""Sit
Jgagsg 0g| ROOSENDALER BOUWT MONUMENT IN AMSTERDAM FRANS IN HET SLOP
Teken voor
90.000
vrouwen
Een stad getekend en vertekend
Gal: pennestrijd of pennenijd
ZIEN, HOREN EN VOELEN
MENSEN -
l
orm
xpositie
oek
ota bene
'IJ..
Uit
Zaterdag 26 januari 197^ I
MUZIEKBEURS, in Tilburg
pp 28 januari van 10-21.30 uur
in De Harmonie te Tilburg. De
gezamenlijke muziekuitgevers
in Nederland tonen muziek
voor allerlei instrumenten
je kamt het zo gek niet den
ken aan solisten, dirigenten,
leraren, orkestmusicg muziek
handelaren en winkeliers.
WINKELEN, met Kunst, is
de titel van een expositie met
werk uit de eigen collectie
van het Van Abbemuseum te
Eindhoven, gekozen en gepre
senteerd door Hotze Tolsma,
hoofd rondleidingen musea
van Amsterdam. Het wordt
een manifestatie waarbij de
Eindhovense binnenstad ook
een rol speelt. Op 1 februari
wordt geopend.
PHILHARMONIA, Bungari-
ca, dirigent Bernard Klee,
geeft op 1 februari een concert
met werk van Bartók, Mozart
en Brahms in de Rotterdamse
Doelen.
MEEST, gekochte boeken
de afgelopen maand in Vlaan
deren: A. M. de Jong: Merjjn-
tje; A. de VriesBartje; J.
Vandeloo; De Muggen; 'G.
Walschap: Een mens van goe
de wil, M. Gray: Uit naam van
al de mijnen: A. Maohean:
Valse start; G. Bach: Pairing
en Ph. Bosmans: Mens lief ik
hou van je.
OBJECTIEF Gezien: door
het Rijk gekochte schilderijen
van 16 kunstenaars, tot 10 fe
bruari in het Dordrechts Mu
seum.
PAUL KLEE (Der Blauwe
Reiter, Bauhaus etc) staat cen
traal op een tentoonstelling in
het Haags Gemeentemuseum
van 9 februari tot 5 mei. Uit
alle perioden, stijlen en tech
nieken van Klee zijn er 132
werken aanwezig.
0 NEDERLAND-USSR, en
USSR-Nederland; deze beide
verenigingen ondertekenen
vanavond in Krasnapolsky
Amsterdam de culturele over
eenkomst 1974. Plannen om
vatten zang- en dansensem
bles, uitwisseling delegaties,
toeristisch verkeer en exposi
ties. Prof. P.-Lapin, de vice-
voorzitter van de vereniging
in Rusland is er vanavond bij.
KERTSKRIBBEN, tentoon
stelling in het POC te Eindho
ven trok al meer dan 25.000
bezoekers. Nog te zien tot en
met 3 februari.
De Roosendaler Guido Eckliardt is momenteel bezig
met het realiseren van een opvallend monument, dat
kennende zomer onthuld zal worden op het Amsterdamse
Museumplein. Een roestvry-stalen teken op een plateau
van 75 vierkante meter, ondersteund door licht en ge
luid, zal de herinnering levendig houden aan de 90.000
vrouwen, die tijdens de laatste wereldoorlog omkwamen
in het beruchte Duitse concentratiekamp Kavensbriick.
0 Maquette van het Ravensbrück-monument.
Het is een initiatief van het
comité Vrouwen van Ra-
vensbrück, ondersteund door
een opdracht van de gemeente
Amsterdam. Zelfs in de hoofd
stad stond men aanvankelijk
wat vreemd aan te kijken te
gen dit „uitgekookte" monu
ment, dat Eckhardt samen met
Joost van Santen uit Amstel
veen en Frank Nix uit Bles-
kenswaard had bedacht. En als
je het technische verhaal over
licht, geluid, het plakken van
staal en het slijjpen van lenzen
hoort, dat technisch adviseur
Ben Burgers uit Roosendaal
vertelt, kun je je dat voorstel
len. „Zonder Ben Burgers wa
ren wij er niet gekomen", al
dus Guido Eckhardt. Nu werd
onlangs het monument in de
Amsterdamse gemeenteraad
een hamerstuk, goed voor zo'n
f 300.000.
