Kransjes
voor en van
Sint Joost
VLAMINGEN MEER DAN MOP
Met Hesse
naar
India
Kooiman's „onzalige" bewustmakers
ZONDER AUTO NAAR TIRET
vrij,..
Kunstacademies presenteren zich in Delft
UK
i
Zaterdag 3 november 1973
BOEKENBEURS te Ant-
Tot 12 november in
rtrP Bouwcentrum. Practisch
ml Nederlandstalige uitgevers
siiirenden boeken. Iedere
®e' en bijna doorlopend pro-
ifrrma waarbij talrijke au-
fSrijn te beluisteren.
nE ARBEIDERS-dichters
ft=' de Vries uit Dordrecht
^Pierre van Vollenhoven uit
2uordam die debuteerden
de bundel Van Onder
krijgen in december de
Zuidhollandse cultuurprijs van
f 3000,-.
DIONNE Warwicke, ver
tolkster van Burt Bacharach-
Smposities, begint haar korte
PER Vlaams gezin worden
•r jaar elf boeken gekocht
ter waarde van f .126,-. In
zuidelijk Nederlandl is dat 13
hoeken per gezin voor f 112,-.
Het prijsverschil ligt in het
feit dat het Vlaamse gezin
liever gebonden boeken
koopt.
WIM Kersten, schilderijen
,n Jan Verschoor, beeldhouw
werk tot 10 december in de
Amro-galerij in Amsterdam.
I HAR Sanders laat zijn
schilderijen, tekeningen en
erafiek tot en met 23 decem
ber zien in het Van Abbemu-
seum in Eindhoven,
a MAAK een lichaam van
uw vlees! Slogan uit een bro
chure van het Belgische mi
nisterie voor Nationale Opvoe
ding en Nederlandse Cul
tuur.
HET is enigszins een te
leurstelling om het enige Van
Goghmuseum in de wereld te
Amsterdam binnen te gaan en
niets anders te zien dan het
gebouw". Aldus Alfr. Fran
kenstein in de San Francisco
Chronicle.
I KUNST per Koerier, de ti
tel van een tentoonstelling In
het Eindhovense POC, be-
itaande uit 130 stukken van
evenveel amateurkunstenaars
uit de Philipsbedrijven in het
gehele land.
t ANTON Pieck heeft een
tentoonstelling in het Autotron
in Drunen. Enkele honderden
houtsneden, etsen, droge
naaldtekeningen, illustratief
werk en weinig bekende reis-
tekeningen van deze 78-jarige
kunstenaar zijn er vanaf van
daag tot en met 2 december te
zien. Dagelijks van 13.00-17.00
uur; zaterdag en zondag van
11.00-17.00 uur. Entree f 4,-
voor volwassenen en f 2,- voor
kinderen.
0 Een van de COSA-zalen met een deel van de St.-Joost-inzending.
Kunstacademies komen meestal alleen in het nieuws
wanneer er rellen zijn. Op straat zijn de studenten ervan
meestal wel herkenbaar door hun verschijningsvorm. Maar
daar blijft de openbaarheid van een kunstacademie dan
ook bij. „Academische presentatie" heet de tentoonstelling,
die momenteel is ingericht in het informatie- en expositie
centrum „Ambachtelijke Vormgeving" van de Stichting
Centraal Orgaan voor het Scheppend Ambacht (C.O.S.A.)
aan de Oude Delft te Delft.
