DOE-HET-ZELF MEUBELS
KERK BOEK KERK BOEK KERK BOEK
JAN. JANS EN DE KINDEREN
WINTEi
Katz' Gewapende Liefde
Teef seksupornoaliseert
VAN GOGH
ALS
PREDIKANT
BIETSERSBOEKJE
Tis te doen
diS" B.I
AMSTERDAM
Vrijdag
zo aec&jiik
19
Simon Vinkenoog, de Neder
landse LSD profeet, moet wel
heel erg op zwart zaad geze
ten hebben, toen hij besloot
voor de „litteraire serie" van
Elsevier, Armed love van
ELIA KATZ te vertalen.
Hoewei het goed mogelijk is
dat Simon krap zat („fixen" is
niet de goedkoopste hobby)
ve-rwa-cht men van de auteur
van „Liefde" en zoveel andere
oprechten boeken niet dat hij
een dergelijk onecht boek ais
GEWAPENDE LIEFDE onder
handen neemt (uAtg. Elsevier -
f 11,50).
Volgens de kaft gaat het
hier om „De Odyssee van
een jong schrijver langs de
Amerikaanse communes". Op
de met drugs overgoten pagi
na's vindien we dan Ella Katz,
de ik-persoon, de jonge schrij
ver. Hij vat het plan op om
met Rateyes. zijn vriend, een
boek te schrijven over de
communes in zijn land, maar
dan vanuit de ogen van de
incrowd gezien.
Het deed me onmiddellijk
denken aan een uitdrukking
van de onnavolgbare Oscar
Wilde „This is the book of
snobs, written by one of them
selves". Elia Katz, die iedere
pagina, ja soms iedere regel
zijn best doet om stoer, en
todh vooral als insider van het
rokende, spuitende, parende
en liftende wereldje uit de
verf te komen, kwalificeert
zich hiermee naar mijn gevoel
als een super-burgerlijke ad
dict, een hyper conservatieve
salon hippie. De schrijver zit
de hele „Odyssee" lang goed in
de slappe was, dus daarover
hoeft hij zich geen enkele zorg
te maken; toch bestaat hij het,
andere, volkomen eerlijke
groepen alternatief samenle
vende mensen te bekritise
ren.
Geen moment relativeert hij
echter zijn eigen situatie on
die ellendige maatschappij
heeft het natuurlijk gedaan.
Elia Katz heeft op zijn beurt
alleen nog maar medelijden
met zichzelf; ik hoop dat hij
nog meer medelijden met
zichzelf zal krijgen, als hij
merkt, dat de Nederlandse
jeugd er niet in trapt en zijn
boek hier erg slecht verkocht
wordt. Om in de terminologie
te blijven, waarin het hele
boek geschreven is:' het is één
brok geouwehoer.
MARC VAN ABBE
Voor de doe-het-zelver: in
de meer dan 200 Hubo-zaken
in ons land zijn momcntel in
teressante bouwpakketten met
zogenaamde huboboxen ver
krijgbaar. Deze boxen met
laatjes en deurtjes kunnen op
een vernuftige manier in elk
aar gezet worden en bieden
vele mogelijkheden om met
eigen fantasie thuis meubels
te combineren. Bovendien zijn
ze verkrijgbaar voor haalbare
prijzen.
Bij deze nieuwe huboboxen
zitten de 4 zijwanden reeds
aan elkaar. Na het inzetten
van de achterwand in de spe
ciale groeven wordt de box
eenvoudig dichtgevouwen.
Het principe berust op het
zogenaamde folding system.
Hiertoe zijn in het paneel
alle verstekgroeven gefreesd
tot op de kunststof buitenzij
de, hetgeen als scharnier
werkt. De kunststof laag be
staat uit sterk vinyl dat de
eigenschap heeft mee te rek
ken als de box wordt gevou
wen. Zo ontstaat er een fraaie,
strakke hoek.
