Engelse Klaas Vaak geeft les in slapen ocana door jan wintraeck TUSSEN DE PUZZELEN ZO INSTUREN NAAM STRAAT WOONPLAATS OPLOSSING PUZZ Zonder noodzaak Geen zin Stoute stukjes Emmer water vr DE STEM ZATERDAG28JU|h, ZIJNE hoogheerttjjl -lUis Oca.nct hee, delijk de bek i daan. Het werd fa biecht van een bon tit, doordraaier, een nacltft] ja van een zwierpot Met deemoedig neerjëïL ogen en met- de vuurro&tl lellen van de berouwhefc bekende Luis zich in d( j' ter van 1971 op 1972niiu verzorgd te hebben. Den mist. Wat was in die u, met zijn koude enlangi^ ten het geval? Luis g stap en zocht u>armte l en Katrijn om daarnt k tochtige nachten met i derig oog en labberlottigg, knieën huistoe te too alwaar hij gaten in i en zijn roezen uitsliep, voelde zich een vedette hij had immers in een L rit Eddie Merckx op actlï nuten gefietst. Het liejJ ke leven ondermijnde gg|j lijk Ocana's gestel. ZÏCHAMELUK keld en geestelijk] broken vatte Luis 1972 toch de Tour de frij aan. De gevolgen waren v. schrikkelijk. Ocana won»; verloor alles en kon Spaanse eer niet redden, j dagen voor het einde lei; rijs verliet hij in diMs Bains de tour en gaf op Met gebogen hoofd en ;in hoestbuien die zijn bum lichaam deden kronkelen.] viel een onheilspellende s! over Spanje en de Colli liet persoonlijk de roUtiik) neer en hield ten teken ti rouw zijn gordijnen zecen i| gen gesloten. „Maandenlang", zegt „vreesde ik nooit meer fiets te kunnen bes%enJ maar ik ben er uiteMij doorheen gekomen en jra zen. In de afgelopen urn heb ik geleefd als een po!» al zegt dat tegenwoordigs alles". (iisrr.'W K EIT is dat Luis de li Jn veernen en het oldi schamel geklede mi welijk personeel meed «Is ij pest die zij in werlcelijkl» ook zijn. Hij liet geheel tf tl de wijn en ging met de ki; ten op stok. Zijn eenpn soonsbed stond op een He zolderkamertje zonder bels en zonder tapijten. Slechts witgekalkte muren! tegen een daarvan de fiefc waarmee hij Merckx in i bergrit had verslagen. L'| beet die hele lange voortdurend op de tanden- hetgeen de gouden omliis!» der snijtanden uit het li- bracht. Maar Luis Ocsf hield vol. Hij hoorde i roep van het zondige leven wel maar bood wonderenswaardige wijze weerstand. Halve nachtenk hij wakker in gevechten?'.'-] slechtere ik. En als uiteind lijk zijn betere helft won 4 mede dankzij die fiets «en muur die hem kracht en l>" schonk. Luis Ocana heeft 4 tour van 1973 reeds in de ui'; ter gewonnen toen hij illIn dag uit met de kippen stok en er met de hanen UW] af ging. f IJ dit alles moei tuurlijk, en fielaas,- toch ook nog gef'^j worden. Dat stuit bij W geen enkel bezwaar. De s' heeft stijl, spurt en ronk'» makkelijk en beheerst kunst van het klimmen de geiten uit zijn Buitendien staat hen lijfarts ter beschikking dief apotheker is en de wow' pil (la pillola miracoloset wordt geheten. Zijn mee»1' ciën heet Sancho Cruz. Hij poetste de fietsen W" Luis alsof ze van zilver ren. Hij neemt ze mee zijn kamer en kan in aanj* ding neerzinken voor de uit titanium (te - soorl!M gewicht 4,49 - smeltpunt gradenwaarop de kamP'J" zijn tijdritten rijdt. Die nium fiets weegt 6,8 kilo dat is maar liefst 2,7 kilo der dan de lichtste tot toe voor tijdritten fiets. De bandjes halen gewichtje van 260 pram het zadel staat scheef. zadels van Ocane buigen lichtjes af naar rechts W® dan, en dan alleen zit W lekker. Sancho Cruz zorgt ook voor dat Luis overal enige zilveren na«' binnen zijn bereik heeft Daarmee prikt Luis zW»; onversaagd krachtig in kuiten als de veelvuWj krampen hem weer eens r gen. Op de hellingen