (FLORENTIJNSE schilderijen In Nederiiandi, een tentoonstel ling, die eerder in Groningen was te zien, komt iets dichter bij huis. Van 6 april tot 6 mei in het Aartstoisschoippellijk Museum te Utredht. DEN HAAG Het uitgeven van boeken wordt steeds meer geconcentreerd in grote bedrij ven. Dit kan met de opkomst van de moderne media nog worden versterkt. Daarnaast zal er echter aRijd een goede bestaansmogelijkheid zijn weggelegd voor het kleine, goed geleide, gespecialiseerde uitgeversbedrijf, dat juist door zijn beperkte omvang ecui gro te flexibiliteit heeft, waar-door het snel kan vooruitlopen op nieuw behoeften die onder de boekenkopers ontslaan. Tot deze conclusie komt de directie van de nationale in vesteringsbank n.v. aan het slot van een uitvoerige be schouwing over de bedrijfse conomische aspecten van de uitgeverijen van boeken in het jaarverslag over 1973. Uiit onderzoeken is gebleken dat in het tijdvak na 1970 de reële omzetsgroei van de boe- kenafzet met 7 procent per jaar zou kunnen toenemen. Voorwaarde hiervoor is echter dat de prijsstijging van het adkamer en toilet worden hQs- tioneel, smaakvol en bovenal om wat meer in de belangste erse de Priester heeft p heeft. De belangstelling mf por 'n bezoek aan het KijkhuiJ? entatie aanvragen d.m.v. onf' IS-NATUURSTEEN-VLOEREN (TONEEL TEATRAAL-3: „Ton Luitz wordt beschouwd als een raar soort versöhajn.- 1 set", zegt Brik Vos in een de- I tat met Guus Re'kers over het I toneelbeleid. In dit nummer I lil, nogall wa,t aandacht voor I het adviies vian de Raad voor I de Kunst oiver de loneelvoor- 1 ziening '74-'75 („Raad voor de I kunst glibberend naai- een ho- Iger niW-Nic Dronk). De I schrijfster Ehited Portnoy I werkt in heit Instituut voor I Onderzoek van het Ned. Thea- I tor aan een toneelstuk waaro- I ver bien Heyting schrijft. In 1 „Vrienden" behandelt Pontnoy I problemen, die „ndeit door het I Marxisme, hat feminisme of Jdoor de welvaart worden op- 1 gelost; misschien wel door J veranderingen in de mensedij- Jke relaties", alldus EP. Verder N o.a. nog aandacht voor Toneel groep Dzjatsh en het Verbor gen tv-drama (T-T: postbus 58, Gironinigen). •KAAM-101: „Een soort pira tenzender" noemt J. Wesselo de sociaiiistiiBche uitgeverij SUN in zijn bijdrage Suuldgjht, saarin hij de linkse literatuur van deze onidememiing onder de loep neemt. Ruud Kraaye- veld bekijkt welke konse- kwentaes in de praktijk een pgocentrische en personaliisti- Jdie kritiek opleveren; een verkenning in de huidige lite- Tire kritiek aan de hanid van konkrete voorbeelden jis: Couperus de Meijer- fekman: Reve). Eddy Maelen Haakt in Lezen en Luisteren 6n verkenning door het werk van Joop Waasdorp, van wie 'e wezenloze en Onvergote- ilk Zwitserland staiae afge rukt, •HOLLANDS MAANDBLAD- IS: „Ik blijk geien psychiatri cs wonderdoener te zijn! at is judst", schrijft Poudrai- F in een discussie n.a.v. het rtikel Wie is van goud? in -M. Judy van Emmerik en A. ■eerma van Voss leveren „aaraam hun bijdragen in deze •levering. J. Pen analyseert iet wantrouwen zijn mateloze ^wondering voor Tamar (R. pblnstein) en P. Bordewijk F Wen zijn verhaal „Mans- P't heeft te vroeg gejuicht" adat o.a. blijkt, dait de jong- a oliecrisis ons nog niet op heeft tot een andere -Mg in de Europese poli- Verder o.a. prozabijdna- p van Jos Ruting en W.D. ™.(H.M. Nobedstr. 