Prinses Beatrix doopt de opvolger van een „gelukkig schip
„Als je alle specialisten hun zin geeft
ontstaat er een monster van een schip"
SCH'IELZER HEEFT GESPROKEN
ONTWERPER J E. LOS VAN HET GELEIDE WAPENFREGAT TROMP:
Wedden
om'n fles
whisky,
datu
VAT 69
lekkerder
vindt?
binnenland
buitenland
ERVARING
ARGUMENTEN
LAWAAI
DE SCHELDE
papier
jW pen
NAC-NEC
Angolakoffie
Wap
ens
De Nacht
Zaterdag 2 juni 1973
13 19
VLISSINGEN Kroon
prinses Beatrix doopt van
daag op de werf van de Ko
ninklijke Maatschappij De
Schelde te Vlissingen het
nieuwe geleidewapenfregat
Tromp van de marine. De
prinses treedt daarmee in de
voetsporen van haar groot
moeder, koningin Wilhelmina,
die 36 jaar geleden de vorige
Tromp doopte en te water
liet.
Oudere marinemannen,
vandaag op de Vlissingse
werf aanwezig, zullen in hun
harten hopen dat deze nieu
we Tromp een even geluk
kig schip zal zijn ais de vori
ge, de eerste flottieljeleider,
die in het kader van het
vlootplan Deckers werd ge
bouwd.
Want deze vorige Tromp
was, ook toen het schip al
oud en oncomfortabel was
geworden, nog zeer populair
bij de marine. Een plaatsing
op de Tromp was een bui
tenkansje. Niet alleen van
wege de mooie reizen die het
schip tot in de jaren vijftig
maakte, maar gewoon omdat
het een gelukkig schip was
en dat is iets wat de nog
altijd lichtelijk bijgelovige
marineman aanspreekt.
De oude Tromp had een
uitstekende staat van dienst,
werd door de Japanse mari
ne herhaaldelijk voor tot zin
ken gebracht verklaard,
maar dook daarna telkens
weer op bij snelle vlootacties
zoals bij Sabang, de Nico-
baren en Andamaneilanden
en in de baai van Balikpa-
pan.
De nieuwe Tromp is het
achtste marineschip van die
naam. Het is genoemd naar
Maarten (Bestevaer) Tromp,
luitenant-admiraal van Hol
land (16,37-1653) en diens
zoon Cornells Tromp, even
eens luitenant-admiraal en
tijdgenoot van Michiel de
Ruyter.
Het geleidewapenfregat
Tromp is, hoewel aanmerke
lijk kleiner dan kruisers als
De Kuyter en de Zeven Pro
vinciën, het krachtigste oor
logsschip dat de marine ooit
heeft gebouwd. Bij De Schel
de ligt een tweede schip op
stapel, dat een jaar na de
Tromp gereedkomt. Dit schip
krijgt de naam De Kuyter.
De kruiser van die naam is
intussen uit dienst gesteld.
De geleidewapenfregat
ten Tromp en De Ruyter zijn
bestemd om de kernen te
vormen van onderzeebootbe-
strijdingsgroepen. Dat blijkt
ook uit hun takenlijstje:
- het beschermen van kon
vooien en vlootverbanden te
gen luchtaanvallen en tegen
aanvallen van oppervlakte
schepen;
- het opsporen en bestrijden
van onderzeeboten;
- het fungeren als comman
doschip (vlaggeschip)
- het verrichten van VN-po-
litiediensten en het verlenen
van hulp bij rampen.
Een primeur voor Neder
land is, dat de schepen wor
den voortgestuwd door gas
turbines. Twee Rolls Royce
Olympus-motoren (dezelfde
die de Concorde voortstu
wen) geven de schepen een
hoge vaart, ook bij slecht
weer. Voor de kruisvaart be
schikken de schepen over
twee (kleinere) Rolls Royce
Tyne's.
Helemaal nieuw is ook de
door de Hollandse Signaal
ontwikkelde driedimensiona
le radar waarvan de antenne
is opgeborgen onder een reus-
achig ui dat de beide sche
pen straks een niet mis te
verstaan silhouet zal ver
schaffen.
