Puerto Rico
Armenhuis
met een
gouden dak
Manehem Begin: De man die het Golda Meir lastig kan maken
€=P€=/Europe
P. W. Koolerj
B.V.
Aang
625,- per minuut
Soevenirs
enaarn
Uncle Sam's
onechte kind (I)
DOOR
CORN.
VERHOEVEN
Onvermijdelij k
Armoede-explosie
Monument
ervaren
CHAUFFEUR
MUTSTER5
TRANSPORT*!
Vier stadia
Harder
Waarschuwing
HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PELNGEN PELNGEN PE UNGEN PE UNGEN PE ^JgGEN
INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE'^NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
en met Corn Products
len B.V., CPC Nederland
maïszetmeel, glucose-
Hk.
'C „Sas van Gent" B.V.,
de montage van fabrieks-
tussen 35 en 45 jaar.
nningsysteem binnen het
iet hoofd van de afdeling
te hebben gegeven aan
is pensionering.
vaklieden en kader. De
aintenance.
i-tal jaren ervaring op het
aantal konstrukteurs en
itwerken hiervan voor een
temen etc. te specificeren.
richten aan CPC „Sas van
Bij beschikking van
Kantonrechtèr te BrJ
d.d. 11 december 1973|
aan Adrianus Rocus
helmus Maria de Ruij|
;e boren te Geertruidenbi
25 januari 1955, wonej
te Raamsdonksveer Orl
jestraat 19 handlich'.l
verleend tot het opriehf
van een vennootschap i
der firma met zijn bril
Robert Adrianus Johai
Maria de Ruijter, woneJ
te Raamsdonksveer. Orf
jestraat 19, ten doel h|
aende het exploiteren i
schepen, de aan- en vl
koop van schepen, huur|
verhuur van schepen,
bevrachten en verwas
ten daarvan en voorts f
verrichten van alle ha
lingen welke in de ruim
zin daarmede in verbal
staan of daarop re
streeks of zijdelings
trekking hebben, alsml
het vennoot uitoefenen f
dat bedrijf, een en anderl
de ruimste zin des woorf
doch met in achtnem
van het bepaalde bij
kei 235 van het Burger|
Wetboek".
Bij beschikking van de J
rondissementsrechtbankl
Breda d.d. 21 decemtj
1973 is PETRONELLA1
RIA HONTELé-Vfl
LOON, geboren te Roosf
daal en Nispen 16-5-181
wonende en ver blij ve]
te Roosendaal, Huize
ritas aan de Kalsdonki
straat 89, onder curatl
gesteld met benoeming]
curatrice van CORNELf
LEONTINA FRANCIS!
MARIA HONTELé,
genote van L.C.J.G. Adl
wonende te Roosendaal,]
M. Hofbauerstraat 5 en|
toeziende curatrice
JEANETTE EDUA
MARIA HONTELé, echtl
note van A. J. Poppelaif
wonende Karei Doorm|
3traat 138 te Amsterdai
De procureur: Mr. J. A.J
Brekelmans, Markt
Roosendaal.
ÜPHBELÏ V-SNÜ
zijn
oliebestendig
hittebestendig
stofbestendig
weerbestendig
^leotr geleidend
De eerste
Set constante
V - snaar
'er wereld.
v'ej Ki-ijgbaar bij:
Konijnenberg 38
Breda tel. 70450*
Qp het eiland Puerto Rico (ook gespeld als Portorico) wonen 2.800.000
mensen op een oppervlakte van 8.862 vierkante kilometer (iets meer dan
drie keer de oppervlakte van Luxemburg). Het eiland is een „onecht kind van
Uncle Sam". „Een groen paradijs met rafelige franjes in de sloppen van San
Juan en de nog niet overwonnen armoede die er onder de zon altijd beter uit
ziet dan bijvoorbeeld in de getto's van de Noordamerikaanse steden", schrijft
onze Amerikaanse correspondent Bert van Velzen, die onlangs het eiland be
reisde. In twee artikelen behandelt hij de vraag of Puerto Rico een Amerikaan
se kolonie is of niet.
