Vrijuit blozen
Rode bes
Beste oppassers
Tandenstokers
Extra vakantie
Jlet leven van prostitué Neel Doff wordt
verfilmd, her-ontdekker Wim Zaal zegt:
Schandaalfilm
Eenzijdige nadruk
Ellendige jeugd
Losgeslagen leven
Een baard
is
vaak
praktisch
Goed goed. Misschien is
het op de allereerste
plaats ijdelheid, dat sora-
mlge mannen doet be-
t sluiten een baard te la-
si ten staan. Maar heeft V
wel eens nagedacht over
at het praktische nnt Tan
*s ro'n struikgewas op Je
gt kin en belendende ge-
St laatsdelen?
St Frans de Ligt, self eige-
St naar van 'n flinke pink,
St heeft eens wat voordelen
st op een rij geset.
DE STEM ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1973
Een kennis zei laatst op mis
prijzende toon plotseling te
gen me: „Waarom wil je
nou per se als een baardaap
door het leven gaan?".
Die kennis bracht onder
woorden wat ik veel ogen
zie denken. Hoewel Christus,
Jan en Alleman door de
eeuwen heen met baarden
hebben rondgelopen, hebben
veel burgers van deze tijd
moeite met iets vanzelfspre
kends als een baard.
Omdat ik afgeleerd heb op
te boksen tegen ingeroest
maatschappelijk vooroordeel
en estetische drogredenen,
die baardhaters bezielen, zou
ik die vraag van mijn ken
nis eens vanuit een iedereen
aansprekende gezichtshoek
willen beantwoorden: EEN
BAARD IS ONGELOOF
LIJK PRAKTISCH.
Voorbeelden? Ik heb er
maar zat.
Een baard beschermt het
gelaat tegen snijdende kou
(dat begrijpt iedereen) en.
wat zeker zo belangrijk is,
tegen hete stralen van de
zon. Hoe dat laatste precies
in elkaar steekt, weet ik
niet. Als TJ het niet gelooft
moet U het maar eens aan
een natuurkundige of al die
andere baarddragers vragen.
Een baard is een uitstekende
camouflage voor gevoelens,
die loskomen wanneer je je
pijnlijk betrapt voelt en die
je het liefst zou willen ver
bergen. Met een baard kun
je vrijuit blozen. Niemand
die het ziet. Als je een op
merking van een ander of
een situatie waarin je je be
vindt wilt verbijten, dan
gaat dat uitstekend wanneer
je een baard hebt. Niemand
heeft er namelijk erg in dat
je kaakspieren gespannen
staan. Moet je bij gladge
schoren mannen eens kijken.
Ik kan in mijn baard lachen
zodat ik mijn vuist tegelij
kertijd ergens anders voor
gebruiken kan.
Wanneer een filmproducer
vandaag naar me toe zou ko
men met de vraag of ik de
rol van Plato, Karei de
Grote en Hendrik de Acht
ste (om maar een paar na
men te noemen) zou willen
vertolken, dan zouden we
morgen kunnen beginnen.
Iemand die geen baard heeft
zou toch maar mooi moeten
zeggen: „Graag, maar kunt
U een half jaartje wachten
tot ik een béétje op die fi
guur lijk?"
Met een baard geniet je veel
langer van eten en drinken
dan wanneer alles rond je
mond weggeschoren is. Wan
neer ik als toetje vanille
pudding heb gehad herinnert
een geur in mijn snorharen
me er geruime tijd later nog
aan hoe lekker het wel was.
Als ik een biertje drink
klampt de manchet zich een
poosje vast aan mijn snor.
Behalve dat dit een aange
naam koel gevoel geeft (aan
genomen tenminste dat het
bier op de juiste tempera
tuur uit de tapkast is ge
vloeid) wordt het schuim
langzaam omgezet in bier-
druppels, die ik met tussen
pozen naar binnen zuig. Je
geniet dus eigenlijk dubbel-
Waarom een baard zo praktisch is? Nou kijk, een naar half
zes lopend kinderpartijtje kun je bijvoorbeeld nieuw leven
inblazen door een heel doosje tandenstokers in baard, snor en
wenkbrauwen te steken
op wanneer je ergens een
pintje pakt.
En wat te denken van die
rode bes, die ik drie uur na
dat ik een bakje van dat
verrukkelijke spul naar bin
nen had gewerkt bij verras
sing aantrof in de onderste
regionen van mijn baard? Ik
zeg maar zo: wie wat be
waart, die heeft wat.
Voor mensen met wijduit-
staande oren is een baard
een uitkomst. Deze mensen
kunnen het potlood of de
ball-point, die ze eigenlijk
achter hun oor hadden wil
len parkeren, zonder angst
voor verlies in hun baard
steken.