27, Den H). WIETSCHE WARANDE EN 'U0R--2: Een aflevering, e geheel gewijd is aan de Iteur Maurice Gilfems. „Het ook bunnen zijn, dat zijn Wtoop het gevolg is van het Ui ondergaan van het van de westerse oul- iode en dat zijn schrij- ,'P daaraan de hoogst -ijpende getuigenis is", Paul de Vree in zijn noti- aiiitrent d'e idee Maurice ams. Jean Weisgerber en ard Kemp bekijken vam- verschillende gezichtehoe- Gittams. Elias en var, de Jong staat een ®tont afgedrukt uit een 8 onvoltooid essay over het van deze schrijver. Spil- on bekijkt Gilïiams ais iak Pierre Dubois "otities bij dagboekaam- JWUigen van Gilliams. E. schrijft over GilOiams en muziek en Insimgel vraagt a, waarom deze 73-iarige oeperlct oeuvre heeft en 6 eerste plaats als dichter ,™md wordt? Van Gilliams staat een fragment uit ,-f1» afged-ukt (D.W en o'ohtforenhoofd 28-30, Et „In het zuiden hebben we nog niet zoveel entree. Met bemiddeling van de bisschop van Den Bosch treden we er nu voor het eerst in een r.k. kerk in Nederland op. Voor de eerste helft van juli zijn voor stellingen gepland in de St.- Jan in Den Bosch en voor 9 en 10 mei a.s. zijn we bezig met een project in de Grote Kerk van Breda. In Maastricht heeft de kerkeraad de St.-Jan ge weigerd, maar in Middelburg zijn we al enkele malen bezig geweest in de Wandelkerk. In de loop der jaren zijn we er wel achter gekomen, dat ker ken de fijnste ruimten zijn voor ons bewegingstheater' Dat zegt Hans Bleeker, op dit moment zakelijk leider van BEWTII. Driehoog in een oude school, aan de rand van de Amster damse Jordaan, zitten we tus sen stapels toneelveilingkisten. Er wordt getimmerd aan een monsterautoped, waarop 7 vol wassen mensen door een kerk zullen steppen. Een grote kin derhoepel van twee meter is in aanbouw. Beneden worden stelten van een paar meter op een auto geladen. De groep BEWTH gaat oefenen in een kerk te Deventer. De voorstel lingen worden in de te bespe len ruimte gemaakt. Hans Bleeker vindt het maar moeilijk om over hij blijft in stijil „het credo" van dit bewegingstheater te vertellen. Ervaringen worden door de meeste mensen maar moeilijk ln woorden omgezet, bespreekbaar gemaakt. Het „wat moet je ermee?" vanuit het piubliek heeft in de negen jaar van het bestaan van de groep toch wel eens geklon ken! „Ja maar onze erva ring is, dat er steeds minder mensen bij weglopen. Door ons miimespel trachten we in relatie met een bepaalde ruim te te traden. Het publiek wil len we ruimten laten ervaren of bestaande ruimtelijke rela ties verdiepen. Nee, dat is geen gemakkelijk verkoopbaar produkt, maar het typische is, dat het publiek, dat zich er goed bij voelt, uit alle leef tijdscategorieën is opgebouwd. De middelen, die we daarbij gebruiken zijn mime, bewe ging, muziek, soms wat tekst, ,en objecten. De groep we kennen geen artistieke leiders gaat eerst een bepaalde ruimte proeven. Onlangs bv. 2 uur in de Grote Kerk van Breda; erg fijne ruimte. Daarna wordt er over gediscussieerd, ontstaan er ideeën en objecten, die dienstbaar zijn om deze ruim te tastbaarder te maken. Enke le weken voor de voorstelling gaat de groep in de kerk repe teren en wordt ter plaatse de totale beweging gemaakt. Ja, iedere voorstelling is dus een unica; is zeer arbeidsintensief. We geven ruim 30 voorstellin gen per jaar en dat is voor subsidiërende instanties, die met produktiecijfers rekenen zoveel voorstellingen voor zoveel geld wel eens moei lijk te begrijpen. CRM garan deert 50% van de salarissen van de twaalf leden van de groep en de rest moeten ze zelf maar bij elkaar zien te krijgen. De meeste gemeenten zijn doorgaans zoals nu Breda wel genegen de ex perimenten te subsidiëren. Ook de provincie Brabant heeft zich in eerste instantie niet ongenegen getoond", aldus Hans Bleeker. „Nee, we betrekken het pu bliek er niet meer zó bewust in als enkele jaren geleden. Deze betrokkenheid is meer geïntegreerd in de voorstelling zelf; is niet meer zo'n idee boven het gebeuren. Bij de groep zelf is dat vergelijkbaar met de ideeën van sensitivity- traininigen e.d., die enkele ja ren geleden nog als een idee boven de groep hingen, het