identfe)
ENS
KERK ALS
RUIMTE
LEREN
BELEVEN
Toekomst aan
de paardevijg
EEN GEWIEKST BOEK
A/ERSE DE
3TERBV y
Filosofven, die niet in de
handboeken te vinden zijn
Mulisch zal nooit
een dichter worden
van der vijver
zwanenburg
etten-leur
kx zn. b.v.
REWTH KRIJGT NIEUWE MOGELIJKHEDEN IN HET ZUIDEN OPEN BOEK OVER BOEK
w
kunst
cultuur
ken naar onze
room.
350 keukenelementen
hardhouten deuren
Is.
ceuken kunnen wij voof
eden, zoals loodgieters-,
in.
ijdschrift
,.X
(j)ooeel
ota bene
Molens van Nederland
oek
Zaterdag 6 april 1974
IJ verwachten van de
mdidaten, dat zij, naast
3n MULO/MAVO-opleidlng,l
i het bezit zijn van het
Iploma Engelse bedrijfs-
orrespondentie.
nige jaren ervaring ln een
aortgelijke functie lijkt
ns gewenst,
oeftijd: 20-25 jaar.
lw schriftelijke sollicitatie
unt u sturen aan de heer
i.A.M. Janssen, a
loofd Afd. Personeelszaken,
ipyer, Van der Vijver en
twanenburg B.V.,
3ude Kerkstraat 8,
:tten-Leur.
-ven opbellen kan natuurlIJTc
lOir.-tei. 01608-3951.
cia
(i, watrin ondargsbraeM
lift.
:-Groep Rtton-Lauv»
TEL 01,50 3 59 60.
DIMITRI vain Toren en het
luisterlied was onderwerp van
een proefschrift „Luisteren,
een hoge vorm van bescha
ving" door een zekere Patric
van Looy aan de universiteit
van Leuiven; zo weet zijn pla
tenmaatschappij te melden.
C PROLOOG brengt ook een
lp op de markt mat liedjes uit
het repertoire van het afgelo
pen jaar en een brochure, die
zal heten: Proloog en <de Over-
heidenen.
THE great G'atsby van Scott
Fitzgerald wordt momenteel
verfilmd met o.a. Robert Red-
ford en Mlia Harrow. In het
najaar is de film in ons land
te zien.
(TIP als de naam van een
twee-weeks inlteroationalle the
ater-workshop; van 28 juli tot
10 augustus in Rolduc bij Kerk
rede. Open voor jonge men
jan van 18-26 jiaar. Kosten f
275. M. Jeugd en Toneel. Tefl.
03465-4843.
(IIET Platteland rond Oranje
en De Zaan zijn twee specifie
ke tentoomstefflinigen in het
Openluchtmuseum te Arnhem,
int op 1 april weer is geo
pend. Vorig jaar kwamen er
meer dan een half miilljoen be-
roekars.
(FLORENTIJNSE schilderijen
In Nederiiandi, een tentoonstel
ling, die eerder in Groningen
was te zien, komt iets dichter
bij huis. Van 6 april tot 6
mei in het Aartstoisschoippellijk
Museum te Utredht.
DEN HAAG Het uitgeven
van boeken wordt steeds meer
geconcentreerd in grote bedrij
ven. Dit kan met de opkomst
van de moderne media nog
worden versterkt. Daarnaast
zal er echter aRijd een goede
bestaansmogelijkheid zijn
weggelegd voor het kleine,
goed geleide, gespecialiseerde
uitgeversbedrijf, dat juist door
zijn beperkte omvang ecui gro
te flexibiliteit heeft, waar-door
het snel kan vooruitlopen op
nieuw behoeften die onder de
boekenkopers ontslaan.
Tot deze conclusie komt de
directie van de nationale in
vesteringsbank n.v. aan het
slot van een uitvoerige be
schouwing over de bedrijfse
conomische aspecten van de
uitgeverijen van boeken in het
jaarverslag over 1973.
Uiit onderzoeken is gebleken
dat in het tijdvak na 1970 de
reële omzetsgroei van de boe-
kenafzet met 7 procent per
jaar zou kunnen toenemen.
