VINDEN REGELMATIG STERVENDE MENSEN AAN DE POORT Ethiopische hongersnood duurt nog altijd voort VS NESTELEN ZICH IN INDISCHE OCEAAN ISRAËLI'S IN BEZET GEBIGD MOETEN HET VELD RUIMEN Drie blikken Laatste kans Afgeknapt Toerisme Suezkanaal DOOR CORN. VERHOEVEN 'rmmm HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PE LINGEN PE UNGEN PE L NGEN PE UNGEN PE UNGEN PE UNGEN NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN „PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN HblLINto El LI NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PElUNOt In de noordelijke pro vincies van Ethiopië duurt de hongersnood onverminderd voort, hoewel de publiciteit daarover drastisch terug gelopen is. Onze verslag gever Jan Derix keerde deze week van een be zoek een enkele opvang kampen in het Ethiopi sche hongergebied terug en belicht in bijgaande reportage enkele achter gronden van deze ramp, die aan tienduizenden mensen het leven heeft gekost. Maandagavond (11 fe bruari) zal de NCRV in de rubriek „Hier en Nu" een tv-documentaire over deze hongersituatie op het scherm brengen. 0 Achter het kamp bij de Ethiopische plaats Mersa ligt een troosteloze vlakte. Onder iedere steeen een dode. de Ethiopische hoofdstad, aan de ellendige steenslagweg naar Asmara. Voor het hongergebied dat groter is dan de Benelux, is dit de enige verbinding met de buitenwerd. Onze Peugeot (Van een speciale verslaggever) MERSA - ETHIOPIë Aan de poort van de op- vangshelter Mersa zitten tweehonderd mensenge stalten leidzaam in de gloeiende middagzon. Ze heb ben gevraagd om binnen gelaten te worden. Brood magere scharminkels zijn het, gehuld in grauwe lompen. Een nieuwe stoot hongerlijders, die is ko men afzakken uit het nabije gebergte van de Noord westelijke Hooglanden. Er zijn erbarmelijk uitge hongerde oudjes bij, die zich alleen op handen en voeten verplaatsen. Uitgeputte vrouwen, die hun baby zogen aan een stel lege borsten. En ontzettend veel kinderen, die lijken op jonge geraamten. Alles hurkt zwijgend in het zand, de dood in de ogen. En boven al die luizige hoofden hangen de aasgieren al aan de hemel. Blijkbaar ver spreidt deze zielige hoop menselijk afval nu al een veelbelovende lijkelucht. „Jammer", zegt de arts Jo- han Leeuwenberg uit Lei den, die samen met zijn col lega Klaas Wit uit Wagenin- gen in de „shelter" Mersa de leiding heeft, „maar wij mo gen hier niemand meer toe laten, op uitdrukkelijk bevel van de Ethiopische autoritei ten. Deze mensen zijn ge woon te laat gekomen Opname in dit met prikkel draad afgerasterde kamp aan de rand van het kleine stadje had hun laatste kans op red ding kunnen zijn. Maar Ethio pië wil zo gauw mogelijk van dit soort hulpcentra af wezen. Het keizerrijk zit met de erg ste hongersnood uit zijn ge schiedenis, die sinds oktober 1973 voor een lawine van in ternationale publiciteit zorgde, zwaar in zijn maag. Men doet het nu voorkomen, alsof de ramp voorbij is. Bin nen twee maanden, zo wil de regering in Addis Abeba, mag niets meer herinneren aan deze tragische blamage die aan minstens 50.000, maar waar schijnlijk aan meer dan 200.000 mensen het leven heeft gekost. Wie Mersa gezien heeft, vertrouwt de goedpraterij in Addis niet meer zo. Het stadje ligt op 527 km noordelijk van 404 stationcar deed er meer dan 14 uur over. We reden door gigantische laag vlakten, die men „de graanschuur van Ethiopië" noemt. Overal was de oogst in volle gang. Het landschap was een toonbeeld van vruchtbaarheid. Werd hier werkelijk honger geleden? Het moest een silly joke zijn. Maar de abrupte confronta tie met deze tweehonderd laatkomers aan de poort van de Mersa-shelter, in dit volsla gen misplaatste décor van rij pe sorghumvelden en vredige dorswerkzaamheden bij de dorpen, zet mijn maag spon taan op zijn kop. Hoe is het mogelijk. Binnen de omheining ver blijven 500 mensen, die nog duidelijk de sporen dragen van uiterste ondervoeding. Op gezwollen kinderbuikjes, uit springende ribbenkasten, zwe ren, alles onder de schurft. Mensen, die in volslagen apa thie bijeenhokken in proviso rische bladerschuren. Te zwak om van hun plekje op te staan. Een ziekenhut vol kre- peergevallen. 