(Van onze correspondent)
SAN JUAN (Puerto Rico) Meer dan 2500 kilo
meter van New York, halverwege tussen Noord- en
Zuid-Amerika, ligt Puerto Rico in een boog van ze
venduizend tropische eilanden op de drempel van de
Atlantische Oceaan en de Caraibische Zee.
tellen er hun geld, drinken
sangrilla, op rum gebaseerde
cocktails of India-bier of be
kijken hun Puertorxcaanse sou
venirs.
Het is een onecht kind van
Uncle Sam; aanvankelijk 'n
verwaarloosde kolonie die
de twijfelachtige faam ver
wierf het „armenhuis van
het Caraibische zeegebied te
zijn.
Het eiland werd door de Ver
enigde Staten geroofd van
Spanje in 1898, beleefde een
periode van veertig zwarte ma
gere jaren en is nu het rijkste
gebied in Latijns-Amerika, of
schoon nog steeds aanmerkelijk
armer dan de armste staat in de
Amerikaanse Unie, Mississippi.
Puerto Rico is een groen para
dijs met rafelige franjes in de
sloppen van San Juan en de
nog niet overwonnen armoede
die er onder de zon altijd
beter uitziet dan bijvoorbeeld
in de getto's van de Noorda
merikaanse steden. De zon
schijnt 360 dagen per jaar bo
ven San Juan, maar korte ver
frissende regenbuien houden
het groen fris en de oceaan
winden'maken de warmte zeer
dragelijk. In de oogsttijd staat
het suikerriet zilver op de vel
den, de flamboyanbomen bran
den oranjerood wanneer ze in
bloei staan en het zacht ondu-
lerende land, met een rugge-
graat van blauwe, lollobrigidi-
aanse bergen, is besprenkeld
met bloemen in symfonieën vain
geel, rood, rose en violet. Het
is omringd door gouden stran
den en de lucht is, wanneer
men op het juiste moment ar
riveert, gevuld met aroma's
van jasmijn en gember.
Rijke toeristen zien vrijwel
uitsluitend het gouden dak
van Puerto Rico, waar zij een
kostbare bruine tint in januari
halen. Zeer welgestelde toeris
ten verschansen zich in het
Dorado Beach Hotel, een kilo
meter of dertig van San Juan,
waar duurste suite 625 gul
den per dag kost. Ik heb er
een paar dagen gelogeerd met
een groep buitenlandse corres
pondenten, die geïnteresseerd
waren in de vraag of Puerto
Rico een Amerikaanse kolonie
is of niet. Ik vernam er dat
een Nederlandse scheepsbou
wer drie maanden per jaar in
dit kostbare hotel verblijft en
dan 'zijn eigen vertrouwde
Rolls Royce meebrengt. De
rijkste, gasten slapen er voor
rond een gulden vijftig per
minuut. Voor iedere gast in
het hotel is er tenminste een
dienaar. Bij aankomst treft
men in de riante hotelkamer,
met een dramatisch uitzicht op
de oceaan, een geurige ananas,
druiven, een mandarijn, een
appel en een peer aan en niet
te ver weg bevindt zich een
van de Puertoricaanse casino's,
waar dromen worden geweven
aan het spinnewiel van de
roulette.