Voorwaarde hiervoor is echter
dat de prijsstijging van het
adkamer en toilet worden hQs-
tioneel, smaakvol en bovenal
om wat meer in de belangste
erse de Priester heeft
p heeft. De belangstelling mf
por 'n bezoek aan het KijkhuiJ?
entatie aanvragen d.m.v. onf'
IS-NATUURSTEEN-VLOEREN
(TONEEL TEATRAAL-3:
„Ton Luitz wordt beschouwd
als een raar soort versöhajn.-
1 set", zegt Brik Vos in een de-
I tat met Guus Re'kers over het
I toneelbeleid. In dit nummer
I lil, nogall wa,t aandacht voor
I het adviies vian de Raad voor
I de Kunst oiver de loneelvoor-
1 ziening '74-'75 („Raad voor de
I kunst glibberend naai- een ho-
Iger niW-Nic Dronk). De
I schrijfster Ehited Portnoy
I werkt in heit Instituut voor
I Onderzoek van het Ned. Thea-
I tor aan een toneelstuk waaro-
I ver bien Heyting schrijft. In
1 „Vrienden" behandelt Pontnoy
I problemen, die „ndeit door het
I Marxisme, hat feminisme of
Jdoor de welvaart worden op-
1 gelost; misschien wel door
J veranderingen in de mensedij-
Jke relaties", alldus EP. Verder
N o.a. nog aandacht voor Toneel
groep Dzjatsh en het Verbor
gen tv-drama (T-T: postbus
58, Gironinigen).
•KAAM-101: „Een soort pira
tenzender" noemt J. Wesselo
de sociaiiistiiBche uitgeverij
SUN in zijn bijdrage Suuldgjht,
saarin hij de linkse literatuur
van deze onidememiing onder
de loep neemt. Ruud Kraaye-
veld bekijkt welke konse-
kwentaes in de praktijk een
pgocentrische en personaliisti-
Jdie kritiek opleveren; een
verkenning in de huidige lite-
Tire kritiek aan de hanid van
konkrete voorbeelden
jis: Couperus de Meijer-
fekman: Reve). Eddy Maelen
Haakt in Lezen en Luisteren
6n verkenning door het werk
van Joop Waasdorp, van wie
'e wezenloze en Onvergote-
ilk Zwitserland staiae afge
rukt,
•HOLLANDS MAANDBLAD-
IS: „Ik blijk geien psychiatri
cs wonderdoener te zijn!
at is judst", schrijft Poudrai-
F in een discussie n.a.v. het
rtikel Wie is van goud? in
-M. Judy van Emmerik en A.
■eerma van Voss leveren
„aaraam hun bijdragen in deze
•levering. J. Pen analyseert
iet wantrouwen zijn mateloze
^wondering voor Tamar (R.
pblnstein) en P. Bordewijk
F Wen zijn verhaal „Mans-
P't heeft te vroeg gejuicht"
adat o.a. blijkt, dait de jong-
a oliecrisis ons nog niet op
heeft tot een andere
-Mg in de Europese poli-
Verder o.a. prozabijdna-
p van Jos Ruting en W.D.
™.(H.M. Nobedstr. 27, Den
H).
WIETSCHE WARANDE EN
'U0R--2: Een aflevering,
e geheel gewijd is aan de
Iteur Maurice Gilfems. „Het
ook bunnen zijn, dat zijn
Wtoop het gevolg is van het
Ui ondergaan van het
van de westerse oul-
iode en dat zijn schrij-
,'P daaraan de hoogst
-ijpende getuigenis is",
Paul de Vree in zijn noti-
aiiitrent d'e idee Maurice
ams. Jean Weisgerber en
ard Kemp bekijken vam-
verschillende gezichtehoe-
Gittams. Elias en var,
de Jong staat een
®tont afgedrukt uit een
8 onvoltooid essay over het
van deze schrijver. Spil-
on bekijkt Gilïiams ais
iak Pierre Dubois
"otities bij dagboekaam-
JWUigen van Gilliams. E.
schrijft over GilOiams en
muziek en Insimgel vraagt
a, waarom deze 73-iarige
oeperlct oeuvre heeft en
6 eerste plaats als dichter
,™md wordt? Van Gilliams
staat een fragment uit
,-f1» afged-ukt (D.W en
o'ohtforenhoofd 28-30, Et
„In het zuiden hebben we
nog niet zoveel entree. Met
bemiddeling van de bisschop
van Den Bosch treden we er
nu voor het eerst in een r.k.
kerk in Nederland op. Voor de
eerste helft van juli zijn voor
stellingen gepland in de St.-
Jan in Den Bosch en voor 9 en
10 mei a.s. zijn we bezig met
een project in de Grote Kerk
van Breda. In Maastricht heeft
de kerkeraad de St.-Jan ge
weigerd, maar in Middelburg
zijn we al enkele malen bezig
geweest in de Wandelkerk. In
de loop der jaren zijn we er
wel achter gekomen, dat ker
ken de fijnste ruimten zijn
voor ons bewegingstheater'
Dat zegt Hans Bleeker, op dit
moment zakelijk leider van
BEWTII.
