IER
RDELEN
Ook na storm
blijft Elfrink
proberen
Chinees schip
te bergen
„De school is te bang voor politiek"
his kijken!
iteit
binnenland
buitenland
Fransen, als
OPGESCHOVEN
KAPITEIN
VECHTPET
ONMOGELIJK
KAPOT
LOVEND
JENEVER
SE* eCr- Paar
jullie
eens wisten....
)E GERRIT IS
ZO HARD ALS
EEN BIKKEL....."
|t met zo'n recordbreker
recies wat we bedoelen.
Pat altijd voor u klaar.
Escort v.a. f. 7.285,-*
Kontant f. 1.825,-,
p/mnd.f. 194,-**
Consul 2-drs. Sedan
v.a. f. 12.696,-* J
Kont-t f. 3.176,-,
p/rr. .337,-**
4S0,-*
Jd. f.251,-**
W) af fabriek Amsterdam.
I rbehouden.
ia N.V. Ned. Ford Automobiel
vlotor Credit.
TERNEUZEN
sestraat 165 - Tel. 01150-385,
ST.-JANSTEEN
lelstraat 20 - Tel. 01140-3041
|nog een groot aantal
3n
ïze krant nog
ts, en u zult er geen
fen.
(Van een onzer verslaggevers)
BAKKUM Voor de vijfde maal heeft Vrouwe
Fortuna Gerrit Elfrink in de steek gelaten. Hij kan
zijn bergingspoging van de 4000 bruto register ton
metende Wan Chung weer helemaal van voren af
aan beginnen.
De orkaanachtige aprilstorm die ook het, in
middels weer vlot getrokken, zendschip Veronica
op het strand gooide heeft het gat van 10 meter
breed en 6 meter diep, dat de berger onder het schip
had gezogen, weer gevuld met zand. Het kleine zand-
zuigertje, waarmee hij de strijd wilde beslissen, bleek
na de storm spoorloos verdwenen. Elfrink neemt aan
dat het gezonken is in het gat onder de Wan Chung.
De grote zandzuiger die hij daarna heeft ingeschakeld
kampt met averij.
Terwijl begin april juist de hoop op een snelle berging
gloorde, nadat er vier mislukkingen wegens evenzovele
winterstormen waren geweest, is alle verwachting dras
tisch de bodem ingeslagen. Maar Elfrink zegt: „Ik ga ge
woon door. Je moet in dit vak geen zacht eitje zijn. Je
moet kunnen doorbijten. Elke tegenslag is een nieuwe
uitdaging."
Gerrit Elfrink op de Chinees, die hij koste wat kost van het strand af wil krijgen.
Inmiddels schijnt de zon
weer. Gerrit Elfrink poseert
voor de fotograaf aan de re-
van „zijn" schip. Vijftien
meter onder hem de zandzui
ger, waarmee hij de grote Ne
derlandse en Duitse bergers te
slim af wil zijn.
Waarmee hij onder het door
hem voor ongeveer 100.000
gekochte koelschip
een bassin wil zuigen om de
op eigen drijfvermogen
met de achtersteven naar de
keren en daarna met de
van de ex-Chinees
langzaam achteruit een geul te
maten, richting ruime sop.
De storm is hem iets terwille
geweest. Nadat het schip oor
spronkelijk precies volgens de
kustlijn lag, is de steven opge
schoven naar de duinen. Waar
door de schroef inderdaad
naar de zee lonkt.
Voor de wandelaar die aan
komt lopen is het woord een
lachwekkend begrip. Bij eb
kan men gemakkelijk rondom
het schip lopen. Een toeristi
sche attractie die steeds meer
mensen trok. Aan de voet van
Je duinen stonden dan ook een
patatkraam en een vistent om
de hongerigen terwille te zijn.
De storm heeft de middenstan
ders niet ontzien. Er steken
enkele wielen uit het zand.
Verderop ligt een butagasfles.
Verschillende stukken staal
kunnen afkomstig zijn van een
frituur oven.
Gerrit Elfrink is een goede ka
pitein. Behalve dat hij van
geen ophouden weet is hij ook
tijdens de storm aan boord van
zijn schip gebleven. „Soms lag
het 20 graden schuin", ver
klaart hij. „Het is niet te gelo
ven dat de kracht van de wind
zo groot is, dat hij zo'n brok
staal kan verschuiven." Inmid
dels ligt de schuit 15 graden
schuin. Wat zoveel wil zeggen,
dat men zich constant moet
vasthouden en dat men voor
zijn gevoel een hoek van 45
graden met het dek maakt.
De Haarlemse berger is verder
niet zo onder de indruk van
het weer.
