Instrument
wordt deel
van jezelf
STONE-
KILLER
Kunst heeft angel verloren
BOONS BOEZEMGEBIED
vrg
uit
I
undigen
i)
undige voor de
1st
zorgenden
ger van de
ren aan de
Fluitiste Abbie de Quant met Prix d'Excellence aan Brabants Conservatorium: FHM EN/ALS POLITIEK
ijdschrift
oek
ota bene
CENTRUM
ENBERG BREDA
Astmakliniek, alsmede in de
kunnen worden geplaatst
e salariëring is volgens
ndelijke regelingen.
Ilicitaties met vermelding van
id en ervaring kunnen worden
hoofd van de Verpleegdienst
iberg, Galderseweg 81 Breda,
itrent de funkties kunnen teie-
n verkregen onder nummer
toestel 266.
PAKKINGEN B.V.
OOR INDUSTRIËLE- EN
WANDIGE PAPIEREN
VEN ZAKKEN EN -DOEK,
LAMINATIONS -
ZAKKEN VOOR UIEN,
EN FRUIT - BUIS,
'IKELEN VOOR
iGTASSEN.
oderne veelzijdige
sief op de verpak-
ger van 20-22 jaar
ig aan de verdere
ins om Het vak te
volledige inzet te
i
te bezitten en spo-
les om hem in het
gsperiode gecoacht
:n met een oudere
rkterrein wordt het
Zeeland. Die joh
iventieve man die
de onkostenvergoe-
hem klaar,
een bondige brief,
direktie. Wij maken
ng.
1US 104
ist k
- SLUITINGSDATUM lite
raire wedstrijd voor jongeren,
k verlengd tot 15 november.
Ueeds 200 inzenders-sters zon
den 700 werkstukken naar
postbus 176, Eindhoven,
a JAN Bruens exposeert te
keningen en aquarellen van 15
november tot 15 december in
het Gemeentemuseum van
Aardenburg.
a HUGO Ciaus schreef en
regisseert de voorstelling van
Blauw Blauw, waarvan op 17
november de première in het
Hofpleintheater te Rotter
dam.
a BRABANT in de oude
prentkunst; tentoonstelling
Jnet gravures uit 16e, 17e en
18e eeuw bij kunsthandel Bor-
z0 te Den Bosch. Van 17 no
vember tot 1 december. Tege
lijkertijd expositie van Russi
sche ikonen uit 17e, 18e en
19e eeuw.
a THE Lighters, nieuwe lp
van gelijknamige Nederlandse
gospelgroep. Dertien eigentijd
se geestelijke songs. Verkrijg
baar bij uitg. Gideon in Hoor
naar voor f 15,-.
a MARGA en Henk Gobel
exposeren kleinplastiek in
brons en keramiek. Zij brach
ten daarvoor hun werk van
Koosendaal naar Bergen op
Zoom, Etcetera; tot en met 22
november.
f DOOR de auto-ioze zondag
is galerij De Ark in Boxtel nu
vrijdags en zaterdags 's
avonds tot 10 uur open. Mo
menteel met werk van de
lüaamse animist Armand Van-
derlick.
a JE zou Elly Ameling de
effectenbeurs kunnen laten
bezingen en ze zou er iets
prachtigs van meken. Dat
schreef de San Francisco
Chronicle naar aanleiding van
een succesvol toernee van de
ze Nederlandse zangeres,
t GRAFIEK 73, tentoonstel
ling van een grafisch project,
waaraan 10 kunstenaars (o.a.
Ans Wortel, Geert Mols, Ge
rard Schaperkotter en Peter
Bol) meewerkten. Te zien o.a.
tot 3 december in De Krabbe-
dans te Eindhoven. Map met
10 prenten voor f 450 (min f
90 subsidie).
I COBRA viert 25e geboor
tedag met expositie in Stede
lijk Museum van Rotterdam
uit eigen collectie (tot 16 de
cember) en met „Cobra tot
heden" bij Krikhaar te Am
sterdam (o.a. met Appel) tot
16 december. De Cobra-groep
(Copenhagen, Brussel, Am
sterdam) werd op 8 november
1948 opgericht in het Parijse
hotel Notre Dame.
t VARIANTEN, abstracte
geometrische kunst in Neder
land (o.a. Baljeu, Wilmink, Bo.
nies, Dekkers, Struycken) tot
10 december in Noordbrabants
museum te Den Bosch.
