'Andere' kinderen niet
op zijspoor zetten
Commune nog steeds een appèl
Kwajon
MARJAN VESSEUR MET GALERIE POM POM
kunst
cultuur
1WÊ—ÊÊÊ—ÊÊmÊÊÊÊm
Aandringen
oorstander
PRIET
PRAAT
HANDEL
IN
KLATER
GOUD
AMSTERDAM Een on-
gewone blik achter de scher
men van de theaterwereld
en de mogelijkheid om een
stukje theater in huis te ha
len. Dat biedt Pom Pom, Ne
derlands eerste en enige
theatergalerie, gevestigd aan
de Prinsengracht nummer
496 in Amsterdam. Op de
stoep waakt een stilzwijgen
de levensgrote negerfigurant
uit het stuk „Leopold II"
van Hugo Claus die inmid
dels de image-builder van
dit, ook voor de rest van
Europa, ongebruikelijke the
aterhandeltje is geworden.
Een handel in decor- en kos
tuumontwerpen, rekwisieten,
toneelkleding, decorstukken en
nogal wat toevallig goed zoals
oude waaiers, struis- en pau-
weveren, allerlei hoofddeksels,
broches, prenten, affiches,
snuisterijen, alles afkomstig
uit de theaterwereld.
Zo ongewoon als de handel is,
zo gewoon is ze eigenlijk ont
staan. Marjan Vesseur, want
dat is de vrouw achter en voor
de schermen die het allemaal
heeft bedacht en uitvoert,
speelde vroeger, zo'n tien jaar,
toneel. Tot 15 jaar geleden
haar huishouden en haar kin
deren baar voor zich opeisten.
Marjan ging 't vak uit, maar
kleine kindertjes worden groot
en ze wilde weer aan de slag.
Niet dat ze niets om handen
had. Echtgenoot Wim Vesseur,
decorontwerper graficus,
maakte steeds dankbaar ge
bruik van haar diensten. Maar
Marjan wilde op eigen benen.
Eerst dacht ze erover weer te
gaan spelen, maar ,,'t toneel is
zo verward op het ogenblik",
vindt ze. Toch moest er iets
gebeuren: „Ik wilde niet lan
ger duvelstoejager van m'n
man zijn. 't Is leuk als vrouw
zelf iets te doen".
't Werd Pom Pom. „Ik kwam
zo maar op het idee, want een
voorbeeld had ik niet- Maar ik
wist dat er zo verschrikkelijk
veel tekeningen, decor- en
kostuumontwerpen zijn, waar
verder niets mee gedaan
wordt. Ik heb dat altijd jam
mer gevonden" en met dit fi
losofietje was het idee voor
een theatergalerie geboren.
Het werd nog méér. Er kwam
een winkeltje bij. Louter toe
val eigenlijk. Doordat Marjan
Vesseur, op zoek naar ruimte
voor haar galerie op het sou
terrain aan de Prinsengracht
stuitte. Een gesplitste ruimte,
een deel voor de galerie, én
opnieuw werd een idee gebo
ren, het andere voor een thea
terwinkel.
In februari startte Marjan
Vesseur. Met in de galerie
werk van decor- en kostuum
ontwerpers. Van „ouderen" zo
als Wim Vesseur, Nicolaas
Wijnberg en Lisette van Mee-
teren. Van „jongeren" zoals
Ellen de Zwart, Herman van
Elteren en Niels Hamel. En
met een winkel vol spulletjes.
Opgedaan tijdens de tocht
langs de opslagruimten van de
Nederlandse Opera, Opera Fo
rum, allerlei revue- en toneel
gezelschappen, het Scapino-
ballet enzovoort.
Kostuums, rekwisieten, decors
en ontelbare andere zaken die
aantonen dat het „klatergoud"
van op de planken met veel
„Wangedrag", opvoedingsproblemen, schoolproblemen e.d. maken kin
deren vaak tot „andere" kinderen; ze passen niet in het patroon, waarin vol
wassenen van deze maatschappij menen, dat ze thuis horen. En willen ze
zich handhaven, dan zal het ook wel nodig zijn, dat ze althans de codes van
onze samenleving kunnen hanteren. Met het groeien van de bevolking ne
men ook de „andere" kinderen in aantal toe; kinderen, die het met de beste
wil van de wereld niet lukt zich de geijkte gedragsregels eigen te maken. Te
weinig wordt dan nog onderkend, dat er dan sprake kan zijn van (lichte)
hersenstoornissen, die het centraal zenuwstelsel enigszins ontwricht.
iefde, creativiteit en zorg
wordt gemaakt.
