'ARESSE oriteuT mteur mien [Ontvluchten I?"eer' Revan» St-eer °ProePen Warme liefde Nachtmerries Lampekappen Onverteerbaar Opspuiten Iets verschrikkelijks Gecastreerd Niets geleerd gezet onderwijs 1 het 2e jaar ind, plus 7% /o onregel- wonen in ons ihrljf dan even >or het maken eyn, direktrice el, oes. Jefoon 01100 - 8710 over te gaan tot L.a. behoren lische en persoon- |rs in binnen- en |g van orders, bze verzendingen ^nen reflectanten |aardigheid in de lisatorische kwa- lin internationale prtgelijke functie. ïchnologisch lelburg liuli 1973 lebruikelijke kantoor- In moet verrichten. Igens provinciale re- bei aan de directeur. Ilefonisch worden 0155. DUZEN et poetsen en auto's. af in Zoon B.V' TEL. 01150 - 456^ 01153 - 1468 JEU vrij. |@terdagbij!age van 5 mei 1973 iU nu het Centru,m 45? 1S,dit nu die kliniek waar In de komende maanden en 1 '°1 ex-verzetsmannen en j voners geleerd wordt ^ven met hun gruwelijke Kchvanniet'wanneer dj- t e rondleiding. Wat K?dat bekende Avenue- llrlie hier? Waarom dat bij- Bijenkorf-interieur? IS- van zuiver scheerwol End geel en warm brum. IS indirekte verlichting. Eigrafisch werk aan bijna 1? muren. Hagelwitte kan- Lneiibelen zoals je ze uit- fand denkt aan te treffen in I burelen van snelle reclame- f.,ens Slaapkamers (10 een- Lons en 5 twee-persoons) sarop tot nu toe hotels ivanaf Kb sulden per nacht) het al- Cthl leken te hebben. «tóen lampen, asbakken, zit- «ordijnen. Stuk voor stuk tjormd en geplaatst volgens 1 richtlijnen van de Neder- Ljse vereniging van binnen- fc-architecten. Ere?' „Mooi, heel mooi". Kiering knikt en laat me Er uit En ik herinner me it hij bij een eerdere gele peld had gezegd tegen een jurnalist van het KRO-blad (lulio: „Als de laatste patiën- Lovei tien tot vijftien jaar Boud zijn, is het gebouw heel isihikt als motel. Het ligt vlak Engs de autoweg". r honderd meter verderop, E de oude, zo op het oog bijna Itgeleefde Jelgersmakliniek te Igstgeest zegt de geestelijke lader van „Centrum '45", pro- te™ dr J. (van Jan) Basti- ïins: „Ik vind het té mooi. Het fcpet het Hiltonhotel. De men- tr waarvoor het Centrum be- loeld is herkennen die sfeer liet Ik ben benieuwd of ze Jicli er thuis zullen voelen". En L een kort gewetensonderzoek: ÏMaar dat is praten achteraf. Boen de architect me de plan tal op tekening liet zien, zei |k: mooi, geweldig. Ja, je bent e weinig deskundig op bouw- tundig gebied om te doorzien prat eer, tekening allemaal in- it II zag alleen de hoofd- en dié klopten wel", iertfer die middag had hij me fa hoofdlijnen aangegeven: Ilte de architect aan het werk feg hebben we hem één ding Jo» het hart gedrukt. Het com- llK mocht én als geheel én in fails geen enkele herinnering poepen aan gevangenissen en concentratiekampen". 0.» mijn waarom-vraag: „Oh, pl is heel belangrijk. Dat heb reu we in het verleden wel er- teren. De mensen die een KZ- lyndroom hebben, leven op de fepen van hun zenuwen. Door liet minste of het geringste Bonnen ze van hun stuk ge- Bracht worden. Daarom: wil je p met succes behandelen, dan ie alles wat een slechte In- "1 op de behandeling kan en vantevoren moeten uit puilen". k —s hem voor wat de vrouw |an een ex-concentratiekamp- pvangene eens in een Parool- pterview vertelde'. „We pro efden hem steeds te ontzien, r® zeilden- bijvoorbeeld nogal l eri ^an keken de jongens iflij we^ ^on' Als we op prik- f'draad uitkeken moesten we E er