Driehoog in een oude school,
aan de rand van de Amster
damse Jordaan, zitten we tus
sen stapels toneelveilingkisten.
Er wordt getimmerd aan een
monsterautoped, waarop 7 vol
wassen mensen door een kerk
zullen steppen. Een grote kin
derhoepel van twee meter is
in aanbouw. Beneden worden
stelten van een paar meter op
een auto geladen. De groep
BEWTH gaat oefenen in een
kerk te Deventer. De voorstel
lingen worden in de te bespe
len ruimte gemaakt.
Hans Bleeker vindt het
maar moeilijk om over hij
blijft in stijil „het credo"
van dit bewegingstheater te
vertellen. Ervaringen worden
door de meeste mensen maar
moeilijk ln woorden omgezet,
bespreekbaar gemaakt. Het
„wat moet je ermee?" vanuit
het piubliek heeft in de negen
jaar van het bestaan van de
groep toch wel eens geklon
ken! „Ja maar onze erva
ring is, dat er steeds minder
mensen bij weglopen. Door
ons miimespel trachten we in
relatie met een bepaalde ruim
te te traden. Het publiek wil
len we ruimten laten ervaren
of bestaande ruimtelijke rela
ties verdiepen. Nee, dat is
geen gemakkelijk verkoopbaar
produkt, maar het typische is,
dat het publiek, dat zich er
goed bij voelt, uit alle leef
tijdscategorieën is opgebouwd.
De middelen, die we daarbij
gebruiken zijn mime, bewe
ging, muziek, soms wat tekst,
,en objecten.
De groep we kennen
geen artistieke leiders gaat
eerst een bepaalde ruimte
proeven. Onlangs bv. 2 uur in
de Grote Kerk van Breda; erg
fijne ruimte. Daarna wordt er
over gediscussieerd, ontstaan
er ideeën en objecten, die
dienstbaar zijn om deze ruim
te tastbaarder te maken. Enke
le weken voor de voorstelling
gaat de groep in de kerk repe
teren en wordt ter plaatse de
totale beweging gemaakt. Ja,
iedere voorstelling is dus een
unica; is zeer arbeidsintensief.
We geven ruim 30 voorstellin
gen per jaar en dat is voor
subsidiërende instanties, die
met produktiecijfers rekenen
zoveel voorstellingen voor
zoveel geld wel eens moei
lijk te begrijpen. CRM garan
deert 50% van de salarissen
van de twaalf leden van de
groep en de rest moeten ze
zelf maar bij elkaar zien te
krijgen. De meeste gemeenten
zijn doorgaans zoals nu
Breda wel genegen de ex
perimenten te subsidiëren.
Ook de provincie Brabant
heeft zich in eerste instantie
niet ongenegen getoond", aldus
Hans Bleeker.
„Nee, we betrekken het pu
bliek er niet meer zó bewust
in als enkele jaren geleden.
Deze betrokkenheid is meer
geïntegreerd in de voorstelling
zelf; is niet meer zo'n idee
boven het gebeuren. Bij de
groep zelf is dat vergelijkbaar
met de ideeën van sensitivity-
traininigen e.d., die enkele ja
ren geleden nog als een idee
boven de groep hingen, het
geen tot emotionele explosies
geleid heeft. Ook dat idee is
meer getraceerd binnen de
groep zelf. Dat leidt bv. tot
een gemakkelijker kunnen im
proviseren", vertelt Hans
Bleeker, die zijn studie voor
agoog bijna voltooid heeft.
BEWTH is oorspronkelijk
een mimegroep, die in '65
werd opgericht door Frits Vo
gels, mime-speler, en Arnold
Hamelberg, beeldend vormge
ver. Beiden probeerden kunst
vormen te vinden, waarbij
beeldende vormgeving en mi
me hand in hand zouden gaan.