„In 't begin", zo vertelt Mar
jan Vesseur, „was het best
moeilijk om de spullen los te
krijgen. Ze keken er maar
raar tegen aan en wekten de
indruk nog liever hele zolders
via de vuilnisbak op te ruimen
of de kostuums te laten han
gen tot de mot erin zit. Maar
nu lukt het aardig, nu ik een
tijdje draai vinden de meeste
theatermensen 't ook vreselijk
leuk. Nu komen gezelschappen
en particulieren al zelf hun
zaakjes aanbieden?'-
Marjan is niet bang dat ze
zonder handel komt te zitten.
„Ach, er is zo verschrikkelijk
veel, hele zolders vol. En het
lukt me geloof ik wel om ze
duidelijk te maken dat ze,
door iets af te1 staan, anderen
kunnen verblijden. Tot nog
toe was er geen mogelijkheid
om die dingen te kopen. Nu
kunnen echte theaterliefheb
bers bij mij terecht.
Ook probeer ik op deze ma
nier een beetje propaganda te
maken voor het theater in het
algemeen. Want die belang
stelling taant naar mijn idee
een beetje".
Wat kost het om via Pom Pom
een stukje theater te verwer
ven? ,,'t Is erg moeilijk om de
prijs vast te stellen," meent
Marjan Vesseur. „Vooral toen
(k net begon had ik er moeite
mee, nu weet ik wel ongeveer
wat iets -mag of kan kosten.
En het is in ieder geval altijd
goedkoper dan het oorspronke
lijk kostte." De prijzen in Pom
Pom variëren van één tot vijf
honderd gulden. Zo zijn er
kleine sieraden die 1 a 2 gulden
kosten. Hoofdbanden uit de 30-
ger jaren voor een rijksdaalder
tot 7 gulden 50. Oude jurken,
waaronder een originele van
Elly van Stekelenburg uit 1920
van zwarte doorzichtige stof
met motieven van met de hand
opgenaaide gitjes. Een pronk
stukje voor 225 gulden. Maar
ook jurken uit grootmoeders
tijd voor 25 gulden en blouses
van 15 gulden. Een pauweveer
neem je voor 3,50 mee. In de
galerie werk vanaf 45 tot 400
gulden. Dat laatste bedrag dient
neergeteld voor een Perzenmas-
ker uit het roemruchte stuk ,,de
Perzen". Helmen, zwaarden,
rare hoofdtooien schommelen
rond een tientje. Oude theater-
prenten 17,50 en in bakeliet ge
vangen stemmen van o.a. En
rico Caruso en Richard Iauber
25 gulden.
Voor ouders, pedagogen,
leerkrachten, etc. verschenen in
de Ouders van Nu-bibliotheek
een goed boekje van R. Lewis,
A. Strauss en L. Lethinen: Het
Andere Kind. Herkennen en
begrijpen van het kind met
lichte hersenfunctiestoomis
(üitg. L.J. Veen - f 15,90).
Een boekje dat een te weinig
onderkend probleem op een
rustige wijze verduidelijkt.
Dit boek is een klassiek
boek: het werd 20 jaar gele
den geschreven en in I960 bij
gewerkt en aangevuld. Pio
nierswerk, dat genuanceerd en
doorzichtig wordt overge
bracht. Dat schrijft de Neder
landse kiinderneuroloog drs- B.
Touwen in de inleiding op dit
uit het Enigete vertaalde boek
(The other child) Hij heeft
het hele boek kritisch beke
ken en hier en daar tussen de
tekst, herkenbaar, aanvullin
gen gezet, die het. onderwerp
bijwerken tot op de dag van
vandaag.