STREVEN-2: „Neruda is
zonder twijfel een van de gro
te diohters van de 20e eeuw.
Nederland is laat met de ont
dekking van deze dichter".
Bat schrijft J. Lechner „bij de
dood van Neruda". De „vergis
sing" van Allende en zijn re
gering laig veel minder in de
loonsverhogingen zelf dan in
hun aarzelingen om het distri
butieapparaat te controleren,
aldus Frieda Hermans die iVz
jaar in Chili verbleef in een
gesprek met Henk Jans. „Het
christendom is geloof ik een
utopie", zo begint Frans van
Bladel zijn bijdrage over uto
pisch denken, waarin hij een
analyse tracht te geven van
het utopisch bewustzijn. „De
S1, V3n bet conflict in het
Midden-Oosten kan inderdaad
tot een fundamenteel pro
bleem herleid worden: mocht
uien een staat, op westerse
'eest geschoeid, in een ooster
se samenleving inplanten? Al
dus E. Faucompret in zijn bij-
Jrage .Ieder zijn waarheid?
Israel en de Arabische lan
den Verder in deze afleve-
i'ug nog artikelen over De
uewijzig^g samenstelling van
"et Russische Politbureau, De
actuele daden van het surrea-
isme en Het heden als politie
ks categorie. (Streven, Post-
bus 233, Den Bosch).
VtviEUGD EN SAMENLE-
10: In onze cultuur
rat de adolescent in een
™rginale positie geplaatst.
brengt de jeugd naar een
jsn subcultuur. Over de be-
Van de adolescentiepe-
ti' V. Weiten informa
tie je, Perso°rilijke rela-
kL® ado ^centen tot her-
«anmngspunten te komen. D.
vattin maakte een samen-
maatsfi, ov?r ^t mens- en
Ameritlappi;'beelc' van jonge
sS anse activisten, geba-
Crsin °p ef? onderzoek van
Woorri tWaarby bij in een na-
heirl ®aaf °P de moedeloos-
maa »aart.oe bet mens- en
ten''Inbeeld van activis-
tijk w^enu - m *n de Prak"
Het beip- )na moet leiden.
dilfïgriP -macht" dat vele
sihaDn??Sh°uer mens en maat-
f. vinjbeheerst wordt door
anciaal-wM Li"den vanuit de
«C W2e,nScbaPPelijke lite-
nadruk li« waarbij de
en n; °P de relational
Pseten Va°P de atructurele as-
kel Ver?- ma t- In bet arti-
Pnoef j uwen in ouders als
- gwiohe6 S°? van een kind
leert L tw erwi3s". signa"
het Kam.. n-Coenders, dat
één hnr£ "ouders" teveel op
Erdoor de geveegd
"«•ins individuele bena-
W] komtn,Ten °"der in de
Ml3 Utrecht)e" Ma'iesin-
„Ik had de omstandigheden mee; het is min of meer
vanzelf gegaan". Omdat er maar weinig dingen in het leven
zijn, die helemaal vanzelf gaan, ben je dan toch nog wel
benieuwd naar de achtergronden van de bliksem-carrière
van Abbie de Quant, die tot de beste solo-fluitisten van
ons land gerekend mag worden. Met Koos Engels, klarinet,
is Abbie de Quant dit jaar een van de beide laureaten van
het Brabants Conservatorium te Tilburg.
Op dinsdag 13 november om
20.15 uur wordt door Het Bra
bants Orkest onder leiding
van Hein Jordans in de Til-
burgse Schouwburg een zoge
naamd laureatenconcert gege
ven, waaraan beiden mede
werking verlenen. Abbie de
Quant: „Het is een eer om de
prijs voor uitnemendheid te
doen, maar het is onzin om er
een ere-kwestie van te maken.
Het fijnste was dat ik hier
door nog drie jaar bi.i mijn
uitstekende leermeester Koos
Verheul kon blijven stude
ren".
