HET SCHOT OP MARIA Zestigjarige luchtmacht zorg over de toekomst Als men land van de indianen wil, zorgt men ervoor dat er geen indianen meer zijn sverpleging ■RING :ntube Broodwinning Onduidelijk Bij Duitsers MACHTIG KANSLOOS RAPPORT ILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN pPE'yNGEN PINGEN PEILINGEN PEjUNGEN NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN KtiL PEILING 3S&T pfflSP «ÏMT Rh'SK^pMSSP' PESS" PtMfN PE^^" PE=» PEILINGEN^ pfflS" pJW PEIL,NGEN PEILINGEN in 00-7603 en 8371 wonen van de „Prins van Oranje", ;baar HET BESTUUR rdt sneller bruin. ,aren. Om nóg Isol uniek. buitbus en in 06038" oelige huid. Voor de idoor uw drogist of hdermiddelen bestaan Drie generaties vliegtui gen; links een jDaad-en-ga- ren-kist" uit de beginjaren. Rechts de roemruchte Spitfire uit de tweede wereldoorlog en hieronder een formatie NF-S- jachtbommenwerpers, tot m toe het jongste luchtmacht iy pe. De luchtmacht werd opge richt als „eene luchtvaartafde ling" op l juli 1913. Materiaal: een stuk vlieghei onder Soest (het latere Soesterberg), een Spijker-automobiel en een van Marinus van Meel gehuurde vliegmachine, genaamd „de Brik". Het personeel bestond uit vijf man. Nog in hetzelfde jaar arriveerden drie in Frankrijk gekochte Far- mans. In de meidagen van 1940 was de luchtmacht al heel wat meer mans. Zij poerde een relatief zeer succesvolle, maar ongelijke strijd tegen de over machtige Luftwaffe. Tijdens de oorlog werd in Engeland het 322- Dutch Spitfire Squa dron opgericht, de basis van de na-oorlogse luchtmacht die ook nog opereerde in Indone sië en West-lrian. mmHÊBm - - (Tan onze luchtvaart redacteur) DEN HAAG De door Zorgen geplaagde lucht macht viert deze maand een paar jubilea. In alle soberheid welis waar, maar toch. Op de eer ste plaats is er op 30 juni ie verjaardag van de lucht macht zelf: zestig jaar. Van- jaag viert op Soesterberg het tijdens de oorlog in En geland opgerichte 322-squa- dron zijn dertigste verjaar dag met een reusachtig „ouwe-j ongens-onder-me- kaar-feest". En de objecti viteit gebiedt te zeggen dat de „ouwe jongens" zelf hun feestbijdrage hebben moe ten betalen Het grote jubileum op 30 juni toont ook de sporen van bezuiniging. De liefhebbers kijken tevergeefs uit naar een jubileumboek, zoals dat nog geproduceerd werd bij het gouden jubileum. Dit jaar moet men het doen met een programmaboekje voor de vliegshow op Deelen dat voor de gelegenheid is verlucht met foto's van toen en nu. Daar naast heeft het hoofd van Ne derlands bekwaamste militaire voorlichtingsdienst, luitenant kolonel A.P. de Jong een handzaam boekje gemaakt dat wordt uitgegeven bij De Alk in Alkmaar. Het komt ook in de boekhandel. Tenslotte geeft de redactie van „De Vliegende Hollander" een speciale jubi- leumbijdrage uit. Dat de luchtmacht in de zor gen zit, is niet iets dat ze daar zelf naar buiten dragen. Maar veel beroepsofficieren en on derofficieren vragen zich af wat er met hun toekomst aan de hand is. In de politiek wordt druk gespeeld met al lerlei gedachten die het voort bestaan en de toekomst van de luchtmacht rechtstreeks ra ken. Wat daarbij weieens wordt vergeten is dat de luchtmacht niet alleen een militair appa raat is dat lawaaimakende straaljagers hanteert, maar ook een broodwinning voor vele duizenden, dikwijls sterk spe cialistisch geschoolde vakmen sen. Het achteloos of effectbe- lust tevoorschijn toveren van plannen tot opheffing of over dracht van luchtmachttaken, zonder ook maar één woord vuil te maken aan de positie van al die mensen, komt meer sociaal bewogen figuren dan ook wel wat onzorgvuldig voor. „Wat ze meestal vergeten", klaagt een burgerwerknemer van de luchtmacht, „is dat het afstoten van een belangrijk luchtmachtdeel, sociaal gezien een eveningrijpende maatregel is als het besluit van de AKU om Enka-Breda op te hef fen". Het aantreden van het kabi net-Den Uyl heeft de onrust in luchtmachtkring nog versterkt, hoewel men niet aanneemt dat minister Vredeling van defen sie de botte bijl in de strijd krachten zal zetten. De luchtmacht zit in een van die kritieke