DEP
1959
KUNSTENAARS OP WEG
NAAR NIEUW
VERTREKPUNT
Vernielingen
bij NS
nemen toe
Luns: Europa moet
defensie uitbouwen
Voorlichting aan soldaten
op nieuwe leest geschoeid
zilveren balans
een miljoen gulden aan prijzen
vragen over
bvd-
eindhoven
binnenland
buitenland
lessen
diverse"
ENTE AXEL
Spoorwegrecherche uitgebreid
PEUGEOT
15
r
BEO
n!
wijzigingen voorbehouden
3
ITORIJLESSEN
c 37,50
t losse lessen
inbegrepen. Auto»
ibinatie
CENTRALE
45137 b.g.g. 49632.
tel. 34097. Bergen
1. 36132.
tel 5346.
KLOEFKENSSCHIETING
Dinsdag 11 sept. bij J
Moor, Clinge-grens, 1-w
gratis. Begin 15.00 uur.
jende
Pi-
15.00
EËNTE AXEL
-an Axel maakt ter voldoe-
Ide in artikel 31 van de W®
rdening bekend, dat het be-
;rde Staten van 3 juli 19'*
r.o. tot goedkeuring van
bet
koewacht", vastgesteld door
neente Axel op 20 december
is geworden,
ngsplan ligt met ingang van
ter gemeentesecretarie (bu'
n) voor een ieder ter inzage.
1973.
lurgemeester voornoemd,
Oggel, (wnd.)
n Axel maakt ter voldoening
artikel 26 der Wet OP a
bekend, dat met inga»|
1973 gedurende een maa'\
-ie (bureau algemene za*e"t'
inzage zal liggen de eers
t bestemmingsplan
meenteraad in zijn openbare
augustus 1973 werd vastg
van dit plan zijn bij
zwaren ingediend en by
plan zijn in het ontwei
ngebracht. Derhalve is
n dit bestemmingsplan J>'
;erde Staten van Zeeland J"
973
rgemeester voornoemd,
Oggel, (wnd.)
Het jaar 1959 is voor
alles dat van Fidel Ca
stro geweest. Op nieuw
jaarsdag immers nam de
dictator Batista de be
den. Het was ook het
jaar van een toenemende
ivedloop tussen Rusland
en Amerika om de ruim
te. Apen en konijnen
vormden de voorhoede
in deze strijd, waarin
Loeniks, Discoverers en
Explorers elkaar aflosten
en de Verenigde Staten
ecn organisatorische
maatregel van verstrek
kende betekenis namen:
de hele staf militaire
ruimtevaartdeskundi
gen werd overgeheveld
naar de burgelijke NA
SA.
Het was ook het jaar
van De Gaulle, tot presi
dent van de Franse Re
publiek verheven, de
vijfde in zijn eigen jaar
telling.
Binnenslands moeten
we weer wat bittere
Soekarno-pillen slikken.
Niet alleen worden de
Nederlandse onderne
mingen in Indonesië ge
nationaliseerd, maar
Amsterdam raakt de ta
bak- en theemarkten aan
Bremen resp. Antwerpen
kwijt. Nederland troost
zich met de aankomst
van de eerste balen ca
cao uit Nieuw-Guinea.
De toekomstkansen van
de Gouden Delta worden
geïnventariseerd in het
Kreekrakplan, nog juist
door Commissaris De
Quay ontvouwd voor hij
minister-president wordt
en de Bredase burge
meester Kortmann zijn
opvolger, en het Zeeuw
se ETI-rapport over Oos
telijk Zeeuwsch-Vlaan-
deren. Brabant verschiet
daarbij van kleur: de
zwart-geel-zwarte vlag
wordt een rood-wit ge
blokte.
De regering De Quay
Wijkt twee tijdelijke fi
guren te bevatten: de
minister van Defensie,
de liberale Unllever-
magnaat Sidney van.den
Bergh, moet na een paar
maanden alweer opkras
sen omdat zijn liefdele
ven de maatstaven van
eljn confessionele coali
tiegenoten niet kan
doorstaan. En Volksge-
zondheidsminister mr.
dr. Ch. J.M.A. v. Rooy
zal, op andere gronden,
ook al geen blijvertje
Wijken. De Quay zal bij
de formatie al merken
dat er 'n groep is die van
plan is in de komende
tijden meer van zich te
laten horen: de kunste
naars. Daarover dit arti
kel.
