Instrument wordt deel van jezelf STONE- KILLER Kunst heeft angel verloren BOONS BOEZEMGEBIED vrg uit I undigen i) undige voor de 1st zorgenden ger van de ren aan de Fluitiste Abbie de Quant met Prix d'Excellence aan Brabants Conservatorium: FHM EN/ALS POLITIEK ijdschrift oek ota bene CENTRUM ENBERG BREDA Astmakliniek, alsmede in de kunnen worden geplaatst e salariëring is volgens ndelijke regelingen. Ilicitaties met vermelding van id en ervaring kunnen worden hoofd van de Verpleegdienst iberg, Galderseweg 81 Breda, itrent de funkties kunnen teie- n verkregen onder nummer toestel 266. PAKKINGEN B.V. OOR INDUSTRIËLE- EN WANDIGE PAPIEREN VEN ZAKKEN EN -DOEK, LAMINATIONS - ZAKKEN VOOR UIEN, EN FRUIT - BUIS, 'IKELEN VOOR iGTASSEN. oderne veelzijdige sief op de verpak- ger van 20-22 jaar ig aan de verdere ins om Het vak te volledige inzet te i te bezitten en spo- les om hem in het gsperiode gecoacht :n met een oudere rkterrein wordt het Zeeland. Die joh iventieve man die de onkostenvergoe- hem klaar, een bondige brief, direktie. Wij maken ng. 1US 104 ist k - SLUITINGSDATUM lite raire wedstrijd voor jongeren, k verlengd tot 15 november. Ueeds 200 inzenders-sters zon den 700 werkstukken naar postbus 176, Eindhoven, a JAN Bruens exposeert te keningen en aquarellen van 15 november tot 15 december in het Gemeentemuseum van Aardenburg. a HUGO Ciaus schreef en regisseert de voorstelling van Blauw Blauw, waarvan op 17 november de première in het Hofpleintheater te Rotter dam. a BRABANT in de oude prentkunst; tentoonstelling Jnet gravures uit 16e, 17e en 18e eeuw bij kunsthandel Bor- z0 te Den Bosch. Van 17 no vember tot 1 december. Tege lijkertijd expositie van Russi sche ikonen uit 17e, 18e en 19e eeuw. a THE Lighters, nieuwe lp van gelijknamige Nederlandse gospelgroep. Dertien eigentijd se geestelijke songs. Verkrijg baar bij uitg. Gideon in Hoor naar voor f 15,-. a MARGA en Henk Gobel exposeren kleinplastiek in brons en keramiek. Zij brach ten daarvoor hun werk van Koosendaal naar Bergen op Zoom, Etcetera; tot en met 22 november. f DOOR de auto-ioze zondag is galerij De Ark in Boxtel nu vrijdags en zaterdags 's avonds tot 10 uur open. Mo menteel met werk van de lüaamse animist Armand Van- derlick. a JE zou Elly Ameling de effectenbeurs kunnen laten bezingen en ze zou er iets prachtigs van meken. Dat schreef de San Francisco Chronicle naar aanleiding van een succesvol toernee van de ze Nederlandse zangeres, t GRAFIEK 73, tentoonstel ling van een grafisch project, waaraan 10 kunstenaars (o.a. Ans Wortel, Geert Mols, Ge rard Schaperkotter en Peter Bol) meewerkten. Te zien o.a. tot 3 december in De Krabbe- dans te Eindhoven. Map met 10 prenten voor f 450 (min f 90 subsidie). I COBRA viert 25e geboor tedag met expositie in Stede lijk Museum van Rotterdam uit eigen collectie (tot 16 de cember) en met „Cobra tot heden" bij Krikhaar te Am sterdam (o.a. met Appel) tot 16 december. De Cobra-groep (Copenhagen, Brussel, Am sterdam) werd op 8 november 1948 opgericht in het Parijse hotel Notre Dame. t VARIANTEN, abstracte geometrische kunst in Neder land (o.a. Baljeu, Wilmink, Bo. nies, Dekkers, Struycken) tot 10 december in Noordbrabants museum te Den Bosch. STREVEN-2: „Neruda is zonder twijfel een van de gro te diohters van de 20e eeuw. Nederland is laat met de ont dekking van deze dichter". Bat schrijft J. Lechner „bij de dood van Neruda". De „vergis sing" van Allende en zijn re gering