geen tot emotionele explosies geleid heeft. Ook dat idee is meer getraceerd binnen de groep zelf. Dat leidt bv. tot een gemakkelijker kunnen im proviseren", vertelt Hans Bleeker, die zijn studie voor agoog bijna voltooid heeft. BEWTH is oorspronkelijk een mimegroep, die in '65 werd opgericht door Frits Vo gels, mime-speler, en Arnold Hamelberg, beeldend vormge ver. Beiden probeerden kunst vormen te vinden, waarbij beeldende vormgeving en mi me hand in hand zouden gaan. Het theatergebeureai binnen BEWTH heeft dan ook van het begin af aan veel te maken gehad met het gebruik van ruimte. In de loop der jaren zijn naast beweging, muziek, lichteffecten, zang en objecten steeds belangrijker elementen van het eindresiultaat gewor den. Maar nog steedis, zelfs sterker dan ooit het geval is geweest, is het karakter van de te bespelen ruimte van het grootste gewicht. De daarbij gebruikte objecten, worden dan bv. ook als dingen „in de ruimte" gebruikt. Naast de theatervorm heeft BEWTH ook grammofoonplaten, films (o.a. Bosse Bollen) en druk werk (o.a, een Waddenfol der) gemaakt om „het credo" van de groep uit te dragen. Meer dan ooit weten we, in dit benauwde landje, wat ruimte voor je kan betekenen. Het kan daarom zinvol zijn de ons nog overgebleven ruimten optimaal te leren ervaren. Mo gelijk biedt BEWTH u daartoe binnenkort hier de helpende hand. HENK EGBERS 0 De vier Chariots maken een motor van een grasmachine. Dat geeft problemen. LE Grand Bazar is een amu sante film met een kritische ondertoon, van Bernard Arti- gues. In ons land draait hij nu onder de titel LAAT HET MAAR AAN ONS OVER, waarbij het accent ligt op de vier Chariots, op wie weer met succes een beroep is ge daan. Inspelend op de Franse titel zou de film kunnen he ten: Help! de middenstand verzuipt. Hoofdmotief van de film is nl. de strijd, die gele verd wordt door Emile (Mi chel Galabru) eigenaar van een kruidenierswinkeltje en buurtkroeg, tegen een mon ster-supermarkt. Er is heel wat te lachen in deze film, maar uiteindelijk ga je lachen als een boer, die kiespijn heeft. Wat je te zien krijigt is een persiflage op een techno cratische maatschappij, waar van jezelf deel uitmaakt. Les Chariots vormen een ploegje jonge fabrieksarbei ders, die grasmaaimachines maken op een manier, die Paul Goodman eens aldus om schreven heeft: de maatschap pij heeft zo taai en zo kundig de praktijk en de theorie van het produceren om de winst en niet in de eerste plaats om het nut proberen te verdedigen, dat ze er nu in geslaagd is, haar werkzaamheden en pro- drikten winstgevend en nutte loos te maken". De film doet er een schepje bovenop, zodat de meest zotte situaties ont staan. Ook de andere baantjes (flats tonen, folders uitdelen, flessen bezorgen e.d.), die de vier vervullen tekenen deze sfeer. In deze maatschappij past de monsterlijke supermarkt, waartegen Émile met Les Chariots strijd blijven leveren. Een strijd, die bij voorbaat verloren is. Maar hij houdt het langer vol dan zijn collega middenstanders, die door het grootwinkelbedrijf worden ingepakt. En hoe! Ook dat le vert komieke momenten op. Maar het kapitaal kweekt ook de overvallers, zodat de vier knapen een aanslag op het geldtransport van de super markt op touw zetten, terwijl Emiles zaak verkocht wordt. Ook hier wint de persiflage het van de op zich reële zaak. Het mislukt, maar wat er van overblijft is een goede ver koop, waarna Emile giul mee deelt aan zijn vier getrouwen. Zij zetten een motorzaakje op, miaar de bulldozers staan al weer klaar om ook hen te verdrijven voor „het grootste Europese motorpaleis". In ro mantische contouren vertrekt het viertal op een boerenkar om te gaan helpen in de land bouw, „Wacht maar; er is bin nenkort weer