Het gaat om gezonde kinde
ren; ze zijn niet gehandicapt
in de geijkte zin van het
woord. Ze kunnen intellectu
eel normaal begaafd zijn. Ze
hebben dezelfde wensen en
noden als alle andere kinde
ren. Zij hebben dezelfde ont
wikkelingskansen nodig. Zij
verwachten dezelfde verzor
ging, zowel in materieel als in
geestelijk opzicht. Slechts de
MANIER WAAROP deze ver
zorging geboden wordt, moet
vaak „ANDERS:" zijn. Het zijn
kinderen, die o<p één of andere
manier niet waar kunnen ma
ken wat in hen zit. Ze vallen
op door hun gedrag; hebben
leermoeilijkheden bij een nor
male intelligente e,d. Touwen
zegt evenwel, dat de relatie
tussen hersenfunctiestoornis
aan de ene kant en het gedrag
aan de andere kant wel veel
ingewikkelder is dan in dit
boek wordt aangegeven. Maar
voegt hij ér aan toe, dat
Strauss en zijn medewerkers
deze kinderen niet alleen be
schrijven, maar ook aantonen
dat het mogelijk is deze kin
deren te helpen om zich in te
kunnen passen in een maat
schappij, waarin we hebben te
leven, is zijn grote verdienste.
Het boek is dan vooral ook
van belang om het probleem
bij kinderen te Ieren onder
kennen om niet te snel te
reageren met „dat rot kind",
woedebuien, dwangmiddelen
etc. En wat niet minder be
langrijk is, te voorkomen, dat
het kind op een verkeerde
school terechtkomt. Lewis
„Naar onze ervaring kan men
deze kinderen, als men een
opvoedingsprogramma opstelt,
dat rekening houdt men hun
handicap dichter bij de nor
male kern brengen, zodat hun
„anders zijn" nauwelijks meer
opvalt. Veel van deze kinde
ren zijn dan in staat vrij onaf
hankelijk hun weg in de nor
male maatschappij te vin
den".
We leven, in een gevaarlijke
maatschappij. We hebben zo
onze normen over normaal en
niet normaal deze zijn steeds
strakker toegehaald. Voor alles
wat daarbuiten valt hebben
we zo onze inrichtingen, insti
tuten opgebouwd. Wie niet
binnen het geijkte patroon
valt, wondt daar al gauw inge
stopt. We hebben onze maat
schappij gecleand van de pro
bleemgevallen, gefrusteerd
De commune is gelukkig
wat uit de publiciteit ver
dwenen. De publciteitsmedia
zijn er bovenop gesprongen.
Het heeft averechts gewerkt
op de ontwikkeling van deze
samenlevingsvorm. Bovendien
werd het woord een plakplaat
je op „toestanden", die zich
ten onrechte zo gingen noemen
of zo genoemd werden. In die
hoos publiciteit ontlaadden
zich alle mogelijke frustraties,
die binnen het geijkte huwe
lijks- en gezinsleven aanwezig
zijn. Een commune is ten dele
daarop ook een reactie. Maar
het kan méér zijn. Inmiddels
is er een bescheiden
afstand in tijd ge
groeid, die het mogelijk maakt
de experimenten op dit terrein
enigszins te overzien. Inzicht
in de opgave en problemen,
die alternatieve samenlevings
vormen met zich meebrengen
wordt meer mogelijk. JAC
VROEMEN doet dat goed in
zijn boekje KOMMUNES, OP
ZOEK NAAR NIEUWE SA
MENLEVINGSVORMEN
(uitg. Alpha-boek, Bert Bak
ker - f 12,95).
Op journalistieke wijze gmg
Vroemen een aantal commu
nes bezoeken, waarbij hij zin
nige vragen stelde over hun
interne en externe verhoudin
gen. Zijn keuze viel daarbij
op zeer uiteenlopende groeps-
samenlevingen „Het leven in
kommune brengt, voor zover
ik dat heb kunnen waarne
men", schrijft hij, „voorlopig
meer problemen nieuw erbij,
dan dat het bestaande oude
problemen oplost". Doorgaans
krijg je de indruk, dat de
geïnterviewden dit beseffen,
maar het desalniettemin de
moeite waard blijven vinden
„Het verschijnsel commune
heeft waarschijnlijk al een
vereenvoudigd vast beeld
stereotype in de hoofden
van de mensen gekregen",
denkt Vroemen. Zo iets van
een stel langharigen, die op
een boerderij zelf brood bak
ken, waarbij je de fantasieën
over groepsex ook nog niet uit
moet schakelen. Hij komt ook
tot de bevinding, dat een com
mune niet noodzakelijk een
elitair verschijnsel is, al heeft
hij r.og geen arbeidscom-
munes ontdekt. Maar, zo
peinst hij: „na een korte of
langere „inkubatietijd", kan
dit verschijnsel best een keer
cxm zich heen grijpen en mas
saal worden. Met alle mogelij
ke gevolgen voor ons huidige
konsumptie-produktiestelsel
en het daarbij aangepaste soci
ale systeem, van kleine gezin
nen met hard studerende kin
deren, huisvrouwen van het
verzorgende type en mannen
van het pezende carrièrety
pe".