van Izoard stak hij twee keer de Puy de Dome tot drie fcee'l Voor 't modellenjaar 11 heeft de Tsjechoslowaal autofabriek Skoda M modellen enigermate stroomlijnt! en daarme aangepast aan de We europese stijl. Het is vot al de 110-R, de coupé, bijgeschaafd werd en voor kort werd deze sp| tieve Skoda compleet ingebouwde verstralers. hoofdsteunen en radio leverd voor f 8594, zeer concurrerende prij| Helaas heeft echter ook Skoda-fabriek geen kans zien te ontkomen aan prj verhogingen en de coupé momenteel dan ook f 883 nog altijd een scherpe aant ding omdat immers de prij: van de concurrenten evene^ omhoog zijn gegaan. Een week testrijden met Skoda coupé leert dat we te maken hebben met een buuste en kompleet uitgeri te auto waarmee tamelijk v gereden kan worden al z acceleratie noch topsnelht (148 km./uur.) geen uitschj ters in deze klasse. Kwaliteit werd bij Skoda tijd met een hoofdletter ijl schreven en het lijdt ge twijfel of ook de coupé is e sterke, duurzame wagen, de hogere toerentallen duic lijk laat horen. Die achtejJ geplaatste motor heeft een inhoud van 1100 cc en levi 62 sae-pk bij 5500 omw./m Veel schakelen is wel noc want de motor nadert v snel het kritische toerent Met de kleine centraal s plaatste pook is dat schab len echter een vlotte zaak fve kunnen ons voorstel! I dat veel liefhebbers van e coupé zowel het vele schal| len als het motorlawaai f der als een plus- dan als minpunt zullen beschouw^ De besturing is tamelijk zwaar, maar wel mooi direj REDACTIE DE STEM REIGERSTRAAT 16 BREDA Inzenden voor dlnsdagmidd 12.00 uur. Zet op de enveloppe In linker-bovenhoe) "Weeken puzzel". SHEDS IK Ie Ie le lil (H) (B [viflélD OJeIKI (V) (E> ED EED E& l'A Ia^IRI fe IaS AIRI IATBEII mriaUI ibiiy "109 RD tLO.fif loffl S¥ Qe|L| •(m) ~zar DOR U6 mJol IKTeTKI isieigTün imiEiRi i (VÖ (1) 'V IEI& IC IN I rklRIEIEITI toe. Luis die nog steeds dfcr^| nen en taveernen zonder twijfel de yiu«/««•- ,(m vende kuitenprikker en f I minst hanige van alle t01i winnaars. ENKELE weken geleden hoorde een Amsterdamse automobilist de loeiende sirene van een brand weerwagen niet. Ook al omdat er even tevoren een andere brandweerwagen door een rood stop licht geschoten was, trok hij op. Hij ramde een ladder wagen en kwam met een mede-inzittende om het leven. De ladderwagen schoot het trottoir op en greep twee wandelaars, die levensgevaarlijk gewond werden. Wie zijn die mannen, die uit hoofde van hun beroep met hoge snelheden door het drukke stadsverkeer schieten, erop vertrouwend dat ze gezien en gehoord worden? Wat zijn hun verantwoordelijkheden? Michel Thomassen maak te enkele dolle ritten mee, sprak met de betrokkenen en hoorde van een brandweerwagen-chauffeur o.a. dat hij zó gespannen door het leven gaat, dat hij 's morgens bij het aflopen van de wekker meer dan eens een vergeefse greep naar laarzen en helm doet 't Slopende leven van een brandweerman De Nijmeegse brandweermannen wier uitspraken in dit verhaal geciteerd warden. V.l.n.r. Cor Verkaart (33 jaar, hoofdbrandwacht en twaalf jcar beroepsbrandweerman), Frans Stevens (46 jaar, hoofdbrandvracht en 22 jaar in het vak), Albert Gaertner (34 jaar, onderbrandmeester, 13 jaar beroeps), Gerard Stuivenberg, Jacques Kiers (40 jaar, hoofdbrauduaacht, 11 jaar brandweerman). Boze tongen noemen hem de „Klaas Vaak" van En geland, maar in werkelijk heid zorgt de heer Paul Merritt uit de Engelse plaats Nottingham er al leen maar voor dat lijders aan slapeloosheid hun nachtrust terug krijgen. „Al heel vroeg in mijn le ven", vertelt Merritt, kwa