Het theatergebeureai binnen
BEWTH heeft dan ook van het
begin af aan veel te maken
gehad met het gebruik van
ruimte. In de loop der jaren
zijn naast beweging, muziek,
lichteffecten, zang en objecten
steeds belangrijker elementen
van het eindresiultaat gewor
den. Maar nog steedis, zelfs
sterker dan ooit het geval is
geweest, is het karakter van
de te bespelen ruimte van het
grootste gewicht. De daarbij
gebruikte objecten, worden
dan bv. ook als dingen „in de
ruimte" gebruikt. Naast de
theatervorm heeft BEWTH
ook grammofoonplaten, films
(o.a. Bosse Bollen) en druk
werk (o.a, een Waddenfol
der) gemaakt om „het credo"
van de groep uit te dragen.
Meer dan ooit weten we, in
dit benauwde landje, wat
ruimte voor je kan betekenen.
Het kan daarom zinvol zijn de
ons nog overgebleven ruimten
optimaal te leren ervaren. Mo
gelijk biedt BEWTH u daartoe
binnenkort hier de helpende
hand.
HENK EGBERS
0 De vier Chariots maken een motor van een grasmachine. Dat
geeft problemen.
LE Grand Bazar is een amu
sante film met een kritische
ondertoon, van Bernard Arti-
gues. In ons land draait hij nu
onder de titel LAAT HET
MAAR AAN ONS OVER,
waarbij het accent ligt op de
vier Chariots, op wie weer
met succes een beroep is ge
daan. Inspelend op de Franse
titel zou de film kunnen he
ten: Help! de middenstand
verzuipt. Hoofdmotief van de
film is nl. de strijd, die gele
verd wordt door Emile (Mi
chel Galabru) eigenaar van
een kruidenierswinkeltje en
buurtkroeg, tegen een mon
ster-supermarkt. Er is heel
wat te lachen in deze film,
maar uiteindelijk ga je lachen
als een boer, die kiespijn
heeft. Wat je te zien krijigt is
een persiflage op een techno
cratische maatschappij, waar
van jezelf deel uitmaakt.
Les Chariots vormen een
ploegje jonge fabrieksarbei
ders, die grasmaaimachines
maken op een manier, die
Paul Goodman eens aldus om
schreven heeft: de maatschap
pij heeft zo taai en zo kundig
de praktijk en de theorie van
het produceren om de winst
en niet in de eerste plaats om
het nut proberen te verdedigen,
dat ze er nu in geslaagd is,
haar werkzaamheden en pro-
drikten winstgevend en nutte
loos te maken". De film doet
er een schepje bovenop, zodat
de meest zotte situaties ont
staan. Ook de andere baantjes
(flats tonen, folders uitdelen,
flessen bezorgen e.d.), die de
vier vervullen tekenen deze
sfeer.
In deze maatschappij past
de monsterlijke supermarkt,
waartegen Émile met Les
Chariots strijd blijven leveren.
Een strijd, die bij voorbaat
verloren is. Maar hij houdt het
langer vol dan zijn collega
middenstanders, die door het
grootwinkelbedrijf worden
ingepakt. En hoe! Ook dat le
vert komieke momenten op.
Maar het kapitaal kweekt ook
de overvallers, zodat de vier
knapen een aanslag op het
geldtransport van de super
markt op touw zetten, terwijl
Emiles zaak verkocht wordt.
Ook hier wint de persiflage
het van de op zich reële zaak.
Het mislukt, maar wat er van
overblijft is een goede ver
koop, waarna Emile giul mee
deelt aan zijn vier getrouwen.
Zij zetten een motorzaakje op,
miaar de bulldozers staan al
weer klaar om ook hen te
verdrijven voor „het grootste
Europese motorpaleis". In ro
mantische contouren vertrekt
het viertal op een boerenkar
om te gaan helpen in de land
bouw, „Wacht maar; er is bin
nenkort weer oliegebrek. De
toekomst is aan de paarde
vijg!", zo is de slotconclusie
Al heeft Artigues hier en
daar wat commerciëLe afbraak
gepleegd aan zijn thema (bv.
overbodige achtervolging op
motorfietsen, de zoveelste), er
blijft voldoende over om de
film geamuseerd te gaan be
kijken. En goed bekeken
houdt je er wel een kriebel in
je maag aan over, want dan
ligt de vraag vooraan op de
tong: in welke wereld hebben
we onszelf gemanouvreerd
H. E.
algemene boek beperkt blijft,
gezien de concurrentie van an
dere recreatiemogelijkheden.