Hij waarschuwt met te zeg
gen: „Het zijn doorgaans geen
succesverhalen in dit
boek". Maar van hoeveel
geijkte gezinnen in deze tijd
zou je succes-verhalen kunnen
maken? Tenminste als ze even
oprecht vertellen over hun er
varingen als doorgaans op de
ze pagina's gebeurt.
Het eerste gesprek werd ge
houden met de benedictijn
(Slangenburg) Ton Nuij, die
in Nijmegen met een paar or
degenoten een kleine „com
mune" vormt. „Kommunards
geven veelal een sterke zucht
naar karrière maken op. Ze
vinden meer bevrediging in
het eigen bestaan. De kommu-
nale mens is minder manipu
leerbaar" zijn enkele conclu
sies bij dat gesprek.
„Toch geloof ik dat geld uit
eindelijk nog moeilijker zal
blijken te zijn dan relaties",
meent een Amsterdamse ka
bouter in een gesprek over:
éven in de stad en op het
land. „We vluchtten teveel in
akties, aan onze persoonlijke
kontakten kwamen we niet
toe. De situatie waarin
men al zo dicht bij elkaar
leefde, maakte de pogingen tot
onderlinge intimiteitsvergroting
tot iets bedreigends", vertelt
o.a. een student over een eorr
•nune, die mislukte.
Vroemen nam het begrij
.commune" ruim op; ook mir
of meer gedwongen samenle
vingsvormen bezocht hij. Het
Dorp in Arnhem is daarvan
een voorbeeld. De samenle
vingsproblemen en -voordelen
aldaar komen aan de orde.
Hetzelfde geldt voor de thera-
oeutische gemeenschap De
Oosthoek in Limmen, waar
conflicten een toonbeeld zijn
van een groter conflict, dat in
de hele maatschappij over het
samenleven en -wonen be
staart.
In Utrecht gingen mensen
samenwonen in een gekraakt
historisch pand om het te be
houden. „We waren de eerste
maanden een echte wooncom-
mune. Maar we zijn natuurlijk
geheide individualisten in de
kern, verpest door de opvoe
ding. Iedereen ging op een ge
geven moment z'n eigen studie
weer oppakken. Trok zich
meer op z'n eigen kamer te
rug". Maar een ander woonge
meenschap „Labda" in
Utrecht wil toch ruimer leven
dan met z'n tweeën. Elf vol
wassenen van eenenzestig tot
vierentwintig en vier kinderen
van twaalf tot zeven jaar le7
ven met een soort tienjaren
plan in een strijd om niet
weer hetzelfde isolement te
krijgen, waaraan het gezin
mank gaat. „Behalve een emo
tionele herverkaveling zit ik
ook met het probleem dat ik
mijn werk moet herverkave-
len", zegt een van de leden-
En een ander: „Ouders bij
voorbeeld die jaloers zijn als
hun kind een andere volwas
sene leuker vindt. Voor
mij is dart geen punt. Mijn
vrouw werkt. Ook kindeen
moeten aanvaarden, dat oude
ren ook een heel eigen leven
willen leiden".
„Als je de kommune
wilt ontmoeten, moet je
naar Zuid-Limburg" schrijft
Vroemen als inleiding op zijn
gesprek in de buurt van Ge
leen, waar dertien min of
meer door toeval bij elkaar
uitgekomen studenten van de
theologische hogeschool en
vormingswerkers, samenwo
nen. „Als je geen deel bent
van de oplossing, dan ben je
een deel van het probleem"
staat er zinvol op de deur. Hel
grootste probleem vormde de
vraag: Wat is het groepsdeel?
bigt dat binnen of buiten de
groep? Daarbij vormde een
der leden met zijn starre doc
trinaire marxistische ideeën
en werkzaamheden het breek
punt. „Ik vind", zegt een der
meisjes, „het voordeel van het
groepsleven, dat je veel meer
prikkels krijgt aan jezelf te
werken.
