""Sit Jgagsg 0g| ROOSENDALER BOUWT MONUMENT IN AMSTERDAM FRANS IN HET SLOP Teken voor 90.000 vrouwen Een stad getekend en vertekend Gal: pennestrijd of pennenijd ZIEN, HOREN EN VOELEN MENSEN - l orm xpositie oek ota bene 'IJ.. Uit Zaterdag 26 januari 197^ I MUZIEKBEURS, in Tilburg pp 28 januari van 10-21.30 uur in De Harmonie te Tilburg. De gezamenlijke muziekuitgevers in Nederland tonen muziek voor allerlei instrumenten je kamt het zo gek niet den ken aan solisten, dirigenten, leraren, orkestmusicg muziek handelaren en winkeliers. WINKELEN, met Kunst, is de titel van een expositie met werk uit de eigen collectie van het Van Abbemuseum te Eindhoven, gekozen en gepre senteerd door Hotze Tolsma, hoofd rondleidingen musea van Amsterdam. Het wordt een manifestatie waarbij de Eindhovense binnenstad ook een rol speelt. Op 1 februari wordt geopend. PHILHARMONIA, Bungari- ca, dirigent Bernard Klee, geeft op 1 februari een concert met werk van Bartók, Mozart en Brahms in de Rotterdamse Doelen. MEEST, gekochte boeken de afgelopen maand in Vlaan deren: A. M. de Jong: Merjjn- tje; A. de VriesBartje; J. Vandeloo; De Muggen; 'G. Walschap: Een mens van goe de wil, M. Gray: Uit naam van al de mijnen: A. Maohean: Valse start; G. Bach: Pairing en Ph. Bosmans: Mens lief ik hou van je. OBJECTIEF Gezien: door het Rijk gekochte schilderijen van 16 kunstenaars, tot 10 fe bruari in het Dordrechts Mu seum. PAUL KLEE (Der Blauwe Reiter, Bauhaus etc) staat cen traal op een tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum van 9 februari tot 5 mei. Uit alle perioden, stijlen en tech nieken van Klee zijn er 132 werken aanwezig. 0 NEDERLAND-USSR, en USSR-Nederland; deze beide verenigingen ondertekenen vanavond in Krasnapolsky Amsterdam de culturele over eenkomst 1974. Plannen om vatten zang- en dansensem bles, uitwisseling delegaties, toeristisch verkeer en exposi ties. Prof. P.-Lapin, de vice- voorzitter van de vereniging in Rusland is er vanavond bij. KERTSKRIBBEN, tentoon stelling in het POC te Eindho ven trok al meer dan 25.000 bezoekers. Nog te zien tot en met 3 februari. De Roosendaler Guido Eckliardt is momenteel bezig met het realiseren van een opvallend monument, dat kennende zomer onthuld zal worden op het Amsterdamse Museumplein. Een roestvry-stalen teken op een plateau van 75 vierkante meter, ondersteund door licht en ge luid, zal de herinnering levendig houden aan de 90.000 vrouwen, die tijdens de laatste wereldoorlog omkwamen in het beruchte Duitse concentratiekamp Kavensbriick. 0 Maquette van het Ravensbrück-monument. Het is een initiatief van het comité Vrouwen van Ra- vensbrück, ondersteund door een opdracht van de gemeente Amsterdam. Zelfs in de hoofd stad stond men aanvankelijk wat vreemd aan te kijken te gen dit „uitgekookte" monu ment, dat Eckhardt samen met Joost van Santen uit Amstel veen en Frank Nix uit Bles- kenswaard had bedacht. En als je het technische verhaal over licht, geluid, het plakken van staal en het slijjpen van lenzen hoort, dat technisch adviseur Ben Burgers uit Roosendaal vertelt, kun je je dat voorstel len. „Zonder Ben Burgers wa ren wij er niet gekomen", al dus Guido Eckhardt. Nu werd onlangs het monument in de Amsterdamse gemeenteraad een hamerstuk, goed voor zo'n f 300.000. In '72 reageerden drie ge noemde kunstenaars op een advertentie, waarin geïnteres seerde kunstenaars voor het vervaardigen van dit monu ment werden opgeroepen. Het bleken er drie te zijn. In plaats van .concurrenten wer