T)EGIN 1959 is prof. dr. De
Quay bezig een nieuw
kabinet in eikaar te timme
ren. De Nederlandse kun
stenaars laten daarbij op
vallend hun stem horen. In
de jaren zestig, de jaren
van Marga Klompé, zullen
zij zich steeds duidelijker
presenteren. Aan De Quay
schrijft de Nederlandse Fe
deratie van Beroepsvereni
gingen van Kunstenaars o.a.
dat zij meent, dat „de ont
wikkeling in Nederland in
economisch en sociaal op
zicht sinds de oorlog een
beeld te zien geeft, waarbij
de culturele ontwikkeling
ernstig achtergebleven is.
Het feit, dat de afdeling
Kunsten op de rijksbegro
ting ongeveer elf miljoen
gulden bedraagt, dat wil
zeggen, één gulden per in
woner, spreekt voor zich
zelf." De Quay neemt daar
na, in zijn regeringsverkla
ring op 26 mei, slechts één
keer het woord „cultuur" in
zijn mond. Nadat hij uitvoe
rig het sociaal-economisch
beleid heeft geschetst, komt
het er als een vage kreet
achteraan; toch nog een
randverschijnsel.
Niettemin begint in de
jaren zestig een nieuw pro
ces op dit terrein. Discus
sies op gebied van kunst en
cultuur en later spectacu
laire acties, zoals de bezet
ting van de zaal van De
Nachtwacht in het Rijks
museum, zijn kenmerkend.
In 1960 maakt de kunste
naar Constant Nieuwenhuis
zijn New Babyion; een
„stad" leefmilieu voor
de creatieve, spelende mens
(homo ludens) van de toe
komst. Een soort visite
kaartje aan het begin van
deze jaren, waarin een
nieuw levensgevoel zich
openbaart- Er wordt gezocht
naar een ander mensbeeld;
er wordt geëxperimenteerd
met nieuwe leef- en woon
vormen.
De functie van de kunst-
cultuur zal in de jaren zestig
scherper worden gesteld. Het
naoorlogse ideaal om een elite
cultuur te democrat seren
„ook Jan-met-de-pet naar de
schouwburg" wordt onder
kend als een onhaalbare kaart.
De horizontale en verticale
cultuurspreiding worden gelei
delijk omgebogen naar de
kreet „de kunst van het volk"!
De begrippen kunst en cultuur
worden gerangschikt onder het
begrip „welzijn", dat in die
aren naast „welvaart" zoge-
oemd „in" raakte. Wat is er
n die jaren vee] op de kop
gezet...op papier en met ne
mond! Toch lijkt er een on
miskenbare aanzet te zijn tot
een nieuwe mens, een
nieuw levensgevoelKunst
en cultuur liggen het dichtst
bij de mens: hebben te maken
met zijn totale belevingswe
reld. Daarom hebben alle ru
moerige toestanden van de
zestiger jaren te maken met
zijn culturele bagage. De theo
retische actiejarenzestig zul
len in deze zeventiger en tach
tiger jaren waarschijnlijk hun
concrete doorwerking krij
gen.
Het was in 1964, dat Joop
Beljon, directeur van do Aca
demie van Beellende Kunsten
in Den Haag. zijn boek
„Bouwmeester van morgen"
liet verschijnen. „In die jaren
werd nogal meesmuilend gere
ageerd op wat ik schreef",
zegt hij nu. „Maar op dit mo
ment krijgt het bijval". Beljon
vindt dat de jaren zestig een
aanloop tot levensverrijking
zijn geweest. „Het leven is
meer geërotiseerd; in de zin
dat hout erotischer is dan
plastic", meent hij. „We zijn
wat losser gekomen van een
calvinistische sfeer. Je ziet het
aan bijvoorbeeld de informele
kledij van nu. De kunst als
zelfstandig verschijnsel is in
die jaren wat verdwenen; er
is een grotere wisselwerking
tussen kunst en maatschappij
ontstaan. Ik ben optimistisch:
wat in de jaren zestig onder
de grond zat, zal in de zeven
tiger jaren naar boven komen,
waarover in de jaren zestig
enorm veel is gepraat, zal in
de zeventiger jaren werkelijk
heid worden".