De gehele box is, zowel van
binnen als buiten, bekleed met
duurzaam vinyl. Dit biedt vol
doende bescherming tegen
vocht en zuren, kan goed te
gen krassen en maakt schilde
ren, ook na jaren en jaren,
overbodig. Door een speciale
behandeling is het vinyl anti-
statisch en trekt geen stof
aan.
Het leveringsprogramma is
sterk uitgebreid. Naast wit
zijn de beide vierkante boxen
nu ook leverbaar in steenrood
en zeegroen. Voor de 40 x 40
cm. boxen zijn er laden ®n
deurtjes.
De laden zijn. per 3 situks
verpakt, compleet met de la-
deigeleiders en gebruiksaan
wijzing.
De zijkanten van de laden
worden op dezelfde wijze
dichtgevouwen als bij de
boxen, het ladefront wordt
met deuvels gemonteerd. Met
behulp van de bijve-rpakte mal
kunnen de 6 ladegeleiders
zonder probleem op de juiste
plaatsen worden bevestigd.
Het deurtje wordt compleet
met de scharnieren geleverd.
Voor het feilloos bevestigen
van de scharnieren is even
eens een mal bijgesloten.
De ladefrontjes en deurtjes
zijn verkrijgbaar in wit,
steenrood en zeegroen en be
staan uit hetzelfde materiaal
als de box.
Met een klein beetje inzicht
en fantasie kan men door het
„spelen" met deze boxen ver
rassende resultaten bereiken.
Huibobozn zijn namelijk han
delbaar en veranderbaar en
daardoor eindeloos te variëren,
naar eigen smaak. Door het
mobiele karakter kunnen ze
meegroeien met uw wensen of
gezin.
Kast, bar, boebenmeubel,
wandcombimatie, hoektafeltje,
vensterbankkast, nachtkastjes,
bureautjes, bergzuilen, letter
lijk alles kunt u er mee op
stellen. De boxen zijn door het
gedegen, zware materiaal
waaruit ze bestaan, zeer stevig
en onwankelbaar. Bovendien
bevindt zich in elk pakket een
plastic verbindingsbout. U be
hoeft de box slechts voor te
boren met een 8 mm gaatje en
kunt het boutje bevestigen. De
prijzen liggen tussen f 22,25
en f 39,75 per stuk.
MILAN MACHOVEC: JE
ZUS VOOR ATHEÏSTEN
(Baarn f 17,50)
RUDOLF AUGSTEIN. JE
ZUS MENSENZOON (Baarn f
24,50)
Kort na elkaar verscheen de
Nederlandse vertaling van
twee boeken over de figuur
van Jezus die vorig jaar in
Duitsland veel opzien hebben
gebaard. Het eerste is van de
hand van de Tsjechische mar
xist Milan Machovec, die
nauw betrokken was bij de
Praagse lente van 1968 en
sindsdien dan ook zijn leerbe
voegdheid verloor, het andere
vloeide uit de scherpe pen van
de bekende journalist Rudolf
Augsteia, hoofdredacteur van
het weekblad Der Spiegel, die
zich stseós weer ontpopt als
een fel bestrijder van de ka
tholieke kerk. Beide boeken
hebben slechts dit gemeen dat
ze over Jezus willen gaan.
Voor het overige staan ze. zo
wel in inhoud als in stijl en
sfeer volkomen tegenover elk
aar.