In '72 reageerden drie ge
noemde kunstenaars op een
advertentie, waarin geïnteres
seerde kunstenaars voor het
vervaardigen van dit monu
ment werden opgeroepen. Het
bleken er drie te zijn. In
plaats van .concurrenten wer
den zij team-genoten. „We
kwamen bij elkaar om te ex
perimenteren met Lego-steen
tjes, te overleggen etc. Het
moest niet alleen een gedenk
teken worden, maar tevens
een waarschuwend symbool:
laat dit nooit weer gebeuren!
Het eerst kwam de vier meter
hoge zuil tot stand. Uit die
zuil moest licht en geluid ko
men. Daarna ontstond er een
slak-vormige achterwand, be
staande uit een tiental stalen
„dozen", oplopend van 2,40 tot
3,60 meter. Daarop komen de
teksten: Vrouwen van Ra-
vensbrüek 1940-1945 en: Voor
hen, die nee bleven zeggen
tegen het fascisme. Maar over
deze laatste tekst is iedereen
het nog niet eens. Evenmin
was wethouder Lammers, die
prompt „ja" zei tegen dit mo
nument, te vinden voor de
suggestie de onthulling door
mevrouw Allende te laten ge
schieden. Het monument komt
te staan op de plaats waar
voorheen het Van Goghbeeld
stond op het Museumplein; het
werd verplaatst in verband
met de bouw van het Van
Gogh-museum".
Deze maand moeten de op
drachten de deur uit naar fir
ma's, die het teken moeten
uitvoeren, onder het wakende
oog van de kunstenaars. Dat
heeft heel wat voeten in de
aarde. „Dat kan niet; dat be
staat niet" hoorden we tel
kens, vertelt Ben Burgers.
Maar hij is voor geen (tech
nisch) gat te vangen. In de
buis komen lange sleuven;
waaruit licht op- en af zal
gloeien. Voor het zagen ervan
heeft Burgers nu maar een
eigen apparaat ontwikkeld.
Een van de moeilijkheden was
ook om het roestvrij-staal te
verwerken tot een optisch
vlak. Via een tip bij Fokker
kwamen ze tot het lijmen on
der vacuüm van het staal. In
een mum ligt de tafel vol met
grafieken, een monster van de
doorsnee van het staal (ver
sterkt met geperforeerde
plaat, hardschuim etc).
„Een maand geleden kon ik
nog geen zinnig woord zeggen
over het vervaardigen van de
buis (slijpen, beplakken etc.),
rhaar we zijn eruit gekomen",
aldus Burgers. Hij heeft een
roterende verlichting binnen
de buis uitgekiend; het plexi
glas, dat in de sleuven als lens
moet werken, geprofileerd;
een licht en geluid-programma
bedacht. Kortom: een monu
ment, dat barst van technische
problemen en opgaven. „Wat
zij zeggen, kan ik maken",
onderstreept Burgers enthousi
ast.
Het geluid, dat uit de zuil
komt, wordt door die zuil zelf
voortgebracht; via een opwek-
ker wordt zijn eigen geluid
versterkt en daarna gepro
grammeerd in ruis- en hart-
slagtonen. „Het licht is bedoeld
als baken op de weg; het ge
luid is gebaseerd op de men
selijke hartslag, maar is óók
een baken (vergelijk de brul
boei)", verduidelijkt Guido
Eckhardt, die blij is met deze
opdracht, al zijn de financiële
verdiensten ervan voor de
kunstenaars niet om te gillen,
meent hij.
H. E.
SAMENSPEL-U: „Op de
t.v. is duidelijk te zien hoe
sterk de technisch beheerste
luidruchtigheid in het spraak-
patroon van de acteur is inge
sleten", aldus Manuel van
Loggem in „Wat je ziet ben je
zelf'. Schouwtoneel onthoofdt
dan ook de kennende mens,
betoogt Ben Bos in „Aktieto-
neel bestrijdt het leed;
schouwtoneel toont het". Maar
„What's in a name?", vraagt
Franz Marijnen zich af om te
besluiten, dat hij oneindig
lang getuige van het schouw
toneel wil zijn. Maar toneelre
censent Jac Heyer, die over
zijn dagelijkse toneel-be-schou-
wen schrijft, concludeert: „To-
neelkijken is mijn lust, maar
erover schrijven houd ik nóóit
vol". (Samenspel, Zandpad 28,
Maarssen),
SEPTENTRION-3: Met dit
nummer is de tweede jaargang
van deze Revue de culture
neerlandaise vol en heeft dit
tijdschrift zijn bestaansrecht
bewezen. In de praktijk blijkt,
dat vele Franstaligen graag
geïnformeerd worden over de
Nederlandse cultuur. Dat dit
van belang is op velerlei ge
bied wordt gedemonstreerd
met het openingsartikel van
deze aflevering, waarin Annie
Romein-Verschoor de samen
hang schetst tussen de cultuur
en het karakter van een volk.
