■NA/1
zilveren balans
N 6678
BEDIENDEN
ii afwisseling in Uw werk
ÜTENMARKTEN te VLIS-
nl. voor direkt nog enige
en als
oedbetaalde funktie vindt
it worden opgebouwd),
en, terwijl ook de overige
JBLIJVEND welkom voor
Justus a.s. van 18.00 - 19 00
•SPLEIN 7, VLISSINGEN.
heid, dat het sollicitatie
zijn wij bereikbaar onder
PHILIPS
koningin van de new-look
Troonswisseling op de kentering van een tijd.
De Nederlanders die de
eedsaflegging en inhuldi
ging van koningin Juliana
°P 6 september 1948 via de
radio (er was toen nog geen
televisie) hebben meebe
leefd, herinneren zich uit de
rede van de nieuwe vorstin
in elk geval één zin: „Wie
toi ik dat ik dit mag doen?"
Die meer dan louter re
torisch bedoelde vraag
j>'ond dan ook als kop boven
™jna alle kranteverslagen.
had de Nederlanders in
'n het hart getroffen. De
jhaagster van de kroon van
Koninkrijk der Neder-
anden wist blijkbaar te re
lativeren, ook als het om
naar eigen persoonlijkheid
Bng. Dat was, voor gezags
dragers, een nieuw geluid.
Onder die gezichtshoek be-
*e|ten was koningin Juliana
„let recht de koningin van de
Look. Die mode vierde
?en hoogtij. Ze was ontspro-
l®n m het brein van Christian
,!or on leek van top tot teen
"es te ontkennen wat aan
ouwelijke vormen voorhan-
-env.Was- In zekere zin bood
new Look een welkom ex
cuus
«tijd
voor couturiers die niet
werden geïnspireerd
van hun op-
weraen
Mag de New Look de ge
stalte van koningin Juliana
niet altijd op haar voordeligst
hebben getoond wiens ge
stalte wel trouwens in
overdrachtelijke zin werd een
periode ingeluid van New
Look, van een nieuw gezicht
op elk denkbaar levensterrein.
Dat kwam het duidelijkst tot
uitdrukking in de zich in een
lawinetempo verrijkende
woordenschat die de koningin
en haar onstuimig tot dertien
miljoen aanwassende onderda
nen in een kwart eeuw bij
leerden.
Want in 1948 hadden we
nog maar één luidspreker no
dig om de kroningsplechtig
heid te ontvangen: stereo was
er evenmin bij als televisie.
Voor zover een enkele ge
luidsjager al bij machte was
het uitgezondene vast te leg
gen, moest hij wel over een
heleboel wasplaten beschik
ken, want de langspeler moest
nog op de markt komen, even
goed als de band- en de cas
setterecorder, om van de vide
orecorder maar te zwijgen.
Journalisten en andere be-
roepsnoteerders koesterden
hun vulpennen en -potloden
als een kostbaar bezit, want
de kogelpunten moest nog
worden uitgevonden.
Aan zuinig leven waren ze
trouwens wel gewend, want ze
gingen op hun trapfiets naar
de brand. De brommer stond
nog in het schuurtje bij de
heer Silex en pas veel later
zou de welvaartsstaat, zich zo
tot een consumptiemaatschap
pij hebben ontwikkeld dat ze
de caravan achter de vers ge
poetste auto konden binden om
op safari te gaan. Als ze al niet
meegingen met een cruise.
Toegegeven: in 1948 kregen ze
nog geen hartinfarct en dat
was maar goed ook, want er
viel nog niets te transplante
ren.
Van heel wat problemen
hadden we toen nog geen
weet. Het milieu was nog ten
hoogste de omgeving waar je
zelf uit voortkwam. We hoef
den ons over spijtoptanten in
Ambonnezenoorden net zo min
te bekommeren als over gast
arbeiders in contractpensions.
We wonden ons niet over no
zems, provo's, Damslapers en
hun Dolle Mina's op. Als ons
bloed al eens in de vierde
versnelling raakte was het
niet door rock-and-roll, beat of
pop en we konden niet extra
uit onze contactlenzen kijken
naar iemand die haar minirok
voor een bikini verwisselde
omdat het weer allicht te
warm voor panty's was.
Natuurlijk hadden we min
der vrije tijd. Elektrisch kof
fie malen, elektrisch scheren,
naar de wasserette, naar de
zelfbediening, de supermarkt
en de cash and carry: 't Lag
allemaal nog in de windselen
van de toekomst. De compu
ters die onze kosmonauten en
astronauten, onze spoetniks en
apollo's veilig door de ruimte
zouden loodsen, stonden op z'n
best op de tekentafels.
De woordenlijst van de Ne
derlandse taal was dus in 1948
wel voor uitbreiding vatbaar,
maar de Nederlands-Belgische
spellingscommissie die een
jaar tevoren was gevormd, had
het nog te druk met de
schrijfwijze van de bestaande
woorden om zich het hoofd te
kunnen breken over de toe-
politieke tegenstellingen wa
ren, dan werden ze beleefd
geuit: bij de inhuldigings
plechtigheid in de Amster
damse Nieuwe Kerk waren
enige niet alle commu
nistische Kamerleden met
kennisgeving afwezig, Gerben
Wagenaar, Paul de Groot,
Benno Stokvis (de man van
fcomstige. Zelfs aan de term
„Njoe loek" waren die taalge
leerden nog niet toe en met
hen de grote meerderheid der
Nederlanders niet. Inspraak,
tegenspraak en polarisatie wa
ren nog onbekende begrip
pen.