De Tromp en de De Ruyter
zijn de eerste grote oorlogs
schepen die gebouwd worden
in een loods.
De accommodatie voor de
306 koppen telende beman
ning (officieren 10 procent,
onderofficieren 50 procent en
manschappen 40 procent) is
ongekend voor een oorlogs
schip. Hutten bergen maxi
maal 12 man. Voor de inrich
ting 225 miljoen gulden kos-
blijven (en ook voor de brug
en andere dienstcomparti-
menten) werd de hulp inge
roepen van het zintuig-fysio
logisch instituut van TNO-
RVO.
De Tromp zal naar schat
ting 225 miljoen guEN KOS-
ten. De Koninklijke Maat
schappij De Schelde alleen al
stopt er een miljoen manu
ren in. De kiel werd gelegd
op 4 augustus 1971. De mari
ne hoopt in de nazomer van
1975 het schip in dienst te
stellen.
W.K.
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG Hoewel het geleidewapenfregat „Tromp"
het produkt is van veel mensen, bedrijven en instellingen,
mag men „Hoofdingenieur der Marine" J. E. Los wel de
geestelijke vader of de architect van het schip noemen.
Ir. Los deed de nodige ervaringen op als „tweede man"'
bij de bouw van de kleinere Van Speyk-fregatten. Toen hij
in 1968 het ontwerpen van de „Tromp" op zich nam, be
lastte hij zich daarmee met een klus die hem minstens
9 jaar lang meer dan bezig zou houden. Een flink stuk uit
een mensenleven.
Hoe gaat dat nu, zo'n schip
ontwerpen?
Ir. Los: „Je moet zelf na
tuurlijk een bepaalde visie
hebben maar er is een groot
aantal mensen, dat met je mee
gaat denken. Specialisten die
hun verlangens op tafel leggen
of die zeggen hoeveel het
schip mag kosten. Dit is een
proces, dat een groeiend we
derzijds vertrouwen moet op
leveren want er moeten ook
harde noten worden gekraakt.
Als je alle specialisten hun zin
geeft, dan komt er een mon
ster van een schip uit..,."
Kapitein ter Zee G.W.A.
Langenberg, project-coördina
tor, interrumpeert:
„Een artillerie-officier wil
zo'n schip vol kanonnen, ra
ketten en buskruit stoppen. De
onderzeebootman zegt: ben je
wijs? De zee zit vol onderzee
boten. Dus die wil zijn tover
dozen onder het schip hangen.
Dan komt de sociaal-psycholo
gische dienst en die zegt; jul
lie kunnen niet zoveel mensen
in zulke kleine ruimte stop
pen. Die halen er zelfs binnen
huisarchitecten en het zintuig-
fysiologisch instituut bij'
Ir. Los; „Op een gegeven
moment zeg je: met al die
dingen, die jullie willen, komt
er zo'n schip uit dat zoveel
kost. En dan gaan we weer
verder.
Na veel nadenken en nacht
werk ontstaat er een ontwerp.
Een praatschets, zou je kunnen
leggen. Op een goede dag ben je
het point of no return gepas
seerd. Je kunt dan niet meer
terug of het kost zeer veel geld
en tenminste één carrière. De
mijne!"
De bouw van een schip -
vooral als dat vol technologi
sche nieuwigheden zit als gas
turbines, 3-D-radar en een
computerkamer - is een lange
lijdensweg van grote en kleine
problemen, van vallen en op
staan. Hoe wapent een ont
werper zich hiertegen?
Ir. Los: „Je moet ervaring
hebben. Een paar keer op je
neus gevallen zijn, zodat je
ongeveer weet waar de knel
punten liggen. Je moet niet
geneigd zijn gauw op te geven
en bestand zijn tegen druk
van buitenaf. Want er zijn al
tijd mensen die het weer an
ders willen. Je moet ook met
mensen kunnen omgaan en
mensenkennis hebben. Want
er moet veel en intensief ver
gaderd worden en als je dan
maar genoeg lieden tegen je in
het harnas jaagt, dan kun je
wel inpakken.