laig veel minder in de loonsverhogingen zelf dan in hun aarzelingen om het distri butieapparaat te controleren, aldus Frieda Hermans die iVz jaar in Chili verbleef in een gesprek met Henk Jans. „Het christendom is geloof ik een utopie", zo begint Frans van Bladel zijn bijdrage over uto pisch denken, waarin hij een analyse tracht te geven van het utopisch bewustzijn. „De S1, V3n bet conflict in het Midden-Oosten kan inderdaad tot een fundamenteel pro bleem herleid worden: mocht uien een staat, op westerse 'eest geschoeid, in een ooster se samenleving inplanten? Al dus E. Faucompret in zijn bij- Jrage .Ieder zijn waarheid? Israel en de Arabische lan den Verder in deze afleve- i'ug nog artikelen over De uewijzig^g samenstelling van "et Russische Politbureau, De actuele daden van het surrea- isme en Het heden als politie ks categorie. (Streven, Post- bus 233, Den Bosch). VtviEUGD EN SAMENLE- 10: In onze cultuur rat de adolescent in een ™rginale positie geplaatst. brengt de jeugd naar een jsn subcultuur. Over de be- Van de adolescentiepe- ti' V. Weiten informa tie je, Perso°rilijke rela- kL® ado ^centen tot her- «anmngspunten te komen. D. vattin maakte een samen- maatsfi, ov?r ^t mens- en Ameritlappi;'beelc' van jonge sS anse activisten, geba- Crsin °p ef? onderzoek van Woorri tWaarby bij in een na- heirl ®aaf °P de moedeloos- maa »aart.oe bet mens- en ten''Inbeeld van activis- tijk w^enu - m *n de Prak" Het beip- )na moet leiden. dilfïgriP -macht" dat vele sihaDn??Sh°uer mens en maat- f. vinjbeheerst wordt door anciaal-wM Li"den vanuit de «C W2e,nScbaPPelijke lite- nadruk li« waarbij de en n; °P de relational Pseten Va°P de atructurele as- kel Ver?- ma t- In bet arti- Pnoef j uwen in ouders als - gwiohe6 S°? van een kind leert L tw erwi3s". signa" het Kam.. n-Coenders, dat één hnr£ "ouders" teveel op Erdoor de geveegd "«•ins individuele bena- W] komtn,Ten °"der in de Ml3 Utrecht)e" Ma'iesin- „Ik had de omstandigheden mee; het is min of meer vanzelf gegaan". Omdat er maar weinig dingen in het leven zijn, die helemaal vanzelf gaan, ben je dan toch nog wel benieuwd naar de achtergronden van de bliksem-carrière van Abbie de Quant, die tot de beste solo-fluitisten van ons land gerekend mag worden. Met Koos Engels, klarinet, is Abbie de Quant dit jaar een van de beide laureaten van het Brabants Conservatorium te Tilburg. Op dinsdag 13 november om 20.15 uur wordt door Het Bra bants Orkest onder leiding van Hein Jordans in de Til- burgse Schouwburg een zoge naamd laureatenconcert gege ven, waaraan beiden mede werking verlenen. Abbie de Quant: „Het is een eer om de prijs voor uitnemendheid te doen, maar het is onzin om er een ere-kwestie van te maken. Het fijnste was dat ik hier door nog drie jaar bi.i mijn uitstekende leermeester Koos Verheul kon blijven stude ren". In de gang van het huis aan de Haagse Copernicusstraat van mevrouw Aiello zo heet ze voor de burgelijke stand hangen verschillende affiches, waarop de naam van Abbie de Quant prijkt. Zij was al tijdens haar conserva toriumjaren in Tilburg een veelgevraagde fluitiste; con certen in binnen- en buiten land. Haar moeder zet vijl mokken voor de thee op tafel. Nummer 4 en 5 kijken om de hoek van de deur. De oudste van de beide kinderen, Rober ta, laat me een tekening zien die ze gemaakt heeft: Sinter klaas, die de wacht houdt bij een Kerstkribbe. Ik kijk naar een fluitende sater aan de schouw. Nee. haar man, een