'Andere' kinderen niet op zijspoor zetten Commune nog steeds een appèl Kwajon MARJAN VESSEUR MET GALERIE POM POM kunst cultuur 1WÊ—ÊÊÊ—ÊÊmÊÊÊÊm Aandringen oorstander PRIET PRAAT HANDEL IN KLATER GOUD AMSTERDAM Een on- gewone blik achter de scher men van de theaterwereld en de mogelijkheid om een stukje theater in huis te ha len. Dat biedt Pom Pom, Ne derlands eerste en enige theatergalerie, gevestigd aan de Prinsengracht nummer 496 in Amsterdam. Op de stoep waakt een stilzwijgen de levensgrote negerfigurant uit het stuk „Leopold II" van Hugo Claus die inmid dels de image-builder van dit, ook voor de rest van Europa, ongebruikelijke the aterhandeltje is geworden. Een handel in decor- en kos tuumontwerpen, rekwisieten, toneelkleding, decorstukken en nogal wat toevallig goed zoals oude waaiers, struis- en pau- weveren, allerlei hoofddeksels, broches, prenten, affiches, snuisterijen, alles afkomstig uit de theaterwereld. Zo ongewoon als de handel is, zo gewoon is ze eigenlijk ont staan. Marjan Vesseur, want dat is de vrouw achter en voor de schermen die het allemaal heeft bedacht en uitvoert, speelde vroeger, zo'n tien jaar, toneel. Tot 15 jaar geleden haar huishouden en haar kin deren baar voor zich opeisten. Marjan ging 't vak uit, maar kleine kindertjes worden groot en ze wilde weer aan de slag. Niet dat ze niets om handen had. Echtgenoot Wim Vesseur, decorontwerper graficus, maakte steeds dankbaar ge bruik van haar diensten. Maar Marjan wilde op eigen benen. Eerst dacht ze erover weer te gaan spelen, maar ,,'t toneel is zo verward op het ogenblik", vindt ze. Toch moest er iets gebeuren: „Ik wilde niet lan ger duvelstoejager van m'n man zijn. 't Is leuk als vrouw zelf iets te doen". 't Werd Pom Pom. „Ik kwam zo maar op het idee, want een voorbeeld had ik niet- Maar ik wist dat er zo verschrikkelijk veel tekeningen, decor- en kostuumontwerpen zijn, waar verder niets mee gedaan wordt. Ik heb dat altijd jam mer gevonden" en met dit fi losofietje was het idee voor een theatergalerie geboren. Het werd nog méér. Er kwam een winkeltje bij. Louter toe val eigenlijk. Doordat Marjan Vesseur, op zoek naar ruimte voor haar galerie op het sou terrain aan de Prinsengracht stuitte. Een gesplitste ruimte, een deel voor de galerie, én opnieuw werd een idee gebo ren, het andere voor een thea terwinkel. In februari startte Marjan Vesseur. Met in de galerie werk van decor- en kostuum ontwerpers. Van „ouderen" zo als Wim Vesseur, Nicolaas Wijnberg en Lisette van Mee- teren. Van „jongeren" zoals Ellen de Zwart, Herman van Elteren en Niels Hamel. En met een winkel vol spulletjes. Opgedaan tijdens de tocht langs de opslagruimten van de Nederlandse Opera, Opera Fo rum, allerlei revue- en toneel gezelschappen, het Scapino- ballet enzovoort. Kostuums, rekwisieten, decors en ontelbare andere zaken die aantonen dat het „klatergoud" van op de planken met veel „Wangedrag", opvoedingsproblemen, schoolproblemen e.d. maken kin deren vaak tot „andere" kinderen; ze passen niet in het patroon, waarin vol wassenen van deze maatschappij menen, dat ze thuis horen. En willen ze zich handhaven, dan zal het ook wel nodig zijn, dat ze althans de codes van onze samenleving kunnen hanteren. Met het groeien van de bevolking ne men ook de „andere" kinderen in aantal toe; kinderen, die het met de beste wil van de wereld niet lukt zich de geijkte gedragsregels eigen te maken. Te weinig