pns
nhuis bred;
tzendbure;
eimingenveel (duur) kaf onder 't koren
een leraar
lerares
5 dienst
snten
Zaferdagbijlage van 6 april 1974
IMMERL1EDEN
■LECTRICIENS
3-2 LASSERS
Zelfstandige
ïstrukteurs gezocht
Ëlfc
1EWE POMPEN
EDERLAND BV.
ARNHEM
JLlikl
Beperking
Onderzoek
voor spoedige indiensttredi^
■liike werkzaamheden op de
en voor het schoonmaakond'
entrale keuken.
prettige zelfstandige werkkri
salaris.
igelijks bij het hoofd van de
heer J. P. de Jong.
-i st laurens ziekenhuis
S ulvenhoutselaan 19 - 21 bri.
ÏGS1
PUMI
vrn.
(Van onze sportredactie)
BREDA/KWADEN-
DAMME Verleden jaar
nog leek er geen enkele hoop
te zijn voor de toekomst van
de Nederlandse wielersport.
Vooral de Nederlandse prof-
wielrenners blonken uit
door negatieve prestaties,
terwijl ook de nieuwkomers diende zich toen al voorzich-
er bepaald geen blijk van tig aan, de 21-jarige Cees
gaven om de posities van Bal uit Kwadendamme. Nu
Merckx en Ocana te bestor- het wielerseizoen maar net
men. Slechts één jong talent aan de gang is, blijken de
verwachtingen inzake Bal
niet te hoog gespannen te
zijn geweest. Door zijn op
vallend gereden Catalaanse
Week en zijn zege in de Ron
de van Vlaanderen, heeft de
jonge Zeeuw indruk in de
wielerwereld gemaakt. Ge
voegd bij de geweldige pres
taties van Zoetemelk en het
niet onverdienstelijke rijden
van andere Nederlanders
kan er voorzichtig worden
geconcludeerd: Er is weer
hoop voor de Nederlandse
wielersport. Onze verslagge
ver Ton Koomen sprak met
Cees Bal over deze materie.
man aannemersbedrijf
S - Nijmegen.
'raagt voor Duitsland
telefonisch 080 - 772141.
rii schoolkombinatie zoekt in de 1
<V-BERGEN OP ZOOM energ:
rij-instrtjkteurs
tandige ondernemers binnen de
men optreden. Eigen klantenlu
rayon. Praktijkopleiding indien m
ïtrale, prinsengracht 101, Den
Telefoon 070-325952.
CEES BAL: „EEN JONGE COUREUR
MOET. DURVEN
INVESTEREN
YO ST.-JOSEPH,
VIARKT 17,
Het Bestuur van onze Mavo
per 1 augustus 1974
in voUedige betrekking.
Bevoegdheid Engels vereist en
dere bevoegdheden die vorkei
nieten: Frans, Geschiedenis of
rijkskunde.
met uitvoerige referenties te nc
lestuur, Grote Markt 17. (Gaarne
•en- Dir. P. de Schrijver, tel.
tel. privé 01140-2259.
'55
(Van onze sportredactie)
KWADENDAMME „Genet is 35 jaar. Al tien jaar beroepsrenner. Die
heeft me gesteund tot en met in de ronde van Vlaanderen en de Catalaanse
|veek. Zonder mopperen. Hij deed het graag. Zoiets kan alleen in een vrienden-
ploeg. Dat zou in een wielerploeg met uitsluitend Nederlandse coureurs nooit
gebeuren. Ik zie bijvoorbeeld Tabak al dat werk opknappen voor me, wat nu
Genet voor me gedaan heeft. Kun je net denken. >,Waar haalt die snotneus
die capsones vandaan", zou Tabak zeggen. „Die komt pas kijkenNee,
dat ik ooit in een Nederlandse wielerploeg zal rijden lijkt me ondenkbaar",
zegt Cees Bal die zich door zijn overwinning in de klassieker Ronde van
Vlaanderen en zijn formidabele rijden in de Catalaanse week in de exclusieve
kerngroep van topcoureurs, die broodrijders die meer dan brood alleen ver
dienen, nestelde.