Aangenomen wordt dat door
het toenemen van het ontwik
kelingniveau van de bevolking
de vraag naar boeken zal toe
nemen.
Reeds in 1966 bleek uit een
bij 45 uitgeverijen van boeken
gehouden onderzoek, dat met
name bij de uitgeverijen met
eem afzetwaarde van minder
dan 1,5 miljoen in vele ge
vallen een negatief resultaat
werd behaald, aldus de inves-
terinsbank.
Het sterk besloten karakter
van de uigeverijen laat niet
toe conclusies te trekken ten
aanzien van de rentabiliteit in
latere jaren, maar aangenomen
mag worden dat de voortzet
ting van de omzetgroei, waar
toe de uitgeverijen door dc
kosten-ontwikkeiing gedwon
gen waren, vooral dc middel
grote zelfstandige uitgeverijen
voor grote problemen is blij
ven Stellen. De gemiddelde
verkoopwaarde van het boek
is wel gestegen, doch hierbij
was voor een deel ook sprake
van een toenemende vraag
naar duurdere boeken alsge-
volg van de gestegen welvaart.
Het aantal erkende uitgeve
rijen bedroeg eind 1972: 415;
daarnaast is er nog een onbe
kend aantal niet erkende uit
geverijen. Dc erkend© uitge
verijen produceerden in 1972
ongeveer 11.800 titels, waar
van circa 40 procent bestond
uit herdrukken. Vergeleken
met het buitenland is de Ne
derlandse titelproduktie hoog
te noemen: per 1 miljoen in
woners werden in Nederland
887 titels geproduceerd tegen
over een overeenkomstige
Belgische produktie van 546
titels.
Er waren in 1969 151 uitge
verijen met een produktie van
tenminste 10 titels. Er waren
ongeveer 250 uitgeverijen die
minder dan 10 nieuwe titels
aan dc markt brachten. Onder
de genoemde 151 uitgeverijen
bevonden zich 29 bedrijven
die jaarlijks elk meer dan 100
titels produceerden. Deze laat
ste groep verzorgde ongeveer
GO procent vam de totale titel
produktie van de 151 uitgeve
rijen.
De totale afzetwaarde van
alle 200 uitgeverijen met een
afzetwaarde van minstens
500.000 per jaar beliep in 1971
1.795 miljoen, waarvan voor
een bedrag van 189 miljoen
werd afgezet in het buiten
land. De hierin begrepen boe-
kenafzet vertegenwoordigde
een waarde van 408 miljoen,
waarbij voor 88 miljoen aan
boeken in het buitenland werd
afgezet. De afzetwaarde van
het algemene boek nam toe
van 208,6 miljoen in 1969 tot
260,9 miljoen in .1971. De
uitvoerwaarde daarvan nam
evenwel af van 62,8 miljoen
tot 58,9 miljoen. Van de
totale afzetwaarde van alge
mene boeken had 194,1 mil
joen betrekking op gebonden
en 66,8 miljoen op nict-
gebonden boeken. Het aantal
afgezette algemene boeken be
droeg van gebonden exempla
ren 25,9 miljoen stuks en dat
van niet gebonden boeken 33,9
miljoen stuks.
In de beschouwingen van de
nationale investeringsbank
wordt gewezen op het toene
mende aantal uitleningen van
openbare bibliotheken. Het
aantal lezers Is tussen 1964 en
1970 verdubbeld van 700.000
tot 1,4 miljoen.
Echt, aan mij ligt het niet.
Het voorjaarszonnetje is door
gebroken, de studiebeurs is op
tijd binnen en de terrasjes lig
gen er weer prima bij. Het
liefst schrijf ik nu een lovend
woord over de nieuwe gedich
tenbundel van HARRY MU-
LISCH: DE VOGELS (Athe
neum-Polak en Van Gennep,
16,50, 40 pag.). Mulisch heeft
echter prachtromans geschre
ven, maar het dichten zal hij
nooit leren.