J Jijdschrift
HOLLANDS MAANDBLAD
311: „Vader Trophonios
en de Keer der Tijden" heet
het fragment uit de nieuwe,
nog te verschijnen roman van
Andreas Burnier. Daarin
treedt op Keizer Kat® Kallen-
der, die het Chinese volk wil
samenbundelen tot één mens
met miljoenen lijven, wier ik-
ken zouden zijn opgenomen in
het ene ik van het machtige
K.K. Ook J. Biesheuvel komt
met een nieuw verhaal: „Op
stapper", dat wel weer eens in
een bundel verhalen van zijn
hand zal verschijnen. Een op
vallende bijdrage is van Ar
nold Comelis: de Socio-Logi-
kus, het kermisverhaal tragi
komisch bewerkt en naverteld
in vijf taferelen met epiloog
De gedachten in deze afleve
ring zijn van Gerrit Konrij,
Margot H. de Hartog en Alain
sr. (H.M., Nobelstraat 27,
Deze tentoonstelling is ge
wijd aan recente eindexamen
werkstukken van studenten
van acht academies voor Beel
dende Kunst in Nederland,
waaronder St.-Joost te Breda.
Al is de presentatie wat één
zijdig, maar dat St.-Joost komt
mentaal en kwalitatief goed
voor de dag in vergelijking
met de zeven andere landelij
ke academies. Je krijgt op de
ze tentoonstelling toch wel een
bescheiden indruk van het
geen er zich achter de muren
van onze kunstacademies af
speelt.
Minister Van Kemenade
heeft de vorige week nog eens
gewezen op het belang van
een analyse van de onderwijs
doelstellingen voor het kunst
onderwijs. Met andere woor
den: waarmee ben je op een
kunstacademie bezig en waar
om? Welke functie moet het
kunstonderwijs hebben of zal
het kunnen hebben? Een door
timmerde analyse levert een
vluchtig bezoek aan deze ten
toonstelling niet op. Wel zijn
er een aantal bouwstenen te
vinden, die funderingen kun
nen leggen. De academies pre
senteren een spiegeltje van de
maatschappelijke onzekerheid
omtrent de functie van het
geen wij kunst plegen te noe
men. Een scala van principes,
die liggen tussen het emotio
nele purisme en het weten
schappelijk experimentele
vanuit „objectiviteit"; tussen
het l'art pour l'art en het zoge
naamde geëngageerde.
Hoe gevaarlijk deze onder
scheidingen zijn wordt al di
rect duidelijk bij de entree
van de tentoonstelling, waar
Rob Brandt (St.-Joost) zijn
keramische kerstkransjes,
schoenen, naaimachine, strijk
bouten, kunstgebitten etc. ten
toonstelt. Deze methode van
dissociatie, waarbij de afgods
beeldjes van onze welvaarts
cultuur een vervreemdend ac
cent krijgen, is toch een soort
geruststellende kunst-beoefe-
ning.
De vorm en niet het voor
werp wordt onderwerp van
beschouwing, temeer omdat
Rob Brandt technisch perfecte
werkstukken aflevert. De
kerstkransjes (van fondant)
kunnen gerust zijn. Van de
andere kant is de esthetische
pure kunst ook niet waarde
vrij, door de wijze waarop ex
pressie wordt aangebracht.
Het analyseren van onderwijs
doelstellingen bij het kunston
derwijs loopt dan ook het ge
vaar van dogmatisme wanneer
dit soort beschouwingen erbij
betrokken worden.
Wat overblijft: het technisch
ambachtelijke, de vaardigheid
om tot adequate uitdrukkings
vormen te komen. Een exposi
tie bij COSA is dan ook op
zijn plaats. Sinds haar oprich
ting in 1948 ontplooide de
stichting activiteiten ter be
vordering van de creatieve
ambachten en toegepaste
kunst. De sierlijk blanke en
„handzame" keramische plas
tieken van Lisette Brouwer en
de keramische plastieken van
Reinilda van Voorst, waarbij
ronde en gestileerde vormen
vaak leuke resultaten opleve
ren, vertegenwoordigen St.-
Joost dan ook goed vanuit de
ze gezichtshoek. Ook de struc
turen en situaties van Johan
Cornelissen, waarbij elemen
ten uit de conceptual-art
meespelen, presenteren St.-
Joost in die zin uitstekend.