Verder o.a. bijdragen over
Slauerhoff (L. Fessard), Jan
Dibbets (C. Blotkamp), Les
églises Wallones aux Pays-Bas
(R. la Roche), l'Attitude Euro-
péenne des Pays-Bas (H. Brug-
mans) (Septentrion - Kerk
straat 1, Raamsdonkdorp).
KRUISPUNT-SUMMIER-48:
Twaalf jaar heeft dit sim
pel uitgegeven tijdschrift het
al volgehouden. De komende
jaargang zal het wat uitge
breid worden. Traditiege
trouw bevat deze aflevering
poëtische probeersels van jong
„talent" uit Noord en Zuid
(ongeveer vijftien) en een
prozastuk, alsmede literaire
kritieken met woord en we
derwoord (K. S. Amelterhout
76, Assen).
DELTA-2: Minder florissant
gaat het dit tijdschrift, dat na
zestien jaargangen op zijn
laatste benen loopt. Het is wat
verwonderlijk, dat de Fransta
lige uitdrager van de Neder
landse cultuur het wel doet en
deze Engelstalige Review of
arts life and thought in the
Netherlands het met redt.
Misschien kan de stichting, die
Septentrion beheert, ook het
beheer over Delta overne
men. Deze Delta-aflevering-
het zomernummer, dat in de
winter verschijnt bevat o.a.
bijdragen van J. Phaff over:
Piet Blom, Architect with his
Back to the Wall, André Rut-
ten over Mickery, H. von der
Dunk over Huizinga en H. Ca-
simir: Research Policy, an im
possible imperative. (Delta, J.
J. Viottastraat 41, Amster
dam),
Er is geen oude stad in ons
land, die zo verkroegt als Ber
gen op Zoom. Dat komt niet
ten goede aan een herstel van
de mooie binnenstad, waar de
aandacht te eenzijdig gericht
is op het restaureren van de
Grote Kerk. Dat zei me on
langs een hoofdarchitect van
de Rijks Monumentenzorg.
Daaraan moest ik denken bij
een bezoek aan de interessante
en aardige tentoonstelling TE
KENINGEN VAN BERGEN
OP ZOOM, die nog tot en met
10 februari in het Markiezen
hof van deze stad te zien is.
Daar blijkt o.a. dat die be
langstelling voor die Grote
Kerk al eeuwenoud is. Als de
befaamde kunstenaar Albrecht
Dürer in de zestiende eeuw
Bergen op Zoom bezoekt om
er te telkenen, dan is zijn aan
dacht ook gericht op die Grote
Kerk. De markt bij de Grote
Kerk is in de vorige eeiuwen
tevens op papier vastgelegd. En
ais je dan, na de tekeningen
van Hans Bol en Abraham de
Haen gezien te hebben weer
op die Grote Markt terugkeert
om er je aiuto te halen op
de plaats waar vroeger een
fraaie put blijkt te hebben ge
staan, dan word je je bewust
van de onttakeling em de rit
mische verstoringen in latere
tijden aangebradht. Hoe „ver
tekend" de stad werd. Nu ben
ik niet eens een Bergeinaar,
Toch raakte ik via deze ten
toonstelling gevoelsmatig di
rect betrokken bij enkele eeu
wen Zuidnederlands cultuur
goed. Daarom is deze tentoon
stelling, ook al is zij gericht
op Bergen op Zoom en omge
ving boeiend voop iedereen om
te bezoeken.
