Zaterdagbij lage van 9 juni 1973 Verpatst Verbeelden Broodtrommel Ouwe manne In bad Fijne tijd Goocheltrukie Kouwe melk Klopt niks van COR BRAK (mijn naam is Gerrit en ik steel als de raven): Effe geduld, jongens. Effe de telefoon aanpakken. Ja hal lo. Met Gerrit Dekzeil". Aan de andere kant van de lijn meldt zich een van de knotsgekke dames Rimico: „Gerrit jongen, op Veronica draaien ze je plaat. Ga maar gauw luisteren". De beroemdheid, klein van stuk, wordt er op zijn Amster damse bovenhuis echter niet öieer warm of koud van: „Ah ben je gek. Ik ken 'm nou on derhand wel. Maar die eerste weken Jongens, de hele dag zaten m'n vrouw en ik by de radio. Ik hier in de kamer met Hilversum III en zjj op de slaapkamer by de wekkerradio met Veronica. Wekenlang heb ben we heen en weer lopen ren nen. Elke keer assie erop kwam namen we 'm op op de band recorder. Op het laatst hadden We een hele band vol en toen zyn we d'r maar mee opgehou den". "Ja, wat moet je d'r mee? Alles went. Maar 't is wel gek gelopen, hè? Ik bedoel: zo snel allemaal. Ik beschouwde het aanvankelijk allemaal als een Seintje. Als een spielerei zou de uuitser zeggen. Terwijl: nou Praten ze al over een gouwe Sp?™3' dat zou natuurlijk een S®-EER zijn. God nog-an- rae. Moe-je-nagaan: ik wist tot oor kort niks van een top 10 M een top 40. Dat was helemaal onbekend voor me. Terwijl nu en ik meens beroemd: Uit het ven" schr«ven ze me brie" Lees d'r een voor „en voor. JoMeïio' "°-h' die van die twee jochie. 's Pakkeo- Twee hpemach 0ss-.Die hadden een ter e„ .lne ge;iat van de mees- school at0eÏLmoest£n ze van 'm We? e lerz0- Hler heb ik ■Wij zün'f gaa? het ermee, niet kenne^f Va" :'e' Zou ons bea wel n T Jatte.? We heb" als j« zoveel gesneesd is niet )a' 0nze °Pleiding to best. We hebben de lagerste kleuterschool doorlo pen en daarna de lagere school, maar daar benne we uit geso demieterd omdat we de meester z'n tas gesneesd hadden en die hebben we nog voor een knaak aan de nonnen verpatst. Ha, ha, ha. En een televisie hebben ze ook nog gepikt, schrijven ze. En een typemachine. Nou, daar heb ik om zitten gillen. Maar wat moet je zulke boef- fles nou terugschrijven? Ik heb maar gezet, dat ze toch maar hun best moesten doen en eer lijk door het leven gaan. Dan komen ze veel verder. En ik heb gezet, dat ze die spullen maar gauw terug moesten bren gen, want datte ze anders van mijn geen foto met handteke ning krijgen". Foto's met handtekening. Juist déze middag heeft hij bij de platenmaatschappij hele sta pels foto-kaarten gehaald, die hfj in de komende dagen met zwier van een langdurig ge oefende handtekening zal voor zien. De verzending baart hem echter de nodige zorgen: de foto's zijn groter uitgevallen dan hij gedacht had en nou passen ze niet in de enveloppen, die hij al getikt en gefrankeerd klaar had liggen. Gerrit: „Misschien kan ik het redden met een stukje van on deren en een stukje van boven d'r af. Of ik moet grotere en veloppen kopen, maar dan moet ik al die postzegels weer d'r vanaf gaan weken. En dat kost tijd, hè. Ze zullen onder hand wel gaan denken van: we hebben nog steeds geen ant woord, hij zal zich wel wat ver beelden. Maar dat is het dus niet, begrijp je wel?" Vertelt over de inhoud van andere brieven, voornamelijk