DOE-HET-ZELF MEUBELS KERK BOEK KERK BOEK KERK BOEK JAN. JANS EN DE KINDEREN WINTEi Katz' Gewapende Liefde Teef seksupornoaliseert VAN GOGH ALS PREDIKANT BIETSERSBOEKJE Tis te doen diS" B.I AMSTERDAM Vrijdag zo aec&jiik 19 Simon Vinkenoog, de Neder landse LSD profeet, moet wel heel erg op zwart zaad geze ten hebben, toen hij besloot voor de „litteraire serie" van Elsevier, Armed love van ELIA KATZ te vertalen. Hoewei het goed mogelijk is dat Simon krap zat („fixen" is niet de goedkoopste hobby) ve-rwa-cht men van de auteur van „Liefde" en zoveel andere oprechten boeken niet dat hij een dergelijk onecht boek ais GEWAPENDE LIEFDE onder handen neemt (uAtg. Elsevier - f 11,50). Volgens de kaft gaat het hier om „De Odyssee van een jong schrijver langs de Amerikaanse communes". Op de met drugs overgoten pagi na's vindien we dan Ella Katz, de ik-persoon, de jonge schrij ver. Hij vat het plan op om met Rateyes. zijn vriend, een boek te schrijven over de communes in zijn land, maar dan vanuit de ogen van de incrowd gezien. Het deed me onmiddellijk denken aan een uitdrukking van de onnavolgbare Oscar Wilde „This is the book of snobs, written by one of them selves". Elia Katz, die iedere pagina, ja soms iedere regel zijn best doet om stoer, en todh vooral als insider van het rokende, spuitende, parende en liftende wereldje uit de verf te komen, kwalificeert zich hiermee naar mijn gevoel als een super-burgerlijke ad dict, een hyper conservatieve salon hippie. De schrijver zit de hele „Odyssee" lang goed in de slappe was, dus daarover hoeft hij zich geen enkele zorg te maken; toch bestaat hij het, andere, volkomen eerlijke groepen alternatief samenle vende mensen te bekritise ren. Geen moment relativeert hij echter zijn eigen situatie on die ellendige maatschappij heeft het natuurlijk gedaan. Elia Katz heeft op zijn beurt alleen nog maar medelijden met zichzelf; ik hoop dat hij nog meer medelijden met zichzelf zal krijgen, als hij merkt, dat de Nederlandse jeugd er niet in trapt en zijn boek hier erg slecht verkocht wordt. Om in de terminologie te blijven, waarin het hele boek geschreven is:' het is één brok geouwehoer. MARC VAN ABBE Voor de doe-het-zelver: in de meer dan 200 Hubo-zaken in ons land zijn momcntel in teressante bouwpakketten met zogenaamde huboboxen ver krijgbaar. Deze boxen met laatjes en deurtjes kunnen op een vernuftige manier in elk aar gezet worden en bieden vele mogelijkheden om met eigen fantasie thuis meubels te combineren. Bovendien zijn ze verkrijgbaar voor haalbare prijzen. Bij deze nieuwe huboboxen zitten de 4 zijwanden reeds aan elkaar. Na het inzetten van de achterwand in de spe ciale groeven wordt de box eenvoudig dichtgevouwen. Het principe berust op het zogenaamde folding system. Hiertoe zijn in het paneel alle verstekgroeven gefreesd tot op de kunststof buitenzij de, hetgeen als scharnier werkt. De kunststof laag be staat uit sterk vinyl dat de eigenschap heeft mee te rek ken als de box wordt gevou wen. Zo ontstaat er een fraaie, strakke hoek. De gehele box is, zowel van binnen als buiten, bekleed met duurzaam vinyl. Dit biedt vol doende bescherming tegen vocht en zuren, kan goed te gen krassen en maakt schilde ren, ook na jaren en jaren, overbodig. Door een speciale behandeling is het vinyl anti- statisch en trekt geen stof aan. Het leveringsprogramma is sterk uitgebreid. Naast wit zijn de beide vierkante boxen nu ook leverbaar in steenrood en zeegroen. Voor de 40 x 40 cm. boxen zijn er laden ®n deurtjes. De laden zijn. per 