men mensen naar mij toe met hun problemen. Eerst waren het eenvoudige ruzietjes van vrienden en vriendinnetjes, later werden de moeilijkheden groter. Hoe het precies komt weet ik niet, maar waar schijnlijk bezit ik een bijzon dere gave om mensen op hun gemak te stellen. In de tijd dat ik nog gymnastiekleraar was kwamen er dikwijls men sen bij me die slecht sliepen. Zij hadden allemaal een groot probleem: zij konden de slaap niet vatten. Sommigen droe gen 's nachts oorkleppen en anderen slikten pillen. Het hielp allemaal niet. Toen ben ik het probleem nader gaan bestuderen en kwam tot de conclusie dat de patiënten zich in het algemeen, niet kon den ontspannen. Het dagelijks leven hield hen ook in de nachtelijke uurtjes in de ban. Ik hakte de knoop door en ging tot de aanval over. Mijn wapens waren: een behoorlij ke dosis overredingskracht, een portie hypnose en een eenvoudig bandopname-appa raat". Een paar avonden per week, geeft de vijftigjarige Paul Merritt nu onderricht in de gymnastiekzaal van een plaat selijk schoolgebouw. Aller eerst stelt hij zijn publiek volkomen op hun gemak. Ver volgens doet hij enkele oefe ningen met zijn „patiënten" en dan pas komt hij tot de kern van de zaak. „Als niemand oplet zet ik het bandopnameapparaat aan. Ik vraag de mensen zich vol komen te ontspannen en slechts aan één ding te den ken: NIETS. Tien tegen één BUiMUMHimiiiimmmiiiiiiiiiin In grote steden, met een be roepsbrandweerkorps, wordt het ziekenvervoer ook door brandweerchauf feurs verzorgd. Domweg omdat iedere rit meer er varing betekent en de risi co's van het snelle rijden verminderen. „Als je veel rijdt", aldus een brandweer man, „maak je je minder druk. Je raakt ervan door drongen dat kreten als „het is een kwestie van secon den of minuten" lekenpraat zijn. Je kunt altijd twee mi nuten later komen dan hele maal niet". Voor de broepsmensen zijn het blauwe zwaailicht en de meertonige hoorn hulpmiddelen maar voor veel particuliere zie- kenvervoerders in kleinere plaatsen zijn het machtsmid delen. De Nijmeegse brandweercom mandant J. J. Bakker, krijgt re gelmatig klachten uit het pu bliek over ambulances die zon der noodzaak met groot vertoon rijden. Altijd blijken dat streek vervoerders te zijn, die de ervaring leert het een snelle rit naar huis maken als er een patiënt in de grote stad is af geleverd. „Levensgevaarlijk", luidt het oordeel van de heer Bakker. „Niet alleen vanwege de verkeerssituatie, maar ook door de spanningen die het rij den onder die buitengewone omstandigheden met zich mee brengen". Beroepsbrandweerlieden gaan lang voor hun vijfenzestigste jaar met funktioneel leeftijds ontslag omdat het steeds maar weer overschakelen van rustig werken naar aktie, van slaap naar uitrukken en van snel rij den naar kalm rijden hem zo wel psychisch als fysiek sloopt. Over Nederlandse beroepskorp sen bestaan daarover geen cij fers, maar in Canada en de Verenigde Staten wordt een brandweerman gemiddeld niet ouder dan 37 jaar. Hoewel het niet met zeker heid te stellen is, zullen heel de bromfietser stonden te kij ken, maar dat iedereen ten on rechte dacht dat het ongeval gemeld was. Op de terugweg komt per mobilofoon een melding van een bedrijfsongeval. Licht en hoorn gaan weer aan. Bij aan komst blijkt het slachtoffer reeds per taxi vertrokken te zijn. Later op de middag groot alarm: Uitslaande brand aan de andere kant van de stad. Vijf kilometer in vijf minuten, door razend druk spitsuurverkeer. De goede afloop- van de rit is te danken aan de chauffeur die met haast