Voor uitzending naar
nen met hoog loon, i
sociale zekerheden en
kantiegeld, vragen wij:
machinebankwerkers
fijnbankwerkers
draaiers
frezers
boorders
produkt1epersoneel
machinebedienden
electromonteurs
bedradingsmonteurs
Cees Bail, tussen de drukke
Iwielerbedmljven door thuis in
l&vadendamme te vinden, is
loog steeds meer dan tevreden
net zijn verblijf bij het Fran
se merk Gan-Mercier. Hij
joelt zich thuis bij ploegleider
iDuis Caput, bij wie hij bin
nengeloodst werd door Jo de
Roo, zijn streekgenoot die met
fcjn Franse ervaring wist waar
pet prettig werken was. Met
kloop Zoetemelk, de kopman
kan Gan-Mercier en Cees Bal
leeft Nederland ineens weer
(ivee coureurs die het „tijd-
«rk Jan Janssen" doen herte
len. Nederland telt weer mee
ja het internationale wieler-
jereldje. De tijd lijkt voorbij
fat de Nederlandse renners in
pan handen mogen klappen
pet een verdwaalde ritzege in
«eerdaagse etappe-koersen.
I Cees Bal: „Toevallig is het
[iet dat die Nederlandse cou
pure die het moeten maken in
(uitenlanidse of beter gezegd
i „Franse dienst" zijn. Daar
j het klimaat voor de Neder-
profs het beste. De
franse en Nederlandse cou-
leurs voelen elkaar goed aan.
Eet klinkt meteen. In tegenstel-
Ps tot de Belgen en Fransen,
ïaar klopt niiets van. Een ge-
Vnbineerde Frans-Belgische
lielerploeg zou niets van te-
Echt komen. Aan het eind
■an dit seizoen loopt mijn
fntract af bij Gan-Mercier.
contract zal wel worden
lerlengd. Dat weet ik zeker.
Alleen wel onder gunstiger fi
nanciële condities. Dat is io-
giscn, maar dat heb ik dan
ook wel verdiend. Zoiets is
echter normaal in Frankrijk.
Dat zijn gentlemen. Dat geld
til ik trouwens nog niet zo
zwaar aan. Ik ben nog jong.
Vorig seizoen ben ik begonnen
en ik wist dat ik me eerst
waar zou moeten maken. Al
leen had ik zelf niet verwacht
dat dat al zo snel zou gebeu
ren. Als je je klasse kunt
bewijzen, als je er de kans
voor krijgt, en due krijg ik bij
Caput, dan komt dat met het
geld vanzelf wei in orde. Je
moet als jonge coureur in je
toekomst willen investeren. Ik
leef bewust. Ik heb geïnves
teerd. Toen ik prof werd heb
ik mijn werkzaamheden bij
een bankonderneming in Kwa
dendamme eraan gegeven. Je
kunt geen twee heren tegelijk
dienen. Dan lever je aan beide
kanten half werk. Dat is iets
wat niet in mijn lijn ligt".
Het geld mag Bal dan wel
niet zoveel interesseren op dit
moment, hij heeft zich wel
geërgerd aan de manipulaties
van een man als Ton Vissers
Bal: „Het is mijn zaak natuur
lijk niet, mij zal hij niet pak
ken, maar wat die geleverd
heeft, daar heb ik geen goed
woord voor over. Al moet ik
er wel bijzeggen dat ik die
renners ook niet hoog heb
staan. Als ik bijvoorbeeld Jan
broers hoor zeggen da thij wel
wist door Vissers in de boot te
worden genomen, maar dat hij
wel moest omdat hij anders
niets had, dan klinkt dat voor
mij onbegrijpelijk. Dat soort
jongens wil met alle geweld
prof worden. Als ze eenmaal
beroepsrenner zijn en ze sla
gen niet, gaan ze toch door.
Dat is dom. Zoiets zou mij
niet overkomen. Ik heb be
wust gekozen voor de prof
wielrennerij. Ik wil het maken
in die wielersport, maar als ik
na een paar jaar zou merken
dat bet niet ging, dat ik de
capaciteiten er niet voor had,
dan zou ik stoppen. Je moet
jezelf niet belazeren. Daar zijn
er veel mee bezig. Misschien
wel gelukkig aan een kant,
want een profkoers met vijf
tien renners zou ook niet aan
trekkelijk zijn....'.'
