Kransjes voor en van Sint Joost VLAMINGEN MEER DAN MOP Met Hesse naar India Kooiman's „onzalige" bewustmakers ZONDER AUTO NAAR TIRET vrij,.. Kunstacademies presenteren zich in Delft UK i Zaterdag 3 november 1973 BOEKENBEURS te Ant- Tot 12 november in rtrP Bouwcentrum. Practisch ml Nederlandstalige uitgevers siiirenden boeken. Iedere ®e' en bijna doorlopend pro- ifrrma waarbij talrijke au- fSrijn te beluisteren. nE ARBEIDERS-dichters ft=' de Vries uit Dordrecht ^Pierre van Vollenhoven uit 2uordam die debuteerden de bundel Van Onder krijgen in december de Zuidhollandse cultuurprijs van f 3000,-. DIONNE Warwicke, ver tolkster van Burt Bacharach- Smposities, begint haar korte PER Vlaams gezin worden •r jaar elf boeken gekocht ter waarde van f .126,-. In zuidelijk Nederlandl is dat 13 hoeken per gezin voor f 112,-. Het prijsverschil ligt in het feit dat het Vlaamse gezin liever gebonden boeken koopt. WIM Kersten, schilderijen ,n Jan Verschoor, beeldhouw werk tot 10 december in de Amro-galerij in Amsterdam. I HAR Sanders laat zijn schilderijen, tekeningen en erafiek tot en met 23 decem ber zien in het Van Abbemu- seum in Eindhoven, a MAAK een lichaam van uw vlees! Slogan uit een bro chure van het Belgische mi nisterie voor Nationale Opvoe ding en Nederlandse Cul tuur. HET is enigszins een te leurstelling om het enige Van Goghmuseum in de wereld te Amsterdam binnen te gaan en niets anders te zien dan het gebouw". Aldus Alfr. Fran kenstein in de San Francisco Chronicle. I KUNST per Koerier, de ti tel van een tentoonstelling In het Eindhovense POC, be- itaande uit 130 stukken van evenveel amateurkunstenaars uit de Philipsbedrijven in het gehele land. t ANTON Pieck heeft een tentoonstelling in het Autotron in Drunen. Enkele honderden houtsneden, etsen, droge naaldtekeningen, illustratief werk en weinig bekende reis- tekeningen van deze 78-jarige kunstenaar zijn er vanaf van daag tot en met 2 december te zien. Dagelijks van 13.00-17.00 uur; zaterdag en zondag van 11.00-17.00 uur. Entree f 4,- voor volwassenen en f 2,- voor kinderen. 0 Een van de COSA-zalen met een deel van de St.-Joost-inzending. Kunstacademies komen meestal alleen in het nieuws wanneer er rellen zijn. Op straat zijn de studenten ervan meestal wel herkenbaar door hun verschijningsvorm. Maar daar blijft de openbaarheid van een kunstacademie dan ook bij. „Academische presentatie" heet de tentoonstelling, die momenteel is ingericht in het informatie- en expositie centrum „Ambachtelijke Vormgeving" van de Stichting Centraal Orgaan voor het Scheppend Ambacht (C.O.S.A.) aan de Oude Delft te Delft. J Jijdschrift HOLLANDS MAANDBLAD 311: „Vader Trophonios en de Keer der Tijden" heet het fragment uit de nieuwe, nog te verschijnen roman van Andreas Burnier. Daarin treedt op Keizer Kat® Kallen- der, die het Chinese volk wil samenbundelen tot één mens met miljoenen lijven, wier ik- ken zouden zijn opgenomen in het ene ik van het machtige K.K. Ook J. Biesheuvel komt met een nieuw verhaal: „Op stapper", dat wel weer eens in een bundel verhalen van zijn hand zal verschijnen. Een op vallende bijdrage is van Ar nold Comelis: de Socio-Logi- kus, het kermisverhaal tragi komisch bewerkt en naverteld in vijf taferelen met epiloog De gedachten in deze afleve ring zijn van Gerrit Konrij, Margot H. de Hartog en Alain sr. (H.M., Nobelstraat 27, Deze tentoonstelling is ge wijd aan recente eindexamen werkstukken van studenten van acht academies voor Beel dende Kunst in Nederland, waaronder St.-Joost te Breda. Al is de presentatie wat één zijdig, maar dat St.