KINDERBIJSLAG VOOR WERKENDE JONGEREN w BEVOLKING GROEIT BIJNA NIET MEER: PROBLEMEN BES TE GROTER „Justitia et Pax" klaagt Spaans bewind aan Gezinsraad wil wet aanpassen van mens tot mens Het Zilveren Kruis bepleit structurele maatregelen voor gezondheidszorg binnenland Werk Bijstandsniveau Part-time Respecteren Vervangende hulp Jr papier jw pen Hardheid W anverh ou dingen Opb o uw Meer inkomen Nuntius Dadaglio Fel protest Halfjaarlijks rapport SER komt laat Donderdag 14 juni 1973 is .-5 In enkele berichten hebben we het al eens gehad over kinderbijslag uoor merkende jongeren, die nog leerplichtig zijn. Toch blijken er op dit gebied nog veel misverstan den te bestaan Om die uit de weg te kun nen ruimen hebben we een bezoek gebracht aan de heer A.H. Trouwborst, chef van de afdeling kinderbijslagwet ten van de Raad van Arbeid in Breda. Sinds 1 augustus 19 72 is iedereen verplicht elf jaar onderwijs te volgen. Van die elf jaar moeten er negen be staan uit volledig dagonder wijs. Als men hierna wil gaan werken is men nog wel verplicht twee jaar partieel (is: gedeeltelijk) onderwijs te volgen. Deze partiële leer plicht bestaat hieruit, dat men twee jaar lang één dag in de week naar school moet. De jaren, die men blijft zitten, tellen mee. Wanneer een kind bijvoorbeeld op de lagere school één keer is blijven zitten en drie jaar voortgezet onderwijs volgt, heeft het in totaal tien jaar volledig dagonderwijs gehad. Het is dan nog verplicht één jaar partieel onderwijs te volgen. Normaal gesproken hoeft de werkgever, de dag dat de werkende jongere naar school moet, niet uit te beta len. Omdat de inkomsten van de jeugdige werknemers en werkneemsters hierdoor da len, hebben ze sinds 1 juli recht op kinderbijslag. Wil men in aanmerking komen voor deze volledige kinder bijslag dan moet men aan de volgende eisen voldoen: het kind moet zestien jaar of ouder, maar minderjarig zijn; het kind moet tot het huishouden behoren van de kinderbijslaggerechtigde het kind moet zijn inge schreven bij een onderwijs instituut. Er zijn ook jongeren, die bij een dergelijke onderwijs instelling staan ingeschre ven, terwijl ze niet meer Leerplichtig zijn. Deze heb ben geen recht op kinder bijslag op grond van de par tiële leerplicht. Toch is het in bepaalde gevallen mogelijk, dat zij als zogenaamd studerend kind kinderbijslag krijgen. Dit kan bijvoorbeeld indien ze als leerling werken. De kin derbijslaggerechtigde moet dan echter wel voldoende bijdragen in het onderhoud van het kind. Voor het jaar 1973 is dit bedrag gesteld op f 26,- per week. De kinderbijslag voor par tieel leerplichtige jongeren gaat pas in met 16 jaar, om dat de kinderen, die jonger zijn dan 16 normaal gespro ken al zonder meer recht hebben op kinderbijslag. Doel van deze kinderbij slag i s het geven van een financiële tegemoetkoming, omdat het gezinsinkomen door de cursusdagen daalt. Daarom eist men wel, dat het partieel leerplichtige kind tot het huishouden be hoort van de kinderbijslagge rechtigde. De hoogte van het salaris van het kind speelt géén rol. Het wordt altijd als één kind geteld. Hét is dus niet mogelijk, dat het (zoals bij kinderen, die volledig dagon derwijs volgen, wel het ge val is) voor twee of drie kinderen wordt geteld. Het partieel leerplichtig kind telt normaal mee in de rangorde. Als er andere kin deren zijn, die recht op kin derbijslag hebben, kan op schuiving in rangorde plaats vinden. Zodoende is het mo gelijk, dat men voor andere kinderen meer kinderbijslag krijgt. Niet alle kinderen van zes tien jaar en ouder, die par tieel leerplichtig zijn, heb- bem recht op kinderbijslag. Jongeren die al voor 1 au gustus 1971 werkten met als voorwaarde, dat ze één dag per week naar school moes ten, welke dag de werkgever moest doorbetalen, hebben geen recht op kinderbijslag. Het gaat hier om jongeren, die werken krachtens een van de uitzonderingen op het arbeidsverbod