Toeristen die het zuiniger aan
moeten doen en in het dure
seizoen niet meer dan 100 tot
175 gulden voor een hotelka
mer willen uitgeven zoeken
hun heil langs de Avenida
Condado, waar een groep ho
tels samenklonteren tussen
een laguna en de oceaan of in
El Convento in het oudste
stadsgebied van San Juan. El
Convento is eeuwenlang een
zusterklooster geweest en se
dert het begin van deze eeuw
was er onder meer een garage
en een bordeel in gevestigd
Op een rustige binnenplaats
waar die zusters plachtten te
mediteren en te bidden, groei
en palmen en bij het invaller
van de schemer laat de coqui
een boomkikkertje dat de offi
ciéle naam van „eleutherodac-
tylis portoricensis" draagt ei
zijn heldere, tropische, vogel
achtige roep horein. De over
wegend Amerikaanse toeristen
Via El Convento, Dorado Be
ach en een Dutch Inn heb ik
me verschanst in het Shera-
ton-Hotel, dat een der hoek
stenen van het commerciële
empire van ITT is. Vanaf het
balkon, vijftig meter boven
het strand en het zachtgroene
water van de oceaan, ziet de
wereld er hoogst aangenaam
uit, maar het is slechts één
gezichtshoek om de werkelijk
heid van Puerto Rico te be
zien. Wel kan men er peinzen
over de paradoxen van Puer-
0 Het oude Spaanse fort „El
Morro" in San Juan. Verscho-
Ine achter de vestingsmuren
ligt de achterbuurt „La Perla",
waar varkens in afvalbergen op
het strand wroeten.
to Rico, dat tegelijkertijd auto
noom en afhankelijk is; mooi
en lelijk, rijk en arm. Op zoek
naar dé vraag hoe Puerto Rico
politiek bestaat zonder een on
afhankelijke natie te zijn en
zonder te zijn opgenomen iri
0 Een voormalig Dominicanenklooster in het oude deel van San
Juan, waar het Puertoricaamse instituut voor culturele zaken is
gevestigd.
de bond van Amerikaanse sta
ten bleken vrijwel alle Puer-
torikeinse politici van enige
klasse bereid om, al naar ge
lang hun overtuiging, lofliede
ren te zingen op de huidige
„estado libre asociado", de
droom van volledige aanslui
ting bij de Verenigde Staten
of de drang naar volledige
onafhankelijkheid van Uncle
Sam. Ook de mensen op straat
spreken graag over de „status-
kwestie". De discussies zijn
vaak verhit en vormen het
populairste tijdverdrijf op het
zonnige eiland.
Vaderlandslievende gevoelens
ten opzichte van de Verenigde
Staten spelen in de status-de-
batten geen rol. De vader
landsliefde van de Puertori-
canen richt zich op Puerto
Rico. De voorstanders van de
huidige relatie met Amerika
zeggen, terecht, dat het econo
mische succes van Puerto Rico
nauw verweven is met de
„commonwealth"; degenen die
volledige aansluiting bij de
Verenigde Staten willen zien
zichzelf als tweederangs
staatsburgers van de Verenig
de Staten en de, in de verkie
zingsuitslagen kleine, groepen
„independentistas" zeggen dat
Puerto Rico hun natie en hun
vaderland is, dat zij liever
arm zijn dan een Amerikaanse
satelliet en dat Amerika Puer
to Rico koloniseert.
Sergio Camero, een Cubaan
die iin ballingschap multimiljo
nair is geworden, tapte cock
tails voor zijn buitenlandse
bezoekers. De Puertoricarien
in het gezelschap bleken goed
deels geporteerd te zijn voor
aansluiting bij Amerika, er
Klaarblijkelijk van overtuigd
dat Puerto Rico, eenmaal vei
lig onder de vleugels van Un
cle Sam, nooit zou kunnen
worden blootgesteld aan revo
lutionaire ontwikkelingen, zo
als die zich bijvoorbeeld op
Cuba hebben voorgedaan. Zo
wel de vrijstaters als degenen
die Puerto Rico de 51ste staat
van Amerika willen maken
spreken met grote trots over
de enorme industriële ontwik
keling van Puerto Rico in de
afgelopen 25 jaar. Dat succes
is goeddeels te danken aan het
feit dat Puerto Rico deel uit
maakt van de Amerikaanse
gemeenschappelijke markt,
geen federale belastingen be
taalt en profiteert van de soci-
alle projecten die uit de fede-
rale schatkist van Washington
worden gefinancierd.
In de euforie vain het succes
blijkt er niet al te veel ruimte
voor bezinning op de nog
steeds zeer grote armoede on
der het gouden dak vara Puer
to Rico. Volgens de officiële
statistieken is 13 procent van
de werkwillenden werkloos.
