Sky-lab-manager Arnold D. Aldrich:
DRIE
SKYLAB
TRIO'S
trainer
PLANNING
Been erB
Kostbaar
"Zelfportret
mZutTuitgerust
Reddingsbrigade
Vrije dagen
SKYLAB IN EEN
NOTEDOP
door
jan wintraecken
DE STEM ZATERDAG 5 ME11973
bezig
>rnamelijk
tsbouw, is in het
l plaats voor en-
>leiding, ervaring
nggevende kwali-
pien van pasfoto
Personeelszaken!
We willen bewijzen, dal
56 dagen in de ruimte kan"
liviteiten,
|iw als door een jonge
tal van de bedrijfsakti-
net administratief werk
OW Europa een goed
■rettige werksfeer.
:n die ver weg wonen,
pen gaarne ontvangen
deling Personeelszaken
Dordrecht.
DE AMERIKANEN gaan - als alles volgens plan verloopt, op
14 mei aanstaande hun eerste ruimtestation lancerenhet 90
ton wegende Skylab. Als aan de verwachtingen wordt voldaan
zal Skylab het eerste bemande Amerikaanse ruimtevaartprojekt wor
den dat in redelijke mate nut oplevert voor ons aardse bestaan. Het
programma voorziet in 3 belangrijke categorieën van experimenten
MEDISCHE EXPERIMENTEN, met als doel vast te stellen of de mens
een verblijf van 28 tot 56 dagen in de ruimte en de daaropvolgende
terugkeer naar aardse omstandigheden kan doorstaan.
ONDERZOEK VAN DE AARDE en haar natuurlijke rijkdommen.
Optische en infra-rood apparatuur zal gegevens verzamelen ten bate
van landbouw, oceanologie, bosbouw, geologie, geografie, de water
huishouding en de milieu-studie in het algemeen.
WETENSCHAPPELIJKE EXPERIMENTEN. Het voornaamste on
derwerp is de studie van de zon en haar invloed op allerlei aardse
processen, met name verschijnselen in de dampkring. Ook zal een
aantal fabricageprocessen bij nul-zwaartekracht worden onderzocht.
Over de achtergronden van het Skylab-programma sprak onze ruim
tevaartmedewerker Piet Smolders op het NASA Lyndon F. Johnson
Spaceflight Center met Arnold D. Aldrich, manager van het Skylab-
programma.
Arnold D. Aldrich, manager van het Skylab-programma, op het ruimtevaartcentrum in Houston in gesprek met onze ruimtevaart-
medewerker Piet Smolders (rechts).
Een getekende impressie ran Skylab in zijn baan om de aarde.
Arnold D. Aldrich
(een goede dertiger) een
ran die verrassend jonge,
energieke en toegewijde
[MSA-topfiguren is het be-
van Skylab: „Het
ebreide medische onderzoek
we zullen doen tijdens het
en nog eens ver
van het verblijf van
in de ruimte. We hopen
te bewijzen dat een
van 56 dagen mo-
is. En dat dit een medi-
s kan worden voor toe-
"ige activiteiten in de
n, -jt buiten kijf dat, als we
K vo,ortSezeite medische on-
Iraek niet doen, we niet naar
f ramtevliegtuig en de ruim-
I «tons kunnen overstappen.