Italiaan uit Siena zit niet in de muziek. Maar samen hebben ze het wel gerooid: het gezin en haar jarenlange studie aan het Brabants Conservatorium. De telefoon gaat; haar man belt vanaf zijn kantoor: hoe gaat het? „Och, het is altijd hetzelfde verhaaltje en waarschijnlijk beledig je er alle blokfluitspe lers mee, maar ook ik ben begonnen met een blokfluit. Daarna kreeg ik fluitlessen van Jan Prins en, na zijn dood, van Koos Verheul. Om dat Verheul docent was in Til burg reisde ik twee dagen per week van Den Haag naar Til burg". In 1970 behaalde zij cum laude het einddiploma so lo-spel. Daarbij werd zij door de jury toegelaten tot verdere studie voor de Prix d'Excel- lence Deze zomer deed zij daarvoor examen voor een in ternationale jury (in de jury zat. o.a. de bekende Belgische fluitist Isselé). Daarna heb je het recht op een zogenaamde openbare prestatie, die dan zal plaatsvinden tijdens het z.g. laureatenconcert. Die openbare prestaties heeft Abbie de Quant overi gens al lang geleverd. In 1966 ontving zij al het Diploma Di Merito na zomercursussen bij de vermaarde Italiaanse flui tist en pedagoog Severina Gazzeloni en in 1969 werd haar het diploma Di Onore uitgereikt van de Academie Musicale Chigiana te Siena. Bij tal van concoursen wist zij de laatste jaren prijzen te ver werven, zoals in 1970 bij het Cum Laude-concours, in 1971 bij het Belgisch-Nederlandse Concours en in 1972 bij het Internationale Fluitconcours van Rogan. Zij trad reeds op met o.a. het Amsterdams Fil harmonisch Orkest, het Bel gisch Kamerorkest, Het Ne derlands Kamerorkest en het Radio Kamerorkest. Vorig jaar speelde zij met het Concertge bouworkest van Amsterdam Berio en in maart a.s. zal zij met datzelfde orkest het fluit concert van Petrassi uitvoe ren. Op het laureaten concert met Het Brabants Orkest dins dag aanstaande zal zij Petrassi ten doop houden. „Erg moei lijk seriële muziek uit 1961", zegt ze, „ritmisch gecompli ceerd maar prachtig van kleur en afwisseling." Ook via de radio en de t.v. hebben velen in den lande al kennis ge maakt met Abbie de Quant. Bovendien maakte zij ander half jaar geleden een grammo foonplaat met muziek van o.a. Quantz en Carl Philip Emma nuel Bach. Een nieuwe plaat opname met allerlei werken tussen Bach en Badings is en kele maanden uitgesteld, om dat de harp-bespeler Edward Witzenburg zijn hand gebles seerd heeft. Wat is de grootste angst van een fluitist? Abbie de Quant: „Dat hij zijn tanden goed houdt, zodat het aanblazen (embouchure) gaaf blijft; bo vendien rusten de spieren van je kaak ertegen. Ook de vin gers zijn voor een fluitist van groot belang; daarom zal ik b.v. nooit aan een sport als volleybal meedoen. Ja, ik zou buiten mijn werk in de mu-' ziek en voor mijn gezin nog zoveel andere dingen willen doen. Ik ben gek op toneel, maar ik heb geen tijd om er heen te gaan. Tussendoor lees ik dan wat boeken; geen pes simistische romans. Schrijvers als Hubert Lampo en Murdoch hebben daarbij wel mijn voor liefde, „De fluit, is in", zegt Abbie de Quant. „Onlangs had ik b.v. in Arnhem een recital en de zaal was afgeladen vol". „Er zijn ontzettend veel men sen, die tegenwoordig een fluit willen hebben. Een fluit voor beginners kost zo'n f 5O0 a f 600,-". Dat is natuurlijk wel wat anders dan de Kingfluit en de nieuwe August Ruehard Hammigfluit. waarover Abbie de Quant zelf beschikt. „Nee, een fluit is niet alleen een kwestie van studie. Je moet er ook