Van de Bossche academie
maakt de inzending een nogal
traditionele indruk. Opvallend
zijn de acht geweven panelen
van Monique Nijsten en de
gesloten stenen vormen van
Hessel Kirkstra uit Bergen op
Zoom zijn perfecte werkstuk
ken. Maar het grote, met zeef
drukeffecten geschilderde pa
neel van Peter Verbeek sugge
reert wat het niet is (een
omschrijving voor kitsch). De
Academie voor Industriële
Vormgeving uit Eindhoven is
aanwezig met een aantal
schaakspelen van een dikwijls
wel verrassende uitvoering;
een schaakbord aan de muur
met prikstenen is op zijn
minst origineel. Bijzondere
aandacht verdient ook de toe
passing van een element door
Ton Fleskens, waarbij het uit
gangspunt een cel is; van
meerdere cellen krijgt men
een element met corresponde
rende vlakken en stukken die
in elkaar passen. Die elemen
ten kunnen dienen als plastie
ken en objecten, ais afschei
ding, als achterwand voor ex
posities, als stoel, als park
bank, als speelplastiek etc.
De Stadsacademie van
Maastricht levert niet veel
verrassingen op; opvallend is
wel de afdeling edelsmeden;
meer door haar aanwezigheid
dan originaliteit van de uitge
voerde stukken. Boeiend en
goed gedaan is de alternatieve
oplossing voor de bebouwing
van een straat te Enschede,
verzorgd door een zevental
studenten van de Academie
voor Kunst en Industrie te En
schede. Ook de Rijksacademie
van Beeldende Kunsten uit
Amsterdam toont een tweetal
planologische projecten; bo
vendien dient van deze acade
mie het grafische werk van
Lau Heidendael en Manuel
Menau genoemd te worden.
Bovendien zijn de Academie
voor Beeldende Kunsten te
Rotterdam en de Academie
voor Beeldende Kunsten Mi
nerva uit Groningen vertegen
woordigd met telkens een
tweetal studenten, waarvan de
beeldhouwkundige presenta
ties van J. H. Vos vermelding
verdienen.
De tentoonstelling Is dage
lijks, behalve zondags, tot en
met 17 november vrij te be
zichtigen van 9 tot 12.30 uui
en van 13.30 tot 17.30 uur.
H. E.
IRAAM-97: Een speciaal
iiUMier, helemaal gewijd aan
«Literatuur in discussie". De
pagina's werden volge
schreven door Jac. van Alphen
"it Oisterwijk, Vanuit de on-
ierwijs-situatie zijn doce
rende toon getuigt daarvan
schreef hij een aantal be
schouwingen rond de vraag
near de zin van het letterkun-
•eonderwijs. Van Alphen be
schouwt daarbij zijn relatie tot
ce literatuur niet op de eerste
plaats rationeel, maar emotio
neel. Hij stelt zich op tegen
een werkwijze, die het ver
schijnsel literatuur, dat bestaat
h'J de gratie van de subjectie-
"c leeservaring, als object los
*u maken van de subjectivi-
jet van de onderzoeker, en
oor een werkwijze, waarbij
ccco leeservaring mee als uit-
sangspunt wordt gekozen bij
)Cn onderzoek naar de relatie
™ssen lezer en tekst. De ver-
ffinjkende iiteratuur-weten-
rie vergelijkend-his-
nsche methode, aldus Van
™Phen, is een methode om
°r het onderzoek van het
■schijnse] literatuur irj we-
"relevante zaken een
tmïï van (literatuur-) we-
Schappelijke geldigheid te
j 'ei}er1. Het is duidelijk, dat
e,be"adering van literatuur
hems. arn van 7aak blijkt
schioa ?len' De literaire ge-
asWtn]ving als optelsom
kini» 'en van onderzoe
gen wordt hier versmald
sa r® geschiedenis van curio
"ordt literair historicus
AlnhL e?n. conservator. Van
schout- 1 zich bii deze be
CeHjkolng6n aan bij een du!
trenj .maatschappelijke
ten óm 3lch losmaakt van
es do llCtïerende wetenschap
de mJi 10ne!e beleving van
""ken r^1" functioneel wil
Icsnmnm lezenswaardig
Cracl>t24a UtreSt)a.m'
SIDDHARTHA is wel het
meest bekende en meest gele
zen boek van Herman Hesse.
