DEP 1959 KUNSTENAARS OP WEG NAAR NIEUW VERTREKPUNT Vernielingen bij NS nemen toe Luns: Europa moet defensie uitbouwen Voorlichting aan soldaten op nieuwe leest geschoeid zilveren balans een miljoen gulden aan prijzen vragen over bvd- eindhoven binnenland buitenland lessen diverse" ENTE AXEL Spoorwegrecherche uitgebreid PEUGEOT 15 r BEO n! wijzigingen voorbehouden 3 ITORIJLESSEN c 37,50 t losse lessen inbegrepen. Auto» ibinatie CENTRALE 45137 b.g.g. 49632. tel. 34097. Bergen 1. 36132. tel 5346. KLOEFKENSSCHIETING Dinsdag 11 sept. bij J Moor, Clinge-grens, 1-w gratis. Begin 15.00 uur. jende Pi- 15.00 EËNTE AXEL -an Axel maakt ter voldoe- Ide in artikel 31 van de W® rdening bekend, dat het be- ;rde Staten van 3 juli 19'* r.o. tot goedkeuring van bet koewacht", vastgesteld door neente Axel op 20 december is geworden, ngsplan ligt met ingang van ter gemeentesecretarie (bu' n) voor een ieder ter inzage. 1973. lurgemeester voornoemd, Oggel, (wnd.) n Axel maakt ter voldoening artikel 26 der Wet OP a bekend, dat met inga»| 1973 gedurende een maa'\ -ie (bureau algemene za*e"t' inzage zal liggen de eers t bestemmingsplan meenteraad in zijn openbare augustus 1973 werd vastg van dit plan zijn bij zwaren ingediend en by plan zijn in het ontwei ngebracht. Derhalve is n dit bestemmingsplan J>' ;erde Staten van Zeeland J" 973 rgemeester voornoemd, Oggel, (wnd.) Het jaar 1959 is voor alles dat van Fidel Ca stro geweest. Op nieuw jaarsdag immers nam de dictator Batista de be den. Het was ook het jaar van een toenemende ivedloop tussen Rusland en Amerika om de ruim te. Apen en konijnen vormden de voorhoede in deze strijd, waarin Loeniks, Discoverers en Explorers elkaar aflosten en de Verenigde Staten ecn organisatorische maatregel van verstrek kende betekenis namen: de hele staf militaire ruimtevaartdeskundi gen werd overgeheveld naar de burgelijke NA SA. Het was ook het jaar van De Gaulle, tot presi dent van de Franse Re publiek verheven, de vijfde in zijn eigen jaar telling. Binnenslands moeten we weer wat bittere Soekarno-pillen slikken. Niet alleen worden de Nederlandse onderne mingen in Indonesië ge nationaliseerd, maar Amsterdam raakt de ta bak- en theemarkten aan Bremen resp. Antwerpen kwijt. Nederland troost zich met de aankomst van de eerste balen ca cao uit Nieuw-Guinea. De toekomstkansen van de Gouden Delta worden geïnventariseerd in het Kreekrakplan, nog juist door Commissaris De Quay ontvouwd voor hij minister-president wordt en de Bredase burge meester Kortmann zijn opvolger, en het Zeeuw se ETI-rapport over Oos telijk Zeeuwsch-Vlaan- deren. Brabant verschiet daarbij van kleur: de zwart-geel-zwarte vlag wordt een rood-wit ge blokte. De regering De Quay Wijkt twee tijdelijke fi guren te bevatten: de minister van Defensie, de liberale Unllever- magnaat Sidney van.den Bergh, moet na een paar maanden alweer opkras sen omdat zijn liefdele ven de maatstaven van eljn confessionele coali tiegenoten niet kan doorstaan. En Volksge- zondheidsminister mr. dr. Ch. J.M.A. v. Rooy zal, op andere gronden, ook al geen blijvertje Wijken. De Quay zal bij de formatie al merken dat er 'n groep is die van plan is in de komende tijden meer van zich te laten horen: de kunste naars. Daarover dit arti kel. T)EGIN 1959 is prof. dr. De Quay bezig een nieuw kabinet in eikaar te timme ren. De Nederlandse kun stenaars laten daarbij op vallend hun stem horen. In de jaren zestig, de jaren van Marga Klompé, zullen zij zich steeds duidelijker presenteren. Aan De Quay schrijft de Nederlandse Fe deratie van Beroepsvereni gingen van Kunstenaars o.a. dat zij meent, dat „de ont wikkeling in Nederland in economisch en sociaal op zicht sinds de oorlog een beeld te zien geeft, waarbij de culturele ontwikkeling ernstig achtergebleven is. Het feit, dat de afdeling Kunsten op de rijksbegro ting ongeveer elf miljoen gulden