KINDERBIJSLAG VOOR
WERKENDE JONGEREN
w
BEVOLKING
GROEIT BIJNA
NIET MEER:
PROBLEMEN
BES TE GROTER
„Justitia et Pax" klaagt Spaans bewind aan
Gezinsraad wil wet aanpassen
van
mens
tot
mens
Het Zilveren Kruis
bepleit structurele
maatregelen voor
gezondheidszorg
binnenland
Werk
Bijstandsniveau
Part-time
Respecteren
Vervangende hulp
Jr
papier
jw pen
Hardheid
W anverh ou dingen
Opb
o uw
Meer inkomen
Nuntius Dadaglio
Fel protest
Halfjaarlijks
rapport SER
komt laat
Donderdag 14 juni 1973
is
.-5
In enkele berichten hebben
we het al eens gehad over
kinderbijslag uoor merkende
jongeren, die nog leerplichtig
zijn. Toch blijken er op dit
gebied nog veel misverstan
den te bestaan
Om die uit de weg te kun
nen ruimen hebben we een
bezoek gebracht aan de heer
A.H. Trouwborst, chef van
de afdeling kinderbijslagwet
ten van de Raad van Arbeid
in Breda.
Sinds 1 augustus 19 72 is
iedereen verplicht elf jaar
onderwijs te volgen. Van die
elf jaar moeten er negen be
staan uit volledig dagonder
wijs. Als men hierna wil
gaan werken is men nog wel
verplicht twee jaar partieel
(is: gedeeltelijk) onderwijs
te volgen. Deze partiële leer
plicht bestaat hieruit, dat
men twee jaar lang één dag
in de week naar school
moet.
De jaren, die men blijft
zitten, tellen mee. Wanneer
een kind bijvoorbeeld op de
lagere school één keer is
blijven zitten en drie jaar
voortgezet onderwijs volgt,
heeft het in totaal tien jaar
volledig dagonderwijs gehad.
Het is dan nog verplicht één
jaar partieel onderwijs te
volgen.
Normaal gesproken hoeft
de werkgever, de dag dat de
werkende jongere naar
school moet, niet uit te beta
len. Omdat de inkomsten van
de jeugdige werknemers en
werkneemsters hierdoor da
len, hebben ze sinds 1 juli
recht op kinderbijslag. Wil
men in aanmerking komen
voor deze volledige kinder
bijslag dan moet men aan de
volgende eisen voldoen:
het kind moet zestien jaar
of ouder, maar minderjarig
zijn;
het kind moet tot het
huishouden behoren van de
kinderbijslaggerechtigde
het kind moet zijn inge
schreven bij een onderwijs
instituut.
Er zijn ook jongeren, die
bij een dergelijke onderwijs
instelling staan ingeschre
ven, terwijl ze niet meer
Leerplichtig zijn. Deze heb
ben geen recht op kinder
bijslag op grond van de par
tiële leerplicht.
Toch is het in bepaalde
gevallen mogelijk, dat zij als
zogenaamd studerend kind
kinderbijslag krijgen. Dit
kan bijvoorbeeld indien ze
als leerling werken. De kin
derbijslaggerechtigde moet
dan echter wel voldoende
bijdragen in het onderhoud
van het kind. Voor het jaar
1973 is dit bedrag gesteld op
f 26,- per week.
De kinderbijslag voor par
tieel leerplichtige jongeren
gaat pas in met 16 jaar, om
dat de kinderen, die jonger
zijn dan 16 normaal gespro
ken al zonder meer recht
hebben op kinderbijslag.
Doel van deze kinderbij
slag i s het geven van een
financiële tegemoetkoming,
omdat het gezinsinkomen
door de cursusdagen daalt.
Daarom eist men wel, dat
het partieel leerplichtige
kind tot het huishouden be
hoort van de kinderbijslagge
rechtigde.
De hoogte van het salaris
van het kind speelt géén
rol.
Het wordt altijd als één
kind geteld. Hét is dus niet
mogelijk, dat het (zoals bij
kinderen, die volledig dagon
derwijs volgen, wel het ge
val is) voor twee of drie
kinderen wordt geteld.