Het werd geschreven in 1922,
maar het werd 50 tot 60 jaar
later pas echt populair. Alleen
in Amerika werden van Sidd-
hartha en Steppenwolf meer
dan twee miljoen exemplaren
verkocht. Hesse werd een
soort literaire uitdrukkings
vorm van een Nieuwe Genera
tie, die vanuit een tegencul
tuur op zoek is naar een stra
tegie van de ervaring. Wie
ben ik? Waar ga ik heen?
Waar kom ik vandaan? Wat
doe ik hier? Etc. Wanneer dan
door de Amerikaan CONRAD
ROOKS een film gemaakt is
van dit boek die binnenkort in
ons land gaat draaien, zullen
daar ongetwijfeld velen met
belangstelling en verwachting
naaf uitzien.
Voor mij werd de film een
gedeeltelijke teleurstelling. Ze
werd een poëtisch reportage
(de buitenkant van het boek),
waarbij weinig overkomt van
de geestelijke spanning die
het zoeken van nieuwe levens
waarden met zich meebrengt.
De film werkt zeker wat ont
nuchterend als je met mis
schien wat overtrokken waar
deringen voor Hesse en te ge
spannen verwachtingen rond
de Oosterse mystieke wereld
zit.
Siddharta werd door Rooks
helemaal in India gefilmd. Hij
deed dat samen met Sven
Nykvist, de Zweedse camera
man, die de films van Ingmar
Bergman de laatste vijftien
jaar allemaal heeft gefilmd.
De filmbeelden zijn dan ook
zeer poëtisch geladen, hetgeen
goed past bij de sfeer van
Hesses boek, en maken enkele
exotische delen van India tot
een bijna lijflijke ervaring.
Bovendien kon hij daarbij be
schikken over twee van Indi
a's grootste acteurs Shashi Ka
poor en de mooie Simi Gare-
wal en bijvoorbeeld over een
authentieke groep van sadhus,
die 'hun liederen en hymnes
zingen. Voor zover je kunt na
gaan ontbreekt het niet aan
een oorspronkelijke sfeer, al
wordt die er ook letterlijk met
de haren af en toe bij ge
sleept, hetgeen bij het slot tot
wat amateuristische enscene
ringen leidt.
Binnen deze entourage vind
je de dialogen terug, zoals
Hesse ze opschreef in zijn
boek Siddhartha. Dialogen
over de zin van het bestaan.
Alleen mis je dan de wezenlij
ke samenhang tussen tekst en
filmische illustratie. Op deze
manier is de film meer een
documentaire over het boek
geworden, dan een herbele
ving van binnenuit. Siddhar
tha is de geschiedenis van een
jongeman in India, op zoek
naar de 'zin van het leven. Ais
een soort Oosterse Franciscus
trekt hij door het land om
samen met de sadhus en later
levenshouding tot een ont-
levenshouding totmeen ont
kenning van de hem omrin
gende wereld te komen. Maar
het liefdesspel met de courti
sane Kanana en zijn functie
als schrijver van een rijke
koopman, confronteren hem
met een positieve waardering
voor een aantal levenswaar
den. Het lukt hem echter niet
om het nee- en ja-zeggen te
gen het leven met elkaar in
harmonie te brengen. Via het
bekende verhaal van Siddhar
tha met de veerman aan de
rivier, komt de bevinding dat
levenswijsheid niet geleerd
kan worden, noch dat de zin
van het menselijk bestaan ge
vonden kan worden door mid
del van intermenselijke rela
ties, maar dat alleen de zeer
persoonlijke, eigen instelling
dat van de eerste tot de laat
ste ervaring iedere mens zijn
eigen waarheid is; bewustwor
ding betekent herkenning
daarvan.