bedraagt, dat wil zeggen, één gulden per in woner, spreekt voor zich zelf." De Quay neemt daar na, in zijn regeringsverkla ring op 26 mei, slechts één keer het woord „cultuur" in zijn mond. Nadat hij uitvoe rig het sociaal-economisch beleid heeft geschetst, komt het er als een vage kreet achteraan; toch nog een randverschijnsel. Niettemin begint in de jaren zestig een nieuw pro ces op dit terrein. Discus sies op gebied van kunst en cultuur en later spectacu laire acties, zoals de bezet ting van de zaal van De Nachtwacht in het Rijks museum, zijn kenmerkend. In 1960 maakt de kunste naar Constant Nieuwenhuis zijn New Babyion; een „stad" leefmilieu voor de creatieve, spelende mens (homo ludens) van de toe komst. Een soort visite kaartje aan het begin van deze jaren, waarin een nieuw levensgevoel zich openbaart- Er wordt gezocht naar een ander mensbeeld; er wordt geëxperimenteerd met nieuwe leef- en woon vormen. De functie van de kunst- cultuur zal in de jaren zestig scherper worden gesteld. Het naoorlogse ideaal om een elite cultuur te democrat seren „ook Jan-met-de-pet naar de schouwburg" wordt onder kend als een onhaalbare kaart. De horizontale en verticale cultuurspreiding worden gelei delijk omgebogen naar de kreet „de kunst van het volk"! De begrippen kunst en cultuur worden gerangschikt onder het begrip „welzijn", dat in die aren naast „welvaart" zoge- oemd „in" raakte. Wat is er n die jaren vee] op de kop gezet...op papier en met ne mond! Toch lijkt er een on miskenbare aanzet te zijn tot een nieuwe mens, een nieuw levensgevoelKunst en cultuur liggen het dichtst bij de mens: hebben te maken met zijn totale belevingswe reld. Daarom hebben alle ru moerige toestanden van de zestiger jaren te maken met zijn culturele bagage. De theo retische actiejarenzestig zul len in deze zeventiger en tach tiger jaren waarschijnlijk hun concrete doorwerking krij gen. Het was in 1964, dat Joop Beljon, directeur van do Aca demie van Beellende Kunsten in Den Haag. zijn boek „Bouwmeester van morgen" liet verschijnen. „In die jaren werd nogal meesmuilend gere ageerd op wat ik schreef", zegt hij nu. „Maar op dit mo ment krijgt het bijval". Beljon vindt dat de jaren zestig een aanloop tot levensverrijking zijn geweest. „Het leven is meer geërotiseerd; in de zin dat hout erotischer is dan plastic", meent hij. „We zijn wat losser gekomen van een calvinistische sfeer. Je ziet het aan bijvoorbeeld de informele kledij van nu. De kunst als zelfstandig verschijnsel is in die jaren wat verdwenen; er is een grotere wisselwerking tussen kunst en maatschappij ontstaan. Ik ben optimistisch: wat in de jaren zestig onder de grond zat, zal in de zeven tiger jaren naar boven komen, waarover in de jaren zestig enorm veel is gepraat, zal in de zeventiger jaren werkelijk heid worden". Maar wat te denken van de botte bezuinigingsbijl vam Von- hoff? Loopt de economie achter- Tien jaar nadat de Nederlandse kunstenaars een principiële verhoging van de rijksbijdrage %s kunst vroegen, gaan zij tot actie over. De nachtelijke bezetting van de zaal in het Rijks- Meum, waar Rembrandt's Nachtwacht hangt, was er een van. Maar in 1969 ging het niet in eerste plaats om geld, maar om erkenning van de junctie van de kunst in de samenleving. uit, dan zetten we het eerst net mes in de kunst; kunst is dus nog steeds een randver schijnsel, een luxe-artikel. Beljon; „Die samenhang zó, zal verdwijnen, naarmate we meer loskomen van dat calvi nistische levensgevoel. Onwil lekeurig wordt via de calvinis tische leer teruggang in de economie nog gezien als een straf Gods, als zonde. Kunst is dan „zonde van het geld", zeggen we heel typerend. Dat calvinistische levensge voel zal taaier blijken, dan de gebouwen waarin het beleden werd. De jaren zestig zijn ty perend voor het verdwijnen van de kerkenbouw en voor de afbraak van kerkgebouwen. In het begin