3 situks verpakt, compleet met de la- deigeleiders en gebruiksaan wijzing. De zijkanten van de laden worden op dezelfde wijze dichtgevouwen als bij de boxen, het ladefront wordt met deuvels gemonteerd. Met behulp van de bijve-rpakte mal kunnen de 6 ladegeleiders zonder probleem op de juiste plaatsen worden bevestigd. Het deurtje wordt compleet met de scharnieren geleverd. Voor het feilloos bevestigen van de scharnieren is even eens een mal bijgesloten. De ladefrontjes en deurtjes zijn verkrijgbaar in wit, steenrood en zeegroen en be staan uit hetzelfde materiaal als de box. Met een klein beetje inzicht en fantasie kan men door het „spelen" met deze boxen ver rassende resultaten bereiken. Huibobozn zijn namelijk han delbaar en veranderbaar en daardoor eindeloos te variëren, naar eigen smaak. Door het mobiele karakter kunnen ze meegroeien met uw wensen of gezin. Kast, bar, boebenmeubel, wandcombimatie, hoektafeltje, vensterbankkast, nachtkastjes, bureautjes, bergzuilen, letter lijk alles kunt u er mee op stellen. De boxen zijn door het gedegen, zware materiaal waaruit ze bestaan, zeer stevig en onwankelbaar. Bovendien bevindt zich in elk pakket een plastic verbindingsbout. U be hoeft de box slechts voor te boren met een 8 mm gaatje en kunt het boutje bevestigen. De prijzen liggen tussen f 22,25 en f 39,75 per stuk. MILAN MACHOVEC: JE ZUS VOOR ATHEÏSTEN (Baarn f 17,50) RUDOLF AUGSTEIN. JE ZUS MENSENZOON (Baarn f 24,50) Kort na elkaar verscheen de Nederlandse vertaling van twee boeken over de figuur van Jezus die vorig jaar in Duitsland veel opzien hebben gebaard. Het eerste is van de hand van de Tsjechische mar xist Milan Machovec, die nauw betrokken was bij de Praagse lente van 1968 en sindsdien dan ook zijn leerbe voegdheid verloor, het andere vloeide uit de scherpe pen van de bekende journalist Rudolf Augsteia, hoofdredacteur van het weekblad Der Spiegel, die zich stseós weer ontpopt als een fel bestrijder van de ka tholieke kerk. Beide boeken hebben slechts dit gemeen dat ze over Jezus willen gaan. Voor het overige staan ze. zo wel in inhoud als in stijl en sfeer volkomen tegenover elk aar. Machovecs boek leest men met stijgende bewondering. Zo fijnzinnig,- uitgewogen en kun dig wordt zelden over Jezus geschreven. Een sterke waar heidszin belet onverantwoorde en eenzijdige beweringen. De schrijver beeft zich op een indrukwekkende wijze ver diept in de nieuw-testamentd- sche geschriften. Zijn onder zoek bracht hem tot de bevin ding dat met Jezus' boodschap iets onmetelijks belangrijks en groots in de geschiedenis is begonnen. Er spreekt een soci ale gevoeligheid uit die wer kelijk alle aspecten van het menselijke recht doet. Macho vec belicht allerlei overeen komsten met wat in Praag an no 1968 het „socialisme met het menselijk gezicht" voor stond. Hij ziet evenwel heel goed dat bij Jezus Godsgeloof en ethiek ten nauwste verbon den zijn. Zou Marx ook het Godsgeloof in zijn pure vorm zoals hst bij Jezus voorkomt, afgewezen hebben? vraagt hij zich af. Augstein daarentegen heeft maar één oogmerk: de aan spraken van de kerken, met name van de katholieke kerk, ontzenuwen als zouden haar bevoegdheden op zedelijk en intellectueel gebied op Jezus teruggaan. De kerken zien heel goed dat deze aanspraken hun enige houvast zijn, en proberen daarom met hand en tand de resultaten van de we tenschap te verhullen die heeft aangetoond dat al vanaf het begin allerlei aan Jezus is toegedicht dat hem volkomen vreemd was. Met groot ver toon van belezenheid gaat