en als we in de verte de Jwsteen van een melkfa- B? za§en- konden we ook ■net aanlortrtQ»,» |de je met al je goede bedoelingen. Een schouder-ophalen met de uitdrukking van: maar wat doe je eraan. En: 'n korte glimlach, die deze middag niet veel meer herhaald wordt gezien de wei nig opwekkende aard van de gespreksstof: zijn kwart-eeuw oude inspanningen voor de lij ders aan het KZ-syndroom. We zitten in zijn sfeerloze werk vertrek aan de achterzijde van de Jelgersma-kliniek, waarvan hij direkteur is. Professor dr. J. Bastiaans. Een imponerende, licht voorover lopende man. Tussen de 1,90 en 1,95 meter lang, schat ik. „Een drie-en- negentig'corrigeert hij. Ons gesprek is 10 minuten oud en komt moeilijk op gang, om dat hij duidelijk eerst wil uit vissen wat voor een snoeshaan er nu weer tegenover hem zit alvorens zich over te geven aan houtsnijdende antwoorden en reakties. M'n grootste vrees: dat ik binnen het uur weer buiten sta, omdat hij bij het kennismakende handjesschud den had gezegd een uur de tijd te hebben. Ik zeg dat me dat nooit lukt. Bastiaans (koel): „We zullen zien". En goddank: uren later praten we nóg. Bij sherry en zoute pinda's. L,r-r Bas'iaans: nja, en dat faii.» 'n de kleinste könkroet ten aanzien „bo™ van het Centrum ■Kt. m de kamers. Die II,';," 20 gegroepeerd wor- SiilVraiH W geen lange gsngen. E«Men zoals in ziekenhui- Bik r.Ae.Vangenit;sen- Inhoude- lelkn in de kamers niet op ■fa ft6-"' 'l Idee van een pint tr.SIe' waar 2e ie te™g P moest het Maar tegeUfker- Ifet ie el5™ hoek3e zijn, i c e„W«k kunt °nt" Imer nm^ndaar da' elke ka- laar Am nde deuren heeft ■gevoel ini" ,ot,het halkon. Het looi a P6eslot® te zitten is Itoelijks nhme?s?n iets afschu- |Vaak rr,„„„keb het toch zo a sinds Ifh3 .t? Mensen, die lts 28 'jaar rnjdlng- nu n°S, |hatka!re',dende"r van hun lï11 NIET d t °pen la~ gevoel van loof U ÏÏ,ING te hebben? Ik |iebouw ak voorheeldhet ■helemaal kS al mocht niet Ijan teveel a,.n or"dat het Jkampbarak Ma Ipken op een ■hoog. w„ Maar ook niet te l^eer een an kon het wel llen "e er «ii Dus maak- l'omv Van feeltelijk een ge- acder deef ping van en n he 1 Werd twee ver- het in i. -'oie VfSvr nei in harak m!n met meer op T° Sevan'»!,^ok niet °P toen h t0ch' Ik lS1|tóaWtgeb0UW kIaar I ®- ex-kqma,een Paar vrou- lv l' s3baw~s te i>ing Ztn °p de eerste lS2ïsck okke uit het raam I»116' ft M/omt zeiden 1I"5 denk! laagbouw pinda's Er zijn mensen, die 28 jaar na de bevrijding, 's nachts nog gillend wakker worden. Die plotseling een hart-infarkt krijgen. Of een maagzweer. Of last van hoge bloeddruk. Allemaal (zonder dat zij zich daarvan bewust zijn) tengevolge van gruwelijke oorlogservaringen, die niet geestelijk verwerkt zijn. Op 16 mei komen koningin Juliana en prins Bernhard naar Oegstgeest, waar zij een kliniek openen, die speciaal voor deze mensen bedoeld is: Centrum '45. Over de moeilijk heden die er om de bouw gerezen zijn, heeft II in deze krant kunnen lezen. Op déze pagina heeft Wim Wennekes een gesprek met de grote inspirator achter het Centrum '45: professor dr. J. Bastiaans. :Daar daar ga Korte levensloop: wordt in 1917 in Rotterdam geboren. Gaat medicijnen studeren in Amsterdam en vat als student reeds een warme liefde op voor de psychiatrie omdat „ik toen al zag hoeveel mensen met pro blemen rondlopen. Problemen, die ze maar niet kunnen ver werken". Oorlog. Bastiaans gaat in het stud enten verzet, maar