Machovecs boek leest men
met stijgende bewondering. Zo
fijnzinnig,- uitgewogen en kun
dig wordt zelden over Jezus
geschreven. Een sterke waar
heidszin belet onverantwoorde
en eenzijdige beweringen. De
schrijver beeft zich op een
indrukwekkende wijze ver
diept in de nieuw-testamentd-
sche geschriften. Zijn onder
zoek bracht hem tot de bevin
ding dat met Jezus' boodschap
iets onmetelijks belangrijks en
groots in de geschiedenis is
begonnen. Er spreekt een soci
ale gevoeligheid uit die wer
kelijk alle aspecten van het
menselijke recht doet. Macho
vec belicht allerlei overeen
komsten met wat in Praag an
no 1968 het „socialisme met
het menselijk gezicht" voor
stond. Hij ziet evenwel heel
goed dat bij Jezus Godsgeloof
en ethiek ten nauwste verbon
den zijn. Zou Marx ook het
Godsgeloof in zijn pure vorm
zoals hst bij Jezus voorkomt,
afgewezen hebben? vraagt hij
zich af.
Augstein daarentegen heeft
maar één oogmerk: de aan
spraken van de kerken, met
name van de katholieke kerk,
ontzenuwen als zouden haar
bevoegdheden op zedelijk en
intellectueel gebied op Jezus
teruggaan. De kerken zien
heel goed dat deze aanspraken
hun enige houvast zijn, en
proberen daarom met hand en
tand de resultaten van de we
tenschap te verhullen die
heeft aangetoond dat al vanaf
het begin allerlei aan Jezus is
toegedicht dat hem volkomen
vreemd was. Met groot ver
toon van belezenheid gaat
Augstem te werk. Hij rede-.
neert scherp. Maar hij maakt
één fout: -de these moet té
evident worden, en wanneer
zakelijke argumenten te kort
schieten, moeten schimpscheu
ten de bewijslast overnemen.
Een bedenkelijke methode.
R. V. D. HEUVEL
SCHALOM BEN-CHORIN:
EN SCHIEP HEN NAAR
ZIJN BEELD (Uit®. Ten Have
f9,50)
Deze befaamde joodse theo
loog-bijbelkenner geeft een
vaak verrassend en voor ons
moderne gevoel bevrijdende
visie op de lichamelijkheid
van de mens weg. Door zijn
joodse interpretatie van de
bijbelse mens haalt hij het
mensbeeld van onze christelij
ke cultuur, getekPnd door een
vaak tragische scheiding van
„lichaam" en ,-ziel" of
„Geest", fors overhoop. Het
zet aan tot het herzien van
veel wat wij vanzelfsprekend
vinden of opnieuw bezien.
DR. L.J. KLINK, BIJBEL
VOOR KINDEREN (Het Oude
Testament), elfde druk. (Uitg.
Het Wereldvereter. f 11,50).
GERTRUD FUSSENEG-
GER, BIJBELVERHALEN,
OPNIEUW VERTELD (Een
kinderbijbel, Oude en Nieuwe
Testament). (Uitg. Zomer en
Keuning Boeken B.V. f 24,50).
24.50).
Twee maal de bijbel, ver
teld voor kinderen. Er is meer
verscfiil tussen beide boeken
dan het tientje in de prijs. Het
boek van de bekende schrijf
ster dr. Klink, is al aan zijn
elfde druk toe, ditmaal be
scheidener van opzet dan de
grotere uitgave waarin ook ge
zangen en spelen voor kinde
ren waren opgenomen. Het
boek van dr. Klink ademt een
veel kerkelijker sfeer dan dat
van Gertrud Fussenegger. Het
is ingetogener, zou je kunnen
zeggen, veroorlooft zich veel
minder vrijheden ten aanzien
van de oorspronkelijke tekst
en lijkt daardoor ook „moeilij
ker" voor kinderen ook als
voorleesboek dan de door
Marianna Jager uit het Duits
vertaalde kinderbijbel. Dit
laatste boek is meer „specta
culair" van opzet, is groter,
ook -to tekst is groter gezet en
de tekeningen zijn in kleur.
Maar niet alleen daardoor lijkt
ons het boek van Gertrud Fus
senegger meer geschikt voor
wat jongere kinderen (hoewel
zeker niet te jong, kleuters en
kinderen van de eerste klas
sen van de lagere school moet
men niet te vlug deze bühpice
«pcrtv'odprpssen voortez^u.