Maar wat te denken van de
botte bezuinigingsbijl vam Von-
hoff? Loopt de economie achter-
Tien
jaar nadat de Nederlandse kunstenaars een principiële verhoging van de rijksbijdrage
%s kunst vroegen, gaan zij tot actie over. De nachtelijke bezetting van de zaal in het Rijks-
Meum, waar Rembrandt's Nachtwacht hangt, was er een van. Maar in 1969 ging het niet in
eerste plaats om geld, maar om erkenning van de junctie van de kunst in de samenleving.
uit, dan zetten we het eerst
net mes in de kunst; kunst is
dus nog steeds een randver
schijnsel, een luxe-artikel.
Beljon; „Die samenhang zó,
zal verdwijnen, naarmate we
meer loskomen van dat calvi
nistische levensgevoel. Onwil
lekeurig wordt via de calvinis
tische leer teruggang in de
economie nog gezien als een
straf Gods, als zonde. Kunst is
dan „zonde van het geld",
zeggen we heel typerend.
Dat calvinistische levensge
voel zal taaier blijken, dan de
gebouwen waarin het beleden
werd. De jaren zestig zijn ty
perend voor het verdwijnen
van de kerkenbouw en voor
de afbraak van kerkgebouwen.
In het begin der zestiger jaren
was er nog een enorme activi
teit op dat gebied. Werd er in
tussen kunst en maatschappij.
Een soort inter-faculteiten op
dit gebied, zoals aan de uni
versiteiten, zou waarschijnlijk
verbetering brengen".
Bij het toneel is die samen
hang, of de noodzaak ervan, in
de zestiger jaren misschien
wat duidelijker naar voren ge
komen. Rond '66 komt dat b.v.
sterk tot uiting met een Thea
ter Terzijde van Annemarie
Prins die pionierswerk
verrichtte. Daarna zijn Viet
nam- en andere shows niet
meer te tellen: het straatthea
ter wordt actief, tomaten en
rookbomnnen vliegeh door de
schouwburg. Beljon: „Het to
neel leeft veel meer dan de
beeldende kunst bij de gratie
van de crisis. Beeldende kunst
is statischer; bezegelt toestan
den. Het zou een winst voor
'64 nog een subsidieregeling-
kerkenbouw ingesteld, waarop
605 aanvragen binnenkwamen
twee jaar later had men op
het departement nog maar
veertien aanvragen in behan
deling. Voor de kunstenaars
was er langzamerhand geen
droog brood meer te verdienen
aan het versieren van ker
ken.
In feite was de mens zich
aan het losmaken van een
geïnstutionaliseerd leven, om
vanaf de nul-lijn tot een hero
riëntatie te komen. In '67
schreef Geert Bekaert het
boek „Kerkbouw op een keer
punt". Hij concludeert o.a. „Er
is een druikke schijnactiviteit
geweest, maar in werkelijk
heid hebben de kerkgemeen
schappen in onze tijd helemaal
niet meer „gebouwd" doch
slechts een atavistische ge
woonte voortglzet. De moder
ne architectuur laat zien hoe
de „goddeloze mens" van van
daag naar een woord van Guar-
din, nog altijd niet guleerd
heeft te leven zonder God.
De mens, die geen beeld van
God meer bezit waarvoor en
waarnaar hij monumenten kan
chitectuur die niet voor de
een reiligieus werkelij'kheids-
bewustzijn) bouwt aan de
„stad van de mens". De monu
mentale opvatting van een ar-
chitecteur die niet voor de
mens, maar voor een abstrac
tie bestaat. Maar voor repre
sentaties van abstractie (of
men ze nu God, Natie, Geld of
Ontspanning noemt) is geen
plaats meer in een democrati
sche mensopvattiiig", aldus
Bekaert.