Maar in die statistiek zijn niet
de „ociosos voluntarios" opge
nomen, de zogenaamde „vrij
willige leeglopers" die het
zoeken naar werk al lang heb
ben opgegeven en als gevolg
daarvan uit de statistiek zijn
verdwenen. Het werkelijke
aantal werklozen moet ergens
tussen de 25 en de 36 procent
schommelen.
Puerto Rico, dat ongeveer zo
groot is als Corsica of Cyprus,
heeft een geweldig bevol
kingsprobleem. Op het eiland
wonen ruim 2.800.000 mensen.
Wanneer de Verenigde Staten
deze bevolkingsdichtheid zou
den hebben zou men de gehele
wereldbevolking in de vijftig
Amerikaanse Staten kunnen
opbergen. Rond 1.500.000 Pu-
ertaricanen women in Noord-
Amerika, voor een niet onaan
zienlijk deel in de achterbuur
ten als de Barrio van Harlem
op Manhattan. Zij hebben het
groene, arme paradijs verlaten
voor een hel van beton. Werk
voor deze geexporteerde Puer-
toi'icanem op het eiland zou
den investeringen tot 8 mil
jard dollar maken.
De industriële ontwikkeling en
de migratie van de platte
landsbevolking naar San Juan
of New York hebben een ze
kere tol geeist in maatschap
pelijke ontwrichting. Dat was
onvermijdelijk. Niet ver van
de dure hotels aan de Avenida
Condado liggen de sloppen
van San Juan: La Perlo (De
Parel), achter de door de
Spaanse kolonisten gebouwde
verdedigingsmuren is een ran
zige buurt van dicht op elkaar
staande krotten. Op het strand
van La Perlo zoeken varkens
naar voedsel in afvalbergen.
Langs een kanaal dat zich en
kele kilometers uitstrekt van
de baai van San Juan naar de
lagune van San Jose ligt een
troosteloze moerasbuurt waar
meer dan 70.000 mensen wo
nen in grijze armoede. Langs
de verkeerswegen ziet men
duizenden hutten van landkra-
men „opwaarts mobiel". Maar
kers, mensen die een paar
vierkante meter Puerto Rico
in beslag hebben genomen in
afwachting van betere behui
zing.
Rond 40 procent van de bevol
king is straatarm. De bevol
kingsexplosie is in feite een
armoede-explosie. Puertorica-
nen die middelbaar onderwijs
hebben genoten hebben ge
middeld 2,2 kinderen en ze
zijn, wat de sociologen noe-
degenen die gering onderwijs
hebben gehad hebben gezin
nen van gemiddeld meer dan
zes kinderen en soms 15 tot
20.
De politici en de industriëlen
wijzen terecht met trots op de
enorme .ontwikkeling van de
25 afgelopen jaren. In 1940
was het gemiddelde inkomen
per hoofd van de bevolking
118 dollar per jaar; nu is het
bijna 1800 dollar. Er is in een
kwarteeuw werk gevonden
voor 300.000 Puertoricanen
De levensverwachting liep
tussen 1940" en 1973 op van 47
tot 72 jaar. De economie groei
de met gemiddeld 11 procent
per jaar. Maar Puerto Rico is
nog steeds aanmerkelijk armer
dan de armste staat van de
Verenigde Staten, Mississippi,
Enkele dagen voor Kerstmis
meldde de San Juan Star dat
een half miljoen Puertorica
nen met ernstig voedseltekort
wordt bedreigd.
Ex-gouverneur Luis Munoz
Marin, de architect van het
nieuwe Puerto Rico was in
zijn jeugd socialist en „inde-
pendentista", maar hij koos
bewust voor de „commonwe-
alth-verhouding" met de Vere
nigde Staten de enige manier
am Puerto Rico aan de greep
van massale armoede te ont
rukken. In Trujillo Alto is hij
bezig aan zijn memoires. Hij
zegt: „Als ik mijin leven op-
meuw zou kunnen leven zou
ik een zwaarder accent op so
ciale rechtvaardigheid leggen".
Dat neemt niet weg dat de
ontsnapping van Puerto Rico
uit het armenhuis zijn monu
ment is.
