■II ENERGIE UIT HET ATOOM Fusie linke zaak ZONNETJE IN HUIS KOOLTJE STOVEN? KINDEREN OVER DE AUTOLOZE ZONDAG Literatuur V w WATER Zaterdagbij lage van 10 november 1973 32 ftdat er in een ku- Zo maar ineens zitten we midden in de pro-blemen. die we een paar weken geleden nog ver van ons bed waanden. De sombere voorspellingen Van dé Club van Rome nog maar kort geleden als onheilsprofetieën betiteld lijken ineens 'n stuk meer werkelijkheid. Want of we nu willen of niet, we werden hard met de neus op de feiten gedrukt: er is een tekort olie, er dreigt een tekort aan energie en daarom moeten we daarop bezuinigen. Ja, móeten. Of is het opleggen van een autoloze zondag soms geen dwang? nit artikel wil geen politiek betoog zijn: het wil geen oordeel uitspreken over de (morele) juistheid van de bezuinigingsmaatregelen: het wil niet eens de vraag stellen of er eigenlijk wel zoveel reden is voor de energie-psychose, die in Nederland en daar niet alleen liikt te heersen. Het zal dus duidelijk zijn, dat hoe minder we van die aardolie nodig hebben voor brandstof, hoe minder ingrijpend ons leven zal veranderen. En laten we wel zijn, het is heel „in" om je een beetje mee te laten drijven op de „terug-naar-de-natuur"-stroming, maar stel je voor, dat we echt terug moestenDaarom en om nog een heleboel andere redenen, die er hier nu niet zo veel toe doen wordt er op verschillende plaatsen in de wereld hard gestudeerd op andere mogelijkheden voor energiewinning. Op deze pagina wordt een aantal daarvan be sproken Om de lezer niet met een dode mus blij te maken: het is allemaal niet zo vreselijk TOlbel0V6nd HANS LUTZ vrn. uit V JTen groep, die veel te maken heeft met de gevolgen van de autoloze zondag is die van de kinderen. Voor hen is die zondag werkelijk veranderd. We hebben allemaal kunnen lezen hoe zeer de kinderen er van genoten hebben. De Stem heeft aan 'n aantal kinderen gevraagd hoe zij de eerste autoloze zondag hebben ervaren. Hieronder hun re acties. Het zijn kinderen van 8 en 9 jaar en van 11 en 12 jaar. Bertie, 8 jaar oud, tekende de veelzeggende visie op de autoloze zondag: één fietsje op een hele lege weg. Kernenergie en zonne-ener- gie, haalbaar maar duur. Zijn er nog andere mogelijkheden? Om het maar meteen te zeg gen: ja, die zijn er. Maar of ze erg bruikbaar zijn of reëel, dat is nog maar helemaal de vraag. Laat ons het water eens bezien. Verreweg het grootste deel van de aardbol is bedekt met water. En eigenlijk is het zonde oin daar niet meer mee te doen, dan er over te varen en er in te zwemmen en te vissen. Dat is een idee, dat niet van vandaag of gisteren is, maar al erg oud. In 1250 al stond er in Zierikzee een zo geheten getijden-molen, die draaide op de kracht van eb en vloed. Het is niet zo ver wonderlijk, dat er een of an dere listeling op het idee kwam, dat als je een molen kon laten draaien je dan ook een turbine aan de gang kon krijgen. En zo waar, het lukte, kan de monding van de Rance in Bretagne staat een levens grote getijdencentrale. Hij levert 240 megawatt elektrictieit door middel van 21 turbines, waar het afgaande water doorheen buldert. Per keer wordt er zo'n 184 miljoen kubieke meter water ver- plaatst. Dat kan daar ook, om dat het verschil tussen eb en vloed 13,50 m is het grootste ter wereld. Veel toe komstmuziek zit er niet in, althans in Frankrijk heeft men alle geld gestopt in de ontwik keling van de kernenergie. De „gewone" water-centrale kent ieder van ons, die wel eens in bergachtige streken is geweest met fel stromend wa- 'er. De kleine centraletjes ziet »en overal langs de beken en v™W! ze leveren net vol gende energie voor het dorp dat ze bedienen. «rug naar de zee, die on- senende mogelijkheden heeft, met alleen om door middel ii water energie op te vn^n maar ook door de on_ hoeveelheid )W dic er in zitten, oorzichtige scslaattingen gaan ke kilometer zeewater on- mi io™ef het vo'sende zit: 1,5 io™ t magnesium, 1 mil- broo™ ->1, potas' 