Augstem te werk. Hij rede-. neert scherp. Maar hij maakt één fout: -de these moet té evident worden, en wanneer zakelijke argumenten te kort schieten, moeten schimpscheu ten de bewijslast overnemen. Een bedenkelijke methode. R. V. D. HEUVEL SCHALOM BEN-CHORIN: EN SCHIEP HEN NAAR ZIJN BEELD (Uit®. Ten Have f9,50) Deze befaamde joodse theo loog-bijbelkenner geeft een vaak verrassend en voor ons moderne gevoel bevrijdende visie op de lichamelijkheid van de mens weg. Door zijn joodse interpretatie van de bijbelse mens haalt hij het mensbeeld van onze christelij ke cultuur, getekPnd door een vaak tragische scheiding van „lichaam" en ,-ziel" of „Geest", fors overhoop. Het zet aan tot het herzien van veel wat wij vanzelfsprekend vinden of opnieuw bezien. DR. L.J. KLINK, BIJBEL VOOR KINDEREN (Het Oude Testament), elfde druk. (Uitg. Het Wereldvereter. f 11,50). GERTRUD FUSSENEG- GER, BIJBELVERHALEN, OPNIEUW VERTELD (Een kinderbijbel, Oude en Nieuwe Testament). (Uitg. Zomer en Keuning Boeken B.V. f 24,50). 24.50). Twee maal de bijbel, ver teld voor kinderen. Er is meer verscfiil tussen beide boeken dan het tientje in de prijs. Het boek van de bekende schrijf ster dr. Klink, is al aan zijn elfde druk toe, ditmaal be scheidener van opzet dan de grotere uitgave waarin ook ge zangen en spelen voor kinde ren waren opgenomen. Het boek van dr. Klink ademt een veel kerkelijker sfeer dan dat van Gertrud Fussenegger. Het is ingetogener, zou je kunnen zeggen, veroorlooft zich veel minder vrijheden ten aanzien van de oorspronkelijke tekst en lijkt daardoor ook „moeilij ker" voor kinderen ook als voorleesboek dan de door Marianna Jager uit het Duits vertaalde kinderbijbel. Dit laatste boek is meer „specta culair" van opzet, is groter, ook -to tekst is groter gezet en de tekeningen zijn in kleur. Maar niet alleen daardoor lijkt ons het boek van Gertrud Fus senegger meer geschikt voor wat jongere kinderen (hoewel zeker niet te jong, kleuters en kinderen van de eerste klas sen van de lagere school moet men niet te vlug deze bühpice «pcrtv'odprpssen voortez^u. Hen moet men o.i. veel meer zelf vertellen, wil men berei ken dat de kinderen ook iets van de gelovige visie achter de verhaaltjes proeven). Terwijl dr. Klink eerder probeert het kind naar de bij bel toe te leiden, wil Fusse negger veel meer de bijbel naar het kind brengen. Dat laatste lijkt ons meer kans op resultaat te bieden. Voor oude re kinderen lijkt ons het boek van dr. Klink minder bezwaar lijk, want zowel tekst als teke ningen zijn vaak gaaf en ont roerend mooi. Voor beide, en eigenlijk alle bijbelboeken voor-jongeren, geldt overigens naar onze mening bij voorkeur: voorlezen is veel beter dan de kinderen zelf laten lezen, al is het moeilijker. ROBERT L. SHORT: HET EVANGELIE NAAR DE PEA NUTS. (Uitg. Bosch en Keuning n.V. f 9,50). Elke stripfiguur heeft zo zijn fans en menigeen zal zich een fan van de Peanuts willen noemen. Robert Short, de au teur van Het evangelie naar de Peanuts, is zeker ook een fel supporter van de voorwaar zeer knappe creaties van teke naar Charles Sehufe. Maar als de Amerikaan Short aan de hand van de Peanuts „een nieuwe interpretatie van het christeJ'ij'k geloof" gaat geven, zc-Js een eveneens Ameri kaanse theologieprofessor in het voorwoord schrijft, zal menige Europeaan de wenk brauwen fronsen. Het wemelt in de tekst van Short van de citaten, die lopen van de apos tel Paulus en Christus woor den in de evangelies tot Kier kegaard, Pascal, Newman, Hu- me, Shakespeare, Luther en