wordt dan nog onderkend, dat er dan sprake kan zijn van (lichte) hersenstoornissen, die het centraal zenuwstelsel enigszins ontwricht. iefde, creativiteit en zorg wordt gemaakt. „In 't begin", zo vertelt Mar jan Vesseur, „was het best moeilijk om de spullen los te krijgen. Ze keken er maar raar tegen aan en wekten de indruk nog liever hele zolders via de vuilnisbak op te ruimen of de kostuums te laten han gen tot de mot erin zit. Maar nu lukt het aardig, nu ik een tijdje draai vinden de meeste theatermensen 't ook vreselijk leuk. Nu komen gezelschappen en particulieren al zelf hun zaakjes aanbieden?'- Marjan is niet bang dat ze zonder handel komt te zitten. „Ach, er is zo verschrikkelijk veel, hele zolders vol. En het lukt me geloof ik wel om ze duidelijk te maken dat ze, door iets af te1 staan, anderen kunnen verblijden. Tot nog toe was er geen mogelijkheid om die dingen te kopen. Nu kunnen echte theaterliefheb bers bij mij terecht. Ook probeer ik op deze ma nier een beetje propaganda te maken voor het theater in het algemeen. Want die belang stelling taant naar mijn idee een beetje". Wat kost het om via Pom Pom een stukje theater te verwer ven? ,,'t Is erg moeilijk om de prijs vast te stellen," meent Marjan Vesseur. „Vooral toen (k net begon had ik er moeite mee, nu weet ik wel ongeveer wat iets -mag of kan kosten. En het is in ieder geval altijd goedkoper dan het oorspronke lijk kostte." De prijzen in Pom Pom variëren van één tot vijf honderd gulden. Zo zijn er kleine sieraden die 1 a 2 gulden kosten. Hoofdbanden uit de 30- ger jaren voor een rijksdaalder tot 7 gulden 50. Oude jurken, waaronder een originele van Elly van Stekelenburg uit 1920 van zwarte doorzichtige stof met motieven van met de hand opgenaaide gitjes. Een pronk stukje voor 225 gulden. Maar ook jurken uit grootmoeders tijd voor 25 gulden en blouses van 15 gulden. Een pauweveer neem je voor 3,50 mee. In de galerie werk vanaf 45 tot 400 gulden. Dat laatste bedrag dient neergeteld voor een Perzenmas- ker uit het roemruchte stuk ,,de Perzen". Helmen, zwaarden, rare hoofdtooien schommelen rond een tientje. Oude theater- prenten 17,50 en in bakeliet ge vangen stemmen van o.a. En rico Caruso en Richard Iauber 25 gulden. Voor ouders, pedagogen, leerkrachten, etc. verschenen in de Ouders van Nu-bibliotheek een goed boekje van R. Lewis, A. Strauss en L. Lethinen: Het Andere Kind. Herkennen en begrijpen van het kind met lichte hersenfunctiestoomis (üitg. L.J. Veen - f 15,90). Een boekje dat een te weinig onderkend probleem op een rustige wijze verduidelijkt. Dit boek is een klassiek boek: het werd 20 jaar gele den geschreven en in I960 bij gewerkt en aangevuld. Pio nierswerk, dat genuanceerd en doorzichtig wordt overge bracht. Dat schrijft de Neder landse kiinderneuroloog drs- B. Touwen in de inleiding op dit uit het Enigete vertaalde boek (The other child) Hij heeft het hele boek kritisch beke ken en hier en daar tussen de tekst, herkenbaar, aanvullin gen gezet, die het. onderwerp bijwerken tot op de dag van vandaag. Het gaat om gezonde kinde ren; ze zijn niet gehandicapt in de geijkte zin van het woord. Ze kunnen intellectu eel normaal begaafd zijn. Ze hebben dezelfde wensen en noden als alle andere kinde ren. Zij hebben dezelfde ont wikkelingskansen nodig. Zij verwachten dezelfde verzor ging, zowel in materieel als in geestelijk opzicht. Slechts de MANIER WAAROP deze ver