der zestiger jaren was er nog een enorme activi teit op dat gebied. Werd er in tussen kunst en maatschappij. Een soort inter-faculteiten op dit gebied, zoals aan de uni versiteiten, zou waarschijnlijk verbetering brengen". Bij het toneel is die samen hang, of de noodzaak ervan, in de zestiger jaren misschien wat duidelijker naar voren ge komen. Rond '66 komt dat b.v. sterk tot uiting met een Thea ter Terzijde van Annemarie Prins die pionierswerk verrichtte. Daarna zijn Viet nam- en andere shows niet meer te tellen: het straatthea ter wordt actief, tomaten en rookbomnnen vliegeh door de schouwburg. Beljon: „Het to neel leeft veel meer dan de beeldende kunst bij de gratie van de crisis. Beeldende kunst is statischer; bezegelt toestan den. Het zou een winst voor '64 nog een subsidieregeling- kerkenbouw ingesteld, waarop 605 aanvragen binnenkwamen twee jaar later had men op het departement nog maar veertien aanvragen in behan deling. Voor de kunstenaars was er langzamerhand geen droog brood meer te verdienen aan het versieren van ker ken. In feite was de mens zich aan het losmaken van een geïnstutionaliseerd leven, om vanaf de nul-lijn tot een hero riëntatie te komen. In '67 schreef Geert Bekaert het boek „Kerkbouw op een keer punt". Hij concludeert o.a. „Er is een druikke schijnactiviteit geweest, maar in werkelijk heid hebben de kerkgemeen schappen in onze tijd helemaal niet meer „gebouwd" doch slechts een atavistische ge woonte voortglzet. De moder ne architectuur laat zien hoe de „goddeloze mens" van van daag naar een woord van Guar- din, nog altijd niet guleerd heeft te leven zonder God. De mens, die geen beeld van God meer bezit waarvoor en waarnaar hij monumenten kan chitectuur die niet voor de een reiligieus werkelij'kheids- bewustzijn) bouwt aan de „stad van de mens". De monu mentale opvatting van een ar- chitecteur die niet voor de mens, maar voor een abstrac tie bestaat. Maar voor repre sentaties van abstractie (of men ze nu God, Natie, Geld of Ontspanning noemt) is geen plaats meer in een democrati sche mensopvattiiig", aldus Bekaert. De demooratie, de inspraak bij het bouwen aan onze „ste den van de mens" is in de jaren zestig echter nog niet veel verder gekomen, dan een bewustwordingsproces bij een bepaald deel van de bevol king. „Er is in die jaren heel weinig architectuur ge pleegd", zegt Beljon. „Er was eerder sprake van een ver- technisering op onmenselijks schaal. Het was de tijd van het ontstaan van de Bijlmer meer-, Alexander- en andere polders. „Kapalistisehe gevel architectuur, opbergdozen". Verzet van mensen als Blom, Herdberger, Aldo van Eyck kon niet verhinderen, dat vrij wel alles wat we bouwden in die jaren een groot concentra tiekamp is. In de dorpen dreigt men hetzelfde te doen door de project-ontwikkelaars. Maar ik zie een kentering. Steeds meer mensen, die met de vormgeving van het leven bezig zijn, vinden elkaar om samen het maatschappelijke spel te spelen. Er gebeuren nu dingen, die toen, vijftien jaar geleden absoluut onmogelijk waren", aldns Beljon. Het onderwijs, en in dit ge val het kunstonderwijs, speel de daarbij een onruststokende, maar tevens bewustmakende rol. Beljon; „De academies waren verburgerlijkte institu ten geworden. Er is te autori tair op gereageerd; niet alleen door de ouderen, maar even goed door de jongeren. Al die onrust was niet zó nodig ge weest. De buitenwereld lachte om de acties van een BBK. De gemeenschappelijke vijand, die de kunst niet wil, is er alleen maar sterker door ge worden, Het is de pest, dat wij nog steeds geen mensen hebben, die kunst kunnen ver talen, die verstaanbaar weten te reageren op de samenhang de beeldende kunsten zijn, als ze zich bewust zouden worden van het feit dat ze de rol van de kerken voor een belangrijk deel hebben overgenomen. De behoefte aan een of andere openbaring blijft bij de men