Je begint met een blanco
vel papier. Je staat in het
middelpunt van de belangstel
ling. Je eindigt met een inge
wikkeld schip met duizenden
mankementjes en problemen.
Zelf ben je dan al lang naar
de achtergrond gedrongen.
Daar moet je ook tegen kun
nen, dat moet je een keer
meegemaakt hebben".
Scheepsvoortstuwing door
gasturbines (straalmotoren) is
nog nieuw en dus riskant.
Waarom koos de marine voor
deze motoren?
Ir. Los: „Ik geloof dat de ar-
artMt ImpfSEfiiort f fregat .TROMP*
0 Ilr. Ms. Geieidewapenfregat „Tromp" is 138,4 meter lang en maximaal 14,8 meter breed. De waterverplaatsing is 4.300 ton (vergelijk: kruiser „De Ruyter"
11.850 ton). De snelheid zal 28 knopen bedragen. De bewapening bestaat uit: 2 kanons van 12 cm; Tartar-geleidewapensysteemHarpoongeleidewapensysteem
NATO-Sea Sparrow-torpedo's en een bewapende helicopter.
De twee hoofdvaartturbines (RR-Olympus) hebben een vermogen van 40.000 pk; de twee kruisvaartturbines (RR-Tyne) van 8.000 pk.
Het schip werd door de marine zelf ontworpen en ontwikkeld met hulp van de Nederlandse Verenigde Scheepsbouw Bureaus.
gumenten, die destijds bij de
keuze hebben gegolden, achter,
af gezien niet zo sterk meer
zijn. Ruimtewinst en ge
wichtsbesparing waren dat
vooral. Maar er zijn nieuwe
argumenten bij gekomen die
wel zwaar wegen. Personeels-
besparing bijvoorbeeld. Een
onderzeebootjager van de B-
klasse heeft ruim 100 man
machinekamerpersoneel. De
Tromp volstaat met 35 man.
Voorts hopen we op onder
houd te besparen. Een met
gasturbines uitgerust schip is
ook altijd direct inzetbaar.
Er zijn ook nadelen, zoals
het hoge brandstofverbruik.
Maar wat wij nu doen is dan
wel erg modern, doch verder
betekent het slechts een begin
van een ontwikkeling. De na
delen zullen in de komende
jaren geleidelijk aan vervallen
en verkeren in voordelen".
De Olympus-gasturbines van
de Tromp zijn in wezen de
zelfde motoren als die welke
het in ons land verboden su-
persone verkeersvliegtuig
Concorde voortstuwen. Zit de
marine nu niet met een la-
waaiprobleem?
Kapitein ter Zee Langen-
berg: „Jawel, maar bij een
schip is dat heel wat gemak
kelijker op te lossen dan bij
een vliegtuig. Bovendien had
den we nog het geluk dat we
precies op het juiste moment
met onze lawaaiproblematiek
kwamen aandragen bij de di
verse laboratoria. Die zaten er
middenin".
Ir. Los:„ïccn moet moet
men er niet te licht over den
ken. De twee uitlaten van de
Tromp zijn zo groot dat er een
Volkswagentje in kan rondrij
den. Daar geluiddempers in
aanbrengen is nou niet zo'n
kinderachtig probleem. Het
schip zal ook wel te horen zijn
als het uit een haven vertrekt.
Een conventioneel voortge
stuwd schip hoor je trouwens
ook".
Kapitein ter Zee Langen-
berg: „Met de gasturbines is
ook een berucht vervuilings
verschijnsel verdwenen, name
lijk de pijpluis (hoet, Red.)
die menigmaal het wasgoed
van de Helderse of Vlissingse
huisvrouwen heeft verpest!"
De opdracht voor de bouw
van de Tromp (en ook van de
De Ruyter) is naar de Konink
lijke Maatschappij De Schelde
gegaan. Waarom?