In de gang van het huis aan
de Haagse Copernicusstraat
van mevrouw Aiello zo
heet ze voor de burgelijke
stand hangen verschillende
affiches, waarop de naam van
Abbie de Quant prijkt. Zij
was al tijdens haar conserva
toriumjaren in Tilburg een
veelgevraagde fluitiste; con
certen in binnen- en buiten
land. Haar moeder zet vijl
mokken voor de thee op tafel.
Nummer 4 en 5 kijken om de
hoek van de deur. De oudste
van de beide kinderen, Rober
ta, laat me een tekening zien
die ze gemaakt heeft: Sinter
klaas, die de wacht houdt bij
een Kerstkribbe. Ik kijk naar
een fluitende sater aan de
schouw. Nee. haar man, een
Italiaan uit Siena zit niet in de
muziek. Maar samen hebben
ze het wel gerooid: het gezin
en haar jarenlange studie aan
het Brabants Conservatorium.
De telefoon gaat; haar man
belt vanaf zijn kantoor: hoe
gaat het?
„Och, het is altijd hetzelfde
verhaaltje en waarschijnlijk
beledig je er alle blokfluitspe
lers mee, maar ook ik ben
begonnen met een blokfluit.
Daarna kreeg ik fluitlessen
van Jan Prins en, na zijn
dood, van Koos Verheul. Om
dat Verheul docent was in Til
burg reisde ik twee dagen per
week van Den Haag naar Til
burg". In 1970 behaalde zij
cum laude het einddiploma so
lo-spel. Daarbij werd zij door
de jury toegelaten tot verdere
studie voor de Prix d'Excel-
lence Deze zomer deed zij
daarvoor examen voor een in
ternationale jury (in de jury
zat. o.a. de bekende Belgische
fluitist Isselé). Daarna heb je
het recht op een zogenaamde
openbare prestatie, die dan zal
plaatsvinden tijdens het z.g.
laureatenconcert.
Die openbare prestaties
heeft Abbie de Quant overi
gens al lang geleverd. In 1966
ontving zij al het Diploma Di
Merito na zomercursussen bij
de vermaarde Italiaanse flui
tist en pedagoog Severina
Gazzeloni en in 1969 werd
haar het diploma Di Onore
uitgereikt van de Academie
Musicale Chigiana te Siena.
Bij tal van concoursen wist zij
de laatste jaren prijzen te ver
werven, zoals in 1970 bij het
Cum Laude-concours, in 1971
bij het Belgisch-Nederlandse
Concours en in 1972 bij het
Internationale Fluitconcours
van Rogan. Zij trad reeds op
met o.a. het Amsterdams Fil
harmonisch Orkest, het Bel
gisch Kamerorkest, Het Ne
derlands Kamerorkest en het
Radio Kamerorkest. Vorig jaar
speelde zij met het Concertge
bouworkest van Amsterdam
Berio en in maart a.s. zal zij
met datzelfde orkest het fluit
concert van Petrassi uitvoe
ren.
Op het laureaten concert
met Het Brabants Orkest dins
dag aanstaande zal zij Petrassi
ten doop houden. „Erg moei
lijk seriële muziek uit 1961",
zegt ze, „ritmisch gecompli
ceerd maar prachtig van kleur
en afwisseling." Ook via de
radio en de t.v. hebben velen
in den lande al kennis ge
maakt met Abbie de Quant.
Bovendien maakte zij ander
half jaar geleden een grammo
foonplaat met muziek van o.a.
Quantz en Carl Philip Emma
nuel Bach. Een nieuwe plaat
opname met allerlei werken
tussen Bach en Badings is en
kele maanden uitgesteld, om
dat de harp-bespeler Edward
Witzenburg zijn hand gebles
seerd heeft.
Wat is de grootste angst van
een fluitist? Abbie de Quant:
„Dat hij zijn tanden goed
houdt, zodat het aanblazen
(embouchure) gaaf blijft; bo
vendien rusten de spieren van
je kaak ertegen. Ook de vin
gers zijn voor een fluitist van
groot belang; daarom zal ik
b.v. nooit aan een sport als
volleybal meedoen. Ja, ik zou
buiten mijn werk in de mu-'
ziek en voor mijn gezin nog
zoveel andere dingen willen
doen. Ik ben gek op toneel,
maar ik heb geen tijd om er
heen te gaan. Tussendoor lees
ik dan wat boeken; geen pes
simistische romans. Schrijvers
als Hubert Lampo en Murdoch
hebben daarbij wel mijn voor
liefde,
„De fluit, is in", zegt Abbie
de Quant. „Onlangs had ik
b.v. in Arnhem een recital en
de zaal was afgeladen vol".