Opmerkingen over de schade,
die de storm landinwaarts
heeft aangericht legt hij naast
zich neer met de opmerking,
dat hij „wel eens meer de
wind heeft horen waaien".
Elfrink is een man die soms in
het gesprek zijn mond houdt.
Wanneer je aandringt zegt hij:
„Ach, het is de moeite niet
waard" en: „Ik ben heus niet
de enige". Bescheidenheid over
zijn daden, die de superber
gers dezer aarde ontzag heb
ben ingeboezemd.
Je ziet het hem allerminst aan.
Onder zijn overall die de
kleur van stookolie heeft aan
genomen, draagt hij een blau
we trui. Hij spreekt soms on
verstaanbaar. Als het begint te
regenen zet hij een groene
vechtpet op zijn korte piekeri
ge haar.
De 49-jarige Arend Gerrit El
frink lacht na de storm die de
Wan Chung heeft geteisterd.
Een van zijn twee werkmen
sen (zijn bergingsfirma is ei
genlijk een éénmansbedrijf
met naar behoefte wat aanvul
ling) zegt: „Het zit zo. Als
Gerrit dit schip er niet goed
schiks afkrijgt dan is hij be
reid het er af te tillen". Waar
mee hij wil aangeven dat Ger
rit niet voor één storm te van
gen is.
Op 13 november voer het schip
naar IJmuiden. Ook toen stak
er een storm met de kracht
van een orkaan op. Er kwam
water in de machinekamer en
de motor sloeg af. De anker
ketting knapte en het schip
sloeg met 28 man aan boord
bij Bakkum op het strand.
Wijsmuller uit IJmuiden,
Smit-Tak uit Rotterdam, Uhl-
rich Harms uit Bremen waren
niet bereid het te bergen. Ze
zeiden: Onmogelijk. Elfrink
kwam en zei: Ik klaar dat
karwei, maar je moet me de
tijd geven.
„Als ik gefuk heb met het
weer en het materiaal heb ik
het schip in een maand tijd op
zee. Vlak voor deze storm
dacht ik nog: het lukt me. O-
ver twee weken vaart hij
weer. Ondanks alle moeilijkhe
den die ik had. Want de schuit
ligt precies op een schelpen-
bank en dat zuigt moeilijk. Er
zitten daarbij betonblokken
tussen het zand en die zuigen
nog moeilijker".
hem heus. Die man is zo hard
als een bikkel'. Die is niet
murw te krijgen". Beide op
zichters De Vries en Van
Noordwijk putten zich uit in
lovende bewoordingen.
Ze vertellen over de Griekse
boot Emannuel die in de Duit
se Bocht lag. Opgegeven door
alle bergers in de wereld. Be
halve door Elfrink. Bij eb lag
de boot meer dan twee meter
boven de waterspiegel. El
frinks positieve opstelling liet
hem zeggen: In vier maanden
heb ik hem weg. Het werden
er 23, maar weg kreeg de
Haarlemmer hem. De ontbe
ringen die de mannen aan
boord van een te bergen schuit
moeten verdragen zijn soms
onvoorstelbaar. Meestal zitten
ze overal ver vandaan. Zonder
enig contact.
Zijn bovenlip onthult in de
lach een stel Prodenttanden.
Wie niet weet wie Elfrink is
en wat hij heeft gepresteerd,
gelooft geen woord van wat hij
zegt. Bij Rijkswaterstaat in
Alkmaar weet men: „Het lukt
Eïfrink: „Je kunt niet alleen
werken als het zomert. Je
moet er ook door in de winter.
Bij regen, sneeuw, hagel. Dan
giert de wind om het schip en
vriest het. Werk je niet, dan ga
je kapot. Je moet het ijs op je
kleren de baas blijven. Je moet
niet gaan piekeren. Soms denk
je dan: nog 12 uur dan is het
voor elkaar. Je werkt door,
zonder te rusten. Het blijkt
geen 12 uur maar 24 te zijn.
Dat zijn ogenblikken waarop
je je tanden moet laten zien.
Waarop je je moet vastbijten
in zo'n berging. Op zo'n ogen
blik ben je vanwege de uitput
ting kwetsbaar. Maar je moet
doen alsof er beton in je hoofd
zit en je lichaam van staal is.
Je slaapt kort en gaat weer
door".
„In zulke tijden leef je op aard
appelen, brood meestal
oud en taai koffie en jene
ver. Meer hou je niet goed aan
boord. Het ergste is als je da
genlang niets te doen hebt en
het de moeite niet is om aan
wal te gaan. Andere dagen
maak je 15 tot 18 uur. Kijk,
voor mij geldt vooral': hoe eer
der ik het schip los heb, des te
meer levert het me op".