Het partieel leerplichtig
kind telt normaal mee in de
rangorde. Als er andere kin
deren zijn, die recht op kin
derbijslag hebben, kan op
schuiving in rangorde plaats
vinden. Zodoende is het mo
gelijk, dat men voor andere
kinderen meer kinderbijslag
krijgt.
Niet alle kinderen van zes
tien jaar en ouder, die par
tieel leerplichtig zijn, heb-
bem recht op kinderbijslag.
Jongeren die al voor 1 au
gustus 1971 werkten met als
voorwaarde, dat ze één dag
per week naar school moes
ten, welke dag de werkgever
moest doorbetalen, hebben
geen recht op kinderbijslag.
Het gaat hier om jongeren,
die werken krachtens een
van de uitzonderingen op het
arbeidsverbod ingevolge de
Arbeidswet van 1919.
Deze jongeren hebben wel
recht op loon tijdens de cur
susdagen.
Degenen, die nog meer in
lichtingen willen over kin
derbijslag voor partieel leer
plichtige kinderen, kunnen
zich het beste wenden tot de
Raad van Arbeid. Wanneer
men schriftelijke inlichtingen
vraagt is het noodzakelijk de
geboortedatum van de kin
derbijslaggerechtigde dus
niet van het kind) te ver
melden. De afdeling kinder
bijslagwetten werkt namelijk
met een opbergsysteem, dat
gebaseerd is op geboorteda
ta.
REDACTIE VAN MENS
TOT MENS
WEDUWNAAR
HEEFT SNEL
HULP NODIG
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Er moeten zeer snel voorzieningen wor
den getroffen om weduwnaars met jonge kinderen te
helpen. Deze groep mensen heeft dringend financiële en
dienstverlenende hulp nodig.
Dat is de belangrijkste conclu
sie van een rapport dat de Ne
derlandse Gezinsraad binnen
kort gaat uitbrengen. In het
rapport „De sociale en de eco
nomische positie van weduw
naars met kinderen" worden
ook praktische vingerwijzigin
gen gegeven hoe die hulp te
realiseren zou zijn:
uitbreiding van de Algeme
ne Weduwen- en Wezenwet
(AWW) tot weduwnaars met
gezinsverantwoordelijkheid:
6 creeëren van voorzieningen
die de weduwnaars in staat
stellen huisvrouw-vervangende
hulp aan te trekken. Deze
voorzieningen moeten worden
ingebouwd in de gezinsverzor
ging-
Nederland telt volgens de ge
gevens van de CBS een fal-eine
30.000 weduwnaars beneden de
65 jaar. Dat is minder dan een-
vijlde van het aantal weduwen
in diezelfde leeftijdsgroep. Dit
grote verschil kan onmo-gelijik
worden verklaard door een
kleinere sterfte onder de ge
huwde vrouwen, menen de sa
menstellers van het rapport.
Volgens hen vindt dit grote
verschil zijn voornaamste oor
zaak in het feit dat de weduw
naar voor problemen komt te
staan die hij onmogelijk of
slechts met de grootste moeite
kan oplossen zonder huwelijks
partner. Verreweg de meeste
weduwnaars nemen dan ook
vroeg of laat hun toevlucht tot
een tweede huwelijk, maar al
te vaak noodgedwongen.
Ongetwijfeld hebben ook de
155.000 weduwen in Nederland
hun problemen, maar de pro
blematiek van weduwnaars is
zo specifiek en eist dringend
voorzieningen, die gedeeltelijk
voor weduwen al bestaan.