Ze bevat 127 originele teke
ningen uit de 16e, 17e en 18e
eeuw. Het zijn niet allemaal
grote kunstwerken, al zitten
er ook uitstekende stukken
onder. Bovendien dient daarbij
direct genoemd te worden de
catalogus^ samengesteld door
de conservator van het ge
meentemuseum J. Mosselveld
en W. van Ham van het ge
meentearchief. Het is een boek
werk geworden met 145 af
beeldingen, informatie en ach
tergrondverhalen, wiaarbij je
alleen nog de kleurendruk
mist. In twee uitvoeringen
(resp. f 27 en f 32) is het
boek in de handel. Het geeft
niet alleen achtergrondinfor
matie bij de expositie, maar
vermeldt ook een aantal inte
ressante historische zaken
over de streek, kunstenaars
e.d. Op de tentoonstelling mis
je jammer genoeg een aantal,
soms belangrijke, stukken
(o.a. de Dürer®, die wel ta.
het boek werden opgenomen,
maar niet uitleenbaar ble
ken.
Hoewel waarschijnlijk lang
niet alles opgespoord werd, is
een collectie van 145 tekenin
gen van Bergen exp Zoom,
Borgvliet, Halsteren en Wouw
toch indrukwekkend genoeg
om te beseffen, dat de stad
in de afgelopen eeuwen mee
geteld heeft. Van een twin
tigtal artiesten zijn tekenin
gen e.d. bekend. Op de ten
toonstelling wordt een belang
rijk deel ingenomen door Bar
nardus en Valentijn Klotz
(17e eeuw), waarvan de eerste
o.a. ook in Geertruidenberg
werkzaam was. Barnardus was
de sterkste; beiden tekenden
bv. de Bospoort; ze laten zich
vergelijken. De tentoonstelling
heeft echter primair een topo
grafisch karakter, hoewel deze
invalshoek bij veel tekenaars
niet aan de orde was. Ze
Dat je galspuwer van beroep
kunt zijn bewijst HEDWIG
SPELIERS met zijn nieuwe
verzamelbundel polemieken
DIE VERREKTE GELIJK
HEBBER (Uitg. Nijgh en Van
Ditmar - f 17,90). Het boek is
een pleidooi voor de penne
strijd als een zelfstandig lite
raire genre. Spellers is een ver
rekte gelijkhebber, die van
dik hout planken zaagt; die
het liefst werkt met hagel,
puin en dergelijke. Hij is niet
de beminnelijke gelijkhebber,
die hij in zijn model Louis
Paul Boon, als polemicus, ziet.
Walschap miag dan de vader
van de Zuidnederlandse pen-
netwisten zijn: het maakt ons
alleen maar makkelijker om
hem te verwerpen, want aan
„vaders" hebben wij geen be
hoefte", schrijft hij.
Speliers is dikwijls nogal
persoonlijk rancuneus, waar
door de zaken, die hij bepleit
in het gedrang komen; dat is
de zwakke zijde van zijn pole
mieken. Nu is er in de laatste
tien jaar in het Vlaamse lite
raire wereldje nogal wat afge-
knokt (het Zuidnederlandse
jonge sohrijversbestand is on
dermeer daardoor heel wat le
vendiger en veelbelovender
dan de Noord Nederlandse ge
worden), maar onder het mom
van „engagemnt" werd er te
vens de vloer aangeveegd met
een aantal gerenommeerde fi
guren. Het is opvallend hoe
vaak Speliers het woord „fa
scistisch" in d emond neemt.
Deze verzamelbundel is een
aardig tijdsdocument van
voorbije woelige jaren in de
Vlaamse literaire wereld.
Aan de orde komen o.a. een
reeks Streuveliana, waarmee
Speliers zich van een aantal
traumata zegt te bevrijden
Marnix Gijsen als „auteur van
de gemiste kansen" zijn af
schuw voor literaire bekronin
gen en „de volzinfabrikant"
Lampo, de „maatschappelijk-
fascistische poëtische reac
tie" vain de vijftigers^ de
schrijver als technocraat (Mi-
chiels), de marxistische litera
tuursociologie als „nieuwe li
teraire religie", de „maniak
ken van de literatuurgeschie
denis" (Knuvelder e.a.), Claus
als «nationalist etc. Een veel
zijdige intelligente bundel po-
lebieken, met de bijsmaak van
de rancune.
„Ik word een beetje beroerd
van het gepolemiseer", schrijft
CORNET DE GROOT als in
leiding op zijn bundel essays
INTIEME OPTIEK (Uitg.
Nijigjh en Ditmar - f 17,50).