Zinvol zijn dan tenslotte de
persoonlijke brieven vanuit
deze commune geschreven,
waarin iedereen zijn individu
ele bevindingen uitschrijft.
„Na bijna drie jaar groepsle
ven in commune, kom ik tot
de konklusae dat groepsleven
uitermate dynamisch is, uiter
mate moeilijk, maar ook uiter
mate boeiend en verdiepend
voor het individu in de groep.
Ik heb mijn identiteit bijna
verloren in de groep, maar
met veel strijd en met hulp
van Marieke ook weer
meen ik tenminste terugge
vonden", schrijft een der jon
gens.
Vroemen ziet de communes
tenslotte toch als kernen voor
het begin van een nieuw
mensentype- Hij onderscheidt
ze in werkgroepen in woongroe
pen, leefgroepen en belevings-
groepen. Hij ziet de noodzaak
van een organisatie van com
munes, willen zij niet toch een
verfijnde vorm van kapitalis
tisch gezinsleven worden.
„Maar ik krijg langzamerhand
de indruk dat het enige dat
door het enorme strukturele
geweld van deze maatschappij
niet in te kapselen is op dit
moment, een zelfbewust indi
vidu is, die het vermogen
heeft zich aan te passen-om-
niet-onder-te-gaan, maar zich
niet écht meer aangepast".
Het primitieve sensationele
rond de communes lijkt lang
zamerhand wat te slijten. Er
zijn in ons land enkele kernen
in stilte overgebleven. Dat is
een goede zaak. Het is te ho
pen, dat zij en anderen het
gaan „redden", wan* het ver
schijnsel zou een goed en
voortdurend appel op het be
staand? huwelijks- en gezins
leven kunnen worden. Het is
niet de bedoeling deze vorm
van samenleven te laten kap
seizen. Maar dat het gezin
voor verbetering vatbaar is
zullen waarschijnlijk niet vee)
mensen durven ontkennen. Bij
het uitzuiveren van gedachten
rond communaal leven bete
kent dit boekje van Vroemen
een goede bijdage. Over enige
tijd verdient dit een ver
volg.
HENK EGBERS.
HETTY MOOI-VIC SJOU
WERMAN: SOKPOPPEN zelf
maken en er mee spelen (uitg.
Cantecleer - f 3,50).
Onder de vele boeken, die
er de laatste jaren verschijnen
over het maken van speelpop
pen, neemt dit een opvallende
plaats in. Het maken van pop
pen van oude sokken komt
niet zo vaak aan de orde. De
maakster getuigt van grote
fantasie, die overigens niet
ontmoedigend werkt; integen
deel de vele afbeeldingen van
talrijke dierfiguren met dui
delijke aanwijzingen voor het
maken van deze poppen wer
ken inspirerend. Tenslotte
wordt nog een tekst geleverd
voor een milieu-bewust spel.
Degenen, die langzamerhand
steeds meer overtuigd raken
van de plezierige-, creatieve
en educatieve waarde van het
poppenspel, moeten dit boekje
niet over het hoofd zien.
DICK ETTEMA: SIERA
DEN VAN HOEFNAGELS
(uitg. Cantecleer - f 3,50).
Het paard verdwijnt langza
merhand. Hoefijzers zijn al
lang een sieraad van geluk
of niet geworden. De laat
ste tijd is ook de hoefnagel
ontdekt als iets waarmee je
méér kunt doen als alleen
paarden beslaan. Ze worden
weer aangemaakt in geculti
veerde vormen. De gebogen
hoefnagels als hangers, arm
banden, halsbanden, oorbellen
e.d. zijn al een tijdlang mode.
Dit boekje geeft een aantal
grondvormen, waarmee je met
wat handigheid en een aantal
kleine gereedschappen, zelf al
le kanten op kunt om tot vaak
verrassende resultaten te ko
men. De talrijke illustraties
zijn daarbij instructief.