De Vogels bevat drie bal
laden. De ballade van de jager
bestaat uit veertien korte ge
dichten, waarin Mulisch de
jacht van de jager met zijn
gedichten, alle negen in de
typografie van een dwarsdoor
snede van de aarde, werkt Mu
lisch naar het laatste gedicht
toe: Vogel.
sluiting van het vissei-
zoen,
de visdief duidt het vissen-
visioen
worvisvoviwormsgelserm
Het laatste woord laat zich
gemakkelijk lezen. Om het
centrale woord worm zit vis,
daaromheen zit vogel en zo
verder moet je naar huiten
werken, om de betekenis te
achterhalen Dit spelen met
de taal is niet nieuw voor
hond op een eend beschrijft.
Dit magere gegeven werkt hij
uit. De ervaringen van de ja
ger worden vergeleken met de
ervaringen van de dichter die
in een gedicht de elementen
van de natuur wil beschrij
ven. Hij doet dit op een ni
veau waar zelfs een middelba
re scholier zich voor zou scha
men. Het schot van de jager
levert het volgende gedicht
op:
Aarde
Water
Lucht
Vuur vernietigt de gravure
Wil taal
Al heb ik dan mogen door
leren van mijn ouders, de bal
lade van de boer, één gedicht,
blijft mij duister. De laatste
ballade, de ballade van de vis
ser is visuele poëzie. In negen
Mulisch. Zijn boek Woorden
Woorden Woorden is uitslui
tend op dit procédé gebaseerd.
Helaas wordt De Vogels ge
kenmerkt door het ontbreken
van ook maar één originele
gedachte: van enige diepgang
is nauwelijks sprake. Mulisch
gaat ervan uit dat elke wille
keurige rangschikking van lek-
semen onmiddellijk poëzie op
levert. Of Mulisch heeft niets
begrepen van het werk van
Lucebert en Kouwenaar, óf hij'
is de handige jongen die weet
dat zijn naam garant staat
voor de verkoop van sowieso
enkele honderden exempla
ren.
Een gedichtenbundel kun je
in een paar uur schrijven. Dat
is me inmiddels duidelijk ge
worden.
JOHAN DIEPSTRATEN
Hot moeit de lezers van deze
kranit diuidelijk zijn, dat
CORN. VERHOEVEN over fi
losofie kan schrijven zonder de
filosoof uiilt te hianigen. Dat wil
zeggen: hij is goen filosoof,
die zijn eigen worstelen met
het bestaan verbergt in een
ondoorzichtige woordenbrij
„filosofie is tekst, sorlptaur",
betoogt hiig in zijn laatste
boekje. „Gediaohiten zijn geen
constateringen die waar of om
waar kunnen zijn, maar con
structies die ail of niet samen
hangen". Voor zover filosofie
identiek is met samenhangend
taalgebruik, is Verhoeven een
filosoof van het zuiverste wa
ter. Zijn taalgebruik is van
diien aard, dat filosofisch ge
tinte boeken leesbaar worden
voor niet-aoademische filoso
fen. Er zijn tenslotte zoveel
filosofieën ails er mensen zijn,
all maakt de titel van zijn
boekje PARA-FILOSOFEN
wijsbegeerte buiten de school
(uitg. Ambo 8,90) wel
duideilijik!, dat er grenzen zijn.
Op 94 pagina's heeft Ver
hoeven 27 „vluchtige en onuit
gewerkte schetsen van een
thema" verzameld. Thema zijn
de zogenaamde paira-filosofen,
die hiij alidius omschrijft:
„mensen die nadenken over de
wereld en hun gedachten otp
papieT zetten, maar daarbij
weinig of geen gebruik maken
van de taal en de methoden
die uit de wijsgerige traditie
bekend zijn en in de kringen
van professionele wijsgeren ge
hanteerd worden". Dat „op pa
pier zetten" onderscheidt deze
lieden dus van jan-en-allemain.
Maar Corn. Verhoeven
brengt een aantal interessante
verfijningen aan. De parafito-
soof slaagt er b.v. niet in zijn
gedachten ie formulieren op
een wijze, diie verstaanbaar is
voor medemensen en medefi-
losofen (een overigens typisch
onderscheid!), zegt hij. Het
zijn traditionele systeembe-
denkiei-s. Systemen worden be
dacht, aldus Verhoeven, om de
waanzin te beheersen. Daarbij
speelt hij in op het actuele
tihemia, dat door Szasz en zo
veel anderen betoogd wordt:
wie is gek? of: iedereen is
gek! In een aantal schetsen
wijst hiij op de positieve en
negatieve kanten van het be
staan van deze parafilosofen.