afkomstig van kinderen: „Schattig, hè. De lieverds. Ze denken dat je het meent wat je daar staat te zingen. Dat je in derdaad een inbreker bent. Had je moeder dan werkelijk geen brood, vragen ze me dan. En dan zeg ik: „Ja, dat is inderdaad gebeurd. Voor de oorlog was er bij ons inderdaad wel eens geen brood op de plank. We waren wat je noemt een armoedig huishouwe. Nou! Vader was aanplakker op reclamezuilen. En hij heb jaren gevaren op een vistroler. En bouwvakker issie geweest. God, wat verdiende die man? Pak weg 7% gulden in de week. Geen vetsop, natuur lijk. Dus heb ik thuis nog wel 's de broodtrommel open gebro ken. Jazekers! Die dee me va der altijd op slot. Zóveel sneet jes brood kreeg je en verder niks. 's Morgens twee en 's mid dags vier van die dikke pillen met niks d'r op dan een kluit margarine. De enige luxe was op zaterdag. Dan werd er bij de slager voor een kwartje af snij- sel gehaald. Fruit of zo, daar was geen geld voor, dus dan ging je maar wat jatten op de markt". Hij is verder altijd op het rechte pad gebleven? Gerrit: „Jaaa. Nee, ik weet gelukkig niet hoe een gevange nis d'r van binnen uit ziet. Nee, God zjj geloofd en geprezen. Het zat niet IN me, begrijp je wel?" Maar ze zeggen toch zo vaak van: het begint met een brood of een reep chocola? Gerrit: Ah nee joh, dat moet IN je zitten. Dat is net als met de publieke vrouwen. Als 't niet in je zit, dan doe je het nooit. En zit 't wel in je en wil je mooie kleren kenne kope, ja, dan gaan die meissies jje kant op waar ze het wel kenne krijge. En dat is eigenlijk net eender als met de inbrekers. Dat mag je niet BEOORDELEN. Goed begrijpen: ik keur het niet goed, maar achKijk, zolang ze maar géén ouwe dames of ouwe manne doodslaan voor vijftig gulden. Maar een kraak zetten van een ton of wat? Nou jongens, daar lach ik om. Dan zeg ik van: 't ware te hopen datte ze je niet pakke." Criminaliteit in Nederland: „Ach, moet je 's horen. Ieder een kan vallen, hè. Je moet nooit denken: ik kom nooit in de gevangenis. Dat kan je ook gebeuren ais je iemand per on geluk dood rijdt, maar daar voor ben je toch nog niet slecht? Het zijn echt niet allemaal mis dadigers die in de gevangenis zitten". Z'n vrouw: „Die mensen zijn ontspoord". Gerrit: „Ja, dat zijn ONT SPOORDE mensen en die heb ben we veel in de maatschappij. Vroeger hadden ze zo'n mooi liedje, hè. Willy Derby zong dat geloof ik. Dat heette: Lach nooit als je die wagen ziet gaan. De arrestanten-wagen, hè. Want je weet nooit wat erin zit en waarom iemand d'r in zit. Het zou mij ook kenne gebeure. Net wat ik zei: je hoeft maar iemand dood te rijden en dan heb je 'm zitten. Maar echt voor misdaden opgepakt worden? Nee, zo ben ik niet. Nooit ge weest ook. Niet da'k zo'n doetje wasAllesbehalve. Als je te gen me zei, vroeger, die grote spiegelruit daar, daar moet een steen doorheen, dan was het al gebeurd. Dat was bommes hadsjekedeetje, zo recht voor z'n raap door de ruit heen". Telefoon. Z'n vrouw: „Je im- pressario: „Hij weg. Zij (heel lief, met een stem die aan de Zangeres Zonder Naam doet denken) vertelt over haar leven. Weeskind. Lang ziekbed. TBC. „Wonder boven wonder ben ik weer helemaal genezen. Ja, da's echt 'n wonder geweest". Gerrit, terug van het tele foontje met