0 Onder de gereddenbreken telkens weer ziekten uit. De pas aangekomenen worden door een zuster ontsmet. Hoe is het mogelijk. Bij het Katholiek Secretariaat in Addis Abeba, waar alle r.-k. hulpacties voor de hongerstre ken worden gecoördineerd, had pater Hennie Bomers (37) lazarist uit Groenlo, mij ver teld: „De acute nood is wel voorbij, althans langs de grote weg, maar niemand kent de werkelijke toestand in de ber gen. Toen de crisis op zijn hoog tepunt was, in juii-augustus, is dat niet tot de buitenwereld doorgedrongen. Missie en zen ding hebben toen als enige hulp verleend. Verschillende van onze mensen zijn volledig afgeknapt". In maart 1973 hadden de spaarzame missie posten in Wollo en Tigre reeds alarm geslagen over groot scheepse voedselschaarste in geïsoleerde streken, waar het drie tot negen jaar niet meer geregend had. De Ethiopische overheid re ageerde er niet op. Zuster Jutta Hadamek, die zich in juli in het noodgebied bevond: „Duizenden wanhopi ge mensen stroomden naar de dorpen en stadjes in de hoog vlakte. De provinciehoofdstad Dessie moest door militairen worden afgegrendeld. Het was een troosteloos gezicht, al die vermagerde en zieke mensen in de koude regen. Ik heb er honderden zien sterven, vooral kinderen. Het zijn vooral de studenten van de universiteit in Addis geweest, die de regering tot maatregelen hebben gedwon gen. Zij lieten demonstratief hun maaltijden in de mensa staan en eisten, dat het geld voor deze maaltijden in de hongergebieden besteed zou worden" Voordat de Ethiopische in stanties eindelijk kleur beken den, was het al november. De dood had naar hartelust kunnen toeslaan. In de omgeving van de hoofdplaatsen Dessie en Meke- le werden, in samenwerking met talrijke buitenlandse hulp organisaties, opvangkampen ingericht. Veertien dagen gele den waren er nog 19 in ge bruik, voor 16.000 mensen. De hulporganisatie „Terre des Hommes" heeft zich ontfermd over de shelters bij Mersa en Woldya. Achter de verblijfschuren ligt een enorme vlakte, een gigantisch kerkhof, dat herin nert aan de voorbije golf van sterfgevallen. Een vlakte vol kleine zandheuvels, afgedekt met keien tegen de aasgie ren. Onder elke steen ligt min stens één lijk, maar men heeft ook regelmatig massagraven Dus in streken, waar mis schien later toch regen geval len is, zaten op dat moment gewoon geen mensen meer". De tragische blamage ls dus nog niet voorbij, al heeft Ethi opië er schoon genoeg van om op deze manier te kijk te staan voor de wereld. Leeu wenberg zegt, dat hij gisteren toch nog 30 ernstige ziektege vallen uit de wachtende massa aan de poort heeft binnenge haald. Sommigen liggen nu in de sterf barak, terwijl de rest in het centrum van het kam pement wordt behandeld tegen soabiës. Een meisje van hooguit 10 jaar onderwerpt zich krim pend van pijn aan een poging tot bewegingstherapie, waarbij een Ethiopische verpleger haar benen op en neer beweegt. Het kind heeft twee maan den op haar hurken langs de weg gezeten, de handen voor- uitgestrekt om van voorbijgan gers iets te eten te krijgen. Nu hebben haar beenspieren voorstellen", zegt Klaas Wit, „dat de meeste mensen hier eigenlijk niet meer weg wil len. Ze hebben het nooit zo goed gehad. Vandaar, dat ik het standpunt van de Ethiopi sche autoriteiten wel kan bil lijken. Kampen lossen het pro bleem niet op. Maar voordat deze mensen weer naar hun eigen streek terugkeren, moet er ginds iets veranderen. In het opvangcentrum Des sie, waar 2000 mensen verblij ven in de vervallen houten barakken van een voormalig hospitaal, heeft de Ethiopische manager er wat op gevonden: hij heeft het aantal maaltijd verstrekkingen ingekrompen tot één per dag. Op de terugweg van Mersa loop ik daar even binnen. Een gore rotzooi. Honderden aas gieren hebben een hongerig kordon gelegd om dit kamp waarin helpsters van „Oxfam", de anglicaanse hulpactie, juist begonnen zijn met iedereen te voorzien van een pokken- prik. Misschien horen we daar niets van. In bepaalde opzich ten is dat maar goed ook, want Wollo en Tigre zijn het reisdoel geworden van een misselijk soort