-Joost komt mentaal en kwalitatief goed voor de dag in vergelijking met de zeven andere landelij ke academies. Je krijgt op de ze tentoonstelling toch wel een bescheiden indruk van het geen er zich achter de muren van onze kunstacademies af speelt. Minister Van Kemenade heeft de vorige week nog eens gewezen op het belang van een analyse van de onderwijs doelstellingen voor het kunst onderwijs. Met andere woor den: waarmee ben je op een kunstacademie bezig en waar om? Welke functie moet het kunstonderwijs hebben of zal het kunnen hebben? Een door timmerde analyse levert een vluchtig bezoek aan deze ten toonstelling niet op. Wel zijn er een aantal bouwstenen te vinden, die funderingen kun nen leggen. De academies pre senteren een spiegeltje van de maatschappelijke onzekerheid omtrent de functie van het geen wij kunst plegen te noe men. Een scala van principes, die liggen tussen het emotio nele purisme en het weten schappelijk experimentele vanuit „objectiviteit"; tussen het l'art pour l'art en het zoge naamde geëngageerde. Hoe gevaarlijk deze onder scheidingen zijn wordt al di rect duidelijk bij de entree van de tentoonstelling, waar Rob Brandt (St.-Joost) zijn keramische kerstkransjes, schoenen, naaimachine, strijk bouten, kunstgebitten etc. ten toonstelt. Deze methode van dissociatie, waarbij de afgods beeldjes van onze welvaarts cultuur een vervreemdend ac cent krijgen, is toch een soort geruststellende kunst-beoefe- ning. De vorm en niet het voor werp wordt onderwerp van beschouwing, temeer omdat Rob Brandt technisch perfecte werkstukken aflevert. De kerstkransjes (van fondant) kunnen gerust zijn. Van de andere kant is de esthetische pure kunst ook niet waarde vrij, door de wijze waarop ex pressie wordt aangebracht. Het analyseren van onderwijs doelstellingen bij het kunston derwijs loopt dan ook het ge vaar van dogmatisme wanneer dit soort beschouwingen erbij betrokken worden. Wat overblijft: het technisch ambachtelijke, de vaardigheid om tot adequate uitdrukkings vormen te komen. Een exposi tie bij COSA is dan ook op zijn plaats. Sinds haar oprich ting in 1948 ontplooide de stichting activiteiten ter be vordering van de creatieve ambachten en toegepaste kunst. De sierlijk blanke en „handzame" keramische plas tieken van Lisette Brouwer en de keramische plastieken van Reinilda van Voorst, waarbij ronde en gestileerde vormen vaak leuke resultaten opleve ren, vertegenwoordigen St.- Joost dan ook goed vanuit de ze gezichtshoek. Ook de struc turen en situaties van Johan Cornelissen, waarbij elemen ten uit de conceptual-art meespelen, presenteren St.- Joost in die zin uitstekend. Van de Bossche academie maakt de inzending een nogal traditionele indruk. Opvallend zijn de acht geweven panelen van Monique Nijsten en de gesloten stenen vormen van Hessel Kirkstra uit Bergen op Zoom zijn perfecte werkstuk ken. Maar het grote, met zeef drukeffecten geschilderde pa neel van Peter Verbeek sugge reert wat het niet is (een omschrijving voor kitsch). De Academie voor Industriële Vormgeving uit Eindhoven is aanwezig met een aantal schaakspelen van een dikwijls wel verrassende uitvoering; een schaakbord aan de muur met prikstenen is op zijn minst origineel. Bijzondere aandacht verdient ook de toe passing van een element door Ton Fleskens, waarbij het uit gangspunt een cel is; van meerdere cellen krijgt men een element met corresponde rende vlakken en stukken die in elkaar passen. Die elemen ten kunnen dienen als plastie ken en objecten, ais afschei ding, als achterwand voor ex posities, als stoel, als park bank, als speelplastiek etc. De Stadsacademie van Maastricht levert niet veel verrassingen op; opvallend is wel de afdeling edelsmeden; meer door haar aanwezigheid dan originaliteit van de uitge voerde stukken. Boeiend en goed gedaan is de alternatieve oplossing voor de bebouwing van een straat te Enschede, verzorgd door een zevental studenten van de Academie voor Kunst en Industrie te En