Kapitein ter Zee Lanigen-
berg: „De opdracht voor de
bouw ging uit in de periode
toen er nationaal gedokterd
werd aan functie en voortbe
staan van de Nederlandse
scheepsbouw. Uit rapporten
kwam toen vooral de aanbeve
ling tot specialisatie tevoor
schijn. De Schelde in Vlissin
gen bleek uitermate geschikt
voor specialisatie in de bouw
van maritieme bovenwater-
schepen. Los daarvan is echter
ook een offerte gedaan door
andere werven. De Schelde
kreeg de opdracht.
De Vlissingse werf heeft het
Brieven voor deze rubriek moeten
met volledige naam en adres worden
ondertekend. Bij publikatie zullen deze
vermeld worden. Slechts bij hoge uit
zondering zal van deze regel worden
afgeweken. Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Publikatie van brie
ven (verkort of onverkort) betekent niet
dat de redactie het in alle gevallen
eens is met inhoud, c.q. strekking.
hooggekwalificeerde personeel
ervoor. Die mensen moeten
over andere kwaliteiten be
schikken dan de vaklui die
koopvaardijschepen bouwen.
Omdat er in de scheepsbouw
voor de marine geen continuï
teit zit, moet alleen al om
economische redenen deze
specialistische capaciteit ge
concentreerd worden op één
werf. En dat is dan nu De
Schelde in Vlissingen".
De waterverplaatsing van de
nieuwe Tromp is nagenoeg ge
lijk aan die van de oude. Toch
biedt de nieuwe bodem ander
half maal zoveel nuttige ruim
te. Die is nodig ook!
„Het gewicht dat is het
kernprobleem van de ontwer
per", zegt ir. J.E. Los.
WIM KOCK
Is Hilversum eigenlijk wel
een Nederlands radio-station?
Dit moeten de Brabanders en
de Gelderlanders zich donder
dagavond toch wel' hebben af
gevraagd tijdens de wedstrijd
NAC - NEC in het Feyenoord-
stadion te Rotterdam. Voor de
honderdduizenden Brabanders
en Gelderlanders moet het
ronduit ergerlijk geweest zijn,
dat zij, gekluisterd aan hun
radiotoestel slechts bedeeld
werden met enkele summiere
flitsen uit de Kuip in Rotter
dam. Het wordt hoog tijd dat
de provincialen tegen dergelij
ke op discriminatie lijkende
toestanden vanuit Hilversum
eens flink protesteren en hun
recht van zendtijd voor dingen
waar honderdduizenden be
langstelling voor hebben, uit
zendt. Het is kenmerkend voor
het gebrek aan aanvoelen
van het nieuws, dat de radio
verstek liet gaan. Schande.
BREDA P. PAUWELS
In uw Wad van 22 mei ver
meldde uw blad onder de kop
„Nederland grootste EEG-im-
porteur van Angola-koffie" in-
voercijfers van Angola-koffie
in Nederland in 1971 en de
eerste helft van 1972. Deze
cijfers tonen inderdaad aan,
dat Nederland in het verleden
veel koffie uit Angola invoer
de. Dit was een van de rede
nen van de boycot-actie van
het Angola Comité. Het artikel
wekt ook de indruk dat thans
Nederland nog een belangrijke
importeur van Angola koffie
is. Als gevolg van de boycot
actie is de invoer echter be
langrijk achteruitgegaan. Ter
wijl' vroeger ongeveer 30
van onze koffie uit Angola
kwam, was dit eind vorig jaar
teruggebracht tot ongeveer 3
AMSTERDAM HET ANGO
LA COMITé
(ADVERTENTIE)
Het politieke dier dat
Schmelzer heet heeft gespro
ken. Urenlang, dagenlang, mis
schien wel maanden aan een
stuk heeft hij met journalist
Robbert Ammerlaan zijn in
middels voorlopig? alge-
sloten politieke carrière door
genomen. Hij heeft gepraat.
