'ARESSE
oriteuT
mteur
mien
[Ontvluchten
I?"eer' Revan» St-eer °ProePen
Warme liefde
Nachtmerries
Lampekappen
Onverteerbaar
Opspuiten
Iets verschrikkelijks
Gecastreerd
Niets geleerd
gezet onderwijs
1 het 2e jaar
ind, plus 7%
/o onregel-
wonen in ons
ihrljf dan even
>or het maken
eyn, direktrice
el,
oes.
Jefoon 01100 - 8710
over te gaan tot
L.a. behoren
lische en persoon-
|rs in binnen- en
|g van orders,
bze verzendingen
^nen reflectanten
|aardigheid in de
lisatorische kwa-
lin internationale
prtgelijke functie.
ïchnologisch
lelburg
liuli 1973
lebruikelijke kantoor-
In moet verrichten.
Igens provinciale re-
bei aan de directeur.
Ilefonisch worden
0155.
DUZEN
et poetsen en
auto's.
af
in Zoon B.V'
TEL. 01150 - 456^
01153 - 1468
JEU
vrij.
|@terdagbij!age van 5 mei 1973
iU nu het Centru,m 45?
1S,dit nu die kliniek waar
In de komende maanden en
1 '°1 ex-verzetsmannen en
j voners geleerd wordt
^ven met hun gruwelijke
Kchvanniet'wanneer dj-
t e rondleiding. Wat
K?dat bekende Avenue-
llrlie hier? Waarom dat bij-
Bijenkorf-interieur?
IS- van zuiver scheerwol
End geel en warm brum.
IS indirekte verlichting.
Eigrafisch werk aan bijna
1? muren. Hagelwitte kan-
Lneiibelen zoals je ze uit-
fand denkt aan te treffen in
I burelen van snelle reclame-
f.,ens Slaapkamers (10 een-
Lons en 5 twee-persoons)
sarop tot nu toe hotels ivanaf
Kb sulden per nacht) het al-
Cthl leken te hebben.
«tóen lampen, asbakken, zit-
«ordijnen. Stuk voor stuk
tjormd en geplaatst volgens
1 richtlijnen van de Neder-
Ljse vereniging van binnen-
fc-architecten.
Ere?' „Mooi, heel mooi".
Kiering knikt en laat me
Er uit En ik herinner me
it hij bij een eerdere gele
peld had gezegd tegen een
jurnalist van het KRO-blad
(lulio: „Als de laatste patiën-
Lovei tien tot vijftien jaar
Boud zijn, is het gebouw heel
isihikt als motel. Het ligt vlak
Engs de autoweg".
r honderd meter verderop,
E de oude, zo op het oog bijna
Itgeleefde Jelgersmakliniek te
Igstgeest zegt de geestelijke
lader van „Centrum '45", pro-
te™ dr J. (van Jan) Basti-
ïins: „Ik vind het té mooi. Het
fcpet het Hiltonhotel. De men-
tr waarvoor het Centrum be-
loeld is herkennen die sfeer
liet Ik ben benieuwd of ze
Jicli er thuis zullen voelen". En
L een kort gewetensonderzoek:
ÏMaar dat is praten achteraf.
Boen de architect me de plan
tal op tekening liet zien, zei
|k: mooi, geweldig. Ja, je bent
e weinig deskundig op bouw-
tundig gebied om te doorzien
prat eer, tekening allemaal in-
it II zag alleen de hoofd-
en dié klopten wel",
iertfer die middag had hij me
fa hoofdlijnen aangegeven:
Ilte de architect aan het werk
feg hebben we hem één ding
Jo» het hart gedrukt. Het com-
llK mocht én als geheel én in
fails geen enkele herinnering
poepen aan gevangenissen en
concentratiekampen".
0.» mijn waarom-vraag: „Oh,
pl is heel belangrijk. Dat heb
reu we in het verleden wel er-
teren. De mensen die een KZ-
lyndroom hebben, leven op de
fepen van hun zenuwen. Door
liet minste of het geringste
Bonnen ze van hun stuk ge-
Bracht worden. Daarom: wil je
p met succes behandelen, dan
ie alles wat een slechte In-
"1 op de behandeling kan
en vantevoren moeten uit
puilen".
k —s hem voor wat de vrouw
|an een ex-concentratiekamp-
pvangene eens in een Parool-
pterview vertelde'. „We pro
efden hem steeds te ontzien,
r® zeilden- bijvoorbeeld nogal
l eri ^an keken de jongens
iflij we^ ^on' Als we op prik-
f'draad uitkeken moesten we
E er en als we in de verte de
Jwsteen van een melkfa-
B? za§en- konden we ook
■net aanlortrtQ»,»
|de
je met al je goede bedoelingen.