schede. Ook de Rijksacademie van Beeldende Kunsten uit Amsterdam toont een tweetal planologische projecten; bo vendien dient van deze acade mie het grafische werk van Lau Heidendael en Manuel Menau genoemd te worden. Bovendien zijn de Academie voor Beeldende Kunsten te Rotterdam en de Academie voor Beeldende Kunsten Mi nerva uit Groningen vertegen woordigd met telkens een tweetal studenten, waarvan de beeldhouwkundige presenta ties van J. H. Vos vermelding verdienen. De tentoonstelling Is dage lijks, behalve zondags, tot en met 17 november vrij te be zichtigen van 9 tot 12.30 uui en van 13.30 tot 17.30 uur. H. E. IRAAM-97: Een speciaal iiUMier, helemaal gewijd aan «Literatuur in discussie". De pagina's werden volge schreven door Jac. van Alphen "it Oisterwijk, Vanuit de on- ierwijs-situatie zijn doce rende toon getuigt daarvan schreef hij een aantal be schouwingen rond de vraag near de zin van het letterkun- •eonderwijs. Van Alphen be schouwt daarbij zijn relatie tot ce literatuur niet op de eerste plaats rationeel, maar emotio neel. Hij stelt zich op tegen een werkwijze, die het ver schijnsel literatuur, dat bestaat h'J de gratie van de subjectie- "c leeservaring, als object los *u maken van de subjectivi- jet van de onderzoeker, en oor een werkwijze, waarbij ccco leeservaring mee als uit- sangspunt wordt gekozen bij )Cn onderzoek naar de relatie ™ssen lezer en tekst. De ver- ffinjkende iiteratuur-weten- rie vergelijkend-his- nsche methode, aldus Van ™Phen, is een methode om °r het onderzoek van het ■schijnse] literatuur irj we- "relevante zaken een tmïï van (literatuur-) we- Schappelijke geldigheid te j 'ei}er1. Het is duidelijk, dat e,be"adering van literatuur hems. arn van 7aak blijkt schioa ?len' De literaire ge- asWtn]ving als optelsom kini» 'en van onderzoe gen wordt hier versmald sa r® geschiedenis van curio "ordt literair historicus AlnhL e?n. conservator. Van schout- 1 zich bii deze be CeHjkolng6n aan bij een du! trenj .maatschappelijke ten óm 3lch losmaakt van es do llCtïerende wetenschap de mJi 10ne!e beleving van ""ken r^1" functioneel wil Icsnmnm lezenswaardig Cracl>t24a UtreSt)a.m' SIDDHARTHA is wel het meest bekende en meest gele zen boek van Herman Hesse. Het werd geschreven in 1922, maar het werd 50 tot 60 jaar later pas echt populair. Alleen in Amerika werden van Sidd- hartha en Steppenwolf meer dan twee miljoen exemplaren verkocht. Hesse werd een soort literaire uitdrukkings vorm van een Nieuwe Genera tie, die vanuit een tegencul tuur op zoek is naar een stra tegie van de ervaring. Wie ben ik? Waar ga ik heen? Waar kom ik vandaan? Wat doe ik hier? Etc. Wanneer dan door de Amerikaan CONRAD ROOKS een film gemaakt is van dit boek die binnenkort in ons land gaat draaien, zullen daar ongetwijfeld velen met belangstelling en verwachting naaf uitzien. Voor mij werd de film een gedeeltelijke teleurstelling. Ze werd een poëtisch reportage (de buitenkant van het boek), waarbij weinig overkomt van de geestelijke spanning die het zoeken van nieuwe levens waarden met zich meebrengt. De film werkt zeker wat ont nuchterend als je met mis schien wat overtrokken waar deringen voor Hesse en te ge spannen verwachtingen rond de Oosterse mystieke wereld zit. Siddharta werd door Rooks helemaal in India gefilmd. Hij deed dat samen met Sven Nykvist, de Zweedse camera man, die de films van Ingmar Bergman de laatste vijftien jaar allemaal heeft gefilmd. De filmbeelden zijn dan ook zeer poëtisch geladen, hetgeen goed past bij de sfeer van Hesses boek, en maken enkele exotische delen van India tot een bijna lijflijke ervaring. Bovendien kon hij daarbij be schikken over twee van Indi a's grootste acteurs Shashi Ka poor en de mooie Simi Gare- wal en bijvoorbeeld over een authentieke groep