middenstanders in Communicatie binnen eigen kerkprovincie zo mogelijk harder nodig dan met buitenland b gewlS verlaat cadeau E' A n PERSCHEF FRANS OUDEJANS OVER ACTIE „RONDOM ALFRINK": Stille armoede Sociale positie tf U ss aanstellen Di ie redenen Nuttig Bus ,-pm peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen pe lingen pe l ngen „pe lingen pe lingen p l.ngen lln§sn peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen 'ngen en peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen .peilingen peilingen peiling ing en peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilinge ver de kursus per a.s begint, j ofd opleidingen [bus2,Noordwij. informaties: 3041, afd. pers. atrisch nuis maria vijkerhout (SOMBERE TOEKOMST OOR ZEKER kO.OOO WINKELIERS gehuwde dames in >ep van 25 tot 35 aderen a per week beschik- het vervullen van te job en telefoonaanslni. zakelijk is D een berichtje. seer korte tijd een B/Br. cocht? Kies li andere LP uit p-10; fijn voor èn voor alle I muzieklief- bi l goed: ft de I versies van „Forever I" van Demis ^n,,Le lac van Mort 0 Vicky_Leandr2£ met o.a. Liebe geselt'n j^j Amerika van ^t Shuman. met „Le lac majeur (Van een onzer redacteuren) iR verdwijnen elk jaar in ens land zo'n 20.000 mid- Ifen. en kleinbedrijven. Ze [poeten de strijd om het be laas opgeven. Onder hen (ju jaarlijks ongeveer 6.000 ateliers. Er zijn in Neder- ,d 270.000 kleine zelfstan- jen. Neringdoenden noe- „we ze. In het héle mid- j. en kleinbedrijf in in 157 branches werken iter dan één miljoen men- Isen.Een moeilijk te organi seren en als eenheid te be vielen groep. Tot een eigen minister, bijvoorbeeld, zij het nooit kunnen Merkwaardig mis tten, want in de agrari- tle sector van ons land rerken „nog slechts" 300.000 psen. En dat „groene it" is meer dan uitste- id georganiseerd. Maar dat treedt ook meestal [ezind naar buiten. allemaal af van de econo mische ontwikkelingen. En voor 50.0000 tot 80.000 van die neringdrijvenden ziet het er gewoon heel somber uit. Zij lopen kans te sneuve len door allerlei ontwikkelin gen. Zij zijn „de middenstan- ders-in-de-knel". Ze kunnen, om welke reden dan ook, niet meer op tegen de eisen die een succesvol modern onder nemerschap stelt. Ze missen kiest u maar de moed, de creativiteit, het geld, om mee te blijven doen in die voortdurende afvalrace die wij concurrentie noemen. Ze heb ben ook vaak het getij tegen. Denkt u maar eens aan bak kers, kruideniers, melkbezor gers, slagers, slijters, kap pers. In heel veel gevallen zijn ze slachtoffers van him eigen op voeding, achtergrond. Vooral oudere kleine zelfstandigen die de opleiding missen die het ondernemerschap nu eist. Van boekhouden weten ze niets, van marktonderzoek he lemaal niets. Ze werken vaak met 2e- of 3e-rangs admini stratieve knoeiers. Het hele gezin, inclusief de kinderen, zwoegt dag en nacht. Toch boeren ze steeds verder achter uit. Ze willen zelfstandig blijven. Een „vrije ondernemer" houdt zijn hand niet op. Of, zoals een middenstandsdeskundige zei: „Ze vall'en van een econo mische in een sociale proble matiek. Die hebben ze nooit gekend. Ze verzetten zich te gen „steun". Ze hebben geen werknemersmentaliteit". Een ding is zeker. Lang niet lijk groot gelijk dat hij daar heen gaat waar hij meent goedkoper uit te zijn. Maar dat is een ander verhaal. De stuntprijzen in de melksector heeft véle melkslijters brode loos gemaakt. Zij moeten van de melk verkoop leven. De supermarkt niet. Die kan vrij wel tegen kostprijs verkopen om met die goedkope melk klanten te trekken. li ■i lli lijn dus ongeveer 270.000 pine zelfstandigen. Heel wat i die mensen hebben een j bestaan, vaak zeer