Een schouder-ophalen met de
uitdrukking van: maar wat doe
je eraan. En: 'n korte glimlach,
die deze middag niet veel meer
herhaald wordt gezien de wei
nig opwekkende aard van de
gespreksstof: zijn kwart-eeuw
oude inspanningen voor de lij
ders aan het KZ-syndroom.
We zitten in zijn sfeerloze werk
vertrek aan de achterzijde van
de Jelgersma-kliniek, waarvan
hij direkteur is. Professor dr.
J. Bastiaans. Een imponerende,
licht voorover lopende man.
Tussen de 1,90 en 1,95 meter
lang, schat ik. „Een drie-en-
negentig'corrigeert hij.
Ons gesprek is 10 minuten oud
en komt moeilijk op gang, om
dat hij duidelijk eerst wil uit
vissen wat voor een snoeshaan
er nu weer tegenover hem zit
alvorens zich over te geven
aan houtsnijdende antwoorden
en reakties. M'n grootste vrees:
dat ik binnen het uur weer
buiten sta, omdat hij bij het
kennismakende handjesschud
den had gezegd een uur de tijd
te hebben. Ik zeg dat me dat
nooit lukt. Bastiaans (koel):
„We zullen zien". En goddank:
uren later praten we nóg. Bij
sherry en zoute pinda's.
L,r-r Bas'iaans: nja, en dat
faii.» 'n de kleinste
könkroet ten aanzien
„bo™ van het Centrum
■Kt. m de kamers. Die
II,';," 20 gegroepeerd wor-
SiilVraiH W geen lange gsngen.
E«Men zoals in ziekenhui-
Bik r.Ae.Vangenit;sen- Inhoude-
lelkn in de kamers niet op
■fa ft6-"' 'l Idee van een
pint tr.SIe' waar 2e ie te™g
P moest het Maar tegeUfker-
Ifet ie el5™ hoek3e zijn,
i c e„W«k kunt °nt"
Imer nm^ndaar da' elke ka-
laar Am nde deuren heeft
■gevoel ini" ,ot,het halkon. Het
looi a P6eslot® te zitten is
Itoelijks nhme?s?n iets afschu-
|Vaak rr,„„„keb het toch zo
a sinds Ifh3 .t? Mensen, die
lts 28 'jaar rnjdlng- nu n°S,
|hatka!re',dende"r van hun
lï11 NIET d t °pen la~
gevoel van
loof U ÏÏ,ING te hebben? Ik
|iebouw ak voorheeldhet
■helemaal kS al mocht niet
Ijan teveel a,.n or"dat het
Jkampbarak Ma Ipken op een
■hoog. w„ Maar ook niet te
l^eer een an kon het wel
llen "e er «ii Dus maak-
l'omv Van feeltelijk een ge-
acder deef ping van en
n he 1 Werd twee ver-
het in
i. -'oie VfSvr nei in
harak m!n met meer op
T° Sevan'»!,^ok niet °P
toen h t0ch' Ik
lS1|tóaWtgeb0UW kIaar
I ®- ex-kqma,een Paar vrou-
lv l' s3baw~s te
i>ing Ztn °p de eerste
lS2ïsck okke uit het raam
I»116' ft M/omt zeiden
1I"5 denk! laagbouw
pinda's
Er zijn mensen, die 28 jaar na de bevrijding, 's nachts nog gillend wakker worden. Die plotseling
een hart-infarkt krijgen. Of een maagzweer. Of last van hoge bloeddruk. Allemaal (zonder dat
zij zich daarvan bewust zijn) tengevolge van gruwelijke oorlogservaringen, die niet geestelijk
verwerkt zijn. Op 16 mei komen koningin Juliana en prins Bernhard naar Oegstgeest, waar zij
een kliniek openen, die speciaal voor deze mensen bedoeld is: Centrum '45. Over de moeilijk
heden die er om de bouw gerezen zijn, heeft II in deze krant kunnen lezen.
Op déze pagina heeft Wim Wennekes een gesprek met de grote inspirator achter het Centrum
'45: professor dr. J. Bastiaans.