ingevolge de Arbeidswet van 1919. Deze jongeren hebben wel recht op loon tijdens de cur susdagen. Degenen, die nog meer in lichtingen willen over kin derbijslag voor partieel leer plichtige kinderen, kunnen zich het beste wenden tot de Raad van Arbeid. Wanneer men schriftelijke inlichtingen vraagt is het noodzakelijk de geboortedatum van de kin derbijslaggerechtigde dus niet van het kind) te ver melden. De afdeling kinder bijslagwetten werkt namelijk met een opbergsysteem, dat gebaseerd is op geboorteda ta. REDACTIE VAN MENS TOT MENS WEDUWNAAR HEEFT SNEL HULP NODIG (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Er moeten zeer snel voorzieningen wor den getroffen om weduwnaars met jonge kinderen te helpen. Deze groep mensen heeft dringend financiële en dienstverlenende hulp nodig. Dat is de belangrijkste conclu sie van een rapport dat de Ne derlandse Gezinsraad binnen kort gaat uitbrengen. In het rapport „De sociale en de eco nomische positie van weduw naars met kinderen" worden ook praktische vingerwijzigin gen gegeven hoe die hulp te realiseren zou zijn: uitbreiding van de Algeme ne Weduwen- en Wezenwet (AWW) tot weduwnaars met gezinsverantwoordelijkheid: 6 creeëren van voorzieningen die de weduwnaars in staat stellen huisvrouw-vervangende hulp aan te trekken. Deze voorzieningen moeten worden ingebouwd in de gezinsverzor ging- Nederland telt volgens de ge gevens van de CBS een fal-eine 30.000 weduwnaars beneden de 65 jaar. Dat is minder dan een- vijlde van het aantal weduwen in diezelfde leeftijdsgroep. Dit grote verschil kan onmo-gelijik worden verklaard door een kleinere sterfte onder de ge huwde vrouwen, menen de sa menstellers van het rapport. Volgens hen vindt dit grote verschil zijn voornaamste oor zaak in het feit dat de weduw naar voor problemen komt te staan die hij onmogelijk of slechts met de grootste moeite kan oplossen zonder huwelijks partner. Verreweg de meeste weduwnaars nemen dan ook vroeg of laat hun toevlucht tot een tweede huwelijk, maar al te vaak noodgedwongen. Ongetwijfeld hebben ook de 155.000 weduwen in Nederland hun problemen, maar de pro blematiek van weduwnaars is zo specifiek en eist dringend voorzieningen, die gedeeltelijk voor weduwen al bestaan. Naast de last van het „vader on moeder" spelen die ook voor weduwen geldt, hebben weduwnaars met minderjarige kinderen het extra moeilijk, omdat zij meestal met hun werk buitenshuis zullen door gaan en daardoor overdag niet muls kunnen zijn om de kin- neren te verzorgen en op te vangen buiten schooltijd. bestaan er allerlei eden 0m deze moei- j d„ EAf °P te vangen, „1 bet rapport. Enkele kan de weduwnaar iwZ1Jn we^ buitenshuis op- Ziïn i zicb helemaal aan TO huishoudelijke en opvoed- £lae ZOrgen - te wijden. doen „anjmo^ bij een heroep epHoq Bijstandswet en is zafc(ruzi]n Sezin af te n i-0' het bijstandsniveau. werken8" hi'' Part"time gaan vri? ,en °P die manier tijd ooteriV°0r Zij,n gezin' gezets a ls ^makkelijker WttkV30 g®daan- Part-time vinden w1 m moellijk te van ho) welvaartsniveau Heeft i Sezi? wordt aanget rst. re dochtw Wnaar een oude' taak van a Z0U deza ds overnemcm moeder kunnen wordt het' u^afr °p die wiize heid tnt de mogel jk- ontnomen 60 verdei'e opleiding Hij kan voorts zijn kinderen uitbesteden in pleeggezinnen, in internaten of verzorgingste huizen. maar dan valt het ge zin uit elkaar, terwijl de kos ten van uithuisplaatsen zeer hoog zijn. Ook het aantrekken van een huishoudster ia voor de meeste weduwnaars onbe taalbaar. De Nederlandse Gezinsraad vindt dan ook dat de overheid aandacht moet schenken aan de problematiek van weduw naars met gezinsverantwoor delijkheid. De samenleving dient de wens van de weduw naar om mét zijn kinderen in één gezinsverband te blijven leven te respecteren en voor zieningen te treffen, die hem daartoe in staat stellen. Daarom pleit de Nederlandse Gezinsraad in de allereerste plaats voor uitbreiding