De demooratie, de inspraak
bij het bouwen aan onze „ste
den van de mens" is in de
jaren zestig echter nog niet
veel verder gekomen, dan een
bewustwordingsproces bij een
bepaald deel van de bevol
king. „Er is in die jaren heel
weinig architectuur ge
pleegd", zegt Beljon. „Er was
eerder sprake van een ver-
technisering op onmenselijks
schaal. Het was de tijd van
het ontstaan van de Bijlmer
meer-, Alexander- en andere
polders. „Kapalistisehe gevel
architectuur, opbergdozen".
Verzet van mensen als Blom,
Herdberger, Aldo van Eyck
kon niet verhinderen, dat vrij
wel alles wat we bouwden in
die jaren een groot concentra
tiekamp is. In de dorpen
dreigt men hetzelfde te doen
door de project-ontwikkelaars.
Maar ik zie een kentering.
Steeds meer mensen, die met
de vormgeving van het leven
bezig zijn, vinden elkaar om
samen het maatschappelijke
spel te spelen. Er gebeuren nu
dingen, die toen, vijftien jaar
geleden absoluut onmogelijk
waren", aldns Beljon.
Het onderwijs, en in dit ge
val het kunstonderwijs, speel
de daarbij een onruststokende,
maar tevens bewustmakende
rol. Beljon; „De academies
waren verburgerlijkte institu
ten geworden. Er is te autori
tair op gereageerd; niet alleen
door de ouderen, maar even
goed door de jongeren. Al die
onrust was niet zó nodig ge
weest. De buitenwereld lachte
om de acties van een BBK. De
gemeenschappelijke vijand,
die de kunst niet wil, is er
alleen maar sterker door ge
worden, Het is de pest, dat
wij nog steeds geen mensen
hebben, die kunst kunnen ver
talen, die verstaanbaar weten
te reageren op de samenhang
de beeldende kunsten zijn, als
ze zich bewust zouden worden
van het feit dat ze de rol van
de kerken voor een belangrijk
deel hebben overgenomen. De
behoefte aan een of andere
openbaring blijft bij de men
sen- aanwezig".
In „Bouwmeesters van mor
gen" schreef Beljon: „We zul
len toch kwalijk nog enkele
decennia kunnen doorgaan met
het aanbidden van auto's en
covermadonna's. Wij zijn op
zoek naar een nieuwe religio
siteit en naar het BEELD daar
van en naar een huis, waarin
die nieuwe religie kan wo
nen. Beeldhouwkunst en ar
chitectuur lopen beide voor
uit op hun interpretatie. Zij
zijn voorlopig zonder inhoud,
Het wachten is op de mythe
die hen bezwangert met bete
kenis!! De jaren zestig worden
dan ook gekenmerkt door een
roep van „het publiek" naar
de betekenis van de kunsten.
Gewend als het was, dat de
betekenis steeds duidelijk her
kenbaar was, stond het in de
kou, het had niet geleerd zelf
betekenis aan iets te geven
Moet de constatering, dat
kunst een vorm van leven ;s,
is die levensvorm zelf nog niet
duidelijk! De bal wordt terug
gespeeld. Chaos. Maar er staan
prompt weer kunstenaars op.
die de chaos gaan structureren;
een „geordende chaos", willen,
zoals Peter Schat en zijn col
lectief in Labyrinth.