LlTit" we geen
lir over basis-Pr0"
rtotodnen siju tot nu toe niet
f"1 veertien damn in
L,'ra:e SWeest. De Russen
L h.e' i" hun Saljoet-1 24
L gehouden., maar die
Wtot l°;atste moment ver-
CoofrT ™tS mlt te
vu orer hun reacties na dat
«P van die 14 naar die
"«torcolgens zelfs naar 56
Krnn«Z?er5.s bet een gro"
"sen feite hebben de
I'M een s gewaarschuwd dat
ftaatie kn t twint'g in een
Fart Zii nogal zorgen
iiscn J. aar n°gal mee-
to astrnna ïussen enkele van
ji ito™" n en enkele van
doen om in gewichteloze toe
stand toch fit te blijven
Aldrich: „Een van de experi
menten is het gebruik van de
bekende fiets-ergometer, die
zeer hoge belastingen teweeg
kan brengen. Eens in de drie
dagen heeft elk bemanningslid
daarop een „run" voor medische
analyses. Op dagen zonder die
medische controle doen ze der
tig minuten tot een uur zware
lichamelijke oefening op deze
„hometrainer". Ze kunnen de
belasting naar believen opvoe
ren en ook met hun armen ped
delen. Tijdens de grondtraining
(we hebben 56 dagen lang
„drooggevlogen") waren ze niet
zo enthousiast over die handbe
diening. Maar misschien zal het
in gewiehloze toestand allemaal
gemakkelijker gaan. De mannen
doen aan boord ook een aantal
standaard-gymnastiekoefenin
gen. Dan is er ook nog ontspan
ning die lichamelijke activiteit
met zich meebrengt. Ze kunnen
balspelen doen en hebben ook
een bord met pijltjes. We gaan
werkelijk "alles doen om ze li
chamelijk goed bezig te hou
den".
Een gedeeltelijk opengewerkte afbeelding van Skylab, de eerste Amerikaanse "ruimtewoning"Van links onder naar rechts boven:
het Apollo-ruimteschip, de koppelsectie, de luchtsluis en de twee verdiepingen tellende werkruimte. Het ruimtestation is voorzien
van twee grote zonnepanelen (rechts) die opvallend zonlicht omzetten in electriciteit. De grote zonnetelescoop (links) wordt via
vier eigen zonnepanelen van stroom voorzien.
demonstreren de ruimte voor
het verkrijgen van dit soort in
formatie te gebruiken. We ne
men dus ónze maisvelden, ónze
bodemformaties en ónze zee
kusten".
fsten7.'rlaJuten hebben de
dat zij zo'n gro-
zouden aan-
den liever per
langer gaan.".
or de VS geen re-
9 Srote stappen
eS geloof van
it het si ?°mmunity
Rkylab-pian ac-
n'et dat we
in s„Vanaï de aarde
terwiu 8aïn hunnen
dage,, p dle Periode
v°1toenril00™akim- We
We da„ c°nstateren,
no-.. eventueel actie
Skylab-1
bewoners
De onbemande ERTS-satelliet,
waarmee zeer belangrijk werk
wordt gedaan in verband met
het aardse milieu, fotografeerde
(totdat er een storing in zijn
geheugen optrad) de hele aarde.
Is het werk dat met Skylab zal
worden gedaan primair gericht
op de VS of ook op de rest van
de wereld
Aldrich: „Het heeft in feite te
maken met de hele wereld, maar
het concentreert zich op de VS.
Een deel van het programma
heeft betrekking op Centraal en
Zuid-Amerika en op Europa. De
bemanning vliegt op de „klok"
van Houston. Hun werkdag valt
in de periode dat de zon boven
de VS is. Dus wanneer je zou
zeggen: we gaan eens wat aan
Azië doen, dan zou je ze mid
den in de nacht moeten wekken
om de een of andere specifieke
opdracht uit te voeren. Dus we
concentreren ons op de VS bij
goed zonlicht, temeer omdat een
aantal instrumenten een hoge
zonnestand boven het betreffen
de gebied vereist, zodat er vol
doende licht teruggekaatst
wordt. Daar komt nog iets bij.
We concentreren ons voorname
lijk op de VS omdat we ons best
doen om nuttige, productieve
en voor de economie van bete
kenis zijnde gegevens in handen
te krijgen. Er is ons alles aan
gelegen om de mogelijkheid te
Gelooft U dat het grote publiek
intussen al overtuigd is van het
nut van Skylab En als dat zo
is: waarom is er dan niet meer
geld voor een tweede, soortge
lijk, projekt
Aldrich: „Ik geloof niet dat het
grote publiek op dit moment
ook maar iets van Skylab af
weet. Tot nu toe heeft het pu
bliek het ruimtevaartprogram
ma als het Apollo-programma,
gezien. En dat ondanks het feit
dat er een massa publiciteit
rond Skylab is bedreven,. Nu
Apollo-17 voorbij is, geloof ik
dat eenzelfde hoeveelheid pu
bliciteit betreffende Skylab veel
meer aandacht zal krijgen.
