middenstanders in
Communicatie binnen
eigen kerkprovincie zo
mogelijk harder nodig
dan met buitenland
b gewlS verlaat cadeau
E'
A
n
PERSCHEF FRANS OUDEJANS OVER ACTIE „RONDOM ALFRINK":
Stille armoede
Sociale positie
tf
U
ss aanstellen
Di ie redenen
Nuttig
Bus
,-pm peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen pe lingen pe l ngen „pe lingen pe lingen p l.ngen
lln§sn peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen
'ngen en peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen .peilingen peilingen peiling
ing en peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilingen peilinge
ver de kursus
per a.s begint,
j ofd opleidingen
[bus2,Noordwij.
informaties:
3041, afd. pers.
atrisch
nuis
maria
vijkerhout
(SOMBERE TOEKOMST
OOR ZEKER
kO.OOO WINKELIERS
gehuwde dames in
>ep van 25 tot 35
aderen
a per week beschik-
het vervullen van
te job
en telefoonaanslni.
zakelijk is
D een berichtje.
seer korte tijd een
B/Br.
cocht? Kies
li andere LP uit
p-10; fijn voor
èn voor alle
I muzieklief-
bi
l goed:
ft de
I versies van
„Forever
I" van Demis
^n,,Le lac
van Mort
0
Vicky_Leandr2£
met o.a.
Liebe geselt'n j^j
Amerika van
^t Shuman. met
„Le lac majeur
(Van een onzer
redacteuren)
iR verdwijnen elk jaar in
ens land zo'n 20.000 mid-
Ifen. en kleinbedrijven. Ze
[poeten de strijd om het be
laas opgeven. Onder hen
(ju jaarlijks ongeveer 6.000
ateliers. Er zijn in Neder-
,d 270.000 kleine zelfstan-
jen. Neringdoenden noe-
„we ze. In het héle mid-
j. en kleinbedrijf in
in 157 branches werken
iter dan één miljoen men-
Isen.Een moeilijk te organi
seren en als eenheid te be
vielen groep. Tot een
eigen minister, bijvoorbeeld,
zij het nooit kunnen
Merkwaardig mis
tten, want in de agrari-
tle sector van ons land
rerken „nog slechts" 300.000
psen. En dat „groene
it" is meer dan uitste-
id georganiseerd. Maar
dat treedt ook meestal
[ezind naar buiten.
allemaal af van de econo
mische ontwikkelingen.
En voor 50.0000 tot 80.000
van die neringdrijvenden ziet
het er gewoon heel somber
uit. Zij lopen kans te sneuve
len door allerlei ontwikkelin
gen. Zij zijn „de middenstan-
ders-in-de-knel". Ze kunnen,
om welke reden dan ook, niet
meer op tegen de eisen die
een succesvol modern onder
nemerschap stelt. Ze missen
kiest u maar de moed,
de creativiteit, het geld, om
mee te blijven doen in die
voortdurende afvalrace die wij
concurrentie noemen. Ze heb
ben ook vaak het getij tegen.
Denkt u maar eens aan bak
kers, kruideniers, melkbezor
gers, slagers, slijters, kap
pers.
In heel veel gevallen zijn ze
slachtoffers van him eigen op
voeding, achtergrond. Vooral
oudere kleine zelfstandigen
die de opleiding missen die
het ondernemerschap nu eist.
Van boekhouden weten ze
niets, van marktonderzoek he
lemaal niets. Ze werken vaak
met 2e- of 3e-rangs admini
stratieve knoeiers. Het hele
gezin, inclusief de kinderen,
zwoegt dag en nacht. Toch
boeren ze steeds verder achter
uit.
Ze willen zelfstandig blijven.
Een „vrije ondernemer" houdt
zijn hand niet op. Of, zoals
een middenstandsdeskundige
zei: „Ze vall'en van een econo
mische in een sociale proble
matiek. Die hebben ze nooit
gekend. Ze verzetten zich te
gen „steun". Ze hebben geen
werknemersmentaliteit".
Een ding is zeker. Lang niet
lijk groot gelijk dat hij daar
heen gaat waar hij meent
goedkoper uit te zijn. Maar
dat is een ander verhaal. De
stuntprijzen in de melksector
heeft véle melkslijters brode
loos gemaakt. Zij moeten van
de melk verkoop leven. De
supermarkt niet. Die kan vrij
wel tegen kostprijs verkopen
om met die goedkope melk
klanten te trekken.
li
■i
lli lijn dus ongeveer 270.000
pine zelfstandigen. Heel wat
i die mensen hebben een
j bestaan, vaak zeer goed.