Hen moet men o.i. veel meer
zelf vertellen, wil men berei
ken dat de kinderen ook iets
van de gelovige visie achter
de verhaaltjes proeven).
Terwijl dr. Klink eerder
probeert het kind naar de bij
bel toe te leiden, wil Fusse
negger veel meer de bijbel
naar het kind brengen. Dat
laatste lijkt ons meer kans op
resultaat te bieden. Voor oude
re kinderen lijkt ons het boek
van dr. Klink minder bezwaar
lijk, want zowel tekst als teke
ningen zijn vaak gaaf en ont
roerend mooi. Voor beide, en
eigenlijk alle bijbelboeken
voor-jongeren, geldt overigens
naar onze mening bij voorkeur:
voorlezen is veel beter dan de
kinderen zelf laten lezen, al is
het moeilijker.
ROBERT L. SHORT: HET
EVANGELIE NAAR DE PEA
NUTS. (Uitg. Bosch en Keuning
n.V. f 9,50).
Elke stripfiguur heeft zo
zijn fans en menigeen zal zich
een fan van de Peanuts willen
noemen. Robert Short, de au
teur van Het evangelie naar
de Peanuts, is zeker ook een
fel supporter van de voorwaar
zeer knappe creaties van teke
naar Charles Sehufe. Maar als
de Amerikaan Short aan de
hand van de Peanuts „een
nieuwe interpretatie van het
christeJ'ij'k geloof" gaat geven,
zc-Js een eveneens Ameri
kaanse theologieprofessor in
het voorwoord schrijft, zal
menige Europeaan de wenk
brauwen fronsen. Het wemelt
in de tekst van Short van de
citaten, die lopen van de apos
tel Paulus en Christus woor
den in de evangelies tot Kier
kegaard, Pascal, Newman, Hu-
me, Shakespeare, Luther en
noem maar op.
Dat de tekenaar van de Pea
nuts diepere dingen bedoeld
met zijn ogenschijnlijk onno
zele tekeningetjes, bewijst al
leen dat hij een goede stripte
kenaar kan zijn, maar het be
wijst o.i. niets over zijn theo
logische kwaliteiten. Het
boekje is zeker wel interes
sant voor de Peanut-fan, maar
heeft ons volstrekt niet duide
lijk gemaakt dat, zoals de
schrijver wil „de kerk in deze
strip een hoeveelheid gelijke
nissen van en voor deze tijd
krijgt aangereikt, die haar een
goede gelegenheid geven een
duidelijk en meer eigentijds
getuigenis van de Heer te
-ijn".
Oh, lord!
DR. AUKE JELSMA: DE
DLAFFENDE HOND (Uitg.
Boekencentrum f 15,50).
Zijn geschiedenis leren ken
nen is zichzelf gaan begrijpen,
niet zozeer omdat de geschie
denis zichzelf herhaalt (l'his-
toire se repète) - dat is in
zekere zin wel zo, maar soms
gebruikt men het ook al te
vaak ais dooddoener: om zich
te verdedigen tegen verande
ringen. Maar het ïs zeker wel
zo dat men de gebeurtenissen
van vandaag onthullend beter
begrijpt en doorziet, wanneer
men weet wat er aan vooraf is
gegaan, soms zelfs zo'n twaalf
eeuwen gelegen.
„De blaffende hond" is Sinit-
Bonifatius, de Angelsaksische
monnik die in de achtste eeuw
op het vasteland van Europa,
en wel in onze streken, het
christelijk geloof heeft ver
kondigd, sterker: de Westeuro-
pese kerk haar gezicht heeft
gegeven, dat zij tot in onze
dagen heeft behouden. Zoals
de geschiedenisboekjes leren,
wei-d hij in 754 in Dokkum
door de Friezen vermoord.