den zij team-genoten. „We kwamen bij elkaar om te ex perimenteren met Lego-steen tjes, te overleggen etc. Het moest niet alleen een gedenk teken worden, maar tevens een waarschuwend symbool: laat dit nooit weer gebeuren! Het eerst kwam de vier meter hoge zuil tot stand. Uit die zuil moest licht en geluid ko men. Daarna ontstond er een slak-vormige achterwand, be staande uit een tiental stalen „dozen", oplopend van 2,40 tot 3,60 meter. Daarop komen de teksten: Vrouwen van Ra- vensbrüek 1940-1945 en: Voor hen, die nee bleven zeggen tegen het fascisme. Maar over deze laatste tekst is iedereen het nog niet eens. Evenmin was wethouder Lammers, die prompt „ja" zei tegen dit mo nument, te vinden voor de suggestie de onthulling door mevrouw Allende te laten ge schieden. Het monument komt te staan op de plaats waar voorheen het Van Goghbeeld stond op het Museumplein; het werd verplaatst in verband met de bouw van het Van Gogh-museum". Deze maand moeten de op drachten de deur uit naar fir ma's, die het teken moeten uitvoeren, onder het wakende oog van de kunstenaars. Dat heeft heel wat voeten in de aarde. „Dat kan niet; dat be staat niet" hoorden we tel kens, vertelt Ben Burgers. Maar hij is voor geen (tech nisch) gat te vangen. In de buis komen lange sleuven; waaruit licht op- en af zal gloeien. Voor het zagen ervan heeft Burgers nu maar een eigen apparaat ontwikkeld. Een van de moeilijkheden was ook om het roestvrij-staal te verwerken tot een optisch vlak. Via een tip bij Fokker kwamen ze tot het lijmen on der vacuüm van het staal. In een mum ligt de tafel vol met grafieken, een monster van de doorsnee van het staal (ver sterkt met geperforeerde plaat, hardschuim etc). „Een maand geleden kon ik nog geen zinnig woord zeggen over het vervaardigen van de buis (slijpen, beplakken etc.), rhaar we zijn eruit gekomen", aldus Burgers. Hij heeft een roterende verlichting binnen de buis uitgekiend; het plexi glas, dat in de sleuven als lens moet werken, geprofileerd; een licht en geluid-programma bedacht. Kortom: een monu ment, dat barst van technische problemen en opgaven. „Wat zij zeggen, kan ik maken", onderstreept Burgers enthousi ast. Het geluid, dat uit de zuil komt, wordt door die zuil zelf voortgebracht; via een opwek- ker wordt zijn eigen geluid versterkt en daarna gepro grammeerd in ruis- en hart- slagtonen. „Het licht is bedoeld als baken op de weg; het ge luid is gebaseerd op de men selijke hartslag, maar is óók een baken (vergelijk de brul boei)", verduidelijkt Guido Eckhardt, die blij is met deze opdracht, al zijn de financiële verdiensten ervan voor de kunstenaars niet om te gillen, meent hij. H. E. SAMENSPEL-U: „Op de t.v. is duidelijk te zien hoe sterk de technisch beheerste luidruchtigheid in het spraak- patroon van de acteur is inge sleten", aldus Manuel van Loggem in „Wat je ziet ben je zelf'. Schouwtoneel onthoofdt dan ook de kennende mens, betoogt Ben Bos in „Aktieto- neel bestrijdt het leed; schouwtoneel toont het". Maar „What's in a name?", vraagt Franz Marijnen zich af om te besluiten, dat hij oneindig lang getuige van het schouw toneel wil zijn. Maar toneelre censent Jac Heyer, die over zijn dagelijkse toneel-be-schou- wen schrijft, concludeert: „To- neelkijken is mijn lust, maar erover schrijven houd ik nóóit vol". (Samenspel, Zandpad 28, Maarssen), SEPTENTRION-3: Met dit nummer is de tweede jaargang van deze Revue de culture neerlandaise vol en heeft dit tijdschrift zijn bestaansrecht bewezen. In de