fasen die tel kens ontstaan als een bepaald type vliegtuig aan vervanging toe begint te komen. Deze keer is dat de Starfighter. Dit vliegtuig wordt voor tweeër lei doeleinden gebruikt: als tactische bommenwerper en als luchtverdedigingsjager. Als bommenwerper en dat alleen al maakt zijn positie omstre den in de Nederlandse poli tiek. Over enkele weken wordt de aanbeveling verwacht die de evaluatiecommissie met be trekking tot de Starfighterop- volger aan de minister zal overleggen. Inmiddels echter heeft staatssecretaris Stemer- dink nog deze week, onder meer in een interview, stellig verklaard dat de Starfighter niet zal worden vervangen. Wat de regering dan wel van plan is, blijft voorlopig ondui delijk. Zo gemakkelijk als het klinkt is het niet vervangen van de Starfighter nu ook weer niet want er staan ook andere dan luchtmachtbelan- gen op het spel. Werkgelegen- heidsbelangen bijvoorbeeld bij industrieën die hun aandeel zouden hebben geleverd in het nieuwe vliegtuigproject. Voorts zal de regering moe ten besluiten wat er met de Starfighter zelf moet gebeu ren, zich daarbij realiserend dat het vliegtuig (dat sinds 1963 in bedrijf is) nu reeds ongeschikt is voor bepaalde taken, mede ook als gevolg van de gewijzigde NAVO-stra- tegie. Het langer aanhouden van de Starfighter zal ook een kostbare zaak worden omdat het onderhoud met het klim men van de jaren kostbaarder wordt. Ook het veiligheidsas pect komt dan duidelijk om de hoek kijken. (De eerste „haar scheurtjes-kwestie" heeft zich al voorgedaan). Blijft de mogelijkheid de Starfighter-squadrons zonder meer uit dienst te stellen. Maar dat is een NAVO-zaak waarover in Brussel harde no ten gekraakt zouden moeten worden. Het is niet denkbeel dig dat de regering zal probe ren de taken die thans door de Starfighters worden gedaan (luchtverdediging, aanvalsta- ken, nucleaire taken, verken ning en steun aan grondtroe pen) onder te schuiven bij de Duitsers, eventueel tegenover een overname van een deel van de Duitse maritieme ver plichtingen door Nederland (plan-Dankert). Maar dit is zuiver giswerk. Enige zekerheid zal pas be staan als deze nieuwe regering zijn defensieblauwdruk voor de komende jaren klaar heeft. En dat kan wel eind dit laar worden. Tot zolang verkeert de luchtmacht in onzekerheid en in zorgen. Maar wie heeft er tegenwoordig geen zorgen? WIM KOCK Dorpsgemeenschap aan de Amazone. (Van onze redactie buitenland) K razilië kent de Rio das Mortes, de Rivier van de Dood. Bijna Wemand kan vertellen om e e reden de rivier zo is Benoemd, maar waarschijnlijk °mdat geen enkele rivier d°den heeft meege- rnmt Uchamen van dia- *k«s. landeigenaars, he hn mannen die de rub" bomen tappen, blanke sol- van v r vooral lichamen tL "teS' CaPaaa" «n Ta- eens eS"md'anen, allemaal w„ ®a.ch'ige stammen die w r'aar geleden geheel Bcrden uitgeroeid. Dit is ï[tojsterJ^n ?ltaat uit het railsman n6 k van de S.oderKm-len Bodard: „De Brazilië» J2.S-de indianen in e "loordnil j 1;l?terend omdat de mdianen in de oerwouden van Mato Grosso en het Amazone gebied nog momenteel door gaat. Dat gebied herbergt enorme schatten, van diaman ten tot goud, van huiden tot olie. Eeuwen geleden zijn de Portugezen begonnen met de uitroeiing van de Zuidameri- kaanse indianen. Enkele ja ren geleden zo schrijft Bo- dard gebeurde het met be hulp van een officiële Brazili aanse regeringsdienst, de SPI (Service de la Protection des Indiens, ook wel Service de la Prostitution des Indiens ge noemd). De Braziliaanse regering heeft veroordeling van de moordenaars aangekondigd. Honderdvierendertig functio narissen van de SPI werden reeds wegens doodslag en moord ontslagen, 2.000 ande ren werden van hun posten ontheven wegens medeplich tigheid aan bijna alles wat hei Braziliaanse wetboek van strafrecht verbiedt: rassen- r-"-ord, mitrailleren vanuit de lucht, epidemieën veroorzaken door het schenken van kleding die moedwillig besmet zijn met bacillen, snoepjes die ar senicum bevatten aan kinde ren geven, martelingen, sla vernij etc. De vijanden van de indianen blijken evenwel machtig te zijn, vormen