toerisme. Langs de grote weg wordt nu fruit aangeboden door brutale kin deren. De bordeeltjes verko pen meer Fanta en Coke dan ooit. Bedelaars zitten dag en nacht in de krommingen van bergpassen. Omdat er zoveel „frenji's" (vreemdelingen) voorbijkomen, die een actuele variant ontdekt hebben op het safari-genot: hongersnoodje- kijken. Gelukkig zijn er ai dagen, dat er niemand sterft in de hongerkampen van Mersa en Dessie. In zoverre is er sprake van enige vooruitgang. Maar de blamage blijft, zolang op In grote schuren zitten de uitgehongerde vluchtelingen wezenloos voor zich uit te staren. Ze beho ren nog tot de gelukkigen, die de afschuwelijke voedselramp overleefd heebben. moeten maken. Er moeten honderden en honderden men sen begraven zijn. Niemand heeft statistieken bijgehouden. Maar is het nu voorbij? Johan Leeuwenberg be weert, dat de toestand nog steeds catastrofaal mag wor den genoemd: „Wij vinden 's morgens nog regelmatig ster vende mensen hier aan de poort, die door een voorbij trekkende groep zijn achterge laten. Gisteren hadden we een kind, dat nauwelijks groter was dan mijn hand. Ik kan heel goed begrijpen dat dit in tegenspraak is met deze groene omgeving, maar deze mensen komen letterlijk uit een andere wereld. Zij ko men van achter de bergen, waar de regens toevallig nog steeds zijn uitgebleven. U moet erbij bedenken, dat de meeste mensen al drie of vier jaar geleden hun dorpen hebben verlaten en sindsdien overal hebben rondgezworven, op zoek naar voedsel. zich in deze stand gefixeerd. Ergens in de schaduw wordt aan kinderen en volwassenen zelfs het Amhaarse alfabet on derwezen, terwijl onder een afdak eten wordt gekookt. De mensen aan de poort krijgen twee pollepels gekookte tarwe uitgereikt, sterk proteïne hou dend. Verder mogen ze voor vandaag nergens op reke nen. „Misschien kunt u zich de groene hoogvlakte van Wollo de overleving afhangt van twee pollepels tarwevoer, gefinancieerd door het Duitse magazine „Stern", en zolang men ergens onderweg verma gerde mensen tussen het steenslag ziet zoeken naar graankorrels, die van een pas serende vrachtwagen zijn ge vallen. De schamele maagvul ling voor gelukkigen. JAN DERIX LONDEN (AP) De Vere nigde Staten hebben besloten °ffl hun militaire aanwezig heid in de Indische Oceaan uit ie breiden door middel van een groots opgezet plan om op het Britse koraaleiland Diego Garcia faciliteiten voor lucht macht en marine aan te leg gen. De uitvoering van het Plan zal enkele tientallen mil joenen dollars gaan kosten. Gezaghebbende Britse zegs lieden verklaarden dat in een nieuwe Brits-Amerikaanse overeenkomst wordt voorzien ln de aanleg van een haven, een vliegveld en een perma nente kazerne op het eiland. Een speciale post van 29 miljoen dollar voor de uitvoe- hng van dit plan is opgeno men in het Amerikaanse de- tensie-budget voor het fiscale Jaar 1974-75 dat ter goedkeu- 'ng aan het congres is voor gelegd, aldus de zegslieden. Een van de redenen voor de Amerikaans-Britse overeen komst om op Diego Garcia een permanente basis te vestigen, l Waarschijnlijk de verwachte etopening van het Suezka- «1 die 't de Russische marine 5™dwlijker zal maken om "ehuit de Middellandse Zee de Indische Oceaan te bereiken, aldus de zegslieden. Men verwacht echter niet dat de Amerikaanse of de Britse regering dit in de be kendmakingen over de over eenkomst zo duidelijk naar voren zal brengen. De uitbreiding van de Ame rikaanse militaire faciliteiten in de Indische Oceaan zal bij na zeker aanleiding zijn tot een storm van protesten van de landen uit het gebied. Indi- a, Sri Lanka (Ceylon), Tanza nia en Kenya om enkele van de ontwikkelingslanden rond de Indische Oceaan te noemen hebben in en bui ten de Verenigde Naties op een internationale overeen komst aangedrongen op grond waarvan de Indische Oceaan tot een „zone van vrede" moet worden uitgeroepen. Te oordelen naar de bewe gingen van de vloten der grote mogendheden in dit gebied is deze campagne echter tot mis lukken gedoemd. Eenheden van de steeds groeiende Russische marine zijn in de afgelopen jaren in steeds groteren getale in de Indische Oceaan