Pie groep telt rond 100.000
Kffli. Een derde van die
I, om en nabij de 90.000
as, verkeert in een wat onze
kere positie, Het kan zijn dat
a goede tot redelijke toe-
it ïéSben. Maar voor ve-
s in die groep is dat echt
er. Het hangt voor hen
Er is juist bij deze mensen
veel verdriet, veel stille ar
moede ook. Vaak worstelen ze
jaren tegen de stroom op. Ne
men ze genoegen met een in
komen dat ligt beneden het
minimumloon. Waarvoor dan
het gehele zin werkt. Van het
recht op een sociale uitkering
wordt geen gebruik gemaakt.
alle middenstanders-in-de-knel
hebben hun narigheid aan
zichzelf te danken. Vaak zijn
ze slachtoffers van omstandig
heden die ze vrijwel machte
loos moeten ondergaan. Enkele
voorbeelden. Er zijn er vele
meer.
In de sector van het mid
den- en kleinbedrijf heerst
een grote rechtsonzekerheid.
Een middenstander investeert
veel eigen geld om zich ergens
te vestigen. Later vestigt zich
in dezelfde omgeving, met be
reidwillige hulp van de over
heid, een cash-and-carry-be-
drijf, een micro- of macro-
markt. De kans is groot dat de
kleine man snel het loodje
legt. Zijn geïnvesteerd geld is
weg.
De consument heeft natuur-
Een winkelier staat vrijwel
machteloos tenzij zijn orga
nisatie in het geweer komt
tegen beslissingen van „het
apparaat". Van een dienst
openbare werken, bijvoor
beeld, die regelingen treft die
hem raken in zijn bestaan.
Neemt u, bijvoorbeeld de in
ons land geplande uitbreidin
gen. Enkele organisaties heb
ben daarvan een studie ge
maakt. De uitkomst was ver
bijsterend. Als alle bestem
mingsplannen van gemeenten
In ons land zouden worden
uitgevoerd zullen er winkels
komen voor een bevolking
van30 miljoen mensen! Ja,
u leest dat goed. We weten
echter nu dat er omstreeks het
jaar 2000 echt niet meer dan
15 miljoen mensen in Neder
land zullen wonen. Als we dat
halen!
Maar er zijn heel wat ge
meentebesturen die aan een
merkwaardig soort grootheids
waan leiden. Die zichzelf op
blazen om gewichtiger te
schijnen. Als al die geplande
wijken en winkels zouden ko
men, zitten we straks met dui
zenden lege woningen en ont
staan er junglegevechten tus
sen de winkeliers om in leven
te blijven.
Belangrijk is ook dat er nog
heel wat bedrijven zijn die
schijnbaar een nog redelijke
opbrengst hebben. Ze zijn
goedkoop gevestigd. De ouders
hadden het bedrijf al. Maar
dan komt de wdjksanering. Ze
verliezen vele klanten, of wor
den gewoon gedwongen zich
elders te vestigen in veel
duurdere panden. Dan blijkt
dat ze door de plotseling ge
stegen lasten economisch ka-
potgaan.
Niet onbelangrijk is zo lang
zamerhand voor heel wat van
die middenstanders ook ge
worden dat ze door allerlei
instanties bedrijfsschappen,
kamers van koophandel, de
overheid steeds zwaarder
worden belast. Wat zou u zeg
gen van de ondernemer, win
kelier, die aan maar liefst 17
u leest het weer goed
instellingen verplichte bijdra
gen moet betalen. Dat kost
hem duizenden per jaar. En
zijn concurrentiepositie! Want
hij moet zijn prijzen verho
gen.
Gemeenten moeten het be-
.Tastingebied uitbreiden. Dat
treft ook de middenstanders
precariorechten, belasting
op opstallen, parkeerbelasting,
enzovoorts. Er is nu een
onroerendgoedbelasting in de
maak. Dat gaat straks ook de
middenstanders niet in de
koude kleren zitten.
Nogmaals: het gaat vele
middenstanders uitstekend.
Maar toch, tussen de 50.000 en
80.000 hebben eigenlijk geen
overlevingskansen. Bovendien
is de grote groep Nederlanders
die als zelfstandigen in het
midden- en kleinbedrijf hun
brood verdient, duidelijk ach
tergebleven bij de gemiddelde
welvaartsstijging.