Bal heeft vorig zeizoen, zijn
eerste seizoen, al getoond een
belofte te zijn. Zijn overwin
ning in de Ster der Beloften en
de Omloop van de Grensstreek
waren de eerste aanwijzingen
dat er in Ba] meer zat dan in
de gemiddelde beroepsrenner.
Bal weet dat hij nog veel
moet leren. Is blij met zijn
fraaie klassering in de Cata
laanse week- „die had ik kun
nen winnen, als ik op het
beslissende moment niet plat
gereden had"- en zijn zege in
de Ronde van Vlaanderen,
maar weet dat hij er nog lang
niet is. Bal: „Er komt zoveel
kijken in de profwielrennèrij.
Neem nou die successen in de
Catalaanse week en de Ronde
van Vlaanderen. Je wordlt in
eens omringd door journalis
ten, je wordt voor de radio en
televisie gehaald, de sportpa
gina's staan vol over je. Dat is
een hele gewaarwording. Je
moet je daaraan aanpassen. Je
moet dan beseffen dat je in
een wielerbedrijf werkt. Dat
je sponsor reclame wil, en dat
je hem die zoveel mogelijk
moet bezorgen. Je moet er ge
soigneerd uitzien, je petje op
hebben en weten waar de ca
mera staat. De sponsor denkt
echt niet, die Bal da's een
leuke knaap, ziet er goed uit,
die zullen we maar eens fi
nancieel spekken. Ben je gek,
ie moet er voor werken, kei
hard. En terecht".
En werken wil Bal zeker.
Bal, die zich beslist gevleid
voelde door de lovende com
mentaren na zijn succes in de
Ronde van Vlaanderen. Bal:
Vooral de Belgische kranten
waren enthousiast. Dat viel me
ontzettend mee, want de Bel
gen zijn doorgaans enorm
chauvinistisch. Die denken
meestal aan Merekx en wat
andere landgenoten, maar
Merckx zal het dit seizoen
heel wat moelijker krijgen. De
ploeg van Merckx is aanzienlijk
verzwakt. Swerts en Van der
Linden bijvoorbeeld zijn ver
trokken en Gan-Mercier daar
entegen is versterkt. Men is
op dit moment bevreesd voor
Gan-Mercier. We hebben door
vriendschap die er heerst in
onze ploeg al overwinningen
kunnen pakken in Parijs-Nice,
de Catalaanse Week, de Ronde
van Vlaanderen en nu weer
Gent-Wevelgem. Het loopt ge
smeerd. Joop Zoetemelk komt
nu ook veel beter tot zijn
recht dan bij Gitane. Hij heeft
nu een hechte ploeg rond zich.
Iedereen wil zich voor ieder
een inzetten. Er is geen sprake
van Jaloezie, waar de Belgen
aan ten onder gaan. Die gun
men op dit moment elkaar het
licht inde ogen niet, en daar
profiteren wij van. Zoetemelk
kan ik goed opschieten. Die
rijdt dit seizoen bijzonder
sterk. Poulidor is een grote
steun voor me. Dieheeft me
vooral in de beginfase gewel
dig geholpen om de taalbarriè
re te overwinnen. En dan
ploegleider Caput. Dat is een
hoofdstuk apart".
Cees Bal, de jonge Zeeuwse
relevatie in het profmetier
heeft niets dan lof voor Louis
Caput, Bal: „Caput ziet iets in
me. De begeleiding die ik van
nem krijg is uniek. Ik heb
veel respect voor Caput. Die
man heeft een enorme erva
ring. Ik vertrouw hem volko
men. Ik zou bijvoorbeeld zelf
graag mee willen gaan naar de
Tcur de France. Maar Caput
acnt me daar nog niet rijp
voor. Hij houdt van een rusti
ge opbouw. Die Tour de Fran
ce, die komt wel voor mij, zo
heeft het me afgeraden. Hij
rekent Caput. Nog maar een
jaartje wachten. Niet forceren.
Uit publiciteitswaarde zou Ca
put me op dit moment natuur
lijk goed kunnen gebruiken in
d? Tour, ik ben tenslotte een
van de „beschermde" renners
in. de Gam Mercier-ploeg, maar
dat hij daar geen misbruik
van maakt is toch fantastisch?
