iisligen leegkundige tenhuis TYPISTES waarschijnlijk niel blijven groeien EDWARD GIEREKS LAND KRIJGT FRISSE BLOS Lente in Polen niet alleen in natuur losgebarsten >E SCHOOL MOET SOLID A RITEIT LEMEN Verwondering iger erne neeskunde gemengde s cial ismen TELEUR STELLING „WONDER" rbeiWnkennis dan Niet definitief CONSUMPTIE NIET VERPLICHT Zwemdiploma Leren denken ele jaren met sukses op L m In het district Zuld-Wetj bekendheid met het te be- ilus de leeftijd van 28 tot 40 is daarmee exact de wens weergegeven. Uiteraard moet 3 zijn sporen al ruimschoots ieve inwerkperiode kan hij zeer zelfstandige funktle. Het ojndaire voorzieningen, als. ïstmogelijkheden zijn zonder te noemen. (EUZEBUREAU - EINDHOVEN .urPN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEIL NGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PE LINGEN LINGEIN e"|L|NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN ^PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN 1 n?nÜl'fiÉN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN - PEILINGEN PEILING ILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE 1 detaillisten in de gemengds kkelijk product, intensieve ser- teun vanuit de binnendienst, t de man, die de matrassen- althans kind aan huls Is bij type detaillisten. Werksfeer n zijn van dien aard, dat het nd die „goed zit" zin heeft eer n. iKEUZEBUREAU EINDHOVEN indien gewenst - zorgen ng. afspraken wordt rekening tl 10, telefoon 01850-40044J igtaak doch ook als part" ize uit ochtend-, middag 's zaterdags worden ook reiskostenvergoeding- de normale kantooruren 7 te Oosterhout Nbr. Tel er J. Bromet te Breda- (Van onze redactie binnenland) DEN HAAG Al in 1971 I is de vruchtbaarheid van de I Nederlandse gezinnen zeer [dicht ui de buurt gekomen Ivan het niveau, waarop een ■bevolking op den duur niet Imeer groeit. Het i'eit, dat 11a 11971 het aantal geboorten in [ons land snel nog verder is [teruggelopen, benadrukt de [noodzaak de consequenties te [bezien van de situatie, waar- |ki de vruchtbaarheid zo laag [zou worden, dat dc nieuwe ■generaties dc vorige vervan- I gen. Op den duur zou er dan Iwen bevolkingsgroei meer zijn. Dit zegt drs. J. van den Brckel, hoold van dc hoofd afdeling bevolkingsstatistie ken van lief Centraal Bureau voor do Statistiek in het maandschrift van het CBS. Volgens hem is het zelfs niet uitgesloten, dat het gemid- jdelde kindertal van de gezin- len lager zal worden dan oor dc vervanging van ge- [neralies nodig is. Overigens het te verwachten, dat de evolkingsgroci nog enige ijd zal aanhouden, zij het |dat dc groei waarschijnlijk -verder zal afzwakken. In 1972 is de trendmatige [bevolkinsgroel voor het eerst «ider de écn procent geble- 'cn. I11 het verleden is een Icrgelijlt laag jaarlijks groei- -mpo alleen maar onder in vloed van bijzondere omslan- Idigheden (epidemieën) voor tkomen. Het ziet er nu naar t, dat de vermindering van groeitempo een meer itnicturcel karakter heeft. De Nederlandse bevolking in liet afgelopen jaar met uim 116.000 mensen of 0,9 gestegen tot bijna 13,4 Jjocn inwoners op 1 janua- jl. I11 het jaar daarvoor s de bevolkingsgroei 000 groter (150.000 of 1,1 In 1970 groeide de be volking met 162.000 zielen (1,2) pet). Dc teruggang van het tem- van de bevolkingsgroei ngt vooral samen met een aanhoudende daling van het [geboorte-overschot (geboorte Jniin sterfte) van 129.000 (één proeent) in 1970 tot 117.000 (0,9 pet in 1971 en [ongeveer 101.000 (0,8 pet) in 1972. Vooral de teruggang ivan liet geboorteniveau in Jons land heeft hierbij een rol ■gespeeld. In 1970 werden nog 1839.000 (18,3 per 1.000 van de bevolking) kinderen le vend ter wereld gem-acht, in 1971 waren het er nog 227.000 (17,2 per duizend Nederlanders) en in het af gelopen jaar werden er op nieuw minder geboren, na melijk 214.000 of 16,1 per 1.000 inwoners. De sterfte vertoonde een lichte stijging, o.a. door de voortdurende