goed. Pie groep telt rond 100.000 Kffli. Een derde van die I, om en nabij de 90.000 as, verkeert in een wat onze kere positie, Het kan zijn dat a goede tot redelijke toe- it ïéSben. Maar voor ve- s in die groep is dat echt er. Het hangt voor hen Er is juist bij deze mensen veel verdriet, veel stille ar moede ook. Vaak worstelen ze jaren tegen de stroom op. Ne men ze genoegen met een in komen dat ligt beneden het minimumloon. Waarvoor dan het gehele zin werkt. Van het recht op een sociale uitkering wordt geen gebruik gemaakt. alle middenstanders-in-de-knel hebben hun narigheid aan zichzelf te danken. Vaak zijn ze slachtoffers van omstandig heden die ze vrijwel machte loos moeten ondergaan. Enkele voorbeelden. Er zijn er vele meer. In de sector van het mid den- en kleinbedrijf heerst een grote rechtsonzekerheid. Een middenstander investeert veel eigen geld om zich ergens te vestigen. Later vestigt zich in dezelfde omgeving, met be reidwillige hulp van de over heid, een cash-and-carry-be- drijf, een micro- of macro- markt. De kans is groot dat de kleine man snel het loodje legt. Zijn geïnvesteerd geld is weg. De consument heeft natuur- Een winkelier staat vrijwel machteloos tenzij zijn orga nisatie in het geweer komt tegen beslissingen van „het apparaat". Van een dienst openbare werken, bijvoor beeld, die regelingen treft die hem raken in zijn bestaan. Neemt u, bijvoorbeeld de in ons land geplande uitbreidin gen. Enkele organisaties heb ben daarvan een studie ge maakt. De uitkomst was ver bijsterend. Als alle bestem mingsplannen van gemeenten In ons land zouden worden uitgevoerd zullen er winkels komen voor een bevolking van30 miljoen mensen! Ja, u leest dat goed. We weten echter nu dat er omstreeks het jaar 2000 echt niet meer dan 15 miljoen mensen in Neder land zullen wonen. Als we dat halen! Maar er zijn heel wat ge meentebesturen die aan een merkwaardig soort grootheids waan leiden. Die zichzelf op blazen om gewichtiger te schijnen. Als al die geplande wijken en winkels zouden ko men, zitten we straks met dui zenden lege woningen en ont staan er junglegevechten tus sen de winkeliers om in leven te blijven. Belangrijk is ook dat er nog heel wat bedrijven zijn die schijnbaar een nog redelijke opbrengst hebben. Ze zijn goedkoop gevestigd. De ouders hadden het bedrijf al. Maar dan komt de wdjksanering. Ze verliezen vele klanten, of wor den gewoon gedwongen zich elders te vestigen in veel duurdere panden. Dan blijkt dat ze door de plotseling ge stegen lasten economisch ka- potgaan. Niet onbelangrijk is zo lang zamerhand voor heel wat van die middenstanders ook ge worden dat ze door allerlei instanties bedrijfsschappen, kamers van koophandel, de overheid steeds zwaarder worden belast. Wat zou u zeg gen van de ondernemer, win kelier, die aan maar liefst 17 u leest het weer goed instellingen verplichte bijdra gen moet betalen. Dat kost hem duizenden per jaar. En zijn concurrentiepositie! Want hij moet zijn prijzen verho gen. Gemeenten moeten het be- .Tastingebied uitbreiden. Dat treft ook de middenstanders precariorechten, belasting op opstallen, parkeerbelasting, enzovoorts. Er is nu een onroerendgoedbelasting in de maak. Dat gaat straks ook de middenstanders niet in de koude kleren zitten. Nogmaals: het gaat vele middenstanders uitstekend. Maar toch, tussen de 50.000 en 80.000 hebben eigenlijk geen overlevingskansen. Bovendien is de grote groep Nederlanders die als zelfstandigen in het midden- en kleinbedrijf hun brood verdient, duidelijk ach tergebleven bij de gemiddelde welvaartsstijging. Aan de ene kant moet wor den gezegd dat de scala van kredietmogelij'kheden in ons land