BERT VAN VELZEN
Gevraagd enkele
voor tankvervoer.
Sollicitaties:
Üredaseweg 21, ZuncW
Tel. 01696-3286,
(Van onze redactie buitenland)
J)c rechtse Likoed partij heeft bij de verkiezingen van
begin deze week in Israël een grote overwinning ge
boekt. De zege is zo groot, dat de vorming van een nieuwe
regering ernstig bemoeilijkt wordt. De Arbeiderspartij van
Golda Meir is te verzwakt uit de verkiezingsslag te voor
schijn gekomen om de oude coalitiegenoten de Nationale
Religieuze Partij en Onafhankelijke Liberalen de voor
waarden voor deelname aan een nieuwe meerpartijenrege-
ring min of meer te dicteren. In Israël gaan steeds meer
stemmen op om een regering van nationale eenheid te vor
men, een verlangen van de Likoed-partij en de NRP
die de verantwoordelijkheid voor een vergelijk met Egypte
op zich kan nemen. In zo'n kabinet zou de stem van de
Likoed een belangrijke zijn. Vandaar dat wij hieronder de
mening van de Likoed-leider, Manehem Begin, over oorlog
cn vrede in het Midden-Oosten weergeven. Begin werd
Ccinterviewd door een correspondent van het Amerikaanse
Persbureau Associated Press.
\TRAAG wat hij vindt van
de buitenlandse garan
ties voor de veiligheid van
Israël en hij zal u vertellen
over Tsjechoslowakije in
1938.
Vtaag hem of Israël de be-
l'te Arabische "gebieden moet
teruggPven in ruil voor vrede
en hij zal n over 1956 vertel
len, de laatste maal dat Israël
gebied aan de Arabieren kwijt
raakte.
De 60-jarige voormalige ter
rorist, wiens rechtse doctrine
is gebaseerd op de bijbel, de
geschiedenis van de 20e eeuw
en harde militaire feiten, wei
gert te geloven dat de Arabie
ren iets anders voor- oegen
hebben dan de vernietiging
van Isrgël.
Deze visie kan dan somber
zijn, maar Begin heeft ook re
denen om blij te zijn. Bij de
laatste verkiezingen is de
kloof tussen het Likoed-blok
de oppositie en de Arbei
derspartij gehalveerd. Terwijl
hij achter zijn bureau een
broodje kaas eet en een slok
van zijn thee neemt, wordt hij
herhaaldelijk opgebeld met de
laatste resultaten van de stem
mentellingen: de socialisten 39
procent. Likoed 28,5 procent.
De kloof is weer vernauwd,
merkt een medewerker op.
Wanneer Begin over Israël
praat, zegt hij altijd „Eretz
Israël", het land Israël, zoals
het ook in de bijbel wordt
genoemd. In de Arabisch-Is-
raëlische oorlog van 1948 is
het land verdeeld „als gevolg
van de Arabische agressie en
de invasie van buitenlandse
troepen", zo zegt Begin.
„In 1967 gebruikten we ons
recht op zelfverdediging toen
wij door vijanden waren om
ringd". Het resultaat hiervan
was dat we „Judea en Sama
ria bevrijdden" op de weste
lijke Jordaan-oever. Begin is
er sterk voor deze gebieden te
behouden. „Dit zijn integrale
gedeelten van' Eretz Israël. E-
retz Israël is ons land, het land
van onze voorvaderen. We
hebben een historisch en on
vervreemdbaar recht. We moe
ten geen gedeelten van ons
land opgeven. Geen Engels
man of Fransman is gevraagd
een stuk van zijn land op te
geven".
Begin is ervoor dat Israël
deelneemt aan de besprekin
gen in Genève. Maar hij ge
looft dat de regering Meir in
plaats van het doen van terri
toriale concessies het voor
beeld van Europa en het Vere
Oosten na de tweede wereld
oorlog zou moeten volgen.