12000 ton kope?' 17 t ijz"' 110 ton kilo gourt uranmm> 6000 "oemea maar lets te Meer dan de helft van de Nederlanders is ervan over tuigd, dat kerncentrales in de nabije toekomst de elektrici teitsvoorziening zullen veilig stellen. Een derde deel vindt dat maar een griezelig idee. De rest weet het niet, kan het niet schelen of ziet zulke grote gevaren voor gezondheid en milieu in het groeien van het aantal kerncentrales dat ze een dergelijke ontwikkeling afwijst. Cijfers, afgeleid uit een on derzoek door de Nederlandse Stichting voor Statistiek in ju ni 1973. Als men daarbij in gedachten houdt, dat en de elektriciteitsproducenten én het bedrijfsleven de kernener gie als enig echt haalbare mo gelijkheid zien om de schaars te aan energie gemaakt uit ouderwetse grondstoffen (olie, kolen, aardgas) het hoofd te bieden dan kan men op zijn vingers natellen, dat de ont wikkeling van de kernenergie niet tegen te houden is. Hoe zeer actiegroepen zich ook verzetten. Nederland telt thans twee kerncentrales, die van Dodewaard en die van Borsse- le. Inmiddels is voor een der de kerncentrale ook bij Borssele al een principe- goedkeuring gevraagd. België heeft er één bij Doel en heeft plannen klaar liggen voor nog een serie nieuwe aan de kust bij Zeebrugge. Duits land heeft zestien kernener giecentrales in gebruik of in ontwikkeling. Spanje vier, Frankrijk zeven, Italië vier, Zweden acht, Zwitserland vier, Engeland achttien. Bij el kaar leveren die kerncentrales van allerlei soort 41000 mega watt aan elektriciteit. Het be gin is dus duidelijk gemaakt in Europa. In Amerika en Rusland is men wat dit betreft nog een beetje verder. Als men dat zo bekijkt is de kernenergie dus een heel reëel alternatief voor olie en gas. Maar men moet dan toch even verder kijken dan zijn neus lang is. Want in feite maken die moderne kerncentrales ook gebruik van een „ouderwetse" brandstof: nl. uranium. Van dat uranium is niet zo gek veel voorradig en bovendien voor een belangrijk deel nog niet eens in „vrije" landen om het zo maar eens te zeggen. Waarmee bedoeld wordt, lan den die onder controle van het westen staan. En daar gaat het toch om: want als we alterna tieve vormen van energie zoe ken dan moet dat niet gebeu ren in een richting, die weer kan leiden tot het dichtdraaien E bepp/k m'ns': realistische, maair desondanks toch heftig wijze vin' e metbioden om energie te winnen, die schoon en bij Kemlusjg niet-eindig is, die van de kernfusie, betzelfde eff ^Sekeerde proces van kernspliting, maar heeft den atom» Door enorme verhitting van de brandstof wor- ontstaat °d san}5nban§en<J gemaakt, waardoor de mogelijk- atoom ze naar elkaar toe springen en een nieuw «*JUin Vorma Tl .7 opnugcu GIJ. ccn lucuw sblitsine) n J komen neutronen vrij (net zoals bij de *eer een 1° warmte die tijdens dit proces ontstaat kan dan 'ornfusie verhitten, die turbines in werking stelt. De eerst door e eSeP3st in de waterstofbom. In die bom wordt (zo'n honrlnivT „^PUtsing gezorgd voor de benodigde warmte zal duirM''ï '0en sraden), waarna de fusie optreedt. v°orstelbaar Z°n' VOOT een elektriciteitscentrale on- ben. Het grot15 om, er ee? soort grote waterstofbom van te ma- teatuur l* Pr°b,leem is nu hoe men een voldoende hoge tem- v°oral hoe s' °Pwekken om de fusie tot stand te brengen en 8"as smelt temPer3tuur lang genoeg vast te houden. Want zit. Nu hehh ee,n va*' w.aarln bet verhitte materiaal (plasma) B'ikkeld (Va,en S®leerden in Rusland een magnetisch vat ont- InaRnetiscV> t 'S .A6' £°ede woord niet, er is alleen maar een men ni racbtenveld als omhulsel), de Tokamak en daarin is overi 1 e?nd komen- 'e wekken f j l0? niet ëelukt om de vereiste temperatuur op «at kemfusibetekent, dart nog steeds niet is aangetoond, bezighouden m°Selijk: is. De geleerden die zich met de lusie lelijkheid yerwacbten, dat het tot 1980 zal duren voordat de bat za] dure an e 8S bewezen, waarna het nog eens twintig ""'om.,a i- n voordat de