waargeno men. De Amerikaanse militaire aanwezigheid in de Indische Oceaan, heeft zich tot dusver re beperkt tot twee oude tor- pedobootjagers en een verzor gingsschip voor watervliegtui gen. Maar de haven van Diego Garcia zou na de uitbreidings plannen best accommodatie kunnen bieden voor Polaris- onderzeeërs met atoomraket ten en grotere oppervlakte schepen. Tot dusverre is het grootste gedeelte van de Amerikaanse plannen ten aanzien van het koraaleiland nog geheim, maar volgens de zegslieden voorzien zij onder meer in: de aanleg van een anker plaats voor schepen met grote diepgang compleet met repara tie- en opslagfaciliteiten, plus de normale dok- en havenin stallaties. uitbreiding van de bestaan de landingsbaan, zodat er zwa re Amerikaanse transport vliegtuigen en naar alle waar schijnlijkheid ook bommen werpers zullen kunnen lan den. aanleg van een permanente kazerne als onderkomen voor een garnizoen en een aantal technici, naar schatting in to taal enkele honderden perso nen. De aanleg van deze facilitei ten op Diego Garcia heeft en kele belangrijke strategische redenen, aldus de Britse zegs lieden. Door de sluiting van het Suezkanaal in 1967 kon de Amerikaanse strijdmacht in de Indische Oceaan niet meer ge makkelijk worden versterkt door eenheden van de Ameri kaanse zesde vloot in de Mid dellandse Zee. Schepen van de Amerikaanse zevende vloot in de Stille Oceaan hebben onge veer een week nodig om de Indische Oceaan te bereiken, en moeten daarbij nauwe doorgangen passeren zoals de Straat van Malakka die in noodtoestanden eenvoudig kan worden afgesloten. Het duurt ongeveer twee weken voordat schepen, die van de Ameri kaanse oostkust vertrekken, de Indische Oceaan berei ken. Nu schijnen de Amerikaanse strijdkrachten zich echter op grotere schaal en permanent in de Indische Oceaan te gaan nestelen, die tot het begin van de zeventiger jaren werd be schouwd als het jachtterrein van de Britse marine. Tot dusverre hebben de En gelsen weinig kapitaal be schikbaar gesteld voor de ont wikkeling van basissen en an dere faciliteiten in het Indische Oceaangebied, zodat dit geheel aan de Amerikanen werd overgelaten. (Van onze correspondent) TEL-AV1V Luidt voor de sedert 1967 door Israël in de bezette Arabische gebieden gestichte nederzettingen de doodsklok De pioniers van de 26 nederzettingen die de vinger goed op de pols van de regeringspolitiek hebben liggen, vrezen het ergste. Vooral de pioniers op de Go- lan.hoogvlakte, die vanweegi Syrische beschietingen toch al het grootste deel van de dag in schuilkelders moeten doorbrengen, zijn niet meer zeker van hun toekomst. Se dert de Grote-Verzoendagoor- log werkt het door dr. Kis singer opgezweepte politieke getij tegen hun belangen. Hun woordvoerder beweerdt gisteren dat de regering van mevrouw Golda Meir plan «en heeft een groot deel vai de Golan hoogvlakte in he raam van een overeenkoms tot scheiding van troepe meet Syrië op te gever. Indie dat zal gebeuren staat dez- pioniers niets anders te doei dan hun nederzettingen, die vlak aan de bestandslijn met Syrië van 1967 liggen, te ont ruimen. De ongerustheid beperkt zich niet tot de groep nederzettin gen aan de oostelijke grens van de Golan-hoogvlakte. Ook de pioniers in de hete Jordaan vallei en in de Ga- zastrook voelen zich be dreigd. Ook zij vrezen dat Israël e, niet voor zal te: ug- deinzen hun belangen voor politieke oplossingen te offe ren. Als gevolg van deze „geruch tencrisis" zijn er vrijwel geen Israëli's meer te vinden die bereid zijn hun toekomst in de bezette gebieden te zoeken. Het tegenovergestel de is zelfs het geval. Tien tallen pioniers die het niet meer zien zitten pakken de koffers en zoeken in het oude 'sraël van voor de zesdaag- ■e oorlog een nieuwe toe komst. Deze terugtrektendens wordt door het bevriezen van de regeringssteun aan de 'lederzettingen sterk in de and gewerkt. Tal van nieu we huizen in de nederzettin- len staan leeg en zuller dat 'el blijven ook. Da ■>- Jjpp. jm •et Midden Oosten een ieuw nolitiek klimaat oe- chapen waarin geen plaats neer is voor een verkortte raëlische annexatiepolitiek. 