„Intieme optiek is een vorm
van meditatie". Het gaat hem
niet om de tekst als tekst
(close reading), niet om uiter
lijke algemene kriteria, maar
om het analyseren van subjec
tieve ervaringen. Cornets de
Groot is daarmee eigenlijk ac
tueler in zijn „engagement"
dan Speliers. In Speliers vooral
bezig met de wijze vain schrij
ven, De Groot heeft het over
de wijze van lezen.
Zijn ironiserende subjectie
ve, anti-objectieve opstelling,
werpt je meer op jezelf terug
dan tegen anderen aan. „Daar
om staat het essay dat van
zulke optiek de drager is, in
een kwade reuk bij wie ons
aller heil tot zijn ideaal heeft
gemaakt. Zo'n essay herinnert
immers aan de vrijheid en de
speelruimte die de weten
schapsman niet past", schrijft
hij. Cornets de Groot schept
zich deze speelruimte als een
„casuït met een beetje ze-
ventiende-eeuws advokaten-
bloed" via gedachten rond het
werk van talrijke auteurs
(Vestdijk, Van Ostaijen, Aoh-
CORNELIS DE GROOT.
terberg etc.), zeer persoonlijke
reflecties, hier en daar gevoed
met autobiografische gegevens,
als een „systematische orde
loosheid in denken, leven, le
zen en voelen, met het doel te
laten zien hoe de gevestigde
orde meer en meer geïnfril-
treerd wordt door het irratio
nele, en hoe dat laatste uitein
delijk die maatschappelijke
orde omwoelt en vernietigt".
Sedert '67 verschijnt ieder
jaar een bundel met tijdschrift
eindredactie
henk egbers
Frankrijk irriteert op dit
moment veel mensen. Er ont
staat, ondanks het drukke toe
ristische bezoek aan dit land,
een vervreemding ten aanzien
van het hele Franse culturele
klimaat. Na de laatste wereld
oorlog zijn we helemaal in de
greep geraakt van de Engels
talige wereld. Parijs zakte
weg als kunststad; Amerika
gaf de toon aan. Het Franse
toneel krijgt hier nog nauwe
lijks een voet aan de grond;
het is praktisch allemaal En
gels wat onze schouwburgen
bieden etc. Ook op de scholen
sleet de interesse voor de
Franse taal, die nog niet zó
lang geleden toch een bepaal
de bourgeoisie-cultuur (denk
bv. aan de kostscholen) in ons
land typeerde.
„De in het voorjaar 1973 in
gediende wijziging van Wet
op het voortgezet onderwijs,
houdende uniformering voor
alle brugklassen, brengt nogal
j
veroorloofden zich artistieke
vrijheden, die geen natuurge
trouwe reconstructie van de
omgeving beoogde. Vertede
rend kinderlijk is bv. een teke
ning van Ëdtlard Donokum
van huizen aan de zuidzijde
Haven. Josua de Grave is een
andere artiest uit de 17e eeuw,
die ruim vertegenwoordigd is;
o.a. met enkele tekeningen
van boerderijen uit die tijd;
zijn handschrift is van een
romantische schilderachtig
heid.
Waarschijnlijk ia op de expo
sitie voor de meesten het inte
ressantst om te zien hoe het
allemaal geweest is (en wat
wij er van gemaakt hebben).
De indrukwekkende tekeningen
van de verwoeste Grote Kerk
(Fokke)t, het Markiezenhof in
oude luister, de verschillende
markten, straten, poorten, wa
teren, bolwerken lunet Zee
land bv. kastelen van
Borgvliet en Wouw etc, het
zijn doorgaans fijne sfeerstuk
jes, die je behalve een mate
riële ook een geestelijke (cul
turele) overlevering bezorgen.
Je merkt het ook aan de men
sen, die ernaar staan te kij
ken. De toeloop naar deze ten
toonstelling is dan ook groot.
U kunt er dagelijks terecht
van 14.00-17.00 uur.
H. E.
wat gemoederen in beweging,
onder meer omdat sommige
vakken zich daardoor bedreigd
achten. Een van die vakken is,
naast geschiedenis en aard
rijkskunde, het Frans". Zo
begint een discussie-brochure,
uitgegeven door de Vereniging
tot Bevordering van de Studie
van het Frans (secr. Mozart-
laan 6, Naarden). De brochure
„Waarom Frans op school"?
wil, zoals de voorzitter van de
vereniging prof. dr. J. Plesser,
schrijft helpen het standpunt
te bepalen van de plaats van
het Frans in onze samenleving
en in ons onderwijs.
