Je moet een kruiwagen hebben om er binnen te rollen"
..Waarom ik
niet naar
het W.K.
„Vandaag een
koers winnen:
morgen auto
verkopen
IK HEB KUYPER AAN
55
DE TITEL GEHOLPEN"
Tekst:
Ton Koomen
„Manager
Vissers
knijpt
je uit
als een
citroen
Geen talent
Geen sprookje
„Ouwe kop"
sport
can óók!
rente?
m een giro -envelop
D
aand een vast
ivermaken,
de bekende
or.
tomatische
2% rente-
udt niet op!
sningenvan
tot 8%
speciale
die aan met
PRIEM: „HET GAAT OM DE POEN"
(Van onze sportredactie)
GOES „Je moet een kruiwagen hebben om er binnen
te rollen. Eruit vliegen is gemakkelijkerEn als je
dan eindelijk binnen denkt te zijn, moet je nog het geluk
hebben dat ze je willen accepteren. Ja, dat is een heel
ander wereldje, die profwielrennerij", zegt Cees Priem,
de Goese coureur die sinds mei van dit jaar deel uitmaakt
van de profploeg van Frisol. De nuchtere Priem heeft de
eerste aanpassingsmoeilijkheden achter de rug. Door zijn
optreden in de koers is hij al min of meer in de profrangen
opgenomen. „Maar goed ook", zegt Priem, „want ik fiets
voor de poen. Niet alleen voor het uiterlijk vertoon, om
alleen maar prof te kunnen zijn. Dat spreekt me minder
aan. Wat ik moet doen interesseert me niet, als het maar
geld geeft".
de 4Va% renterekening
de beleggingsrekeningen van 5tot™
jsformuliervoor het openenvan
ig. (Als u dit hokje Invult,verstuur a
gewone envelop zonder postzef
aan: Antwoordnummer 0017.1
e zwart maken s.v.p.)
Cees Priem, de 23-jarige
Zeeuw heeft zo zijn eigen ge-
daehtengang over de profwiel
rennerij. Over de houding van
de KNWU tegenover de profs
en over de amateurs voor wie
het uiterst moeilijk is een
profcontraot te krijgen. Ama
teurs, die als zij eindelijk zo'n
contract kunnen bemachtigen,
dikwijls nog worden afge
droogd met een waardeloos
contract. Die geen droog brood
verdienen.
Zelf heeft Cees Priem niet
te klagen. Priem: .,Ik heb bij
Frisol een goed contract. Ik
heb inspraak bij het aantrek
ken van de renners. Het func
tioneert prima bij Piet Lie-
bregts. Alleen jammer dat ik
Mg geen al te sterke ploeg
raid me verzameld heb. Dat
natuurlijk ook samen
met ie financiële mogelijkhe-
van de sponsor. Ik heb er
voor dat Frisol een
.aanlooptijd nodig heeft om te
kijken wat het effect is van
het sponsoren van een prof-
ploeg. In dit kader is het ook
belangrijk wat de KNWU doet
voor de sponsors. Ik heb af en
toe de indruk dat het de
KNWU weinig interesseert
wat de sponsors van profploe-
gen doen.
Neem nu het afgelopen we
reldkampioenschap in Spanje.
Er werden zeven beroepsren
ners afgevaardigd naar Spanje
door de KNWU in plaats van
hei gebruikelijke aantal van
tien. Er was geen enkele KE-
LA-coureur bij. Ook de Frisol-
renners ontbraken op het ap
pel. Financiën speelden een
rol, maar belangrijk argument
van de KNWU was dat er
geen talent zou zijn in deze
twee ploegen.
Moet je kijken wat die ze
ven renners die wel konden
gaan klaar hebben gestoomd.
Frisol heeft zich tegenover de
KNWU-bonzen bereid ver
klaard de kosten voor zijn reke
ning te nemen, die nodig wa
ren om uitzending van mij
naar het wereldkampioenschap
mogelijk te maken. Maar zelfs
daar ging de KNWU niet op
in. Wel ging er een fikse da
mes-afvaardiging naar Spanje.