praktijk blijkt, dat vele Franstaligen graag geïnformeerd worden over de Nederlandse cultuur. Dat dit van belang is op velerlei ge bied wordt gedemonstreerd met het openingsartikel van deze aflevering, waarin Annie Romein-Verschoor de samen hang schetst tussen de cultuur en het karakter van een volk. Verder o.a. bijdragen over Slauerhoff (L. Fessard), Jan Dibbets (C. Blotkamp), Les églises Wallones aux Pays-Bas (R. la Roche), l'Attitude Euro- péenne des Pays-Bas (H. Brug- mans) (Septentrion - Kerk straat 1, Raamsdonkdorp). KRUISPUNT-SUMMIER-48: Twaalf jaar heeft dit sim pel uitgegeven tijdschrift het al volgehouden. De komende jaargang zal het wat uitge breid worden. Traditiege trouw bevat deze aflevering poëtische probeersels van jong „talent" uit Noord en Zuid (ongeveer vijftien) en een prozastuk, alsmede literaire kritieken met woord en we derwoord (K. S. Amelterhout 76, Assen). DELTA-2: Minder florissant gaat het dit tijdschrift, dat na zestien jaargangen op zijn laatste benen loopt. Het is wat verwonderlijk, dat de Fransta lige uitdrager van de Neder landse cultuur het wel doet en deze Engelstalige Review of arts life and thought in the Netherlands het met redt. Misschien kan de stichting, die Septentrion beheert, ook het beheer over Delta overne men. Deze Delta-aflevering- het zomernummer, dat in de winter verschijnt bevat o.a. bijdragen van J. Phaff over: Piet Blom, Architect with his Back to the Wall, André Rut- ten over Mickery, H. von der Dunk over Huizinga en H. Ca- simir: Research Policy, an im possible imperative. (Delta, J. J. Viottastraat 41, Amster dam), Er is geen oude stad in ons land, die zo verkroegt als Ber gen op Zoom. Dat komt niet ten goede aan een herstel van de mooie binnenstad, waar de aandacht te eenzijdig gericht is op het restaureren van de Grote Kerk. Dat zei me on langs een hoofdarchitect van de Rijks Monumentenzorg. Daaraan moest ik denken bij een bezoek aan de interessante en aardige tentoonstelling TE KENINGEN VAN BERGEN OP ZOOM, die nog tot en met 10 februari in het Markiezen hof van deze stad te zien is. Daar blijkt o.a. dat die be langstelling voor die Grote Kerk al eeuwenoud is. Als de befaamde kunstenaar Albrecht Dürer in de zestiende eeuw Bergen op Zoom bezoekt om er te telkenen, dan is zijn aan dacht ook gericht op die Grote Kerk. De markt bij de Grote Kerk is in de vorige eeiuwen tevens op papier vastgelegd. En ais je dan, na de tekeningen van Hans Bol en Abraham de Haen gezien te hebben weer op die Grote Markt terugkeert om er je aiuto te halen op de plaats waar vroeger een fraaie put blijkt te hebben ge staan, dan word je je bewust van de onttakeling em de rit mische verstoringen in latere tijden aangebradht. Hoe „ver tekend" de stad werd. Nu ben ik niet eens een Bergeinaar, Toch raakte ik via deze ten toonstelling gevoelsmatig di rect betrokken bij enkele eeu wen Zuidnederlands cultuur goed. Daarom is deze tentoon stelling, ook al is zij gericht op Bergen op Zoom en omge ving boeiend voop iedereen om te bezoeken. Ze bevat 127 originele teke ningen uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Het zijn niet allemaal grote kunstwerken, al zitten er ook uitstekende stukken onder. Bovendien dient daarbij direct genoemd te worden de catalogus^ samengesteld door de conservator van het ge meentemuseum J. Mosselveld en W. van Ham van het ge meentearchief. Het is een boek werk geworden met 145 af beeldingen, informatie en ach tergrondverhalen, wiaarbij je alleen nog de