een politiek-eco- nomisch complex. De onder zoekers van de indianen-moor den werden tientallen keren met de dood bedreigd, chanta ge- en omkoperijpogingen wa ren aan de orde van de dag, terwijl een geheimzinnige brand de oude archieven van de SPI vernietigden. Bodard vertelt in zijn boek van de ontmoetingen met al lerlei mensen, avonturiers, in dianen en de gebroeders Vilas Boas, Orlando en Claucio die zich geheel hebben ingezet om zoveel mogelijk indianen te redden. Dat is ten dele gelukt, want zij hebben nu de zeggen schap over een gebied met in dianen zo groot als Nederland. In het onmetelijke Brazilië is dat slechts een druppel op de gloeiende plaat. De broers ge loven dat er nog tienduizenden volkomen wilde indianen in de oerwouden leven, „ver zwolgen door de natuur". En waar de ontginning van die oer wouden eigenlijk pas goed op gang begint te komen men is o.m. bezig met een grote ver keersweg dwars door het Amazone-gebied heen vre zen Orlando en Claudio Vilas Boas het ergste. De indianen namelijk leven werkelijk nog in het stenen tijdperk, ze werken met pijl en boog en speren en zijn daarom bij voorbaat al kans loos tegen blanke indringers met hun geweren, vliegtuigen en helicopters. De „beschaafde wereld" dringt steeds meer op. Het is in feite eenzelfde situatie als in de Verenigde Staten, vorige eeuw. Ook daar werden de indianen uitge moord en verdreven van de grondgebieden waarop zij tra ditionele rechten hadden. Na 1900 werden uit de Ver enigde Staten Winchesters en andere geweren geëxporteerd naar Brazilië. In de VS waren ze door Buffalo Bill en de Amerikanen gebruikt om de Sioux en Comanches uit te roeien. Orlando Vilas Boas zegt ergens in het boek: Toen zij de geweren niet meer no dig hadden, verkochten zij die voor eenzelfde doel in Brazi lië. Ze worden gebruikt voor de liquidatie van onze india nen". En ook voor de kolonisten en de gelukzoekers van nu geldt: De enige goede indiaan is een dode indiaan. Een mil jonair zei tegen Bodard: „Als men land wil hebben dat van de indianen is, zorgt men er voor dat er geen indianen meer ziin". Deze week nog kreeg het boek van Bodard, dat goed geschreven als het is één aanklacht is, een ondersteu ning van de onafhankelijke beweging Rechten van Min derheden. De Britse journalist en specialist in Latijnsameri- kaanse zaken, Hugn O'Shaugh- nessy maakte eveneens een uitvoerige reis door het om streden gebied. Hij kwam tot de conclusie dat de indianen van Zuid-Amerika opnieuw met culturele en fysieke uit roeiing worden bedreigd door het snelle in werking treden van allerlei ontwikkelings plannen. In het rapport wordt voorge steld een internationale orga nisatie te vormen van specia listen uit alle landen, liefst in de vorm van een bureau van de Verenigde Naties. O'Shaughnessy waarschuwt ertegen elke poging de schuld voor de situatie van de india nen geheel voor de voeten te gooien van de Zuidamerikaan- se regeringen. „Het is niet rechtvaardig mensen in Euro pa of andere rijke landen een diepe morele verontwaardiging aan de dag leggen over het gebrek aan belangstelling waarmee sommige Latijnsame- rikaanse regeringen hun in heemse volken tegemoet tre den. Met uitzondering van de Venezolaanse regering zijn de ze regeringen arm en de Noordatlantische wereld en Japan doen veel om hen arm te houden". Het rapport constateert dat de rechten van de indianen zelden gehonoreerd worden. „De regeringen moeten probe ren de inheemsen te bescher men tegen economische plun dering door Europese landei genaren, extractie-bedrijven en handelsbelangen". Bodard en de beweging Rechten van Minderheden ko men uiteindelijk ondanks de verschillende uitgangspun ten toch bij dezelfde con clusie uit: de Zuidamerikaanse indianen hebben nauwelijks overlevingskansen. Of het is het brute geweld dat hen ver nietigt, of het is de bescha ving, waarvan ze niet weten wat ze er mee aan moeten, die hen onderwalst. E. L. Lucien Bodard, Bloedbad der Indianen. Hollandia B.V. Baarn, f 22,50. door marion laudy naar is wat over te doen ge* tveest: dat Angel Hernan dez op het Mariabeeld schoot. Je