Herkomst kater niet zo simpel als drinker denkt
Zaterdagbijlage van 26 januari 1974
Nasser
Truman
Sadat
Industrie
Ingewikkeld
Asp
ïrme
vrH*
uit
KONING FEISAL BOUWDE ZIJN
MACHT
OP OLIE
EN VEEL
GEDULD
Toen de Arabische woestijnsjeik Abdoel Aziz Ibn
Saoed in 1905 verblijd werd met een derde zoon,
de kleine Feisal, was hij bezig het grootste deel van
het Arabische schiereiland, dat nu Saoedi-Arabië heet
te veroveren.
Zijn stam (de Wahabieten),
die door de Engelsen bewa
pend werd, wist al snel de
andere stammen in het gebied
te onderwerpen en in 1927
werd de positie van Ibn Saoed
als alleenheerser over Saoedi-
Arabië door de Engelsen erkend Feisal
het verwonderde dan ook wei
nigen toen op aandrang van de
familie Saoed in 1964 plaats
moest maken voor zijn broer
Feisal Ibn Abdoel Aziz el Sa
oed.
Met vermelding van de ver
overing van het belangrijkste
stadje Riad zou alles over Sa
oedi-Arabië verteld zijn, als
niet Standard Oil of California
in 1933 voet aan Arabische
wal had gezet.
De Amerikanen, die er vast
van overtuigd waren dat er
onder het roestrode woestijn
zand olie moest zitten, boor
den in 1936 inderdaad kleine
hoeveelheden aan. Een ge
meenschappelijk Arabisch-
Amerikaanse oliemaatschappij
(Aramco) was snel opgericht,
maar de revenuen uit die olie
winning en de olie zelf ver
dwenen naar het bitenland.
Na de dood van de oude
sjeik Saoed was de oudste van
zijn veertig zoons hem opge
volgd, hoewel Ibn Saoed zelf
in zijn testament de voorkeur
had gegeven aan zijn derde
zoon Feisal, die de veroverin
gen uit de beginperiode had
meegemaakt en veel in het
buitenland had gereisd.
De familieraad beschikte an
ders en de praalzieke Saoed
werd in november 1953 ko
ning. Het zijn voor de nacht
clubs in Parijs, Londen en
Wenen tien mooie jaren ge
weest. En terwijl koning Sa
oed in Europese badplaatsen
naar meer gezondheid liep te
snakken, moest zijn broer Fei
sal in feite de staatszaken in
het land waarnemen. Saoed
bouwde In Riad een paleis van
60 miljoen dollar, liet eens in
één bestelling 50 Cadillacs uit
Amerika komen en voerde een
hofhouding die in de sprookjes
van 1001 nacht niet misstaan
zou hebben. Voor de acht mil
joen Saoedi-Arabieren gebeur
de intussen bitter weinig en
Koning Feisal is de tegen
pool van zijn spilzieke broer
en voorganger. Hij is een so
ber levende, diepgelovige mos
lim die ook nu als de machtig
ste heerser in de Arabisch
wereld niet in het grote paleis
in Riad woont dat zijn broer
Saoed had laten bouwen.
Hij verafschuwt die luxe
omdat hij net als zijn vader
op de rug van een Arabische
volbloed is groot geworden en
de harde wetten van de woes
tijn heeft leren respecteren.
Hij is trots op zijn volk, op
wat Saoedi-Arabië tot nu toe,
dank zij de olie heeft weten te
bereiken, en vooral op het feit
dat in zijn gebied als islami
tisch vorst, de mohammedaan
se heilige plaatsen Mekka en
Medina liggen.
Van het begin heeft hij zich
dan ook opgeworpen als de
verdediger van het mohamme
daanse geloof en behoeder van
de heilige plaatsen. Zo recht
in de leer als deze bedoeïnen-
koning zelf is zo hard is hij
ook voor zijn onderdanen. De
Saoedi-Arabische samenleving
is een traditioneel islamiti
sche, en de speciale „geloofs-
politie" controleert in de stra
ten van Djedda of de Saoe-
diërs wel op tijd hun gebeden
doen.
Roken en drinken is bui
tenshuis verboden en vrouwen
mogen geen auto's besturen.
Pas in 1962 werd de slavernij
afgeschaft.