Ronduit. Man en paard noe
mend. Z'n dagboeken zijn er
Skn te pas gekomen. Hij heeft
zn ordners laten zien met ou-
oo aantekeningen. Knipsels,
boefjes van en aan collega's.
ft"es tezamen de stof vor
mend, voor een inzicht in „het
Verschijnsel Schmelzer".
toch.... na iezing van de
o Pagina's uiterst boeiende
aside-informatie ontkom je
indruk, dat Nor-
ert Schmelzer nog altijd niet
heeftawterSte van ziïn tong
eeft laten zien. Nog blijft de
,5®.. raadselachtig. Nóg
unisschien zelfs wel sterker
,tan °°it) blijft de indruk be-
ti. ?n> clot Wim Kan hem des-
Ha bitterend typeerde als
t,i •5<^<^e teckel met een vet
te kluif in zijn bek".
W na zeer lang zoeken
le in het boek wat voor
rij vinden van gebeurte-
Va en' die aan z'n immage
dnn„"N).uwe kakkerd" afbreuk
ont duidelijk maken, dat
Wol eÜn man als Schmelzer
kent geliik zijn emoties
n<w°Jlee^; ktj waarachtig ooit
een keer ziin zelfbe-
ge&S verforen. Heel lang
jochie wel: hij was een
speel; van een jaar of tien,
een vh op z^der met
lijk J; Je' dat onophoude-
beerde de kleine Nor-
bert te overheersen. Schmelzer
herinnert zich: „Die middag
irriteerde me dat zo mateloos,
dat ik 'm bij z'n lurven heb
gepakt en hem alle trappen
naar beneden heb gekegeld."
Nu nog, na al die jaren,
staat die gebeurtenis in zijn
geheugen gegrift, als een af
schrikwekkend voorbeeld van
„dat was eens, maar nooit
meer". De politicus Schmel
zer leerde andere wapens ge
bruiken wanneer iemand pro
beerde hiem te overvleugelen.
Dreigen met z'n portefeuille
was er één van. Intriges op
bouwen een veel gehanteerd
ander wapen. Hij plande ze
razendknap. Vanaf de eerste
openingszet tot aan het triom
fantelijke „schaakmat" toe.
Niemand zou de politicus
Schmelzer de macht ontnemen.
Niemand mocht erin slagen
„zijn kudde" uiteen te drijven.
Wat Schmelzer verbonden
heeft, zal de mens niet schei
den. En lukte het bij hoge
uitzondering toch, zoals bij het
beruchte „radicalen-conflict"
in februari 1968, dan is daar
weer die „andere" Scmelzer,
die zegt: „Ik wil best toege
ven, dat bij mij tijdens het
slotgesprek met Aarden de
tranen in de ogen zijn ge
sprongen. Als je intens hebt
geprobeerd je kudde bijeen te
houden, dan is het vertrek van
op zichzelf waardevolle men
sen toch wel iets, dat mij erg
aanpakt".
Hoe is Schmelzer toch tot
een polititke keuze gekomen?
Zestien jaar oud leest hij
„Mein Kampf", de geloofsbe
lijdenis van Hitier. Schmelzer:
„Eigenlijk is op dat moment
mijn wil geboren om in de
politiek te gaan werken. Zo
iets van: als ik de macht in
handen heb, zal dit soort bees
ten geen kans meer krijgen".
Dat het uiteindelijk christelij
ke politiek werd, lag niet aan
zijn ouders. Thuis speelde de
kerk nauwelijks enige rol. Va
der, werkzaam in het bankwe
zen, was wat je noemt „een
sluimerend katholiek". Nor-
bert echter vond in de kerk
wel zijn geluk. Zondags toog
hij tweemaal ter kerke. Een
maal voor de mis en ander
maal voor het in kruiphoudirag
vergaren van gevallen dub
beltjes. Het geloof had hem te
pakken. Als economiestudent
en als politicus zou het evan
gelie steeds zijn voornaamste
inspiratiebron zijn.
Zomer 1947 belandt hij (in
middels economisch doctoran
dus bij Unilever) via de dans
vloer in de politiek. Als gast
bij een stijf feestje voor de
betere kringen ontwaart hij
„geheel volgens het afschuwe
lijke sprookjesscenario" een
balschoentje zonder dame erin.