uniek is. Dat er vele organisaties en instellingen zijn die een middenstander deskundige hulp bieden kun nen. Dat doen ook. Aan de andere kant echter dient men te erkennen dat de sociale posi tie van de zelfstandige onder nemer in het midden- en klein bedrijf onvoldoende gelijke tred heeft gehouden met die van de werknemers. Pensioenrechten heeft hij niet, tenzij hij daarvoor zelf grote bedragen reserveert. Als hij arbeidsongeschikt wordt, is er voor hem geen enkele rege ling waarop hij kan terugval len. De bijstandswet houdt vast aan een vermogensdrem pel van f 6000. Een zeer on rechtvaardige bepaling voor zelfstandige ondernemers die vrijwel hun hele kapitaal in hun zaak hebben zitten, even als trouwens meestal ook hun pensioenaanspraken. De be staande bedrijfsbeëindigings regeling is veel te krap opge zet om eéht sociaal te kunnen werken. Men probeert haar nu op te vijzelen. Geen wonder dat een man die zijn hele leven op de bres heeft gestaan voor de midden stand, dr. N.H.L. van den Heuvel, zegt: „Er is voor het midden- en kleinbedrijf maar één oplossing. Die onderne mers moeten gaan beseffen dat zij slechts door machtsvorming tot rechtsvorming kunnen ko men in een samenleving waar in het individu niets meer be tekent en het getal alles. Maar hoe breng je dat de midden standers aan het verstand? Hoe verbeter je als midden standsorganisatie de communi catie met mensen die alleen maar het eigen inkomen zien en geen oog hebben voor de veel grotere verbanden, waar in zij werken en die hen individueel dreigen te ver pletteren?" JACQUES LEVIJ Recht kost veel geld. Dat geldt voor de overheid, die de apparatuur ter beschik king moet hebben om recht te laten geschieden, maar ook voor de particulier. Met name voor die particulier, die net de graad van welstand heeft bereikt, waarbij niet gra tis of tegen verminderd tarief geprocedeerd kan worden en die grens ligt vrij laag. Hij merkt dan hoe duur het is „recht" te verkrijgen. Naast de vaak hoge kosten en de aanwezige drempelvrees is er het gevoel van machteloos heid dat mensen belet recht te zoeken. Dat „ik ben Mein en zij zijn groof'-gevoel zorgt er dan voor, dat mensen niet in (Van een onzer verslaggevers) [BREDA-UTRECHT „Je p sewoon de redacteuren 'oor kerkelijke zaken van vijf pe Italiaanse kranten moe- iunnen uitnodigen. Hun his betalen natuurlijk, en hun ("blijf hier in Nederland, en moet je niet alleen met ze pen maar ze vooral veei i zien. Hoeveel mensen er t in Nederland bijv. in het pkeinde te communie gaan. s een openbaring voor die inen!" „t de perschef van het Breda, de heer Frans uejans, in een gesprek over (noodzaak van een „commu- ptieeentrum voor de Neder- "ise kerkprovincie". «genavond zal in een «vullend televisiepro- t van de KRO op heel j, wijze aandacht BjjB besteed aan kardinaal Ik .r**3 van kardinaal F katholiek Nederland en voor de wereldkerk la twintig jaar dat hij van Utrecht is 1955), staat centraal in waarin veel EJ* 'IVl die jaren een eeld r(>^ hebben meege- fcfcr! aan ^et woord zullen ■mt .^'sie-programma fcusJiP 4 middelpunt f avw 4d!e overiSens op 1Het centraal zal iraÜün Wel in deze Nm de actie In feite VOOr een Ple ta™°entrum van de LCh Üvmcle- En dat 0 W de zeven- fel ïardaS de kar- k voo"bnalrer,Aijna drie Simei ju I"'1 1970. Men (ens van ad u?re^ een harte- Kt?.'?™" i» The Academy St.-Martto'111 Fields. A|T<? ■bij dit teksn fataal f&epast f, Schenk1lfJ164 uitste' van fci.® 'iet het :a6envOUdig in Pas v i voor zo'n verii?