niet voor lang. Een ongeval maakt een eind aan zijn aktiviteiten. Ver lamd aan een been. Het gevolg: hij kan niet lang meer achter elkaar staan. Daarom én om dat zijn lengte ook bezwaarlijk was bij langdurige operaties („Het steeds maar voorover ge bogen staan. En dat dan uren lang") ziet hij na de oorlog af van eer verdere loopbaan in de chirurgie. Hij kiest definitief voor de psychiatrie en ontwik kelt daarbij een alles overheer sende interesse voor de „psy chosomatiek". Naar later zal blijken de basis voor al zijn in spanningen ten behoeve van de concentratiekampslachtoffers. Maar wat is nu precies „psy chosomatiek"? Heel eenvoudig gezegd dit: bepaalde lichame lijke ziekten kunnen het gevolg zijn van geestelijke spanningen. Zo kun je bijvoorbeeld een hart-infarct krijgen OMDAT je bloot staat aan bepaalde geestelijke spanningen. De psy chosomatiek nu is de weten schap die systematisch het ver band probeert te leggen tussen die geestelijke spanningen en het optreden van de lichame lijke reaktie. En wat is de kern van het KZ-syndroom? Dat sommige concentratiekampbewoners de emoties van toen niet hebben kunnen verwerken. Na verloop van tijd is zich dat gaan wre ken in het optreden van de meest uiteenlopende organi sche storingen zoals hoge bloed druk, hartinfarkten, astma, en zovoort jDat mag niet De mensen met een KZ-syn- droom. Nu, 28 jaar na de oor log, lopen er nog minstens 10.000 (schat Bastiaans) rond. Mensen die zich na de bevrij ding wél lichamelijk, maar niet geestelijk bevrijd voelden. Ik vertel Bastiaans dat ik bij de voorbereidingen voor dit ge sprek gestuit ben op het resul taat van een onderzoek van de psychiaters Ripley en Wolf, die ontdekten dat negers oorlogs ervaringen veel makkelijker hadden verwerkt dan blanken. Bastiaans, af en toe aangevuld door zijn wetenschappelijk hoofdmedewerker dr. Abraham Braun (een Roemeen): „Ja, en dat is ook logisch. Wij blanken, wij hebben al generaties ge leerd om. ons te beheersen. Ge voelens te verbergen. Emoties te onderdrukken. Heel hard en erg lang en nadrukkelijk la chen: dat MAG niet. Huilen, zeker voor mannen, is uit den boze. Dat HOORT niet. Dat zijn WAARDEN die wij geleerd hebben. Dat zit al eeuwen in onze opvoeding. Negers daar entegen hebben veel minder de last te dragen van een eeuwen oude conventionele opvoeding. Daarom ook heeft U in dat on derzoek kunnen lezen, dat zij op oorlogservaringen, direkt bij de confrontatie al, hysterisch en psychotisch reageerden. ZIJ konden het ineens kwijt raken. Zij zochten en vonden voor hun emoties op DAT moment een uitweg Een primitieve welis waar, maar wel een zeer doel treffende". Dr. Braun: „Zij reageerden wat in de westerse wereld genoemd wordt: abnormaal. Maar wat is abnormaal? En wat is nor maal? Ik kom uit Roemenië. Daar kunnen wij ons bij fees telijkheden zó laten gaan, dat een westerling zich afvraagt of dat nog normaal is. Ja, voor ons is dat normaal". Achter m'n rug heeft Bastiaans inmiddels een aantal schoolbor den opgesteld, waarop het „ziektebeeld" van het KZ-syn- droom in schema is gebracht. i Zo'n behandeling grijpt je ontzettend aan. Na afloop ben je moe. Verschrikkelijk moe." Met de vinger wijzend, pratend op dikteersnelheid en met een onmiskenbare doceertoon: „Wij onderscheiden ten aanzien van het KZ-syndroom drie fasen". Het lesje duurt ruim tien mi nuten en ik begrijp er dit van: direkt na de oorlog