Een waardering, die niet hele
maal negatief uitvalt.
Maar de vak-filosoof Ver
hoeven veegt in het tweede
deel van dit boekje toch wel
de vloer aan met een aantal
als patrafilosoof betitelde figu
ren, waarbij het intuïtieve
denken m.i. toch soms wel on
recht wordt aangedaan ten ba
te van een causaal denken, dat
evenveel ellende heeft teweeg
gebracht en nog doet. Je krijgt
wel informatie over (vrij) on
bekende figuren als Van Lox-
ten, Iloyiaok, Van Loon e.a.
Aan de orde komen b.v. ook
Hendrik Wiegersma (als au
teur), die zichzelf als preten
tieuze denker ontmaskerde
dioar te schrijven: Balcampo,
die in babbelende stijil filosofi
sche problemen pretendeert te
bespreken; Wouter Lutkie,
met zijn tijdgebonden vals
heid, galmende stijl en klein
fascisme vam de orde etc. Het
boekje eindigt met een lezens
waardige beschouwing over
Koolhaas en de samenhang
tussen literatuur en filosofie.
Corn. Verhoeven schreef een
prikkelend boekje, waarbij
zo deelt hij mee polemiek
zoveel mogelijk is vermeden,
want „met stijl is niet te dis
cussiëren". In zover filosofie
met zijn stijl samenvalt heeft
hij gelijk, maar een discussie
voorbij de stijl blijft mogelijk.
Al was het maar ten aanzien
van de enigszins arrogante op
stelling van de auteur te mid
den van de filosofie van het
leven, 'e diopr een wat popu
lariserende stijil niet wordt op
geheven.
H. E.
A
eindredactie
henk egbers
HET BOEK VAN DE MAAND heeft dit keer een record-op
laag: 100.000 exemplaren. Er wordt eem hernieuwde belangstel
ling bij grote delen van het Nederlandse volk verondersteld voor
onze vaderlandse molens; naast klompen en tulpen hèt export-
merk. Door een gevoel voor alles wat oud is (nostalgie) en de
herontdekking van wind als energiebron hebben velen een klap
van de molenwiek gekregen en wordt het strijdende leger voor
het behoud vam onze molens met de dag groter. MOLENS VAN
NEDERLAND is daarom het boek, dat door uitgeverij Kosmos en
de CPNB (de organisatie, die het boek behartigt, zoals dat heet)
ons vanaf 4 aprii tot 4 mei voor de prijs van 12,50 (nadien
19,50) wordt aangeboden in de boekenzaken. J. H. Bessalaar
heeft de 144 pagina's gezellig volgeschreven met nogal wat we
tenswaardigheden over molens. Aart Klein en Hans Simons
maakten vele molenfoto's, zodat het boek ca. 200 illustraties in
vier kleuren en ca. 100 illustraties in zwart-wit bevat. Aardige
plaatjes in een wat veredelde vorm van de indertijd bekende
Verkadc-albums. Wat je noemt een populaire uitgave, waarin
een aanzet gegeven wordt tot belangstelling voor ons oude cul
tuurgoed de molens. Voor het eerst zijn alle Nederlandse molens
in kaart gebracht (bouwjaar, type, doel, bijzonderheden) in een
uitgave als deze. In 1923 waren er in ons land nog 2000 molens;
in 1950 nog 1500 en nu nog maar 950. Maar jaarlijks worden er
nu 50 a 60 hersteld. Het boek geeft een overzicht van de vele
typen molens; vertelt iets over de werkwijzen ervan en het doel
waartoe ze diem(d)en. Verder bevat liet veel historische en anec-
dotische gegevens; b.v. de tonmolcn moet uitgevonden zijn door
de Middelburger Dominicus van Melckenbeke; mooie beltmolens
zijn De Arend bij Wouw en de Sanclo Antonio bij Halsteren; de
eerste waterradmolen in Nederland moet ontstaan zijn in de 8e
eeuw in Loon aan de Dommel. Maar over De Brabantse Molens
verschijnt er deze zomer een boek van S. Zoetmulder, al kost
dat 42,50 tot 15 mei, daarna 55,en Molens in Zeeland van
M. van Hoogstraten beleefde in '72 de tweede druk voor 32,50.
Voor een algemene oriëntatie èn een schappelijker prijs kun Je
met dit boek van de maand echter een heil eind op dreef komea
met de molens in ons land.