iisligen
leegkundige
tenhuis
TYPISTES
waarschijnlijk
niel
blijven groeien
EDWARD GIEREKS LAND KRIJGT FRISSE BLOS
Lente in
Polen
niet alleen
in natuur losgebarsten
>E SCHOOL MOET SOLID A RITEIT LEMEN
Verwondering
iger
erne
neeskunde
gemengde
s cial ismen
TELEUR
STELLING
„WONDER"
rbeiWnkennis dan
Niet definitief
CONSUMPTIE
NIET VERPLICHT
Zwemdiploma
Leren denken
ele jaren met sukses op L
m In het district Zuld-Wetj
bekendheid met het te be-
ilus de leeftijd van 28 tot 40
is daarmee exact de wens
weergegeven. Uiteraard moet
3 zijn sporen al ruimschoots
ieve inwerkperiode kan hij
zeer zelfstandige funktle. Het
ojndaire voorzieningen, als.
ïstmogelijkheden zijn zonder
te noemen.
(EUZEBUREAU
- EINDHOVEN
.urPN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PE LINGEN
LINGEIN e"|L|NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ^PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
1 n?nÜl'fiÉN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN - PEILINGEN PEILING
ILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE
1 detaillisten in de gemengds
kkelijk product, intensieve ser-
teun vanuit de binnendienst,
t de man, die de matrassen-
althans kind aan huls Is bij
type detaillisten. Werksfeer
n zijn van dien aard, dat het
nd die „goed zit" zin heeft eer
n.
iKEUZEBUREAU
EINDHOVEN
indien gewenst - zorgen
ng.
afspraken wordt rekening
tl 10, telefoon 01850-40044J
igtaak doch ook als part"
ize uit ochtend-, middag
's zaterdags worden
ook reiskostenvergoeding-
de normale kantooruren
7 te Oosterhout Nbr. Tel
er J. Bromet te Breda-
(Van onze redactie
binnenland)
DEN HAAG Al in 1971
I is de vruchtbaarheid van de
I Nederlandse gezinnen zeer
[dicht ui de buurt gekomen
Ivan het niveau, waarop een
■bevolking op den duur niet
Imeer groeit. Het i'eit, dat 11a
11971 het aantal geboorten in
[ons land snel nog verder is
[teruggelopen, benadrukt de
[noodzaak de consequenties te
[bezien van de situatie, waar-
|ki de vruchtbaarheid zo laag
[zou worden, dat dc nieuwe
■generaties dc vorige vervan-
I gen. Op den duur zou er dan
Iwen bevolkingsgroei meer
zijn.
Dit zegt drs. J. van den
Brckel, hoold van dc hoofd
afdeling bevolkingsstatistie
ken van lief Centraal Bureau
voor do Statistiek in het
maandschrift van het CBS.
Volgens hem is het zelfs niet
uitgesloten, dat het gemid-
jdelde kindertal van de gezin-
len lager zal worden dan
oor dc vervanging van ge-
[neralies nodig is. Overigens
het te verwachten, dat de
evolkingsgroci nog enige
ijd zal aanhouden, zij het
|dat dc groei waarschijnlijk
-verder zal afzwakken.
In 1972 is de trendmatige
[bevolkinsgroel voor het eerst
«ider de écn procent geble-
'cn. I11 het verleden is een
Icrgelijlt laag jaarlijks groei-
-mpo alleen maar onder in
vloed van bijzondere omslan-
Idigheden (epidemieën) voor
tkomen. Het ziet er nu naar
t, dat de vermindering van
groeitempo een meer
itnicturcel karakter heeft.
De Nederlandse bevolking
in liet afgelopen jaar met
uim 116.000 mensen of 0,9
gestegen tot bijna 13,4
Jjocn inwoners op 1 janua-
jl. I11 het jaar daarvoor
s de bevolkingsgroei
000 groter (150.000 of 1,1
In 1970 groeide de be
volking met 162.000 zielen
(1,2) pet).