Waarom dat gebeurde is voor
mij een raadsel. Nou ja, een
raadsel.... Br gingen zes dames
mee naar Spanje om er de
Nederlandse kleuren te verde
digen. Waarvan er één in ver
wachting was. Dan is het voor
mij niet te rijmen hoe de
KNWU er op komt om slechts
zeven profs naar Spanje te
sturen".
wereldkampioenschap met
succes te kunnen uitrijden. Ai
is hij dan nog niet zo lang
prof. Priem: „Als het gebrek
aan ervaring een argument
van de KNWU is, dan moet ik
daar hard om lachen. Je krijgt
geen ervaring ais ze je thuis
laten. Als je niet naar een
wereldkampioenschap mag,
blijft dat gebrek aan ervaring
een rol spelen. Maar nogmaals,
daar moet ik hard om lachen.
Ik heb bij de amateurs drie
keer deelgenomen aan het we
reldkampioenschap. Ik werd
achtereenvolgens zesde, twin
tigste en tiende. Toch geen
gek resultaat dacht ik. En niet
te vergeten het Olympisch
wegkampioenschap voor ama
teurs in München.
Toen heb ik samen met Fe-
dor den Hertog Kuyper aan de
Olympische titel geholpen. Ik
0 Profwielrenner Cees Priemin het dagelijks leven ook nog timmerman, hier op de racefiets in de werkplaats
met op de n-'vergrond enkele van dt vele trofeeën die hij bij elkaar gereden heeft
zat toen met Den Hertog en
Kuyper vooruit. Joop Midde-
link was ploegleider. We kwa
men overeen dat Kuyper kam
pioen mocht worden. We zaten
met tien man vooruit. Voor
3000 zouden Den Hertog en
ik Kuyper steunen. Kuyper
haalde het, maar zowel Den
Hertog als mijn persoontje
moeten ieder nog vijfhonderd
gulden vangen van Kuyper.
En ik zal ze krijgen ook, al
zal ik ze gaan halen bij hem.
Middelink wist van die coup
alles af. Dezelfde Middelink
die nu grdag weer „zuivere"
amateurs om zich heen wil
hebben. Middelink zat zelf re
gelmatig in de slag met de
amateurs. Die moet nou ook
niet net doen alsof hij nergens
van weet. Dat is niet fair".
Die vijfhonderd gulden van
München zitten Priem niet al
léén dwars. Br is meer, waar
de Goese coureur zich over op
kan winden. Priem: „Wat is
nou zo'n bedrag voor Kuyper.
Met een Olympische titel op
zak kun je geld maken. Dan
moet je niet zeuren over die
naar eenten". Ook het ged:
van Ton Vissers, de man die
regelmatig profploegen intro
duceert er> een handig mana
ger is irriteert Priem mate
loos. Priem: „Dat is de han
digste oplichter die er is. Die
zuigt de beroepsrenners uit.
Hij steekt alles in eigen zak.
Normaal gesproken moeten de
profs voor het vertrek vijftig
gulden startgeld krijgen. Vis
sers organiseert de profkoer-
sen, maar hij steekt de start-
gelden mooi in eigen zak. Hij
Knijpt je uit. Als een citroen.
Er zijn verschillende coureurs
die nog geld van hem krij
gen, dat ze verdiend hebben
in de afgelopen Ronde van
Frankrijk. Die renners durven
er niets van te zeggen, want als
je met aanmerkingen komt bij
Vissers, zegt ie gewoon, dan
fiets je maar niet. Het is een
linke, keiharde zakenman. De
renners verdienen het voor
hem. Nee, voor de coureurs is
het geen vetpot bij Vissers.
Trouwens niet alleen bij Vis-
sers. Ook elders wordt er wei
nig verdiend door de profs",
zegt Priem, die heel wat ge
leerd heeft in de korte tijd dat
hij beroepsrenner is.