Ook al bepaalt op dit mo
ment Kissinger en niet Pompi
dou het gezicht van onze sa
menleving, toch voert de Ver
eniging een aantal argumenten
aan, die de stelling „Het Frans
speelt geen rol meer" moeten
ontzenuwen. In tegendeel, zo
wordt gezegd, voor de interna
tionale betrekkingen op econo
misch, politiek, technisch en
wetenschappelijk terrein heeft
de Nederlandse samenleving
behoefte aan een ruime dosis
kennis van het Frans. Boven
dien zou het, juist voor een
steeds democratischer worden
de samenleving, een culturele
verschraling betekenen als
niet meer op allerlei niveaus
rechtstreeks contact mogelijk
zou zijn met die cultuuruitin
gen waartoe de Franse taal
toegang biedt.
De Vereniging heeft grote
twijfels over de enquête, die
minister Van Veen heeft laten
uitgaan voor een behoeften-
onderzoek dienaangaande op
de scholen. Het onderzoek zal
waarschijnlijk slechts een op
somming geven van de facto
ren die de keuze van de letj
lingen bepalen. Gewezt,
wordt op de mythen en voor,
oordelen rond de Franse tij
(moeilijk, elitair, Franse p0|j,
tiek), die het klimaat vet,
slechteren. Maar nu de id.
ten.
Er is een toenemend ai
personen dat allerlei cursussëj
Frans volgt. Met andere woor
den: steeds meer mensen krij.
gen er spijt van dat ze vroe. i
ger op school geen of slecht
Frans geleerd hebben. In Brt,
da hebben de cursussen Frm
méér deelnemers dan eni;t
andere taal en in Zeeland heb-
ben de acht cursussen Fran
ongeveer hetzelfde aantal
deelnemers als de cursusst,
Engels, zo wordt in de brochu
re meegedeeld. Teleac-, fe,
drijfs- en andere cursusse
Frans mogen zich in toert. J
mende belangstelling verhea.
gen. Motieven? Algemene onl.
wikkeling èn toeristische ach
tergronden. Van 1 januari 19»
tot 1 september '73 bezochte
1.600.00 Nederlanders Fraai-
rijk.
Zwaar wordt ook getild au
de economische belangd
Voorspeld wordt dat in 1985
Frankrijk en Zweden de rijk-
ste landen van Europa zulte
zijn. En zoals bekend beteken
geld macht! Zorg, dat je erbij
komt. Er is advertentie-onder
zoek verricht, waarbij geblc.
ken is dat er nogal eens gc.
vraagd wordt om kennis vaa
de Franse taal. De TH in
Eindhoven deed bv. een d«.
gelijk onderzoek voor TH-al-
gestudeerden. In 20-25% bleek
de Franse taal gevraagd hl]
sollicitaties. En bij Shell wot-
den je kansen groter met
Frans, zo weet de Verenlgiej
te melden; idem bij Philips,
Ook is gebleken, dat Frans it
de technische literatuur niet te
vervangen is door Engels.
Tenslotte is er op de univet.
siteit van Utrecht bij prak
tisch alle faculteiten onto-
zoek verricht naar de nood
zaak van kennis omtrent dt
Franse taal i.vjn. vaklitera-
tuur. Die blijkt praktisch al
tijd noodzakelijk te zijn. Ct
huidige Nederlandse wiskundt
zou er aanmerkelijk slechte
voorstaan dan nu het geval is
indien reeds 20 jaar geleden
gestopt was met het onderwij
in de Franse taal, is een op
vallende uitspraak. Wat je jt
wel afvraagt is: waarom blijkt
het overgrote deel van vakli
teratuur, dat vertaald wordt
van Angelsaksische oorsproai
te zijn? De hautaine individu
alistische opstelling van di
Fransen in een maatschappij,
die steeds meer van de mm
gaat verschillen, zorgde ook
voor een steeds dieper w>r-
dende kloof. Zullen we dn
toch maar Frans gaan stuft/s
om die kloof te slechten, vut
taal blijft een communie*
middel bij uitstek.
artikelen, die een beeld wil
len geven van hetgeen er in
een afgelopen jaar in Noord
en Zuid-Nederltnd in de lite
ratuur aan de toanid was. KRI
TISCH AKOORD 1973 (uitg.