Hij heeft meer ervaring dan ik.
Hij weet hoe zwaar de Tour
is. Ik niet, daarom leg ik me
graag neer bij de adviezen die
hij geeft. Wel doe ik klassie
kers als Luik-Bastenaken-
Luik de Dauphiné Liberé, de
Midi Libre en Parijs-Roubaix.
Het is nog niet zeker of Gan-
Mercier ook deelneemt aan de
Ronde van Spanje( die zo'n
drie weken voor de Tour de
France wordt gereden. Daar is
nog geen definitieve beslissing
over genomen. Gebeurt dat
wel, dan start ik in de ronde
van Spanje".
Cees Bal werkt systematisch
naar zijn top toe. „Ik ga steeds
oeter rijden. Vooral in de ber
gen Ik klim al veel gemakke
lijker dan vorig jaar. Ik weet
dat ik er wat de bergen be
treft nog lang niet ben, maar
da„ is logisch. Alles moet wen
nen. Toen ik vorig jaar als
prof begon had ik nog nooit
een berg gezien. Nou ja, de
Cauberg, maar dat is een
molshoop vergeleken met wat
ik nu tegenkom. Het is ge
woon een kwestie vain erva
ring en die moet je op doen.
De aanleg heb ik beslist, dat
voel ik".
Cees Bal komit er wel, daar
zijn de insiders het over eens.
Hij heeft zich al vrij vlot ge
presenteerd, in tegenstelling
tot bijvoorbeeld een figuur als
een Fedor den Hertog. Bal:
„Den Hertog komt nu pas aan
de weet wat hij werkelijk
waard is. Een prof en een
amateur daar zit een groot ver
schil tussen. Den Hertog wil
de als je het mij vraagt hele
maal geen prof worden. Dat
wilde Frisol, alléén voor de
publiciteit. In wat voor zin ze
oubliciteit krijgen, negatief of
positief, dat doet daar niet ter
zake. In Frankrijk ligt dat ge
lukkig anders. Daarom ver
wacht ik ook niet dat ik ooit
voor een andere dan een Fran
se ploeg zal rijden. Ik voel
me er thuis".
ton koomen/,
melden en inlichtingen:
Breda, Veemarktstraat 31
F* el. 01600-38054
pen liet zoontje van professor V. Esser een jaar werd,
pakte de vader een zeldzaam presentje om dat feit te
Jeren, een fraaie penning. Hetzelfde deed de Oosterhoutse
[eldhouwer Niel Steenbergen, toen vrienden van hem in
«5 trouwden. Hij ontwierp trouwens ook in 1957 de
•■Joostpenning van de stad Breda en in 1967 de pen-
I ter herdenking van het feit dat in 1667 de Vrede van
^eda gesloten werd.
Postbus 2105, Arnhem. Tel. 085-
3, telex 45380.
ANT
GSTRAAT 25 - ROOSENDAAL -
,'at zijn enkele van de tien-
kenden penningen die het
jrófclijk Penningkabinet in
Haag bezit. De verzame-
munten van dit museum
'8 vele malen groter. „Wij
echter vooral een weten-
mppelijke instelling", zegt
Penningdeskundige van het
j'net, mejuffrouw drs. G.
der Meer. Het bezit van
museum is ontstaan uit de
e verzameling penningen,
ten en gesneden stenen
de stadhouders Willem IV
r/k-m V. Koning Willem I
™k die aan de Staat der
Wanden.
'en haalt munten en pen-
jen nogal eens door elkaar.
P het is eigenlijk heel
yPUdig. Munten zijn altijd
'8 betaalmiddel, of zijn
eens geweest. Penningen
metalen (meestal bron-
i muntachtige voorwerpen.
orden gemaakt voor spe-
gelegenheden. Ze hebben
l lets van een kunstwerk
nebben, bijvoorbeeld, ge-
'Ponningen, erepenningen,
™unngen. Je hebt in
8en natuurlijk ook
W routineprodukten
ln ons land enkele
ra 2 grote bedrijven
die penningen maken. Dat zijn
Koninklijke Begeer in Voor
schoten en 's Rijks Munt in
Utrecht. De commerciële pen
ning wordt meestal via een
stempel geslagen. De kunst-
penning wordt veelal in een
gietvorm gegoten".