Aan de ene kant moet wor
den gezegd dat de scala van
kredietmogelij'kheden in ons
land uniek is. Dat er vele
organisaties en instellingen
zijn die een middenstander
deskundige hulp bieden kun
nen. Dat doen ook. Aan de
andere kant echter dient men
te erkennen dat de sociale posi
tie van de zelfstandige onder
nemer in het midden- en klein
bedrijf onvoldoende gelijke
tred heeft gehouden met die
van de werknemers.
Pensioenrechten heeft hij
niet, tenzij hij daarvoor zelf
grote bedragen reserveert. Als
hij arbeidsongeschikt wordt, is
er voor hem geen enkele rege
ling waarop hij kan terugval
len. De bijstandswet houdt
vast aan een vermogensdrem
pel van f 6000. Een zeer on
rechtvaardige bepaling voor
zelfstandige ondernemers die
vrijwel hun hele kapitaal in
hun zaak hebben zitten, even
als trouwens meestal ook hun
pensioenaanspraken. De be
staande bedrijfsbeëindigings
regeling is veel te krap opge
zet om eéht sociaal te kunnen
werken. Men probeert haar nu
op te vijzelen.
Geen wonder dat een man
die zijn hele leven op de bres
heeft gestaan voor de midden
stand, dr. N.H.L. van den
Heuvel, zegt: „Er is voor het
midden- en kleinbedrijf maar
één oplossing. Die onderne
mers moeten gaan beseffen dat
zij slechts door machtsvorming
tot rechtsvorming kunnen ko
men in een samenleving waar
in het individu niets meer be
tekent en het getal alles. Maar
hoe breng je dat de midden
standers aan het verstand?
Hoe verbeter je als midden
standsorganisatie de communi
catie met mensen die alleen
maar het eigen inkomen zien
en geen oog hebben voor de
veel grotere verbanden, waar
in zij werken en die hen
individueel dreigen te ver
pletteren?"
JACQUES LEVIJ
Recht kost veel geld. Dat
geldt voor de overheid, die
de apparatuur ter beschik
king moet hebben om recht
te laten geschieden, maar
ook voor de particulier.
Met name voor die particulier,
die net de graad van welstand
heeft bereikt, waarbij niet gra
tis of tegen verminderd tarief
geprocedeerd kan worden
en die grens ligt vrij laag. Hij
merkt dan hoe duur het is
„recht" te verkrijgen.
Naast de vaak hoge kosten en
de aanwezige drempelvrees is
er het gevoel van machteloos
heid dat mensen belet recht te
zoeken. Dat „ik ben Mein en
zij zijn groof'-gevoel zorgt er
dan voor, dat mensen niet in
(Van een onzer verslaggevers)
[BREDA-UTRECHT „Je
p sewoon de redacteuren
'oor kerkelijke zaken van vijf
pe Italiaanse kranten moe-
iunnen uitnodigen. Hun
his betalen natuurlijk, en hun
("blijf hier in Nederland, en
moet je niet alleen met ze
pen maar ze vooral veei
i zien. Hoeveel mensen er
t in Nederland bijv. in het
pkeinde te communie gaan.
s een openbaring voor die
inen!"
„t de perschef van het
Breda, de heer Frans
uejans, in een gesprek over
(noodzaak van een „commu-
ptieeentrum voor de Neder-
"ise kerkprovincie".
«genavond zal in een
«vullend televisiepro-
t van de KRO op heel
j, wijze aandacht
BjjB besteed aan kardinaal
Ik .r**3 van kardinaal
F katholiek Nederland en
voor de wereldkerk
la twintig jaar dat hij
van Utrecht is
1955), staat centraal in
waarin veel
EJ* 'IVl die jaren een
eeld r(>^ hebben meege-
fcfcr! aan ^et woord zullen
■mt .^'sie-programma
fcusJiP 4 middelpunt
f avw 4d!e overiSens op
1Het centraal zal
iraÜün Wel in deze
Nm de actie
In feite
VOOr een
Ple ta™°entrum van de
LCh Üvmcle- En dat
0
W de zeven-
fel ïardaS de kar-
k voo"bnalrer,Aijna drie
Simei ju I"'1 1970. Men
(ens van ad u?re^ een harte-
Kt?.'?™" i»
The Academy
St.-Martto'111
Fields. A|T<?