zorging geboden wordt, moet vaak „ANDERS:" zijn. Het zijn kinderen, die o<p één of andere manier niet waar kunnen ma ken wat in hen zit. Ze vallen op door hun gedrag; hebben leermoeilijkheden bij een nor male intelligente e,d. Touwen zegt evenwel, dat de relatie tussen hersenfunctiestoornis aan de ene kant en het gedrag aan de andere kant wel veel ingewikkelder is dan in dit boek wordt aangegeven. Maar voegt hij ér aan toe, dat Strauss en zijn medewerkers deze kinderen niet alleen be schrijven, maar ook aantonen dat het mogelijk is deze kin deren te helpen om zich in te kunnen passen in een maat schappij, waarin we hebben te leven, is zijn grote verdienste. Het boek is dan vooral ook van belang om het probleem bij kinderen te Ieren onder kennen om niet te snel te reageren met „dat rot kind", woedebuien, dwangmiddelen etc. En wat niet minder be langrijk is, te voorkomen, dat het kind op een verkeerde school terechtkomt. Lewis „Naar onze ervaring kan men deze kinderen, als men een opvoedingsprogramma opstelt, dat rekening houdt men hun handicap dichter bij de nor male kern brengen, zodat hun „anders zijn" nauwelijks meer opvalt. Veel van deze kinde ren zijn dan in staat vrij onaf hankelijk hun weg in de nor male maatschappij te vin den". We leven, in een gevaarlijke maatschappij. We hebben zo onze normen over normaal en niet normaal deze zijn steeds strakker toegehaald. Voor alles wat daarbuiten valt hebben we zo onze inrichtingen, insti tuten opgebouwd. Wie niet binnen het geijkte patroon valt, wondt daar al gauw inge stopt. We hebben onze maat schappij gecleand van de pro bleemgevallen, gefrusteerd De commune is gelukkig wat uit de publiciteit ver dwenen. De publciteitsmedia zijn er bovenop gesprongen. Het heeft averechts gewerkt op de ontwikkeling van deze samenlevingsvorm. Bovendien werd het woord een plakplaat je op „toestanden", die zich ten onrechte zo gingen noemen of zo genoemd werden. In die hoos publiciteit ontlaadden zich alle mogelijke frustraties, die binnen het geijkte huwe lijks- en gezinsleven aanwezig zijn. Een commune is ten dele daarop ook een reactie. Maar het kan méér zijn. Inmiddels is er een bescheiden afstand in tijd ge groeid, die het mogelijk maakt de experimenten op dit terrein enigszins te overzien. Inzicht in de opgave en problemen, die alternatieve samenlevings vormen met zich meebrengen wordt meer mogelijk. JAC VROEMEN doet dat goed in zijn boekje KOMMUNES, OP ZOEK NAAR NIEUWE SA MENLEVINGSVORMEN (uitg. Alpha-boek, Bert Bak ker - f 12,95). Op journalistieke wijze gmg Vroemen een aantal commu nes bezoeken, waarbij hij zin nige vragen stelde over hun interne en externe verhoudin gen. Zijn keuze viel daarbij op zeer uiteenlopende groeps- samenlevingen „Het leven in kommune brengt, voor zover ik dat heb kunnen waarne men", schrijft hij, „voorlopig meer problemen nieuw erbij, dan dat het bestaande oude problemen oplost". Doorgaans krijg je de indruk, dat de geïnterviewden dit beseffen, maar het desalniettemin de moeite waard blijven vinden „Het verschijnsel commune heeft waarschijnlijk al een vereenvoudigd vast beeld stereotype in de hoofden van de mensen gekregen", denkt Vroemen. Zo iets van een stel langharigen, die op een boerderij zelf brood bak ken, waarbij je de fantasieën over groepsex ook nog niet uit moet schakelen. Hij komt ook tot de bevinding, dat een com mune niet noodzakelijk een elitair verschijnsel