Een baard verricht wonde
ren in de ogen van kinde
ren. Krijsende baby's zijn
uit ontzag of uit angst op
slag stil wanneer ik mijn be
baarde hoofd boven de wieg
laat verschijnen.
Kleuters, die een beetje moe
en uitgespeeld zijn en daar
om het door iedere vader en
moeder gevreesde punt na
deren dat ze stierlijk verve
lend worden, kan ik nog ge
ruime tijd zoet houden door
hun mijn baard aan te bie
den. Kinderen vinden het,
ook al zijn ze moe, namelijk
heerlijk om met hun tengel -
tjes in een mannebaard te
ravotten, snorhaartjes uit te
trekken, baardharen om hun
vingers te winden of baard-
strelend in slaap te vallen.
Mannen met baarden zijn
daarom onbetwist de beste
oppassers voor lastige kleu
ters.
Ik kan een naar half zes lo
pend kinderpartijtje weer
nieuw leven in blazen door
een heel doosje tandensto
kers in baard, snor en wenk
brauwen te steken. De hele
operatie kan ik uitsmeren
over een kwartier tot twin
tig minuten. De aandacht
blijft gegarandeerd tot het
laatst gespannen omdat nie
mand ook maar één moment
gelooft dat het me werkelijk
zal lukken. Het succes, dat
ik tot nu toe bij kinderen
met deze voorstelling heb
gehad, heeft mij doen be
sluiten de act ook eens uit
te proberen op feestjes en
partijen in mijn kennissen
kring.
De baard heeft een stimule
rende invloed op de wat in
tiemere relaties tussen man
en vrouw. Wanneer een man
met een baard een vrouw
omhelst, geeft dat een on
miskenbaar prikkelend ef
fect, dat aan gene zijde van
de baard met een lichte,
doch aangename en in ieder
geval veelbelovende huive
ring wordt ervaren. In dit
verband mag wel eens ge
wezen worden op het diep
gaande, voor het nageslacht
zegenrijke liefdeleven, dat
met name de baardapen
hebben ontwikkeld.
Nou, dat was het wel.
Nee, toch niet.
Met een baard kun je elke
ochtend een kwartier langer
in bed blijven omdat je je
niet hoeft te scheren. Drie-
honderdvijfenzestig kwartier
Dat is iets meer dan 91
uur.' Een normale werkweek
duurt 45 uur. Geef je jezelf
toch maar op slag twee we
ken extra vakantie wanneer
je besluit je baard te laten
staan.
TEKST:
FRANS DE LIGT
FOTO:
DICK DE BOER
Auteur Wim Zaal houdt zijn hart vast, want Rob Houwer, de koning van
je Nederlandse lichtzinnige film („Haar van Boven", „Turks Fruit")
gssï een film maken over de prostitué-schrijfster Neel Doff. Wim Zaal
is de eerste om toe te geven, dat er een prachtige film zit in het leven
van deze lichtzinnige dame, maar Rob Houwer en zijn liefde voor rinke
lende kassa's kennende, vreest hij het ergste. In een gesprek met Henk
Egbers verklaart hij zijn angst.
Als dat
maar
goed gaat
0 Ai eel Dode tippelaarster, die stierf als een "grande dame".
rge leeftijd bracht ze Neel naar
een bordeel om de kost voor
thuis te verdienen; haar oudere
zuster zat er al. Vader verdien
de f 3,- in de week; de huur
van het huis bedroeg f 1,— per
week. Toch probeerde het gezin
nog fatsoenlijk te zijn. Neel po
seerde als. model voor schilders,
waarna het bed van een schil
der altijd nog fatsoenlijker was
dan dat in een bordeel. De gro
te verandering in haar leven
bracht Fernand Brouez, in
Keetje Tippel André genoemd.
Hij zou haar grote liefde blij
ven. Zij hertrouwde, nadat Fer
nand jong was gestorven, met
de Antwerpse advocaat Séri-
giers en woonde in Antwerpen
en Brussel. Maar toen Neel in
Tekst:
HENK EGBERTS
Als Wim Zaal ergens geen be
hoefte aan heeft is het een soort
schandaalfilm rond Neel Doff.
Hij is dan ook erg nieuwsgierig
naar het slot van de film, om
dat haar leven zo weinig spec
taculair is geëindigd.
"Ook kreeg ik ettelijke brie
ven", vertelt Wim Zaal, „van
dames uit bejaardentehuizen
met een ellendige jeugd, die
dat op wilden schrijven. Ben er
vaak persoonlijk heen gereisd
om hen dat uit het hoofd te
praten". Want Wim Zaal is van
mening, dat het maar weinigen
gegeven is om dergelijke jeugd
verhalen zó oprecht te noteren.