kwamen de kampslachtoffers in fase 1, die soms maanden, soms jaren duurde. Enkele kenmerken vooy de patiënt in fase 1: sterke overgevoeligheid voor o.a. licht, geluid, aanraking en geuren; angst-aanvallen; nachtmerries; vage lichamelijke klachten en schuldgevoelens. Fase 2: De psychische reakties nemen af (nachtmerries), maar de licha melijke reakties groeien in aan tal en ernst: maagzweren, hart infarkten. Fase 3 tenslotte (die voor sommige patiënten al 10 jaar geleden begon): weer wordt de patiënt nerveus en prikkelbaar, maar hij heeft steeds meer moeite om zich te beheersen. Oorlogservaringen komen weer boven. In nacht merries wordt alle ellende op nieuw beleefd. De opperste be klemming van de ziel is een feit. Het schuldgevoel is alles overheersend. Dokter Braun komt met een voorbeeld: „Ik heb pas een man behandeld, die in Buchenwald gezeten heeft, dat verschrikke lijke kamp waar Ilse Koch haar mensonterende hobbies uitoefende. Na de oorlog heeft die man geleidelijk alle fasen doorlopen en tenslotte kwam hij er uit tevoorschijn met hoge bloeddruk, ongecontroleerde Uit aan die man gevreten: dat HIJ zich daarvoor geleend had. Dat mensen misschien de dood in waren gejaagd omdat in de le derzaal van Buchenwald een mede-kampbewoner zat, die be reid was van de huid van zijn vroegere lotgenoten lampekap pen te maken. Dié ervaring heeft die man nimmer kunnen verwerken. Zijn hele redenatie was: als ik geweigerd had was ik weliswaar gedood, maar dan was die ander misschien in le ven gebleven. Nu hij er EIN DELIJK met iemand over kon praten viel na al die jaren de spanning weg". agressie en enorme depressies, die hij dan weer afreageerde door overmatig alcoholgebruik. Ik heb die man een LSD-be- handeling gegeven en toen kwam het allemaal uit: in Bu chenwald had hij lampekappen moeten maken voor Ilse Koch. Lampekappen van mensenhuid. Hij had de hoofdhuid van kampbewoners, die hij gekend had, ineen moeten laten schrompelen, tot hij balletjes overhield ter grootte van een appel. Omdat Ilse Koch dat zo MOOI vond. Dat heeft enorm in roes vermelde feitenmate riaal (castraties, opensnijden van de mannen, op elkaar ge bonden worden, moeten eten en koken van delen van man nen)". Einde citaat. Bastiaans: „Maar het grote pro bleem is: hoe krijg ik zo'n man aan hei praten? Het wantrou wen van de KZ-mensen is groot. Ze zijn bang, dat ze niet serieus genomen worden. Ze zijn bang dat iemand die die ervaringen niet gehad heeft, zal zeggen: het zal wel overdreven zijn. Als het echt zo erg ge weest is was je er niet heel huids uit gekomen. Dan was jij net als al die anderen DOOD". Later zal hij daar nog aan toe voegen: „Wie van z'n KZ-syn- droom af wil moet nog één keer door dt hel durven gaan. Sa men met een vertrouwensman. Nog éér, keer moet hij alles opnieuw beleven. Maar er is een voorwaarde: tijdens de be handeling moet hij zijn emoties niet zoals in het kamp verdrin gen, maar uiten. Hij moet hui len, haten, schelden, aanvallen. AL DIE dingen doen, die je in het kamp niet mocht op straffe van de dood. De verdrongen emoties moeten samen komen met de beeldherinnering opdat de totale ervaring rustig in 't geheugen kan worden opgebor gen. Maar daarvoor is nodig dat ze zich durven te uiten. En dat is voor de meesten een on verteerbare zaak. Weet U hoe dat komt? Ze beschouwen het als een geweldige capitulatie. Ze redeneren: de Duitsers heb ben me