van sadhus, die 'hun liederen en hymnes zingen. Voor zover je kunt na gaan ontbreekt het niet aan een oorspronkelijke sfeer, al wordt die er ook letterlijk met de haren af en toe bij ge sleept, hetgeen bij het slot tot wat amateuristische enscene ringen leidt. Binnen deze entourage vind je de dialogen terug, zoals Hesse ze opschreef in zijn boek Siddhartha. Dialogen over de zin van het bestaan. Alleen mis je dan de wezenlij ke samenhang tussen tekst en filmische illustratie. Op deze manier is de film meer een documentaire over het boek geworden, dan een herbele ving van binnenuit. Siddhar tha is de geschiedenis van een jongeman in India, op zoek naar de 'zin van het leven. Ais een soort Oosterse Franciscus trekt hij door het land om samen met de sadhus en later levenshouding tot een ont- levenshouding totmeen ont kenning van de hem omrin gende wereld te komen. Maar het liefdesspel met de courti sane Kanana en zijn functie als schrijver van een rijke koopman, confronteren hem met een positieve waardering voor een aantal levenswaar den. Het lukt hem echter niet om het nee- en ja-zeggen te gen het leven met elkaar in harmonie te brengen. Via het bekende verhaal van Siddhar tha met de veerman aan de rivier, komt de bevinding dat levenswijsheid niet geleerd kan worden, noch dat de zin van het menselijk bestaan ge vonden kan worden door mid del van intermenselijke rela ties, maar dat alleen de zeer persoonlijke, eigen instelling dat van de eerste tot de laat ste ervaring iedere mens zijn eigen waarheid is; bewustwor ding betekent herkenning daarvan. Afgezien van het feit of Je het met deze levensinstelling en het realiseren ervan hele maal eens kunt zijn, biedt ze voldoende interessante gege vens om er door geobsedeerd te raken. Via deze film wor den een aantal van deze ge dachten meegedeeld. Ik heb er geen flauw idee van hoe groot het publiek zal zijn dat daar voor openstaat. Maar omdat het hierbij op de eerste plaats gaat om een levenshouding, en niet zozeer om verbale infor matie, vraag je je wel af of de film niet aan de inhoud van Siddhartha voorbij schiet H.E. „Elke menselijke ontmoeting bevestigt of ontkent de waar de van enkele of alle daarbij betrokkenen. Geen enkele is neutraal". (Thomas Sasz) Toch leven we in een wereld vol schijnvertoningen, waarbi we onszelf en de anderen vooi de gek trachten te houden •,De verfijnde cultuur van hur, kleding vormde de muren, hun maniertjes vormden de tralies van de cel. waarin hun natuur besloten zat". Deze niet al te willekeurige zin stamt uit dc eerste roman van DIRK AY- ELT KOOIMAN, met de gewild ironische titel „EEN ROMAN CE" (Uitgeverij De Harmonie - f 14,50). Daarin bespeelt hij op meesterlijke wijze het ac tuele thema van de intermen selijke relaties. Hij doet dat niet hoogdra vend, maar door een sterk van binnenuit observerende be schrijving van een opgepept feestje, waarin alle bewuste feestgangers van deze tijd herkenningstekens zullen ont dekken. De dodelijk afknap pende sfeer in een taboegela- ien bourgoisie-cultuur, waarin alles gebeurt doordat er niets gebeurt, raakt heel duidelijk een probleem van deze tijd: menselijke eenzaamheid, waarover we de mond vol hebben, maar die we afdekken en bevestigen door allerlei hoogstandjes in ons gedragspa troon. Begin en slot van de roman staan als accolades rond de vraag, die hij zich in het be gin stelt: „Maar doe ik er, vroeg ik me af, wel verstandig aan, dat allemaal te formule ren me het bewust te maken' Nee realiseerde ik me natuurlijk niet. Riskant..Want er was een kracht die me, juist op dat moment, aanspoor de de chaos, het pandemonium van beelden en associaties die rotwinkel van mijn geheugen, tot een ordening te brengen. En dat onzalige bewustmaken van mij zou me, wist ik, in