Naast de last van het „vader
on moeder" spelen die ook
voor weduwen geldt, hebben
weduwnaars met minderjarige
kinderen het extra moeilijk,
omdat zij meestal met hun
werk buitenshuis zullen door
gaan en daardoor overdag niet
muls kunnen zijn om de kin-
neren te verzorgen en op te
vangen buiten schooltijd.
bestaan er allerlei
eden 0m deze moei-
j d„ EAf °P te vangen,
„1 bet rapport. Enkele
kan de weduwnaar
iwZ1Jn we^ buitenshuis op-
Ziïn i zicb helemaal aan
TO huishoudelijke en opvoed-
£lae ZOrgen - te wijden.
doen „anjmo^ bij een heroep
epHoq Bijstandswet en is
zafc(ruzi]n Sezin af te
n i-0' het bijstandsniveau.
werken8" hi'' Part"time gaan
vri? ,en °P die manier tijd
ooteriV°0r Zij,n gezin'
gezets a ls ^makkelijker
WttkV30 g®daan- Part-time
vinden w1 m moellijk te
van ho) welvaartsniveau
Heeft i Sezi? wordt aanget rst.
re dochtw Wnaar een oude'
taak van a Z0U deza ds
overnemcm moeder kunnen
wordt het' u^afr °p die wiize
heid tnt de mogel jk-
ontnomen 60 verdei'e opleiding
Hij kan voorts zijn kinderen
uitbesteden in pleeggezinnen,
in internaten of verzorgingste
huizen. maar dan valt het ge
zin uit elkaar, terwijl de kos
ten van uithuisplaatsen zeer
hoog zijn. Ook het aantrekken
van een huishoudster ia voor
de meeste weduwnaars onbe
taalbaar.
De Nederlandse Gezinsraad
vindt dan ook dat de overheid
aandacht moet schenken aan
de problematiek van weduw
naars met gezinsverantwoor
delijkheid. De samenleving
dient de wens van de weduw
naar om mét zijn kinderen in
één gezinsverband te blijven
leven te respecteren en voor
zieningen te treffen, die hem
daartoe in staat stellen.
Daarom pleit de Nederlandse
Gezinsraad in de allereerste
plaats voor uitbreiding van de
AWW, zodat ook de weduw
naar met kinderen daaronder
valt. Door deze voorziening
zou de premiedruk met niet
meer dan 0,1 tot 0,16 procent
toenemen. Bovendien pleit de
raad voor het toekennen van
meer belastingfaciliteiten
voor de weduwnaars met name
wat betreft de aftrekmogelijk
heden voor kosten va-n huis
vrouw-vervangende hulp.
Daarnaast zijn voorzieningen
nodig, die de weduwnaar in
staat stellen huisvrouw-ver
vangende hulp aan te trekken.
Naar de mening van de Raad
dienen dergelijke voorzienin
gen te worden ingebouwd in
de gezinsverzorging. In eerste
instantie zou de gezinsverzor
ging dan behulpzaam moeten
zijn bij het zoeken naar huis
vrouw-vervangende hulp, bij
begeleiding van deze hulp en
bij een part-time opleiding
specifiek gericht op de hulp
verlening aan een weduw-
naarsgezin.
Nog verder gaat het voorstel
om binnen de gezinsverzor
ging een aparte categorie voor
hulp aan de weduwnaar met
kinderen in te stellen. Als de
weduwnaar volledig van deze
hulpverlening gebruik zou ma
ken, zou hij volgens de Ge
zinsraad de uitkering welke
hij krachtens de uit te breiden
AWW ontvangt, moeten in
brengen. Door dit voorstel
zouden de extra kosten voor
de overheid aanmerkelijk be
perkt kunnen worden.
(ADVERTENTIE)
(ADVERTENTIE)
DEN HAAG (ANP) Er
zal een aantal maatregelen
moeten komen „gericht op
structurele beïnvloeding van
de gang van zaken in de ge
zondheidszorg". De stichting
Het Zilveren Kruis, die zich
met de verzekering van ziek
tekosten bezighoudt, zegt dit
in haar jaarverslag over 1972.
Het is nu meer dan tijd, aldus
de stichting, dat er „in funda
mentele zin" iets wordt ge
daan aan de ziekenhuisproble-
matiek.