:Daar
daar ga
Korte levensloop: wordt in
1917 in Rotterdam geboren.
Gaat medicijnen studeren in
Amsterdam en vat als student
reeds een warme liefde op voor
de psychiatrie omdat „ik toen
al zag hoeveel mensen met pro
blemen rondlopen. Problemen,
die ze maar niet kunnen ver
werken".
Oorlog. Bastiaans gaat in het
stud enten verzet, maar niet voor
lang. Een ongeval maakt een
eind aan zijn aktiviteiten. Ver
lamd aan een been. Het gevolg:
hij kan niet lang meer achter
elkaar staan. Daarom én om
dat zijn lengte ook bezwaarlijk
was bij langdurige operaties
(„Het steeds maar voorover ge
bogen staan. En dat dan uren
lang") ziet hij na de oorlog af
van eer verdere loopbaan in de
chirurgie. Hij kiest definitief
voor de psychiatrie en ontwik
kelt daarbij een alles overheer
sende interesse voor de „psy
chosomatiek". Naar later zal
blijken de basis voor al zijn in
spanningen ten behoeve van de
concentratiekampslachtoffers.
Maar wat is nu precies „psy
chosomatiek"? Heel eenvoudig
gezegd dit: bepaalde lichame
lijke ziekten kunnen het gevolg
zijn van geestelijke spanningen.
Zo kun je bijvoorbeeld een
hart-infarct krijgen OMDAT
je bloot staat aan bepaalde
geestelijke spanningen. De psy
chosomatiek nu is de weten
schap die systematisch het ver
band probeert te leggen tussen
die geestelijke spanningen en
het optreden van de lichame
lijke reaktie.
En wat is de kern van het
KZ-syndroom? Dat sommige
concentratiekampbewoners de
emoties van toen niet hebben
kunnen verwerken. Na verloop
van tijd is zich dat gaan wre
ken in het optreden van de
meest uiteenlopende organi
sche storingen zoals hoge bloed
druk, hartinfarkten, astma, en
zovoort
jDat mag niet
De mensen met een KZ-syn-
droom. Nu, 28 jaar na de oor
log, lopen er nog minstens
10.000 (schat Bastiaans) rond.
Mensen die zich na de bevrij
ding wél lichamelijk, maar niet
geestelijk bevrijd voelden. Ik
vertel Bastiaans dat ik bij de
voorbereidingen voor dit ge
sprek gestuit ben op het resul
taat van een onderzoek van de
psychiaters Ripley en Wolf, die
ontdekten dat negers oorlogs
ervaringen veel makkelijker
hadden verwerkt dan blanken.
Bastiaans, af en toe aangevuld
door zijn wetenschappelijk
hoofdmedewerker dr. Abraham
Braun (een Roemeen): „Ja, en
dat is ook logisch. Wij blanken,
wij hebben al generaties ge
leerd om. ons te beheersen. Ge
voelens te verbergen. Emoties
te onderdrukken. Heel hard en
erg lang en nadrukkelijk la
chen: dat MAG niet. Huilen,
zeker voor mannen, is uit den
boze. Dat HOORT niet. Dat
zijn WAARDEN die wij geleerd
hebben. Dat zit al eeuwen in
onze opvoeding. Negers daar
entegen hebben veel minder de
last te dragen van een eeuwen
oude conventionele opvoeding.
Daarom ook heeft U in dat on
derzoek kunnen lezen, dat zij
op oorlogservaringen, direkt bij
de confrontatie al, hysterisch
en psychotisch reageerden. ZIJ
konden het ineens kwijt raken.
Zij zochten en vonden voor hun
emoties op DAT moment een
uitweg Een primitieve welis
waar, maar wel een zeer doel
treffende".
Dr. Braun: „Zij reageerden wat
in de westerse wereld genoemd
wordt: abnormaal. Maar wat is
abnormaal? En wat is nor
maal? Ik kom uit Roemenië.
Daar kunnen wij ons bij fees
telijkheden zó laten gaan, dat
een westerling zich afvraagt of
dat nog normaal is. Ja, voor
ons is dat normaal".
Achter m'n rug heeft Bastiaans
inmiddels een aantal schoolbor
den opgesteld, waarop het
„ziektebeeld" van het KZ-syn-
droom in schema is gebracht.
i Zo'n behandeling grijpt je ontzettend aan. Na afloop ben je moe. Verschrikkelijk moe."