„Rembrandt in Zilver".
Met die opvallende slagzin
verscheen eind vorig jaar
voor het eerst de Neder
landse vestiging van de
Amerikaanse muntfabrieb
Franklin Mint in het open
baar. In grote, kostbare ad
vertenties.
„De onvergetelijke mees
terwerken van Rembrandt op
unieke wijze vereeuwigd in
een zeldzame serie van vijf
tig met gepolijste stempels
geslagen penningen". In
schrijving was alleen moge
lijk op de hele serie. Voor
elke penning moet men f 85
betalen.
De campagne was duide
lijk gericht op beleggers,
naar gewiekste beleggers
zijn daar waarschijnlijk niet
ingestapt. Waarom zouden zij
f 4250 betalen voor pennin
gen die in totaal voor een
kleine f 1800 aan zilverwaar-
de hebben? Die soort beleg
gers kunnen immers voor
hun geld bijna 2J6 maal zo
veel zilver kopen!
Toch hebben nog altijd een
goede 3000 „verzamelaars"
ingeschreven op die munten-
stroom.
De ongeveer 500 deskundi
ge penningverzamelaars die
ons land rijk is, hebben
da» kunnen we rustig aanne
men bij het lezen van al
die fraaie aanbiedingszinnen
hun schouders opgehaald.
Want voor hen is dit massa-
werk van reproducties hele
maal niet interessant, hoe
mooi de penningen ook zijn.
Zij verzamelen immers mo
derne penningen die artistie
ke of historische waarde
hebben.
Het Koninklijk Penningka
binet in Den Haag (Zeestraat
71 b) heeft nogal wat te
doen gehad met die Rem-
brandtserie. Heel wat men
sen vroegen daar om inlich
tingen. Die kregen ze, objec
tief en deskundig. Ze waren
er meestal duidelijk blij
mee. Die drukte zal het ka
binet ongetwijfeld ook weer
krijgen als de Amerikaanse
penning-industrie de volgen
de stap op de winstgevende
weg gaat zetten. Die wordt
al voorbereid. Een serie pen
ningen over de historie van
de scheepvaart. Op dat ge
bied valt natuurlijk heel wat
te reproduceren.
Het kabinet breidt zijn bezit
aan munten en penningen
voortdurend uit. Heeft daartoe
goede relaties met de grote
producenten, de bekendste
kunstenaars en veilingen. Het
is echter onmogelijk de bui
tenlandse productie van pen
ningen op de voet te volgen.
Beperking is op dat gebied
noodzakelijk.
„Trouwens, ook in Neder
land wordt vaak uit com-
nerciële overwegingen te
pas en te onpas een pen
ning gemaakt. Altijd wqrdt in
de presentatie van dit soort zil
veren of gouden penningen
gesuggereerd dat het om mun
ten gaat. Blijkbaar slaat dat
beter aan bij niet-deskundi-
gen. E» wordt dan. bijvoor
beeld. gewerkt met de mede
deling .ter waarde van (getal)
O Deze fraaie Sint-Joostpen-
ning werd ontworpen door
Niel Steenbergen uit Ooster- -
hout.
ducaten" of „geslagen uit
muntgoud".
Wij proberen in ieder geval,
wat de penningen betreft, van
.edere Nederlandse kunstenaar
dit ook penningen ontwerpt
werkstukken te krijgen. Bo
vendien houden we de pen-
ningproduktie bij die slaat op
nationale manifestaties en pro
beren we penningen met
kunstwaarde te pakken te
krijgen".
Het Kabinet bezit een zeld
zame verzameling gegevens,
een documentatie, over de Ne
derlandse kunstenaars die ook
penningen hebben ontworpen
Bovendien is er in het gebouv
aan de Haagse Zeestraat een
enorme bibliotheek over de
munt- en penningkunst, de be
tekenis van munten en pen
ningen door de eeuwen heen.