De stichting spreekt zich uit
voor een nationaal plan van
gezondheidszorg en zegt te ge
loven, dat het overwegen of
de invoering van een vorm
van volksverzekering kan bij
dragen tot de oplossing va-n de
bestaande problemen, zoals de
grote kostenstijging, de moeite
waard is. Er moet echter niet
zo ingrijpend worden gere
geld, dat vele medewerkers
„die tot nu toe naar behoren
zelfstandig hun werk hebben
gedaan en lang niet allemaal
tegen inkomens van een half
miljoen of meer" het onmoge
lijk wordt gemaakt hun be
roep uit te oefenen. Ook mag
de regeling niet zo ingrijpend
worden, dat men semi-over-
heddsbedrijven van de zieken
huizen maakt. En ook mag zij
niet zo ingrijpend zijn dat een
gedeelte van de verzekerings
branche, waarover anders dan
over de premiestijgingen toch
betrekkelijk weinig klachten
zijn, in één klap wordt wegge
vaagd. Het is juist, dat de over
heid aandacht schenkt aan de
noodzakelijke sanering in de
ziektekostenverzekering.
Men zou kunnen overwegen,
aldus de stichting „Het Zilve
ren Kruis" alle bestaande in
stellingen en particuliere ver
zekeringsmaatschappijen om
te zetten ih een op non profit
georiënteerd systeem. De
stichting kant zich tegen nati
onalisatie van de -gezondheids
zorg via een volksverzekering.
De ervaringen, die men hier
mede in Engeland en Zweden
heeft opgedaan, tonen aan dat
het hiermee ook niet allemaal
botertje tot de boom is, aldu;
Het Zilveren Kruis.
Brieven voor deze rubriek moeten
mtet volledige naam en adres worden
ondertekend. Bi| publikatie zullen deze
vermeld worden. Slechts bij hoge uit
zondering zal van deze regel worden
afgeweken. Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Publikatie van brie
ven (verkort of onverkort) betekent niet
dat de redactie het in alle gevallen
eens is met inhoud, c.q. strekking.
(Van onze correspondent)
DEN HAAG Er komen aan
zienlijk minder Nederlanders
dan tot voor kort werd ver
wacht en door velen gevreesd.
Het aantal geboorten in ons
land daalt zo onverwacht snel,
dat sommige voorspellers me
nen dat de bevolkingsgroei al
bijna tot stilstand is gekomen.
Meldde het Centraal Bureau
voor de Statistiek medio april
nog, dat de Nederlandse bevol
king in het jaar 2000 15 a 16
miljoen mannen en vrouwen
zou bedragen, hej Economisch
Instituut voor de Bouwnijver
heid maakte dezer dagen be
kend, dat men op niet meer
dan tussen de 13,6 en 14,1 mil
joen Nederlanders mag reke
nen.
Het moet zelfs niet uitgesloten
worden geacht, dat de Neder
landse bevolking, die momen
teel 13,4 miljoen mensen be
draagt, in de toekomst zal te
ruglopen.
Hoe het ook zij: deze ontwik
keling haalt een dikke streep
door een flink aantal grootse
plannen. Een pikante bijzon
derheid daarbij is, dat sommi
ge van die plannen momenteel
nog niet tot in details zijn op
gesteld. Zo wordt de tweede
nota ruimtelijke ordening op
het ogenblik aangepast op
grond van de voorspellingen
van 1965. Het is duidelijk, dat
dit op den duur tot grote wan
verhoudingen tussen behoeften
van de bevolking en aangebo
den voorzieningen moet lei
den.
Zo streeft de huidige regering
ernaar, over een jaar of viel"
jaarlijks 170.000 woningen te
bouwen.
Bij voortzetting van de bevol
kingsgroei van nu zijn er
evenwel nog geen 60.000 per
jaar nodig.
Alhoewel de onjuiste uitgangs
punten bij het beleid voorlo
pig nog geen feitelijke gevol
gen zullen hebben, ligt het
voor de hand dat de plannen
van de toekomstige ontwikke
ling op het gebied van stads
ontwikkeling. wegenaanleg,
industrialisatie, emigratie, de
fensie, gezondheidszorg, on
derwijs en speelgelegenheia,
om maar eens wat te noemen,
grondig zullen moeten worden
herzien.