Met de vinger wijzend, pratend
op dikteersnelheid en met een
onmiskenbare doceertoon: „Wij
onderscheiden ten aanzien van
het KZ-syndroom drie fasen".
Het lesje duurt ruim tien mi
nuten en ik begrijp er dit van:
direkt na de oorlog kwamen de
kampslachtoffers in fase 1, die
soms maanden, soms jaren
duurde. Enkele kenmerken vooy
de patiënt in fase 1: sterke
overgevoeligheid voor o.a. licht,
geluid, aanraking en geuren;
angst-aanvallen; nachtmerries;
vage lichamelijke klachten en
schuldgevoelens. Fase 2: De
psychische reakties nemen af
(nachtmerries), maar de licha
melijke reakties groeien in aan
tal en ernst: maagzweren, hart
infarkten. Fase 3 tenslotte (die
voor sommige patiënten al 10
jaar geleden begon): weer
wordt de patiënt nerveus en
prikkelbaar, maar hij heeft
steeds meer moeite om zich te
beheersen. Oorlogservaringen
komen weer boven. In nacht
merries wordt alle ellende op
nieuw beleefd. De opperste be
klemming van de ziel is een
feit. Het schuldgevoel is alles
overheersend.
Dokter Braun komt met een
voorbeeld: „Ik heb pas een man
behandeld, die in Buchenwald
gezeten heeft, dat verschrikke
lijke kamp waar Ilse Koch
haar mensonterende hobbies
uitoefende. Na de oorlog heeft
die man geleidelijk alle fasen
doorlopen en tenslotte kwam hij
er uit tevoorschijn met hoge
bloeddruk, ongecontroleerde
Uit
aan die man gevreten: dat HIJ
zich daarvoor geleend had. Dat
mensen misschien de dood in
waren gejaagd omdat in de le
derzaal van Buchenwald een
mede-kampbewoner zat, die be
reid was van de huid van zijn
vroegere lotgenoten lampekap
pen te maken. Dié ervaring
heeft die man nimmer kunnen
verwerken. Zijn hele redenatie
was: als ik geweigerd had was
ik weliswaar gedood, maar dan
was die ander misschien in le
ven gebleven. Nu hij er EIN
DELIJK met iemand over kon
praten viel na al die jaren de
spanning weg".
agressie en enorme depressies,
die hij dan weer afreageerde
door overmatig alcoholgebruik.
Ik heb die man een LSD-be-
handeling gegeven en toen
kwam het allemaal uit: in Bu
chenwald had hij lampekappen
moeten maken voor Ilse Koch.
Lampekappen van mensenhuid.
Hij had de hoofdhuid van
kampbewoners, die hij gekend
had, ineen moeten laten
schrompelen, tot hij balletjes
overhield ter grootte van een
appel. Omdat Ilse Koch dat zo
MOOI vond. Dat heeft enorm
in roes vermelde feitenmate
riaal (castraties, opensnijden
van de mannen, op elkaar ge
bonden worden, moeten eten
en koken van delen van man
nen)". Einde citaat.
Bastiaans: „Maar het grote pro
bleem is: hoe krijg ik zo'n man
aan hei praten? Het wantrou
wen van de KZ-mensen is
groot. Ze zijn bang, dat ze niet
serieus genomen worden. Ze
zijn bang dat iemand die die
ervaringen niet gehad heeft, zal
zeggen: het zal wel overdreven
zijn. Als het echt zo erg ge
weest is was je er niet heel
huids uit gekomen. Dan was
jij net als al die anderen
DOOD".
Later zal hij daar nog aan toe
voegen: „Wie van z'n KZ-syn-
droom af wil moet nog één keer
door dt hel durven gaan. Sa
men met een vertrouwensman.
Nog éér, keer moet hij alles
opnieuw beleven. Maar er is
een voorwaarde: tijdens de be
handeling moet hij zijn emoties
niet zoals in het kamp verdrin
gen, maar uiten. Hij moet hui
len, haten, schelden, aanvallen.
AL DIE dingen doen, die je in
het kamp niet mocht op straffe
van de dood. De verdrongen
emoties moeten samen komen
met de beeldherinnering opdat
de totale ervaring rustig in 't
geheugen kan worden opgebor
gen. Maar daarvoor is nodig
dat ze zich durven te uiten. En
dat is voor de meesten een on
verteerbare zaak. Weet U hoe
dat komt? Ze beschouwen het
als een geweldige capitulatie.