/oor de ze" 4®aabh ,ag van de en al. N1 8r°ep- veel j e voorbe- «nik 1 h?4 com: ■r» \n mgepast Lafeie van j nieuwe Pr®® van a bestuurs- L.fedei, j. kerkprovin- fo? v® de PA1164 secre" t' ontstaan i kerkpro- itós^feke i,aJslnede een Lw (BBK) ?,fh{!fe Kom- 1^^^. (Zoals bekend 0 KARDINAAL ALFRINK stuitte de instelling van een Landelijke Pastorale Raad, die eigenlijk bij deze nieuwe structuur hoorde, op verzet uit Rome.) Maar waarom wil de kardi naal nu zo graag zo'n commu- nicatiecentrum? Waarom is dat nodig? Deze vraag hebben we voorgelegd aan de heer Oude jans, die per slot van rekening de eerste perschef van een bisdom in Nederland was, toen hij ruim acht jaar geleden bij wijlen bisschop De Vet in dienst kwam. In die functie heeft de heer Oudejans meni ge spits in katholiek Neder land moeten afbijten. Oudejans: „Ik ben alleen maar blij met dat communica tiecentrum. Het was al jaren duidelijk dat het broodnodig was. Eigenlijk is het een schande dat het er nu pas komt". Frans Oudeians vindt dat er drie redenen zijn waarom het centrum noodzakelijk is. En daarmee geeft hij meteen een drieledige taakstelling voor het centrum aan. „Op de eerste plaats is daar de communicatie met het bui tenland. Daar wordt ook het meest over gepraat. Dat zal zeker voorlopig vooral een eenzijdige communicatie zijn. Ik bedoel daarmee dat het al lemaal nog van ons in Neder land moet uitgaan. Informatie sturen naar bisschoppen in het buitenland over wat hier ge beurt. Zoals die vastenbrief van dit jaar Daarvan zijn dui zenden exemplaren, vertaald en wel, naar het buitenland gestuurd, zonder dat we ant woord terug verwachten. Maar als daar ergens in Paraguay een bisschop door die informa tie getroffen wordt, dan gaat daar iets meer begrip komen voor wat hier leeft. En dat geldt ook voor de kranten en andere media in het buiten land die nu die vastenbrief hebben gekregen. Het is als met een machinegeweer: je schiet 8000 keer en dan is het misschien 115 keer raak". Daardoor kost zo'n communi catiecentrum ook enorm veel geld". Frans Oudejans gelooft niet dat het plan tot dit centrum alleen voortkomt uit het stre ven om de vele valse voorstel lingen in het buitenland over de kerk in Nederland de we reld uit te helpen. De bis schoppen, met kardinaal Al- frink voorop, hebben in de afgelopen jaren al vele gele genheden aangegrepen om de beeldvorming buiten onze grenzen wat recht te trek ken. Het meest bekend zijn hier van de vele reizen naar Rome van de kardinaal en zijn inter views, minder bekend is dat ook b.v. bisschop Ernst de af gelopen jaren veel radio-, tele visie- en persmensen uit het buitenland op bezoek heeft ge had. Frans Oudejans: „Meestal heel nuttige gesprekken, maar het gebeurde ook wel eens dat er een paar na een kwartier weer hevig teleurgesteld op stapten". Die hadden gedacht even een schisma op het spoor te komen. Ook weinig bekend is dat de bisschoppen onderling zelfs een verdeling in taalgebied hebben gemaakt voor buiten landse contacten. Zo heeft bis schop Zwartkruis van Haarlem veel contacten in Engeland kunnen leggen en bisschop Ernst in BeLgië en Frankrijk. Nog steeds is er elk half jaar een contactdag tussen de bis schoppen van de zuidelijke provinciesen Vlaamse bis schappen. Frans Oudejans: „Maar de informatie die het communica tiecentrum nu naar het buiten land gaat sturen, is niet alleen defensief bedoeld, dus om die verkeerde beeldvorming weg te werken. Och, wij Nederlan ders hebben van oudsher een zendelingeninslag. We willen altijd getuigen, iets aan de man brengen. En dat zit hier natuurlijk ook wel een beetje in". De ruime versprei ding van de vastenbrief is een voorbeeld van informatiever schaffing over Nederland zon der dat er direct iets verdedigd hoeft te worden. Gewoon el kaar op de hoogte houden. „In andere landen zou dat ook ge daan moeten