oliegebrek. De toekomst is aan de paarde vijg!", zo is de slotconclusie Al heeft Artigues hier en daar wat commerciëLe afbraak gepleegd aan zijn thema (bv. overbodige achtervolging op motorfietsen, de zoveelste), er blijft voldoende over om de film geamuseerd te gaan be kijken. En goed bekeken houdt je er wel een kriebel in je maag aan over, want dan ligt de vraag vooraan op de tong: in welke wereld hebben we onszelf gemanouvreerd H. E. algemene boek beperkt blijft, gezien de concurrentie van an dere recreatiemogelijkheden. Aangenomen wordt dat door het toenemen van het ontwik kelingniveau van de bevolking de vraag naar boeken zal toe nemen. Reeds in 1966 bleek uit een bij 45 uitgeverijen van boeken gehouden onderzoek, dat met name bij de uitgeverijen met eem afzetwaarde van minder dan 1,5 miljoen in vele ge vallen een negatief resultaat werd behaald, aldus de inves- terinsbank. Het sterk besloten karakter van de uigeverijen laat niet toe conclusies te trekken ten aanzien van de rentabiliteit in latere jaren, maar aangenomen mag worden dat de voortzet ting van de omzetgroei, waar toe de uitgeverijen door dc kosten-ontwikkeiing gedwon gen waren, vooral dc middel grote zelfstandige uitgeverijen voor grote problemen is blij ven Stellen. De gemiddelde verkoopwaarde van het boek is wel gestegen, doch hierbij was voor een deel ook sprake van een toenemende vraag naar duurdere boeken alsge- volg van de gestegen welvaart. Het aantal erkende uitgeve rijen bedroeg eind 1972: 415; daarnaast is er nog een onbe kend aantal niet erkende uit geverijen. Dc erkend© uitge verijen produceerden in 1972 ongeveer 11.800 titels, waar van circa 40 procent bestond uit herdrukken. Vergeleken met het buitenland is de Ne derlandse titelproduktie hoog te noemen: per 1 miljoen in woners werden in Nederland 887 titels geproduceerd tegen over een overeenkomstige Belgische produktie van 546 titels. Er waren in 1969 151 uitge verijen met een produktie van tenminste 10 titels. Er waren ongeveer 250 uitgeverijen die minder dan 10 nieuwe titels aan dc markt brachten. Onder de genoemde 151 uitgeverijen bevonden zich 29 bedrijven die jaarlijks elk meer dan 100 titels produceerden. Deze laat ste groep verzorgde ongeveer GO procent vam de totale titel produktie van de 151 uitgeve rijen. De totale afzetwaarde van alle 200 uitgeverijen met een afzetwaarde van minstens 500.000 per jaar beliep in 1971 1.795 miljoen, waarvan voor een bedrag van 189 miljoen werd afgezet in het buiten land. De hierin begrepen boe- kenafzet vertegenwoordigde een waarde van 408 miljoen, waarbij voor 88 miljoen aan boeken in het buitenland werd afgezet. De afzetwaarde van het algemene boek nam toe van 208,6 miljoen in 1969 tot 260,9 miljoen in .1971. De uitvoerwaarde daarvan nam evenwel af van 62,8 miljoen tot 58,9 miljoen. Van de totale afzetwaarde van alge mene boeken had 194,1 mil joen betrekking op gebonden en 66,8 miljoen op nict- gebonden boeken. Het aantal afgezette algemene boeken be droeg van gebonden exempla ren 25,9 miljoen stuks en dat van niet gebonden boeken 33,9 miljoen stuks. In de beschouwingen van de nationale investeringsbank wordt gewezen op het toene mende aantal uitleningen van openbare bibliotheken. Het aantal lezers Is tussen 1964 en 1970 verdubbeld van 700.000 tot 1,4 miljoen. Echt, aan mij ligt het niet. Het voorjaarszonnetje is door gebroken, de studiebeurs is op tijd binnen en de terrasjes lig gen er weer prima bij. Het liefst schrijf ik nu een lovend woord over de nieuwe gedich tenbundel van HARRY MU- LISCH: DE VOGELS (Athe neum-Polak en Van Gennep, 16,50, 40 pag.). Mulisch heeft echter prachtromans geschre ven, maar het dichten zal hij nooit leren. De Vogels bevat drie bal laden. De