In '65 toen Feisal juist aan
de macht was, begonnen zich
de eerste grote oliewinsten af
te tekenen. Van 1969 tot 1972
zijn de olieinkomsen zelfs ver
dubbeld en werden de Vere
nigde Staten voor het eerst
I g§§ if|i§f1,1 I üHi
iHBISilS
afnemers van de Saoedische
olie. De enorme olierijkdom
men die inmiddels ontdekt
waren en de tot over de rand
uitpuilende schatkist, begon
nen Feisal wapens in handen
te spelen die hem tot de meest
markante en machtige leider
in het Midden-Oosten gemaakt
hebben.
Net als zijn vader, koning
Ibn Saoed, is Feisal altijd be
schouwd als een vriend van de
Verenigde Staten. De Ameri
kanen hebben de olie in Saoe
di-Arabië ontdekt en gewon
nen en Feisal is hen daar
dankbaar voor. Hij erkent dat
hij in feite aan de Amerika
nen zijn macht, en de wei
stand van zijn onderdanen te
danken heeft. Ook nu nog laat
hij veel Saoedi's waaronder
zijn zonen in Amerika stude
ren.
En hoewel de Amerikanen
hem meer dan eens tot diep in
zijn hart krenkten, zijn de
christelijke Amerikanen hem
nog altijd liever dan de com
munistische atheïstische Sov
jet Russen. In hen ziet de diep
religieuze Feisal een constante
„goddeloze" bedreiging, waar
tegen hij de islamitische we
reld wil beschermen.
De 68-jarige koning ziet in
de Verenigde Staten het sterk
ste en laatste bastion tegen
het communisme. De Ameri
kanen kunnen in Feisals ogen
maar een ding fout doen en
dat doen ze nog steeds: Israël
steunen.
Voor Feisal zijn na de com
munisten, de gebied-verove-
rende Israëli's met hun zionis
tische wereldvisie, de grootste
doorn in het oog.
Gamal Abdoel Nasser, de
voormalige Egyptische leider,
en vurig propagandist van het
politiek en geestelijk Arabisch
eenheidsideaal heeft dan ook
niets nagelaten om de rijke
Saoedi-Arabische koning van de
Amerikanen los te weken.
En te vragen door de strijd
en te vragen door de strijd
tegen Israël, steun aan die
eenheidsgedachte te verlenen.
Öe traditionele banden met
de Amerikanen en de angst
voor de in Feisals ogen revo
lutionaire regimes in een aan
tal hem omringende landen
heeft hem echter lange tijd
van een politiek engagement
in de kwestie doen afzien.
Toen in de zesdaagse oorlog
van 1967 Nasser in de Sinaï
een verpletterende nederlaag
tegen Israël moest incasseren,
kon de koning van de belang
rijkste Arabische staat niet
meer afzijdig blijven. Vooral
de verovering en de annexatie
door Israël van het Jordaanse
deel van Jeruzalem, was een
onvergeeflijke daad van agres
sie voor de behoeder van de
islamitische heilige plaatsen.
Nooit zal de diepgelovige
beschermer van de Heilige
Steen (de „Kaaba") in Mekka
toestan dat de zionisten de
(na Mekka en Medina) derde
Heilige Stad van de moslims
in bezit houden.
Feisal heeft deze week, vol
gens de Libanese krant Al Na-
har, nog tot de Egyptische
president Sadat die hem ver
slag kwam uitbrengen van het
bij km-paal 101 getekende
akkoord, gezegd, dat de crisis
in het Midden-Oosten niet zou
kunnen worden opgelost zon
der een regeling van de kwes
tie Jeruzalem, en dat zou hij
letterlijk geconcretiseerd heb
ben met„de bevrijding van
deze stad van de joodse over
heersing".
Prins Saoed Al-Feisal, een
zoon van de koning, en naaste
medewerker van olieminister
sjeik Yamani, zou vorig jaar
eens gezegd hebben: ..Je kunt
Tj^eisal Ibn Abdoel Aziz el Saoed, koning Feisal
in de wandel. Wie is deze geheimzinnige
woestijnvorst? Heerser over iets meer dan acht mil
joen Saoedi-Arabieren, een enorme lap woestijn
en daaronder de rijkste olieschat ter wereld. Een man
die jarenlang keurig leek te passen in ons beeld van
Arabieren en oliesjeiks: kruislings in hun tenten
gezeten kletskousen, smakelijk sabbelend op geite
ogen en omring door een harem vol (misschien ook
wel blanke? slavinnen. Dat beeld klopt niet meer.