worden", meent Oudejans. „Er moeten ook, door dat centrum, zoveel mo gelijk buitenlandse journalis ten worden ontvangen en uit genodigd en zo breed mogelijk geïnformeerd. Ik zou er ook voor zijn om eens een film te maken over katholiek Neder land, daar zou je een Bert Haanstra bijvoorbeeld voor moeten vragen. En dan zo'n film maar rond sturen". Dat was de communicatie met het buitenland. „Maar ik vraag mij af of de binnenland se communicatie niet nog veel meer nodig as." De tweede taak die Oudejans dan ook voor het communicatiecentrum ziet weggelegd is: „De infor matie in eigen land, via de media, naar de mensen die elke dag maar meer nieuws op hun brood krijgen en niet meer weten hoe het nu eigen lijk zit. Laatst was hier ie mand uit werkgeverskringen, voor een interview. Een intel ligent man en zeer gelovig. Maar hij wist niets van litur gie af. En het is toch ook zo, een woord als „eucharistie" dat zegt een massa mensen helemaal niets. En dan vraag je je af waarom niet gewoon over h. mis gepraat? Als zo'n ontwikkeld iemand al zo wei nig weet, wat zal de rest er dan van af weten? Daar schrik je van, hoor". Frans Oudejans hoopt niet dat het „Alfrink-centrum" een al te abstract toporgaan wordt. „De lokale persdiensten zijn nog harder nodig, v>nd ik, al praat ik dan in m'n eigen straatje. De lokale en regiona le pers is meer gespitst op het nabije en is concreter voor de mensen, die nog altijd meer geïnteresseerd zijn in het ge broken been van de overbuur man dan in een schip dat er gens in de Chinese zee ver gaan is. Dus, wil je de gewone mensen, en dan denk ik aan kerkgangers maar vooral aan de ex-kerkgangers, bereiken, dan moet je via de lokale en regionale kranten werken en die van je informatie voor zien". Als derde taak voor het communicatiecentrum ziet Frans Oudejans het verzorgen van de interne communicatie. Het contact tussen de bis schoppen en hun medewerkers onderling, tussen de bisschop en de „werkers in het veld", pastores zowel als leken. Oudejans: „Zo stuur ik in formatie uit kranten, tijd schriften enz. door naar de bisschop en diens medewer kers, zo zorgt de persdienst voor zoveel mogelijk informa tie naar pastores en leken, kerkbesturen, charitasinstellin- gén, parochieraden, religieu zen, zangkoren enz. Daarvoor is het informatieblad „Over weg". Het grote probleem hierbij is: hoe moet die infor matie overgebracht worden, naar de mensen toe en van de mensen „naar boven". Ik ben nu bijvoorbeeld bezig met de voorbereiding van een studie dag voor pastores uit dit bis dom in samenwerking met ra dio en televisie. In de herfst wil ik met een bus vol pasto res naar Hilversum, gewoon om wat meer te laten zien wat voor betekenis radio en televi sie hebben voor de verkondi ging". Frans Oudejans is al jaren lang intensief bezig met het zoeken naar betere methodie ken van informatie-overdracht, Frans Oudejans. speciaal in kerkelijke zaken. Hij zit in veel commissies en werkgroepen in zijn kwaliteit van perschef. En dan is duidelijk dat de functie van een perschef van een bisdom, evenals van de twee journalis ten die op het communicatie- centrum voor de Nederlandse kerkprovincie (gaan) werken, meër is dan net te woord staan van nieuwsgierige jour nalisten. Het is iedere kans grijpen om communicatie, con tact, informatie-overdracht, meer kennis en begrip tot stand te brengen in binnen- en buitenland en tussen kerklei ding en gelovigen én minder- gelovigen. „Er is een Nederlandse pa ter die in Duitsland werkt", vertelt Oudejans, „ik ken hem nog van vroeger. Hij komt veel in de DDR en is nu door een belangrijk weekblad daar gevraagd om een artikel te schrijven over het katholicis