noem maar op. Dat de tekenaar van de Pea nuts diepere dingen bedoeld met zijn ogenschijnlijk onno zele tekeningetjes, bewijst al leen dat hij een goede stripte kenaar kan zijn, maar het be wijst o.i. niets over zijn theo logische kwaliteiten. Het boekje is zeker wel interes sant voor de Peanut-fan, maar heeft ons volstrekt niet duide lijk gemaakt dat, zoals de schrijver wil „de kerk in deze strip een hoeveelheid gelijke nissen van en voor deze tijd krijgt aangereikt, die haar een goede gelegenheid geven een duidelijk en meer eigentijds getuigenis van de Heer te -ijn". Oh, lord! DR. AUKE JELSMA: DE DLAFFENDE HOND (Uitg. Boekencentrum f 15,50). Zijn geschiedenis leren ken nen is zichzelf gaan begrijpen, niet zozeer omdat de geschie denis zichzelf herhaalt (l'his- toire se repète) - dat is in zekere zin wel zo, maar soms gebruikt men het ook al te vaak ais dooddoener: om zich te verdedigen tegen verande ringen. Maar het ïs zeker wel zo dat men de gebeurtenissen van vandaag onthullend beter begrijpt en doorziet, wanneer men weet wat er aan vooraf is gegaan, soms zelfs zo'n twaalf eeuwen gelegen. „De blaffende hond" is Sinit- Bonifatius, de Angelsaksische monnik die in de achtste eeuw op het vasteland van Europa, en wel in onze streken, het christelijk geloof heeft ver kondigd, sterker: de Westeuro- pese kerk haar gezicht heeft gegeven, dat zij tot in onze dagen heeft behouden. Zoals de geschiedenisboekjes leren, wei-d hij in 754 in Dokkum door de Friezen vermoord. Het meest onthullende in dit boek is de treffende overeen komst tussen de crisis waarin de kerk van Kome nu ver keert en waarin ze ten tijde van Bonifatius verkeerde. De crisis is in beide gevallen be paald door ingrijpende cultu rele en sociale veranderingen. Auke Jelsma: „Toen de volks verhuizingen zich gelegd had dien en men weer even tijd kreeg om de zaak in ogen schouw te nemen, bleek alles definitief anders geworden te zijn. De Grieks-Romeinse be schaving was ondergegaan. Nieuwe gewoonten vormden zich En in deze totaal veran derde wereld bevond zich wat verdwaasd en nog onwennig de (toen al. J.L.) eeuwenoude kerk. Ze had alles tegen. Haar structuur had zich gevoegd naar de stadscultuur van de oude beschaving Maar onder de volksverhuizing was er opnieuw een agrarische sa menleving ontstaan. De steden raakten ontvolkt En wat moest ze nog met haar in de Griekse en Latijnse talen uit gebalanceerde woordgebruik? De Germaanse talen leenden zich niet voor de abstracte be- .grippen die het christendom inmiddels had gevormd". Auke Jelsma laat zien hoe Bonifatius erin slaagde de kerk in deze streken, cLw.z. onder de Germanen in het oostelijk deel van het Fran ken/rijk, weer een stevige „structuur" te geven, hoe dit uiteindelijk resulteert in een steviger Romeinse greep op het christendom' in noordelijk Europa en hij hierover te leurgesteld naar het land der Friezen trekt, waar hij vermoord wordt. Onthullend komt uit dit boek naar voren hoe oud en diepgaand de kloof is tussen „Rome" c.q. zuidelijk Europa en de noordelijke vol keren. JAN LANDMAN LUCIENNE STASSAERT: IN DE KLOK VAN DE MA CHINE TIKT EEN MENS (Uitg. Yang poezie-reeks) Anekdotische gedichten naar tekeningen van Carl Bungert is de ondertitel van deze bun del, en inderdaad passen de gedichten die gbouwd' zijn op regels die doorlopen zodat een gewone zin met een gangbare zinsbouw ontstaat, heel goed bij de vereenvoudigde teke ningen met hun dikke, duide lijke contoeren als de tekenin gen in een kinderkleurboek. Ook qua inhoud is er