Hij raapt het muiltje op, zoekt
naar het bijpassende voetje en
komt tenslotte terecht bij een
lieve jongedame. De dochter
van Romme. Zij hoort van z'n
politieke interesses, licht papa
in en vóór Norbert het weet
wordt hij in huize Romme on
der het genot van een goed
glas wijn en koffie met siga
ren ingewijd in de geheimen
van de politiek.
Ruim tien jaar later, in
1959, acht Romme zijn leerling
al rijp genoeg om hem op de
stoel van de minister-presi
dent te helpen. Maar anderen,
met name Beel, voelen er
niets voor. Schmelzer, vinden
zij, heeft er teveel trek in. Hij
laat te duidelijk merken hoe
fijn hij het zou vinden om aan
de macht te komen. Ook het
ministerschap is hem niet ge
gund, maar een staatssecreta-
riaatje voor o.a. bezitsvorming
kan er wel vanaf. Zo op het
oog een niet al te groot succes
voor de dan 38-jarlge Schmel
zer, maar schijn bedriegt: be
halve staatssecretaris woidt
hij ook assistent van de poli
tiek onervaren en naïeve De
Quay.
Al snel ziet Schmelzer in
die functie zijn kans schoon.
De weg naar de top lonkt. De
macht die hij nu heeft smaakt
naar meer. Als geen ander
leert hij hoe je je zin moet
krijgen, hoe je anderen om je
vingers kunt winden. Regel
matig put hij uit een rijk ar
senaal trucs.
Een vele malen gehanteerd
middel op die weg: de chaos.
Schmelzer legt uit: „Bij een
werkelijk omstreden punt trok
ik me voor het begin van de
fractievergadering even terug
en formuleerde dan vast wat
ik meende, dat er uiteindelijk
uit zou moeten komen. Met
die conclusie achter de hand
ging ik naar binnen, opende
de vergadering en liet de zaak
dan bewust uit de hand lopen.
Vrijwel iedereen dacht op het
laatst: „Mijn hemel, hier ko
men we nooit meer uit". Op
dat moment nam ik het woord.
„Dames en heren", zei ik dan,
„ik heb met belangstelling
naar uw beschouwingen ge
luisterd. Ik ben dankbaar voor
de grondige en fundamentele
wijze waarop u dit moeilijke
probleem hebt willen benade
ren. Zeker er zijn nuance
verschillen. Niet iedereen
denkt er hetzelfde over. Maar
als ik het goed begrepen heb
en alle meningen nog eens op
een rijtje zet, dan heb ik toch
het gevoel dat we elkaar mis
schien op deze formule kun
nen vinden..." en dan las ik de
conclusie voor, die ik een paar
uur eerder al in mijn eentje
had geconstrueerd. Vaak ging
men er dan prompt mee ak
koord en was nog tevreden
ook".
Door dit soort trucs groeit in
de loop der jaren zijn macht
en daardoor ook zijn aanzien.
Men gaat rekening met hem
houden. Ze durven hem niet
meer te negeren. Hij wordt in
vele zaken betrokken. Hij
wordt om een oordeel ge
vraagd en wat meer is met
dat oordeel wordt rekening
gehouden. Andere consequen
ties van zijn groeiende macht:
het bedrijfsleven gaat wat in
hem zien. Ze bieden hem
baantjes aan, commissaria
ten.
Langzaam groeit hij zo naar
het moment, dat inmiddels al
de geschiedenisboekjes ge
haald heeft: DE NACHT VAN
SCHMELZER.
Uiteraard krijgt die nacht in
het boek ruime aandacht.