kleurendruk mist. In twee uitvoeringen (resp. f 27 en f 32) is het boek in de handel. Het geeft niet alleen achtergrondinfor matie bij de expositie, maar vermeldt ook een aantal inte ressante historische zaken over de streek, kunstenaars e.d. Op de tentoonstelling mis je jammer genoeg een aantal, soms belangrijke, stukken (o.a. de Dürer®, die wel ta. het boek werden opgenomen, maar niet uitleenbaar ble ken. Hoewel waarschijnlijk lang niet alles opgespoord werd, is een collectie van 145 tekenin gen van Bergen exp Zoom, Borgvliet, Halsteren en Wouw toch indrukwekkend genoeg om te beseffen, dat de stad in de afgelopen eeuwen mee geteld heeft. Van een twin tigtal artiesten zijn tekenin gen e.d. bekend. Op de ten toonstelling wordt een belang rijk deel ingenomen door Bar nardus en Valentijn Klotz (17e eeuw), waarvan de eerste o.a. ook in Geertruidenberg werkzaam was. Barnardus was de sterkste; beiden tekenden bv. de Bospoort; ze laten zich vergelijken. De tentoonstelling heeft echter primair een topo grafisch karakter, hoewel deze invalshoek bij veel tekenaars niet aan de orde was. Ze Dat je galspuwer van beroep kunt zijn bewijst HEDWIG SPELIERS met zijn nieuwe verzamelbundel polemieken DIE VERREKTE GELIJK HEBBER (Uitg. Nijgh en Van Ditmar - f 17,90). Het boek is een pleidooi voor de penne strijd als een zelfstandig lite raire genre. Spellers is een ver rekte gelijkhebber, die van dik hout planken zaagt; die het liefst werkt met hagel, puin en dergelijke. Hij is niet de beminnelijke gelijkhebber, die hij in zijn model Louis Paul Boon, als polemicus, ziet. Walschap miag dan de vader van de Zuidnederlandse pen- netwisten zijn: het maakt ons alleen maar makkelijker om hem te verwerpen, want aan „vaders" hebben wij geen be hoefte", schrijft hij. Speliers is dikwijls nogal persoonlijk rancuneus, waar door de zaken, die hij bepleit in het gedrang komen; dat is de zwakke zijde van zijn pole mieken. Nu is er in de laatste tien jaar in het Vlaamse lite raire wereldje nogal wat afge- knokt (het Zuidnederlandse jonge sohrijversbestand is on dermeer daardoor heel wat le vendiger en veelbelovender dan de Noord Nederlandse ge worden), maar onder het mom van „engagemnt" werd er te vens de vloer aangeveegd met een aantal gerenommeerde fi guren. Het is opvallend hoe vaak Speliers het woord „fa scistisch" in d emond neemt. Deze verzamelbundel is een aardig tijdsdocument van voorbije woelige jaren in de Vlaamse literaire wereld. Aan de orde komen o.a. een reeks Streuveliana, waarmee Speliers zich van een aantal traumata zegt te bevrijden Marnix Gijsen als „auteur van de gemiste kansen" zijn af schuw voor literaire bekronin gen en „de volzinfabrikant" Lampo, de „maatschappelijk- fascistische poëtische reac tie" vain de vijftigers^ de schrijver als technocraat (Mi- chiels), de marxistische litera tuursociologie als „nieuwe li teraire religie", de „maniak ken van de literatuurgeschie denis" (Knuvelder e.a.), Claus als «nationalist etc. Een veel zijdige intelligente bundel po- lebieken, met de bijsmaak van de rancune. „Ik word een beetje beroerd van het gepolemiseer", schrijft CORNET DE GROOT als in leiding op zijn bundel essays INTIEME OPTIEK (Uitg. Nijigjh en Ditmar - f 17,50). „Intieme optiek is een vorm van meditatie". Het gaat hem niet om de tekst als tekst (close reading), niet om uiter lijke algemene kriteria, maar om het analyseren van subjec tieve ervaringen. Cornets de Groot is daarmee eigenlijk ac tueler in zijn „engagement" dan