Dc teruggang van het tem-
van de bevolkingsgroei
ngt vooral samen met een
aanhoudende daling van het
[geboorte-overschot (geboorte
Jniin sterfte) van 129.000
(één proeent) in 1970 tot
117.000 (0,9 pet in 1971 en
[ongeveer 101.000 (0,8 pet) in
1972. Vooral de teruggang
ivan liet geboorteniveau in
Jons land heeft hierbij een rol
■gespeeld. In 1970 werden nog
1839.000 (18,3 per 1.000 van
de bevolking) kinderen le
vend ter wereld gem-acht, in
1971 waren het er nog
227.000 (17,2 per duizend
Nederlanders) en in het af
gelopen jaar werden er op
nieuw minder geboren, na
melijk 214.000 of 16,1 per
1.000 inwoners.
De sterfte vertoonde een
lichte stijging, o.a. door de
voortdurende veroudering
van de bevolking. Het aantal
overledenen bedroeg in 1970
en 1971 rond 110.000 of 8,4
per duizend inwoners. In
1972 overleden 114.000 perso
nen ofwel 8,5 per 1.000 van
de bevolking.
Hoewel in 011s land de
band tussen trouwen en het
krijgen van kinderen en tus
sen sexualiteit en procreatie
losser is geworden, aldus drs.
Van den Brckel, is de na
tuurlijke groeikracht van de
Nederlandse bevolking rela
tief gezien nog altijd hoger
dan in andere ons omringen
de Europese landen. De na
tuurlijke groei was in 1971
in ons land 8,8 per 1.000
inwoners. Wij werden in dit
opzicht het dichtst benaderd
door Italië en Noorwegen
met resp 7,2 en 7,0 per 1.000.
In Frankrijk was het 6,4 per
1.000, maar veel lager was
de natuurlijke groei in Enge
land (4,6) en Zweden
(3,9 per 1.000). Luxemburg
(0,3) en West-Duitsland
(0,8) hadden bijna geen na
tuurlijke groei van de bevol
king meer.
De grotere groeikracht van
de Nederlandse bevolking
houdt verband met de in
vloed van de Nederlandse
bevolkingsopbouw, die naar
verhouding minder verou
derd is dan dit van andere
Europese landen, doordat zij
gedurende langere tijd onder
invloed is blijven staan van
een relatief hoog vruchtbaar-
heidspeil. De Nederlandse
bevolkingsstructuur wordt
momenteel vooral geken
merkt door de aanwezgheid
van veel jonge gezinnen als
gevolg van de doorstroming
door de leeftijdspyramide
van hogere geboortejaargan
gen uit liet verleden (o.a. dc
na-oorlogse geboortegolf) en
Idoor de ai enige jaren aan
wezige tendens tot jonger
trouwen.
Volgens drs. Van den Bre-
kel komt in de drastische
teruggang van het geboorte
cijfer in ons land een be
langrijk stuk van de feitelij
ke teruggang van de vrucht
baarheid nog niet tot ui
ting.
(Van onze correspondent)
WARSCHAU Zwierig en compleet met een servet over
de arm schenkt de kelner de kleine glaasjes vol. De dine
rende gasten nippen met kennersblik en knikken elkaar
voldaan toe. Waarover z(j zo voldaan zjjn is echter geen
zeldzame Bourgogne, maar een gewoon glaasje Coca Cola.
De Warschause upper ten drinkt cola bij het meest exquise
diner sinds Gierek toestemming lieett gegeven dit bij uit
stek kapitalistische drankje in Polen te importeren.
Daarmee hebben de Polen
een „forse voorsprong" gekre
gen op vrijwel alle andere
Oosteuropcse volkeren. De co
la-rage is echter niet het enig
nieuwe dat Giercks Polen te
bieden heeft. Wie dezer dagen
in Warschau rondloopt of het
land bereist constateert tot
zijn verbazing dat de lente in
Polen niet alleen in de natuur
is losgebarsten. Ook Giereks
lente begint langzamerhand
scherpere contouren aan te ne
men. In nauwelijks twee jaar
is hij erin geslaagd op het
grauwe gelaat van Polen een
frisse blos te toveren.
De Polen hebben de laatste
eeuwen maar weinig reden tot
optimisme gebaid, maar de af
gelopen twee jaar hebben toch
zoiets als een soort vertrou
wen in de toekomst doen ont
staan.
Dit speelt vooral bij de ge
wone mam die trouwens ook
alle reden tot tevredenheid
heeft. De lonen zijn sinds 1971
met twaalf procent gestegen,
terwijl gedurende diezelfde
periode de prijzen van levens
middelen bewaren bleven.