is, al heeft hij r.og geen arbeidscom- munes ontdekt. Maar, zo peinst hij: „na een korte of langere „inkubatietijd", kan dit verschijnsel best een keer cxm zich heen grijpen en mas saal worden. Met alle mogelij ke gevolgen voor ons huidige konsumptie-produktiestelsel en het daarbij aangepaste soci ale systeem, van kleine gezin nen met hard studerende kin deren, huisvrouwen van het verzorgende type en mannen van het pezende carrièrety pe". Hij waarschuwt met te zeg gen: „Het zijn doorgaans geen succesverhalen in dit boek". Maar van hoeveel geijkte gezinnen in deze tijd zou je succes-verhalen kunnen maken? Tenminste als ze even oprecht vertellen over hun er varingen als doorgaans op de ze pagina's gebeurt. Het eerste gesprek werd ge houden met de benedictijn (Slangenburg) Ton Nuij, die in Nijmegen met een paar or degenoten een kleine „com mune" vormt. „Kommunards geven veelal een sterke zucht naar karrière maken op. Ze vinden meer bevrediging in het eigen bestaan. De kommu- nale mens is minder manipu leerbaar" zijn enkele conclu sies bij dat gesprek. „Toch geloof ik dat geld uit eindelijk nog moeilijker zal blijken te zijn dan relaties", meent een Amsterdamse ka bouter in een gesprek over: éven in de stad en op het land. „We vluchtten teveel in akties, aan onze persoonlijke kontakten kwamen we niet toe. De situatie waarin men al zo dicht bij elkaar leefde, maakte de pogingen tot onderlinge intimiteitsvergroting tot iets bedreigends", vertelt o.a. een student over een eorr •nune, die mislukte. Vroemen nam het begrij .commune" ruim op; ook mir of meer gedwongen samenle vingsvormen bezocht hij. Het Dorp in Arnhem is daarvan een voorbeeld. De samenle vingsproblemen en -voordelen aldaar komen aan de orde. Hetzelfde geldt voor de thera- oeutische gemeenschap De Oosthoek in Limmen, waar conflicten een toonbeeld zijn van een groter conflict, dat in de hele maatschappij over het samenleven en -wonen be staart. In Utrecht gingen mensen samenwonen in een gekraakt historisch pand om het te be houden. „We waren de eerste maanden een echte wooncom- mune. Maar we zijn natuurlijk geheide individualisten in de kern, verpest door de opvoe ding. Iedereen ging op een ge geven moment z'n eigen studie weer oppakken. Trok zich meer op z'n eigen kamer te rug". Maar een ander woonge meenschap „Labda" in Utrecht wil toch ruimer leven dan met z'n tweeën. Elf vol wassenen van eenenzestig tot vierentwintig en vier kinderen van twaalf tot zeven jaar le7 ven met een soort tienjaren plan in een strijd om niet weer hetzelfde isolement te krijgen, waaraan het gezin mank gaat. „Behalve een emo tionele herverkaveling zit ik ook met het probleem dat ik mijn werk moet herverkave- len", zegt een van de leden- En een ander: „Ouders bij voorbeeld die jaloers zijn als hun kind een andere volwas sene leuker vindt. Voor mij is dart geen punt. Mijn vrouw werkt. Ook kindeen moeten aanvaarden, dat oude ren ook een heel eigen leven willen leiden". „Als je de kommune wilt ontmoeten, moet je naar Zuid-Limburg" schrijft Vroemen als inleiding op zijn gesprek in de buurt van Ge leen, waar dertien min of meer door toeval bij elkaar uitgekomen studenten van de theologische hogeschool en vormingswerkers, samenwo nen. „Als je geen deel bent van de oplossing, dan ben je een deel van het probleem" staat er zinvol op de deur. Hel grootste probleem vormde de vraag: Wat is het groepsdeel? bigt