van de AWW, zodat ook de weduw naar met kinderen daaronder valt. Door deze voorziening zou de premiedruk met niet meer dan 0,1 tot 0,16 procent toenemen. Bovendien pleit de raad voor het toekennen van meer belastingfaciliteiten voor de weduwnaars met name wat betreft de aftrekmogelijk heden voor kosten va-n huis vrouw-vervangende hulp. Daarnaast zijn voorzieningen nodig, die de weduwnaar in staat stellen huisvrouw-ver vangende hulp aan te trekken. Naar de mening van de Raad dienen dergelijke voorzienin gen te worden ingebouwd in de gezinsverzorging. In eerste instantie zou de gezinsverzor ging dan behulpzaam moeten zijn bij het zoeken naar huis vrouw-vervangende hulp, bij begeleiding van deze hulp en bij een part-time opleiding specifiek gericht op de hulp verlening aan een weduw- naarsgezin. Nog verder gaat het voorstel om binnen de gezinsverzor ging een aparte categorie voor hulp aan de weduwnaar met kinderen in te stellen. Als de weduwnaar volledig van deze hulpverlening gebruik zou ma ken, zou hij volgens de Ge zinsraad de uitkering welke hij krachtens de uit te breiden AWW ontvangt, moeten in brengen. Door dit voorstel zouden de extra kosten voor de overheid aanmerkelijk be perkt kunnen worden. (ADVERTENTIE) (ADVERTENTIE) DEN HAAG (ANP) Er zal een aantal maatregelen moeten komen „gericht op structurele beïnvloeding van de gang van zaken in de ge zondheidszorg". De stichting Het Zilveren Kruis, die zich met de verzekering van ziek tekosten bezighoudt, zegt dit in haar jaarverslag over 1972. Het is nu meer dan tijd, aldus de stichting, dat er „in funda mentele zin" iets wordt ge daan aan de ziekenhuisproble- matiek. De stichting spreekt zich uit voor een nationaal plan van gezondheidszorg en zegt te ge loven, dat het overwegen of de invoering van een vorm van volksverzekering kan bij dragen tot de oplossing va-n de bestaande problemen, zoals de grote kostenstijging, de moeite waard is. Er moet echter niet zo ingrijpend worden gere geld, dat vele medewerkers „die tot nu toe naar behoren zelfstandig hun werk hebben gedaan en lang niet allemaal tegen inkomens van een half miljoen of meer" het onmoge lijk wordt gemaakt hun be roep uit te oefenen. Ook mag de regeling niet zo ingrijpend worden, dat men semi-over- heddsbedrijven van de zieken huizen maakt. En ook mag zij niet zo ingrijpend zijn dat een gedeelte van de verzekerings branche, waarover anders dan over de premiestijgingen toch betrekkelijk weinig klachten zijn, in één klap wordt wegge vaagd. Het is juist, dat de over heid aandacht schenkt aan de noodzakelijke sanering in de ziektekostenverzekering. Men zou kunnen overwegen, aldus de stichting „Het Zilve ren Kruis" alle bestaande in stellingen en particuliere ver zekeringsmaatschappijen om te zetten ih een op non profit georiënteerd systeem. De stichting kant zich tegen nati onalisatie van de -gezondheids zorg via een volksverzekering. De ervaringen, die men hier mede in Engeland en Zweden heeft opgedaan, tonen aan dat het hiermee ook niet allemaal botertje tot de boom is, aldu; Het Zilveren Kruis. Brieven voor deze rubriek moeten mtet volledige naam en adres worden ondertekend. Bi| publikatie zullen deze vermeld worden. Slechts bij hoge uit zondering zal van deze regel worden afgeweken. Naam en adres zijn dan bij de redactie bekend. Publikatie van brie ven (verkort of onverkort) betekent niet dat de redactie het in alle gevallen eens is met inhoud, c.q. strekking. (Van onze correspondent) DEN HAAG Er komen aan zienlijk minder Nederlanders dan tot voor kort werd ver wacht en door velen gevreesd. Het aantal geboorten in ons land daalt zo onverwacht snel, dat sommige voorspellers me nen dat de bevolkingsgroei al bijna tot stilstand is gekomen. Meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek medio april nog, dat de Nederlandse bevol king in het jaar 2000 15 a 16 miljoen mannen en vrouwen zou bedragen, hej