TF7esterse oliebaronnen en regeringsleiders lig-
gen in onze dagen aan zijn voeten en smeken
om genade, om olie. Wie is bij dan, een wraakgierig
despoot, een gemene geldwolf of juist een wijs en in
teger staatsman in wie de Arabische wereld eindelijk
haar leider gevonden heeft
Onze redactie buitenland probeert hieronder een
antwoord te vinden op deze en andere vragen rond
de intrigerende figuur, die zo snel en indringend het
politieke en economische wereldtoneel is gaan be
spelen.
de weg van „speciale betrek
kingen" aan zich te binden.
Nixon bleef echter bij zijn
steun aan Israël, onder het
motief dat hij onmogelijk kon
ingaan tegen de publieke opi
nie in zijn land.
er in ieder geval van op aan
dat de Israëli's spijt zullen
krijgen van wat ze in Jeruza
lem hebben gedaan".
Na de dood van Nasser be
gon koning Feisal, zij het nog
voorzichtig, in het voetspoor
van Koeweit en Libië hulp te
bieden aan het zich van de
klap in 1967 herstellend en
zich herbewapend Egypte. De
prijs die Nasser opvolger
Sadat, tenslote voor Feisals
intrede in de „heilige oorlog"
moest betalen, is in de ogen
van verreweg de meeste waar
nemers geweest dat hij de
„goddeloze" Sovjet-communis
ten naar huis stuurde. Sadat
heeft dat kennelijk precies op
tijd gedaan: laat genoeg om
van hun adviseurs het nodige
op te steken en vroeg genoeg
om Feisal aan zijn zijde te
krijgen toen het „uur U" daar
was: 6 oktober 1973.
Toch heeft Feisal tot het
laatst geaarzeld in het strijd
perk te treden en zijn wapen,
de olie, voor politieke doelein
den te gaan gebruiken. In 1971
heeft Feisal persoonlijk een
bezoek gebracht aan de Vere
nigde Staten en president
Nixon aangeboden de VS via
Hier gebeurde niets anders
dan wat zich bijna dertig jaar
geleden onder president Tru
man afspeelde. In 1945 had
president Roosevelt op een
Amerikaanse oorlogsbodem in
het Bittermeer tegenover Fei
sals vader plechtig beloofd dat
Amerika nooit vijandelijkhe
den tegen de Arabieren zou
ondernemen.
Ook zou de regering van de
VS geen belangrijke wijziging
in haar Palestina-politiek aan
brengen zonder voorafgaand
overleg mèt de jgden én de
Arabieren. Maar koud een jaar
later pleegde Roosevelts op
volger Harry Truman, in Fei
sals ogen gruwelijk verraad
aan deze belofte, toen hij zei:
„Het spijt me heren, maar ik
moet me verantwoorden tegen
over honderdduizenden men
sen, die uitzien naar het sla
gen van het zionisme, ik heb
geen honderdduizenden Ara
bieren onder mijn kiezers".
De bitterheid die deze op
merking in Arabische kring
gewekt heeft, speelt nu 28
jaar later, zonder twijfel mee
in de opstelling van Feisal, de
woestijnvorst die geduld heeft,
niet in jaren maar in decaden
denkt en zijn tijd weet af te
wachten. David Hirst, bekend
Brits journalist, meent dat de.
Amerikanen koning Feisal te
lang met vanzelfsprekendheid
als een vaste hoeksteen van
hun Midden-Oostenpolitiek heb
ben beschouwd, maar dat hij.
zelf de beledigingen uit het
verleden niet vergeten is.
Koning Feisal heeft in zijn
grote rivaal aan de Perzische
Golf, de sjah van Iran (of
Perzië) een niet geringe drijf
veer te meer om zijn land
moderne en sterker te maken.
Hij is zich daarbij zeer wel
bwust van zijn zwakke plek:
hij heeft maar één been om op
te staan, de olie onder zijn
immens grote woestijn.