Daarbij zal niet slechts reke
ning dienen te worden gehou
den met het aantal mensen,
dat binnen de Nederlandse
grenzen woont. Ook de op-
botiw van deze bevolking
speelt daarbij een grote rol.
Als wij voor het gemak even
aannemen, dat de mensen al
leen nog van ouderdom zullen
sterven, krijgen wij op den
duur een bevolking, waarbij in
elke leeftijdsgroep evenveel
personen voorkomen. In Ne
derland zullen bijvoorbeeld
mettertijd evenveel vijftig- als
vijfjarigen leven. De bevolking
zal dus relatief verouderen.
Er zullen dan ook meer voor
zieningen voor oudere mensen
moeten worden getroffen. Een
kleinere groep produktieven
krijgt de zorg voor een grotere
groep ouderen. De gevolgen
daarvan alleen al voor de door
de werkenden op te brengen
A.O.W.-premies is duidelijk.
Overigens zijn „oud" en „jong"
nogal arbitraire begrippen. Bij
de bepaling ervan speelt ge
woonte een grote rol. Alleen in
de hoogste en laagste leeftijds
klassen bestaat er een duide
lijk verband tussen hetgeen
waartoe de mens in staat is en
zijn biologische leeftijd. Men
kan dan ook argumenten er
voor aanvoeren, dat de pro-
duktieve leeftijd niet tussen 16
en 65 jaar ligt, maar tussen 21
en 70 jaar. Dat zou betekenen,
dat de jongeren gedurende lan
gere tijd geschoold en getraind
kunnen worden en meer over
eenkomstig de economische
behoeften. In een bevolking
met een lange levensduur, goe
de gezondheidstoestand en
grote vitaliteit van de mensen
kan men langer aan de slag
blijven.
In Zweden, waar aan de ge
noemde voorwaarden wordt
voldaan, is de pensioengerech
tigde leeftijd dan ook meestal
70 jaar. In India met een
veel „jeugdigere" leeftijdsop
bouw gaat men veelal met
55 jaar met pensioen, als men
niet eerder is gestorven. De in
het verschiet liggende „ver
grijzing" van de Nederlandse
bevolking hoeft dus niet nood
zakelijk te leiden tot een ver
groting van de lasten ten be
hoeve van de oudedagsvoor
zieningen.
Wij kunnen ook besluiten om
het relatief kleiner wordend
aantal jongeren langer naai
school te laten gaan en het
groter aantal ouderen wat lan
ger te laten werken.
Wel zullen die ouderen waar
schijnlijk minder gaan produ
ceren voor tieners dan nu het
geval is. Misschien ontdekt de
commercie een nieuwe markt:
de welvarender wordende ou
deren. Ouderen, die werken
hebben waarschijnlijk meer in
komen dan ouderen-A.O.W.-
trekkers, terwijl jongeren die
nog naar school gaan, door
gaans minder geld hebben dan
hun werkende leeftijdsgenoten.
Overigens zou het probleem
van de educatieve achterstel
ling der werkende jongeren
door verhoging vgn de leer- of
scholingsplichtige leeftijd ook
met één klap uit de wereld
zijn.
Het is duidelijk, dat de ver
minderende groei van onze be
volking een ontzagwekkend
complex van problemen ver
oorzaakt. Niet slechts op de
bovengenoemde gebieden. Ook
sociaal-cultureel zal er in de
komende jaren het een en an
der gebeuren. Want hoe zal
men in een samenleving met
betrekkelijk weinig jeugdigen
de jongeren waarderen: als
halfgoden die de wereld be
zitten, of als lastposten, die de
rust verstoren
MADRID (ANP) In de
34 jaar sinds het einde van
de bloedige burgeroorlog
zijn we er niet in geslaagd
de ergste obstakels, die on
ze nationale samenleving in
de weg staan op te ruimen.
Dit constateert de Spaan
se afdeling van de pauselij
ke commissie „Justitia et
Pax" (gerechtigheid en vre
de) in een verklaring van
3700 woorden ter gelegen
heid, van de tiende verjaar
dag van de encycliek „Pa-
cem in Terris" van paus Jo
annes XXIII. Deze verkla
ring, welke een lange reeks
zeer concrete aanklachten
bevat tegen het Spaanse be
wind, is praktisch doodge
zwegen in de Spaanse kran
ten.