Economisch Instituut voor de Bouwnijver heid maakte dezer dagen be kend, dat men op niet meer dan tussen de 13,6 en 14,1 mil joen Nederlanders mag reke nen. Het moet zelfs niet uitgesloten worden geacht, dat de Neder landse bevolking, die momen teel 13,4 miljoen mensen be draagt, in de toekomst zal te ruglopen. Hoe het ook zij: deze ontwik keling haalt een dikke streep door een flink aantal grootse plannen. Een pikante bijzon derheid daarbij is, dat sommi ge van die plannen momenteel nog niet tot in details zijn op gesteld. Zo wordt de tweede nota ruimtelijke ordening op het ogenblik aangepast op grond van de voorspellingen van 1965. Het is duidelijk, dat dit op den duur tot grote wan verhoudingen tussen behoeften van de bevolking en aangebo den voorzieningen moet lei den. Zo streeft de huidige regering ernaar, over een jaar of viel" jaarlijks 170.000 woningen te bouwen. Bij voortzetting van de bevol kingsgroei van nu zijn er evenwel nog geen 60.000 per jaar nodig. Alhoewel de onjuiste uitgangs punten bij het beleid voorlo pig nog geen feitelijke gevol gen zullen hebben, ligt het voor de hand dat de plannen van de toekomstige ontwikke ling op het gebied van stads ontwikkeling. wegenaanleg, industrialisatie, emigratie, de fensie, gezondheidszorg, on derwijs en speelgelegenheia, om maar eens wat te noemen, grondig zullen moeten worden herzien. Daarbij zal niet slechts reke ning dienen te worden gehou den met het aantal mensen, dat binnen de Nederlandse grenzen woont. Ook de op- botiw van deze bevolking speelt daarbij een grote rol. Als wij voor het gemak even aannemen, dat de mensen al leen nog van ouderdom zullen sterven, krijgen wij op den duur een bevolking, waarbij in elke leeftijdsgroep evenveel personen voorkomen. In Ne derland zullen bijvoorbeeld mettertijd evenveel vijftig- als vijfjarigen leven. De bevolking zal dus relatief verouderen. Er zullen dan ook meer voor zieningen voor oudere mensen moeten worden getroffen. Een kleinere groep produktieven krijgt de zorg voor een grotere groep ouderen. De gevolgen daarvan alleen al voor de door de werkenden op te brengen A.O.W.-premies is duidelijk. Overigens zijn „oud" en „jong" nogal arbitraire begrippen. Bij de bepaling ervan speelt ge woonte een grote rol. Alleen in de hoogste en laagste leeftijds klassen bestaat er een duide lijk verband tussen hetgeen waartoe de mens in staat is en zijn biologische leeftijd. Men kan dan ook argumenten er voor aanvoeren, dat de pro- duktieve leeftijd niet tussen 16 en 65 jaar ligt, maar tussen 21 en 70 jaar. Dat zou betekenen, dat de jongeren gedurende lan gere tijd geschoold en getraind kunnen worden en meer over eenkomstig de economische behoeften. In een bevolking met een lange levensduur, goe de gezondheidstoestand en grote vitaliteit van de mensen kan men langer aan de slag blijven. In Zweden, waar aan de ge noemde voorwaarden wordt voldaan, is de pensioengerech tigde leeftijd dan ook meestal 70 jaar. In India met een veel „jeugdigere" leeftijdsop bouw gaat men veelal met 55 jaar met pensioen, als men niet eerder is gestorven. De in het verschiet liggende „ver grijzing" van de Nederlandse bevolking hoeft dus niet nood zakelijk te leiden tot een ver groting van de lasten ten be hoeve van de oudedagsvoor zieningen. Wij kunnen ook besluiten om het relatief kleiner wordend aantal jongeren langer naai school te laten gaan en het groter aantal ouderen wat lan ger te laten werken. Wel zullen die ouderen waar schijnlijk minder gaan produ ceren voor tieners dan nu het geval is. Misschien ontdekt de commercie een nieuwe markt: de welvarender wordende ou deren. Ouderen, die werken hebben waarschijnlijk meer in komen dan ouderen-A.O.W.