niet klein gekregen en nu zal het die dokter Bastiaans wel lukken? Dat nooit!" Ik vraag of het mogelijk is zo'n LSD-zittirig eens mee te maken. Bastiaans: „Wat mij betreft wel, maar ik heb op het ogenblik geen patiënt die anderen erbij wil hebben. Misschien later eens". Ik zeg: zo'n zitting moet iets verschrikkelijk zijn. Bastiaans: „In het begin hele maal. Het grijpt je ontzettend aan. Na afloop ben je moe, ver schrikkelijk moe. Het zijn zit tingen van vele uren. Toen ik nog niet met LSD werkte heb ik patiënten behandeld tijdens zittingen die in. totaal zo'n 500 tot 1000 uren vergden". Maar dokter Braun vind dat ant woord kennelijk te kil: „Ik zit nog niei zolang in dit werk als de professor. Ik heb het er veel moeilijker mee. Er zijn zittin gen, die zó aangrijpend zijn, dat ikzelf in het begin tranquilli zers moet nemen. En 's nachts slaapmiddelen om in slaap te komen' Bastiaans: „Inderdaad. Ik heb ook perioden gehad, dat ik het niet meer ko» opbrengen, dat ik een tijd moest stoppen. Het is werk, dat je confronteert met de meest wezenlijke dingen van dit bestaan. Tijdens zo'n be handeling heb je SAMEN ver driet. Soms zit ik samen met de patiënt zomaar op de grond. Hij of zij in. m'n armen. Als een vader met z'n zoon. Op andere momenten ben ik de moeder of zomaar een vriend. Maar hoe gruwelijk het ook is: je mag je nooit helemaal laten gaan. je kunt dit werk doen, omdat je er naast spanning ook ontspan ning in vindt. Dat wil zeggen: terwijl je de patiënt opnieuw laat lijden, laat huilen en ha ten, zoek je intussen al naar een onlossing voor zijn proble men. Dat zoeken is de ontspan ning, de bevrediging van dit werk". Ik vertel Bastiaans, dat ik zijn boek „Psychosomatische gevol gen var onderdrukking en ver zet" heb gelezen, zijn in 1957 verschenen dissertatie. Een boekwerk vol afschuwelijke herbelevingen van kamperva ringen. Zoals van die vrouw, die doo: hem in 1951 opgeno men werd omdat zij plotseling enorm in lichaamsgewicht toe nam en zich frigide toonde bij sexueel kontakt. Pagina na pa gina beschrijft Bastiaans hoe zo'n vrcuw door alle doorstane gruwelen (én door reeds in haar jeugd opgedane traumata) tot haar syndroom kwam. In koude medische, wetenschappe lijke taak komen, de verslagen van de zittingen op je af. Een citaat: „Herbeleving van mar telsituatie waarbij de vrouwen naar een mannenbarak werden gebracht waar de mannen voor hun ogen werden gecastreerd, terwfjl de vrouwen daaraan moesten meehelpen. Ook 'zou den zij daarbij gedwongen zijn tot fellatio of het in de mond nemen van het afgesneden ge nitaal. Ook deze herbeleving gaat weer gepaard met enorme motorische ontladingen. Na af loop is zij in staat om er in be wuste toestand meer over mee te delen. Daarbij bestaat er bij zonder weinig verschil met het Een ander voorbeeld. Van een man ditmaal, die bijna 5 oor- logsjarer in gevangenissen en kampen doorbracht. Zijn in dringendste ervaring: op een gegeven moment, halverwege de oorlog, wordt hij overge bracht naar een strafkamp, waar de gemiddelde levens duur 3 weken bedraagt. Marte lingen zijn er aan de orde van de dag. Op een dag worden 20 mannen ter dood gebracht via het inbrengen van, een water slang in het rectum (weten schappelijke naam voor endel darm, laatste gedeelte van de dikke darm, eindigend aan de aarsopening. W.W.), waarbij het darmkanaal wordt opgespoten tot het perforeert. Onder hen is