Voor de Wan Chung moet hij
20 miljoen liter zand verplaat
sen. In zijn optimisme had hij
een priegelig zuigertje laten
komen dat 250.000 liter per
uur wegzoog. Hij is het kwijt.
De storm heeft er om gelachen
en het onder het zand ver
stopt. Nu werkt hij met een
grotere zuiger. Die het dubbe
le aankan. Maar. zijn hoop
heeft Elfrink gezet op de
schroef van de Wan Chuftg die
ruim 1 miljoen liter zand per
uur kan verstouwen. Mits er
voldoende water is. Dat maakt
het karwei zo wisselvallig. Hij
is en blijft afhankelijk van het
tij.
Zijn inzicht in het bergings
werk heeft hij door ervaring
verworven. Zijn ouders bin
nenvaartschippers maakten
hem vroeg vertrouwd met het
water. Hij had na de lagere
schoof twaalf ambachten en
dertien ongelukken. Totdat hij
8 jaar geleden als berger be
gon. Het principe „maak een
bassin onder het schip" nam
hij van anderen over. Hij vul
de het aan door de schepen op
eigen moterkracht achteruit
een geul te laten graven. Zo
borg hij eerst de kleintjes en
later een stuk of vijf grote.
Klaarde wat de bergingsreu
zen lieten liggen.
Wanneer we de scheve kajuit
verlaten jaagt de westenwind
door de stalen kabels. We voe
len de golven van het opko
mend tij tegen de zijwand van
het schip beuken. Via een
zwaaiende touwladder zakken
we kleumend vijftien meter
naar de begane grond. Sommi
ge mensen hebben een opmer
kelijke voorstelling van het
paradijs.
tar flagen zei mavo-voor-
zi'.ter (.erlach Versteeg:
worden duidelijke vraagte-
k« geplaatst rond de school
vandaag. Vraagtekens bij
'J'fle school de Ice.üng bij-
kr®gt aan vorming, kritische
zelfstandigheid en 'ievens-
koiidiug ue school van van-
8 is nog te veel gericht op
wertafiemaatsciiappïj. Er is
weinig hezinn'ng op het
van ons onderwijs.
andere ondei wijs-voor
wan, voorzitter Steenbergen
(JJ. Algemene Bond van
J™'Wi]zend Personeel,
i 4it probleem dieper uit
j inleiding voor geschie-
eraren S'eenu-ergen, wel
Si' T
van a's staatssecretaris
tón vtJ -Q'erwijs in een links ka-
- n- stelde dat de school te-
schiet ten aaru.er, van
I» J3v°rferen van ie sociale
li-wording. Dat komt on-
Jrif-pr omdat de school te
voor politiek. Die
"eritv.tSmt de °P')I uw van 6611
mJi democratische sa-
«weving.
Sen* ®c1k)o1. aldus Steenber-
sjC., !s Seen eiland. De
sWif% 'S cn,0sinakelijk met de
Gerj r1?®!ver bonden. Frater
oofe- ri ze' vvoeuadag dan
sehö, i noblemen rond de
scha'J.)?-1) vandaag zijn maat-
vati i problemen. Eén
same kenmerken van onze
sCf'»8 is oi. gelijkheid.
Sv'ike i'iridisehe behan-
ter e •'laarlen.se rech-
b„.!net ziin ernstige ver-
versovertrerhngen tegeno
ver eer. gewoon burger met
dezelfde misstappen);
onverantwoord grote ver-
scn.llen in inkomen en be
zit;
on ge1 ij ka mieu''>che behan
deling (fondspatiënt) tegen
over de particulier),
jtsrk ongelijke kansen in
en door het o-ndeTwijs, ver
band houdend vooral met
milieuverschillen (Van
Heek c s., Van Kemer.ade);
ongelijkheid in huisves
ting;
ongelijkheid in macht en
zeggenschap in de samenle
ving fde 290 van Mertens
tegenover 200 ongeschoolde
arbeiders
Dat die verschillen er zijn,
zal wel door niemand
worden bestreden. De menin
gen lopen pas u'.teen, als het
om do oorzaken van die ver
schillen gaat. De een legt dan
meer de nadruk op aanleg en
capaciteiten, de ander cp pres
tatie co een derde op geboorte
in een bepaald milieu. Ze heb
ben alle drie een beetje gelijk.
Waar het hier om gaat is, dat
ons ouderwijs door z'jn inrich
ting en werkwijze nog steeds
meer bijdraagt aan het in
stand houden van de sociale
ongelijkheid, van het verschil
in bezit en macht, dan aan de
vermindering ervan.