Het meest onthullende in dit
boek is de treffende overeen
komst tussen de crisis waarin
de kerk van Kome nu ver
keert en waarin ze ten tijde
van Bonifatius verkeerde. De
crisis is in beide gevallen be
paald door ingrijpende cultu
rele en sociale veranderingen.
Auke Jelsma: „Toen de volks
verhuizingen zich gelegd had
dien en men weer even tijd
kreeg om de zaak in ogen
schouw te nemen, bleek alles
definitief anders geworden te
zijn. De Grieks-Romeinse be
schaving was ondergegaan.
Nieuwe gewoonten vormden
zich En in deze totaal veran
derde wereld bevond zich wat
verdwaasd en nog onwennig
de (toen al. J.L.) eeuwenoude
kerk. Ze had alles tegen. Haar
structuur had zich gevoegd
naar de stadscultuur van de
oude beschaving Maar
onder de volksverhuizing was
er opnieuw een agrarische sa
menleving ontstaan. De steden
raakten ontvolkt En wat
moest ze nog met haar in de
Griekse en Latijnse talen uit
gebalanceerde woordgebruik?
De Germaanse talen leenden
zich niet voor de abstracte be-
.grippen die het christendom
inmiddels had gevormd".
Auke Jelsma laat zien hoe
Bonifatius erin slaagde de
kerk in deze streken, cLw.z.
onder de Germanen in het
oostelijk deel van het Fran
ken/rijk, weer een stevige
„structuur" te geven, hoe dit
uiteindelijk resulteert in een
steviger Romeinse greep op
het christendom' in noordelijk
Europa en hij hierover te
leurgesteld naar het land
der Friezen trekt, waar hij
vermoord wordt. Onthullend
komt uit dit boek naar voren
hoe oud en diepgaand de kloof
is tussen „Rome" c.q. zuidelijk
Europa en de noordelijke vol
keren.
JAN LANDMAN
LUCIENNE STASSAERT:
IN DE KLOK VAN DE MA
CHINE TIKT EEN MENS
(Uitg. Yang poezie-reeks)
Anekdotische gedichten naar
tekeningen van Carl Bungert
is de ondertitel van deze bun
del, en inderdaad passen de
gedichten die gbouwd' zijn op
regels die doorlopen zodat een
gewone zin met een gangbare
zinsbouw ontstaat, heel goed
bij de vereenvoudigde teke
ningen met hun dikke, duide
lijke contoeren als de tekenin
gen in een kinderkleurboek.
Ook qua inhoud is er een pa
rallel: een dn de kern onrust
barend onderwerp, de mecha
nisering van de mens, wordt
anekdotisch benaderd. De me
chanisering, gaat zover dat
zelfs datgene wat bij uitstek
gevoel is, liefde, verwordt tot
een louter erotische handeling
die volgens een vast schema
verloopt. Het eerste gedicht
geeft al meteen de toon van
de hele bundel aan:
pas als de wijzer op het uur
met de erotische sekonden
valt
durf ik aan de eisen
van mijn lijf voldoen
(voor wie mij niet begrijpt:
ik ben een uurmens)
Dit nog vrij voorzidhtdge be
gin demonstreert duidelijk
wat je in alle gedichten (het
laatste vormt enigszins een
uitzond ering) zult tegenko
men: verontrusting over de
steeds voortschrijdende tech-
nocratisering, zodanig, verant
woord, dat je niet het gevoel
krijgt dat hier iets alarme
rends aan de gang is. Ei- zit
zelfs een luchtige, soms speel
se toon in de gedichten en ook
wat dat betreft is er een
nauw verband met de tékenin-
gen waarop surrealistische fi
guren te zien zijn die een
combinatie zijn van mens en
machine (een vondst is het
wijf met „schaamrubber"),
maar die niet echt angstaanja
gend overkomen. Daarom gaat
eenvergelijking met bv. Hux
ley's Brave new world niet
helemaal op: Huxley is be
klemmender, al moet je wel
toegeven dat een opeenstape
ling van gedichten als die van
Stassaert, de beklemming wel
vergroten, maar dat is dan
louter aan de hoeveelheid te
wijten, en niet aan een veran
dering in de benaderingswijze
van het onderwerp.