„Er zijn ontzettend veel men
sen, die tegenwoordig een fluit
willen hebben. Een fluit voor
beginners kost zo'n f 5O0 a f
600,-". Dat is natuurlijk wel
wat anders dan de Kingfluit
en de nieuwe August Ruehard
Hammigfluit. waarover Abbie
de Quant zelf beschikt. „Nee,
een fluit is niet alleen een
kwestie van studie. Je moet er
ook lichamelijk voor geschikt
zijn; je gebit moet erg goed
zijn. Je ademhaling je kun
nen ontspannen is erg be
langrijk. Ademhalingstechniek
is erg moeilijk, en dat is ook
de reden dat ik nu yogalessen
ga volgen. Je vormt de toon
met je lippen en de adem; het
instrument wordt een onder
deel van jezelf als je fluit
speelt". Sinds kort is Abbie de
Quant docente aan de Utrechts
Conservatorium en ze weet
dus waarover ze praat, wan
neer het gaat om het anderen
vertrouwd maken met dit in
strument.
Hoe word je solist en geen
fluitist als onderdeel van een
groot orkest? Abbie de Quant:
„Ik had de omstandigheden
mee. Ik heb veel gehad aan
het Gaudeamusconcours. Daar
na volgden de aanvragen voor
concerten. De fluit is niet zo'n
gevraagd solo-instrument; bij
de orkesten is het altijd piano
of viool. En is er eens een
keer een fluitconcert, dan doet
men beroep op de eigen bla
zers. Een orkest heeft een bij
zondere mentaliteit (in Het
Brabants Orkest is deze bij
zonder fijn), maar ik zou er
nu niet meer tegen kunnen. Ik
heb simpel gezegd de moge
lijkheden gekregen om solo te
spelen". Maar die mogelijkhe
den komen natuurlijk niet uit
de lucht vallen. Zij veronder
stellen wel een bijzondere be
gaafdheid.
Wat het repertoire betreft,
heeft Abbie de Quant (nog)
geen bijzondere voorkeur. „Ik
vind alles heerlijk om te doen!
Oude muziek; dingen die zo
puur zijn. Ook moderne mu
ziek, maar niet het een of het
andere; wel het een èn het
andere. Zo vermeldt het laure
atenconcert behalve Petrassi
ook nog de Andante voor fluit
en orkest K.V.315 van Mozart.
„Ja, wat b.v. Chris Hinse doet,
vind ik ontzettend knap. ik
wou dat ik het kon"!
Maar je kunt zo kundig zijn
als je maar wilt, de omstan
digheden moeten ook meezit
ten. Abbie de Quant vindt
heel bescheiden dat zij de om
standigheden meegehad heeft.
De enige omstandigheid, waar
voor zij nog bang is, ver
woordt zij met: „De zalen in
Brabant zijn zo vreselijk. De
schouwburg van Tilburg is
b.v. een ramp wat akoestiek
betreft, vooral voor de fluit.
Het is dus wat dat betreft met
gemengde genoegens dat Ab
bie de Quant deelneemt aan
het laureatenconcert aanstaan
de dinsdag.
HENK EGBERS
De Amerikaanse onderwe
reld en zijn syndicaitern, blijkt
een onuitputtelijke bron voor
nieiuiwe ffiLms. De verhalen
hebben het gelijk stramien.
Hoogstens, wanneer er een
paar klinkende namen op het
doek verschijnen, bein je nog
wel eens geneigd om rechtop
te gaan zitten met de vraag:
Wat hebben ze er nu weer van
gemaakt? En ik moet toege-
.ven, bij de STONE-KILLER
ben ik langzamerhand rechtop
gaan zitten en heb mij laten
pakken. Het liukte toch weer.