Chaos. De tijd van af te
lijnen kunstrichtingen en
„scholen" is voorbij of beter:
ze lopen dwars door elkaar
heen. Toen in '62 de pop-art
zijn gezicht liet zien, waren
het in ons land mannen als
Wim Schippers en Ger van
Elk, die zich uitdagend op die
wijze opstelden; tevens was
het een reactie op de in de
vijftiger jaren verafgode Co
bra (Appel, Corneille, Luce-
bert, Heyboer e.a.). De hiërar
chische structuren, die in kerk
en maatschappij in die jaren
op de helling werden gezet
krijgen rond '64 bij een figuur
als Struyeken een beeldende
evenknie. Lucassen, Dekkers,
Van Golden en Woody van
Amen met zijn nieuw realis
tische assemblages bepalen een
tijdlang het gezicht van de
beeldende kunst. Bonnies
komt met zijn symmetrische
reliëfs en plastieken en Pieter
Engels zaagt stoelen door
In Aken vult Josenh Beuys
een concertvleugel met bon
bons. eikebladeren en waspoe-
der om verstarde artistieke ge
woonten te doorbreken. Lou-s
Andriessen c.s. beginnen acties
tegen de „bourgeoisie-mentali-
JU'"i_van Concertgebouw.
De harde acties, vinden ook
hier weerklank. Rond '68
dient zich de situatie-kunst
aan (b.v. Dibbets). Geen diri
gisme meer van bovenaf, vet
zet tegen het zoeken naar mo
rele, sociale en culturele
waarden, maar het beleven
van emoties; daar gaat het dan
om. Arte povera (arme kunst)
process art, land art, conceptual
art, een nieuw soort dadaïsme
en surrealisme ...ga er maar
aan staan. „Het volk" zelf
moet het maar beleven.
„Maar als je de dicatuur van
het volk zou hebben, wil het
dan nog kunst?", vraagt Beljon
zich af. Of zit ten we nog m de
brood- en spelenperiode? Als
je de ontwikeling van de film
in de sexy-sixties bekijkr, zou
je het wel zeggen. De sad-
movies van De Ridder m hel
begin, of de doorbraaKpogin-
gen van een man als Zwart
jes-vergeet het maar. Pas als
de formule van de zogenaam
de harde sex doorbreekt,
waarin meer bevroren wens
dromen dan realiteit zichtbaar
worden gemaakt, vindt deze
tak van kunst weer aanslui
ting bij het vo k, dat zich
voorlopig nog op deze wijze
moet bevrijden. Daargangsfase
naar de erotiek in het leven
waarover Beljon sprak.
In die woelige zestiger jaren
bleef minister Klompé als een
sterke vrouw en als de eerste
échte minister van cultuur in
ons land overeind. Deze jaren
zijn op beleidsniveau door
haar bepaald. Beljon: „In deze
kletsjaren van de kunstenaars,
heeft Klompé vooral de liefda
digheid beoefend: een sociaal
beleid stond bij haar voorop".
Bij zoveel ondu.de..jkheid in
de artistieke beweging, kon ze
waarschijnlijk moeilijk an
ders.
De Nederlanders hebben
doorgaans gelaten en zittend
in hun bankstellen het rumoer
in het kunstenaarsweceldje via
het tv-seherm over zich heen
laten gaan. De financiële
bovenlaag vain onze welvaarts
maatschappij schafte zich
daarbij de stoelen aan die al
veertig jaar geleden werden
ontworpen door Mies van de
Rohe met zijn idealistische
Bauhaus-ideeën. Ook de Riet
veld-stoelen werden heront
dekt: zitmeubelen van Saa-
rinen, Bertoia e.a. brachten ui
terlijk een nieuwe woonstijl.
De middenmoot van de bevol
king kon zichzelf in haar uni
forme woonho'kken vergapen
in het groeiend aantal Schoner
Wohnen- en Avenue-achtige
tijdschriften. De jongeren ech
ter doken weg in zit-zakken
en dergelijke zit-ligtoestanden
of verwijderden de contact-
blokkerende tafels uit hun ka
mers. Brak in deze laatste
woonsituaties iets door van
een ander gedragspatroon, van
een andere mens? De zestiger
jaren, met hun Kabouters,
Provo's als cultureel ver
schijnsel, hebben handvatten ge-
geven voor een nieuwe tijd,
een cultureel andere mens. „Ik
ben optimistisch", zegt Joop
Beljon.