De erotiek staat, zowel in
tekening .als tekst, centraal.
Vragen over de dood, of de
zin van het bestaan zijn zo
onbelangrijk dat ze zelfs niet
meer in een computer gestopt
worden of ondergebracht wor
den in een of andere systema
tische catalogus: DEUS MAXI
MUM MACHINA
kent het antwoord op Iedere
vraag
vergeet echter niet
dit essentieel verschil
in verband met leven en
dood
vroeg-archaïsche begrippen
die wij nu niet langer slik
ken
'oopt hij rinkelend af
(ga dan liever naar BA-
BOTT
de volledig autonome
antidepressieve teef
die alle soorten denksport sek
supornoaliseert)
De talrijke wpord vondsten
en -grapjes kunnen het geheel
niet origineel maken. Tot slot
een afwijkend geluid, eindi
gend met de drie hoopvolle
puntjes: alleen de loensende
schone - met de madelief -
schijnt het roerend met hem
eens te zijn - al zegt zij geen
woord - staat zij wieïbelend te
staren - te bedaren - mis
schien - weet zij alles van de
liefde af...
WILLIE VERHEGGHE DE
ADEM VAN AMOR (Uitg.
Nijgh en Van Ditmar-Sonne-
ville f 8,90).
Vijfentwintig gedichten („of
hoe je ze ook noemen wilt")
geschreven in anderhalf uur in
de nacht van 11 op 12 novem
ber 1972 in het besef dat de
geliefde vrouw in hun bed op
hem wacht, slapend als hun
twee kinderen („jullie slapen
alle drie met één long). Dit is
de inhoud van de bundel van
Willie Verheigghe, de/ jonge
Vlaamse schrijver van wie
Nederlandse en Vlaamse criti
ci heel veel verwachten.
Wars van alle pathos en
hermetisme schrijft Willie
Verhegghe zijn liefdesgedich
ten, ongeveer als de bekende
tekeningetjes: „Liefde is...",
maar eerlijk en niet commer
cieel als die prentjes. Vijfen
twintig teksten, één ode aan
haar die hij liefheeft, worden
aan iedereen 'verteld (pik je
me of niet). Zij vertellen over
de kleine veilige wereld van
het gezin, de eenheid die tot
stand gebracht wordit doordat
de één een deel van de ander
is.
Met de bijna grove eenvoud,
zonder iets te willen verdedi
gen, sluiten de gedichten goed
aan bij de citaten (steeds
een op de linkerbladzij de, op
de rechter volgt dan het ge
dicht), die afkomstig zijn uit
het middelnederlandse Gruut-
huuse handschrift. Beide ken
nen het plompe en ongenuan
ceerde dat vaak een grote ver
fijning teweeg brengt In een
ruk geschreven, bedoeld om in
één ruk gelezen te worden,
laat dit boekje de lezer met
het gevoel achter dat hier een
„houden van" verwoord is.
JEANNE PEIJNENBURG
Elsevier heeft ln zijn Focus,
serie twee boeken over filmen
uitgegeven, Inde pocket-uit
gave „Zó.... maakt U een film"
(f 6,90) wordt op praktische
geprogrammeerde wijze een
verzameling foefjes en tips «e-
geven, die de amiateur-filmj,
in staat stellen filmtechnisch
een produkt te maken c|'at bo
ven de wazige middelmaat
uitstijgt. J. DEKKER is et
in geslaagd een handleiding
samen te stellen, die uitblinkt
door overzichtelijkheid.