Speliers. In Speliers vooral bezig met de wijze vain schrij ven, De Groot heeft het over de wijze van lezen. Zijn ironiserende subjectie ve, anti-objectieve opstelling, werpt je meer op jezelf terug dan tegen anderen aan. „Daar om staat het essay dat van zulke optiek de drager is, in een kwade reuk bij wie ons aller heil tot zijn ideaal heeft gemaakt. Zo'n essay herinnert immers aan de vrijheid en de speelruimte die de weten schapsman niet past", schrijft hij. Cornets de Groot schept zich deze speelruimte als een „casuït met een beetje ze- ventiende-eeuws advokaten- bloed" via gedachten rond het werk van talrijke auteurs (Vestdijk, Van Ostaijen, Aoh- CORNELIS DE GROOT. terberg etc.), zeer persoonlijke reflecties, hier en daar gevoed met autobiografische gegevens, als een „systematische orde loosheid in denken, leven, le zen en voelen, met het doel te laten zien hoe de gevestigde orde meer en meer geïnfril- treerd wordt door het irratio nele, en hoe dat laatste uitein delijk die maatschappelijke orde omwoelt en vernietigt". Sedert '67 verschijnt ieder jaar een bundel met tijdschrift eindredactie henk egbers Frankrijk irriteert op dit moment veel mensen. Er ont staat, ondanks het drukke toe ristische bezoek aan dit land, een vervreemding ten aanzien van het hele Franse culturele klimaat. Na de laatste wereld oorlog zijn we helemaal in de greep geraakt van de Engels talige wereld. Parijs zakte weg als kunststad; Amerika gaf de toon aan. Het Franse toneel krijgt hier nog nauwe lijks een voet aan de grond; het is praktisch allemaal En gels wat onze schouwburgen bieden etc. Ook op de scholen sleet de interesse voor de Franse taal, die nog niet zó lang geleden toch een bepaal de bourgeoisie-cultuur (denk bv. aan de kostscholen) in ons land typeerde. „De in het voorjaar 1973 in gediende wijziging van Wet op het voortgezet onderwijs, houdende uniformering voor alle brugklassen, brengt nogal j veroorloofden zich artistieke vrijheden, die geen natuurge trouwe reconstructie van de omgeving beoogde. Vertede rend kinderlijk is bv. een teke ning van Ëdtlard Donokum van huizen aan de zuidzijde Haven. Josua de Grave is een andere artiest uit de 17e eeuw, die ruim vertegenwoordigd is; o.a. met enkele tekeningen van boerderijen uit die tijd; zijn handschrift is van een romantische schilderachtig heid. Waarschijnlijk ia op de expo sitie voor de meesten het inte ressantst om te zien hoe het allemaal geweest is (en wat wij er van gemaakt hebben). De indrukwekkende tekeningen van de verwoeste Grote Kerk (Fokke)t, het Markiezenhof in oude luister, de verschillende markten, straten, poorten, wa teren, bolwerken lunet Zee land bv. kastelen van Borgvliet en Wouw etc, het zijn doorgaans fijne sfeerstuk jes, die je behalve een mate riële ook een geestelijke (cul turele) overlevering bezorgen. Je merkt het ook aan de men sen, die ernaar staan te kij ken. De toeloop naar deze ten toonstelling is dan ook groot. U kunt er dagelijks terecht van 14.00-17.00 uur. H. E. wat gemoederen in beweging, onder meer omdat sommige vakken zich daardoor bedreigd achten. Een van die vakken is, naast geschiedenis en aard rijkskunde, het Frans". Zo begint een discussie-brochure, uitgegeven door de Vereniging tot Bevordering van de Studie van het Frans (secr. Mozart- laan 6, Naarden). De brochure „Waarom Frans op school"? wil, zoals de voorzitter van de vereniging prof. dr. J. Plesser, schrijft helpen het standpunt te bepalen van de plaats van het Frans in onze