paranormale be gaafdheid weet te voorspellen hoe sommige automobilisten zullen reageren. De brand, die woedde in de oven van een on voorzichtig kokende huisvrouw, is door twee politie-agentes met een emmer water geblust Komische bijkomstigheid: de onvoorzichtige huisvrouw blijkt de wettige echtgenote van een brandweerman te zijn. GEWONE JONGEN Vier keer heeft er deze mid dag een brandweer- of zieken wagen door de stad gesneld. Vier keer is er risico genomen en evenzovele keren had dat in theorie mensenlevens kunnen kosten, zoals in Amsterdam. Alle vier die keren had men het alarm kunnen negeren, maar voor hetzelfde geld had men mensenlevens kunnen redden. Een brandweerman weet van tevoren nooit waar hij aan het eind van ëen rit mee gecon fronteerd wordt. Misschien is het een levensgevaarlijk ge wonde automobilist die hij, zon der flauw te mogen vallen, uit het wrak van een wagen moet zagen; misschien is het een uit slaande brand en zijn er nog mensen in het huis; dan mag ie zijn leven wagen om te probe ren te redden wat er te redden valt. Soms lukt dat, soms niet. Een brandweerman is een ge wone jongen. Hij loopt alleen wat meer risico. TEKST: MICHEL THOMASSEN FOTO'S: JAN VAN LEEUWEN Om te controleren of zijn mensen werkelijk in hoger sferen verkeren, drukt Merrith op de rug van één van zijn leerlingen. een verkeersplein lijnrecht oversteken, maar vergeet nooit dat ik dan voor tweehonderd procent zeker ben dat het ook kan en dat de snelheid zo ge ring is dat ik binnen een paar meter stil kan staan. En wat ik me continu bewust ben: Bij mij in de wagen zitten vrien den, collega's, die allemaal ge trouwd zijn. Met die mannen heb je dingen meegemaakt die diepe indruk op je maken. Ook voor hen ben ik voorzichtig". TEKST EN FOTOC'ST BOUDEWIJN WEEHUI ZEN De alarmbel Is gegaan. De brandweermannen laten vallen wat ze in hun handen hebben, grijpen laarzen, helm en jas en rennen naar de wagen. Dan een snelle rit tijdens welke de branweermannen zich geestelijk moeten voorbereiden op een onbekende, gevaarlijke situatie. wat Nederlandse brandweerlie den niet oud worden door de houding van het publiek. Een brandwacht eerste klas: „Ook als er niets aan de hand is en je doet je normale werk in de kazerne, ben je gespannen. Ie der moment kan de bel gaan en dan probeer je zo snel mogelijk weg te komen, met zo min mo gelijk risico's. Als je pas begint rijdt je te langzaam, maar la ter wordt je geroutineerd. Als er op de weg iemand een on verwachte manoeuvre maakt ga je je schrik inhouden: Later, als het werk gedaan is, komt die situatie terug en dan schrik je pas echt en je maakt je kwaad. Het hele werk betekent dat je moet incasseren; je mag niets terug doen. Uitdelen doe je dan maar bij het sporten. De spanning loopt soms zo hoog op dat je wanneer je geen dienst hebt en thuis slaapt, opspringt als de wekker afloopt. Pas als je dan vergeefs naar je laarzen en je helm grijpt besef je dat je thuis bent". Die spanningen worden nog verhoogd door het vaak onbe grijpelijke gedrag van de weg gebruikers. Te veel automobi listen worden door sensatie zucht gegrepen als ze in hun spiegeltje een razend rood mon ster met blauw zwaailicht zien aanstormen. Ze gaan niet opzij, maar blij ven voor de wagen uit rijden, half omgedraaid in hun stoei om uit te vissen welke kant de brandweerwagen op gaat. „Ze houden je op", aldus de brand wacht, „want probeer er maar eens voorbij te' komen. Zo'n wagen moet je constant in de gaten houden, want bij het eer ste rode stoplicht gaat die chauffeur vol op z'n