een pa rallel: een dn de kern onrust barend onderwerp, de mecha nisering van de mens, wordt anekdotisch benaderd. De me chanisering, gaat zover dat zelfs datgene wat bij uitstek gevoel is, liefde, verwordt tot een louter erotische handeling die volgens een vast schema verloopt. Het eerste gedicht geeft al meteen de toon van de hele bundel aan: pas als de wijzer op het uur met de erotische sekonden valt durf ik aan de eisen van mijn lijf voldoen (voor wie mij niet begrijpt: ik ben een uurmens) Dit nog vrij voorzidhtdge be gin demonstreert duidelijk wat je in alle gedichten (het laatste vormt enigszins een uitzond ering) zult tegenko men: verontrusting over de steeds voortschrijdende tech- nocratisering, zodanig, verant woord, dat je niet het gevoel krijgt dat hier iets alarme rends aan de gang is. Ei- zit zelfs een luchtige, soms speel se toon in de gedichten en ook wat dat betreft is er een nauw verband met de tékenin- gen waarop surrealistische fi guren te zien zijn die een combinatie zijn van mens en machine (een vondst is het wijf met „schaamrubber"), maar die niet echt angstaanja gend overkomen. Daarom gaat eenvergelijking met bv. Hux ley's Brave new world niet helemaal op: Huxley is be klemmender, al moet je wel toegeven dat een opeenstape ling van gedichten als die van Stassaert, de beklemming wel vergroten, maar dat is dan louter aan de hoeveelheid te wijten, en niet aan een veran dering in de benaderingswijze van het onderwerp. De erotiek staat, zowel in tekening .als tekst, centraal. Vragen over de dood, of de zin van het bestaan zijn zo onbelangrijk dat ze zelfs niet meer in een computer gestopt worden of ondergebracht wor den in een of andere systema tische catalogus: DEUS MAXI MUM MACHINA kent het antwoord op Iedere vraag vergeet echter niet dit essentieel verschil in verband met leven en dood vroeg-archaïsche begrippen die wij nu niet langer slik ken 'oopt hij rinkelend af (ga dan liever naar BA- BOTT de volledig autonome antidepressieve teef die alle soorten denksport sek supornoaliseert) De talrijke wpord vondsten en -grapjes kunnen het geheel niet origineel maken. Tot slot een afwijkend geluid, eindi gend met de drie hoopvolle puntjes: alleen de loensende schone - met de madelief - schijnt het roerend met hem eens te zijn - al zegt zij geen woord - staat zij wieïbelend te staren - te bedaren - mis schien - weet zij alles van de liefde af... WILLIE VERHEGGHE DE ADEM VAN AMOR (Uitg. Nijgh en Van Ditmar-Sonne- ville f 8,90). Vijfentwintig gedichten („of hoe je ze ook noemen wilt") geschreven in anderhalf uur in de nacht van 11 op 12 novem ber 1972 in het besef dat de geliefde vrouw in hun bed op hem wacht, slapend als hun twee kinderen („jullie slapen alle drie met één long). Dit is de inhoud van de bundel van Willie Verheigghe, de/ jonge Vlaamse schrijver van wie Nederlandse en Vlaamse criti ci heel veel verwachten. Wars van alle pathos en hermetisme schrijft Willie Verhegghe zijn liefdesgedich ten, ongeveer als de bekende tekeningetjes: „Liefde is...", maar eerlijk en niet commer cieel als die prentjes. Vijfen twintig teksten, één ode aan haar die hij liefheeft, worden aan iedereen 'verteld (pik je me of niet). Zij vertellen over de kleine veilige wereld van het gezin, de eenheid die tot stand gebracht wordit doordat de één een deel van de ander is. Met de bijna grove eenvoud, zonder iets te willen verdedi gen, sluiten de gedichten goed aan bij de citaten (steeds een op de linkerbladzij de, op de rechter volgt dan het ge dicht), die