I.Emancipatievan Kenau tot ontplooide mens eente 3rdam ;l ordiger De moeder van Marie moet ook maar eens wat wijzer worden Erich von Daniken houdt voet bij stuk: Astronauten op aarde al vóór zondvloed Nieuw voer voor bose archeologen ers sters Hebben in de grijze oudheid superieure wezens van andere planeten onze aarde bezocht en herinneren de tekeningen die men, over verschillende continenten ver spreid, in rotsgesteente en op ornamen ten heeft aangetroffen nog altijd aan hun onverwachte en nogal onthutsende om zwervingen Helmen Hoe? Toegift I kliniek aan da ponwjjk Schiebroek. voor lichamelijk bedden voor ;skursus geriatrie n gezellige kamera en ervaring. ngstellenden larbij alle en, zodat een goed verrichten taken. dan wel telefonisch n opgenomen. hoofd Dr. N. Masurel, gelijk een met het verrichten van da epassen van serologiecha nctie wordt gedacht aan ;ooide analistenopleiding, heeft opgedaan op een ogisch laboratorium en in gaarne verstrekt door 00, toestel 2480. Iding en ervaring met iiv De premie A.O.W. komt is. de afdeling Personeels- huis, Gordelweg 160, eend van een internationaal irrein van vloerbedekkingen van contacten met de reeds aties binnen het rayon tacten. ten nche lillisten op dit terrein irbeidsvoorwaarden idigheid larin een prettige geest den. ak kan tot de sollicitatiebrief, met oto, richten aan de ving en Selectie, N/7401/12. ver en stunt-bewuster dan MVM, maar na een snelle groei is de klad er in geko men, omdat de Mina's uit principe geen vaste structuur willen hebben; dus geen blij vend bestuur en wat dies meer zij. Dolle Mina is duide lijk van fel-socialistischen hui ze en dogmatisch ingesteld. De groep 7152 wordt gevormd uit getrouwde homofiele vrou wen, die met het ene been in de vrouwenbewegingen staan en met het andere in de COC dat nu niet meer een exclusie ve affaire is voor mannelijke homoseksuelen. De Ned. Ver. voor Vrouwen- belangen, Vrouwenarbeid en Gelijk Staatsburgerschap heeft een even oude als lange naam. Zij is geworteld in de vorige eeuw. Dit zijn min of meer vergrijsde opvolgers van Alet- ta Jacobs e.d., die worden be schouwd als de intelligentsia van de vrouwenbewegingen. Vervolgens zijn er talloze an dere groeperingen, wel tegen de 70, die afgetakt zijn van politieke en christelijke bewe gingen. De guerrilla-troepen van de vrouwenbewegingen zijn echter MVM en Dolle Mi- Is er dan zoveel mis aan de maatschappij? Binkie Martens en Annie t' Sas vinden van wel. „Wij hebben geen directe in gang bij die groep, die door gaans- beschreven worden als „moeder de vrouw", het een voudige huismoeke. Deze vrouwen zijn duidelijk opge groeid in hun rolpatroon. Dat wil zeggen: zolang je leer plichtig bent naar school, ver volgens wachten op de Ware Jozef of de Sprookjesprins en tenslotte De Grote Dag. Wij richten ons vooral op de doch ter van deze vrouw, op Marie die wijzer moet worden, in de hooD dat misschien ook de moeder van Marie tot naden ken komt. Deze moeders van moeders hebben waarschijnlijk een ge voel van onbehagen dat ze een tijd hebben kunnen verdrin gen omdat ze het te druk had den met kinderen opvoeden, het huishouden enzovoorts. De man moet werken, en de vrouw blijft thuis. Daar willen wij van af. Niet dat we een ruiling voorstaan, maar ook de vrouw moet een grotere keuze hebben dan alleen het huwe lijk. De mythe dat de vrouw thuis moet blijven wordt voor al door de reclame bevorderd. Zo van „Voel jij je niet geluk kig in huis? Kijk, hier is een driedubbele kleuren-t.v. Dan valt het weer best mee." En neem die man die zo jong is als hij zich voelt. Met wie rent hij? Met zijn zoon, niet met zijn dochter We proberen ons op die groep te richten via damesbladen, radio, tv en cursussen, maar de eerste stap moet van de vrouwen zelf komen. Wij kun nen impulsen geven, maar wij kunnen niet als Jehovah's Ge tuigen aan de deur gaan leu ren. Moeten we dan