En als de „roofbouw" op die
olie en de verspilling van deze
kostbare grondstof in de wes
terse landen zou doorgaan zo
als de afgelopen jaren is ge
beurd zou Feisal rond 1980
misschien al weliswaar met
een volle schatkist maar met
lege olieputten zitten. Zijn
land zou weer even arm wor
den als enkele tientallen jaren
terug.
Feisals droom is Saoedi-Ara
bië van een zanderig boorei
land te veranderen in een
geïndustrialiseerd land met
een eigen petrochemische in
dustrie. De raffinaderijen die
nu b.v. in de Botlek staan, wil
hij in zijn eigen land hebben.
Dat betekent werkgelegenheid
en meer welvaart. In ruil voor
olie zal het westen in de toe
komst meer moeten geven dan
(devaluerende) dollars, het zal
moeten investeren in de Ara
bische landen want Feisal
staat hierin niet alleen.
Deze bezorgdheid om de
toekomst van zijn land ver
klaart veel meer de recente
olieprijsverhogingen dan het
olie-embargo, maa beide
zijn niet los van elkaar te
zien. Feisal wil het westen
aan zijn zijde dwingen, omdat
hij het westen nodig heeft.
Daarom ging hij ook niet in
zee met zijn Arabische broe
ders, toen deze nog zo open
lijk flirtten met de Sovjet-
Unie. Toen Sadat en de zijnen
Feisal nodig hadden, zag Fei
sal zijn kans schoon om Sadat
(en anderen zullen volgen) te
dwingen meer naar het westen -
dan naar het (communisti
sche) oosten te kijken.
Feisal heeft de Arabische
wereld de afgelopen maanden
ingrijpend veranderd. Noch
Sadat van Egypte, noch Gad
dafi van Libië, noch Bourgui-
ba van Tunesië, noch Assad
van Syrië zijn de ware leiders
van de Arabische wereld met
zijn honderden miljoenen mos
lims, maar de eenvoudige be-
doeïnenvorst met zijn schatrij
ke woestijn. Oost en west zul
len voortaan terdege met hèm
rekening moeten houden.
MARC VAN ABBE-
JAN LANDMAN
(Van een onzer redacteuren)
Veel vocht drinken, voedzaam eten, coffeïne (koffie of
thee), een aspirientje, 'n koude douche en - bovenal mis
schien begrijpend gezelschap. Dat zijnvolgens drie
Amerikaanse hoofdpijndeskundigen de aangewezen moge
lijkheden om een kater kwijt te raken. Ze schrijven dat
in het hoofdpjjnboek dat onlangs bij de Wetenschappelijke
Uitgeverij is uitgegeven.
Bijna ieder mens heeft wel
eens hoofdpijn. Volgens recen
te onderzoekingen zou vijf tot
'twaalf procent van de mens
heid onder een min of meer
permanente hoofpijn gebukt
geen en zeker de helft van ons
heeft er periodiek last van.
v .?nd!mfes het feit dat
hoofdpijn bovendien zo oud is
als de mensheid („onze pre
historische voorouders kenden
deze aandoening al") weet
men eivenlijk nog steeds niet
precies wat hoofdpijn is en
wat er tegen gedaan moet
worden.
Een van de weinige dingen
die wel zeker zijn, is dat hoofd
pijn veroorzaakt kan worden
door een hele rij verschillende
problemen. Om enkele voorbeel
den te noemen: men kent
hoofdpijn die veroorzaakt
wordt door kiespijn, honger,
overmatig alcoholgebruik, kof
fie, te weinig of te veel licht,
griep, oorproblemen, allergiën
en afwijkingen in onze hormo-
neniproduktie. De remedie ligt
in veel gevallen voor de hand,
maar het vervelende is alleen
dat de hoofdpijn er niet altijd
door verdwijnt.
Om de problemen rond hoofd
pijn nog ingewikkelder te ma
ken: hoofdpijn is net als ande
re pijnen vaak geen afwijking
op zich, maar is vaak een
waarschuwingssignaal dat er
ergens in het lichaam iets fout
is.