Nu die andere kwestie: waarom
is er niet meer geld voor Sky
lab? Ik geloof dat NASA het zó
ziet: we tonen aan wat je met
dat zonne-observatorium, met
dat op de aarde gerichte instru
mentenpakket en met de medi
sche experimenten kunt doen.
Als dat gebeurd is, heeft Sky
lab gedaan wat er van verwacht
werd. Je hoeft dat geen tweede
keer te doen. Skylab is een vrij
dure manier om dingen als dat
onderzoek van de aarde te doen.
Omdat we bijna constant op de
zon gericht moeten blijven, om
ons in leven te houden Sky
lab krijgt immers zijn electrici
teit via grote panelen met zon
necellen kunnen we gedu
rende de 28 dagen van die eer
ste bemande periode maar tij
dens vijftien omlopen (een om
loop duurt anderhalf uur - S.)
bodemwaarnemingen doen. Er is
heel wat voor nodig om die zeer
beperkte hoeveelheid waarne
mingen te kunnen doen. Het is
duidelijk dat als je werkelijk de
aardse natuurlijke rijkdommen
wilt gaan bestuderen, je con
tinu gegevens moet krijgen".
Het feit dat de drie achtereen
volgende Skylab-bemanningen
met tussenpozen van 90 dagen
zullen vertrekken, betekent dat
er gedurende die periode vrij
wel constant een Saturnus-1-
plus-Apollo op de startplaats
staat, die binnen korte of lan
gere termijn gelanceerd zou
kunnen worden. Zo'n raket zou
dus kunnen worden ingezet als
aan het eind van de eerste of
tweede missie mocht blijken dat
de Apollo waarmee de astronau
ten terug moeten naar de aar
de, het laat afweten. In een om
mezien kan een bestaande A-
pollo van twee extra zetels wor
den voorzien, zodat een vijfper-
soons ruimteschip ontstaat. Zo'n
Apollo zou dan met een „red
dingsbrigade" van twee man
vertrekken om de drie mannen
daarboven af te halen. Skylab
is voorzien van een extra kop
pelingsopen,ing. Voor het eerst
bestaat in principe de mogelijk
heid van een reddingsvlucht.
Aldrich: „De reddingsmogelijk
heid geldt in de praktijk alleen
voor een falende Apollo - niet
voor een mankement in, Sky
lab. Dan heb je immers die
aangehaakte Apollo om direkt
terug te keren. We hebben met
Apollo een aantal malen naar
de maan gevlogen. Het ruimte
schip is ontzettend betrouwbaar
en er zijn een massa reserve-
systemen. Volgens mij is de
kans dat we een andere raket
voor hulp nodig hebben ver
dwijnend klein. Maar de wijzi
gingen die nodig waren voor de
reddingsmogelijkheid waren ge
ring. Daarom is het goed dat we
die mogelijkheid ingecalculeerd
hebben".
Hoe zullen de astronauten aan
boord van Skylab hun vrije tijd
doorbrengen
Aldrich: „Laat ik beginnen met
te zeggen dat we het al erg
moeilijk gehad hebben met het
werkplan voor de vluchten. Het
aantal experimenten loopt in de
zeventig. En vrijwel iedere on
derzoeker op aarde is ontevre
den met de hoeveelheid tijd die
hij voor zijn experiment in Sky
lab ter beschikking krijgt. Het
vluchtplan is dus vreselijk over
laden. De bemanning zou elk
moment dat ze wakker is kun
nen werken, zonder vrije tijd.
Nu, zo hebben we de zaak na
tuurlijk niet opgezet. Elke ze
vende dag is een vrije dag. En
vrij betekent dat er van hen
niets verwacht wordt, behalve
misschien 'n mondeling verslag
en een televisie-uitzending voor
het publiek.
Bovendien hebben de mannen,
elk een uur per dag voor ont
spanning. Dat is gedurende de
avond. Ze hebben boeken naar
persoonlijke voorkeur, ze heb
ben balspelen, een pijltjes-spel.