sen- aanwezig". In „Bouwmeesters van mor gen" schreef Beljon: „We zul len toch kwalijk nog enkele decennia kunnen doorgaan met het aanbidden van auto's en covermadonna's. Wij zijn op zoek naar een nieuwe religio siteit en naar het BEELD daar van en naar een huis, waarin die nieuwe religie kan wo nen. Beeldhouwkunst en ar chitectuur lopen beide voor uit op hun interpretatie. Zij zijn voorlopig zonder inhoud, Het wachten is op de mythe die hen bezwangert met bete kenis!! De jaren zestig worden dan ook gekenmerkt door een roep van „het publiek" naar de betekenis van de kunsten. Gewend als het was, dat de betekenis steeds duidelijk her kenbaar was, stond het in de kou, het had niet geleerd zelf betekenis aan iets te geven Moet de constatering, dat kunst een vorm van leven ;s, is die levensvorm zelf nog niet duidelijk! De bal wordt terug gespeeld. Chaos. Maar er staan prompt weer kunstenaars op. die de chaos gaan structureren; een „geordende chaos", willen, zoals Peter Schat en zijn col lectief in Labyrinth. Chaos. De tijd van af te lijnen kunstrichtingen en „scholen" is voorbij of beter: ze lopen dwars door elkaar heen. Toen in '62 de pop-art zijn gezicht liet zien, waren het in ons land mannen als Wim Schippers en Ger van Elk, die zich uitdagend op die wijze opstelden; tevens was het een reactie op de in de vijftiger jaren verafgode Co bra (Appel, Corneille, Luce- bert, Heyboer e.a.). De hiërar chische structuren, die in kerk en maatschappij in die jaren op de helling werden gezet krijgen rond '64 bij een figuur als Struyeken een beeldende evenknie. Lucassen, Dekkers, Van Golden en Woody van Amen met zijn nieuw realis tische assemblages bepalen een tijdlang het gezicht van de beeldende kunst. Bonnies komt met zijn symmetrische reliëfs en plastieken en Pieter Engels zaagt stoelen door In Aken vult Josenh Beuys een concertvleugel met bon bons. eikebladeren en waspoe- der om verstarde artistieke ge woonten te doorbreken. Lou-s Andriessen c.s. beginnen acties tegen de „bourgeoisie-mentali- JU'"i_van Concertgebouw. De harde acties, vinden ook hier weerklank. Rond '68 dient zich de situatie-kunst aan (b.v. Dibbets). Geen diri gisme meer van bovenaf, vet zet tegen het zoeken naar mo rele, sociale en culturele waarden, maar het beleven van emoties; daar gaat het dan om. Arte povera (arme kunst) process art, land art, conceptual art, een nieuw soort dadaïsme en surrealisme ...ga er maar aan staan. „Het volk" zelf moet het maar beleven. „Maar als je de dicatuur van het volk zou hebben, wil het dan nog kunst?", vraagt Beljon zich af. Of zit ten we nog m de brood- en spelenperiode? Als je de ontwikeling van de film in de sexy-sixties bekijkr, zou je het wel zeggen. De sad- movies van De Ridder m hel begin, of de doorbraaKpogin- gen van een man als Zwart jes-vergeet het maar. Pas als de formule van de zogenaam de harde sex doorbreekt, waarin meer bevroren wens dromen dan realiteit zichtbaar worden gemaakt, vindt deze tak van kunst weer aanslui ting bij het vo k, dat zich voorlopig nog op deze wijze moet bevrijden. Daargangsfase naar de erotiek in het leven waarover Beljon sprak. In die woelige zestiger jaren bleef minister Klompé als een sterke vrouw en als de eerste échte minister van cultuur in ons land overeind. Deze jaren zijn op beleidsniveau door haar bepaald. Beljon: „In deze kletsjaren van de kunstenaars, heeft Klompé vooral de liefda digheid beoefend: een sociaal beleid stond bij haar voorop". Bij zoveel ondu.de..jkheid in de artistieke beweging, kon ze waarschijnlijk moeilijk an ders. De Nederlanders hebben doorgaans gelaten en zittend in hun bankstellen het rumoer in het kunstenaarsweceldje via het tv-seherm over zich heen laten gaan. De financiële bovenlaag vain onze welvaarts maatschappij schafte zich daarbij de stoelen aan die al veertig jaar geleden werden ontworpen door Mies