z'n impressario, dat o.a. ging over zijn nieuwe notering in de Veronica top 40 (gezakt van 9 naar 15): „Jam mer, maar dat wil nog niks zeg gen. Haha, d'r staat nog geen mens bij me hoor. Vader Abra ham is pttttt, jaaa, ptttt, Foet sie! Alleen Elsje zit nog achter me te wroeten". Onvermijdelijk gespreks-on- derwerp: de Barend Servet show, die hem groot maakte. Gerrit: D'r waren mensen die zeiden: ik snap niet dat jij je daar voor leent, al die viezig heid. Maar wat is nou vies? Ik heb al die drukte nooit zo erg begrepen. Maar pak nou pas geleden. Ik zit hier lekker voor m'n teeveetje naar Waaldrecht te kijken. Ik zeg nog tegen m'n vrouw. Moet je NOU 's kijken. Dat hebben wij in de Barend Servet-show nooit gedaan. Nou ja, alleen af en toe een paar naakte vrouwen. Ja kijk 's: IK zou me d'r niet voor lenen. Als T morgen met Gerrit afgelopen is en ze leggen tienduzend gul den neer en ze zeggen: nou moet je nakend voor de teeveenee, dank je wel. Dat doe ik niet. Vertelt over zijn varieté- tijd: „Een fijne tijd was dat. Nou'. Goeie sfeer onder me kaar. Komt ook nooit meer te rug. Als een nachtkaars is het uit gegaan. We kregen steeds minder werk. Totdat ik op het laatst helemaal met m'n armen over mekaar zat. En maar prakkezeren, hè. Nieuwe num mers bedenken, maar het werd allemaal niks. Nou, daar word je op het laatst wel sag gerij nig van. Vooral van de winter." Weet je: m'n vrouw zit aan het grote toneel, bij Globe, en die was in die maanden op reis met de twee wezen en de Ita liaanse strohoed, terwijl ik hier maar wat lag te liggen. Nou, da's geen pretje hoor, dat ken ik je wel vertellen. Maar nu? Ah jongens, 't is net een soort wedergeboorte. Ik tel weer mee. Ik ben weer iemand". Met ingang van deze nieuwe maand gaat hij het land in. Op treden op feesten en partijen. Gerrit: „Kijk, ik ben te lang artiest geweest om te weten, dat je het niet redt met een re pertoire van èèn liedje. Daar betalen de mensen geen geld voor. Daarom heb ik nou een nummer opgebouwd met allerlei gekke dingetjes d'r in, zoals een goocheltrukie, dat eigenlijk geen goocheltrukie is en pas op het einde kom ik dan pets, met m'n liedje, hè. Mijn naam ls Gèèèèèèèrrit en ik steel als de raaavenEn wie weet heb ik binnenkort wel weer een hit. Over 'n dag of veertien ga ik weer de studio in en dan gaan we geld, drank en lekkere wij ven opnemen". Watte? Gerrit: „Geld, drank en lek kere wijven. Zo heet dat liedje. Heel anders dan het vorige. Meer rok-en-rool, begrijp je. Dat gaan ik dus ook weer doen in mijn rol van Gerrit de inbre ker, hè. Trouwens: dat is ook zo wat: ik had van mezelf een echte bandiet willen maken. Echt zo'n vuile vieze inbreker met een pet op en 'n trui met een col. Maar de jongens hebbe me gezegd: Niet doen. Je moet een sjentelmen-boef weze. Zo'n glijerd, zo'n gluiperd. Meer het Al Kapone-tiep. Daarom heb ik nou ook een heel sjiek pakkie gekocht, waar ik dus in gaat optreden, 'n Héééél duur pak. Maatkostuumpie. Zo'n lekkere ruit. Iedereen die me d'r in ziet, die zegt: Ooooooh, wat heb JIJ 'n mooi pak aan. En ik heb allemaal gouwe ringe gekocht. Hierzo. Achttien-karaats Ita liaans goud. Kijk maar, 't keur staat erin". Is dat nieuwe liedje ook weer op z'n lijf geschreven? Gerrit: „Nou, dat kan ik dus niet