drijfzand lokken". oek Dat bewustmakingsproces ïeeft te maken met vier perso nen; de waarschijnlijk zeer autobiografische ik, zijn al thans uiterlijk maatschappe lijk geslaagde oud-studiemak ker Bomdal, en diens vrouw van kruiperige dubbelzinnig heid. „We waren in eenzaam heid overgeleverd aan de mis plaatste grap die wij bewust zijn noemen". De vier hebben ten dele een gemeenschappelijk „verleden". Gemeenschappelijk beleefde gebeurtenissen, die het be wustzijn, maar niet de hou ding bepalen. Kooyman weet dat heden en verleden op een meesterlijke wijze met elkaar te verstrengelen, waarbij de hoofdfiguur wel rationeel maar niet emotioneel weet te reflecteren op die gebeurtenis sen. Een situatie uit het verle den, waarbij de ik-figuur met Joyce en Bomdal met zijn zus ter paarden, hangt als een Da- mocles-zwaard boven het Joyce en zuster Martha. Ze ontmoeten elkaar weer na zes jaar op een feest dat druipt feest, maar door subtiele con versaties worden de onder huidse relaties onaantastbaar gelaten. Wanneer tenslotte de vier weer geïsoleerd in een huis bij elkaar zijn een soortgelijke situatie dus kan er alleen maar gegist wor den omtrent de aanleiding hiertoe. Het verleden uitwis sen door een herhaling? Het blijft een optelsom zonder uit komst. Een trein die steeds voller wordt. De wijze waarop Kooyman deze sferen weet te karakteri seren en in woorden weet te vangen getuigen van een in dringend vermogen om te ver tellen en schede kijk op men selijke reactiepatronen. Een erg goed boek. waarvan we hopen dat velen het lezen. H.E Waarom hebben, alle Belgen een kromme rug? Vroeger zijn ie Hollanders daarop naar hun werk gereden. Dat is één van ie befaamde Belgen-mopjes, waarvan onlangs een zekere Cornelis Heemstra zelfs een boekje met de titel „Lachend Holland" heeft samengesteld. Een mop verbergt meestal ets; vertelt meer over degene, die hem vertelt, dan over de gene die het slachtoffer van «le mop is. De Belgen, de Vla mingen, zijn bezig een stuk minderwaardigheidsgevoel ten opzichte van de Hollanders van zich af te' schudden. Met moppen proberen wij hen in bedwang te houden. De mop pen bedekken wederzijds een stuk onbegrip. We begrijpen elkaar nog maar slecht; zeker wanneer wii als Nederlander komen te staan tegenover een verschijnsel als de Vlaamse Beweging, die we meestal ge lijkstellen met de taalstrijd. Wat is (was) die Vlaamse Be weging? Deze week kwam het eerste deel uit van de tweedelige (1800 pagina's) ENCYCLOPE DIE VAN DE VLAAMSE BE WEGING. Voor een Nederlan der een merkwaardig boek, waarvan je denkt dat, behalve Paardekoper en Gerard Knu- velder (zelf een van de steek woorden), zich wel niemaiv dit boekwerk voor de prij van 2.400 fr. zal aanschaffer Wanneer de Vlaamse Bewe ging als sociaal-culturele ge schiedenis te boek wordt ge steld, dan is ze daarmee te vens historie geworden. Een uitgever als Lannoo bevestigt ota bene dit nog eens met deze twee turven voorzien van de strij dende Vlaamse leeuw. De Beweging is een fictieve bena- groot deel nostalgie geworden. En daarmee weet een uitgever tegenwoordig wel raad; het ligt goed op de markt. Boven dien hebben de Vlamingen hun kromme ruggen gestrekt; de Hollanders glijden er nu af, al was het maar bij het voet ballen! „De Vlaamse Beweging be staat niet. De term Vlaamse Beweging is een fictieve bena ming van een samenspel van factoren, een, vlechtwerk van historische gebeurtenissen, die door de beschouwer moedwil lig geïsoleerd worden uit een bredere context". Dat zei drs. Ludo Simons namens de re dactie van dit werk, die mede werking heeft van 375 des kundigen. Even later verklaar de hij echter, dat de redactie leefde in het voortdurend be sef dat de opgang van het Vlaamse volk in dit boek be schreven moest worden, dit is de