lichamelijk voor geschikt zijn; je gebit moet erg goed zijn. Je ademhaling je kun nen ontspannen is erg be langrijk. Ademhalingstechniek is erg moeilijk, en dat is ook de reden dat ik nu yogalessen ga volgen. Je vormt de toon met je lippen en de adem; het instrument wordt een onder deel van jezelf als je fluit speelt". Sinds kort is Abbie de Quant docente aan de Utrechts Conservatorium en ze weet dus waarover ze praat, wan neer het gaat om het anderen vertrouwd maken met dit in strument. Hoe word je solist en geen fluitist als onderdeel van een groot orkest? Abbie de Quant: „Ik had de omstandigheden mee. Ik heb veel gehad aan het Gaudeamusconcours. Daar na volgden de aanvragen voor concerten. De fluit is niet zo'n gevraagd solo-instrument; bij de orkesten is het altijd piano of viool. En is er eens een keer een fluitconcert, dan doet men beroep op de eigen bla zers. Een orkest heeft een bij zondere mentaliteit (in Het Brabants Orkest is deze bij zonder fijn), maar ik zou er nu niet meer tegen kunnen. Ik heb simpel gezegd de moge lijkheden gekregen om solo te spelen". Maar die mogelijkhe den komen natuurlijk niet uit de lucht vallen. Zij veronder stellen wel een bijzondere be gaafdheid. Wat het repertoire betreft, heeft Abbie de Quant (nog) geen bijzondere voorkeur. „Ik vind alles heerlijk om te doen! Oude muziek; dingen die zo puur zijn. Ook moderne mu ziek, maar niet het een of het andere; wel het een èn het andere. Zo vermeldt het laure atenconcert behalve Petrassi ook nog de Andante voor fluit en orkest K.V.315 van Mozart. „Ja, wat b.v. Chris Hinse doet, vind ik ontzettend knap. ik wou dat ik het kon"! Maar je kunt zo kundig zijn als je maar wilt, de omstan digheden moeten ook meezit ten. Abbie de Quant vindt heel bescheiden dat zij de om standigheden meegehad heeft. De enige omstandigheid, waar voor zij nog bang is, ver woordt zij met: „De zalen in Brabant zijn zo vreselijk. De schouwburg van Tilburg is b.v. een ramp wat akoestiek betreft, vooral voor de fluit. Het is dus wat dat betreft met gemengde genoegens dat Ab bie de Quant deelneemt aan het laureatenconcert aanstaan de dinsdag. HENK EGBERS De Amerikaanse onderwe reld en zijn syndicaitern, blijkt een onuitputtelijke bron voor nieiuiwe ffiLms. De verhalen hebben het gelijk stramien. Hoogstens, wanneer er een paar klinkende namen op het doek verschijnen, bein je nog wel eens geneigd om rechtop te gaan zitten met de vraag: Wat hebben ze er nu weer van gemaakt? En ik moet toege- .ven, bij de STONE-KILLER ben ik langzamerhand rechtop gaan zitten en heb mij laten pakken. Het liukte toch weer. Lag dat aan mij of aan de film? De lichte toets met kri tiek op de huidige Amerikaan se samenleving met zijn oud- Vietniamese soldaten deed het niet, want daarvoor kreeg dit gegeven te weinig reliëf. Het zal wel te maken hebben met het feit dat aan deze füm de namen verbonden zijn van MI CHAEL WINNER, BINO DE LAURENTIIS en het bekende gezicht van CHARLES BRON- SON. Eern keiharde actiefilm, waarnaar je wel gespannen blijft kijken. Binnenkort gaat hij draaien dn oma land. Charles Bronson is in deze film een politieman, die even onbarmhartig te keer gaat in de onderwereld als deze we reld zelf. En dat kan hij door dat de film begint met enkele meelijwekkende scènes, die begrip vragen voor het meedo genloze politiewerk. Ook hier is stuff weer de aanleiding om goed en kwaad tegenover elk aar te zetten en een recht vaardiging te