ballade van de jager bestaat uit veertien korte ge dichten, waarin Mulisch de jacht van de jager met zijn gedichten, alle negen in de typografie van een dwarsdoor snede van de aarde, werkt Mu lisch naar het laatste gedicht toe: Vogel. sluiting van het vissei- zoen, de visdief duidt het vissen- visioen worvisvoviwormsgelserm Het laatste woord laat zich gemakkelijk lezen. Om het centrale woord worm zit vis, daaromheen zit vogel en zo verder moet je naar huiten werken, om de betekenis te achterhalen Dit spelen met de taal is niet nieuw voor hond op een eend beschrijft. Dit magere gegeven werkt hij uit. De ervaringen van de ja ger worden vergeleken met de ervaringen van de dichter die in een gedicht de elementen van de natuur wil beschrij ven. Hij doet dit op een ni veau waar zelfs een middelba re scholier zich voor zou scha men. Het schot van de jager levert het volgende gedicht op: Aarde Water Lucht Vuur vernietigt de gravure Wil taal Al heb ik dan mogen door leren van mijn ouders, de bal lade van de boer, één gedicht, blijft mij duister. De laatste ballade, de ballade van de vis ser is visuele poëzie. In negen Mulisch. Zijn boek Woorden Woorden Woorden is uitslui tend op dit procédé gebaseerd. Helaas wordt De Vogels ge kenmerkt door het ontbreken van ook maar één originele gedachte: van enige diepgang is nauwelijks sprake. Mulisch gaat ervan uit dat elke wille keurige rangschikking van lek- semen onmiddellijk poëzie op levert. Of Mulisch heeft niets begrepen van het werk van Lucebert en Kouwenaar, óf hij' is de handige jongen die weet dat zijn naam garant staat voor de verkoop van sowieso enkele honderden exempla ren. Een gedichtenbundel kun je in een paar uur schrijven. Dat is me inmiddels duidelijk ge worden. JOHAN DIEPSTRATEN Hot moeit de lezers van deze kranit diuidelijk zijn, dat CORN. VERHOEVEN over fi losofie kan schrijven zonder de filosoof uiilt te hianigen. Dat wil zeggen: hij is goen filosoof, die zijn eigen worstelen met het bestaan verbergt in een ondoorzichtige woordenbrij „filosofie is tekst, sorlptaur", betoogt hiig in zijn laatste boekje. „Gediaohiten zijn geen constateringen die waar of om waar kunnen zijn, maar con structies die ail of niet samen hangen". Voor zover filosofie identiek is met samenhangend taalgebruik, is Verhoeven een filosoof van het zuiverste wa ter. Zijn taalgebruik is van diien aard, dat filosofisch ge tinte boeken leesbaar worden voor niet-aoademische filoso fen. Er zijn tenslotte zoveel filosofieën ails er mensen zijn, all maakt de titel van zijn boekje PARA-FILOSOFEN wijsbegeerte buiten de school (uitg. Ambo 8,90) wel duideilijik!, dat er grenzen zijn. Op 94 pagina's heeft Ver hoeven 27 „vluchtige en onuit gewerkte schetsen van een thema" verzameld. Thema zijn de zogenaamde paira-filosofen, die hiij alidius omschrijft: „mensen die nadenken over de wereld en hun gedachten otp papieT zetten, maar daarbij weinig of geen gebruik maken van de taal en de methoden die uit de wijsgerige traditie bekend zijn en in de kringen van professionele wijsgeren ge hanteerd worden". Dat „op pa pier zetten" onderscheidt deze lieden dus van jan-en-allemain. Maar Corn. Verhoeven brengt een aantal interessante verfijningen aan. De parafito- soof slaagt er b.v. niet in zijn gedachten ie formulieren op een wijze, diie verstaanbaar is voor medemensen en medefi- losofen (een overigens typisch onderscheid!), zegt hij. Het zijn traditionele systeembe- denkiei-s. Systemen worden be dacht, aldus Verhoeven, om de waanzin te beheersen. Daarbij speelt hij in op het actuele tihemia, dat door Szasz en zo veel anderen betoogd wordt: wie is gek? of: iedereen is gek! In een aantal schetsen wijst hiij op de positieve en negatieve kanten