eerste elektriciteitscentrales op fusie uwd kunn en worden. van de een of andere kraan, waardoor we met z'n allen in de kou komen te zjtten. Daarom biedt die kernener gie, gewonnen uit uranium ook geen blijvende oplossing. Er wordt dan ook koortsachtig gezocht naar mogelijkheden om de brandstof voor kerncen trales in eigen beheer te ma ken. Eén van de mogelijkhe den daarvoor vormt de zoge naamde snelle kweekreactor, een reactor, zoals Nederland, België en Duitsland die mo menteel in Kalkar aan het bouwen zijn. Het economische voordeel van zo'n „snelle broeder" is duidelijk: door gebruikmaking van moderne technieken wordt er weliswaar uranium ge bruikt. maar wordt plutonium gemaakt. En dat plutonium is weer bruikbaar ails brandstof voor de kerncentrale. Er wordt op den duur zelfs zoveel plu tonium geproduceerd, dat er een flinke voorraad ontstaat. En daarmee is het probleem van de eindige voorraad brandstof keurig opgelost. Waarom, zo zou men kunnen vragen, wordt er dan zo moei lijk gedaan over die kerncen trales? Dit lijkt toch heel veel op het juiste antwoord op de uitdaging van de hoeveelheid basismateriaal, die al maar kleiner wordt? Dat is waar als er niet één geweldige moeilijkheid was. En dat is, dat bij het gebruik van kernenergie radio-activi teit vrijkomt. En radio-activi teit is dodelijk bij over schrijding van een zekere grens. Niets kan er aan ont snappen, want alles wat met radio-activiteit in aanraking komt wordt ook besmet. Het is een onzichtbare epidemie, te meer, omdat je niet meteen doodvalt, als je met een over dosis radio activiteit in aanra king komt. Dan kan ook nog generaties later zijn gevolge» hebben. Die radio-activiteit straalt niet alleen uit in het hart van de kerncentrale zelf, maar ook ver daarbuiten. Want bij da energie-opwekking komen ra- dio-actieve stoffen vrij, waar van het opbergen een nog steeds niet opgelost probleem vormt. Moet het diep in de grond worden weggestopt, diep in de zee, op het land in betonnen bunkers? We weten het niet ook de deskundigen niet, zelfs de voorstanders van de kernenergie niet. En zolang dit probleem niet is opgelost blijft kernenergie een riskante zaak, hoe aantrekkelijk ook. Men kan zich afvragen of de kloof tussen de atoomenergie programma's en de groeiende bezorgheid van de bevolking ooit zal worden overbrugd, of de wetenschap niet op de de mocratie vooruit holt. Tot nu toe lijkt het daar niet zoveel op. Luister maar naar Glenn Sea- borg, voorzitter van de Ame rikaanse Energie-commissie: „Het is vrij logisch dat vele mensen zich bezorgd maken en naar eenvoudiger tijden verlangen en dat wij door hen gewaarschuwd worden kalmer aan te doen of zelfs de ont wikkelingen op dit gebied geheel stop te zetten. Maar er is geen weg terug. Het is mis schien een schok te ontdek ken, dat de wereld ingrijpend is veranderd, maar toch zullen wij van deze veranderingen profijt moeten trekken. Daar bij mogen we niet overmoedig worden en pronken met onze kennis en technologie. De „ontdekking" van ons milieu en het besef dat de natuur vele eisen aan ons stelt, zal ons deze houding moeten bijbrengen, die van onr een nieuw en heter soort mens kan maken. Volgens mij moet dit lukken". DE tegenstanders van kern energie willen nog wel eens aankomen met zonne-energie als vervanging voor de traditi onele energiebronnen. De re denering is net zo simpel als ze kort is: de warmte van de zon is te gebruiken voor ver warmingsdoeleinden; er valt vijftigmaal meer warmte-ener- gie op Nederland als er nodig is, dus zoek naar methoden om al die warmte niet verloren te laten gaan en je bent uit de brand. Zonne-energie is inderdaad bruikbaar voor verschillende doeleinden. In de Pyreneeën staat een experimentele zon- ne-centrale; in Israël heeft bijna iedere woning zijn zon- ne-spiegel voor de warmwa tervoorziening, de Unesco ex perimenteert met een pomp, die loopt op zonne-energie en in Amerika liggen de plannen al klaar om nog in de jaren