vinden voor een bedreigde maatschappij, die van zich afslaat. Maar de kern van het verhaal vormt een meer dan 40 jaar oude vete tussen twee groepen geïmi- greerde Italianen in New- York. Er moet wraak genomen worden- Maar natuurlijk komt Torrey (Charles Bronson) en de zijnen steeds not iets te laat om deze wraak in al haar bloederigheid te kunnen tonen. Torrey krijgt daarbij assisten tie van een naieveiling, die de zaak wat relativeert en je het bloed met de humor laat in slikken. De Sioilianen hebben nu echter ook de beschikking over de nieuwe vorm van as sistentie, de uitvoerders van hun moordlustige plannen. Dat De bezoekers bij de opening van een tentoonstelling de vo rige week, zaten eigenlijk een beetje gechoqueerd te kijken, toen de inleider zei, dat deze tentoonstelling er eigenlijk een was voor verschrikkelijke en rotte ervaringen. Kunst is voor de meeste mensen nl. iets, wat mooi, verrekte inte ressant" of emotioneel verrij kend is. Kunst is een orde der dingen, geen wanorde. Het heeft te maken met schoon heidservaring en zeker niet met anarchie al is anarchisme in de kunst momenteel voor een groot deel ook oen mode verschijnsel geworden en daardoor als een s-oort stijl principe krachteloos gemaakt. Het kritiekloos accepteren van veel bla-bla in onze musea, wijst daarop. „Indien het de diepste wens van een mens is een rustig, ongestoord bestaan te leiden, doet hij er verstandig aan de kunst buiten zijn deuren te houden. Kunst is laten we dat houden. Kunst is. laten we dat ke zaak in het bijzonder onbehaaglijk voor de kunste naar zelf". Dat schrijft ED GAR WIND in het boek: KUNST EN ANARCHIE (uitg. Meulenhoff, f 19,50). Een bun del met een zestal essays van een briljant denker over het functioneren van de kunst in de samenleving. Er zijn op dit moment meer mensen geïnteresseerd in of betrokken bij allerlei kunst uitingen dan officiële cijfers ons wel eens willen doen gelo ven. Waar komt die betrok kenheid vandaan? Wind: „Mijn bezwaren tegen de mas sale verbreiding van kunst gelden niet het grote aantal mensen dat er mee gediend wordt, maar het feit, dat ze er slecht mee gediend worden. In de gegeven omstandigheden gaat het er niet om, dat het aantal mensen dat naar kunst kijkt, onrustbarend zo-u zijn maar eerder het aantal kunst werken, dat zij bekijken en het feit, dat kunst wordt gere duceerd tot een voorbijgaand iets". Maar Wind vindt wel, dat daardoor een welwillende neu traliteit ten aanzien van de kunst is ontstaan, die elke wrijving en ordeverstoring in de voorhof van de kunst voor komt. Kunst is dan puur een vorm van amusement! Met Baudelaire spreekt hij van een destructieve toleran tie: „In deze onverstoorbare vergaarbak, deze vriendelijke afgrond verdwijnt de anar chistische scheppingskracht in het niets". Maar is hef dan de functie van de kunst om rotzooi te schoppen? Wind is geen grimmig maar wel een klassiek den ker, die naar evenwicht zoekt tussen het intuïtieve gevoel en zijn aristotelische rationele denkpatroon en anarchie als 'n bijna niet te ontkomen onder deel ziet van het totale schep pingsproces bij een bewust le vend kunstenaar. Wat hij in verband daarmee schrijft in het titelverhaal over de sa menhang tussen verbeelding en realiteit, getuigt van een gefundeerde angst. Hij schrijft o.a.: „Men zou kunnen denken dat Plato ons misschien de situatie, waarin wij ons bevinden, zou benij den. De gevreesde demon der verbeelding, die hij