HENK EGBERS
DEN HAAG Het PSP-
Kamerlid Van der Lek heeft
de ministers van Justitie en
van Binnenlandse Zaken op
heldering gevraagd over de
wijze waarop al dan niet ver
meende criminaliteit van uel
Rode Jeugd te Eindhoven op-:
gespoord e.g. geconstrueerd
werd. Hij wil weten of een-
minderjarige als BVD-agent is
opgetreden en of aan deze een
minizendertje werd gegeven
om gesprekken af te luiste
ren.
Het Kamerlid informeert
ook naar het opitreden van een
BVD-contactman, die zich zou
hebben bediend vn een valse
legitimatie onder de naam J.
de Roo. De heer Van der Lek
wil weten of deze naam louter
op toeval berust en vraagt of
deze „originele" vondst geïn
spireerd is op „Suske en Wis-
ke". „Het Kamerlid suggereert
in zijn vragen de betrokken
ambtenaren ter afwisseling
een „Arendsoog" ter lezing
aan te bevelen,
(Van een onzer verslagge
vers)
UTRECHT Het aantal
moedwillige vernielingen aan
eigendom. .1 van üe Neder
landse Spoorwegen neemt
ondanks verscherpt toezicht
op de stations en in de trei
nen nog steeds toe. Ruim
tweederde van de aangerich
te vernielingen bestaat uit
het ingooien van ruiten van
trainen en stationsgebouwen.
De baldadigheid in de trei
nen zelf richt zich hoofdza
kelijk op het stuksnijden van
de bekleding.
Minister Westerterp (Ver
keer en Waterstaat) kondig
de dezer dagen aan, dat de
Spoorwegrecherehe op steeds
meer stations zal worden in
gezet. Bij dit NS-poiitiekorps
zelf heerst de verwachting,
dat binnen niet al te lange
tijd een halt toegeroepen kan
worden aan veel moedwillige
vernieling. Want de intensie
vere controle en de verschij
ning van meer geüniformeer
de spoorwegpolitiemannen
resulteerde reeds in een flin
ke daling van het aantal ge
vallen van agressie op stati
ons en in treinen.
De heer K.J. Bakker, plaats
vervangend hoofd van de
spoorweg-recherche, heeft
daar wel een verklaring
voor: „Agressief gedrag te
gen reizigers en stations-
en treinpersoneel speelt zich
in de meeste gevallen in het
bijzijn van meerdere mensen
af. Als de spoorwe»rechercbe
snel ter plaatse is, kan de
dader meestal worden aange
wezen. Met het aanrichten
van vernielingen ligt dat an
ders. Die worden bij voor
keur begaan als niemand het
ziet. Als we dan achteraf
met de schade geconfron
teerd worden .is het slecht
zoeken naar de dader."
De Spoorwegrecherche on
derging de laatste vier jaar
een sterke uitbreiding. De
korpssterkte werd van 135
op 215 man gebracht. En
deze uitbreiding vond uit
sluitend plaats in de geüni
formeerde sector. De spoor
wegpolitiemannen in hun
zwarte uniformen worden
vooral op de grotere stations
'n opvallende verschijning.
„De Nederlandse Spoorwegen
zien dit optreden in de eer
ste plaats als een service aan
de reizigers, die zich veilig
moeten kunnen blijven voe
len op elk station. Maar ook
het stations- en treinperso
neel, dat niet zelden het
mikpunt is van groepsagres-
sie, profiteert daar bijzonder
van. Hoe slagvaardiger wij
kunnen optreden, des te va
ker zullen lieden die wat
kwaads in de zin hebben
worden verrast en ontmoe-
tigd", aldus de heer Bakker.
Dat slagvaardiger optreden
van de spoorwegrecherche
wordt in de eerste plaats be
werkstelligd door uitbreiding
van het toezicht. Daarnaast
hoopt men nog dit jaar het
landelijke verbindingsnet
tussen de zes rayons, geves
tigd in Amsterdam, Rotter
dam, Utrecht, Eindhoven,
Zfrolle en Nijmegen gereed
te hebben, waardoor de cen
trale meidpost in Utrecht di
rect contact kan opnemen
met elke mobilofoonwagen
van de spoorwegrecherche.