zeventig huis-zonneverwarmers op de markt te brengen. Het gebruik van zonne-energie is eigenlijk pas goed in het ge zichtsveld gekomen door de ruimtevaart. Mensen uit de ruimte vaart hebben een plan ontwor pen. dat voorziet in een gordel van reuzensatelieten in de ruimte, die met enorme pane len (van acht bij acht kilome ter!) het zonlicht opvangen. In die panelen wordt de zonne- energie omgezet in elektrici teit en die wordt via een om zetting in kortegolfenergie naar de aarde gestuurd. Daar staat een antenne van tien vierkante kilometer klaar om die kortegolfenergie op te vangen en weer in elektriciteit om te zetten. Eén zo'n satelliet is voldoende om de stad New York van elektriciteit te voor zien en tweehonderd van die bakbeesten in de ruimte zou den in het magische jaar 2000 de hele behoefte aan elektrici teit in de Verenigde Staten dekken. Het zou tweemaal zo veel kosten als kernenergie, maar het zou wel volkomen zuivere energie zijn. Maar ook in de minder science-fiction-achtige sfeer liggen mogelijkheden. De Amerikaanse firma Honeywell meent, dat de techniek nu zo ver is gevorderd dat men mag denken aan de bouw van een elektriciteitscentrale die door zonne-energie wordt gedreven. In de woestijn wil Honeywell een zogenaamde „zonne-farm" gaan bouwen. Die zal bestaan uit een groot aantal holle zon nelichtverzamelaars (spiegels) in het midden waarvan een holle buis loopt, die van een sterk zonnestralen absorberend omhulsel is voorzien. In die buis zit water of vloeibaar metaal. Dit zal door de zonne stralen worden verhit tot ver damping optreedt. De afge voerde stroom zal dan net als in een klassieke elektriciteits centrale een generator aandrij ven, die elektriciteit produ ceert. In de schaduw van die zonne-collectors zal dan weer gras in de woestijn kunnen groeien, vandaar zonne- farm. De zonne-omzetters voor huizen kunnen ook in het noorden met zijn lange win ters en weinige zon worden gebruikt. Ze zullen met ultra violette, straling functioneren die door het wolkendek niet wordt tegengehouden. Die din gen op de daken zullen wel niet zo fraai zijn, maar ver warming (en afkoeling) van de huizen zal dan bijna niets meer kosten. De zonne-farm is slechts één aspect van het onderzoek naar het gebruik van zonne-energie. Energie, die schoon en onuit puttelijk is: de aarde staat on der een permanente straling met een kracht van 180.000 miljard kolowatt. De meest verwende en luxueuze burger gebruikt 3 kilowatt per dag. We zouden van alle zorgen af zijn als slechts 1 procent van het aardoppervlak zou worden gebruikt voor de bouw van zonne-centrales. Als de weten schap er in zou slagen om betaalbare „huis-belichtings meters" te maken (in een be lichtingsmeter wordt licht in elektriciteit omgezet), dan zouden we met 'n oppervlakte van 1 vierkante meter 0.19 kilowatt kunnen opwekken. Het is natuurlijk mooi en aardig om enorm veel geld en onderzoekskracht te besteden aan het ontdekken van nieuwe energiebronnen, die als het even kan onuitputtelijk zijn, maar is dat allemaal wel nodig? De achterdochtige leek zou wel eens kunnen denken, dat de huidige olieschaarste ons door de geheimzinnige economische molochs wordt aangepraat om nu alvast het klimaat rijp te maken om straks de prijzen voor die fossiele brandstof (aardgas en aardolie) flink omhoog te drij ven. Waar weinig van is moet veel voor betaald worden is een redenering die nog steeds opgaat. Diezelfde achterdochtige leek zou ook wel eens kunnen denken, dat de machtige olie maatschappijen en andere multi-nationals helemaal niet zo rouwig zijn om de huidige olieschaarste, omdat dit hen in staat stelt andere belangen een fiks duwtje in de rug te ge ven. Of is het soms niet zo, dat Shell nog niet zo lang geleden een flink belang heeft gekocht in een firma die kernenergie centrales maakt en verkoopt? En hebben verschillende grote oliemaatschappijen soms niet voor een prikje de zogenaamd waardeloze steenkolenvelden in