Die bevriezing duurt in elk
geval nog tot 1974. En daar
zijn dan geen foefjes van
trendverhoging of iets derge
lijks bij toegepast. Maar het
kost de staat natuurlijk wel
geld, véél geld. Doch dat geld
tracht Gierek weer te verdie
nen door besparingen in de
bureaucratische sector en door
een hogere produktie in de
bedrijven. Merkwaardigerwijs
is het nu voor het, eerst sinds
de oorlog, dat de Polen bereid
zijn om inderdaad harder en
efficiënter te werken.
De eerste secretaris van dc
Poolse vakbonden, Ryszard
Pospiesynski, heeft wel een
verklaring voor wat men een
„Pools wondertje" mag noe
men. „Gomulka heeft de ar
beiders altijd overal huiten
gehouden. Daartegen zijn we
in opstand gekomen. In Danzig
en Stettin heeft Gierek na de
demonstratiesIn december
1971 beloofd, dat wij er weer
bij zouden horen, dat we mee
mochten praten. Ilij heeft zijn
woord gehouden. En nu zijn
wij loyaal. We proberen met
zijn allen Polen uit het slop te
halen".
Pospiesynski geeft ook toe,
dat de vakbonden eigenlijk
voor het eerst sinds de oorlog
een reële taak in Polen heb
ben gekregen. Vroeger furr-
geerden zij slechts als de
„stem wan de meester", dat
wil zeggen van de partij. „Wij
hebben de taaie onze positieve
ontevredenheid uit te druk
ken. We geven niet alleen on
ze kritiek op de planning, we
kunnen nu ook mee-plannen.
En we merken dat de partij
zeer vaak onze ideeën over
neemt".
De jeugd schijnt er al even
positief over te denken, wan
neer we althans Stanislav Cie-
niuch mogen geloven. Hij is
een zogenaamde „beroepsjon-
gere", een van de nauwelijks
nog tot de jeugd behorende
secretarissen van de Poolse
jeugdbeweging. „Wij hebben
van Gierek een nieuw per-
speotief gekregen. Daarom zijn
we zo enthousiast". Dit per
spectief blijkt vooral te be
staan uit de garantie voor
werkgelegenheid. Nu moet
men inderdaad constateren,
dat er van jeugdwerkeloosheid
momenteel nauwelijks nog
sprake kan zijn.. Onder Go
mulka was dat wel anders.
Nauwelijks de helft van de
afgestudeerden of juist van de
vakscholen gekomenen kregen
toen een baantje en dan
nog meestal in een branche
die hun volkomen vreemd
Toch is het ook in Polen
niet allemaal rozegeur en ma
neschijn. De tevredenheid van
de vakbondsleiders en de
jeugdbureaoraten lijkt niiet al
te zeer in de diepte te gaan.
Een van de leiders wam de
katholieke oppositie in het
parlement (waar vind je zo
iets in Oost-Europa, behalve in
Polen?!), Tadeusz Mazoviecki,
mist nu juist het perspectief
waarover de optimistische
jeugdleider zo enthousiast is.
„Natuurlijk ben ik blij met de
grotere werkgelegenheid, met
de ruimere koopkracht en met
de meerdere inspraak. Maar ik
zie tot mijn spijt alleen maar
„meer" wan alles en niets
nieuws. Het echte perspectief
ontbreekt. Wat we op het
ogepblik doen is alleen, maar
streven naar meer welvaart,
een aangenamer en rijker le
ven. Een echt Pools perspec
tief is er niet".
Mazoviecki schijnt gelijk te
hebben, maar het is de vraag
of hij als ingezetene van een
Westeuropees land niet het
zelfde zou zeggen. Hij is de
leider van een intellectuele
elite. Hij zou graag een gees
telijke revolutie zien, maar
beseft niet dat de geleidelijke
materiële revolutie in Polen,
gecombineerd met de zeer
voorzichtige democratisering
bijna iets ongehoords is in het
Oostblok.