- trekkers, terwijl jongeren die nog naar school gaan, door gaans minder geld hebben dan hun werkende leeftijdsgenoten. Overigens zou het probleem van de educatieve achterstel ling der werkende jongeren door verhoging vgn de leer- of scholingsplichtige leeftijd ook met één klap uit de wereld zijn. Het is duidelijk, dat de ver minderende groei van onze be volking een ontzagwekkend complex van problemen ver oorzaakt. Niet slechts op de bovengenoemde gebieden. Ook sociaal-cultureel zal er in de komende jaren het een en an der gebeuren. Want hoe zal men in een samenleving met betrekkelijk weinig jeugdigen de jongeren waarderen: als halfgoden die de wereld be zitten, of als lastposten, die de rust verstoren MADRID (ANP) In de 34 jaar sinds het einde van de bloedige burgeroorlog zijn we er niet in geslaagd de ergste obstakels, die on ze nationale samenleving in de weg staan op te ruimen. Dit constateert de Spaan se afdeling van de pauselij ke commissie „Justitia et Pax" (gerechtigheid en vre de) in een verklaring van 3700 woorden ter gelegen heid, van de tiende verjaar dag van de encycliek „Pa- cem in Terris" van paus Jo annes XXIII. Deze verkla ring, welke een lange reeks zeer concrete aanklachten bevat tegen het Spaanse be wind, is praktisch doodge zwegen in de Spaanse kran ten. In Madrid hebben alleen het katholieke dagblad „Ya" en het avondblad „Informaciones" kort melding gemaakt van het bestaan van het document, dat momenteel bijna clandestien wordt doorgegeven. Zonder te ontkennen dat ve len oprecht naar vrede verlan gen en zich inzetten voor de waardigheid van de mens en grondrechten, signaleert „Justitia et Pax" dat steeds meer elementen een echte vre de verhinderen. Sprekend over de incidenten van de laatste maanden, zegt het document dat deze aantonen hoe onaan gepast de huidige economi sche, sociale en politieke structuren zijn. Als er niet snel verandering komt zo waarschuwt de commissie is het te laat. Het document somt een hele reeks tegenstellingen op; on der meer: ideologische tegen stellingen die de weg afsnijden voor een wettig politiek plura lisme en die voedsel geven aan onverdraagzame dogmati sche houdingen en .opvattin gen; politieke tegenstellingen, die een echte democratie in de weg staan en de overheersing in de hand werken van de een door de ander en economische tegenstellingen. Justitia et Pax wijst voorts onder meer op de onmenselijke arbeidsvoorwaarden, de mas sieve propaganda, het ontbre ken van waarborgen voor de vakbonden. Justitia et Pax ontkent dat de „groeiende agitatie" in Spanje het werk zou zijn van een kleine minderheids groep. De verhouding kerk-staat is in Spanje met ietwat andere intonatie, ook belicht door de pauselijke nuntius in Spanje, mgr. L. Dadaglio. Hij had voor zijn verklaring, waarin hij voorop stelde, dat „niet alleen in Spanje maar in de hele wereld de kerk een onafhan kelijke positie wenst in te ne men", een ander aanknopings punt .gevonden dan „Justitia et Pax". N.l. het aantreden van een nieuwe regering, die Spanje de komende vijf jaar zal rege ren en tevens de moeizame onderhandelingen over de her ziening van het concordaat van 1953 zal moeten voeren. Mgr. Dadaglio benadrukte het uitgangspunt van het Vati- caan: het uitvoeren van de richtlijnen van het laatste con cilie, dat zich heeft uitgespro ken voor een duidelijke schei ding tussen de burgerlijke macht en het kerkelijke gezag. Deze scheiding tussen kerk en staat betekent volgens de nun tius echter geen afstand of isolement, ieder in zijn eigen hokje. De kerk aldus mgr. Dadaglio zoekt het gesprek, het wederzijdse begrip, sa menwerking en vrede. Hij wees erop, dat de tijd dat iedereen in een land en dus ook de kerk danste naar de pijpen yan de koning, voorbij is. Er is niet langer een voor allen geldend zaligmakend ge luid. De nuntius noemde het be staan van verschillende stro mingen goed voor de ontwik keling van de samenleving. Hij ontkende dat de kerk zich zou vereenzelvigen met de Spaanse partij „Democracia Cristiana". De priesters mogen volgens de nuntius best hun politieke overtuiging hebben, maar die nen zich niet actief