Tenslotte gaat het hierom De
grote krachttoer van Schmel
zer en de aanzet van veel
politieke verschuivingen in la
ter jaren. In meer dan 50 pa
gina's tekst reconstrueert Am
merlaan met behulp van
Schmelzer en andere betrok
kenen nauwkeurig de loop der
gebeurtenissen. De hamvraag
blijft echter ook nu nog onbe
antwoord; was hier sprake van
„moord met voorbedachte ra
de"? Het wettig en overtui
gend bewijs wordt niet gele
verd. De „verdachte" blijft
ontkennen .Maar tegenover het
resolute „nee" van Schmelzer
staan de feiten, die tot naden
ken stemmen. Feiten, die
steeds opnieuw voor tweeërlei
uitleg vatbaar zijn.
Vast staat, dat Schmelzer niet
gelukkig was met het kabinet,
dat Nederland in 1966 bestier
de. Een kabinet onder leiding
van wijlen mr. Jo Cals, dat
zich presenteerde als een team
van „sterke mannen, die wel
even zouden laten zien hoe het
moest". Vast staat ook, dat
Schmelzer met een aantal van
deze sterke mannen niet goed
kon opschieten. Niet op het
politieke vlak, maar ook niet
in de persoonlijke sfeer. Wat
echter voor de toenmalige
KVP-fractieleider precies de
beweegredenen geweest zijn
om het kabinet te laten strui
kelen, staat niet onomstotelijk
vast.
Waren het nu die persoonlij
ke grieven of hadden de poli
tieke de overhand? Schmelzer
houdt het op de politieke.
Schmelzer Is slim genoeg
om zo hij het spel al be
wust gespeeld heeft zijn
werkelijke bedoelingen te ver
sluieren. En daar komen dan
de feiten om de hoek kijken,
die zoals gezegd voor tweeër
lei uitleg vatbaar zijn. Een
voorbeeld: het kabinet Cals
struikelt uiteindelijk in okto
ber 1966, maar vier maanden
van tevoren is Schmelzer al
begonnen met het voorberei
den van zijn operatie. Hij stelt
lijstjes op met namen van
mensen, die samen een nieuw
kabinet zouden kunnen vor
men. Met alles houdt hij reke
ning. Met een interim (tijde
lijk) kabinet, maar ook met
vervroegde verkiezingen. Voor
alle mogelijkheden heeft hij
passende kandidaten achter de
hand. Mochten er „onver
hoopt" brokken komen van
zijn houding, dan zullen ze
hem in ieder geval niet kun
nen verwijten, dat hij wel
rommel heeft gemaakt, maar
dat hii niet in staat is om de
boel v. r op te ruimen.
Een en ander is geheel in
overeenstemming met de
Schmelzeriaanse aanpak van
politieke zaken. Nooit zal hij
iets ondernemen voordat hij
de gevolgen duidelijk voor
ogen heeft staan en de oplos
singen binnen handbereik. Z'n
tegenstanders zeggen echter:
als hij de val van het kabinet
niet gewild heeft, waarom dan
al die voorbereidingen?
Kort en goed: het kabinet
valt. Later zal blijken, dat
slechts weinigen hem dit in
dank afnemen. En dat is waar
schijnlijk voor Schmelzer de
reden om zich volledig te la
ten frustreren. Hij ziet z'n
macht afbrokkelen en zoekt
naar een goed excuus om zich
als fractieleider terug te trek
ken. Hij noemt dat excuus la
ter: zijn gezin, dat zo te lijden
zou hebben gehad van pa's
politieke aspiraties.
Dat laatste zal iedereen, die
het slopende politieke leven
kent volmondig willen bea
men, maar de vraag rijst of
Schmelzer zijn gezin ook her
ontdekt zou hebben, wanneer
zijn macht niet was afgebrok
keld. Wanneer zijn lichtende
aureool niet was gaan doven.
Wanneer hij nu, en in alle
eeuwigheid amen, nog steeds
de grote leider was van toen.
Zegt hij niet zelf ergens in dit
voortreffelijke, leerzame boek:
„Ik wil bij de top behoren,
anders doe ik het niet".
WIM WENNEKES
C „Het verschijnsel Schme!»
zer" uit het dagboek van
een politieke teckel door Rob
bert Ammerlaan f 17,50. (A.
W. Sijthoff Leiden)