Dat wil echter niet zeggen,
dat Mazoviecki het hierbij het
rechte eind zou hebben. Wie
met willekeurig welke Pool
dan ook een praatje aanknoopt
en zich als Westerling ontpopt,
merkt al gauw dat de belang
stelling van de gesprekspart
ner vooral uitgaat naar auto's,
en dian niet een gewoon au
tootje, nee, op zijn minst naar
een Mercedes 220.
In de Warschause hoofdstra
ten wordt men nog al eens
door illegale geldwisselaars
aangeschoten. Doorgaans
wordt daarbij een lijdend ge
zicht getrokken... ze moeten
westerse geneesmiddelen ko
pen voor ernstig zieken en
westeroe geneesmiddelen zijn
alleen maar te krijgen tegen
westerse deviezen.
De oplettende buitenlander
kan echter al spoedig merken
diat hij niet met goede huisva
ders, doch met professionele
dewiezenzwendelaars te maken
heeft. Wamt de voorkeur van
de Poolse deviezenbezitter
gaat niet uit naar broodnodige
geneesmiddelen, maar naar
peperdure Ronso-n-gasaanste-
kers, westerse hemden (merk
„Zwarte Roos"), Amerikaanse
whisky en Franse cognac. (De
buitenlandse dranken kan men
trouwens ook voor zéér veel
Pools geld kopen).
Dat zijn dan zo ongeveer de
enige artikelen in Warschau
die niet met Poolse pasmunt
gekocht kunnen worden. Wamt
overigen» -geldt in dè Poolse
hoofdstad wat ook voop de
Winkel vhn Sirikol geldt: er is
letterlijk alles te koop. Artike
len uit het Western (die nu
eenmaal „in" zijn) blijken
meestal nogal prijzig. Een Re-
mington-scbeerapparaat ligt in
de etalages voor éénderde van
een gemiddeld maandloon te
koop. Voor een kinderfietsje
betaal je een kwart van je
maandloon en wie zijn hele
maandloon tegelijk wil uitge
ven moet voor elk van zijn
vier kinderen een mooie wind
jack kopen die dan wel met
bont gevoerd is. Nylon en po
lyester-artikelen dn heel
Oost-Europa zo schaars zijn
overal te krijgen, de levens
middelenwinkels zijn zó ge
sorteerd dat zij vrijwel alle
winkels in elke Oosteuropese
hoofdstad kunnen overtroeven
en de enige file die we Icon
den ontdekken stonid voor een
deliicatesserawdnkel op een zon
dagmorgen.
Langzamerhand begint men
ook de strijd aan te binden
tegen wat de Duitsers altijd zo
verachtelijk „Poolse econo
mie" hebben genoemd. Welis
waar moet men zelfs in een
zeer goed hotel nog de strijd
aanbinden tegen kakkerlakken
(acht gedood in vijf dagen),
maar de bediening die in
Polen altijd spreekwoordelijk
slecht is geweest blijkt in
twee jaar tijd begrip voor hof
felijkheid gekregen te heb
ben.
Alles lijkt trouwens een za
kelijker inslag te hebben als
enkele jaren geleden. Of dit
aan Gierek persoonlijk ligt
(hij bracht voor de oorlog en
kele jaren door in België en
Frankrijk waar hij als mijn
werker werkte) of aan de
nieuwe atmosfeer die het le
ven in Polen bepaalt is niet
erg duidelijk. Wèl staat vast,
dat er in Polen iets merk
waardigs aan de hand is en
dat men tot elke prijs tracht
te vermijden dit merkwaardi
ge luid te verkondigen. Nie
mand in Polen wil de naam
Dubcek in de mond nemen,
maar een feit is, dat Gierek
reeds vele malen in de rich
ting van Tsjeehoslowakije
heeft gewezen in zijn talloze
redevoeringen. Polen zoekt
heel voorzichtig een eigen weg
in het communisme. Dat een
flesje cola er maar vijf zloty
kost (je kunt er dus 600 krij
gen voor een doorsnee maand
loon.) is daar slechts een sym
bool van.
OP DE FOTO:
In Polen is iets merkwaar
digs aan de hand. Of dit aan
Gierek persoonlijk (hier in ge
sprek met mijnwerkers, vroe
gere collega's van hem) ligt is
nog niet duidelijk.
I in hun jongste vastenbrief
^rijven de Nederlandse bis-
i'ppen: „In het proces van
Üzakelijke bewustwording
len onderwijs en opvoeding
srote rot moeten spelen.