Ze redeneren: de Duitsers heb
ben me niet klein gekregen en
nu zal het die dokter Bastiaans
wel lukken? Dat nooit!"
Ik vraag of het mogelijk is zo'n
LSD-zittirig eens mee te maken.
Bastiaans: „Wat mij betreft wel,
maar ik heb op het ogenblik
geen patiënt die anderen erbij
wil hebben. Misschien later
eens".
Ik zeg: zo'n zitting moet iets
verschrikkelijk zijn.
Bastiaans: „In het begin hele
maal. Het grijpt je ontzettend
aan. Na afloop ben je moe, ver
schrikkelijk moe. Het zijn zit
tingen van vele uren. Toen ik
nog niet met LSD werkte heb
ik patiënten behandeld tijdens
zittingen die in. totaal zo'n 500
tot 1000 uren vergden". Maar
dokter Braun vind dat ant
woord kennelijk te kil: „Ik zit
nog niei zolang in dit werk als
de professor. Ik heb het er veel
moeilijker mee. Er zijn zittin
gen, die zó aangrijpend zijn, dat
ikzelf in het begin tranquilli
zers moet nemen. En 's nachts
slaapmiddelen om in slaap te
komen'
Bastiaans: „Inderdaad. Ik heb
ook perioden gehad, dat ik het
niet meer ko» opbrengen, dat
ik een tijd moest stoppen. Het
is werk, dat je confronteert met
de meest wezenlijke dingen van
dit bestaan. Tijdens zo'n be
handeling heb je SAMEN ver
driet. Soms zit ik samen met
de patiënt zomaar op de grond.
Hij of zij in. m'n armen. Als een
vader met z'n zoon. Op andere
momenten ben ik de moeder of
zomaar een vriend. Maar hoe
gruwelijk het ook is: je mag je
nooit helemaal laten gaan. je
kunt dit werk doen, omdat je
er naast spanning ook ontspan
ning in vindt. Dat wil zeggen:
terwijl je de patiënt opnieuw
laat lijden, laat huilen en ha
ten, zoek je intussen al naar
een onlossing voor zijn proble
men. Dat zoeken is de ontspan
ning, de bevrediging van dit
werk".
Ik vertel Bastiaans, dat ik zijn
boek „Psychosomatische gevol
gen var onderdrukking en ver
zet" heb gelezen, zijn in 1957
verschenen dissertatie. Een
boekwerk vol afschuwelijke
herbelevingen van kamperva
ringen. Zoals van die vrouw,
die doo: hem in 1951 opgeno
men werd omdat zij plotseling
enorm in lichaamsgewicht toe
nam en zich frigide toonde bij
sexueel kontakt. Pagina na pa
gina beschrijft Bastiaans hoe
zo'n vrcuw door alle doorstane
gruwelen (én door reeds in
haar jeugd opgedane traumata)
tot haar syndroom kwam. In
koude medische, wetenschappe
lijke taak komen, de verslagen
van de zittingen op je af. Een
citaat: „Herbeleving van mar
telsituatie waarbij de vrouwen
naar een mannenbarak werden
gebracht waar de mannen voor
hun ogen werden gecastreerd,
terwfjl de vrouwen daaraan
moesten meehelpen. Ook 'zou
den zij daarbij gedwongen zijn
tot fellatio of het in de mond
nemen van het afgesneden ge
nitaal. Ook deze herbeleving
gaat weer gepaard met enorme
motorische ontladingen. Na af
loop is zij in staat om er in be
wuste toestand meer over mee
te delen. Daarbij bestaat er bij
zonder weinig verschil met het
Een ander voorbeeld. Van een
man ditmaal, die bijna 5 oor-
logsjarer in gevangenissen en
kampen doorbracht. Zijn in
dringendste ervaring: op een
gegeven moment, halverwege
de oorlog, wordt hij overge
bracht naar een strafkamp,
waar de gemiddelde levens
duur 3 weken bedraagt. Marte
lingen zijn er aan de orde van
de dag. Op een dag worden 20
mannen ter dood gebracht via
het inbrengen van, een water
slang in het rectum (weten
schappelijke naam voor endel
darm, laatste gedeelte van de
dikke darm, eindigend aan de
aarsopening. W.W.), waarbij het
darmkanaal wordt opgespoten
tot het perforeert. Onder hen
is patiënt. Tijdens de marteling
verzet hij zich hevig. Zo hevig,
dat verschillende mannen op
zijn rug gaan zitten om hem
vast te houden. Wanneer men
hem dood waant, wordt hij op
de lijkenhoop gesmeten. Uren
later slepen vrienden, die nog
levenstekenen ontdekken, hem
weg.