Afgezien van het feit of Je
het met deze levensinstelling
en het realiseren ervan hele
maal eens kunt zijn, biedt ze
voldoende interessante gege
vens om er door geobsedeerd
te raken. Via deze film wor
den een aantal van deze ge
dachten meegedeeld. Ik heb er
geen flauw idee van hoe groot
het publiek zal zijn dat daar
voor openstaat. Maar omdat
het hierbij op de eerste plaats
gaat om een levenshouding, en
niet zozeer om verbale infor
matie, vraag je je wel af of de
film niet aan de inhoud van
Siddhartha voorbij schiet
H.E.
„Elke menselijke ontmoeting
bevestigt of ontkent de waar
de van enkele of alle daarbij
betrokkenen. Geen enkele is
neutraal". (Thomas Sasz)
Toch leven we in een wereld
vol schijnvertoningen, waarbi
we onszelf en de anderen vooi
de gek trachten te houden
•,De verfijnde cultuur van hur,
kleding vormde de muren, hun
maniertjes vormden de tralies
van de cel. waarin hun natuur
besloten zat". Deze niet al te
willekeurige zin stamt uit dc
eerste roman van DIRK AY-
ELT KOOIMAN, met de gewild
ironische titel „EEN ROMAN
CE" (Uitgeverij De Harmonie
- f 14,50). Daarin bespeelt hij
op meesterlijke wijze het ac
tuele thema van de intermen
selijke relaties.
Hij doet dat niet hoogdra
vend, maar door een sterk van
binnenuit observerende be
schrijving van een opgepept
feestje, waarin alle bewuste
feestgangers van deze tijd
herkenningstekens zullen ont
dekken. De dodelijk afknap
pende sfeer in een taboegela-
ien bourgoisie-cultuur, waarin
alles gebeurt doordat er niets
gebeurt, raakt heel duidelijk
een probleem van deze tijd:
menselijke eenzaamheid,
waarover we de mond vol
hebben, maar die we afdekken
en bevestigen door allerlei
hoogstandjes in ons gedragspa
troon.
Begin en slot van de roman
staan als accolades rond de
vraag, die hij zich in het be
gin stelt: „Maar doe ik er,
vroeg ik me af, wel verstandig
aan, dat allemaal te formule
ren me het bewust te maken'
Nee realiseerde ik me
natuurlijk niet. Riskant..Want
er was een kracht die me,
juist op dat moment, aanspoor
de de chaos, het pandemonium
van beelden en associaties die
rotwinkel van mijn geheugen,
tot een ordening te brengen.
En dat onzalige bewustmaken
van mij zou me, wist ik, in
drijfzand lokken".
oek
Dat bewustmakingsproces
ïeeft te maken met vier perso
nen; de waarschijnlijk zeer
autobiografische ik, zijn al
thans uiterlijk maatschappe
lijk geslaagde oud-studiemak
ker Bomdal, en diens vrouw
van kruiperige dubbelzinnig
heid. „We waren in eenzaam
heid overgeleverd aan de mis
plaatste grap die wij bewust
zijn noemen".
De vier hebben ten dele een
gemeenschappelijk „verleden".
Gemeenschappelijk beleefde
gebeurtenissen, die het be
wustzijn, maar niet de hou
ding bepalen. Kooyman weet
dat heden en verleden op een
meesterlijke wijze met elkaar
te verstrengelen, waarbij de
hoofdfiguur wel rationeel
maar niet emotioneel weet te
reflecteren op die gebeurtenis
sen. Een situatie uit het verle
den, waarbij de ik-figuur met
Joyce en Bomdal met zijn zus
ter paarden, hangt als een Da-
mocles-zwaard boven het
Joyce en zuster Martha. Ze
ontmoeten elkaar weer na zes
jaar op een feest dat druipt
feest, maar door subtiele con
versaties worden de onder
huidse relaties onaantastbaar
gelaten. Wanneer tenslotte de
vier weer geïsoleerd in een
huis bij elkaar zijn een
soortgelijke situatie dus
kan er alleen maar gegist wor
den omtrent de aanleiding
hiertoe. Het verleden uitwis
sen door een herhaling? Het
blijft een optelsom zonder uit
komst. Een trein die steeds
voller wordt.