■bij dit teksn
fataal
f&epast
f, Schenk1lfJ164 uitste' van
fci.® 'iet het :a6envOUdig in
Pas v i voor zo'n
verii?/oor de ze"
4®aabh ,ag van de
en al. N1 8r°ep-
veel j e voorbe-
«nik 1 h?4 com:
■r» \n mgepast
Lafeie van j nieuwe
Pr®® van a bestuurs-
L.fedei, j. kerkprovin-
fo? v® de PA1164 secre"
t' ontstaan i kerkpro-
itós^feke i,aJslnede een
Lw (BBK) ?,fh{!fe Kom-
1^^^. (Zoals bekend
0 KARDINAAL ALFRINK
stuitte de instelling van een
Landelijke Pastorale Raad, die
eigenlijk bij deze nieuwe
structuur hoorde, op verzet uit
Rome.)
Maar waarom wil de kardi
naal nu zo graag zo'n commu-
nicatiecentrum? Waarom is dat
nodig? Deze vraag hebben we
voorgelegd aan de heer Oude
jans, die per slot van rekening
de eerste perschef van een
bisdom in Nederland was, toen
hij ruim acht jaar geleden bij
wijlen bisschop De Vet in
dienst kwam. In die functie
heeft de heer Oudejans meni
ge spits in katholiek Neder
land moeten afbijten.
Oudejans: „Ik ben alleen
maar blij met dat communica
tiecentrum. Het was al jaren
duidelijk dat het broodnodig
was. Eigenlijk is het een
schande dat het er nu pas
komt".
Frans Oudeians vindt dat er
drie redenen zijn waarom het
centrum noodzakelijk is. En
daarmee geeft hij meteen een
drieledige taakstelling voor
het centrum aan.
„Op de eerste plaats is daar
de communicatie met het bui
tenland. Daar wordt ook het
meest over gepraat. Dat zal
zeker voorlopig vooral een
eenzijdige communicatie zijn.
Ik bedoel daarmee dat het al
lemaal nog van ons in Neder
land moet uitgaan. Informatie
sturen naar bisschoppen in het
buitenland over wat hier ge
beurt. Zoals die vastenbrief
van dit jaar Daarvan zijn dui
zenden exemplaren, vertaald
en wel, naar het buitenland
gestuurd, zonder dat we ant
woord terug verwachten. Maar
als daar ergens in Paraguay
een bisschop door die informa
tie getroffen wordt, dan gaat
daar iets meer begrip komen
voor wat hier leeft. En dat
geldt ook voor de kranten en
andere media in het buiten
land die nu die vastenbrief
hebben gekregen. Het is als
met een machinegeweer: je
schiet 8000 keer en dan is het
misschien 115 keer raak".
Daardoor kost zo'n communi
catiecentrum ook enorm veel
geld".
Frans Oudejans gelooft niet
dat het plan tot dit centrum
alleen voortkomt uit het stre
ven om de vele valse voorstel
lingen in het buitenland over
de kerk in Nederland de we
reld uit te helpen. De bis
schoppen, met kardinaal Al-
frink voorop, hebben in de
afgelopen jaren al vele gele
genheden aangegrepen om de
beeldvorming buiten onze
grenzen wat recht te trek
ken.
Het meest bekend zijn hier
van de vele reizen naar Rome
van de kardinaal en zijn inter
views, minder bekend is dat
ook b.v. bisschop Ernst de af
gelopen jaren veel radio-, tele
visie- en persmensen uit het
buitenland op bezoek heeft ge
had. Frans Oudejans: „Meestal
heel nuttige gesprekken, maar
het gebeurde ook wel eens dat
er een paar na een kwartier
weer hevig teleurgesteld op
stapten". Die hadden gedacht
even een schisma op het spoor
te komen.
Ook weinig bekend is dat
de bisschoppen onderling zelfs
een verdeling in taalgebied
hebben gemaakt voor buiten
landse contacten. Zo heeft bis
schop Zwartkruis van Haarlem
veel contacten in Engeland
kunnen leggen en bisschop
Ernst in BeLgië en Frankrijk.
Nog steeds is er elk half jaar
een contactdag tussen de bis
schoppen van de zuidelijke
provinciesen Vlaamse bis
schappen.