G. ELLIOT: SCHETSEN
(uitg. Cantecleer - f 7,90).
Weer een deeltje (het 31e)
in de uit het Engels vertaalde
Vrije Tijd Paperbacks. Nogal
gedetailleerd wordt op ruim
100 pagina's vertelt hoe u
kunt gaan schetsen, de manie
ren waarop gewerkt kan wor
den, de uitrusting en de on
derwerpen, die allemaal
schetsmatig vastgelegd kunner.
worden. De vele illustraties
getuigen van raffinement en
maken de uitspraak van de
schrijver nauwelijks geloof
waardig: „Als u niet kunt te-
Kenen, des te beter dan kunt u
het veel gemakkelijker van
het begin af aan leren". Wat
droog, maar ogenschijnlijk wel
effectief geeft Elliot veel aan
wijzingen, die ongetwijfeld
degenen, die neiging voelen
om wat vlotter te kunnen te
kenen, zullen aanzetten om
het toch eens aan de hand van
dit boekje te gaan proberen.
I. SCMITT-MENZEL: KE
RAMIEK BESCHILDEREN
(uitg. Cantecleer - f 5,25).
De saaiheid van het geijkte
aardewerk is aan het verdwij
nen. Via dit boekje kunnen
we zelf een handje helpen om
de dagelijkse gebruiksvoor
werpen thuis wat meer kleur
rijke fantasie te geven. Er
staan aanwijzingen in voor de
kant en klaar biscuit ge
bakken kommen, vazen
e.d., waarna we nog maar één
keer hoeven te bakken voor
het glazuur. Maar tevens wor-
cotijd. „Het volkslied aan de
wand" was de veelzeggende
bijnaam voor deze kunst. De
verg, die in spiegelbeeld mei
een op het glas wordt aange
bracht, maakt een emaille-
parelmoerachtige indruk. D-
afgebeelde voorbeelden in di
boekje laten zien (hoewe
jammerlijk de kleur ont
breekt), dat met simpele lij
nen leuke resultaten worden
bereikt. Er staan voldoende
aanwijzingen in om het zelf
enthousiast te gaan probe
ren.
AB DE BROUWER: KA
RAKTER POPPEN MAKEN
(uitg. Vaardige handen 37, Zo
mer en Keuning - f 4,50).
Poppen, niet om mee te spe-
den aanwijzingen gegeven
voor het versieren van voor
werpen, die we helemaal zeil
maken. Nuttige vingerwijzin
gen voor het beschilderen ii
simpele grote figuren; een wal
modernere uitgave van hel
geen we vroeger boerenaarde
werk noemden.
THEO ELFRINK: ACH
TER GLAS SCHILDEREN
(uitg. Cantecleer - f 3,25).
Een oude volkskunst hei-
leeft in dit boekje. Het achter
glas schilderen ontstond in de
periode van de gotiek en de
renaissance en kende zijn
hoogtepunt in barok en roco-
len, maar als leuke voorwerp,,
in huis. Er wordt daarbij uit
gegaan van een aantal clich
voorstellingen van „de" fatale
/rouw, „de" zwerver, „de
nagiër, „de" schilder ete. Ooi
afereeltjes worden als mode
gegeven. Met simpele en ver
'.chillende materialen word
een aantal tips gegeven dif
het aantrekkelijk maken dIr
-.elf leuke poppen te maken.
WALTER RA ABE: DIEF
VORMEN VAN HOUT (uitg
Nieuwe Vrije Tijd Reeks 14
Cantecleer - i 3,25).
Voor mensen, die graag met
met „gevallen". We leven in
een mono-cultuur. In de plan
ten- en dierenwereld komen
we er langzamerhand achter
hoe funest dit is.
Wanneer zullen we erachter
komen, dat het voor een men
sengemeenschap even funest
is; dat het funest is teveel
mensen die niet passen binnen
het patroon van ooize mono
cultuur op een zijspoor te set-
ten. Het gaat er in dit boek
dan ook om kinderen met ge
noemde stoornissen te handha
ven en niet uit te leveren aan
inrichtingen.