9 wijst erop", vervolgen
„dat heel onze samenle-
Ws, vanaf opvoeding en on-
.is'. doortrokken is van
1 individualistische competi-
Pe- en prestatiegeest'
(Schooi en gezin zijn cigen-
[)h dc twee grote toekomstbe-
J™rs van iedere jonge mens
onze maatschappij. Als we
Js hier beperken tot de
pool, gebeurt dat vooral om-
T [n die school de bestaande
R-'PP'j de individue-
f J°nge mens samen komen.
Kt is de kritiek op school
h onderwijs waarschijnlijk zo
•O tis het onderwijs zelf, al
M- alleen a' °m de een-
f reden dat ouders hier
aan" eei'St hun kind "a£"
ln zekere zin „prijsge-
üan krijgen anderen ook
Nöetrjewa|nd te zsggen' En
fep kritiek op de normen
L Jf' onderwijs aanlegt en
LX" 1116 het ste£t. staan de
n iai>POn niet alleen. Al ja-
Erw£niSerenommeerde on-
jj 'isdeslumdigen te hoop
18 land onderwiisbeleid in
[ar "vmi'i-i Vel6ma, hoogle-
hnde i ende °nderwijs-
OD didactiek, riep
ldiedaooV001'laatste Gemertse
;ïT" ,vaa het Brabantse
1 men, 1 ons onderwijs
'hw ken e,kaa'r te Ie"
h Omgaan met ,elkaar te lE"
ind te w umet elkaar een
Wereld kesturen? In de
nser statis t die n!et
Eamisrh Is' maar sterk
ln ondef geworden, wérkt
jeer, if^issysteem niet
[erdragen r Seri°ht is op
J^PPij-m-h7 P een maat-
f Prof. m"bewogmg.
Ph. Ideniburg
schreef in 1970 als voorzitter
van de Stichting voor Onder
zoek van het Onderwijs
(SVO) in Pedagogische Stu
diën, dat hij de ministeries
van Onderwijs en Weten
schappen als een van die grote
hinderpalen op de weg naar
een constructieve onderwijspo
litiek beschouwt. Daar viert
een administratief bureaucrati
sche structuur hoogtij, zegt
hij. Er zitten geen onderwijs
deskundigen. „Het gebrek aan
visie ligt als een dikke mist
over onze onderwijswereld.
Alle vaart dreigt erin vast te
lopen".
Hel mag duidelijk zijn dat
ln ons land nog maar weinig,
en onsystematisch nagedacht
wordt over en gewerkt wordt
aan een onderwijs dat het
kind niet zozeer wil opkweken
tot een nieuwe moderne wed-
loper in de „diploma-maat
schappij van vandaag" (zo
noemde prof. dr. K. Posthu
mus ui-t Eindhoven, de onlangs
overleden regeringscommissa
ris voor het wetenschappelijk
onderwijs, het), maar tot „een
jeugd, die toont de samenle
ving waarin zij straks binnen
treedt, niet als definitief te
kunnen beschouwen en zich
verantwoordelijk toont voor de
structuur van de maatschappij
van morgen'' (prof. Iden-
burg).
Het mag even duidelijk zijn,
dat de woorden die de bis
schoppen in de vastenbrief
wijden aan de school, geen
overbodige vermaningen zijn.
In het besef dat zeker in het
onderwijs geldt: zoveel hoofd
en, zoveel zinnen (zonder
daarmee alleen schoolhoofden
te bedoelen), hebben we ge
woon aan een vam de duizen
den onderwijzers die ons land
rijk is gevraagd waarom hij
zich door de vastenbrief voelt
aangesproken.
Dick de Lange (31) heeft
veel over deze zaken nage
dacht, o.m. samen met acht
andere Bredase onderwijzers
in de werkgroep basisonder
wijs, die sterke bindingen
heeft met de Wereldwinkel.
Hij hoopt volgend jaar af te
studeren voor MO pedagogie
B, en leidt de oudste groep
(10 tot 12-jarige jongens) op
een LOM-school.
Hoe ziet hij zijn taak als
onderwijzer? „Ik vertaal het
altijd zo: blikopener zijn. De
ogen van de kinderen openen.