van de Rohe met zijn idealistische Bauhaus-ideeën. Ook de Riet veld-stoelen werden heront dekt: zitmeubelen van Saa- rinen, Bertoia e.a. brachten ui terlijk een nieuwe woonstijl. De middenmoot van de bevol king kon zichzelf in haar uni forme woonho'kken vergapen in het groeiend aantal Schoner Wohnen- en Avenue-achtige tijdschriften. De jongeren ech ter doken weg in zit-zakken en dergelijke zit-ligtoestanden of verwijderden de contact- blokkerende tafels uit hun ka mers. Brak in deze laatste woonsituaties iets door van een ander gedragspatroon, van een andere mens? De zestiger jaren, met hun Kabouters, Provo's als cultureel ver schijnsel, hebben handvatten ge- geven voor een nieuwe tijd, een cultureel andere mens. „Ik ben optimistisch", zegt Joop Beljon. HENK EGBERS DEN HAAG Het PSP- Kamerlid Van der Lek heeft de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken op heldering gevraagd over de wijze waarop al dan niet ver meende criminaliteit van uel Rode Jeugd te Eindhoven op-: gespoord e.g. geconstrueerd werd. Hij wil weten of een- minderjarige als BVD-agent is opgetreden en of aan deze een minizendertje werd gegeven om gesprekken af te luiste ren. Het Kamerlid informeert ook naar het opitreden van een BVD-contactman, die zich zou hebben bediend vn een valse legitimatie onder de naam J. de Roo. De heer Van der Lek wil weten of deze naam louter op toeval berust en vraagt of deze „originele" vondst geïn spireerd is op „Suske en Wis- ke". „Het Kamerlid suggereert in zijn vragen de betrokken ambtenaren ter afwisseling een „Arendsoog" ter lezing aan te bevelen, (Van een onzer verslagge vers) UTRECHT Het aantal moedwillige vernielingen aan eigendom. .1 van üe Neder landse Spoorwegen neemt ondanks verscherpt toezicht op de stations en in de trei nen nog steeds toe. Ruim tweederde van de aangerich te vernielingen bestaat uit het ingooien van ruiten van trainen en stationsgebouwen. De baldadigheid in de trei nen zelf richt zich hoofdza kelijk op het stuksnijden van de bekleding. Minister Westerterp (Ver keer en Waterstaat) kondig de dezer dagen aan, dat de Spoorwegrecherehe op steeds meer stations zal worden in gezet. Bij dit NS-poiitiekorps zelf heerst de verwachting, dat binnen niet al te lange tijd een halt toegeroepen kan worden aan veel moedwillige vernieling. Want de intensie vere controle en de verschij ning van meer geüniformeer de spoorwegpolitiemannen resulteerde reeds in een flin ke daling van het aantal ge vallen van agressie op stati ons en in treinen. De heer K.J. Bakker, plaats vervangend hoofd van de spoorweg-recherche, heeft daar wel een verklaring voor: „Agressief gedrag te gen reizigers en stations- en treinpersoneel speelt zich in de meeste gevallen in het bijzijn van meerdere mensen af. Als de spoorwe»rechercbe snel ter plaatse is, kan de dader meestal worden aange wezen. Met het aanrichten van vernielingen ligt dat an ders. Die worden bij voor keur begaan als niemand het ziet. Als we dan achteraf met de schade geconfron teerd worden .is het slecht zoeken naar de dader." De Spoorwegrecherche on derging de laatste vier jaar een sterke uitbreiding. De korpssterkte werd van 135 op 215 man gebracht. En deze uitbreiding vond uit sluitend plaats in de geüni formeerde sector. De spoor wegpolitiemannen in hun zwarte uniformen worden vooral op de grotere stations 'n opvallende verschijning. „De Nederlandse Spoorwegen zien dit optreden in de eer ste plaats als een service aan de reizigers, die zich veilig moeten kunnen blijven voe len op elk station. Maar ook het stations- en treinperso neel, dat niet zelden het mikpunt is van groepsagres- sie, profiteert daar bijzonder van. Hoe slagvaardiger wij kunnen optreden, des te va ker zullen lieden die wat kwaads in de zin hebben worden verrast en ontmoe- tigd", aldus de heer Bakker. Dat slagvaardiger optreden van de spoorwegrecherche