zou denken dat ie een moord had begaan. Terwijl hij niets anders deed dan in een aanval van woede zijn pistool op het Mariabeeld legen. Door een kerkraam. Want de kerk deuren waren op slot. Hij kon niet eens de kerk in. En er is geen mens door hem geraakt. Hij wilde ook niet op mensen schieten. Maar op Maria. En kan een man niet eens kwaad worden Ook op Maria Als je haar toch al altijd in blom metjes en waslichtjes houdt T Goed, het kerkraam is nu ka pot en Marias neus is afge schoten, ze mist een vinger en in haar blauw gewaad zitten een paar kogelgaten. Maar dat gewaad repareert Angels vrouw wel, die trouwens toch dit jaar de beurt heeft om voor het Mariabeeld te zorgen. Daarom heeft ze voor het laat ste Mariafeest ook dat nieuwe blamoe gewaad voor het beeld gemaakt. En Angel hielp haar toen nog met die wassen kroon van kunstlelies te maken, voordat het beeld in de pro cessie werd rondgedragen. Want hij kan mooie dingen maken, Agel! Moet je z'n ke ramiek zienMaar hij doet er niets meer aan. Geen vraag meer ernaar op de markt. Ie dereen wil alles in plastic. Voor Angel, een boer zónder land maar mét acht kinderen zat er, nadat er een tweeling was bij gekomen, niet veel an ders op dan maar naar de Ver enigde Staten te gaan om e* als seizoenarbeider te werken. Hoe hij over de Rio Grande is gekomen, moet ie nog vertel len, dat was een heel avon tuur, hij kan niet zwemmen. En het heeft 'm een duit ge kost. Maar het boze oog moet op hem hebben gerust. Want net zoals ie die pech had met die tweeling alsof er met zes kinderen al niet genoeg honger in huis was hebben ze 'm in Amerika al na een paar weken opgepakt. En weer naar Mexico gedeporteerd. Hij had geen cent toen ie terugkwam. Ze hadden 'm toch al zo onderbetaald toen ie in Amerika werkte. Maar het beetje dat ie had verdiend, hebben een paar kerels hem nog afhandig gemaakt, die zei den dat ze hem zo uit de ge vangenis konden houden om dat ie geen papieren had. Is dat niet genoeg om een man kwaad te maken En toen ge beurde dat ook nog met die tyfus. Bijna het hele dorp lag er ziek mee. Bij Angel lagen drie kinderen er mee op hun stromat. Ze zijn van de ge zondheidsdienst gekomen om te zeggen dat er een dorpsplee moest komen. Maar iedereen heeft 't altijd in 't veld gedaan. En toen zijn Angels kinderen naar de stad in het ziekenhuis gebracht, want er werd gezegd dat ze bijna dood waren. An gel zei 't ook. Beter drie ge lukkige kinderen in de hemel, zei hij, dan ziek op aarde. En wat waar is, is waar: als je toch al geen werk hebt, scheelt het een stuk of je drie kinde ren in de hemel hebt. Die nou zeker zullen helpen zorgen dat je genoeg eten hebt voor de kinderen die je over houdt Maar ze waren niet in de he mel, dat dacht ie alleen maar. Ze kwamen weer terug. Ge zond en wel. En ze aten weer goed. Die dokters zijn zo knap tegenwoordig. En iedereen had Maria ook van 't altaar gebe den en dag en nacht waslicht jes gebrand. Angel had Maria zelfs nog beloofd een boeket van wassen rozen te maken. Maar daar is 't toen niet van gekomen. Dat kwam omdat het net in 't droge seizoen was. En hij hoorde van zijn compadre* dat er wat te verdienen viel met water in de omtrek te bezorgen. In oude petroleum vaten. Dat was een hele orga nisatie. En naar het schijnt niet geoorloofd. Dat wist ie na tuurlijk niet. Met z'n tweeën tapten ze ergens een waternet af, vulden de vaten en ver kochten het water voor twintig centavos de liter. Duur genoeg. Maar er zat zwaar werk aan vast. En toen werden ze een keer gesnapt Had Maria dat tenminste niet kunnen voorkomen? Alsof zij niet wist hoeveel kinderen hij in het leven moest houden. Dan moest ze hem ook niet de kans ontnemen ze te ónder- houden I Het enige waar Angels opslui ting goed voor bleek, was het pistool dat hij daarna mee naar huis bracht. En waarmee ie Maria te lijf ging nog voor ie thuis was 1 Niemand op 't dorp heeft An gel tot nu toe teruggezien. Maar iedereen brandt waslichtjes bij Maria. Opdat Angel weer gauw uit de gevangenis mag komen I De beste vriend.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 25