'roor die ommekeer moeten de pioniers als eersten de vrijs betalen. Zij behoren tot het gefrustreerdste deel van te Israëlische bevolking. De droom is uit. SAI OMON BOUMAN. Het zou mij wat liefs waard zijn, wanneer ik met overtui gende precisie de blik zou kunnen beschrijven, waarmee leerlingen van een middelbare school, terugkerend van een zogeheten werkweek in een van de talloze vormingscentra, die zo langzamerhand alle bos rijke plekjes in het land be dekken, elkaar en hun leraar bekijken. Die precisie kan ik niet bereiken en daarom zal mijn overtuiging, overigens ook voor mij zelf, plaats moe ten laten aan wat scepsis. Bij gebrek aan volstrekte zeker heid over de totaliteit haal ik een paar elementen naar voren die ik enigszins kan isoleren. Een blik is een ingewikkeld proces en het is misleidend losse momenten daaruit te ne men en te doen alsof de optel ling daarvan opnieuw het ge heel oplevert. Maar er is geen andere methode. In die specia le blik die ik bedoel, schieten, om een oud lied aan te halen, drie stralen dooreen. De eerste is de straal van de leraar op de klas. Na de week komt hij binnen en kijkt vragend, alsof hij wil informeren hoe het was in het vormingscentrum. Hij aarzelt een beetje, want hij heeft intussen al gehoord, dat de leiders van het centrum geen hoge dunk hebben van het onderwijs. De school, zeg gen zij, werkt selecterend en systeembestendigend, zij doodt de persoonlijkheid en reikt al leen nutteloze informatie aan. De leraren zijn autoritair, dul den geen tegenspraak en heb ben er geen enkel idee van wat er werkelijk onder de leerlingen leeft. Men zij dus op zijn hoede voor hun vrien delijkheid en hun listen. De tweede van de drie stralen die dooreenschieten, is nog geen antwoord op de eerste. De frontale ontmoeting met een vijand van wie nu pas geble ken is hoe gevaarlijk die kan zijn, wordt ontweken door een snelle blik zijwaarts. Deze tweede blik verplaatst zich even snel als de eerste en heeft in een oogivenk alle steunpunten in het gezelschap gecontroleerd. Een bliksem snelle uitwisseling herschept de solidariteit die er daags tevo ren was en versterkt de leden van de groep in het voorne men vooral niets prijs te ge ven van de band, die in de hoge-druk-pan van het cen trum tussen hen is gegroeid. Die blik zegt: wij weten sa men iets dat hij niet weet en nooit zal begrijpen. Opgepast voor zijn belangstelling, want bij zulke figuren zitten er al tijd addertjes onder het gras. In die blik zweren zij samen om zichzelf goed en de man voor hen slecht te houden. Wat zij over de school geleerd hebben, moet zo lang mogelijk blijven kloppen. Pas na deze conspiratieve uitwisseling wordt de vragende blik beant woord. Voor mij zie ik dan de zwijgende vastberadenheid van jonge martelaren, vervuld van zekerheden waarvan de wrede tiran tegenover hen geen vermoeden heeft. Kom maar op met je praatjes en je scepsis, zegt die blik, ik trap er niet meer in. Het mooie, dat ik in me heb, zul je mij niet meer afnemeiIk heb een steunpunt gevonden waaraan ik mij kan vasthouden. Jij bent voor mij een vertegen woordiger van de bestaande orde en het alledaagse leven, dat dank zij de vorming defi nitief zijn geldigheid verloren heeft. Ik heb van een ander leven geproefd en ik zal de smaak daarvan nooit meer vergeten. Zo ongeveer meen ik de boodschap van de drie blikken te kunnen weergeven. Ik doe dat enigszins aarzelend, zoals past bij het onderwerp; want in elk van de drie blik ken ligt meer onzekerheid en meer verlangen om weerlegd te worden dan kan blijken uit de woorden waarin hun bood schap geïnterpreteerd wordt. Ik vermoed dat de enige ze kerheid waarvan in de hele situatie gesproken kan wor den, ligt bij de partij die ik niet aan het woord gelaten heb, bij de mensen die menen dat zij emand kunnen vormen en dat re dat zelfs in een paar dagen kunnen. Dat lijkt mij, zacht litgedrukteen vergissing, tenzij men met vormen iets bedoelt als „in de war bren gen". Hoe dan ook, een paar dagen na hun poging een in greep te doen in het leven van anderen, zijn de blikken weer normaal.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 19