„Tot dusver is er geen vredes
verdrag in Europa geweest en
ook niet tussen Rusland en
Japan. Zij hebben de vrede
gebouwd in verschillende sta
dia: eerst vreedzame betrek
kingen, hetgeen betekent dat
er niet meer werd gedood........
in de tweede plaats een vrije
uitwisseling van mensen en
produktenin de derde
plaats diplomatieke erkenning
en de uitwisseling van ambas
sadeurs. En tenslotte in de
vierde plaats een formeel vre
desverdrag. Hij noemt dit een
gebouw van vier verdiepingen,
met de veiligheid als funde
ring. „We kunnen zo'n gebouw
optrekken, het kan een tijd
durenmaar het zal
er komen".
Begin is bereid Egyptisch en
Syrisch gebied dat tijdens de
oktoberoorlog werd buitge
maakt, terug te geven. „Wij
willen geen deel van de wes
telijke oever van het Suezka-
naal". Wat het Syrisch gebied
betreft, wil hij wel dat de
Israëli's zich terugtrekken tot
de lijn van voor de oktober
oorlog. De hele hoogvlakte
van Golan wil hij echter niet
teruggeven.
Begin is de spreekbuis van
de gevoelens van de Israëli's
en hij weet dat hij hieraan
ook zijn stembuswinst heeft te
danken. Mevrouw Meir zal op
de conferentie in Genève een
harder standpunt moeten inne
men om in eigen land niet aan
populariteit in te boeten ten
gunste van het Likoed-blok.
Terugtrekking tot binnen de
grenzen van voor 1967 is niet
alleen in tegenspraak met het
„historisch recht", zo meent
Begin, „maar het is ook een
veiligheidsrisico". „Dit zou ie
dere Israëlische stad onder het
bereik stellen van Arabische
artillerie en raketten". Jorda
nië beschikt over artillerie
met een bereik van 30 kilome
ter. Tel Aviv ligt slechts 15
kilometer van de oude grens.
Egypte heeft raketten met een
bereik van meer dain 300 km,
permanente bedreiging dus
voor Israël.
Zonder enige troepen te ver
plaatsen zouden de Arabieren
in staat zijn hun Yom-Kippoer-
aanval te herhalen „en bin
nen enkele uren tienduizenden,
slachtoffers onder de burger
bevolking kunnen maken", al
dus Begin. „De Arabieren
hebben hun hoop om Israël te
vernietigen niet laten varen en
mevrouw Meirs belofte om
vrede mee terug te brengen
uit Genève is politieke kwak
zalverij", zo beweert Begin
De in Polen geboren voorma
lige terrorist, die eens de jood
se ondergrondse Irgoen leidde
tegen de Britse bezetting in
Palestina, heeft niet zoveel
vertrouwen in de manier
waarop de Amerikaanse mi
nister van Buitenlandse Za
ken, Henry Kissinger, vrede
wil brengen in het Midden
Oosten.
„Ondanks Kissingers vredes
overeenkomst met Hanoi
woedt de oorlog in Vietnam
nog steeds voort en dat zou
een heel ernstige waai-schu
wing voor ons moeten zijn"
Begin citeert uit het hoofd de
uitspraak van Kissinger dat de
vrede afhangt van de Israëli
sche terugtrekking, maar na
die terugtrekking staat Israël
voor een „geweldig veiligheids
probleem'.'
Over de vraag, of verdraag,
zaamheid een grote deugd is,
zou te twisten zijn. Persoon
lijk ben ik geneigd haar ethi
sche gehalte nogal hoog aan te
slaam., maar dat kan verband
houden met een neiging tot
scepsis die misschien wel heel
slecht ie. Wie weinig zekerhe
den heeft en niet al te veel
belang hecht aan meningen,
gunt een ander gemakkelijk
de lol van een afwijkende opi
nie en een daarop gebaseerd
afwijkend gedrag. Wie wat
meer dogmatisch ingesteld is,
ziet niet graag zijn zekerheden
ondermijnd en wil die het
liefst ook aan anderen opleg
gen.