samenleving en in ons onderwijs. Ook al bepaalt op dit mo ment Kissinger en niet Pompi dou het gezicht van onze sa menleving, toch voert de Ver eniging een aantal argumenten aan, die de stelling „Het Frans speelt geen rol meer" moeten ontzenuwen. In tegendeel, zo wordt gezegd, voor de interna tionale betrekkingen op econo misch, politiek, technisch en wetenschappelijk terrein heeft de Nederlandse samenleving behoefte aan een ruime dosis kennis van het Frans. Boven dien zou het, juist voor een steeds democratischer worden de samenleving, een culturele verschraling betekenen als niet meer op allerlei niveaus rechtstreeks contact mogelijk zou zijn met die cultuuruitin gen waartoe de Franse taal toegang biedt. De Vereniging heeft grote twijfels over de enquête, die minister Van Veen heeft laten uitgaan voor een behoeften- onderzoek dienaangaande op de scholen. Het onderzoek zal waarschijnlijk slechts een op somming geven van de facto ren die de keuze van de letj lingen bepalen. Gewezt, wordt op de mythen en voor, oordelen rond de Franse tij (moeilijk, elitair, Franse p0|j, tiek), die het klimaat vet, slechteren. Maar nu de id. ten. Er is een toenemend ai personen dat allerlei cursussëj Frans volgt. Met andere woor den: steeds meer mensen krij. gen er spijt van dat ze vroe. i ger op school geen of slecht Frans geleerd hebben. In Brt, da hebben de cursussen Frm méér deelnemers dan eni;t andere taal en in Zeeland heb- ben de acht cursussen Fran ongeveer hetzelfde aantal deelnemers als de cursusst, Engels, zo wordt in de brochu re meegedeeld. Teleac-, fe, drijfs- en andere cursusse Frans mogen zich in toert. J mende belangstelling verhea. gen. Motieven? Algemene onl. wikkeling èn toeristische ach tergronden. Van 1 januari 19» tot 1 september '73 bezochte 1.600.00 Nederlanders Fraai- rijk. Zwaar wordt ook getild au de economische belangd Voorspeld wordt dat in 1985 Frankrijk en Zweden de rijk- ste landen van Europa zulte zijn. En zoals bekend beteken geld macht! Zorg, dat je erbij komt. Er is advertentie-onder zoek verricht, waarbij geblc. ken is dat er nogal eens gc. vraagd wordt om kennis vaa de Franse taal. De TH in Eindhoven deed bv. een d«. gelijk onderzoek voor TH-al- gestudeerden. In 20-25% bleek de Franse taal gevraagd hl] sollicitaties. En bij Shell wot- den je kansen groter met Frans, zo weet de Verenlgiej te melden; idem bij Philips, Ook is gebleken, dat Frans it de technische literatuur niet te vervangen is door Engels. Tenslotte is er op de univet. siteit van Utrecht bij prak tisch alle faculteiten onto- zoek verricht naar de nood zaak van kennis omtrent dt Franse taal i.vjn. vaklitera- tuur. Die blijkt praktisch al tijd noodzakelijk te zijn. Ct huidige Nederlandse wiskundt zou er aanmerkelijk slechte voorstaan dan nu het geval is indien reeds 20 jaar geleden gestopt was met het onderwij in de Franse taal, is een op vallende uitspraak. Wat je jt wel afvraagt is: waarom blijkt het overgrote deel van vakli teratuur, dat vertaald wordt van Angelsaksische oorsproai te zijn? De hautaine individu alistische opstelling van di Fransen in een maatschappij, die steeds meer van de mm gaat verschillen, zorgde ook voor een steeds dieper w>r- dende kloof. Zullen we dn toch maar Frans gaan stuft/s om die kloof te slechten, vut taal blijft een communie* middel bij uitstek. artikelen, die een beeld wil len geven van hetgeen er in een afgelopen jaar in Noord en Zuid-Nederltnd in de lite ratuur aan de toanid was. KRI TISCH