„Dat is belangrijk", zegt de
heer J. Brandsma van het
berichtencentrum, „want stel
dat er een groep zich agres
sief gedraagt op een bepaald
station, dan kan daar onmid
dellijk een auto heen gediri
geerd worden. Het gaat er
om, dat we op tijd ter plaat
se zijn. voordta de vogels
gevlogen zijn. Hetzelfde
geldt uiteraard voor het op
vangen van een trein waar
van de conducteur om assis
tentie heeft verzocht."
BRUSSEL (ANP) De se-
cretaris-generaail van de NA
VO, mr. J. Luns, meent dat de
Europese landen van de NAVO
(de Noordatlantische-verdrags-
organisatie) hun aandeel in de
defensie-inspanning nog aan
zienlijk moeten vergroten. De
secretaris-generaal van het At
lantisch bondgenootschap zei
dat op de 19e jaarvergadering
van de „Atlantic Treaty Asso
ciation", de overkoepelende
organisatie van de „Atlantische
Commissie" in de NAVO-Ian-
den.
Luns zei ook, dat de West-
europese landen en de Vere
nigde Staten een grotere in
spanning moeten leveren om
hun goede batrekkingen in
stanid te houden. Voorts waar
schuwde de NAVO-secretaris-
generaad tegen de groeiende
militaire macht van de Sovjet-
Unie „waarvoor ook Ghina be-
■dluoht is".
Grotere eenheid onder de
Europese landen, met als uit
vloeisel daarvan een uitge
sproken Europese geest, kan
een betreurenswaardige geest
van wedijver en concurrentie
veroorzaken, zo waarschuwde
Luns. Dat probleem wordt des
te acuter omdat de groeiende
Europese eenheid enipersoon-
lijkheid zich hoofdzakelijk
voordoet op economisch vlak
en niet op dat van de politieke
eenwording en de defensie.
DEN HAAG (ANP) Het
ministerie van Defensie heeft
de voorlichting aan dienst
plichtigen op nieuwe leest ge
schoeid. De periodieken „Ter
Zee, Te Land en In de Lucht"
„In Dienst" en „Veilig Kom
pas" zijn vervangen door een
serie van drie boekjes met in
formatie over de militaire
dienst vanaf de keuring tot en
met de dienstverlating. De ti
tels van de boekjes zijn „De
Keuring", „De Opkomst" en
„In Dienst".
Het eerste boekje is be
stemd aan degenen die voor
de keuring worden opgeroe
pen. Het bevat onder andere
informatie over de keurings
dag, over de mogelijkheden
van vrijstelling en uitstel,
over de indelingsmogelijkhe
den, over de wet gewetensbe
zwaren, en over de mogelijk
heden die de dienstplicht en
de vrijwillige dienstneming
bieden.
„De Opkomst" is bestemd
voor de dienstplichtige die in
middels is goedgekeurd. In dit
boekje, dat enkele weken voor
de opkomst aan de dienst
plichtige wordt toegezonden,
staat onder meer informatie
over de inlijving, de mogelijk
heden tot het verkrijgen van
kostwinnersvergoeding, stude
ren in militaire dienst, de mi
litair sociale dienst en de
geestelijke verzorging. Het
derde boekje, „In Dienst",
wordt uitgereikt aan alle in
werkelijke dienst opgeroepen
dienstplichtigen. Het geeft in
formatie over onderwerpen als
bewegingsvrijheid en verlof,
geneeskundige verzorging en
vrijetijdsbesteding. Ook wordt
uitvoerig stilgestaan bij onder
werpen die ten tijde van de
dienstverlating voor de dienst
plichtige van belang kunnen
zijn, zoals arbeidsbemidde
ling.
„De Keuring", „De Op-
lomst" en „In Dienst" zijn ge
drukt in een oplage van res
pectievelijk 120.000, 85.000 en
60.000 exemplaren. De boek
jes, die jaarlijks zullen wor
den bijgewerkt gaan ook naar
instanties als de bureaus mili
taire zaken van de gemeen
ten.
(ADVERTENTIE)
krant p""e'actie (t.b.v. de Stichting Natuurbehoud en Natuurbeschermingseducatie) in deze