ELSEVIERS GROTE SMAL
FILMBOEK VAN JAN
WEESZENBERG (f 29,50) is er
vooral op gericht met beelden
geluid een goed filmverhaal te
maken, dat de kijker iets te
zeggen heeft. De aanwijzingen
liggen vooral in het vak van
de compositie, de camera-in,
stelling, het filmisch gebruik
van de ruimte, het „vangen"
van de beweging, het in beeld
brengen van gevoelens en ge
dachten, het opbouwen en vast
houden van de spanning, het
gebruik van licht enz. De in-
ziahten van de auteur worden
rijkelijk roet foto's en teke
ningen ondersteund.
Voor degenen, die hun dia
series van bijpassend geluid
willen voorzien, heeft Elsevier
ln zijn Focus-serie een boe
van JAN KLEYN opgenomen
waarin de mogelijkheden vont
deze verruiming van de
hobby worden uiteengezet, j
Jan Kleyn geeft met opzet f
minimum aan technische bal
last mee. Hij legt er de na
druk op dat het vooral gaat
om creatief vermogen en fan
tasie wanneer men op dit ge
bied tot redelijke resultaten
wil komen. DIA-SERIES MEI
GELUID f 6,90)
„HOE MAAK IK GOEDE
VERGROTINGEN?", versche
nen in de camerareeks van
FOTON-Wageningen (f 8,901,
geeft voldoende informatie
over de inrichting van de don
kere kamer, de apparatuur ra
chemicaliën die nodig zijn, hel
ontwikkelen van films, de
verschillende technieken di( J
bij het vergroten en ontwikke
len kunnen warden toegepast
en, wiat heel vaak vergeten
wordt, het opzetten van een
goed negatievenarehief. Erg
handig voor beginners. In de
zelfde serie is overigens ver
schenen „Hoe werk ik in de
donkere kamer?" van H. Frey-
tag.
F. DE LIGT
Tekenaar-schrijver Jan
Kruis (links) en uitgever Joop
Wiggers bekijken tevreden
hun derde boek uan de strip
„Jan, Jans en de kinderen".
De lezers van het blad Lïbelle
kennen dit strip-gezinnetje. In
dit boekje vinden ze de avon
turen van d,it „doorsnee-huis-
houdentje" verzameld. Dè
plaatjes zijn geinig getekend.
De inhoud is vrij pretentie
loos. Zeer uiteenlopend van
gehalte: vanaf zeer flauw tot
bijna Pfeiffer-achtige uitschie
ters .Jan is de typische vader
figuur van sullige kostwinner,
Jans de moeder (de) «rouw
met ondeugende „geëngageer
de" trekjes, de kinderen „mo
derne" enfants terribles. De
genoegens en ongenoegens van
het dagelijkse leven zijn on
derwerp van botsing, leuter
praat en malle situaties. „On
deugende" prentjes en ver
haaltjes, die aansluiten bij het
traditionele burgerlijke leefpa
troon met hier en daar een
snufje „levenswijsheid", pas
send bij de stijl van het da
mesblad. Enfin, Jan Kruis en
Joop Wiggers zullen er wel
een goede boterham aan at"
houden, want de beide eerst'
boeken zijn, telkens in een oP
lage van dertigduizend ezel"
plaren, de deur al uit. Van 1
derde boekje liggen er nee'
tigduizend klaar. Voor
kunt u het krijgen. Plaatjes
praatjes een betere zaak uk""'
Het is dan wel een g
kerst geweest, maar da
nog niet zeggen dat we
sneeuw meer te zien ki
deze winter. Bij wijze
nieuwjaarswens aan he
creatie-oord „De Padder
te Hellendoorn hopen wc
rig dat de witte vlokken
zullen zweven. „De Pa
stoel" is het eerste cam
en caravanbedrijf dat
haakt op de winterspor|
de accommodatie da
heeft aangepast. Da
werd het „Langlaufen"
troduceerd, een sport
jong en oud die gemakk
ker is dan schaatsen. Na I
dagen kan men al tocl
maken van enkele kik
ters. Een paar centimete-
voldoende en gevaar
niet bij. „De Padde
heeft samen meit VVV
De toneelproduktie van
les Croiset „een zekere
cent", die vanavond uitgez|
den wordt, behandeld
Gogh's periode van 1880
pl.m. 1883. Dit televisieport|
gaat over de jaren 1876
1880. Voor dit portret is uitg
gaan van de vrijwel onbek<|
de periode in het leven
Vincent van Gogh, waarin
zich, met een hem- zo eig
hartstocht, geheel geeft
een leven voor God.