Priem: „Nee, het valt niet
mee. Het lijkt allemaal mooier
dan dat het is. De realiteit is
geen sprookje. Er zijn een
paar topcoureurs die goed ver
dienen, maar bij de meesten is
het armoede troef. In België,
bijvoorbeeld gaat het er ook
zo mooi aan toe. Daar heb je
die bookmakers. Een apart
soort volk. Daar wordt aardig
mee verdiend. Je hebt er han
dige kerels tussen. Het is net
de paardesport. Er wordt op
dp renners gegokt bij het le
ven. Mooie boel. Er zijn ren
ners die er wijzer van gewor
den zijn. maar ik kan ook wel
andere negatieve voorbeelden
noemen".
Priem is er van overtuigd
dat je ais beroepsrenner kwa
liteit moet hebben om mee te
kunnen. Priem: „Er is natuur
lijk wel eefls wat te regelen.
Er zijn wel renners die in de
slag gaan om goede resultaten
te kunnen boeken, maar dat
kost geld. Ik heb het in België
wel meegemaakt dat er een
renner een koers won. Diezelf
de renner moest een dag later
zijn auto Verkopen. Heb je
dan watZelf heeft Priem
het dit seizoen lang niet gek
gedaan. Hij zit pas sinds mei
in het profmetier en hij boek
te al overwinningen in Ger-
wen en Aart, Egmond aan Zee
en Wemeldinge.
Priem: „Ik ben content. Vol
gend seizoen wit Frisol ook
wat groter werk gaan doen.
Meer klassiekers. Bijvoorbeeld
de Ronde van het Noorden, de
Ronde van Luxemburg, Vier
daagse van Duinkerken en de
Ronde van België. In die Ron
de van het Noorden heb ik di.
jaar enorm veel afgezien. Na
de eerste etappe was ik twee
de. De tweede etappe zat ik er
weer bij. Ik denk bij mezelf
Cees, nier ligt je kans. Ik was
toen net prof. Nou, die kans
kon ik wel vergeten. Ze draai
en je helemaal dol. Ze sprin
gen om de beurt en je moet er
iedere keer achteraan. Ze beu
len je kapot op die manier.
Dan leer je snel genoeg wat
het verschil is tussen een
amateurkoers en een profron
de".
Priem kan er nu om lachen.
Hij houdt van de wielersport.
Priem: „Je moet er gek van
zijn. Als je het niet graag
doet, ben je nergens. Maar je
moet wel goed je verstand ge
bruiken. Anders heb je zo een
ouwe kop. Priem weet wat hij
wil. Hij beoefent de wieler
sport voor zijn plezier en is
blij dat hij er aardig geld mee
verdienen kan. Priem: ,.Dat
komt ook omdat ik niet lui
ben."
„Ik leef niet alleen van de
wielersport, al zou ik dat wel
kunnen doen. Maar ik kijk
ook vooruit. Ik ben nog tim-
0 Cees Priem aan het werk als
timmerman. 'Weer eens wat an
ders dan een Frisolcoureur in
actie te zien tijdens het beuls
werk op de weg.
merman van mijn beroep. Dat
werk doe ik graag. Bovendien
moet je ergens op terug kun
nen vallen. Wielrennen kun je
niet tot je vijfenzestig
ste
Zo ver is het nog niet.
Priem is pas 23 jaar. Een
kersverse prof, die het in het
winterseizoen op de baan gaat
proberen. Priem: „Ik ga in
ieder geval de zesdaagsen van
Rotterdam, Zürich, Antwerpen
en Dortmund doen. Ik heb al
eens eerder zesdaagsen ge
daan. Bij de amateurs. In Rot
terdam en Antwerpen. Ik voel
me het best thuis op de weg,
maar als er op de baan goed
te verdienen is, ben ik daar
ook te vinden". En de toe
komstplannen van de Goese
coureur? Priem: „Ik heb het
nu naar mijn zin bij Frisol.
Maar als er binnenkort een
goed aanbod zou komen, dan
zal ik geen nee zeggen. Ten
minste nis het een werkelijk
goed aanbod is...".
0 Cees Priem: „Een wielrenner blijft niet tot zijn vijfenzestigste jaar actief in de wielersport Je
moet ergens op terug kunnen vallen als je het metier uitstapt. Daarom ben ik blij dat ik niet te
lui ben om te werken
95