AKOORD 1973 (uitg. Paris-Manteau - f 14,50) bevat veertien essays, bijeengezocht door J. Deleu, W. Hazeu, W. van Maanen en W. Verhegghe. De bundel opent met een in leiding van Kees Fens over de wegversmalling der Neder landse literatuur, waarbij hij de ontwikkeling van de dag bladpers terecht als funest daarvoor noemt. Louis Paul Boon's zestigste verjaardag was aanleiding voor een twee tal artikelen van resp. Gerost Borgers en Karei van Istcker. Martien de Jong bejubelt de 80-jarige Victor van Vriesland, Willy Roggeman schenkt aan dacht aan René Gysen en Pa- triok Conrad en Marcel Jans- 3ens aan G. K. Reve, De-ze en nog enkele andere bijdragen vormen een bloemlezing die iedere literatüurder als mo mentopname in de literatuur geschiedenis" kaïn bekoren. Hü. Zoals hekend heeft ENNO DEVELING indertijd de roman dooi verklaard: „Het einde van de roman". De romanschrijver, als dictatoriale figuur ten opzichte van de lezer heeft (voor hem) afgedaan. Hij is daarna zelf met zogenaamde projecten gekomen (Voor de soldaten en De Maagden), waarbij hij naar en zo ob jectief mogelijke beschrijvingsvorm zoekt. Zijn nieuwste anti roman-project is nu, met steun van CRM, gereed: HET KAN TOOR (uitg. Manteau 10,Een doos met 4 grammofoon plaatjes, 60 fotopagina's met 240 foto's en 30 pagina's tekst; alles losbladig. Het bevat een verslag van één uur kantoortijd: om de minuut werd vanuit 4 hoeken alles wat er gebeurde gefotogra feerd; werden alle geluiden en stemmen op de plaat vastgelegd en werden kantoormensen over hun gedachten en gevoelens tij dens die zelfde kantoordag ondervraagd; de tekst van deze inter views werd ongecorrigeerd (met alle versprekingen, haperingen etc.) afgedrukt. Develing maakte van de roman als binnengebeuren (bö de auteur) een buitengebeuren. De objectiviteit, die hij daarbij ech ter nastreeft wordt bepaald door een subjectieve selectie. Bo vendien beoogt zijn project tot bepaalde conclusies te komen (vooropgezet?). De conclusies van het kantoorproject zijnvan democratisering of zelfs maar openheid is nergens sprake. Over indeling enaankleding van de werkruimte heeft men niets te zeg gen. Werknemer is voor werkgever een winsobject. Het veerdeel- en heerssysteem houdt de werker onder de duim. Arbeidsvreug de is een fictie. Dit zijn geen opzienbarende conclusies, al kun je ze rtiet vaak genoeg herhalen. Maar wat is het effect? Func tioneert zo'n socialeanti -roman van Develing Die zes kantjes grammofoonplaat zijn te irritant om ze af te draaien; al zegt die irritatie op zich ai ietsHet bekijken van de foto's met spaar zaam wisselende beelden boeit ook niet erg (zó saai is bet kantoorleven) en de gesprekken spreken boekdelen, al is dit voer voor psychologen. Kortom: het kantoorleven is doorgaans geen lolletje! Maar dat was bekend. Wat doen we ermee? En wi® schaft zich een dergelijk project van Develing aan? Het is aardig probeersel, maar Develing kan misschien beter in de P®" litiek of het vormingswerk gaan om zijn bewustwordingsprojee- ten hard te maken. I Er leven nu ongeveer 4 mil- tii jard mensen op aarde. Onge- ki veer, want in de meeste on- he derontwikkelde landen weet va I men op geen stukken na, hee- pr veel kinderen er worden gebo- aa j ren en hoeveel menst-n er ka dood gaan. En die landen be- gr staan samen zo'n 70 procent m< van het bewoonbare oppervlak va van de aarde: Afrika, Azië, we i Latijns-Amerika. In 1830, een ka f kleine 150 jaar geleden dus, w< waren er voor het eerst een dit niljard mensen op onze aarde, kii hj Een eeuw later, in 1930, over- de schreed het aantal menselijke hi- aardbewoners de 2 miljard. 