Een kater is bijvoorbeeld niet
het directe gevolg van de
bloedvatverwijdende werking
van alcohol, maar ligt over het
algemeen aan de chemische
toevoegingen in de verschil
lende dranken. Meestal zit er
geen alcohol meer in het bloed
als de kater zich manifesteert.
Onderzoekingen hebben bo
vendien uitgewezen dat men
nen die tijdens een onderzoek
alcohol te drinken krijgen veel
minder last hebben van katers
dan degenen die dat tijdens
een feestje doen.
De auteurs van het hoofdpijn-
boek (dr. A. Friedman, dr. S.
Frazier en Dodi Schultz) den
ken dan ook dat behalve de
chemische toevoegingen ook
de opwinding, de rook, de so
ciale spanning en andere psy
chische factoren een belangrij
ke rol spelen bij het ontstaan
van de katerhoofdpijn. Van
daar dat ze vooral om begrip
vragen bij zo'n kater. Maar
nogmaals: dit zijn vermoedens.
De auteurs: „het spijt ons te
moeten melden dat men het
mechanisme van dit soort
hoofdpijn nog niet helemaal
begrijpt".
Deze onzekerheid over het hoe
en wat van de hoofdpijn en de
lange weg door de historie
heeft natuurlijk aanleiding ge
geven tot series middeltjes die
meestal geen enkel werkelijk
effect hadden. Bekend zijn o.a.
de bezweringsformules van de
Grieken en Romeinen en
het touw (de beulsstrop) die
men in het oude Engeland om
het gepijnigde hoofd droeg.
Bisschop Gregorius van Tougs
schreef een uitgebreide ver
handeling over hoofdpijn en
raadde daarin aan om in geval
van hoofdpijn het voorhoofd
tegen het hekwerk te houden
die rond de tombe van Sint-
Michaël staan.
In Arabië had men al lang
geleden een zeer werkzame
methode om hoofdpijn te ver
drijven: men hield een gloei
end stuk ijzer tegen het voor
hoofd. Volgens het hoofdpijn-
boek moet dat zeker hebben
geholpen om althans de oor
spronkelijke hoofdpijn te ver
drijven.
Uit Amerika kwamen in de
vorige eeuw 2 therapieënhet
snuiven van tabak en het slik
ken van een bepaalde bever-
uitscheiding. We namen de ta
bak over, maar lieten het be
versecreet liggen als heidens
bijgeloof. Later ontdekte men
dat in deze uitscheiding o.a.
salicytaat zit. Ook aspirine be
vat deze stof.
Aspirine is nog steeds een van
de meest gebruikte manieren
om hoofdpijn tegen te gaan. In
verschillende gevallen schrij
ven ook de drie Amerikaanse
hoofdpijndeskundigen dit een
voudige middel voor.
Maar hoofdpijn kan ook wor
den bestreden door de oorzaak
weg te nemen bijvoorbeeld
door de verlichting in een
klaslokaal te verbeteren of
naar de tandarts te gaan.
In veel gevallen moet de oor
zaak echter door moeizaam
speuren worden ontrafeld. In
het boek wordt het geval be
schreven van George Niestadt
die steeds hoofdpijn kreeg als
Bij bij z'n schoonzoon op be
zoek ging. Deze had lang haar
waaraan hij zich mateloos er
gerde en daardoor dronk Ge
orge vaak nogal al wat als hij
bij hem öp bezoek kwam.
Spanningen of drankgebruik
lagen als oorzaak voor de
hand, maar bij nader onder
zoek bleek dat George bij zijn
kinderen balkoen at en dat die
kalkoen afkomstig was van
een mesterij die penicilline
door het voer deed. George
bleek allergisch te zijn voor
dit antibioticum en de allergi
sche reactie veroorzaakte z'n
hoofdpijn.
Het advies van de behandelen
de arts: drink, vier feest en
doe je best om op goede voet
te blijven met je langharige
schoonzoon, maar mijd kal
koen tenzij je zeker weet dat
er geen penicilline door de
voederpap is gedaan.
Helaas is dit bemoedigende
voorbeeld niet karakteristiek
voor de hoofdpijnproblema-
tiak. Het nog steeds groeiend
aantal middeltjes tegen hoofd
pijn maakt duidelijk dat dit
nog steeds een kwaal is die
meer ontstaat dan wordt opge
lost.
J.W,