Het is niet zo dat we via de
school even een eind kunnen
maken aan al die „meehtvaar-
dige wschillen. Het is even-
mm zo dat de school de enige
behoudende kracht is. Veel
van d^ verschillen houden ook
nauwelijks verband mei het
onderwijs (organisatie van de
volksgez indheid, de giondpoli-
tiek, enz.).
Maar he; ging Steenbergen er
om, aat het onderwijs wel de
gelijk invloed kan uitoefenen
op 'le ontwikkeling van de sa-
menlev.ng. Daarom moet de
school iets gaan de-en op een
verwaarloosd terrein: de be
vordering vrn de sociale be-
wustw irding. Een erg belang
rijke oorzaak van verschillen
is de machtsonge'ijkheid: de
ongelijke mogelijkheden die
mensen hebben om bij te dra
gen aan de besluitvorming op
allerlei terrein, prof. Van Ke-
menad-e heeft het eens zo ge
zegd: onderwijsbeleid is ook
medezeggenschapsbeleid. W e
hebben mensen nodig die ook
iets te zeggen hebben.
Het onderwijs hecht te veel
waarde aan kennis. De
vérgaande specialisatie in
aparte vakken geeft de leer
ling weinig zicht op de maat
schappelijke realiteit. De in
houd van veel vakken is zo
abstract dat er weinig moge
lijkheid is tot gebruik in het
maatschappelijk leven.
Sociale bewustwording moet
leiden tot standpuntbepaling-
En dan zitten we midden in de
problemen. Heel veel onder
wijsmensen zijn als de dood zo
bang voor indoctrinatie, alsof
niet elke vorm van onderwijs
indoctrineert. Wie volstaat met
het vrijwel Kritiekloos over
dragen van het nuidige samen-
levingsbeleid, indoctrineert
even goed.
Steenbergen wees op de pas
sieve houding van veel men
sen. Het bezig zijn met maat
schappelijke problemen, zei
hij, wordt ervaren en be
schouwd als een wat dubieuze
activiteit voor politici, linkse
intellectuelen en bijvoorbeeld
vakbondsleiders.
Het gaat er dus om dat de
school meer aandacht
schenkt aan de sociale bewust
wording en daarvoor moet er
een organisatievorm gevonden
worden, waarin leerlingen aan
reële besluitvormingsprocessen
deelnemen. Steenbergen kwam
met een paar veelzeggende cij
fers over het frontaal klassi-.
kaal lesgeven. Onderzoek
heeft uitgewezen dat de on
derwijzer op de lagere school
bij deze lesvorm in drie kwar
tier 3.120 woorden tegen zijn
leerlingen zegt. Ze zeggen sa
men met zijn destigen dus
in dezelfde tijd 2.170
woorden terug.
Bij het voortgezet onderwijs
het nog ongunstiger: de leraar
zegt 2.100 woorden en de leer
lingen samen 5,3'). Onderzoek
leert ook dat deze werkwijze
niet alleen schadelijk is voor
de taalontwikkeling, maar ook
voor het tot ontwikkeling
brengen van kritisch denken
en zelfstaindig problemen op
lossen.
Wie zich nu realiseert dat
bij processen van sociale
bewustwording het in relatie
treden met anderen, het sa
menwerken met anderen, het
kunnen opnemen en beoorde
lem van argumenten, het uit
dragen van meningen
standpunten en het overtuigen
van anderen, zeer wezenlijke
zaken zijn, zal moeten toege
ven dat de frontale klassikale
les weinig biajardftg nee.
schadelijk is orovde socia
le bewustwording van de leer
lingen.
We hebben daarvoor, aldus
nog steeds Steenbergen, vor
mingsprocessen nodig, die het
zelfstandig produktief gedrag
stimuleren. Processen ook
waarin de samenwerking pre
valeert boven de competitie.
J. AHLERS.
PARIJS (AP) De Franse
documentaire die vorig jaar
een Oscar won heeft thans een
nog boosaardiger vervolg ge
kregen. In de eerste film werd
de draak gestoken met de na
tionale mythe van heldhaftig
verzet tegen de Duitse bezet
ter, in de tweede wordt Char
les de Gaulle afgeschilderd als
een leugenaar en het Franse
volk als schaapachtig en mis
leid.
De film, getiteld „Francais,
ai vous saviez" (Fransen, als
jullie eens wisten), bestaat uit
drie delen van elk drie uur.
Ondanks de intense bitterheid
die hij ademt en de critisclie
pers die hij heeft gekregen
komt het Franse publiek en
masse opzetten.