dat binnen of buiten de groep? Daarbij vormde een der leden met zijn starre doc trinaire marxistische ideeën en werkzaamheden het breek punt. „Ik vind", zegt een der meisjes, „het voordeel van het groepsleven, dat je veel meer prikkels krijgt aan jezelf te werken. Zinvol zijn dan tenslotte de persoonlijke brieven vanuit deze commune geschreven, waarin iedereen zijn individu ele bevindingen uitschrijft. „Na bijna drie jaar groepsle ven in commune, kom ik tot de konklusae dat groepsleven uitermate dynamisch is, uiter mate moeilijk, maar ook uiter mate boeiend en verdiepend voor het individu in de groep. Ik heb mijn identiteit bijna verloren in de groep, maar met veel strijd en met hulp van Marieke ook weer meen ik tenminste terugge vonden", schrijft een der jon gens. Vroemen ziet de communes tenslotte toch als kernen voor het begin van een nieuw mensentype- Hij onderscheidt ze in werkgroepen in woongroe pen, leefgroepen en belevings- groepen. Hij ziet de noodzaak van een organisatie van com munes, willen zij niet toch een verfijnde vorm van kapitalis tisch gezinsleven worden. „Maar ik krijg langzamerhand de indruk dat het enige dat door het enorme strukturele geweld van deze maatschappij niet in te kapselen is op dit moment, een zelfbewust indi vidu is, die het vermogen heeft zich aan te passen-om- niet-onder-te-gaan, maar zich niet écht meer aangepast". Het primitieve sensationele rond de communes lijkt lang zamerhand wat te slijten. Er zijn in ons land enkele kernen in stilte overgebleven. Dat is een goede zaak. Het is te ho pen, dat zij en anderen het gaan „redden", wan* het ver schijnsel zou een goed en voortdurend appel op het be staand? huwelijks- en gezins leven kunnen worden. Het is niet de bedoeling deze vorm van samenleven te laten kap seizen. Maar dat het gezin voor verbetering vatbaar is zullen waarschijnlijk niet vee) mensen durven ontkennen. Bij het uitzuiveren van gedachten rond communaal leven bete kent dit boekje van Vroemen een goede bijdage. Over enige tijd verdient dit een ver volg. HENK EGBERS. HETTY MOOI-VIC SJOU WERMAN: SOKPOPPEN zelf maken en er mee spelen (uitg. Cantecleer - f 3,50). Onder de vele boeken, die er de laatste jaren verschijnen over het maken van speelpop pen, neemt dit een opvallende plaats in. Het maken van pop pen van oude sokken komt niet zo vaak aan de orde. De maakster getuigt van grote fantasie, die overigens niet ontmoedigend werkt; integen deel de vele afbeeldingen van talrijke dierfiguren met dui delijke aanwijzingen voor het maken van deze poppen wer ken inspirerend. Tenslotte wordt nog een tekst geleverd voor een milieu-bewust spel. Degenen, die langzamerhand steeds meer overtuigd raken van de plezierige-, creatieve en educatieve waarde van het poppenspel, moeten dit boekje niet over het hoofd zien. DICK ETTEMA: SIERA DEN VAN HOEFNAGELS (uitg. Cantecleer - f 3,50). Het paard verdwijnt langza merhand. Hoefijzers zijn al lang een sieraad van geluk of niet geworden. De laat ste tijd is ook de hoefnagel ontdekt als iets waarmee je méér kunt doen als alleen paarden beslaan. Ze worden weer aangemaakt in geculti veerde vormen. De gebogen hoefnagels als hangers, arm banden, halsbanden, oorbellen e.d. zijn al een tijdlang mode. Dit boekje geeft een aantal grondvormen, waarmee je met wat handigheid en een aantal kleine gereedschappen, zelf al le kanten op kunt om tot vaak verrassende resultaten te