afkomstig zijn uit het middelnederlandse Gruut- huuse handschrift. Beide ken nen het plompe en ongenuan ceerde dat vaak een grote ver fijning teweeg brengt In een ruk geschreven, bedoeld om in één ruk gelezen te worden, laat dit boekje de lezer met het gevoel achter dat hier een „houden van" verwoord is. JEANNE PEIJNENBURG Elsevier heeft ln zijn Focus, serie twee boeken over filmen uitgegeven, Inde pocket-uit gave „Zó.... maakt U een film" (f 6,90) wordt op praktische geprogrammeerde wijze een verzameling foefjes en tips «e- geven, die de amiateur-filmj, in staat stellen filmtechnisch een produkt te maken c|'at bo ven de wazige middelmaat uitstijgt. J. DEKKER is et in geslaagd een handleiding samen te stellen, die uitblinkt door overzichtelijkheid. ELSEVIERS GROTE SMAL FILMBOEK VAN JAN WEESZENBERG (f 29,50) is er vooral op gericht met beelden geluid een goed filmverhaal te maken, dat de kijker iets te zeggen heeft. De aanwijzingen liggen vooral in het vak van de compositie, de camera-in, stelling, het filmisch gebruik van de ruimte, het „vangen" van de beweging, het in beeld brengen van gevoelens en ge dachten, het opbouwen en vast houden van de spanning, het gebruik van licht enz. De in- ziahten van de auteur worden rijkelijk roet foto's en teke ningen ondersteund. Voor degenen, die hun dia series van bijpassend geluid willen voorzien, heeft Elsevier ln zijn Focus-serie een boe van JAN KLEYN opgenomen waarin de mogelijkheden vont deze verruiming van de hobby worden uiteengezet, j Jan Kleyn geeft met opzet f minimum aan technische bal last mee. Hij legt er de na druk op dat het vooral gaat om creatief vermogen en fan tasie wanneer men op dit ge bied tot redelijke resultaten wil komen. DIA-SERIES MEI GELUID f 6,90) „HOE MAAK IK GOEDE VERGROTINGEN?", versche nen in de camerareeks van FOTON-Wageningen (f 8,901, geeft voldoende informatie over de inrichting van de don kere kamer, de apparatuur ra chemicaliën die nodig zijn, hel ontwikkelen van films, de verschillende technieken di( J bij het vergroten en ontwikke len kunnen warden toegepast en, wiat heel vaak vergeten wordt, het opzetten van een goed negatievenarehief. Erg handig voor beginners. In de zelfde serie is overigens ver schenen „Hoe werk ik in de donkere kamer?" van H. Frey- tag. F. DE LIGT Tekenaar-schrijver Jan Kruis (links) en uitgever Joop Wiggers bekijken tevreden hun derde boek uan de strip „Jan, Jans en de kinderen". De lezers van het blad Lïbelle kennen dit strip-gezinnetje. In dit boekje vinden ze de avon turen van d,it „doorsnee-huis- houdentje" verzameld. Dè plaatjes zijn geinig getekend. De inhoud is vrij pretentie loos. Zeer uiteenlopend van gehalte: vanaf zeer flauw tot bijna Pfeiffer-achtige uitschie ters .Jan is de typische vader figuur van sullige kostwinner, Jans de moeder (de) «rouw met ondeugende „geëngageer de" trekjes, de kinderen „mo derne" enfants terribles. De genoegens en ongenoegens van het dagelijkse leven zijn on derwerp van botsing, leuter praat en malle situaties. „On deugende" prentjes en ver haaltjes, die aansluiten bij het traditionele burgerlijke leefpa troon met hier en daar een snufje „levenswijsheid", pas send bij de stijl van het da mesblad. Enfin, Jan Kruis en Joop Wiggers zullen er wel een goede boterham aan at" houden, want de beide eerst' boeken zijn, telkens in een oP lage van dertigduizend ezel" plaren, de deur al uit. Van 1 derde boekje liggen er nee' tigduizend klaar. Voor kunt u het krijgen. Plaatjes praatjes een betere zaak uk""' Het