We worden in dit boekje
vertrouwd gemaakt met het
onderkennen van stoornissen
in het waarnemingsfunctiona-
lisme van het kind. Die kun
nen subtiel zijn, maar ver
strekkende gevolgen hebben;
met name bij het proces van
de begripsvorming. De inte
gratie en het onderlinge ver-
band van talrijke processen
binnen het kind kunnen door
een lichte storing in de war
raken en een kettingreactie
oproepen- Een gebrekkig taal
gebruik hoeft dan b.v. niet op
een te kort aan intelligentie te
wijzen; het kan te maken heb
ben met een handicap., die zo
wel fysiologisch, sociaal-cultu-
Ael als intellectueel kan zijn.
Zijn gedrag is eerder actie
dan reactie. Hoe we thuis op
dergelijke gedragspatronen het
best kunnen reageren, wordt
met talloze duidelijke voor
beelden praktisch geïllustreerd.
Afgezien van het feit, dat
we in deze maatschappij nu
eenmaal niet meer zonder des
kundigen kunnen leven en dit
boekje ook geen praktische
handleiding is van „hoe los ik
het alleen op", is de inhoud
ervan met name van belang
om het „andere kind" te leren
onderkennen. Door de prakti
sche aanwijzingen en beschrij
vingen van de verschijnselen
blijkt, dat „andere" kinderen,
niet zulke „hopeloze gevallen"
blijken te zijn als we soms
denken. Het betekent waar
schijnlijk wel, dat we onze
eigen instelling en gedragspa
troon zullen moeten herzien;
anders dan anders-
HENK EGBERS
hout werken en geboeid zijn
door dierplastieken. De voor
beelden zijn een soort „tast-
vormen", glad gepolijste ron
dingen, waarbinnen zich de
vormen van paarden, eendjes,
>inguins etc. afspelen. Summie
re informatie over houtsoorten
•n te gebruiken materialen
zordt gegeven.
LIS PALUDANHET
POPPENHUISBOEK het
zelf maken van poppenhuizen,
poppenmeubelen en poppen
(uitg. Zomer Keuning).
Hoe je het ook wendt of
keert: kleinere kinderen spe
len graag de grote-mensen-we-
reld na. Het poppenhuis is
daarbij voor hen vaak een in
teressant hulpmiddel. In dit
boekje wordt wel iets meer
gegeven dan het geijkte pop
penhuis. Dat je met eenvoudi
ge materialen leuke dingen
kunt maken, wordt daarbij
duidelijk. Vanaf het werken
met simpele kartonnen dozen
tot met het steviger spaander-
plaat worden op duidelijke
wijze voorbeelden gegeven.
Grootmoeders huis; huis met
verdiepingen, moderne terras-
voning, kastelen, garages,
vinkels. alle kanten kun je
>p. Er staan ook duidelijke
verktekeningen bij voor het
naken van de bewoners van
leze huizen en een inventaris,
die past bij onze welvaarts
maatschappij. Voor liefhebbers
•en handig boekje.
PIERRE BRUANDET FO
TOGRAMMEN, fotografische
experimenten zonder camera
(uitg. Cantecleer - f 9,50).
Een mooi uitgegeven boek
(uit het Frans vertaald: Les
Photogrammes) over een hob
by, die met Detrekkelijk wei
nig middelen leuke resultaten
kan opleveren. Simpel gezegd,
komt het hier op neer: voor
werpen (een schaar, een blad,
itof, teksten, bloemen, een ge-
aat etc.) tegen lichtgevoelig
iapier belichten (lamp van
'00 watt; kan al met de zon).
foor allerlei trucjes kun je tot
le wonderlijkste figuraties ko
nen. Wat je nodig hebt zijn:
een' lamp van 100 watt, licht
gevoelig papier (1 tot 3 minu
ten), ontwikkelaar, stopbad,
fixeer, belichtingstafel en ont-
vvikkelingsattributen. Een fo
totoestel komt er dus niet aan
te pas. Behalve het spel-ele-
nent dat deze hobby heeft,
kan het tevens een goede in
troductie zijn op het „echte
foto-vakwerk.
Ma®1
indag 27 augustus 1973
(Van
onze rtv-redactie)
HILVERSUM Een out
0g altijd in gebruik zijne
üiHermolen m Wadenoyen b
7ai woensdag 5 septembi
mwgens 7 uur tot de vo
3 de ochtend 8 uur h<
looppunt zijn van een w«
ld omspannend zenderne
2 NOS gaat dan namelij
»t radio-amateurs een pr<
framma van 25 uur aan ee
tok uitzenden waarin zenda
ateurs van Nederlandse al
Jüunst naar woonachtig ovt
a! hele aardbol de kans kri l
koningin Juliana te felic
teren met haar 25"'iari8r reg
riagsjnbileum.