ko men. De talrijke illustraties zijn daarbij instructief. G. ELLIOT: SCHETSEN (uitg. Cantecleer - f 7,90). Weer een deeltje (het 31e) in de uit het Engels vertaalde Vrije Tijd Paperbacks. Nogal gedetailleerd wordt op ruim 100 pagina's vertelt hoe u kunt gaan schetsen, de manie ren waarop gewerkt kan wor den, de uitrusting en de on derwerpen, die allemaal schetsmatig vastgelegd kunner. worden. De vele illustraties getuigen van raffinement en maken de uitspraak van de schrijver nauwelijks geloof waardig: „Als u niet kunt te- Kenen, des te beter dan kunt u het veel gemakkelijker van het begin af aan leren". Wat droog, maar ogenschijnlijk wel effectief geeft Elliot veel aan wijzingen, die ongetwijfeld degenen, die neiging voelen om wat vlotter te kunnen te kenen, zullen aanzetten om het toch eens aan de hand van dit boekje te gaan proberen. I. SCMITT-MENZEL: KE RAMIEK BESCHILDEREN (uitg. Cantecleer - f 5,25). De saaiheid van het geijkte aardewerk is aan het verdwij nen. Via dit boekje kunnen we zelf een handje helpen om de dagelijkse gebruiksvoor werpen thuis wat meer kleur rijke fantasie te geven. Er staan aanwijzingen in voor de kant en klaar biscuit ge bakken kommen, vazen e.d., waarna we nog maar één keer hoeven te bakken voor het glazuur. Maar tevens wor- cotijd. „Het volkslied aan de wand" was de veelzeggende bijnaam voor deze kunst. De verg, die in spiegelbeeld mei een op het glas wordt aange bracht, maakt een emaille- parelmoerachtige indruk. D- afgebeelde voorbeelden in di boekje laten zien (hoewe jammerlijk de kleur ont breekt), dat met simpele lij nen leuke resultaten worden bereikt. Er staan voldoende aanwijzingen in om het zelf enthousiast te gaan probe ren. AB DE BROUWER: KA RAKTER POPPEN MAKEN (uitg. Vaardige handen 37, Zo mer en Keuning - f 4,50). Poppen, niet om mee te spe- den aanwijzingen gegeven voor het versieren van voor werpen, die we helemaal zeil maken. Nuttige vingerwijzin gen voor het beschilderen ii simpele grote figuren; een wal modernere uitgave van hel geen we vroeger boerenaarde werk noemden. THEO ELFRINK: ACH TER GLAS SCHILDEREN (uitg. Cantecleer - f 3,25). Een oude volkskunst hei- leeft in dit boekje. Het achter glas schilderen ontstond in de periode van de gotiek en de renaissance en kende zijn hoogtepunt in barok en roco- len, maar als leuke voorwerp,, in huis. Er wordt daarbij uit gegaan van een aantal clich voorstellingen van „de" fatale /rouw, „de" zwerver, „de nagiër, „de" schilder ete. Ooi afereeltjes worden als mode gegeven. Met simpele en ver '.chillende materialen word een aantal tips gegeven dif het aantrekkelijk maken dIr -.elf leuke poppen te maken. WALTER RA ABE: DIEF VORMEN VAN HOUT (uitg Nieuwe Vrije Tijd Reeks 14 Cantecleer - i 3,25). Voor mensen, die graag met met „gevallen". We leven in een mono-cultuur. In de plan ten- en dierenwereld komen we er langzamerhand achter hoe funest dit is. Wanneer zullen we erachter komen, dat het voor een men sengemeenschap even funest is; dat het funest is teveel mensen die niet passen binnen het patroon van ooize mono cultuur op een zijspoor te set- ten. Het gaat er in dit boek dan ook om kinderen met ge noemde stoornissen te handha ven en niet uit te leveren aan inrichtingen. We worden in dit boekje vertrouwd gemaakt met het onderkennen van stoornissen in het waarnemingsfunctiona- lisme van het kind. Die kun nen subtiel zijn, maar ver strekkende gevolgen