Maar daarover wilde ik het
met hebben. Het gaat er nu
even om, vast te stellen of
wij, aangenomen dat verdraag
zaamheid. een goede eigen
schap is, die ook inderdaad
bezitten en of dat, wat wij
voor verdraagzaamheid aan
zien, ook werkelijk die naam
verdient. Want het gaat niet
om een toevallige uiting, maar
om een eigenschap, en eigen
schappen zijn constant. Wie
werkelijk verdraagzaam is, is
het altijd en heeft voor specia
le gevallen geen nieuwe in
structies nodig.
De overtuiging, dat wij ver
draagzaam zijn, kan zich op
enkele mooie feiten beroepen.
Wij aanvaarden met een vrij
principieel gezicht een vrij
grote pluriformiteit op reli
gieus, politiek en seksueel ge
bied, zowel in meningen als in
gedrag. Er wordt wel voortdu
rend over geruzied en gepola
riseerd, maar in principe
wordt toch de vrijheid van de
andere partij erkend. Wij er
kennen bovendien de gelijk
heid van de rassen. Wij dul
den afwijkingen en uitzonde
ringen, zij het dan dat we ons
tegen intolerantie soms moeten
wapenen door voortdurend en
nadrukkelijk te herhalen dat
het „heel gewoon" is.
Juist de uitzondering geeft
een mooie kans om de ver
draagzaamheid te testen. Situ
aties waaraan wij gewend
zijn, geven die nauwelijks.
Maar uitzonderngen doen zich
onverwacht voor en stellen de
verdraagzaamheid voor de op
gave te improviseren. Mijn
overtuiging is: als zij dat kan,
is zij inderdaad als eigenschap
aanwezig, anders is zij een
schijnheilig en opportunistisch
foefje.
Een serie van autoloze zon
dagen is wat dat betreft heel
leerzaam geweest. De vrij
schaarse overtreders van het
rijverbod kregen een officiële
boete, waarvan ik althans de
verhouding tot het vergrijp
niet kan zienzij moet voortge
komen zijn uit overwegingen
die de justitie in situaties
waarop zij ingespeeld is, niet
pleegt te hanteren. Ineens was
er een soort van verharding,
een geloof in de preventieve
werking uan strenge straften,
een primitivisering van de
rechtbank. Blijkbaar lokken
de overtreders ook buiten de
paleizen van justitie nogal wat
agressie uit, want ik heb in
een klein, rottig reclamekrant-
je waarin geen woord gepu
bliceerd wordt als er niet min
stens tweehonderdduizend le
zers achter staan, een harts
tochtelijke oproep aan de le
zer aangetroffen, waarin die
werd aangespoord om overtre
ders van het rijverbod onver
wijld zo heet dat ineens
bij de politie aan te brengen.
Zo iets gaat al aardig in de
richting van de heksenjacht en
is moeilijk te excuseren van
uit enige bekommerdheid om
een paar liter benzine. Een zo
grote onverdraagzaamheid te
genover de uitzondering staat
in geen enkel redelijk verband
met het nut of de noodzaak
van de regel. Bijna zou ik
zeggen, dat zij een jaloezie
tegenover de overtreder aan
het licht brengt en een zo
grote haat tegenover de regel,
dat die alleen maar bezworen
kan worden door de strikte en
rigide eis dat iedereen er ste
vig onder zal lijden.
Wat deze onverwachte situa
tie wel geleerd heeft is, dat
tolerantie niet zo zeer feen soli
de en blijvende eigenschap is
in onze samenleving, iets
waarop we verder kunnen re
kenen, maar eerder iets als het
moeizaam uitvoeren van een
paar ingestudeerde kunstjes.
Wanneer er geïmproviseerd
moet worden, gaat het mis.
Zodra er iets aan de situatie
verandert, blijft de principieel
misschien wel gewenste, maar
niet voldoende tot tweede na
tuur geworden reactie uit en
komt iets naar boven wat eer
der als werkelijke eigenschap
beschouwd kan worden: strik
te onverdraagzaamheid. Ik ben
bang dat een test met andere
moeilijke punten bijvoorbeeld
discriminatie,, ook een negatie
ve uitslag zou hebben.