Het is opvallend hoevelen uit
binnen- en buitenland voor
studie-doeleinden van deze
boekenschat en van ons bezit
gebruik maken. Niet zo'n
wonder want er zijn veel
waardevolle studies over
om maar wat onderwerpen te
noemen de Geuzenpenning,
de munten en penningen uit
de 80-jarige ooi-log, de 17de,
eeuwse kunstenaars die pen
ningen ontwierpen".
Munten uit een bepaalde
tijd zijn vaak belangrijk om
een inzicht te krijgen in eco-
nomische achtergronden. „In
teressant is ook, ik geef maar
weer een voorbeeld, de studie
van de ontwikkeling van de
glijden door de tijden heen
Éein belangwekkend -stuk mo
netaire en economische ge
schiedenis is af te leiden uit
de munten die men gebruik-
Het Kabinet bezit een zeer
grote verzameling stukken van
de penningkunst uit de 15e
eeuw. „De penningkunst stamt
uit Italië", zegt juffrouw Van
der Meer. „De Bourgondische
vorsten brachten het gebruik
van het gieten van gedenk
penningen over naar de Neder
landen. Zij lieten de stukken
maken door Italiaanse kunste
naars. Latei- hebben ook Ne
derlanders zich er op toege
legd. Vooral in de 80-jarige
oorlog zijn er in De Nederlan-
ten talloze penningen gemaakt.
Iedere provincie had toen haar
eigen penningatelier. Allerlei
gebeurtenissen uit de oorlog
werden in penningen herdacht.
Pas onder koning Lodewijk
Napoleon zijn die provinciale
ateliers verdwenen. Toen werd
alles geconcentreerd in
Utrecht, bij 's Rijks Munt".
Het verzamelen van pennin-
ge i is geen massaal beoefende
bobby. De Vereniging voor
Penningkunst telt zo'n 500 le
den. Die krijgen elke 2 jaar 3
penningen die in opdracht van
de organisatie worden ge
naakt. Verder geeft de vere
niging, samen met het Ko
ninklijk Nederlands Genoot
schap voor Munt- en Penning
kunde het blad „De Geuzen
penning" uit. Het Genootschap
verzorgt wetenschappelijke
publicaties over historische
munter, en penningen. Regio
naal ontmoeten munt- en pen-
mngverzamelaars elkaar in
numismatische kringen.
Penningen verzamelen is
geen goedkope bezigheid.
Gietpenningen kosten min
stens honderd gulden per stuk.
Dat is dan een minimum.
Slagpermingen zijn goedkoper.
Maar juist die goedkopere
penningen hebben vaak, niet
altijd, veel minder waarde als
kunstwerken, hoewel onder de
medailleurs die voor een pen-
ningfabriek werken uitsteken
de vaklieden zitten. De meeste
penningen zijn van brons.
Heel belangrijk is de manier
waarop de ontwerper dat
brons bepaalde patinage-effec-
ten weet te geven Daardoor
wordt zo'n penning vaak heel
bijzonder van kleur.
Banken doen druk zaken in
gouden penningen, en soms in
gouden munten. Juist in de
muntenhande] is deskundig
heid van grote betekenis. „Er
zijn niet veel echt gerenom
meerde muntenhandelaren. En
het aantal vervalsingen is
enorm. Een paar jaar geleden
bijvoorbeeld verscheen plotse
ling op de marlet een grote
hoeveelheid ducaten uit het
eind van de 18e en het begin
van de 19e eeuw Wij hebben
die hier onderzocht. Allemaal
falsificaties". De deskundigen
van het Kabinet onderzoeken
steeds muntênvondsten. Zij-
publiceren hun bevindingen.
„Er bestaat nogal wat misver
stand over de plicht die men
heeft om een vondst van oude
munten aan te melden. Die
wettelijke verplichting is uit
sluitend met het oog op weten
schappelijke registratie en on
derzoek ingevoerd. Men hoeft
die munten niet af te staan.
De regel is dat van zo'n mun-
tenvondst de helft eigendom is
van de vinder en de helft van
de eigenaar van de grond,
waarin de munten zijn ont
dekt. Meestal is dat een en
dezelfde persoon. Bovendien is
determinering van zulke vond
sten in het belang van de
vinder zelf. Hij krijgt name
lijk de hoogste prijs als hij
kan aantonen dat de munten
echt zijn".
JACQUES r.EVIJ