remmen staan- Dan moeten wij er om heen en tegelijkertijd zien uit te vissen of het verkeer in de zijstraten ons opmerkt. Want als dat niet zo is moeten we stoppen. Met de brandweerwa gen rijdt ik in de stad dan ook nooit harder dan zeventig. Pro beer maar eens tien ton tot stil stand te brengenNatuurlijk haal ik ogenschijnlijk wel eens stoute stukjes uit, zoals uitwij ken over een fietspad of, zoals een keer met een ambulance. Het eigenaardige is dat de ondervraagde brandweerman nen veel van hun spanningen op elkaar afreageren en thuis met hun vrouw niet of nauwe lijks over hun werk praten. „Dat heeft geen zin", is hun collectieve oordeel. „Je maakt je vrouw er nodeloos ongerust mee. Het is zelfs zo sterk dat ze de meeste branden uit de krant vernemen en dan achteraf wel eens vragen of jij erbij ge weest bent. Maar ook dan pra ten we er niet over door". Soms is het brandweerwerk frustrerend. De meest snelle ritten blijken achteraf niet no dig geweest te zijn. Een wille keurige woensdagmiddag: Er zou een auto in brand staan vlak voor een benzinepompsta tion. Een snelle uitruk. Op de drie af te leggen kilometers vier gevaarlijke situaties doordat medeweggebruikers niet oplet ten of het vertikken opzij te gaan. Bij aankomst blijkt een auto over een van een vracht wagen gevallen boomtak gere den te zijn. De benzinetank is lek geslagen en er ligt een plas je benzine op de weg dat door de brandweerlieden weggespo ten wordt. Eigenlijk werk voor een andere gemeentelijke dienst maar ze zijn er nu toch. Terug in de kazerne vrijwel onmiddellijk ambulance-alarm. Een ambulance is wendbaarder en rijdt feller. Twee minuten rijden, twee verkeerspleinen en vier rode stoplichten. Geen ge vaarlijke situaties. Ongeval blijkt mee te vallen en een bromfietser gaat te voet naar huis. Publiek is kwaad omdat de ambulance zolang op zich liet wachten. Bij onderzoek blijkt dat er wel een hoop men sen naar de op de grond liggen- dat de mensen in slaap vallen. En wel direct. Mocht dat niet het geval zijn, dan ga ik naai de persoon en spreek hem of haar persoonlijk toe.- U moet uw ogen sluiten, zeg ik dan. Ik wil het. Een paar seconden later slapen ze allemaal en is het gesnurk niet van de lucht". Intussen blijft het bandop name-apparaat ingeschakeld. Paul Merritt blijft doorspre ken. „Slaap, blijf slapen. Ik gebied u te blijven slapen. Ontspan u. Denk niet aan de zorgen van vandaag en mor gen En dan onverwacht, zegt de bandopnamestem: „U moet nu wakker worden. On middellijk". Als één man slaan de pa tiënten hun ogen open. Som migen wrijven de ogen uit en anderen kijken een beetje verdwaasd om zich heen. Al lemaal hebben zij echter een ding gemeen: ze hebben een kwartier lang voortreffelijk geslapen. En dat is nu juist datgene wat Meritt wil be- -eiken. Hij leert de mensen tapen. Ja, hij maakt er zelfs -ijna een religie van. Tenslotte vertelt hij on; tog: „Iedere sterveling heef! laap nodig. Tijdens oorlogen -orden vaak mensen uit hun laap gehouden. De Gestapo, ijvoorbeeld, vond dat een uit tekende manier om lieden tot lekentenissen te dwingen. En 'at bewijst toch wel hoe be- angrijk een goede nachtrust s. Daarom vind ik het min of neer mijn plicht om in deze jachtige jaren lijders aan sla peloosheid te leren slapen. Het feit dat ik er ook nog mijn boterham mee verdien, is ei genlijk bijzaak". Volkomen in diepe slaap tracht de heer Merrith een sluap-dame op te tillen. Na afloop ver klaart zij niets van deze handeling gemerkt te hebben.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 18