Paris-Manteau - f 14,50) bevat
veertien essays, bijeengezocht
door J. Deleu, W. Hazeu, W.
van Maanen en W. Verhegghe.
De bundel opent met een in
leiding van Kees Fens over de
wegversmalling der Neder
landse literatuur, waarbij hij
de ontwikkeling van de dag
bladpers terecht als funest
daarvoor noemt. Louis Paul
Boon's zestigste verjaardag
was aanleiding voor een twee
tal artikelen van resp. Gerost
Borgers en Karei van Istcker.
Martien de Jong bejubelt de
80-jarige Victor van Vriesland,
Willy Roggeman schenkt aan
dacht aan René Gysen en Pa-
triok Conrad en Marcel Jans-
3ens aan G. K. Reve, De-ze en
nog enkele andere bijdragen
vormen een bloemlezing die
iedere literatüurder als mo
mentopname in de literatuur
geschiedenis" kaïn bekoren.
Hü.
Zoals hekend heeft ENNO DEVELING indertijd de roman dooi
verklaard: „Het einde van de roman". De romanschrijver, als
dictatoriale figuur ten opzichte van de lezer heeft (voor hem)
afgedaan. Hij is daarna zelf met zogenaamde projecten gekomen
(Voor de soldaten en De Maagden), waarbij hij naar en zo ob
jectief mogelijke beschrijvingsvorm zoekt. Zijn nieuwste anti
roman-project is nu, met steun van CRM, gereed: HET KAN
TOOR (uitg. Manteau 10,Een doos met 4 grammofoon
plaatjes, 60 fotopagina's met 240 foto's en 30 pagina's tekst; alles
losbladig. Het bevat een verslag van één uur kantoortijd: om de
minuut werd vanuit 4 hoeken alles wat er gebeurde gefotogra
feerd; werden alle geluiden en stemmen op de plaat vastgelegd
en werden kantoormensen over hun gedachten en gevoelens tij
dens die zelfde kantoordag ondervraagd; de tekst van deze inter
views werd ongecorrigeerd (met alle versprekingen, haperingen
etc.) afgedrukt.
Develing maakte van de roman als binnengebeuren (bö de
auteur) een buitengebeuren. De objectiviteit, die hij daarbij ech
ter nastreeft wordt bepaald door een subjectieve selectie. Bo
vendien beoogt zijn project tot bepaalde conclusies te komen
(vooropgezet?). De conclusies van het kantoorproject zijnvan
democratisering of zelfs maar openheid is nergens sprake. Over
indeling enaankleding van de werkruimte heeft men niets te zeg
gen. Werknemer is voor werkgever een winsobject. Het veerdeel-
en heerssysteem houdt de werker onder de duim. Arbeidsvreug
de is een fictie. Dit zijn geen opzienbarende conclusies, al kun
je ze rtiet vaak genoeg herhalen. Maar wat is het effect? Func
tioneert zo'n socialeanti -roman van Develing Die zes kantjes
grammofoonplaat zijn te irritant om ze af te draaien; al zegt die
irritatie op zich ai ietsHet bekijken van de foto's met spaar
zaam wisselende beelden boeit ook niet erg (zó saai is bet
kantoorleven) en de gesprekken spreken boekdelen, al is dit
voer voor psychologen. Kortom: het kantoorleven is doorgaans
geen lolletje! Maar dat was bekend. Wat doen we ermee? En wi®
schaft zich een dergelijk project van Develing aan? Het is
aardig probeersel, maar Develing kan misschien beter in de P®"
litiek of het vormingswerk gaan om zijn bewustwordingsprojee-
ten hard te maken.