Hens niet alleen voor de ellen
de in de wereld, er ij meer
dan Vietnam en Mozambique.
Ook voor de mooie dingen in
het leven. Ze gevoelig maken
voor liefde, voor fijne relaties
onder elkaar. Ze laten zien
hoe veelvormig Je wereld is.
Ik zou centraal willen stellen
wat in de vastenbrief genoemd
wordt: liet gevoelig worden
voor solidariteit en gelijk
waardigheid". Meteen daar
achteraan: „Dat moet een sa
menspel zijn met de ouders.
Een onderwijzer, en ook een
katecheet, kunnen nog zo als
„blikopener" fungeren, als de
ouders niet de mentaliteit heb
ben, is het zinloos".
Hij vindt zijn ideeën over
zijn werk op school helemaal
terug in wat de bisschoppen
erover zeggen. De vastenbrief:
„Op school wordt het kind be
loond met de kans op con
sumptievermeerdering later.
Drukt niet een sterk individu
alisme op ons opvoedirags- en
onderwijssysteem, veeleer dan
het aanleren van solidariteit?
In plaats van onderling over
trokken wedijver zou de ge
dachte van samenwerking
meer bevorderd kunnen wor
den".
De Lange: „Die oompetó.ties-
feer is verschrikkelijk op de
scholen. Zelfs met de meest
stomme dingen als een zwem
diploma, worden kinderen op
gejut om toch maar de eerste
te zijn. Zo'n zwem diploma is
natuurlijk iets nuttigs, maar
waarom toch in die competi
tie- en prestatiesfeer? En boe-
veel ouders zeggen of denken
niet: mijn kind moet de mid
delbare school halen, anders
kan het niet gelukkig wor
den?"
Hij pakt de vastenbrief:
„Neem nou deze passage: „Als
het er in het onderwijs niet
uitsluitend om gaat de resulta
ten van het zoeken en naden
ken van anderen door te ge
ven, maar vooral een instelling
van nadenken en zoeken zélf
tot ontwikkeüng te brengen,
dan zouden de stilzwijgend
aanvaarde grondkeuzen van
onze huidige samenleving wel
licht uitdrukkelijker onder de
aandacht kunnen worden ge
bracht".
Dat is het, hè, veel te veel
wordit het door leerkrachten
en ouders gegooid op motiva
ties in dingen die buiten het
kind liggen: een go.-de positie
later, beter zijn uan de ande
ren, eerzucht van ouders. Maar
veel belangrijker is dat het
kind leert iets te presteren uit
eigen beweegredenen, dat het
leest zélf te onderzoeken hoe
de gekke grote mensenwereld
in elkaar zit. Kritisch maken,
kun je ook zeggen".
Maar ben je dan niet auto
matisch „links" en een „alter
natieveling?" De Lange: „Ja,
Zo heet je gauw, maar dat
heeft nog niet veel te maken
met „kritisch maken". In mijn
groep zijn jongens het vaak
helemaal niet met mij eens.
Laatst hiad ik het over het
verschijnsel in onze samenle
ving dat wij mensen, b.v. be
jaarden, maar opbergen in te
huizen, omdat die eigenlijk
maar storend werken. Riep er
een jongen: „Ja maar, mijn
opa zit in een bejaardentehuis
en die heeft het daar hardstik-
ke fijn". Toen heb ik gezegd:
„Ja, jij hebt eigenlijk ook ge
lijk, het kan daar ook fijn
zijn". Het gaat erom dat de
kinderen tegenvuur leren ge
ven, dat ze gaan denken. Met
open ogen leren leven, daar
gaat het om. Maar ook leren
partij te kiezen. Ach, al die
vernieuwingen, het, komt voor
al aan op de mens die voor de
klas staat. Als die maar voor
de volle 100 procent zichzelf is
en eerlijk is en durft te zeg
gen: sorry, jongens, ik heb een
blunder gemaakt. Dan pikken
ze dat ook, want dan is er
vertrouwen gegroeid".
Verschillende malen tussen
zijn betoog moet hij constate
ren: „Op veel scholen gaat dat
helemaal niet. Maar stel je
ook eens voor: je benit zo'n 50
jaar en je staat elke dag voor
een klas met 40 kinderen.