is dan wel een g kerst geweest, maar da nog niet zeggen dat we sneeuw meer te zien ki deze winter. Bij wijze nieuwjaarswens aan he creatie-oord „De Padder te Hellendoorn hopen wc rig dat de witte vlokken zullen zweven. „De Pa stoel" is het eerste cam en caravanbedrijf dat haakt op de winterspor| de accommodatie da heeft aangepast. Da werd het „Langlaufen" troduceerd, een sport jong en oud die gemakk ker is dan schaatsen. Na I dagen kan men al tocl maken van enkele kik ters. Een paar centimete- voldoende en gevaar niet bij. „De Padde heeft samen meit VVV De toneelproduktie van les Croiset „een zekere cent", die vanavond uitgez| den wordt, behandeld Gogh's periode van 1880 pl.m. 1883. Dit televisieport| gaat over de jaren 1876 1880. Voor dit portret is uitg gaan van de vrijwel onbek<| de periode in het leven Vincent van Gogh, waarin zich, met een hem- zo eig hartstocht, geheel geeft een leven voor God. Het begint in de zomer va® 1876 in Londen, waar de nol zeer jonge Vincent, (hij wal net 23 jaar geworden) na l| ambachten en 14 ongelukkeij in de kunsthandel, solliciteerl naar „een betrekking in verg band met de kerk",, om zodoenl de net als zijn vader, predi-j kant te worden. Gedeeltelij!® lukt hem dit ook, maar zijil arbeid in Londen is zo veelei! send, dat hij nauwelijks tijcl overhoudt om zich aan zijl I theologische studie te wij-| den. In Dordrecht vindt hij dan een betrekking in een' boek-J handel, die hem veel meer tijcl overlaat om zich te verdiepen- in zijn liefde voor God. Darf gaat hij naar Amsterdam on aldaar aan de universiteit zijn theologische studie te vollooi-i en, maar om daar toegelaten tel worden moet hij eerst staats-T examen afleggen. Meer dan een jaar (mei! 1877-juli 1878) worstelt hij| onder het toeziend oog van een leraar Mendes da Costa in de oude talen aan zijn Latijn en Grieks, om tenslotte tot dé conclusie te- komen, dat zijn verlangen naar praktische ar-l beid hem toch te machtigf wordt en hij vertrekt naar België, waar wij hem, na eeri, korte opleiding aan een Evan-j geliesatieschool te Brussel, iij Hoe leef je lang en gelukkig zonder centen? Voor beginners bi de levenskunst is er nu Rik Zaal's Handleiding „Graitis en toch voor niks". Toegegeven: wie zijn adviezen wil opvol gen moet niet al te fijngevoe lig en kieskeurig en vo-oral erg handig zijn. Maar ja, echte bietsers warden niet gemaakt, maer geboren. In deze ouirsus is vooral een Gabriël aan het woord, die precies de weg kent door de wijdste mazen van wetten en bepalingen op dat de lepe leerling straffeloos ka<n profiteren van de sluikwe gen in handel en bedrijf, de sociale wetgeving inbegrepen. .♦Oneigenlijk gebruik van onze mooie sociale wetten" zullen Hans W. en diens supporters wel weer verontwaardigd uit roepen. Ja, wie weinig gevoel voor humor heeft en gauw boos wordt, moet deze handleiding i waarvoor niemand minder an J on Cremer een voor woord schreef, dus dat zegt wel wat) maar liever mijden. £eker als men al in goede doen En de anderen moeten maar denken dat ,f 9,90 een nepprijs is voor een nepboek- 3e. /D-i JOOPBARTMAN (Rik Zaal: Gratis en toch 9%) mkS: Tang0' Leiden: f hl" *en hoge frequentie - - de KRO-televisie vanaf Tif?1^ ('e zesdelige serie niet n" Deze serie valt bekent rangschikken onder de tief" „f cate8<"ieën „informa- rp. "amusement". gin'irtnf doen" is een uitnodi- uitnortiJ; crea«viteit: wie die zich iniet zo voelt, laai boei,,,, sreva! ?5 mentor anderen '°r de bedenksels van

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 14