In Madrid hebben alleen het
katholieke dagblad „Ya" en
het avondblad „Informaciones"
kort melding gemaakt van het
bestaan van het document, dat
momenteel bijna clandestien
wordt doorgegeven.
Zonder te ontkennen dat ve
len oprecht naar vrede verlan
gen en zich inzetten voor de
waardigheid van de mens en
grondrechten, signaleert
„Justitia et Pax" dat steeds
meer elementen een echte vre
de verhinderen. Sprekend over
de incidenten van de laatste
maanden, zegt het document
dat deze aantonen hoe onaan
gepast de huidige economi
sche, sociale en politieke
structuren zijn. Als er niet
snel verandering komt zo
waarschuwt de commissie
is het te laat.
Het document somt een hele
reeks tegenstellingen op; on
der meer: ideologische tegen
stellingen die de weg afsnijden
voor een wettig politiek plura
lisme en die voedsel geven
aan onverdraagzame dogmati
sche houdingen en .opvattin
gen; politieke tegenstellingen,
die een echte democratie in de
weg staan en de overheersing
in de hand werken van de een
door de ander en economische
tegenstellingen.
Justitia et Pax wijst voorts
onder meer op de onmenselijke
arbeidsvoorwaarden, de mas
sieve propaganda, het ontbre
ken van waarborgen voor de
vakbonden.
Justitia et Pax ontkent dat
de „groeiende agitatie" in
Spanje het werk zou zijn van
een kleine minderheids
groep.
De verhouding kerk-staat is
in Spanje met ietwat andere
intonatie, ook belicht door de
pauselijke nuntius in Spanje,
mgr. L. Dadaglio. Hij had voor
zijn verklaring, waarin hij
voorop stelde, dat „niet alleen
in Spanje maar in de hele
wereld de kerk een onafhan
kelijke positie wenst in te ne
men", een ander aanknopings
punt .gevonden dan „Justitia
et Pax".
N.l. het aantreden van een
nieuwe regering, die Spanje
de komende vijf jaar zal rege
ren en tevens de moeizame
onderhandelingen over de her
ziening van het concordaat
van 1953 zal moeten voeren.
Mgr. Dadaglio benadrukte
het uitgangspunt van het Vati-
caan: het uitvoeren van de
richtlijnen van het laatste con
cilie, dat zich heeft uitgespro
ken voor een duidelijke schei
ding tussen de burgerlijke
macht en het kerkelijke gezag.
Deze scheiding tussen kerk en
staat betekent volgens de nun
tius echter geen afstand of
isolement, ieder in zijn eigen
hokje. De kerk aldus mgr.
Dadaglio zoekt het gesprek,
het wederzijdse begrip, sa
menwerking en vrede. Hij
wees erop, dat de tijd dat
iedereen in een land en dus
ook de kerk danste naar de
pijpen yan de koning, voorbij
is. Er is niet langer een voor
allen geldend zaligmakend ge
luid.
De nuntius noemde het be
staan van verschillende stro
mingen goed voor de ontwik
keling van de samenleving.
Hij ontkende dat de kerk zich
zou vereenzelvigen met de
Spaanse partij „Democracia
Cristiana".
De priesters mogen volgens
de nuntius best hun politieke
overtuiging hebben, maar die
nen zich niet actief met de
politiek te bemoeien en zeker
de politiek niet binnen het
kerkgebouw te brengen.