die vrou wen eruit trekken!. Als die groep apathisch binnen het huis blijft, tja, dan kunnen wij weinig klaarspelen. En het is zo belangrijk dat ook die vrouw .zicht op de maatschap pij krijgt, niet alleen voor haar, maar ook omdat ze zo beter haar kinderen kan infor meren. Door Marie kun je de moeder bereiken. De dochter is makkelijk bereikbaar, maar de moeder niet. Emancipatie is een groeiproces. Dacht u dat wij volwassen waren? Op nog geen stukken na. Maar we gaan de goede kant uit. Wij zijn over een paar bergtoppen, maar er liggen nog bergen voor ons. U had het net over die vrou wen van Hans van Willigen- burg? Maar als je een zo'n vrouw eruit haalt en haar vraagt of ze niet liever iets had geleerd Zij hebben nooit een keuze gehad, maar ze wil len wel graag dat hun dochter die krijgt. Bij de werkende jongeren hebben we al veel succes. Doorwerken tot er een kind komt is al doodnormaal. En dat was vroeger ondenk baar." Vraag: Wie zijn de grootst* vijanden van de vrouwene mancipatie? „De opvatting dat een vrouw een goedkope arbeidskracht is, die of slecht betaald wordt in de fabriek, of niet betaald thuis. En ten tweede de rol verdeling. Een man wordt van zijn prilste jeugd gedwongen omhoog te komen, carrière te maken. En jonge vrouwen zijn vaak niet solidair met elkaar en strijden om de man. Van jongs af worden we opgeleid of voor de moederrol, of voor de kostwirmersrol. Dat is niet altijd zo geweest In agrarische bedrijven en in winkels hebben man en vrouw gelijkwaardig naast elkaar ge werkt, maar de industrialisatie is onze doodsvijand geworden. Die heeft de scheiding veroor zaakt. Goed onderwijs kan ongeloof lijk veel bijdragen. Maar vrij wel alle leesboekjes verster ken het beeld van de man uit, en de vrouw in huis. Het zijn allemaal gelukkige gezinnen in die, boekjes. Een gescheiden vrouw komt er niet in voor, laat staan dat de moeder ho mofiel is. En je ziet ook geen boekjes waar de man stomp zinnig elke dag deuren hangt in auto's in de DAF-fabriek. Hoewel dit realiteit kan zijn." JAN KOESEN (Van een onzer verslaggevers) Man-vrouw-maatschappij en Dolle Mina zqn actiegroepen die de Vrouw willen emanciperen. Zij doen dat met veel tamtam maar ze bereiken waarschijnlijk niet meer mensen dan hun eigen groepje telt. Wat moet een eenvoudige huis moeder uit een vriendelijk dorpje met de intellectuele praat van die bollebozen uit de stad? Willen die vrouwen wel uit de keuken? Waarschijnlijk zijn ze best met hun leven tevreden. Waarom richten Dolle Mina en MVM zich alleen tot de elite en niet tot de gewone vrouw? Hoe lang geven ze zichzelf nog? 9 „Moeder de vrouw", moei lijk bereikbaar voor de vrou wenbewegingen, is via haar dochter rijp te maken voor de emancipatiegedachte. Het antwoord (van twee vrou wen) is langer dan de vraag: In haar uitgerekte woonhuis aan de rand van Weert, om ringd door een royaal bemeten tuin, zit binnenhuisarchitecte Binkie Martens, gehuwd, lid van het landelijk bestuur van Man-Vrouw-Maatschappij (voortaan MVM genoemd) Naast haar Annie 't Sas, huis vrouw en dus geen beroep, en lid van MVM. Twee jonge feministen, zicht baar en hoorbaar niet van het type dat ik over de auto-radio heb horen schateren om de grollen van de snelpratende, oudere vrouwen begoochelen de Hans van Willigenburg in zijn „Van 12 tot 2". Voordat zij bovenvermeld uit gangspunt attaqueren, wat ba- sis-informafie. MVM is opgericht in 1968, heeft nu 3000 leden (waarvan 15% man), en heeft tot doel stelling maximale ontplooi ingskansen voor man en vrouw. In de praktijk gaat het om inhaalmanoeuvres voor de vrouw. De vereniging groeit „maar we zijn nog een klein groepje dat tegen de bierkaai vecht. Toch merken we dat we resultaat gaan boeken. Emancipatie was vroeger een vrouw met haar op de tanden, een Kenau. Nu gaat het om mensontplooiing." Dolle Mina is jonger, agressie- 9 Een afbeelding uit de Codex