In het komende jaar verzorgt
hij nog de uitgaven van een
bundel met een zestal verhalen
van Neel Doff. Daar is een ver
haal bij over haar broertje;
over een meisje (vriendin?) in
een bordeel e.d. „En dan is het
afgelopen met Neel Doff", zegt
hij. Er moeten ook andere din
gen gebeuren. Zo verschijnt er
binnenkort eveneens bij Meu-
lenhoff een door hem verzorg
de uitgave (erg mooi) van "Dag
boek en brieven van de 19e
eeuwse schilder Gerard Bilders"
(ongeveer 1860 op 26-jarige leef
tijd gestorven). Te vergelijken
met de brieven van Van Gogh.
En bij de Arbeiderspers liggen
drukklaar „Geheime gedichten"
als vervolg op „Geliefde Ge
dichten". Speurend in de ge
schiedenis ontdekt Wim Zaal
interessante zaken, die veelal
over het hoofd gezien worden.
Eén daarvan was de geschie
denis van Neel Doff. Deze ont
dekking is duidelijk veel men
sen en nu ook filmproducen
ten aangenaam geweest.
der literatuur. Maar zonder
veel succes. Ze vertaalde in het
Frans Felix Timmermans en
Carry van Bruggen en begon
ook met de vertaling van Cou
perus (Van oude mensen de
dingen die voorbijgaan). Dat gaf
ze maar op.
„Ik heb in de krant gelezen,
dat naar aanleiding van de
toeken van Neel Doff, door Rob
Houwer en Paul Verhoeven een
film gemaakt wordt. Ook in de
krant heb ik gelezen, dat Ge
rard Soeterman in december
het scenario klaar moet heb
ben". Dat zegt Wim Zaal, die
de schrijfster Neel Doff heront
dekt heeft voor ons land. In '70
verzorgde hij de Nederlandse
uitgave van „Dagen van honger
en ellende" dat nu bijna aan
een vierde druk toe is en
vorig jaar stelde hij uit de boe
ken „Keetje" en „Keetje Trot-
tin" het boek „Keetje Tippel"
samen, waarvan nu een tweede
druk verschenen is. Waarom
die grote belangstelling voor de
memoires van dit Nederlandse
pauperskind, dat aanvankelijk
in leven bleef met het vak „tip
pelen" en in 1942 te Brussel
stierf als grande dame?
Wim Zaal herinnert zich de
rel, die er onlangs in Bugge-
num bij Roermond geweest is,
toen de gemeente besloot een
straat te noemen naar Neel
Doff. Zij werd daar in 1858 ge-
koren. „Dat ging toch niet; een
straatnaam voor een hoer.In
Brussel wordt nu ook een straat
Mar haar genoemd. Het is dan
ook niet zo verwonderlijk, dat
Wim Zaal zich afvraagt hoe de
makers van films als „Haar van
hoven" en „Turks Fruit" tegen
Neel Doff aankijken. Of de ac
centen van haar pure geschrif
ten geen al te eenzijdige nadruk
zullen krijgen. Hij vraagt zich
ah „Is het hoerenbestaan van
Neel Doff, zoals ze dat zelf
weergeeft dat wil zeggen:
van binnenuit als slachtoffer
wel weer te geven? Het gevaar
hestaat, dat haar materiaal ge
bruikt wordt als een erotisch
opkikkertje. De figuur is veel
belangrijker dan de verhaal
tjes; het materiaal. Een ander
Probleem is de lokaties", zegt
Zaal. „Waar vind je zulke slop-
Pen nog, als waar zij in ge
woond heeft? Misschien in
Zuid-Amerika. Onlangs ben ik
n°g eens op zoek geweest in een
zpstraat van de Haarlemmer
straat in Amsterdam en vond
Paar nog restanten van oude
s'°PPen, waaruit je je een voor
stelling kon maken, hoe Neel
Paar gewoond heeft".
Neel Doff schreef geen schan-
Paalverhalen over haar jeugd,
maar purp ingetogen „reporta-
8es zonder te dramatiseren.
film kan", aldus Zaal, „ei-
?enl>jk alleen maar een docu
mentaire worden, anders be-
"aat er grote kans dat het on
geloofwaardig wordt. Met een
0rreltje romantiek geloof je
er niet meer in; zo erg wa
ren de toestanden, die ze be
schreef. Neem b.v. het verhaal
over de overstroming in hun
kelderwoning aan de Utrecht
sedwarsstraat. Neel Doff: „Een
stank van verrotting vervulde
onze kelder en werd van dag
tot dag sterker; vader en moe
der meenden dat we in een of
andere hoek zeker nog dode
ratten zouden vinden. Toen het
water was weggetrokken gin
gen ze op zoek en ontdekten het
halfvergane lijkje van ons
hondje, dat onder de bedstee
was verdronken", vertelt ze. „In
een roman, wordt iets dergelijks
ongeloofwaardig" meent Wim
Zaal.