Gelukkig heeft De Stem
zich direct laten horen, na het
besluit van minister Van
Doorn, om geen bijstand meer
te verlenen aan missionarissen
en zendelingen met verlof. Dit
progressieve kabinet dat ja
renlang geroepen heeft, dat er
2 procent moet komen voor
ontwikkelingshulp, is nog
maar net geïnstalleerd, of het
verbiedt de gemeenten om bij
stand te verlenen aan missio
narissen of zendelingen. We
hoeven geen excellentie meer
te zeggen tegen een minister,
ik weet nog wel een betere
naam, voor deze minister, an
ders weet Mefijn misschien nog
wel een naam. Wie durft het
gevecht tegen deze ex-voorzit-
ter van de KRO. Het mag niet
blijven bij de goedheid van
de gemeenten, maar het moet
een recht worden. Niet zoals
nu het geval is, dat de missio
naris geen hulp ontvangt dan
pas wanneer sommige ge
meenten bereid zijn bijstand
te verlenen.
Een mooier cadeau had deze
minister niet kunnen geven in
de week voor de Nederlandse
missionaris. En dan te beden
ken dat een van elke 3 missio
narissen op verlof zich in Ne
derland onder doktersbehande
ling moet stellen. Dat hun ver
lof thuis een keer in de vijf
jaar absoluut noodzakelijk is.
Dat dit dringend nodig, echt
verdiende verlof voor steeds
meer missionarissen een druk
kende zorg wordt. Studenten
kunnen zich zelf wel weren
met hun protesten. Wie wil dit
doen voor deze mensen?
MOLENSCHOT C. JACOBS
Diep treurig is de maatregel,
van de minister van C.R.M.
mr. Van Doom n.b. gewezen
voorzitter van de KRO om on
ze missionarissen die op verlof
zijn, geen bijstandsuitkering
meer te geven, behalve dan in
uitzonderingsgevallen. Dit ka
binet, dat toch zulke mooia
woorden in zijn programma
had, om op te komen voor de
minst bedeelden, laat nu al
degenen die toch zeker wel
het minst bedeeld zijn, in de
steek. Onze missionarissen, die
de pioniers waren van de ont
wikkelingshulp en nu na vijf,
zes jaar of soms nog langer
eens op verlof komen, staan
nu met lege handen in huin
vaderland. Er wordt zoveel
aan ontwikkelingshulp gedaan
en hoeveel blijft er niet aan
de bekende strijkstok hangen
en deze mensen worden aan
de liefdadigheid overgelaten.
Bah, wat een smerige streek.
Waarom laat nu het Neder
landse epicopaat, geen fel pro
test horen, tegen deze maatre
gel'?. Vroeger hadden wij ten
minste nog mannen, die echte
vuurvreters waren, zo als
Romrne, Nolens en meer vam
dergelijke mensen. Blijven nu
de christelijke partijen en de
christenen in de Pv.d.A in de
PPR en D '66, nog langer door
suffen en slapen? Zien zij nu
nog niet hoe zij er ingetippeld
zijn, door al die mooie woor
den en beloften? Laten die
mensen toch zo gauw mogelijk
terug keren, naar hun christe
lijke partijen, en samen één
groot blok vormen tegen dat
linkse stel, dat nu al blijkt
veel gevaarlijker te zijn, dan
zij zich voordeden.
BREDA
J. MAIBAUM
DEN HAAG (ANP) Het
ziet er naar uit dat het zgn
voorjaarsrapport van de Soci
aal-Economische Kaad dit jaar
niet voor augustus in behande
ling- kan worden genomen
door de raad.
De vertraging in het ont
werpen van het rapport is me
de een gevolg geweest van het
afbreken van het overleg in
de SER en al zijn commissies
en werkgroepen door NVV er.
NKV eerder dit jaar ten tijde
van de stakingsacties. Ook de
lange duur van de formatie
van een nieuw kabinet is van
invloed geweest.
Voorts is in de werkgroep
en in de commissie-ONE (Ont
wikkeling Nationale Econo
mie) gebleken dat de verte
genwoordigers van de drie
vakcentrales, met het oog op de
interne democratisering, veel-
vuldiger overleg met de ach
terban voeren over standpun
ten en amandementen. Dat is. de
gebeurtenissen ip de maanden
februari, maart, hpril en. mei in
aanmerkingnemende, wel
haast zeker gebeurd, bij de
besprekingen in de werkgroep
en in de commissies van lonen,
prijzen, inkomensnivellering.
I