Het negen uur durende ma
sochistische spektakel is ge
maakt door het team André
Harris en Alain de Sedouy.
André Harris kreeg, samen
met Marcel Ophuls, in 1972
een academy award voor zijn
„Smart en medelijden", een
vier en een half uur durende
documentaire over de bezet
ting. De film was gemaakt in
opdracht en met fondsen van
de RTF. Maatr de Franse rege
ringstelevisie weigerde de
vertoning.
„Fransen, als jullie eens
wisten", is gemaakt volgens
hetzelfde procédé als Harris'
eerdere film: documentaire
beelden worden afgewisseld
door fragmenten uit inter
views. Keiharde filmbeelden
worden afgezet tegen de hape
rende of onwillige geheugens
van de betrokkenen. Alleen
bestrijkt deze tweede docu
mentaire een veel groter ter-
reim:van de eerste wereldoor
log tot en met het einde van
het tijdperk De Gaulle.
Er zijn beelden, geput uit
Duitse archieven, die laten
zien hoe het volk in het oosten
van Frankrijk bloemen aan
biedt aan de „marcherende"
Duitse troepen en hoe Franse
mannen en vrouwen in Parijs
neergeschoten Britse en Ame
rikaanse vliegers die geboeid
door de straten worden geleid,
beschimpen en bespuwen.
Opnamen van miljoenen Pa-
rijzenaars die maarschalk re
tain op het bordes van l'Hotel
de Ville toejuichen worden ge
volgd door beelden van mil
joenen Parijzenaars die Char
les de Gaulle op precies de
zelfde plek toejuichen... tijds
verschil vier maanden. Een
Gaullistische officier levert als
cynisch commentaar: „Tenzij
de Parijse bevolking in vier
maanden is verdubbeld, zijn
het dezelfde mensen".
De Gaulle wordt afgeschil
derd als een man die reeds
-vanaf het begin van zijn Lon-
dense periode persoonlijke
macht heeft nagestreefd. Een
maal terug in Frankrijk, aldus
de jonge Maquisaanvoerder
van Toulouse, heeft De Gaulle
geen enkele poging gedaan om
de ondergrondse te intergreren
in de na-oorlagse regering. In
tegendeel, de macht bleef be
rusten bij dezelfde politieke
en sociale klasse die ook voor
de oorlog de lakens uitdeel
de.
De film beschuldigt De
Gaulle inzake Algerije zonder
omwegen te hebben gelopen
en stelt hem verantwoordelijk
voor de martelingen die politie
en leger in Algerije hebben
bedreven.
En de film spaart niemand:
niet de communisten die wor
den getoond terwijl ze cadeaus
aan het inzamelen zijn voor
vadertje Stalin, niet de Gaul
listen en zeker niet de gemid
delde Fransman,
In zijn commentaar op de
film zei professor René Re-
mond, hoogleraar geschiedenis
aan de universiteit van Nan-
terre: „Als je vroeger iemand
kon veroordelen op vijf zinnen
van een publikatie, dan kun je
het van nu af aan op grond
van enkele zorgvuldig uit hun
context losgemaakte filmbeel
den".
De hooggeleerde noemde de
film voorts „zonder twijfel in
teressant, hoewel de kwaliteit
van het materiaal ongelijk is.
Soms is het bruut verhaspeld,
soms subtiel gemanipuleerd"
alles uitmondend in de conclu
sie dat de Fransen politiek
onvolwassen zijn en een va
derfiguur behoeven, zoals Pe
tara of De Gaulle.
Gevraagd naar het waarom
van hun meedogenloze aanval
op de Fransen antwoordde
Harris: „We zijn niet meedo
genloos, integendeel, onze hou
ding ten opzichte van onze
medeburgers is eerder mens
lievend en oprecht. We wen
sen alleen dat ze zich bewus
ter worden van hun verant
woordelijkheid. En zachte
heelmeesters maken stinkende
wonden."
De Sedouy zei dat de film
zich hoofdzakelijk bezig houdt
met „de geïnstitutionaliseerde
leugen als kenmerk van de
verhouding tussen de staat en
zijn burgers. Het is geen on-
derwijsfilm, we komen im
mers niet met pasklare ant
woorden. We willen de men
sen alleen laten zien wat ze
nog niet wisten of hebben ver
drongen. Ze moeten daaruit
Zelf hun conclusies kunnen
trekken".
En als de film pijn doet. De
Sedouy geeft toe dat dat zo is,
doet hij dat alleen om „de
Franse zelfingenomenheid te
doorbreken. Een verwetenheid
die berust op leugens en my
then, van onze geschiedenis
boekjes tot onze televisiepro
gramma's".