Lag dat aan mij of aan de
film? De lichte toets met kri
tiek op de huidige Amerikaan
se samenleving met zijn oud-
Vietniamese soldaten deed het
niet, want daarvoor kreeg dit
gegeven te weinig reliëf. Het
zal wel te maken hebben met
het feit dat aan deze füm de
namen verbonden zijn van MI
CHAEL WINNER, BINO DE
LAURENTIIS en het bekende
gezicht van CHARLES BRON-
SON. Eern keiharde actiefilm,
waarnaar je wel gespannen
blijft kijken. Binnenkort gaat
hij draaien dn oma land.
Charles Bronson is in deze
film een politieman, die even
onbarmhartig te keer gaat in
de onderwereld als deze we
reld zelf. En dat kan hij door
dat de film begint met enkele
meelijwekkende scènes, die
begrip vragen voor het meedo
genloze politiewerk. Ook hier
is stuff weer de aanleiding om
goed en kwaad tegenover elk
aar te zetten en een recht
vaardiging te vinden voor een
bedreigde maatschappij, die
van zich afslaat. Maar de kern
van het verhaal vormt een
meer dan 40 jaar oude vete
tussen twee groepen geïmi-
greerde Italianen in New-
York. Er moet wraak genomen
worden- Maar natuurlijk komt
Torrey (Charles Bronson) en
de zijnen steeds not iets te laat
om deze wraak in al haar
bloederigheid te kunnen tonen.
Torrey krijgt daarbij assisten
tie van een naieveiling, die de
zaak wat relativeert en je het
bloed met de humor laat in
slikken.
De Sioilianen hebben nu
echter ook de beschikking
over de nieuwe vorm van as
sistentie, de uitvoerders van
hun moordlustige plannen. Dat
De bezoekers bij de opening
van een tentoonstelling de vo
rige week, zaten eigenlijk een
beetje gechoqueerd te kijken,
toen de inleider zei, dat deze
tentoonstelling er eigenlijk
een was voor verschrikkelijke
en rotte ervaringen. Kunst is
voor de meeste mensen nl.
iets, wat mooi, verrekte inte
ressant" of emotioneel verrij
kend is. Kunst is een orde der
dingen, geen wanorde. Het
heeft te maken met schoon
heidservaring en zeker niet
met anarchie al is anarchisme
in de kunst momenteel voor
een groot deel ook oen mode
verschijnsel geworden en
daardoor als een s-oort stijl
principe krachteloos gemaakt.
Het kritiekloos accepteren van
veel bla-bla in onze musea,
wijst daarop.
„Indien het de diepste wens
van een mens is een rustig,
ongestoord bestaan te leiden,
doet hij er verstandig aan de
kunst buiten zijn deuren te
houden. Kunst is laten we dat
houden. Kunst is. laten we dat
ke zaak in het bijzonder
onbehaaglijk voor de kunste
naar zelf". Dat schrijft ED
GAR WIND in het boek:
KUNST EN ANARCHIE (uitg.
Meulenhoff, f 19,50). Een bun
del met een zestal essays van
een briljant denker over het
functioneren van de kunst in
de samenleving.
Er zijn op dit moment meer
mensen geïnteresseerd in of
betrokken bij allerlei kunst
uitingen dan officiële cijfers
ons wel eens willen doen gelo
ven. Waar komt die betrok
kenheid vandaan? Wind:
„Mijn bezwaren tegen de mas
sale verbreiding van kunst
gelden niet het grote aantal
mensen dat er mee gediend
wordt, maar het feit, dat ze er
slecht mee gediend worden. In
de gegeven omstandigheden
gaat het er niet om, dat het
aantal mensen dat naar kunst
kijkt, onrustbarend zo-u zijn
maar eerder het aantal kunst
werken, dat zij bekijken en
het feit, dat kunst wordt gere
duceerd tot een voorbijgaand
iets".
Maar Wind vindt wel, dat
daardoor een welwillende neu
traliteit ten aanzien van de
kunst is ontstaan, die elke
wrijving en ordeverstoring in
de voorhof van de kunst voor
komt. Kunst is dan puur een
vorm van amusement!
Met Baudelaire spreekt hij
van een destructieve toleran
tie: „In deze onverstoorbare
vergaarbak, deze vriendelijke
afgrond verdwijnt de anar
chistische scheppingskracht in
het niets".
Maar is hef dan de functie
van de kunst om rotzooi te
schoppen?