hebben; met name bij het proces van de begripsvorming. De inte gratie en het onderlinge ver- band van talrijke processen binnen het kind kunnen door een lichte storing in de war raken en een kettingreactie oproepen- Een gebrekkig taal gebruik hoeft dan b.v. niet op een te kort aan intelligentie te wijzen; het kan te maken heb ben met een handicap., die zo wel fysiologisch, sociaal-cultu- Ael als intellectueel kan zijn. Zijn gedrag is eerder actie dan reactie. Hoe we thuis op dergelijke gedragspatronen het best kunnen reageren, wordt met talloze duidelijke voor beelden praktisch geïllustreerd. Afgezien van het feit, dat we in deze maatschappij nu eenmaal niet meer zonder des kundigen kunnen leven en dit boekje ook geen praktische handleiding is van „hoe los ik het alleen op", is de inhoud ervan met name van belang om het „andere kind" te leren onderkennen. Door de prakti sche aanwijzingen en beschrij vingen van de verschijnselen blijkt, dat „andere" kinderen, niet zulke „hopeloze gevallen" blijken te zijn als we soms denken. Het betekent waar schijnlijk wel, dat we onze eigen instelling en gedragspa troon zullen moeten herzien; anders dan anders- HENK EGBERS hout werken en geboeid zijn door dierplastieken. De voor beelden zijn een soort „tast- vormen", glad gepolijste ron dingen, waarbinnen zich de vormen van paarden, eendjes, >inguins etc. afspelen. Summie re informatie over houtsoorten •n te gebruiken materialen zordt gegeven. LIS PALUDANHET POPPENHUISBOEK het zelf maken van poppenhuizen, poppenmeubelen en poppen (uitg. Zomer Keuning). Hoe je het ook wendt of keert: kleinere kinderen spe len graag de grote-mensen-we- reld na. Het poppenhuis is daarbij voor hen vaak een in teressant hulpmiddel. In dit boekje wordt wel iets meer gegeven dan het geijkte pop penhuis. Dat je met eenvoudi ge materialen leuke dingen kunt maken, wordt daarbij duidelijk. Vanaf het werken met simpele kartonnen dozen tot met het steviger spaander- plaat worden op duidelijke wijze voorbeelden gegeven. Grootmoeders huis; huis met verdiepingen, moderne terras- voning, kastelen, garages, vinkels. alle kanten kun je >p. Er staan ook duidelijke verktekeningen bij voor het naken van de bewoners van leze huizen en een inventaris, die past bij onze welvaarts maatschappij. Voor liefhebbers •en handig boekje. PIERRE BRUANDET FO TOGRAMMEN, fotografische experimenten zonder camera (uitg. Cantecleer - f 9,50). Een mooi uitgegeven boek (uit het Frans vertaald: Les Photogrammes) over een hob by, die met Detrekkelijk wei nig middelen leuke resultaten kan opleveren. Simpel gezegd, komt het hier op neer: voor werpen (een schaar, een blad, itof, teksten, bloemen, een ge- aat etc.) tegen lichtgevoelig iapier belichten (lamp van '00 watt; kan al met de zon). foor allerlei trucjes kun je tot le wonderlijkste figuraties ko nen. Wat je nodig hebt zijn: een' lamp van 100 watt, licht gevoelig papier (1 tot 3 minu ten), ontwikkelaar, stopbad, fixeer, belichtingstafel en ont- vvikkelingsattributen. Een fo totoestel komt er dus niet aan te pas. Behalve het spel-ele- nent dat deze hobby heeft, kan het tevens een goede in troductie zijn op het „echte foto-vakwerk. Ma®1 indag 27 augustus 1973 (Van onze rtv-redactie) HILVERSUM Een out 0g altijd in gebruik zijne üiHermolen m Wadenoyen b 7ai woensdag 5 septembi mwgens 7 uur tot de vo 3 de ochtend 8 uur h< looppunt zijn van een w« ld omspannend