Frans Oudejans: „Maar de
informatie die het communica
tiecentrum nu naar het buiten
land gaat sturen, is niet alleen
defensief bedoeld, dus om die
verkeerde beeldvorming weg
te werken. Och, wij Nederlan
ders hebben van oudsher een
zendelingeninslag. We willen
altijd getuigen, iets aan de
man brengen. En dat zit
hier natuurlijk ook wel een
beetje in". De ruime versprei
ding van de vastenbrief is een
voorbeeld van informatiever
schaffing over Nederland zon
der dat er direct iets verdedigd
hoeft te worden. Gewoon el
kaar op de hoogte houden. „In
andere landen zou dat ook ge
daan moeten worden", meent
Oudejans. „Er moeten ook,
door dat centrum, zoveel mo
gelijk buitenlandse journalis
ten worden ontvangen en uit
genodigd en zo breed mogelijk
geïnformeerd. Ik zou er ook
voor zijn om eens een film te
maken over katholiek Neder
land, daar zou je een Bert
Haanstra bijvoorbeeld voor
moeten vragen. En dan zo'n
film maar rond sturen".
Dat was de communicatie
met het buitenland. „Maar ik
vraag mij af of de binnenland
se communicatie niet nog veel
meer nodig as." De tweede
taak die Oudejans dan ook
voor het communicatiecentrum
ziet weggelegd is: „De infor
matie in eigen land, via de
media, naar de mensen die
elke dag maar meer nieuws op
hun brood krijgen en niet
meer weten hoe het nu eigen
lijk zit. Laatst was hier ie
mand uit werkgeverskringen,
voor een interview. Een intel
ligent man en zeer gelovig.
Maar hij wist niets van litur
gie af. En het is toch ook zo,
een woord als „eucharistie"
dat zegt een massa mensen
helemaal niets. En dan vraag
je je af waarom niet gewoon
over h. mis gepraat? Als zo'n
ontwikkeld iemand al zo wei
nig weet, wat zal de rest er
dan van af weten? Daar schrik
je van, hoor".
Frans Oudejans hoopt niet
dat het „Alfrink-centrum" een
al te abstract toporgaan wordt.
„De lokale persdiensten zijn
nog harder nodig, v>nd ik, al
praat ik dan in m'n eigen
straatje. De lokale en regiona
le pers is meer gespitst op het
nabije en is concreter voor de
mensen, die nog altijd meer
geïnteresseerd zijn in het ge
broken been van de overbuur
man dan in een schip dat er
gens in de Chinese zee ver
gaan is. Dus, wil je de gewone
mensen, en dan denk ik aan
kerkgangers maar vooral aan
de ex-kerkgangers, bereiken,
dan moet je via de lokale en
regionale kranten werken en
die van je informatie voor
zien".
Als derde taak voor het
communicatiecentrum ziet
Frans Oudejans het verzorgen
van de interne communicatie.
Het contact tussen de bis
schoppen en hun medewerkers
onderling, tussen de bisschop
en de „werkers in het veld",
pastores zowel als leken.
Oudejans: „Zo stuur ik in
formatie uit kranten, tijd
schriften enz. door naar de
bisschop en diens medewer
kers, zo zorgt de persdienst
voor zoveel mogelijk informa
tie naar pastores en leken,
kerkbesturen, charitasinstellin-
gén, parochieraden, religieu
zen, zangkoren enz. Daarvoor
is het informatieblad „Over
weg". Het grote probleem
hierbij is: hoe moet die infor
matie overgebracht worden,
naar de mensen toe en van de
mensen „naar boven". Ik ben
nu bijvoorbeeld bezig met de
voorbereiding van een studie
dag voor pastores uit dit bis
dom in samenwerking met ra
dio en televisie. In de herfst
wil ik met een bus vol pasto
res naar Hilversum, gewoon
om wat meer te laten zien wat
voor betekenis radio en televi
sie hebben voor de verkondi
ging".
Frans Oudejans is al jaren
lang intensief bezig met het
zoeken naar betere methodie
ken van informatie-overdracht,
Frans Oudejans.
speciaal in kerkelijke zaken.
Hij zit in veel commissies en
werkgroepen in zijn kwaliteit
van perschef. En dan is
duidelijk dat de functie van
een perschef van een bisdom,
evenals van de twee journalis
ten die op het communicatie-
centrum voor de Nederlandse
kerkprovincie (gaan) werken,
meër is dan net te woord
staan van nieuwsgierige jour
nalisten. Het is iedere kans
grijpen om communicatie, con
tact, informatie-overdracht,
meer kennis en begrip tot
stand te brengen in binnen- en
buitenland en tussen kerklei
ding en gelovigen én minder-
gelovigen.