ontwikkeling van een ver pauperde, slavende massa van hele of halve analfabeten tot een welvarende en zelfbewus te natie". Deze Vlaamse Be weging, aldus Simons, werd gedragen door taalminnaren en gauchisten, door kapelaans en godlochenaars, door anarchisti sche dromers en berekende economen, door schilders, schrijvers, componisten en door politici, door studenten en magistraten, door nationalisten en internationalisten, door ac tivisten en passivisten, door maximalisten en minimalis ten. De sociaal-culturele strijd van het Vlaamse volk wordt in beide delen aan de hand van al deze ,,-isten" beschre ven. Ongetwijfeld een belang rijk historisch werk, waarvan de emotionele betekenis je als Nederlander toch wel een beetje ontgaat. De glimmende ogen in de gezichten van de talrijke excellenties, monseig- nori en vele andere „oudstrij ders" in de Vlaamse Beweging spraken tijdens de doop van het boek een duidelijke taal. „De Vlaamse Beweging als na tionale beweging is de strijd om de bewustmaking van de Vlamingen een volk te zijn, en om dit volksbestaan door de KwzehfHMite rautte Vlaamse tegenspelers erkend te zien", aldus de redactie. Het bestaan van de Vlamingen is niet meer in moppen te vangen. Deze encyclopedie is samengesteld uit vele honderden kleine arti kelen, die gewijd zijn aan per sonen. instellingen, periodieke en andere publicaties, die in de Vlaamse Beweging een rol speelden. In onze persmap zat enkel een klein katern, met de letter K., uit de encyclopedie. Een toevallige prik: Keersemaec- ker, Jozef de, genesheer-neu- roioog (Antwerpen 13 mei 1860 - Antwerpen 26 oktober 1931). Achter zijn naam lees je dat deze arts tijdens de Vlaamse strijd de wijk naar Nederland heeft moeten ne men (hij was overigens niet de enige). Artsen-processen zijn nog schering en inslag in België. De vorige week kwam er in Antwerpen nog een wa terkanon aan te pas. Zou dan de Vlaamse „beweging" nog niet helemaal historie zijn ien dit boekwerk nog te vroeg ge schreven zijn? eindredactie henk egber* Een kleurboek voor volwassenen is geen alledaags ver schijnsel. Wanneer r dan toch een verschijnt, kun je verwachten, dat het méér is dan een kleurboek alleen. Dat is dan ook het geval met het TIBETAANSE TANTRA KLEURBOEK (Uitgeverii Bert Bakker 6,90). Ook al „geloof" je niet in de dieperliggende achtergronden van de 20 grootbladige tekeningen, de rvaring wijst uit, dat het inkleuren van deze wonderlijke en ingewikkelde afbeeldingen een fascinerende bezigheid is. Het enige bezwaar is dat het papier van een niet al te beste kwaliteit is. De samensteller van het boek, Michael Bell, schrijft in zijn voor woord o.a.„Tantra betekentdat wat kennis verbreidt. De Tibetanen beschouwen deze afbeeldingen, die figuren uit de Lamaïstische godenwereld voorstellen als heilig, terwijl wij slechts een vage en nogal griezelige gewaarwording van hun psychologische diepte kunnen krijgen. De prenten vertegen, woordigen de verschillende bewustzijnsniveaus. Door mijn eigen ervaringen met deze prenten heb ik ondervonden, dat ze zeer levend zijn. In het tegenwoordige jargon zou je van deze drukken kunnen zeggen „dat je er geweldig op kunt trippen". Bell kreeg een collectie met drukblokken uit het Thangboche- klooster, dicht bij de Mount Everest. De prenten spreken van een exotische verfijning en een fantastisch realisme. Ze zijn zeer gedetailleerd en wie het geduld heeft om aan de hand van de kleurensleutel, die bij de eerste plaat wordt gegeven, kleurend binnen de afbeeldingen binnen te dringen, kan iets proeven van de achtergronden die uit de leefwereld van het Tantrische Boeddhisme tevoorschijn komen. Iets voor een autoloze zondag. Kleurviltstiften zijn daarbij het beste materiaal.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 23