Hoeveien begrijpen die jeugd
in de klas nog? Veel hoofden
van scholen zijn helemaal te
beklagen: wat een werk die er
allemaal nog bij hebben! Veel
onderwijzers hebben al moeite
genoeg oin orde te houden.
Hier wonden vaak gewoon
DICK DE LANGE.
geestelijke moorden gepleegd.
Dat is niet de schuld van die
onderwijzers, maar van het
systeem".
De Lange is erg voorzichtig
met verwijten.' Veel kritiek
heeft hij wei op de pedagogi
sche academies (kweekscho
len). „Het gaat daar vaak nog
zo schools toe. En zo weinigen
die daar afgestudeerd zijn,
blijven doorstuderen. Mijn va
der was een gewone bollen-
boer, maar die zat elke zondag
zijn vakliteratuur te lezen.
Maar veel onderwijzers heb
ben gewoon niet meegekregen
uit hun opleiding dat je bezig
moet blijven, moet doorstude
ren".
„Ze hoeven voor mij niet
links van die kweekschool af
te komen, maar wel geënga
geerd. Ik bedoel daarmee, dat
je het besef hebt dat je iets
teweeg kunt brengen. En dat
vind ik nou zo positief in die
vastenbrief: die steekt je een
hart onder de rien, om de
hoop erin te houden. Dat is'
ook juist christelijk: doorgaan,
niet berusten. Ik wil de we
reld beter achterlaten dan ik
hem heb aangetroffen, heel
gewoon".
Hiermee heeft zdjn werk in
de werkgroep basisonderwijs
veel te maken. De belangrijk
ste activiteit van de negen on
derwijzers in die groep is wel
het samenstellen van zgn. les
brieven. „Daarin geven we in
een eenvoudige vorm gesten
cild alternatieve informatie
die onderwijzers in de klas
kunnen gebruiken. De laatste
gaat over Suriname, andere
handelen over China n.a.v. de
reis van Nixon daarheen, over
vrede (vredesweek), over de
Verenigde Naties, Chili, over
de manieren van wonen in al
lerlei landen enz. Die over
China hebben we aan 75
schoolhoofden toegestuurd: we
hebben niet één reactie gekre
gen. Maar er is toch veel
vfaag naar. van onderwijzers
uit het hele land".
Die informatie heet daarom
alternatief omdat in die les
brieven b.v. niet alleen wat
aardrijkskunde staat over lan
den in de derde wereld, maar
ook informatie over wantoe
standen en onderdrukking,
over aim en rijk in de we
reld.
„Echt waar, je krijgt tranen
in je ogen als je ziet hoe
weinig hierover in het voor
handen zijnde lesmateriaal te
vinden is Onverantwoord.
Kijk, dat gevoelig maken voor
solidariteit en gelijkwaardig
heid heeft hier heel veel mee
te maken. Maar die klas is een
spiegel van de grote maat
schappij. Als er in mijn groep
van 19 (die 18 jongens en ik)
een jongen om een of andere
reden in de verdomhoek
dreigt te raken, dan probeer
ik samen met de anderen die
Jongen terug in de kring te
halen. Het gaat niet alleen om
Vietnam of de derde wereld,
die solidariteit geldt ook in de
klas".
JAN LANDMAN
Maandag trof ik op de stoep
voor een Bredaas bedrijf een
vakbondsman aan met zijn
zakken vol papieren. Allemaal
pamfletten waar krachtige taal
op stond. Wees paraat! In
strijdbare kledij gestoken
een tegen weer en wind be
stendig jack deelde hij zijn
papieren uit aan werknemers
die een stuk grimmiger keken
dan hijzelf. Tussen het uitde
len door stond hij een gemoe
delijk praatje te maken met
de bedrijfsleider van hetzelfde
bedrijf waarvan hij de kapita
listische fundamenten stond te
slopen. „Als u straks de men
sen van onze ordedienst maar
overal toegang verleent", zei
de vakbondsleider tot de be
drijfsleider. Tot mijn verwon
dering zei de bedrijfsleider
helemaal niet: „Reken erop
dat ik ze d'r uitschop" of zo
iets. Nee, hij knikte vriende
lijk („Ik zie u dezer dagen nog
wel, denkt ik!") en ging naar
binnen, zijn bedrijf leiden dat
toen ogenschijnlijk nog vrolijk
en vredig voortdraaide.