bepaald zegge, nee. Geld, ach, ik zeg altjjd maar zo: asje maar gezond ben. Dat is een grote, grote prijs. Rij kdom doet me niks. Maar gezondheid, jon gens Een man en een vrouw die gezond blijven, lek ker lang bij' mekaar. Samen fijn geniete van je ouwe dag. Da's veel belangrijker. Daarom: nu ik nog een lekker centje verdien, ga ik echt niet zitte potte. Ik koop veel te graag mooie dingen. Fijne kos- tuumpies of zo. Daar ben ik gek op. En 'n mooie auto. Ik zit nou al te prakkezeren of ik die nieuwe Renool zal kopen, die 15TS. Daar ben ik helemaal gek van, weet je". En drank? Gerrit: „Ik drink praktisch nooit. Nee, ik lus 't niet. Op 'n verjaarspartijtje wil ik nog wel 's een borreltje nemen of 'n kejakkie met tonic. Maar nooit meer dan 1 of 2. Ik lus 't gewoon niet. Geef mij maar een lekkere bak koffie of 'n glas kouwe melk". En „de lekkere wijven?" Gerrit: „Ja luister 's. Ik ben heel gezond en ik mag het graag zien, maar geen vuiligheid hoor. Ik zal d'r heus niet achteraan gaan lopen". Dus dit liedje is allesbehalve op z'n lijf geschreven? Gerrit: „Weet je wat? Ik zal 't je voorlezen en dan zak wel zegge wat klopt en wat niet klopt". Leest voor: „Geld, drank en lekkere wijven, dat is het waar het in 't leven om gaat. Daar kun je mee in leven blijven. Dat maakt het leven de moeite waard. M'n moeder die zei, ach wat moet je met geld? Met geld doe je niks, want geluk is nou eenmaal niet te koop. Zo begon ik al vroeg behoorlijk te zuipen (nou, da's dus hele maal niet waar), want m'n va der was i:d van de blauwe knoop. Mijn verloving was spoedig ten einde geraakt, om dat ik het met de wijven te bont had gemaakt. Geld, drank en lekkere wijven krijg je dan weer en dan: Mijn moeder heb weinig vreugde gekend (dat is inderdaad waar). Voor haar is het zwoegen (dat is ook waar) en sloven gebleven. Mijn vader is zuinig en braaf geweest (dat klop ook) en klaagde z'n hele leven. M'n verloofde die trouw de met een man van kantoor (nou, daar klopt dus helemaal niks van) en slijt nu haar leven achter de pannen door. En dan krijg je dat is parlando das, gesproken tekst zogezeid ZIJ WAARSCHUW DE MIJN: MAAR WAT WAS HUN LOT? Een treurig be staan, MAAR IK LEEF IN GE NOT. En dan krijg je dus weer het referein Zou best weer 's een hit kunnen worden vol gens mjjn". /ARENLANG had ex-acrobaat Cor Brak de ziekte in. Voor de 63-jarige artiest die de halve wereld afreisde met het nummer „De vallende manwas geen emplooi meer. Om toch de smaak van schmink te kunnen blijven proeven, meldde hij zich aan bij een modellen-bureau, dat reclame- en tv-makers aan gekke koppies helpt. Zo sleet hij zijn dagen met het aanprijzen in STER-spots van Unox-worst en Krommenie-vinyl en het figureren in series als „Stadhuis op stelten"' en „Tot de dood ons scheidt". Totdat.... de makers van de Barend Servet-show hem tevoorschijn haalden uit het grijze leger der figuranten, dat al eerder de persoon van IJf Blokker (Barend Servet himself) gebaard had. Ze noemden hem Gerrit Dekzeil, schreven een wonderschone meezinger met de titel ,Jk ben een boef" en ziedaar: het wonder ivas geschied. Cor Brak werd van de ene op de andere dag een nationale beroemdheid. Wirn Wennekes zocht hem op.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 23