„Er is een Nederlandse pa
ter die in Duitsland werkt",
vertelt Oudejans, „ik ken hem
nog van vroeger. Hij komt
veel in de DDR en is nu door
een belangrijk weekblad daar
gevraagd om een artikel te
schrijven over het katholicis
me in Nederland. Die man
komt dezer dagen hier en dan
ben ik zeker een halve dag
bezig om hem de nodige gege
vens te verschaffen. Kijk, je
moet die kansen aangrijpen,
vind ik. Het uitgangspunt
daarbij moet volgens mij zijn:
eerlijkheid, altijd de eerste zijn
om te vertellen wat je aan het
doen bent. Dat voorkomt ge
ruchten en valse interpresta-
ties. Want die geruchten vor
men het beeld van bijvoor
beeld een kerkprovincie. Van
uit die beeldvorming word je
ook aangevallen en dat kun je
maar heel moeilijk wegora-
ten." J. L.
beroep gaan, niet protesteren
tegen de behandeling die ze
ondervonden hebben van de
werkgever, de verhuurder,
postorderbedrijven, overheids
instanties etc.
Langzamerhand is men er in
ons land van overtuigd ge
raakt dat en ondanks het be
staan van advocaten, juridi
sche diensten van vakbonden,
consumentenorganisaties, soci
ale raadslieden en wat dies
meer zij, een „leemte in de
rechtshulp" is.
Eén van de manieren waarmee
geprobeerd wordt die leemte
in de rechtshulp op te vullen,
is het inrichten van wets- of
rechtswinkels. Daarvan zijn er
op het ogenblik zo'n vijftig in
Nederland. De meesten hebben
de stichtingsvorm en worden
veelal gedreven door juridis-
sche studenten, al of niet met
steun van voor het meren
deel jonge advocaten.
De behoefte aan dit soort win
kels, waar men kosteloos of te
gen minimale vergoeding te
recht kan voor het verkrijgen
van advies, bemiddeling of
voor bijstand in procedures,
blijkt groot te zijn getuige de
overvolle spreekuren.
Die wetswinkels krijgen vooral
veel huurkwesties te behande
len. Zo bleek uit een onder
zoekje van de door advocaten
gedreven wetswinkel in Breda
dat van 485 „klanten" er 75
met huurzaken kwamen. In de
tweede plaat® kwamen de
schade-acties met 59; verder
huwelijk en echtscheiding 45,
erfenis, testament, boedelschei
ding etc. 42, arbeidsovereen
komsten, ontslag 37.
Van die 485 klanten waren er
309 al geholpen met een ad
vies. De overigen werden
doorverwezen.
Ook in Nijmegen bleek dat de
grootste aantallen kwesties be
trekking hadden op huurzaken
(26 procent), daarachter kwa
men arbeidsrecht en sociale
verzekeringen (23%) en echt
scheidingen (10%). Uit het on
derzoek in Nijmegen blijkt ook
dat van vrijwel alle rechtzoe-
kenden gezegd kan worden
dat ze tot de sociaal-econo
misch zwakkeren behoren.
Waar de wets-winkeliers zich
wel heel duidelijk van bewust
zijn géworden is, dat juridi
sche problemen dikwijls niet op
zichzelf staan, maar verband
houden met allerlei factoren
van psychische, maatschappe
lijke of andere aard. Daarom
ook werkt bijv. de Rechtshulp
VU- de rechtswinkel van de
Vrije Universiteit in Amster
dam, waar juridische studen
ten wijkspreekuren houden on
der toezicht van een advocaat
nauw samen met allerlei
welzij,nswerkers: artsen, psy
chologen, pastors, maatschap
pelijk werkers, buurtopbouw
werkers etc.
Wetswinkels blijken in een be
hoefte te voorzien. Ook al
kunnen er wel nadelen aan
verbonden zijn, zoals een ge
brek aan continuïteit, deskun
digheid (studenten). Wie is
aansprakelijk voor verkeerde
adviezen Wat gebeurt er met
de dossiers Zijn er garanties
dat persoonlijke gegevens niet
worden misbruikt
De meeste nadelen heeft het
merendeel van de wetswinkels
echter zelf onderkend en er de
nodige maatregelen tegen ge
troffen.
Het grote voordeel van de
wets-wmkeds Is echter dat het
recht dichter bij een bepaalde
categorie mensen komt en be
grijpelijk gemaakt wordt. En
dat laatste is hard nodig ge
tuigende mededeling van klan
ten die met een brief van bijv.
een advocaat naar de wetswin
kel komen en vragen: wat
staat er in
MR. B. BRUMMELHUIS.