I Er leven nu ongeveer 4 mil- tii
jard mensen op aarde. Onge- ki
veer, want in de meeste on- he
derontwikkelde landen weet va
I men op geen stukken na, hee- pr
veel kinderen er worden gebo- aa
j ren en hoeveel menst-n er ka
dood gaan. En die landen be- gr
staan samen zo'n 70 procent m<
van het bewoonbare oppervlak va
van de aarde: Afrika, Azië, we
i Latijns-Amerika. In 1830, een ka
f kleine 150 jaar geleden dus, w<
waren er voor het eerst een dit
niljard mensen op onze aarde, kii
hj
Een eeuw later, in 1930, over- de
schreed het aantal menselijke hi-
aardbewoners de 2 miljard. 30
jaar daarna, in 1960, waren er
al 3 miljard mensen. De ver
sneling van de bevolkingsgroei
kan nauwelijks duidelijker
worden onderstreept. Bevol
kingsdeskundigen verwachten
op grond van op ervaring
gebasseerde berekeningen
dat er omstreeks 2000 zeker
614 miljard mensen op aarde
zullen leven. En die groei gaat
steeds sneller. Gewoon, omdat
steeds meer mensen nu een
maal samen steeds meer kin
dereu voortbrengen. Elk jaar
groeit de wereldbevolking
met, gemiddeld, 2 procent. In
35 jaar verdubbelt een bevol
king zich bij zo'n groei-snel-
heid. Vorig jaar werden er om
en nabij de 127 miljoen kinde
ren geboren. Dat is 349-000
mensjes per dag, 242 per mi
nuut, 4 per seconde. In dat
zelfde jaar stierven er 50 mil
joen mensen. De wereldbevol
king steeg dus met 77 miljoen.
In Latijnsamerika groeit de
bevoling ieder jaar met 2,9
procent. Er ïeeft daar ruim 10
procent van de totale wereld
bevolking, of 13 mensen op
elke vierkante kilometer. In
Afrika neemt de bevolking
jaarlijks met 214 procent toe.
Ruim 9 procent van alle men
sen op aarde leeft in dat we
relddeel, 11 op een vierkante
kilometer. Azië heeft een jaar
lijkse bevolkingsgroei van 2,1
procent. Er leeft daar
54,6 procent van alle mensen,
73 op elke vierkante kilome
ter. Het groeipercentage van
de Noordamerikaanse bevol
king is 1,2 procent per jaar, 7
procent van alle mensen leeft
op het Noordamerikaanse con-
de
(Van een onzer
redacteuren)
„Geen ander verschijnsel
werpt een donkerder scha
duw over de vooruitzichten
van de internationale ont
wikkeling dan de verbijste
rende groei van de bevol
king.
Het is duidelijk dat het een
hoofdoorzaak is van het
grote verschil in econo
mische vooruitgang in rijke
en arme landen".
Deze veelzeggende passage
staat in het boek „Deelgenoten
in ontwikkeling", de uitvoeri
ge studie die in 1970 werd
gepubliceerd. Zij was gemaakt
door een achttal deskundigen
in opdracht van de Wereld
bank. Enkele tientallen weten
schapsmensen droegen voor
die acht het materiaal aan. Dit
Pearson-rapport deed veel stof
opwaaien.
kit
Ee
un
vo
va
vr
br
tei
nu
ge
wo
Ha
m;
aa
do
he
mt
ee
va
ni
st;
ni
aa
da
Voordien, maar vooral sinds
dien, zijn er over de talloze Se'
zijden van de problemen die do|
de enorme bevolkingsgroei op- nl
roept bibliotheken voïgeschre-
Één zaak is uit die over-
vloed van materiaal heel dui- n
delijk geworden. Er is geen ^6
enkele pasklare oplossingen te da
geven. Ook uitspraken die in la'
hun algemeenheid bedoeld zijn en
om voor die bevolkingsgroei 1°
in wereldwijd verband vaste te
regels te geven, slaan in feite T«
nergens op. Angst is 't slechtst ki
denkbare uitgangspunt om het Hi
probleem aan te paken. int
goj
Het probleem kan men na- hc
melijk niet losmaken van het zc
totaal aan culturele, godsdien- so
stige, sociale en economische
factoren waarin het onverbre
kelijk verankerd is. En die sp
omstandigheden zijn overal rq
verschillend. Ze zijn altijd kc
historisch bepaald. st|
Enige eenvoudige voorbeel- gr
den om dit te verduidelij- aa
ken. h|
In Bangkok maakt de Ame- v<
rikaanse zending dankbaar ge
bruik van de hulp van univer
sitair opgeleide mannen en
vrouwen uit het land zelf om
de bevolking begrip bij te bi
brengen voor gezinsplanning.
Die mannen en vrouwen zijn
er vast van overtuigd dat td
slechts geboortenregeling vrij- m
willig aanvaard, de overbevol-