Bij de samenstelling van het
boek „Vloekjes bij de thee" in
'61 stootte Wim Zaal op de fi
guur van Neel Doff, van wie
sedert '54 hier geen boek meer
verscheen. Een vergeten schrijf
ster. In Amerika kwam er in
middels nog wel een heruitgave
van haar werk tot stand. „Ik
begon Dagen van honger en
ellende te vertalen en was er
kapot van. Eigenlijk een scherp
beschuldigend boek tegen de
sociale toestanden van haar
jeugdtijd. Ik geloof dan ook, dat
het boek nu vooral door jonge
ren gelezen wordt. Maar toen ik
in '62 een vijftal uitgevers,
waaronder Meulenhoff, bena
derde, wiïde niemand het uit
geven. In '69 vroeg de directeur
van Meulenhoff me: „Heb je
wei eens van Nee! Doff ge
hoord....?" „Het was een ri
sico", aldus Zaal, „om een ver
geten schrijfster uit te geven.
Maar het is toen enorm inge
slagen".
Neel Doff, gaf haar eerste
boek uit toen ze 53 jaar was.
Staande voor het raam van
haar mooie huis, keek ze naar de
jeugd buiten. Toen kwam haar
eigen ellendige jeugd weer bo
ven. Deze trauma van bittere
ervaring schreef ze in twee we
ken van zich af op kleine vel
letjes papier. Jours de famine
et de dépresse (1911) werd een
internationaal succes, met name
in Engeland en Rusland. De Ne
derlandse vertaling in 1915 door
Anna van Gogh-ICauIbach, met
een voorwoord van de sociaal
bewogen wethouder Wibaut uit
Amsterdam, sloeg echter niet
aan. Het boek werd hier verge
ten. Misschien lag de ellende,
daarin beschreven, nog te dicht
bij huis. Ze miste de Prix Con-
court, omdat ze een vrouw was.
Ze werd genoemd voor de No
belprijs.
Wim Zaal: „Ze had een na
tuurtalent om DIT op te schrij
ven. Ze was geen schrijfster. Ze
schreef met een bezemsteel,
zonder krullendraaierijrecht-
Neel Doff kwam uit een ge
zin met negen kinderen. Haar
vader begon als marechaussee
en eindigde als een aan de
drank verslaafde koetsier. Haar
moeder was kantkloster ge
weest; kon het grote gezin niet
aan en had weinig gevoel voor
verantwoordelijkheid. Op 15-ja-
vakanties bracht ze nog ai eens
door op Walcheren en ze had
een buitenhuis in de Kempen
te Genk. Ze schreef nog één
onbetekenende roman „Campi-
ne" (Kempen). De laatste jaren
van haar leven woonde ze in
Brussel en was daar o.m. be
vriend met Jan Greshoff en
Frans Hellens.
Kinderen heeft ze nooit wil
len hebben. Maar via haar an
dere broers en zussen leeft de
familie Doff nog voort. Wim
Zaal kreeg na het verschijnen
van haar boeken nog een boze
brief van een familie-tak uit
Rotterdam: of het allemaal zo
nodig moest om die familie
schandalen weer op te rakelen?
En dat terwijl Neel Doff alles
behalve schandaal-verhalen ge
schreven heeft.
toe, rechtaan. Daarom is ze nu
weer actueel en b.v. een Schar-
ten-Antink niet. Het is goed ge
bleven, omdat het geschiede
nissen zonder franjes zijn". Na
de vervolgdelen Keetje en Keet
je Trottin, probeerde Neel Doff
verder te komen op het pad
4 Wim Zaal: "Het gevaar bestaat, dat haar materiaal wordt
gebruikt als een erotisch opkikkertje".
1942 op 84-jarige leeftijd stierf
had ze in de kist een stukje
kant van Fernand/André in
haar handen.
Wie de foto's van Neel Doff
als jong meisje en als burger
lijke mevrouw Sérigiers (in de
biografie van Marianne Pierson:
„Neel Doff par excellence '64)
met elkaar vergelijkt, ziet een
groot verschil. Eigenlijk wilde
ze niet veel meer van haar
jeugd weten. Na haar kortston
dige eerste huwelijk, heeft ze
nog een tijdje wat losgeslagen
in Parijs geleefd; was daar be
vriend met b.v. Toulouse-Lau
trec en zijn vriendenkring. Na
haar tweede huwelijk groeide
ze uit tot een soort matrone,
zoals je op de foto ziet. Haar