tevergeefs trachtte uit te bannen (door een censor), heeft eindelijk het vermogen verloren ons te verwonden. Er bestaat mo menteel zoveel waardering voor kunst, omdat zij haar an gel heeft verloren". In zijn andere essay's gaat Edgar Wind verder in op een aantal factoren, die onze hui dige visie op de kunst hebben bepaald. Het begrip geënga geerde kunst stelt hij tegen over de leer van de geënga geerde kunst omdat hierin, volgens hem, in principe de zelfde vergissing wordt be gaan als in de theorie waarte gen zij zich afzet. Op een typisch ironische toon behan delt hij de „kunstkenners" (connaisseuns), waarbij de methode van Morelli om de authenticiteit van een kunst werk te bepalen^ aan de orde komt. De vrees voor kennis (omdat een vluchten in kennis kan wijzen op een gebrek aan artisticiteit) brengt Wind op een aantal gedachten over de samenhang tussen de artistie ke verbeelding en de intellec tuele pressie daarbij. Door grammofoonplaat, re- prodiukties e.d. zijn vele men sen in contact gekomen met kunst. Maar is dat wel zo? Wat is n.1. de samenhang tus sen het oorspronkelijke werk en de mechanische reproduk- tie ervan? Wind meent: „Het verspreidingsmedium gaat preveleren boven de directe ervaring van het object en in vele gevallen is het object zelf al met dit doel in gedachte gecreeërd. We krijgen een sdhaduw in plaats van het ding zelf". Ook al meent hij dat een ongenuanceerd ver heerlijken van de technische vooruitgang even ongegrond is als de spreekwoordelijke angst ervoor, het begrip „kunst" wordt m.i. door Wind wel wat erg versmald. Edgar Wind, Duitser van ge boorte, maar in de nazitijd uitgeweken naar Engeland, was tot 1971, toen hij stierf, o.a. hoogleraar aan de univer siteit van Oxford. Hij gold als een van de, meest gezagheb bende kunsthistorici van zijn tijd. In dit boek zijn zijn z.g. Reith-lectures van 1960 (in het Engels uitgegeven in 1963) in een Nederlandse vertaling bijeengebracht. Zijn naam was verbonden aan het bekende Warburg-instituut. Zijn cul tuur-historische georiëntèerd- heid geven deze uitgegeven lezingen een boeiende context mee, die bovendien de nogal voorzichtige opstelling van Wind verklaart. De helft van het boek bestaat uit noten en verwijzingen die vaak zo uit voerig zijn, dat het beschou wingen op zich zijn geworden Bovendien zijn er een zestien tal afbeeldingen aan toege voegd. Boeiende denkstof vooi allen, die over kunst willen nadenken. De afgelopen week stuurde Charles Haffmans een vrien delijk briefje met het verzoek om in de krant iets te schrij ven over de brochure „ENGA GEMENT IN DE FILM", uit gegeven naar aanleiding van het vijfde internationale stu denten-filmfestival Cinestud- 73 (van 15-24 november in het theater Kriterion te Amster dam). Ruim 150 studenten films, uit vele werelddelen, worden ei' dan gedraaid. Er zijn discussies over de verant woordelijkheid van de filmer en over de motivatie achter de studentenfilmprodukties. Het is niet te verwachten, dat ve len uit liet zuiden naar Am sterdam zullen reizen om dit festival mee te maken. De deelname aan dit festival zal dan ook wel beperkt moeten blijven tot de aanschaf van deze brochure, die voor f 3,25 (postgiro 427710 t.n.v. Cines- tud Amsterdam) verkrijgbaar is. En over deze brochure valt wel iets te zeggen. Op de eerste plaats, dat de ze de moeite waard is voor allen die geïnteresseerd zijn in het medium film en het begrip engagement. Ze biedt veel in formatie (o.a. de catalogus van het filmfestival), al zijn de 16 daarin opgenomen artikelen en interviews te willekeurig van samenstelling om als georden de discussie-stof te kunnen dienen tijdens het festival. Mijn grootste interesse ging uit naar het gesprek met An ton Koolhaas, directeur van de Nederlandse film-aoademie. waar de aanmaak van onze jonge filmers plaatsvindt. De situatie op de toeleveringsbe drijven van nieuwe cineasten in Amsterdam, Den Haag en Breda is nu niet van dien aard, dat je je zoveel illusies kunt maken over het zoge naamd geëngageerde filmen in de toekomst. Maar wat is dan geënga geerdheid In de brochure gaat het vooral om een politieke geën gageerdheid. Ook al wordt vaak geprobeerd kunstmatige scheidingen aan te brengen tussen politiek en kerk, sport, onderwijs e.d., in feite is er geen levensgebied dat niet met politiek te maken heeft Zowel uit het gesprek met Koolhaas over de opleiding als uit de (onbewust) knullige manier waarop veel zogenaam de geëngageerde films ge maakt worden, blijkt dat fil mers in een nog té geïsoleerde positie verkeren. Het maken van scenario's (daar ligt de kern) is nog te weinig het werk van een team, waarin verschillende levensdisciplines een aandeel leveren. Er liggen in de filmwereld te weinig verbindingslijnen naar andere vakgebieden Bemoedigend is daarom het verhaal in de bro chure over de filmstudie op het sociologisch instituut van de Utrechtse universiteit. Enkele citaten, die duidelijk maken wat ongeveer de in houd van deze brochure is: „Omdat ieder mens een sociaal dier is, kan uit iedere film een vorm van engage ment worden opgemaakt, net zo goed als iedere consument een engagement heeft, dat kan variëren van een strikt per soonlijke genieting tot een mondiale frustratie" (Peter van Bueren in: Film en Enga gement). „Politiek en maatschappe lijk engagement in deze tijd is niet mogelijk zonder dat wij worden bevrijd van de mis vattingen omtrent de geschie denis die een in hoge mate eenzijdige en bevooroordeelde traditionalistische geschied schrijving en een daarop geba seerd geschiedenis-ouderwijs ons hebben ingeprent". (Dr. Jan Hes in: Engagement in de historische film). „Bovendien heeft bijna niemand een moer te vertellen over de keus van het onder werp, omdat hierbij de ver koopbaarheid de doorslag geeft" (Cas Smithuijsen in: Film en werkelijkheid). „Een van mijn grootste persoonlijke zorgen en ellende is. dat blijkt dat ze (studenten van de film-academie, red).) na vier jaar eigenlijk nog ver domd weinig te zeggen heb ben" (gesprek met Anton Koolhaas). „Een neger heeft geen ge zicht. inaar een conservenblik- je. Zo kan ik misschien het beste mijn gevoel over ont wikkelingshulp weergeven. Nu wordt zijn leed en misère in geblikt en hier als consump tie-artikel gemarchandeerd". (George Sluizer, in: Een neger heeft geen gezicht). „Door de geschiedenis heen tot nu toe, heeft het me dio film, maar vooral de man achter de camera, in dienst gestaan van de bestaande maatschappelijke politieke stelsels" (De Kritische Fil mers, Breda,- in: Films als be vestiging van een kapitalisti sche samenleving). zijn de Amerikaanse soldaten, die in Vietnam gevochten heb ben. Het enige beroep, waar toe zij nog in staat zijn is het dodien van anderen. Doden iS hun tweede natuur geworden. En daarvan weet deze onder wereld dan ook een goed ge bruik te maken. Deze ingre diënten leveren voldoende stuff op om een aantal