me in Nederland. Die man komt dezer dagen hier en dan ben ik zeker een halve dag bezig om hem de nodige gege vens te verschaffen. Kijk, je moet die kansen aangrijpen, vind ik. Het uitgangspunt daarbij moet volgens mij zijn: eerlijkheid, altijd de eerste zijn om te vertellen wat je aan het doen bent. Dat voorkomt ge ruchten en valse interpresta- ties. Want die geruchten vor men het beeld van bijvoor beeld een kerkprovincie. Van uit die beeldvorming word je ook aangevallen en dat kun je maar heel moeilijk wegora- ten." J. L. beroep gaan, niet protesteren tegen de behandeling die ze ondervonden hebben van de werkgever, de verhuurder, postorderbedrijven, overheids instanties etc. Langzamerhand is men er in ons land van overtuigd ge raakt dat en ondanks het be staan van advocaten, juridi sche diensten van vakbonden, consumentenorganisaties, soci ale raadslieden en wat dies meer zij, een „leemte in de rechtshulp" is. Eén van de manieren waarmee geprobeerd wordt die leemte in de rechtshulp op te vullen, is het inrichten van wets- of rechtswinkels. Daarvan zijn er op het ogenblik zo'n vijftig in Nederland. De meesten hebben de stichtingsvorm en worden veelal gedreven door juridis- sche studenten, al of niet met steun van voor het meren deel jonge advocaten. De behoefte aan dit soort win kels, waar men kosteloos of te gen minimale vergoeding te recht kan voor het verkrijgen van advies, bemiddeling of voor bijstand in procedures, blijkt groot te zijn getuige de overvolle spreekuren. Die wetswinkels krijgen vooral veel huurkwesties te behande len. Zo bleek uit een onder zoekje van de door advocaten gedreven wetswinkel in Breda dat van 485 „klanten" er 75 met huurzaken kwamen. In de tweede plaat® kwamen de schade-acties met 59; verder huwelijk en echtscheiding 45, erfenis, testament, boedelschei ding etc. 42, arbeidsovereen komsten, ontslag 37. Van die 485 klanten waren er 309 al geholpen met een ad vies. De overigen werden doorverwezen. Ook in Nijmegen bleek dat de grootste aantallen kwesties be trekking hadden op huurzaken (26 procent), daarachter kwa men arbeidsrecht en sociale verzekeringen (23%) en echt scheidingen (10%). Uit het on derzoek in Nijmegen blijkt ook dat van vrijwel alle rechtzoe- kenden gezegd kan worden dat ze tot de sociaal-econo misch zwakkeren behoren. Waar de wets-winkeliers zich wel heel duidelijk van bewust zijn géworden is, dat juridi sche problemen dikwijls niet op zichzelf staan, maar verband houden met allerlei factoren van psychische, maatschappe lijke of andere aard. Daarom ook werkt bijv. de Rechtshulp VU- de rechtswinkel van de Vrije Universiteit in Amster dam, waar juridische studen ten wijkspreekuren houden on der toezicht van een advocaat nauw samen met allerlei welzij,nswerkers: artsen, psy chologen, pastors, maatschap pelijk werkers, buurtopbouw werkers etc. Wetswinkels blijken in een be hoefte te voorzien. Ook al kunnen er wel nadelen aan verbonden zijn, zoals een ge brek aan continuïteit, deskun digheid (studenten). Wie is aansprakelijk voor verkeerde adviezen Wat gebeurt er met de dossiers Zijn er garanties dat persoonlijke gegevens niet worden misbruikt De meeste nadelen heeft het merendeel van de wetswinkels echter zelf onderkend en er de nodige maatregelen tegen ge troffen. Het grote voordeel van de wets-wmkeds Is echter dat het recht dichter bij een bepaalde categorie mensen komt en be grijpelijk gemaakt wordt. En dat laatste is hard nodig ge tuigende mededeling van klan ten die met een brief van bijv. een advocaat naar de wetswin kel komen en vragen: wat staat er in MR. B. BRUMMELHUIS.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 19