patiënt. Tijdens de marteling verzet hij zich hevig. Zo hevig, dat verschillende mannen op zijn rug gaan zitten om hem vast te houden. Wanneer men hem dood waant, wordt hij op de lijkenhoop gesmeten. Uren later slepen vrienden, die nog levenstekenen ontdekken, hem weg. En zo'n man nu komt weer „heelhuids" thuis. Maar vraag niet wat hij aan deze en andere ervaringen overhield. Aan de hand van het boek van professor Bastiaans maakte ik deze kleine, lang niet volledige opsomming, die duidelijk maakt wat het eigenlijk in gewoon Nederlands zeggen wil: „Psy chosomatische gevolgen van onderdrukking en verzet". De man werd opgespoten met water: NU heeft hij herhaaldelijk darmbloedin gen. Vooral wanneer zijn omgeving hem krenkt of wanneer hij zich weer eens tevergeefs heeft ingespan nen De man moest zich tijdens de water-marteling tot het uiterste verdedigen. Hij moest persen, de adem in houden,. Na de oorlog heeft hij astmatische klachten. De mad kreeg stokslagen hl het kamp. Soms 75 achter elkaar zonder dat hij 'n kik mocht geven. Na de oorlog klaagt hij over rugpijn en rheuma. In het kamp werd hij op gedreven. Steeds klonk het bevel Marsch! Marsch! Marsch! Na de oorlog is hij nerveus en over-aktief. TOEN hoorde hij regelma tig de ketenen van, de ge vangenen rammelen. Na de oorlog krijgt hij nóg de schrik als er een vrachtwa gen met rammelende melk bussen voorbij rijdt. De man leed honger in 't kamp Wanneer na de oor log een van zijn gezinsle den een hapje tussendoor neemt, reageert hij daar ge prikkeld op. Geeft tijdens de maaltijden al zijn gezinsle den evenveel. En zo gaat de professor nog 'n tijdje door in zijn boek. Ruim ï/i dichtbedrukte pagina vol gevolgen voor die éne man. Ik vraag hem: Helpt dat nou als tenslotte alles aan de psychia ter bekend is. Is zo'n man daar-, na ineens genezen,? Bastiaans: „Ineens natuurlijk niet. Die gesprekken kunnen soms, met tussenpozen, maan den of jaren duren. Maar op 'n gegeven moment, als werkelijk ALLES eruit is, dus ook de traumatische jeugdervaringen, ja, dan ZIE je die mensen weer opbloeien. Vergeten zullen zij het nooit. Maar zij weten nu te lever met die herinnerin gen" Een gewetensvraagje tot slot: hoe kijkt professor Bastiaans, na ruim een kwart eeuw be vrijding, maar nog bijna dage lijks geconfronteerd met de brute methoden van de nazi's, tegen het Duitse volk aan? Hij: „Heel gewoon en ik zal U ook zeggen waarom. Ik besef dat het Duitse volk niet het enige volk is, dat in het verle den gemarteld heeft. Ik besef dat het vroeger ook door an deren gebeurde EN DAT HET NOG GEBEURT. Ik mag U er misschien aan herinneren, dat de Engelsen de concentratie kampen hebben UITGEVON DEN. En ik zal U ook nog ver tellen dat ik in de gelegenheid geweest ben om in Dublin, on langs enkele IRA-mensen te onderzoeken, die door de En gelsen gebrainwasht zijn. Nou, neemt U maar van mij aan: dat loog er ook niet om. Wat dat betreft hebben, we nog steeds niks geleerd". En fluisterend, terwijl we af scheid nemen: „Wat niet weg neemt, dat ik graag eens zou onderzoeken hoe een nazi zijn oorlogsverleden verwerkt heeft. Dat is nog nauwelijks onder zocht. Ik ben al jaren, heel in tensief, op zoek naar een SS- er. Ik zou zo'n vent ook wel eens LSD willen geven en zeg gen: vertel eens op. Waarom heb je dat allemaal gedaan,? Tekst: Wim Wennekes Foto: Tido Gideonse

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 17