Wind is geen grimmig
maar wel een klassiek den
ker, die naar evenwicht zoekt
tussen het intuïtieve gevoel en
zijn aristotelische rationele
denkpatroon en anarchie als 'n
bijna niet te ontkomen onder
deel ziet van het totale schep
pingsproces bij een bewust le
vend kunstenaar. Wat hij in
verband daarmee schrijft in
het titelverhaal over de sa
menhang tussen verbeelding
en realiteit, getuigt van een
gefundeerde angst.
Hij schrijft o.a.: „Men zou
kunnen denken dat Plato ons
misschien de situatie, waarin
wij ons bevinden, zou benij
den. De gevreesde demon der
verbeelding, die hij tevergeefs
trachtte uit te bannen (door
een censor), heeft eindelijk
het vermogen verloren ons te
verwonden. Er bestaat mo
menteel zoveel waardering
voor kunst, omdat zij haar an
gel heeft verloren".
In zijn andere essay's gaat
Edgar Wind verder in op een
aantal factoren, die onze hui
dige visie op de kunst hebben
bepaald. Het begrip geënga
geerde kunst stelt hij tegen
over de leer van de geënga
geerde kunst omdat hierin,
volgens hem, in principe de
zelfde vergissing wordt be
gaan als in de theorie waarte
gen zij zich afzet. Op een
typisch ironische toon behan
delt hij de „kunstkenners"
(connaisseuns), waarbij de
methode van Morelli om de
authenticiteit van een kunst
werk te bepalen^ aan de orde
komt. De vrees voor kennis
(omdat een vluchten in kennis
kan wijzen op een gebrek aan
artisticiteit) brengt Wind op
een aantal gedachten over de
samenhang tussen de artistie
ke verbeelding en de intellec
tuele pressie daarbij.
Door grammofoonplaat, re-
prodiukties e.d. zijn vele men
sen in contact gekomen met
kunst. Maar is dat wel zo?
Wat is n.1. de samenhang tus
sen het oorspronkelijke werk
en de mechanische reproduk-
tie ervan? Wind meent: „Het
verspreidingsmedium gaat
preveleren boven de directe
ervaring van het object en in
vele gevallen is het object zelf
al met dit doel in gedachte
gecreeërd. We krijgen een
sdhaduw in plaats van het
ding zelf". Ook al meent hij
dat een ongenuanceerd ver
heerlijken van de technische
vooruitgang even ongegrond is
als de spreekwoordelijke angst
ervoor, het begrip „kunst"
wordt m.i. door Wind wel wat
erg versmald.
Edgar Wind, Duitser van ge
boorte, maar in de nazitijd
uitgeweken naar Engeland,
was tot 1971, toen hij stierf,
o.a. hoogleraar aan de univer
siteit van Oxford. Hij gold als
een van de, meest gezagheb
bende kunsthistorici van zijn
tijd. In dit boek zijn zijn z.g.
Reith-lectures van 1960 (in
het Engels uitgegeven in 1963)
in een Nederlandse vertaling
bijeengebracht. Zijn naam was
verbonden aan het bekende
Warburg-instituut. Zijn cul
tuur-historische georiëntèerd-
heid geven deze uitgegeven
lezingen een boeiende context
mee, die bovendien de nogal
voorzichtige opstelling van
Wind verklaart. De helft van
het boek bestaat uit noten en
verwijzingen die vaak zo uit
voerig zijn, dat het beschou
wingen op zich zijn geworden
Bovendien zijn er een zestien
tal afbeeldingen aan toege
voegd. Boeiende denkstof vooi
allen, die over kunst willen
nadenken.
De afgelopen week stuurde
Charles Haffmans een vrien
delijk briefje met het verzoek
om in de krant iets te schrij
ven over de brochure „ENGA
GEMENT IN DE FILM", uit
gegeven naar aanleiding van
het vijfde internationale stu
denten-filmfestival Cinestud-
73 (van 15-24 november in het
theater Kriterion te Amster
dam). Ruim 150 studenten
films, uit vele werelddelen,
worden ei' dan gedraaid. Er
zijn discussies over de verant
woordelijkheid van de filmer
en over de motivatie achter de
studentenfilmprodukties. Het
is niet te verwachten, dat ve
len uit liet zuiden naar Am
sterdam zullen reizen om dit
festival mee te maken. De
deelname aan dit festival zal
dan ook wel beperkt moeten
blijven tot de aanschaf van
deze brochure, die voor f 3,25
(postgiro 427710 t.n.v. Cines-
tud Amsterdam) verkrijgbaar
is. En over deze brochure valt
wel iets te zeggen.