van het be staan van deze parafilosofen. Een waardering, die niet hele maal negatief uitvalt. Maar de vak-filosoof Ver hoeven veegt in het tweede deel van dit boekje toch wel de vloer aan met een aantal als patrafilosoof betitelde figu ren, waarbij het intuïtieve denken m.i. toch soms wel on recht wordt aangedaan ten ba te van een causaal denken, dat evenveel ellende heeft teweeg gebracht en nog doet. Je krijgt wel informatie over (vrij) on bekende figuren als Van Lox- ten, Iloyiaok, Van Loon e.a. Aan de orde komen b.v. ook Hendrik Wiegersma (als au teur), die zichzelf als preten tieuze denker ontmaskerde dioar te schrijven: Balcampo, die in babbelende stijil filosofi sche problemen pretendeert te bespreken; Wouter Lutkie, met zijn tijdgebonden vals heid, galmende stijl en klein fascisme vam de orde etc. Het boekje eindigt met een lezens waardige beschouwing over Koolhaas en de samenhang tussen literatuur en filosofie. Corn. Verhoeven schreef een prikkelend boekje, waarbij zo deelt hij mee polemiek zoveel mogelijk is vermeden, want „met stijl is niet te dis cussiëren". In zover filosofie met zijn stijl samenvalt heeft hij gelijk, maar een discussie voorbij de stijl blijft mogelijk. Al was het maar ten aanzien van de enigszins arrogante op stelling van de auteur te mid den van de filosofie van het leven, 'e diopr een wat popu lariserende stijil niet wordt op geheven. H. E. A eindredactie henk egbers HET BOEK VAN DE MAAND heeft dit keer een record-op laag: 100.000 exemplaren. Er wordt eem hernieuwde belangstel ling bij grote delen van het Nederlandse volk verondersteld voor onze vaderlandse molens; naast klompen en tulpen hèt export- merk. Door een gevoel voor alles wat oud is (nostalgie) en de herontdekking van wind als energiebron hebben velen een klap van de molenwiek gekregen en wordt het strijdende leger voor het behoud vam onze molens met de dag groter. MOLENS VAN NEDERLAND is daarom het boek, dat door uitgeverij Kosmos en de CPNB (de organisatie, die het boek behartigt, zoals dat heet) ons vanaf 4 aprii tot 4 mei voor de prijs van 12,50 (nadien 19,50) wordt aangeboden in de boekenzaken. J. H. Bessalaar heeft de 144 pagina's gezellig volgeschreven met nogal wat we tenswaardigheden over molens. Aart Klein en Hans Simons maakten vele molenfoto's, zodat het boek ca. 200 illustraties in vier kleuren en ca. 100 illustraties in zwart-wit bevat. Aardige plaatjes in een wat veredelde vorm van de indertijd bekende Verkadc-albums. Wat je noemt een populaire uitgave, waarin een aanzet gegeven wordt tot belangstelling voor ons oude cul tuurgoed de molens. Voor het eerst zijn alle Nederlandse molens in kaart gebracht (bouwjaar, type, doel, bijzonderheden) in een uitgave als deze. In 1923 waren er in ons land nog 2000 molens; in 1950 nog 1500 en nu nog maar 950. Maar jaarlijks worden er nu 50 a 60 hersteld. Het boek geeft een overzicht van de vele typen molens; vertelt iets over de werkwijzen ervan en het doel waartoe ze diem(d)en. Verder bevat liet veel historische en anec- dotische gegevens; b.v. de tonmolcn moet uitgevonden zijn door de Middelburger Dominicus van Melckenbeke; mooie beltmolens zijn De Arend bij Wouw en de Sanclo Antonio bij Halsteren; de eerste waterradmolen in Nederland moet ontstaan zijn in de 8e eeuw in Loon aan de Dommel. Maar over De Brabantse Molens verschijnt er deze zomer een boek van S. Zoetmulder, al kost dat 42,50 tot 15 mei, daarna 55,en Molens in Zeeland van M. van Hoogstraten beleefde in '72 de tweede druk voor 32,50. Voor een algemene oriëntatie èn een schappelijker prijs kun Je met dit boek van de maand echter een heil eind op dreef komea met de molens in ons land.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 23