Kimt u zich voorstellen dat
ik op zo'n moment verwon
derd ben? Ik denk dam, terug
aan vroegere vakbondsaffiches
nostalgie is in waar
mannen op stonden met opge
rolde mouwen, met spieren als
onderzeese telefoonkabels en
vuisten als mokers, klaar voor
de fatale klap. Nu staan ze
gezellig te keuvelen op de
stoep van een bedrijf, waar
van, naar ik mag aannemen,
de muren bol staan van sociale
spanning.
Als ik daarop doordenk rea
liseer ik me, dat ik me eigen
lijk wel vaker verwonder over
dingen die blijkbaar zo horen.
Een ander voorbeeld is de ka
binetsformatie of wat daar al
thans voor doorgaat. Een soort
verpolitiekte Coronation
Street. Goed, die heeft tot nu
toe niets opgeleverd, maar het
Is amusant en het doet geen
kwaad. Naar mijn gevoel gaat
alles gewoon door. inclusief de
protestdemonstraties en de ac
tiegroepen, waar we het ten
slotte toch van moeten hebben,
Ik geef toe dat het misschien
tegenover het buitenland wat
ik zo zelden dat ik er geen
slordig staat, maar daar kom
pijn aan heb. Van mij mag het
dus, maar Ik verwonder mij er
wel over. Sinds november heb
Ik, net als u, heel wat mannen
in het nieuws gezien, die van
daag hoogstwaarschijnlijk - u>H'
minister zouden worden en
morgen misschien hoogstwaar
schijnlijk weer niet en over
morgen vrijwel zeker mis
schien wel. Enzovoort, Nou,
daar ontgaat me de lol van.
Waar ik me niet over verwon
der maar anderen blijkbaar
wel is het doen en laten
van een man als oud-staats se
cretaris Westerterp. Kijkik
zie dat zo. Die man heeft ja
ren geleden gekozen voor zijn
vak. Politicus zijn, besturen,
minister worden. Daar heeft
hij zich heel wat opofferingen
voor getroost. Vaak van huis,
dikwijls laat naar bed en al
die dingen. Nu is het zover,
dat er een aantal ministersze-
teh te vergeven zijn. Dan pak
je toch zo'n kans! Dat is niet
zo verwonlerlijk.
Ik herinner me eens ergens
gelezen te hebben, dat ver
wondering de basis is van ie
der kunstenaarschap. Vroeger
betekende dit, dat kunstenaars
zich steeds maar weer ver
wonderen over de schoonheid
van bloemen en zo, maar daar
moet je vandaag de dag niet
meer om komen. Da's trou
wens niet nodig ook, want wat
is er nu nog over van het zo
veel en ontroerend bezongen
ontluikend voorjaar? Veel te
veel auto's op de weg, maar
de tulpen bloeien met Kerst
mis al op tafel. Kwestie van
asfalt en kunstmest.
Nee, de ware artistieke ver
wondering gaat tegenwoordig
naar heel andere zaken uit.
Naar de vraag waarom we
met z'n allen een Permanente
N ationale V erkeersramp in
stand houden. Waarom het
overgrote deel van de wereld
bevolking krepeert van de
honger, terwijl de rest niet
bijgeboerd kan komen. Waar
om we voortdurend ons eigen
nest blijven vervuilen zonder
er bij na te denken. Kunste
naars, maar ook anderen
bisschoppen bijvoorbeeld
zetten op een onverwacht mo
ment de film van ons leven
even stop omdat ze zich ver
wonderen over de beelden die
ze zien en omdat ze die ver
wondering op ons willen over
brengen.
En wij? Wij laten de vol
gende boer ontsnappen aan
onze overvolle maag, geven
een spuit gas, stellen vast dat
kunstenaars en bisschoppen
gelijk hebben en zeggen: „Je
moet ermee leren leven!"
Goed beschouwd is dat de
meest onmenselijke kreet die
denkbaar is, want hoe kun je
als mens nu leren leven met
de ellende en de dood van
medemensen? Maar we zeggen
het wel steeds vaker, net zo
lang tot (bijna) iedereen er
aan gewend is. Is dat niet
verwonderlijk?
TOON KLOET