30 jaar daarna, in 1960, waren er al 3 miljard mensen. De ver sneling van de bevolkingsgroei kan nauwelijks duidelijker worden onderstreept. Bevol kingsdeskundigen verwachten op grond van op ervaring gebasseerde berekeningen dat er omstreeks 2000 zeker 614 miljard mensen op aarde zullen leven. En die groei gaat steeds sneller. Gewoon, omdat steeds meer mensen nu een maal samen steeds meer kin dereu voortbrengen. Elk jaar groeit de wereldbevolking met, gemiddeld, 2 procent. In 35 jaar verdubbelt een bevol king zich bij zo'n groei-snel- heid. Vorig jaar werden er om en nabij de 127 miljoen kinde ren geboren. Dat is 349-000 mensjes per dag, 242 per mi nuut, 4 per seconde. In dat zelfde jaar stierven er 50 mil joen mensen. De wereldbevol king steeg dus met 77 miljoen. In Latijnsamerika groeit de bevoling ieder jaar met 2,9 procent. Er ïeeft daar ruim 10 procent van de totale wereld bevolking, of 13 mensen op elke vierkante kilometer. In Afrika neemt de bevolking jaarlijks met 214 procent toe. Ruim 9 procent van alle men sen op aarde leeft in dat we relddeel, 11 op een vierkante kilometer. Azië heeft een jaar lijkse bevolkingsgroei van 2,1 procent. Er leeft daar 54,6 procent van alle mensen, 73 op elke vierkante kilome ter. Het groeipercentage van de Noordamerikaanse bevol king is 1,2 procent per jaar, 7 procent van alle mensen leeft op het Noordamerikaanse con- de (Van een onzer redacteuren) „Geen ander verschijnsel werpt een donkerder scha duw over de vooruitzichten van de internationale ont wikkeling dan de verbijste rende groei van de bevol king. Het is duidelijk dat het een hoofdoorzaak is van het grote verschil in econo mische vooruitgang in rijke en arme landen". Deze veelzeggende passage staat in het boek „Deelgenoten in ontwikkeling", de uitvoeri ge studie die in 1970 werd gepubliceerd. Zij was gemaakt door een achttal deskundigen in opdracht van de Wereld bank. Enkele tientallen weten schapsmensen droegen voor die acht het materiaal aan. Dit Pearson-rapport deed veel stof opwaaien. kit Ee un vo va vr br tei nu ge wo Ha m; aa do he mt ee va ni st; ni aa da Voordien, maar vooral sinds dien, zijn er over de talloze Se' zijden van de problemen die do| de enorme bevolkingsgroei op- nl roept bibliotheken voïgeschre- Één zaak is uit die over- vloed van materiaal heel dui- n delijk geworden. Er is geen ^6 enkele pasklare oplossingen te da geven. Ook uitspraken die in la' hun algemeenheid bedoeld zijn en om voor die bevolkingsgroei 1° in wereldwijd verband vaste te regels te geven, slaan in feite T« nergens op. Angst is 't slechtst ki denkbare uitgangspunt om het Hi probleem aan te paken. int goj Het probleem kan men na- hc melijk niet losmaken van het zc totaal aan culturele, godsdien- so stige, sociale en economische factoren waarin het onverbre kelijk verankerd is. En die sp omstandigheden zijn overal rq verschillend. Ze zijn altijd kc historisch bepaald. st| Enige eenvoudige voorbeel- gr den om dit te verduidelij- aa ken. h| In Bangkok maakt de Ame- v< rikaanse zending dankbaar ge bruik van de hulp van univer sitair opgeleide mannen en vrouwen uit het land zelf om de bevolking begrip bij te bi brengen voor gezinsplanning. Die mannen en vrouwen zijn er vast van overtuigd dat td slechts geboortenregeling vrij- m willig aanvaard, de overbevol-

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 24