van Madrid. De tekening werd duizenden jaren geleden door de Maya's in Mexico gemaakt. Ruimtevaarttechniek an Son, satie-agogie, Zaan. De nuchtere twintigste- eeuwer, die zijn tijdgenoten moeizaam op de maan heeft zien rondscharrelen en ze drie dagen later in het wa ter heeft zien tuimelen, is uiteraard geneigd bij zo'n vraagstuk de schouders op 'e halen. Romantische non sens, oncontroleerbare fan- tasterij en verder niets. Met vallen en opstaan hebben we de natuur bedwongen en de maan bereikt. Zouden vee ons dan nu, terwijl we "o oogst aan technische ver worvenheden van de laatste onderd jaar trots overzien, moeten vernederen met de deprimerende gedachte dat wc de prehistorie nauwelijks ontgroeid zijn en dat er dui- en jaren geleden ruim tevaartuigen op aarde heb ben gestaan, in vergelijking waarmee onze Apollocapsu- les kruiwagens met vier kante wielen waren? Gebeurtenissen In de prehis torie die beelden hebben ach tergelaten die aan Startrek herinneren? Onzin, zeggen de nuchtere wetenschappers: maar Erich von Daniken, die vast houdende Zwitser die al eer der het vermoeden heeft uit gesproken dat de goden uit de oudheid astronauten geweest moeten zijn, denkt er anders over. Hij verwijt de geleer den dat zij zichtbare feiten en getuigenissen negeren en lie ver het hoofd in het zand steken dan de eigen, fervent gekoesterde hypothesen te laten varen. In zijn nieuwe boek: „mijn visie in woord en beeld" komt hij met een in drukwekkende selectie foto's en citaten die zijn theorie aan vullende bewijskracht moet geven. Een van zijn belangrijkste bewijsstukken acht Von Dani ken een steenreliëf dat in een oeroude Mexicaanse pyramide werd aangetroffen. Het toont een Indiaan in een merkwaar dig apparaat. Hij draagt een helm van waar slangen met een dubbel spoor naar achteren lopen. Met beide handen bedient de voor overgebogen gestalte een soort controlemechanisme. De hiel van de linkervoet rust op een pedaal met meerdere treden. De Indiaan is bovendien ui terst modern gekleed. Tot vlak onder zijn kin reikt een pullo ver met rolkraag. Daarop sluit een nauwsluitend bovenstuk van een pak aan, dat ter hoog te van de polsen eindigt in een omslag. De broek van de man in kwestie doet denken aan een njioderne maillot. Achter aan het apparaat ziet men duidelijk een straalpijp die het gevaarte voortstuwt. Houding en gezichtsuitdruk king van de figuur suggereren eveneens snelheid en doelma tige gerichtheid op één punt in de verte. Wie beweert dat men voor deze interpretatie van het re liëf de nodige fantasie behoeft, heeft ongelijk. Men moet Juist over teveel fantasie beschikken om er iets anders in te kunnen zien. Volgens Von Daniken is de zaak duidelijk. De Maja's die deze voorstelling in steen heb ben gegrift, moeten fantasti sche dingen hebben aan schouwd. Ze moeten in contact zijn geweest met wezens die over hoogwaardiger ruimte voertuigen beschikten dan de Apollo-astronauten. En vanuit hun nog primitieve cultuur moeten ze hebben veronder steld dat ze met goden hadden te doen. ken? Hebben alle tekenaars de zelfde fantasieën gehad? En als dit zo is: waarom richtte hun fantasie zich dan op zulke „onnatuurlijke" zaken? Reli gieuze interpretaties van de voorstellingen in kwestie zijn er volgens Von Daniken ge noeg. Ze klinken intrigerend en mysterieus, maar ze doen hij een passage uit Ezechiël als een van zijn kroonbewij- zen. De profeet beschrijft daarin een gigantisch apparaat dat met enorm lawaai op de aarde afkomt, met raderen is uitgerust en zich met zijn be- manndng(l), na een blijkbaar voorspoedige landing,, weer van de grond verheft. Ir Blumrich, een ingenieur van NASA, heeft aan de hand van Ezechiëls tekst en van daarop gebaseerde tekeningen geconcludeerd dat hier sprake moet zijn geweest van een zeer vernuftige technische constructie, waar de moderne ruimtevaart haar voordeel mee zou kunnen doen. In