Als er ai onoverbrugbare
„Recht en slecht", jawel) en
Jan Hermans. Verder werd er
geen wanklank gehoord bij
een ceremonie die naar heden
daagse begrippen toch wel erg
veel militair folklorisme in
zich borg. In een der versla
gen lezen wij immers: „Luite
nant-admiraal Helfrich begaf
zich met het rijksvaandel
rechts van de troon, luitenant-
generaal Kruis stond links, het
rijkszwaard omhoog houdende.
Voor hen de vaandels van de
garderegimenten: rechts jagers
en grenadiers, links Prinses
Ireneregiment en mariniers,
terzijde links het vaandel van
het KNIL-centrum in Neder
land". En na afloop van de
plechtigheid vermeldde de
nauwgezette verslaggever-ge
schiedschrijver: „De herauten
van wapenen staken de trom
pet en de oudste der koningen
van wapenen, kolonel De Ruy-
te. van Steveninck, herhaalde
cU roep: „Koningin Juliana is
ingehuldigd", gevolgd door
driemaal de wens „Leve de
koningin", welke onmiddellijk
door duizenden kelen werd
overgenomen".
Wie wil weten hoezeer de
wereld veranderd is sinds 6
september 1948 doet goed het
lijstje van genodigden in de
Nieuwe Kerk na te gaan. Ve
len van toen kunnen er nu
niet meer bij zijn om het re
geringsjubileum luister bij te
zetten en dat is niet altijd
omdat de dood hun pad kruis
te. De voorlopige federale re
gering van Indonesië was ver
tegenwoordigd door prof. dr.
T. H. Hoesein Djajadiningrat.
Oost-Indonesië door de sultan
van Ternate, Oost-Sumatra
door de Wali Negara en Pa-
soendan door Raden Adipati
Ario Soejadi. Weinigen zullen
vermoed hebben dat deze
hooggezetenen van de Gordel
van Smaragd de eerste offers
zouden zijn die het moeder
land bracht terwille van „het
regelen op voet van vrijheid,
zelfstandigheid en gelijkwaar
digheid van onze verhouding
tot de volkeren van Indonesië,
Suriname en de Nederlandse
Antillen", om nog eens de jon
ge vorstin te citeren.
Koninklijke toespraken zijn
nimmer volledig zonder de
obligatie oproep tot „eendracht
en nog eens eendracht",. Die
van 6 september 1948 maakte
daarop geen uitzondering en
daar was ook alle reden toe.
Nederland had in het derde
jaar na zijn herrijzenis het
even-zoveelste kabinet ontvan
gen. De toen al manifeste poli
tieke onmacht van de kiezers
en hun vertegenwoordigers
wordt het scherpst getekend
door het feit dat formateur
Beel, de aftredende minister
president, geen kans zag een
met de verkiezingsuitslag cor
responderende regering samen
te stellen. Het werd een extra
parlementair kabinet dat dr.
Drees uit handen van mr. J.
R. H. van Schaik ontving. De
verkiezingen waren een uit
vloeisel van de voorgenomen
grondwetswijziging die Indo
nesië autonomie moest verle
nen, uiteraard „binnen het ko
ninkrijk" zoals men toen nog
dacht. Voor de Indonesiërs
was die uitslag niet bemoedi
gend: links leed verlies en
rechts werd versterkt met de
man die het koloniaal verle
den belichaamde, Weiter.
Drie maanden later werd
pijnlijk duidelijk dat de offers
ter wille van de nieuwe rechts
orde in de eerste plaats van
het Indonesische volk werd
gevergd: de tweede politiële
actie.
Een rechtstreekse confrontatie
van het heden met het einde
van de veertiger jaren maakt
eerst goed duidelijk welk een
aanzienlijke afstand er in 25
jaar Juliana Regina werd
afgelegd, een weg naar nieuwe
denkpatronen en maatschap-
bijvormen die, zo lijkt het
wel, door de voorhoede steeds
sneller, door de tros steeds
aarzelender wordt afgelegd:
generatieconflict, zeggen we
dan tegenwoordig.
Men kan moeilijk beweren
dat de koningin niet oprecht
het uiterste heeft gedaan en
het beste van haar zelf gege
ven om de tekenen des tijds,
hoe die zich ook voordeden en
vooraoen, te verstaan en zo
mogelijk te waarderen. In dat
opzicht kan menige onderdaan
aan haar een voorbeeld ne
men. Wij stellen ons voor in
de hiermee geopende reeks
van 25 artikelen te inventari-
serefi welke problemen en
ontwikkelingen zich in het ko
ninkrijk hebben voorgedaan
en hoe de Nederlanders daar
op hebben gereageerd. Een zil
veren balans dus, waarvan pas
latere geslachten zullen kun
nen getuigen of het misschien
wel goud was wat er blonk.