schietpartijen, achtervolgingen en dergelijke volgens het vas te patroon te ensceneren. De ene film in dit genre probeert de andere film b.v- de loef af te steken met een nog specta culairder achtervolginig met auto's. En wat er in deze film op dit gebied aan stuntwerk vertoond wordt, mag er zijn. Enfin, er blijft van beide strij dende partijen bij deze onder grondse wereld weinig over- Maar een lek geschoten auto matische regeninstallatie in een ondergrondse garage le vant niet alleen een komisch moment op dn de film tijdens de geweldige slachtpartijen, maar spoelt ook al het bloed misschien uit onze gedachten en fantasie weer weg. Kenne lijk hebben wij deze films nog nodig. Waa' om, is een tweede vraag, waarop waamsehijnldjk zeer verschillende antwoorden zullen komen. H.E. eindredactie henk egbers LOUIS-PAUL BOON heeft een knotsgek boek gemaakt: BLAUWBAARDJE IN DE RUIMTE, (uitgeverij Paris Manteau 19,90). Aan de hand van 113 foto's van Jo Boon schreef Boon tje een tekst, die vol zit met gekke invallen en woordspelingen. Zijn toenemende obsessie voor het sprookje en zijn Monroe- achtige denkwereld, heeft hij bijeen gebracht in een stripver haal. Midden in het boek staat een foto van Boon zelf; op zijn hoofd ontspruiten een viertal tulpen. Daaronder de tekst: „Het was een rustige man, op wiens hoofd een tulp groeide. Vaag herinnerde hij zich nog Candide. En hij zei: „Ik verzorg mijn tuin De rest van de foto's wordt gevuld door de rondborstige Blauwbaardje op avontuur op de planeet Venus; de tuin van Boon. „Blauwbaardje in het werk en het leven van een zekere auteur"; dat is de stelling die Boon poneert. Fictie en leven overlappen elkaar. James Bond (Barnes Jond) is daarbij de moderne versie van de sprookjes van Grimm. Maar ook hij blijft een droomprins. De schrijver zegt aan het slot er van, dat „Blauwbaardje liever met hem naar bed ging, dan met een droomprins. Op voorwaarde dat, hij een leven lang haar leven te boek zou stellen". Boon speelt met de fictie, maar kiest voor de realiteit; maar voor een realiteit, die haar voeding krijgt uit de fantasie. De tekst van Blauwbaardjes avonturen op Venus zit vol met springerige effecten, vol met dubbelzinnige woordspelingen. Vaak geestig, vaak flauw. Boon neemt het moderne sprookje, waarin wij menen te leven, op de hak. De wereld, waarin wij leven, bekeken vanaf de planeet die Fantasie heet. De wereld met haar zeven wereldwonderen: de scheve toren van Pisa, de boezem van Jayne Mansfield, (een wereldwonder dat voor twee telde), de abstracte kunst, Manneke Pis, de minirok, het LSD, de Pil, de ziel van Brigitte Bardot en zo nog andere schokkende dingen meer. Blauwbaardje gaat zelfs met Nietzsche op zoek naar God. Het is allemaal een beetje warrig zoals de fantasie warrig kan cijn. Boon heeft kennelijk zin gehad om wat te lummelen, waar bij de foto's zonder erg veel fototechnische pretenties zich goed aansluiten. „Blijf Jung door Freud" heeft hij daarbij onder an dere^ gedacht. Boontje doet dat een beetje op een provocerende manier, die toch wel een vermakelijk boek opleverde. Een „ver gelijkend onderzoek" van het liefdeleven op Venus en het liefde leven op aarde, waarbij Blauwbaardje, rondlopend zoals alle heldinnen uit Thunderball met/zonder bikini en een vergif-mes aan haar zijde, de science fiction van onze fantasie dient. Boon in het dubbele boezemgebied van de literatuur.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 13