zenderne 2 NOS gaat dan namelij »t radio-amateurs een pr< framma van 25 uur aan ee tok uitzenden waarin zenda ateurs van Nederlandse al Jüunst naar woonachtig ovt a! hele aardbol de kans kri l koningin Juliana te felic teren met haar 25"'iari8r reg riagsjnbileum. Daartoe zal contact worde: „emaakt met mensen van o.i Lbassades maar ook me een eenzame pater in de rim Le" aldus gistermiddag Kee Buurman, de programma sa mensteller op een perseonfe rentie die hij in de molen zei f Buurman heeft deze mo NIEUW-LOOSDRECHT Diana (6) en Maarten (3) i: Meta de Vries, moeder van de enige vrouwelijke discjoc- key in Nederland, een beroep dat ze op free-lance basis voornamelijk uitoefent ten be hoeve van de AVRO. Onder haar werkzaamheden vallen onder meer het zondag ochtendprogramma „Juist op zondag", dat al om negen uur 's morgens de lucht ingaat en samen met Krijn Torringa woensdagmiddag „Van twaalf tot twee" het program ma voor jong talent „Zet 'm op". Twee dingen komen, als je met haar praat al direct glas helder over: Ze doet niet mee aan de panische rage van het „eeuwig jong willen blijven", maar komt er zonder haperen voor uit dat ze dertig jaren telt. In de tweede plaats is ze niet commercieel ingesteld. „Het verdient lekker maar rijk wordt je er niet van", zegt ze met een glas thee in lotus-zit plaatsnemend op de divan. Voor die houding is haar aard echter toch te be weeglijk, zodat ze voortdurend met springerige bweginkjes gaat verzitten. Loshangend stro-geel en een lang zeer wijd oosters San- doend gewaad completeren het beeld van onopzettelijke non chalance. Zij heeft zegt ze, ontzettend moeten lachen om de persiflage die Kees van Kooten en Wim de Bie in het Gat van Nederland hebben ge maakt op de discjockey. Maar, zo zegt ze filosofisch, zoals elke persiflage was ook deze sterk overdreven. De invloed van de op commer ciële basis opererende „platen- pluggers" stelt voor de d.j.'s van Hilversum 3 niet veel voor. „Er zitten natuurlijk las tige aandringers tussen, maar ook wel aardige jongens die tenslotte ook voor hun brood op pad zijn en, nou ja, dan draai je wel eens een plaatje extra voor ze, maar verder pat het echt niet", h die tuin komen behalve haar twee eigen kinderen ook regelmatig drommen buurtkin deren vertier zoeken. „Ik ben voor ik bij de radio ging wer ken drie jaar kleuterleidster geweest", aldus Meta, „dus ik Kan er makkelijk tegen", he heeft de kleuterschool dan ook niet in de steek gelaten «omdat ik de kinderen zat zou Dn maar gewoon omdat ze eer eens wat anders wilde. *war talenkennis (ze zat bij aar vader op school die talen doceert) hielp haar in 1965 door de test heen die de VA- had opgesteld om een uw® omroepster te selecte- "an toen af is het alle- d voorspoedig gelopen. Op nno ,®ewone omroepen wordt gal eens neergekeken, zegt W„a', "maar het is een beste rschool. „Ook nu nog valt reS^matig in als omroep- best' m kan>' zegt ze' "nog Verve een dominee aankondigen'\ ''clcmaal0? d?' jaren is M*j* uaat in de pop gegroeid. ledp66r 2 s ze haar ver- watn Van klassieke muziek Is.. §aan vergeten. „Er Sem„ P1) °ns thuis altijd druk mib, ?rd"> zegt ze. „maar erin Quders hebben wel be- Bovend?r ö?ijn huidige beroep. von>A IS Meta een fervent wT'andster van de Stichting Triand Muziek. Ze zou een vaste klassieke zen- .WEL,WEL izi PAARP R13 DEM 1 ZbMEP&WP SMU.EN. /So2 li fx

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 6