Bovendien hebben we ze een
casetterecorder meegegeven
met hur. favoriete muziek. We
hebben nog gedacht aan de mo
gelijkheid van tv of film, maar
de spullen daarvoor konden
niet op tijd klaar zijn volgens
onze veiligheidseisen. En dan
hebben ze ook nog een prisma
kijker waarmee ze zo nu en dan
eens naar hun planeet-van-
herkomst kunnen kijken. Het
lijkt me niet uitgesloten dat ze
dat met name tegen het einde
van hun kosmische marathon
meer dan eens zullen doen".
(N AS A-foto).
Skylab, dat een leefruimte heeft
van 347 kubieke meter (de Rus
sische Saljoet biedt 100 kubie
ke meter) bestaat uit vijf hoofd
afdelingen:
de Apollo, die voor aan- en
afvoer van de bemanning
zorgt,
een koppelsectie, waaraan
twee Apollo's kunnen vast
maken; (die tweede Apollo
betekent een reddingsmoge
lijkheid, voor het geval de
eerste het laat afweten);
een luchtsluis. Deze is voor
zien van een „buitendeur"
die de astronauten in staat
stelt via een ruimtewande-
EERSTE SKYLAB-MISSIE
(28 DAGEN):
Commandant: Charles Conrad jr.
Wetenschapsman: Dr. Joseph F.
Kerwin.
Piloot: Paul J. Weltz.
Conrad nam deel aan het Ge-
mini-programma en fungeerde
als commandant van de tweede
bemande maanlanding (Apollo-
12) Kerwin en Weitz zijn nieu
welingen. Kerwin is arts en zal
(ondermeer) als zodanig tijdens
deze eerste lange ruimtevlucht
fungeren.
TWEEDE SKYLAB-MISSIE
(56 DAGEN):
Commandant: Alan L. Bean.
Wetenschapsman: Dr. Owen K.
Garriot.
Piloot: Jack B. Lousma.
Bean landde met Conrad op de
maan in Apollo-12. De andere
twee zijn nieuwelingen.
DERDE SKYLAB-MISSIE
(56 DAGEN):
Commandant: Gerald P. Carr.
Wetenschapsman: Dr. Edward
G. Gibson.
Piloot: William R. Pogue.
Alle drie maken hun eerste
ruimtevlucht.
ling filmcassettes in de grote
zonnetelescoop te verwisse
len;
de twee verdiepingen tellen
de werkruimte, met o.a. drie
slaapkamers, een, badkamer,
experimentele apparatuur en
een eetkamer;
de zonnetelescoop.
In het Skylabprogramma wordt
maximaal gebruik gemaakt van
ingrediënten die in het kader
van de projekten Gemini en
Apollo werden ontwikkeld. De
werkruimte bijvoorbeeld is on
dergebracht in de in dit geval
niet actieve derde trap van
een Saturnus-maanraket. De be
manningen worden aangevoerd
met een kleinere Saturnus-1,
voorzien van een Apollo ruimte
schip.
De eerste drie bewoners van Skylab. Van links naar rechts:
Charles Conrad jr., Joseph P. Kerwin en Paul Weitz. (Foto NASA)
/K heb ze bij dozijnen
zien komen en gaan,
de gebenedijde heren
voetbaltrainers. Ze kwamen zo
happig als het nog maar pas
wakkergekuste doorneroosje
en ze gingen zo lusteloos heen
als het meisje dat in het ge
drang haar onderpastoor is
kwijtgeraakt. Bij een iets min
der beknopte benadering van
het fenomeen dient voorop
gesteld te worden dat voet
baltrainers qualitate qua
geen blijverdjes zijn. Trainers
zijn vlieders. Als je het mij
vraagt zwarte vlieders, want
als ze gaan, dragen ze as op
het hoofd en een rol bank
biljetten in de broekzak.
Trainers worden in tegenstel
ling tot de gangbare mening
niet betaald om voetballers te
leren voetballen, maar om
boete te doen voor de blunders
der clubbestuurders die daar
hun hobby van maken.
Clubbestuurders blunderen in
principe voortdurend en als
de maat vol is wijzen ze met
de rechterwijsvinger de trai
ner als de schuldige aan. De
ze luikt dan onmiddellijk de
ogen en houdt de hand op.