Op de eerste plaats, dat de
ze de moeite waard is voor
allen die geïnteresseerd zijn in
het medium film en het begrip
engagement. Ze biedt veel in
formatie (o.a. de catalogus van
het filmfestival), al zijn de 16
daarin opgenomen artikelen en
interviews te willekeurig van
samenstelling om als georden
de discussie-stof te kunnen
dienen tijdens het festival.
Mijn grootste interesse ging
uit naar het gesprek met An
ton Koolhaas, directeur van de
Nederlandse film-aoademie.
waar de aanmaak van onze
jonge filmers plaatsvindt. De
situatie op de toeleveringsbe
drijven van nieuwe cineasten
in Amsterdam, Den Haag en
Breda is nu niet van dien
aard, dat je je zoveel illusies
kunt maken over het zoge
naamd geëngageerde filmen in
de toekomst. Maar wat is dan
geënga geerdheid
In de brochure gaat het
vooral om een politieke geën
gageerdheid. Ook al wordt
vaak geprobeerd kunstmatige
scheidingen aan te brengen
tussen politiek en kerk, sport,
onderwijs e.d., in feite is er
geen levensgebied dat niet
met politiek te maken heeft
Zowel uit het gesprek met
Koolhaas over de opleiding als
uit de (onbewust) knullige
manier waarop veel zogenaam
de geëngageerde films ge
maakt worden, blijkt dat fil
mers in een nog té geïsoleerde
positie verkeren. Het maken
van scenario's (daar ligt de
kern) is nog te weinig het
werk van een team, waarin
verschillende levensdisciplines
een aandeel leveren. Er liggen
in de filmwereld te weinig
verbindingslijnen naar andere
vakgebieden Bemoedigend is
daarom het verhaal in de bro
chure over de filmstudie op
het sociologisch instituut van
de Utrechtse universiteit.
Enkele citaten, die duidelijk
maken wat ongeveer de in
houd van deze brochure is:
„Omdat ieder mens een
sociaal dier is, kan uit iedere
film een vorm van engage
ment worden opgemaakt, net
zo goed als iedere consument
een engagement heeft, dat kan
variëren van een strikt per
soonlijke genieting tot een
mondiale frustratie" (Peter
van Bueren in: Film en Enga
gement).
„Politiek en maatschappe
lijk engagement in deze tijd is
niet mogelijk zonder dat wij
worden bevrijd van de mis
vattingen omtrent de geschie
denis die een in hoge mate
eenzijdige en bevooroordeelde
traditionalistische geschied
schrijving en een daarop geba
seerd geschiedenis-ouderwijs
ons hebben ingeprent". (Dr.
Jan Hes in: Engagement in de
historische film).
„Bovendien heeft bijna
niemand een moer te vertellen
over de keus van het onder
werp, omdat hierbij de ver
koopbaarheid de doorslag
geeft" (Cas Smithuijsen in:
Film en werkelijkheid).
„Een van mijn grootste
persoonlijke zorgen en ellende
is. dat blijkt dat ze (studenten
van de film-academie, red).)
na vier jaar eigenlijk nog ver
domd weinig te zeggen heb
ben" (gesprek met Anton
Koolhaas).
„Een neger heeft geen ge
zicht. inaar een conservenblik-
je. Zo kan ik misschien het
beste mijn gevoel over ont
wikkelingshulp weergeven. Nu
wordt zijn leed en misère in
geblikt en hier als consump
tie-artikel gemarchandeerd".
(George Sluizer, in: Een neger
heeft geen gezicht).
„Door de geschiedenis
heen tot nu toe, heeft het me
dio film, maar vooral de man
achter de camera, in dienst
gestaan van de bestaande
maatschappelijke politieke
stelsels" (De Kritische Fil
mers, Breda,- in: Films als be
vestiging van een kapitalisti
sche samenleving).
zijn de Amerikaanse soldaten,
die in Vietnam gevochten heb
ben. Het enige beroep, waar
toe zij nog in staat zijn is het
dodien van anderen. Doden iS
hun tweede natuur geworden.