met de politiek te bemoeien en zeker de politiek niet binnen het kerkgebouw te brengen. Gelukkig heeft De Stem zich direct laten horen, na het besluit van minister Van Doorn, om geen bijstand meer te verlenen aan missionarissen en zendelingen met verlof. Dit progressieve kabinet dat ja renlang geroepen heeft, dat er 2 procent moet komen voor ontwikkelingshulp, is nog maar net geïnstalleerd, of het verbiedt de gemeenten om bij stand te verlenen aan missio narissen of zendelingen. We hoeven geen excellentie meer te zeggen tegen een minister, ik weet nog wel een betere naam, voor deze minister, an ders weet Mefijn misschien nog wel een naam. Wie durft het gevecht tegen deze ex-voorzit- ter van de KRO. Het mag niet blijven bij de goedheid van de gemeenten, maar het moet een recht worden. Niet zoals nu het geval is, dat de missio naris geen hulp ontvangt dan pas wanneer sommige ge meenten bereid zijn bijstand te verlenen. Een mooier cadeau had deze minister niet kunnen geven in de week voor de Nederlandse missionaris. En dan te beden ken dat een van elke 3 missio narissen op verlof zich in Ne derland onder doktersbehande ling moet stellen. Dat hun ver lof thuis een keer in de vijf jaar absoluut noodzakelijk is. Dat dit dringend nodig, echt verdiende verlof voor steeds meer missionarissen een druk kende zorg wordt. Studenten kunnen zich zelf wel weren met hun protesten. Wie wil dit doen voor deze mensen? MOLENSCHOT C. JACOBS Diep treurig is de maatregel, van de minister van C.R.M. mr. Van Doom n.b. gewezen voorzitter van de KRO om on ze missionarissen die op verlof zijn, geen bijstandsuitkering meer te geven, behalve dan in uitzonderingsgevallen. Dit ka binet, dat toch zulke mooia woorden in zijn programma had, om op te komen voor de minst bedeelden, laat nu al degenen die toch zeker wel het minst bedeeld zijn, in de steek. Onze missionarissen, die de pioniers waren van de ont wikkelingshulp en nu na vijf, zes jaar of soms nog langer eens op verlof komen, staan nu met lege handen in huin vaderland. Er wordt zoveel aan ontwikkelingshulp gedaan en hoeveel blijft er niet aan de bekende strijkstok hangen en deze mensen worden aan de liefdadigheid overgelaten. Bah, wat een smerige streek. Waarom laat nu het Neder landse epicopaat, geen fel pro test horen, tegen deze maatre gel'?. Vroeger hadden wij ten minste nog mannen, die echte vuurvreters waren, zo als Romrne, Nolens en meer vam dergelijke mensen. Blijven nu de christelijke partijen en de christenen in de Pv.d.A in de PPR en D '66, nog langer door suffen en slapen? Zien zij nu nog niet hoe zij er ingetippeld zijn, door al die mooie woor den en beloften? Laten die mensen toch zo gauw mogelijk terug keren, naar hun christe lijke partijen, en samen één groot blok vormen tegen dat linkse stel, dat nu al blijkt veel gevaarlijker te zijn, dan zij zich voordeden. BREDA J. MAIBAUM DEN HAAG (ANP) Het ziet er naar uit dat het zgn voorjaarsrapport van de Soci aal-Economische Kaad dit jaar niet voor augustus in behande ling- kan worden genomen door de raad. De vertraging in het ont werpen van het rapport is me de een gevolg geweest van het afbreken van het overleg in de SER en al zijn commissies en werkgroepen door NVV er. NKV eerder dit jaar ten tijde van de stakingsacties. Ook de lange duur van de formatie van een nieuw kabinet is van invloed geweest. Voorts is in de werkgroep en in de commissie-ONE (Ont wikkeling Nationale Econo mie) gebleken dat de verte genwoordigers van de drie vakcentrales, met het oog op de interne democratisering, veel- vuldiger overleg met de ach terban voeren over standpun ten en amandementen. Dat is. de gebeurtenissen ip de maanden februari, maart, hpril en. mei in aanmerkingnemende, wel haast zeker gebeurd, bij de besprekingen in de werkgroep en in de commissies van lonen, prijzen, inkomensnivellering. I

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 15