De eerst aanwezende en dik
ste mecenas vult die hand
en daarmee is de baard af en
de trainer ontslagen.
Y T"ET hoeft niet, maar
Y~J trainers kunnen toch
-*■ maar beter bui
tenlanders met onuitspreke
lijke namen en zwaar accent
zijn. Dat verhoogt niet alleen
hun prestige maar maakt 't
ook gemakkelijker hen de zak
te geven als de tijd daartoe
gekomen is. Een land- en
volksgenoot stuur je nu een
maal niet zo makkelijk de
laan uit als een vreemdeling,
die je dan rare snuiter en
gastarbeider kunt noemen.
In Nederland is men kenne
lijk tuk op trainers uit de
Balkan. Hier in België geeft
men de voorkeur aan Neder
landers omdat altijd weer het
Vlaamse applaus opklatert als
zo'n Hollander eruit wordt ge
knikkerd.
j-xOOE de bank genomen
J zijn voetbaltrainers
mooie jongens die het
ene oog op de bal, het andere
op de vrouwtjes gericht hou
den. Ze dragen dezelfde dure
pakken ivaarmee verkopers
van auto's ons intimideren
en als het even kan, grijzen ze
aan de slapen. Voetbaltrai
ners hebben uit de aard der
zaak geen zenuwen en als er
al eens eentje tussenliep die
zenuwen had, heeft hij ze weg
laten nemen. Ze hebben uiter
aard geen geweten maar wel
karakter en dat tonen ze ook.
Vele trainers hebben lichte
lijk afgebrokkelde snijtanden.
Dat is een beroepsmankement
en te wijten aan het bijten op
de fluit die ze vrijwel voort
durend tussen de snij
tanden klemmen. Oefenmees-
ters leiden heel in het alge
meen een gezond leven en de
sterfte in de trainersgelede
ren is eerder gering. De band,
die de onderscheidene trai
ners bindt is niet hecht.
Vele trainers zouden eikaars
bloed willen drinken maar
doen dat bij nader inzien
meestal niet.
Y 7~ AN een verdiept gees-
1/ telijk leven kan bij een
trainer natuurlijk nau
welijks sprake zijn. Daarvoor
is de bal te rond en de con
centratie te hevig. Kunst
zin daarentegen is allerwegen
aanwezig. Ook aan liefde voor
de natuur is geen gebrek.
Geen trainer die niet alvo
rens de training aan te vat
ten de grasmat streelt. Pen
sioen zit er overigens niet
aan vast. Je traint niet tot
je zestigste en als het even
wil, lig je er kort na je 40ste
lente al uit. Trainers moeten
er dus voor zorgen reeds voor
hun vroegtijdige abdicatie
binnen te zijn. Degenen die
dat niet halen vinden merk
waardig genoeg meestal een
onderkomen bij dorpse fanfa
res waar ze het koper poetsen
en de dikke trom dragen.
Y Y ET karakter van de
h~l voetbaltrainer is een
raadsel. Ernst Happel
zei kort geleden: „Niemand
kent me, ik ken mezelf niet
eens". Dat is de spijker op de
kop. Ik heb trainers gekend
die hadden zo'n gesloten ka
rakter dat ofschoon ze het
toonden, toch niets ontbloot
en alles verborgen bleef. Ze
hebben natuurlijk wel een
ziel maar bij gebrek aan ge
weten kunnen ze zich daar
niet in spiegelen. Voetbaltrai
ners hebben doffe zielen en
kunnen ook niet in eigen
hart schouwen. De hand in
eigen boezem steken is er he
lemaal niet bij, in andermans
of vrouws boezem daarente
gen wil het handje wel eens
dwalen.
Y~\E bewering volgens
I welke trainers binnen-
vetters zijn is juist.
Het voorstel trainers te ver
plichten tot het dragen van
uniformen met kepi's en laar
zen verdient ons aller onder
steuning. Trainers die niet
meer trainen verdwijnen niet
uit de samenleving, doch ke
ren terug naar hun geboor
tegrond avaar niemand hen
kent en ze de rest der dagen
doorbrengen in het gepeins
waar ze in hun actieve dagen
niet aan toe zijn gekomen.