De wijze waarop Kooyman
deze sferen weet te karakteri
seren en in woorden weet te
vangen getuigen van een in
dringend vermogen om te ver
tellen en schede kijk op men
selijke reactiepatronen. Een
erg goed boek. waarvan we
hopen dat velen het lezen.
H.E
Waarom hebben, alle Belgen
een kromme rug? Vroeger zijn
ie Hollanders daarop naar hun
werk gereden. Dat is één van
ie befaamde Belgen-mopjes,
waarvan onlangs een zekere
Cornelis Heemstra zelfs een
boekje met de titel „Lachend
Holland" heeft samengesteld.
Een mop verbergt meestal
ets; vertelt meer over degene,
die hem vertelt, dan over de
gene die het slachtoffer van
«le mop is. De Belgen, de Vla
mingen, zijn bezig een stuk
minderwaardigheidsgevoel ten
opzichte van de Hollanders
van zich af te' schudden. Met
moppen proberen wij hen in
bedwang te houden. De mop
pen bedekken wederzijds een
stuk onbegrip. We begrijpen
elkaar nog maar slecht; zeker
wanneer wii als Nederlander
komen te staan tegenover een
verschijnsel als de Vlaamse
Beweging, die we meestal ge
lijkstellen met de taalstrijd.
Wat is (was) die Vlaamse Be
weging?
Deze week kwam het eerste
deel uit van de tweedelige
(1800 pagina's) ENCYCLOPE
DIE VAN DE VLAAMSE BE
WEGING. Voor een Nederlan
der een merkwaardig boek,
waarvan je denkt dat, behalve
Paardekoper en Gerard Knu-
velder (zelf een van de steek
woorden), zich wel niemaiv
dit boekwerk voor de prij
van 2.400 fr. zal aanschaffer
Wanneer de Vlaamse Bewe
ging als sociaal-culturele ge
schiedenis te boek wordt ge
steld, dan is ze daarmee te
vens historie geworden. Een
uitgever als Lannoo bevestigt
ota bene
dit nog eens met deze twee
turven voorzien van de strij
dende Vlaamse leeuw. De
Beweging is een fictieve bena-
groot deel nostalgie geworden.
En daarmee weet een uitgever
tegenwoordig wel raad; het
ligt goed op de markt. Boven
dien hebben de Vlamingen
hun kromme ruggen gestrekt;
de Hollanders glijden er nu af,
al was het maar bij het voet
ballen!
„De Vlaamse Beweging be
staat niet. De term Vlaamse
Beweging is een fictieve bena
ming van een samenspel van
factoren, een, vlechtwerk van
historische gebeurtenissen, die
door de beschouwer moedwil
lig geïsoleerd worden uit een
bredere context". Dat zei drs.
Ludo Simons namens de re
dactie van dit werk, die mede
werking heeft van 375 des
kundigen. Even later verklaar
de hij echter, dat de redactie
leefde in het voortdurend be
sef dat de opgang van het
Vlaamse volk in dit boek be
schreven moest worden, dit is
de ontwikkeling van een ver
pauperde, slavende massa van
hele of halve analfabeten tot
een welvarende en zelfbewus
te natie". Deze Vlaamse Be
weging, aldus Simons, werd
gedragen door taalminnaren en
gauchisten, door kapelaans en
godlochenaars, door anarchisti
sche dromers en berekende
economen, door schilders,
schrijvers, componisten en
door politici, door studenten en
magistraten, door nationalisten
en internationalisten, door ac
tivisten en passivisten, door
maximalisten en minimalis
ten.