verschillende zeer oude geschriften komt men „wach ters des hemels" tegen, die op natuurlijke wijze met de aard bewoners omgaan en hun soms bijzonder nuttige, maar vaak ook verwerpelijke dingen le ren. Hoe is het mogelijk, vraagt Von Daniken zich af, dat op verschillende plaatsen ter we reld, die duizenden kilometers van elkaar verwijderd zijn, rotstekeningen en dergelijke worden aangetroffen van we zens die gesloten helmen dra gen en gekleed zijn in een tenue dat regelrecht aan een ruimtevaartkostuum doet den geen recht aan de meest voor de hand liggende veronderstel ling, namelijk dat de teke naars en graveurs eenvoudig tekenden wat ze in werkelijk heid zagen of wat hun uit directe overlevering bekend was. Hetzelfde is volgens Von Daniken met enkele oude tek sten het geval. Zo beschouwt Von Daniken zegt er niet aan te twijfelen of het waren ruimtevaarders die zich onder de nog primitieve aardbewo ners mengden, kinderen bij hen verwerkten en hun in kennis brachten met een be schaving die men zich veel later nog slechts als in een verre droom zou blijven herin neren. In bijbelse termen vertaald zou men kunnen zeggen dat de zondvloed de herinnering aan dit wonderlijke tijdperk voor een groot deel heeft weg gevaagd, maar dat een aantal sporen ervan in onverwoestba re steen is gebleven. Misschien is Von Daniken alleen maar een geniaal fan tast, maar hij kan zich troos ten met de gedachte dat voor bepaalde historische vondsten en verschijnselen een betere interpretatie dan de zijne nog niet is gegeven. Wie kan bijvoorbeeld ver- Klaren dat een Spaanse admi raal in de zestiende eeuw aan de hand van oude gegevens een perfecte wereldkaart te kende, terwijl een deel van het land dat op die kaart voorkwam pas veel later werd ontdekt? Wie kan uitleggen waar de Egyptenaren de ken nis vandaan haalden om vlieg tuigmodellen te maken die men aanvankelijk een louter decoratieve waarde toekende, maar waarvan men twee jaar geleden heeft ontdekt dat ze inderdaad konden vliegen? Wie heeft de kennelijk kunst matige (landings?) banen aan gelegd op de hoogvlakte van Peru, die zich aan verbaasde piloten voordoen als een gi gantisch Schiphol nadat de nieuwe bulderbaan gereed is gekomen? Von Daniken twij felt niet. Hier kunnen, zegt hij, in het grijze verleden, slechts superieure wezens aan het werk zijn geweest, met wier geestelijke erfenis wij opnieuw moesten leren wer ken, maar die even menselijk waren als wijzelf. De intelli gentie die zij langs genetische weg op de mensheid overdroe gen acht hij en nu gaan we even opzij staan zelfs ver antwoordelijk voor de twee slachtigheid van die menselijke natuur. Voor wie aan dit alles nog niet genoeg mocht hebben, heeft Von Daniken nog een toegift. Hij wijst op de onder zoekingen van een jonge Schotse astronaom, Duncan Lunan, die uit experimenten met radiosignalen heeft gecon cludeerd dat er al ruim 12.000 jaar lang een kunstmatige sa telliet in ons zonnestelsel moet cirkelen, waarin een compleet, informatief programma voor de mensheid is opgeslagen. Von Daniken heeft zich van die fantastische conclusie on middellijk meester gemaakt om zijn theorieën te vervolle digen. Want, zegt hij, daar heb je het ruimtevaartuig waarvan de bemanning duizenden jaren geleden op aarde heeft ver toefd, wellicht gevolgd door nog andere astronauten. En daarmee is dan zo het een en ander verklaard. Of niet soms? Het antwoord laten we ook nu weer graag aan de archeologen en andere weten schapsmensen, die zich over de vorige boeken van de merk waardige Zwitser nogal heb ben opgewonden. Hoe het ook zij, de tekst liegt er niet om en op de 375 foto's is men in een uurtje niet uitgekeken J. VERDIESEN (Erich von Daniken: Mijn visie in woord en beeld. Uit» geverii v.o.-ii-Hermes b.v. venter, 1 29,50). 3K - i Sfej 'v -. _-,ji

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1974 | | pagina 19