En daarvan weet deze onder
wereld dan ook een goed ge
bruik te maken. Deze ingre
diënten leveren voldoende
stuff op om een aantal
schietpartijen, achtervolgingen
en dergelijke volgens het vas
te patroon te ensceneren. De
ene film in dit genre probeert
de andere film b.v- de loef af
te steken met een nog specta
culairder achtervolginig met
auto's. En wat er in deze film
op dit gebied aan stuntwerk
vertoond wordt, mag er zijn.
Enfin, er blijft van beide strij
dende partijen bij deze onder
grondse wereld weinig over-
Maar een lek geschoten auto
matische regeninstallatie in
een ondergrondse garage le
vant niet alleen een komisch
moment op dn de film tijdens
de geweldige slachtpartijen,
maar spoelt ook al het bloed
misschien uit onze gedachten
en fantasie weer weg. Kenne
lijk hebben wij deze films nog
nodig. Waa' om, is een tweede
vraag, waarop waamsehijnldjk
zeer verschillende antwoorden
zullen komen.
H.E.
eindredactie
henk egbers
LOUIS-PAUL BOON heeft een knotsgek boek gemaakt:
BLAUWBAARDJE IN DE RUIMTE, (uitgeverij Paris Manteau
19,90). Aan de hand van 113 foto's van Jo Boon schreef Boon
tje een tekst, die vol zit met gekke invallen en woordspelingen.
Zijn toenemende obsessie voor het sprookje en zijn Monroe-
achtige denkwereld, heeft hij bijeen gebracht in een stripver
haal. Midden in het boek staat een foto van Boon zelf; op zijn
hoofd ontspruiten een viertal tulpen. Daaronder de tekst: „Het
was een rustige man, op wiens hoofd een tulp groeide. Vaag
herinnerde hij zich nog Candide. En hij zei: „Ik verzorg mijn
tuin De rest van de foto's wordt gevuld door de rondborstige
Blauwbaardje op avontuur op de planeet Venus; de tuin van
Boon. „Blauwbaardje in het werk en het leven van een zekere
auteur"; dat is de stelling die Boon poneert.
Fictie en leven overlappen elkaar. James Bond (Barnes Jond)
is daarbij de moderne versie van de sprookjes van Grimm. Maar
ook hij blijft een droomprins. De schrijver zegt aan het slot er
van, dat „Blauwbaardje liever met hem naar bed ging, dan met
een droomprins. Op voorwaarde dat, hij een leven lang haar
leven te boek zou stellen". Boon speelt met de fictie, maar
kiest voor de realiteit; maar voor een realiteit, die haar voeding
krijgt uit de fantasie.
De tekst van Blauwbaardjes avonturen op Venus zit vol met
springerige effecten, vol met dubbelzinnige woordspelingen. Vaak
geestig, vaak flauw. Boon neemt het moderne sprookje, waarin
wij menen te leven, op de hak. De wereld, waarin wij leven,
bekeken vanaf de planeet die Fantasie heet. De wereld met haar
zeven wereldwonderen: de scheve toren van Pisa, de boezem
van Jayne Mansfield, (een wereldwonder dat voor twee telde),
de abstracte kunst, Manneke Pis, de minirok, het LSD, de Pil,
de ziel van Brigitte Bardot en zo nog andere schokkende dingen
meer. Blauwbaardje gaat zelfs met Nietzsche op zoek naar God.
Het is allemaal een beetje warrig zoals de fantasie warrig kan
cijn. Boon heeft kennelijk zin gehad om wat te lummelen, waar
bij de foto's zonder erg veel fototechnische pretenties zich goed
aansluiten. „Blijf Jung door Freud" heeft hij daarbij onder an
dere^ gedacht. Boontje doet dat een beetje op een provocerende
manier, die toch wel een vermakelijk boek opleverde. Een „ver
gelijkend onderzoek" van het liefdeleven op Venus en het liefde
leven op aarde, waarbij Blauwbaardje, rondlopend zoals alle
heldinnen uit Thunderball met/zonder bikini en een vergif-mes
aan haar zijde, de science fiction van onze fantasie dient. Boon
in het dubbele boezemgebied van de literatuur.