wordt in de eerste plaats be werkstelligd door uitbreiding van het toezicht. Daarnaast hoopt men nog dit jaar het landelijke verbindingsnet tussen de zes rayons, geves tigd in Amsterdam, Rotter dam, Utrecht, Eindhoven, Zfrolle en Nijmegen gereed te hebben, waardoor de cen trale meidpost in Utrecht di rect contact kan opnemen met elke mobilofoonwagen van de spoorwegrecherche. „Dat is belangrijk", zegt de heer J. Brandsma van het berichtencentrum, „want stel dat er een groep zich agres sief gedraagt op een bepaald station, dan kan daar onmid dellijk een auto heen gediri geerd worden. Het gaat er om, dat we op tijd ter plaat se zijn. voordta de vogels gevlogen zijn. Hetzelfde geldt uiteraard voor het op vangen van een trein waar van de conducteur om assis tentie heeft verzocht." BRUSSEL (ANP) De se- cretaris-generaail van de NA VO, mr. J. Luns, meent dat de Europese landen van de NAVO (de Noordatlantische-verdrags- organisatie) hun aandeel in de defensie-inspanning nog aan zienlijk moeten vergroten. De secretaris-generaal van het At lantisch bondgenootschap zei dat op de 19e jaarvergadering van de „Atlantic Treaty Asso ciation", de overkoepelende organisatie van de „Atlantische Commissie" in de NAVO-Ian- den. Luns zei ook, dat de West- europese landen en de Vere nigde Staten een grotere in spanning moeten leveren om hun goede batrekkingen in stanid te houden. Voorts waar schuwde de NAVO-secretaris- generaad tegen de groeiende militaire macht van de Sovjet- Unie „waarvoor ook Ghina be- ■dluoht is". Grotere eenheid onder de Europese landen, met als uit vloeisel daarvan een uitge sproken Europese geest, kan een betreurenswaardige geest van wedijver en concurrentie veroorzaken, zo waarschuwde Luns. Dat probleem wordt des te acuter omdat de groeiende Europese eenheid enipersoon- lijkheid zich hoofdzakelijk voordoet op economisch vlak en niet op dat van de politieke eenwording en de defensie. DEN HAAG (ANP) Het ministerie van Defensie heeft de voorlichting aan dienst plichtigen op nieuwe leest ge schoeid. De periodieken „Ter Zee, Te Land en In de Lucht" „In Dienst" en „Veilig Kom pas" zijn vervangen door een serie van drie boekjes met in formatie over de militaire dienst vanaf de keuring tot en met de dienstverlating. De ti tels van de boekjes zijn „De Keuring", „De Opkomst" en „In Dienst". Het eerste boekje is be stemd aan degenen die voor de keuring worden opgeroe pen. Het bevat onder andere informatie over de keurings dag, over de mogelijkheden van vrijstelling en uitstel, over de indelingsmogelijkhe den, over de wet gewetensbe zwaren, en over de mogelijk heden die de dienstplicht en de vrijwillige dienstneming bieden. „De Opkomst" is bestemd voor de dienstplichtige die in middels is goedgekeurd. In dit boekje, dat enkele weken voor de opkomst aan de dienst plichtige wordt toegezonden, staat onder meer informatie over de inlijving, de mogelijk heden tot het verkrijgen van kostwinnersvergoeding, stude ren in militaire dienst, de mi litair sociale dienst en de geestelijke verzorging. Het derde boekje, „In Dienst", wordt uitgereikt aan alle in werkelijke dienst opgeroepen dienstplichtigen. Het geeft in formatie over onderwerpen als bewegingsvrijheid en verlof, geneeskundige verzorging en vrijetijdsbesteding. Ook wordt uitvoerig stilgestaan bij onder werpen die ten tijde van de dienstverlating voor de dienst plichtige van belang kunnen zijn, zoals arbeidsbemidde ling. „De Keuring", „De Op- lomst" en „In Dienst" zijn ge drukt in een oplage van res pectievelijk 120.000, 85.000 en 60.000 exemplaren. De boek jes, die jaarlijks zullen wor den bijgewerkt gaan ook naar instanties als de bureaus mili taire zaken van de gemeen ten. (ADVERTENTIE) krant p""e'actie (t.b.v. de Stichting Natuurbehoud en Natuurbeschermingseducatie) in deze

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 15