Daartoe zal contact worde:
„emaakt met mensen van o.i
Lbassades maar ook me
een eenzame pater in de rim
Le" aldus gistermiddag Kee
Buurman, de programma sa
mensteller op een perseonfe
rentie die hij in de molen zei
f Buurman heeft deze mo
NIEUW-LOOSDRECHT
Diana (6) en Maarten (3) i:
Meta de Vries, moeder van
de enige vrouwelijke discjoc-
key in Nederland, een beroep
dat ze op free-lance basis
voornamelijk uitoefent ten be
hoeve van de AVRO.
Onder haar werkzaamheden
vallen onder meer het zondag
ochtendprogramma „Juist op
zondag", dat al om negen uur
's morgens de lucht ingaat en
samen met Krijn Torringa
woensdagmiddag „Van
twaalf tot twee" het program
ma voor jong talent „Zet 'm
op".
Twee dingen komen, als je
met haar praat al direct glas
helder over: Ze doet niet mee
aan de panische rage van het
„eeuwig jong willen blijven",
maar komt er zonder haperen
voor uit dat ze dertig jaren
telt. In de tweede plaats is ze
niet commercieel ingesteld.
„Het verdient lekker maar
rijk wordt je er niet van",
zegt ze met een glas thee in
lotus-zit plaatsnemend op de
divan. Voor die houding is
haar aard echter toch te be
weeglijk, zodat ze voortdurend
met springerige bweginkjes
gaat verzitten.
Loshangend stro-geel en een
lang zeer wijd oosters San-
doend gewaad completeren het
beeld van onopzettelijke non
chalance. Zij heeft zegt ze,
ontzettend moeten lachen om
de persiflage die Kees van
Kooten en Wim de Bie in het
Gat van Nederland hebben ge
maakt op de discjockey. Maar,
zo zegt ze filosofisch, zoals
elke persiflage was ook deze
sterk overdreven.
De invloed van de op commer
ciële basis opererende „platen-
pluggers" stelt voor de d.j.'s
van Hilversum 3 niet veel
voor. „Er zitten natuurlijk las
tige aandringers tussen, maar
ook wel aardige jongens die
tenslotte ook voor hun brood
op pad zijn en, nou ja, dan
draai je wel eens een plaatje
extra voor ze, maar verder
pat het echt niet",
h die tuin komen behalve
haar twee eigen kinderen ook
regelmatig drommen buurtkin
deren vertier zoeken. „Ik ben
voor ik bij de radio ging wer
ken drie jaar kleuterleidster
geweest", aldus Meta, „dus ik
Kan er makkelijk tegen",
he heeft de kleuterschool dan
ook niet in de steek gelaten
«omdat ik de kinderen zat zou
Dn maar gewoon omdat ze
eer eens wat anders wilde.
*war talenkennis (ze zat bij
aar vader op school die talen
doceert) hielp haar in 1965
door de test heen die de VA-
had opgesteld om een
uw® omroepster te selecte-
"an toen af is het alle-
d voorspoedig gelopen. Op
nno ,®ewone omroepen wordt
gal eens neergekeken, zegt
W„a', "maar het is een beste
rschool. „Ook nu nog valt
reS^matig in als omroep-
best' m kan>' zegt ze' "nog
Verve een dominee
aankondigen'\
''clcmaal0? d?' jaren is M*j*
uaat in de pop gegroeid.
ledp66r 2 s ze haar ver-
watn Van klassieke muziek
Is.. §aan vergeten. „Er
Sem„ P1) °ns thuis altijd druk
mib, ?rd"> zegt ze. „maar
erin Quders hebben wel be-
Bovend?r ö?ijn huidige beroep.
von>A IS Meta een fervent
wT'andster van de Stichting
Triand Muziek. Ze zou
een vaste klassieke zen-
.WEL,WEL izi
PAARP R13 DEM 1
ZbMEP&WP
SMU.EN.
/So2 li fx