Het begint in de zomer va®
1876 in Londen, waar de nol
zeer jonge Vincent, (hij wal
net 23 jaar geworden) na l|
ambachten en 14 ongelukkeij
in de kunsthandel, solliciteerl
naar „een betrekking in verg
band met de kerk",, om zodoenl
de net als zijn vader, predi-j
kant te worden. Gedeeltelij!®
lukt hem dit ook, maar zijil
arbeid in Londen is zo veelei!
send, dat hij nauwelijks tijcl
overhoudt om zich aan zijl I
theologische studie te wij-|
den.
In Dordrecht vindt hij dan
een betrekking in een' boek-J
handel, die hem veel meer tijcl
overlaat om zich te verdiepen-
in zijn liefde voor God. Darf
gaat hij naar Amsterdam on
aldaar aan de universiteit zijn
theologische studie te vollooi-i
en, maar om daar toegelaten tel
worden moet hij eerst staats-T
examen afleggen.
Meer dan een jaar (mei!
1877-juli 1878) worstelt hij|
onder het toeziend oog van
een leraar Mendes da Costa in
de oude talen aan zijn Latijn
en Grieks, om tenslotte tot dé
conclusie te- komen, dat zijn
verlangen naar praktische ar-l
beid hem toch te machtigf
wordt en hij vertrekt naar
België, waar wij hem, na eeri,
korte opleiding aan een Evan-j
geliesatieschool te Brussel, iij
Hoe leef je lang en gelukkig
zonder centen? Voor beginners
bi de levenskunst is er nu Rik
Zaal's Handleiding „Graitis en
toch voor niks". Toegegeven:
wie zijn adviezen wil opvol
gen moet niet al te fijngevoe
lig en kieskeurig en vo-oral erg
handig zijn. Maar ja, echte
bietsers warden niet gemaakt,
maer geboren. In deze ouirsus
is vooral een Gabriël aan het
woord, die precies de weg
kent door de wijdste mazen
van wetten en bepalingen op
dat de lepe leerling straffeloos
ka<n profiteren van de sluikwe
gen in handel en bedrijf, de
sociale wetgeving inbegrepen.
.♦Oneigenlijk gebruik van onze
mooie sociale wetten" zullen
Hans W. en diens supporters
wel weer verontwaardigd uit
roepen.
Ja, wie weinig gevoel voor
humor heeft en gauw boos
wordt, moet deze handleiding
i waarvoor niemand minder
an J on Cremer een voor
woord schreef, dus dat zegt
wel wat) maar liever mijden.
£eker als men al in goede doen
En de anderen moeten
maar denken dat ,f 9,90 een
nepprijs is voor een nepboek-
3e.
/D-i JOOPBARTMAN
(Rik Zaal: Gratis en toch
9%) mkS: Tang0' Leiden: f
hl" *en hoge frequentie
- - de KRO-televisie vanaf
Tif?1^ ('e zesdelige serie
niet n" Deze serie valt
bekent rangschikken onder de
tief" „f cate8<"ieën „informa-
rp. "amusement".
gin'irtnf doen" is een uitnodi-
uitnortiJ; crea«viteit: wie die
zich iniet zo voelt, laai
boei,,,, sreva! ?5 mentor
anderen '°r de bedenksels van