De sociaal-culturele strijd
van het Vlaamse volk wordt
in beide delen aan de hand
van al deze ,,-isten" beschre
ven. Ongetwijfeld een belang
rijk historisch werk, waarvan
de emotionele betekenis je als
Nederlander toch wel een
beetje ontgaat. De glimmende
ogen in de gezichten van de
talrijke excellenties, monseig-
nori en vele andere „oudstrij
ders" in de Vlaamse Beweging
spraken tijdens de doop van
het boek een duidelijke taal.
„De Vlaamse Beweging als na
tionale beweging is de strijd
om de bewustmaking van de
Vlamingen een volk te zijn, en
om dit volksbestaan door de
KwzehfHMite
rautte
Vlaamse
tegenspelers erkend te zien",
aldus de redactie. Het bestaan
van de Vlamingen is niet meer
in moppen te vangen. Deze
encyclopedie is samengesteld
uit vele honderden kleine arti
kelen, die gewijd zijn aan per
sonen. instellingen, periodieke
en andere publicaties, die in
de Vlaamse Beweging een rol
speelden.
In onze persmap zat enkel
een klein katern, met de letter
K., uit de encyclopedie. Een
toevallige prik: Keersemaec-
ker, Jozef de, genesheer-neu-
roioog (Antwerpen 13 mei
1860 - Antwerpen 26 oktober
1931). Achter zijn naam lees
je dat deze arts tijdens de
Vlaamse strijd de wijk naar
Nederland heeft moeten ne
men (hij was overigens niet
de enige). Artsen-processen
zijn nog schering en inslag in
België. De vorige week kwam
er in Antwerpen nog een wa
terkanon aan te pas. Zou dan
de Vlaamse „beweging" nog
niet helemaal historie zijn ien
dit boekwerk nog te vroeg ge
schreven zijn?
eindredactie
henk egber*
Een kleurboek voor volwassenen is geen alledaags ver
schijnsel. Wanneer r dan toch een verschijnt, kun je verwachten,
dat het méér is dan een kleurboek alleen. Dat is dan ook het
geval met het TIBETAANSE TANTRA KLEURBOEK (Uitgeverii
Bert Bakker 6,90).
Ook al „geloof" je niet in de dieperliggende achtergronden van
de 20 grootbladige tekeningen, de rvaring wijst uit, dat het
inkleuren van deze wonderlijke en ingewikkelde afbeeldingen
een fascinerende bezigheid is. Het enige bezwaar is dat het papier
van een niet al te beste kwaliteit is.
De samensteller van het boek, Michael Bell, schrijft in zijn voor
woord o.a.„Tantra betekentdat wat kennis verbreidt.
De Tibetanen beschouwen deze afbeeldingen, die figuren uit de
Lamaïstische godenwereld voorstellen als heilig, terwijl wij
slechts een vage en nogal griezelige gewaarwording van hun
psychologische diepte kunnen krijgen. De prenten vertegen,
woordigen de verschillende bewustzijnsniveaus. Door mijn eigen
ervaringen met deze prenten heb ik ondervonden, dat ze zeer
levend zijn. In het tegenwoordige jargon zou je van deze drukken
kunnen zeggen „dat je er geweldig op kunt trippen".
Bell kreeg een collectie met drukblokken uit het Thangboche-
klooster, dicht bij de Mount Everest. De prenten spreken van een
exotische verfijning en een fantastisch realisme. Ze zijn zeer
gedetailleerd en wie het geduld heeft om aan de hand van de
kleurensleutel, die bij de eerste plaat wordt gegeven, kleurend
binnen de afbeeldingen binnen te dringen, kan iets proeven van
de achtergronden die uit de leefwereld van het Tantrische
Boeddhisme tevoorschijn komen. Iets voor een autoloze zondag.
Kleurviltstiften zijn daarbij het beste materiaal.