En zo'n man nu komt weer
„heelhuids" thuis. Maar vraag
niet wat hij aan deze en andere
ervaringen overhield.
Aan de hand van het boek van
professor Bastiaans maakte ik
deze kleine, lang niet volledige
opsomming, die duidelijk maakt
wat het eigenlijk in gewoon
Nederlands zeggen wil: „Psy
chosomatische gevolgen van
onderdrukking en verzet".
De man werd opgespoten
met water: NU heeft hij
herhaaldelijk darmbloedin
gen. Vooral wanneer zijn
omgeving hem krenkt of
wanneer hij zich weer eens
tevergeefs heeft ingespan
nen
De man moest zich tijdens
de water-marteling tot het
uiterste verdedigen. Hij
moest persen, de adem in
houden,. Na de oorlog heeft
hij astmatische klachten.
De mad kreeg stokslagen hl
het kamp. Soms 75 achter
elkaar zonder dat hij 'n kik
mocht geven. Na de oorlog
klaagt hij over rugpijn en
rheuma.
In het kamp werd hij op
gedreven. Steeds klonk het
bevel Marsch! Marsch!
Marsch! Na de oorlog is hij
nerveus en over-aktief.
TOEN hoorde hij regelma
tig de ketenen van, de ge
vangenen rammelen. Na de
oorlog krijgt hij nóg de
schrik als er een vrachtwa
gen met rammelende melk
bussen voorbij rijdt.
De man leed honger in 't
kamp Wanneer na de oor
log een van zijn gezinsle
den een hapje tussendoor
neemt, reageert hij daar ge
prikkeld op. Geeft tijdens de
maaltijden al zijn gezinsle
den evenveel.
En zo gaat de professor nog 'n
tijdje door in zijn boek. Ruim
ï/i dichtbedrukte pagina vol
gevolgen voor die éne man. Ik
vraag hem: Helpt dat nou als
tenslotte alles aan de psychia
ter bekend is. Is zo'n man daar-,
na ineens genezen,?
Bastiaans: „Ineens natuurlijk
niet. Die gesprekken kunnen
soms, met tussenpozen, maan
den of jaren duren. Maar op 'n
gegeven moment, als werkelijk
ALLES eruit is, dus ook de
traumatische jeugdervaringen,
ja, dan ZIE je die mensen weer
opbloeien. Vergeten zullen zij
het nooit. Maar zij weten nu
te lever met die herinnerin
gen"
Een gewetensvraagje tot slot:
hoe kijkt professor Bastiaans,
na ruim een kwart eeuw be
vrijding, maar nog bijna dage
lijks geconfronteerd met de
brute methoden van de nazi's,
tegen het Duitse volk aan?
Hij: „Heel gewoon en ik zal U
ook zeggen waarom. Ik besef
dat het Duitse volk niet het
enige volk is, dat in het verle
den gemarteld heeft. Ik besef
dat het vroeger ook door an
deren gebeurde EN DAT HET
NOG GEBEURT. Ik mag U er
misschien aan herinneren, dat
de Engelsen de concentratie
kampen hebben UITGEVON
DEN. En ik zal U ook nog ver
tellen dat ik in de gelegenheid
geweest ben om in Dublin, on
langs enkele IRA-mensen te
onderzoeken, die door de En
gelsen gebrainwasht zijn. Nou,
neemt U maar van mij aan: dat
loog er ook niet om. Wat dat
betreft hebben, we nog steeds
niks geleerd".
En fluisterend, terwijl we af
scheid nemen: „Wat niet weg
neemt, dat ik graag eens zou
onderzoeken hoe een nazi zijn
oorlogsverleden verwerkt heeft.
Dat is nog nauwelijks onder
zocht. Ik ben al jaren, heel in
tensief, op zoek naar een SS-
er. Ik zou zo'n vent ook wel
eens LSD willen geven en zeg
gen: vertel eens op. Waarom
heb je dat allemaal gedaan,?
Tekst: Wim Wennekes
Foto: Tido Gideonse