Amerika, en Canada ge kocht, voor als de nood aan de man komt? Hoe we het ook wenden of keren, op dit moment zijn de voorraden aan fossiele brand stof olie, gas en kolen nog ruim voldoende om ons een paar tientallen jaren op de been te houden. National Coal Association zegt: „We hebben in Amerika ongeveer 3200 miljard ton steenkool, waarvan ongeveer de helft economisch kan worden gedolven. De huidige produk- tie bedraagt ongeveer 550 mil joen ton, zodat we bij dit tem po voor ongeveer 1600 jaar genoeg zullen hebben" en „De „Ik von het leuk zondag. Want er waren geen auto's. We zijn naar Toosje geweest. Toosje is een snoepwinkeltje. En ik heb op samiejak en een mars". Liset „Wij zijn een rontje wisten rijen (fietsen) en toen ben ik naar de paarden rijen gezien op de t.v." Marcel „Mijn moeder en mijn vader en ik vonden het wel gezellig. Je kon gewoon de mensen met 'n nieuwe fiets eruit halen". Lianne „Wij de heele famielie zijn op de fiets naar Oosterhout geweest. Een gezonde famielie hoor en dat vont ik leuk". John „Toen kon ik rolschaatsen. Ik ging rontjes rolschaatsen. De eene rolschaats ging telkens groter toen ging mijn voet er uit". Connie „Weten jullie waarom wij geen ollie meer kreegen dat kwam allemaal door Egepte". Chris „Waarom zijn er geen auto's. Toen zed moeder: dat is de schuld van Israël die orlog maken om een stuk land en daarom ls de straat vrij". Ludwig „En toen kwam er een Duitser langs en toen zeiden we heel hard „Hé, hier is 't autoloze zondag". En die Duitser die keek om met een verbaasd gezicht alsof hij wou zeggen: wat zeggen die jongens nou weer". Willem „De meeste mensen fietste gewoon door het rode licht, want er was geen een auto of fiets of bromfiets te zien. Het was wel een gek gezicht die lege wegen". Jan „Je stapt in gedachten verzonken in je auto en je rijdt een snelweg op en er komt ineens een politieprosche achter je aan stuiven. Je weet ineens hoe laat het is. Nou ja wat is f 100.000 nou. Je bent gelijk straatarm. Of 6 jaar, dan kun je beter 3 man doodschieten. En dan nagaan dat de belgen gewoon uit verveling op onze weg gaan rijden". Bennie „Er kwam Iemand vragen om wapens aan nederland. Wij heb ben toen nee gezegd maar toen hebben ze de oliekranen dicht gedraaid. Zo is de autoloze zondag gekomen." Bram „Er zijn vijf polities gekomen. En wat naar was van de ene politie moest je van de weg van de andere aan de kant". Gerard „Vorige week zaterdag waren er 13 doden. Maar op zondag wa ren er geen ongevallen. En dat is ook een voordeel. Ook een voor deel is dat veel mensen nu een fiets gaan kopen en dat is spor tief van ze". Tobias bewering als zouden de olie bronnen uitgeput raken is ge woonweg niet waar. De Ame rikaanse Geologische Dienst heeft de totale nationale reser ve aan aardolie geschat op twee triljoen barrels. Slechts een vijfde deel daarvan is ge lokaliseerd. Een totaal van 30,7 miljard barrels is al gevonden en dat is nog maar een fractie van de olie die nog op ons ligt te wachten". En dan praten we nog maar niet over de twee triljoen barrels olie die nog uit oliehoudend leisteen kunnen worden gewonnen. Natuurlijk zit er iets scheef in deze opsomming. Er wodt daarin nl. gemakshalve uitge gaan van een gelijkblijvend verbruik. Maar dat is natuur lijk niet zo: het verbruik neemt alsmaar toe: in Ameri ka bijvoorbeeld iedere tien jaar een verdubbeling. En dan gaat het natuurlijk wel erg hard. Wat dan weer betekent, dat hoe zuiniger we zijn hoe langer de voorraad strekt. Chris tekende spelende kinderen op straat, terwijl de politie nadert. Gegevens voor deze artikelen zijn o.m. ontleend aan: Kernenergie op de korrel van G. Bryerton, Uitgave Else vier. Milieu-aspecten van de kernenergieproduktie, Uitgave Reactor Centrum Nederland. Een planeet van overvloed van Vitalis Pantenburg, Uitga ve De Lage Landen B.V. Amsterdam. De wereld beneden de zeespiegel, Uitgave Elsevier A'dam.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 7