veroudering van de bevolking. Het aantal overledenen bedroeg in 1970 en 1971 rond 110.000 of 8,4 per duizend inwoners. In 1972 overleden 114.000 perso nen ofwel 8,5 per 1.000 van de bevolking. Hoewel in 011s land de band tussen trouwen en het krijgen van kinderen en tus sen sexualiteit en procreatie losser is geworden, aldus drs. Van den Brckel, is de na tuurlijke groeikracht van de Nederlandse bevolking rela tief gezien nog altijd hoger dan in andere ons omringen de Europese landen. De na tuurlijke groei was in 1971 in ons land 8,8 per 1.000 inwoners. Wij werden in dit opzicht het dichtst benaderd door Italië en Noorwegen met resp 7,2 en 7,0 per 1.000. In Frankrijk was het 6,4 per 1.000, maar veel lager was de natuurlijke groei in Enge land (4,6) en Zweden (3,9 per 1.000). Luxemburg (0,3) en West-Duitsland (0,8) hadden bijna geen na tuurlijke groei van de bevol king meer. De grotere groeikracht van de Nederlandse bevolking houdt verband met de in vloed van de Nederlandse bevolkingsopbouw, die naar verhouding minder verou derd is dan dit van andere Europese landen, doordat zij gedurende langere tijd onder invloed is blijven staan van een relatief hoog vruchtbaar- heidspeil. De Nederlandse bevolkingsstructuur wordt momenteel vooral geken merkt door de aanwezgheid van veel jonge gezinnen als gevolg van de doorstroming door de leeftijdspyramide van hogere geboortejaargan gen uit liet verleden (o.a. dc na-oorlogse geboortegolf) en Idoor de ai enige jaren aan wezige tendens tot jonger trouwen. Volgens drs. Van den Bre- kel komt in de drastische teruggang van het geboorte cijfer in ons land een be langrijk stuk van de feitelij ke teruggang van de vrucht baarheid nog niet tot ui ting. (Van onze correspondent) WARSCHAU Zwierig en compleet met een servet over de arm schenkt de kelner de kleine glaasjes vol. De dine rende gasten nippen met kennersblik en knikken elkaar voldaan toe. Waarover z(j zo voldaan zjjn is echter geen zeldzame Bourgogne, maar een gewoon glaasje Coca Cola. De Warschause upper ten drinkt cola bij het meest exquise diner sinds Gierek toestemming lieett gegeven dit bij uit stek kapitalistische drankje in Polen te importeren. Daarmee hebben de Polen een „forse voorsprong" gekre gen op vrijwel alle andere Oosteuropcse volkeren. De co la-rage is echter niet het enig nieuwe dat Giercks Polen te bieden heeft. Wie dezer dagen in Warschau rondloopt of het land bereist constateert tot zijn verbazing dat de lente in Polen niet alleen in de natuur is losgebarsten. Ook Giereks lente begint langzamerhand scherpere contouren aan te ne men. In nauwelijks twee jaar is hij erin geslaagd op het grauwe gelaat van Polen een frisse blos te toveren. De Polen hebben de laatste eeuwen maar weinig reden tot optimisme gebaid, maar de af gelopen twee jaar hebben toch zoiets als een soort vertrou wen in de toekomst doen ont staan. Dit speelt vooral bij de ge wone mam die trouwens ook alle reden tot tevredenheid heeft. De lonen zijn sinds 1971 met twaalf procent gestegen, terwijl gedurende diezelfde periode de prijzen van levens middelen bewaren bleven. Die bevriezing duurt in elk geval nog tot 1974. En daar zijn dan geen foefjes van trendverhoging of iets derge lijks bij toegepast. Maar het kost de staat natuurlijk wel geld, véél geld. Doch dat geld tracht Gierek weer te verdie nen door besparingen in de bureaucratische sector en door een hogere produktie in de bedrijven. Merkwaardigerwijs is het nu voor het, eerst sinds de oorlog, dat de Polen bereid zijn om inderdaad harder en efficiënter te werken. De eerste secretaris van dc Poolse vakbonden, Ryszard Pospiesynski, heeft wel een verklaring voor wat men een „Pools wondertje" mag noe men. „Gomulka heeft de ar beiders altijd overal huiten gehouden. Daartegen zijn we in opstand gekomen. In Danzig en Stettin heeft Gierek na de demonstratiesIn december 1971 beloofd, dat wij er weer bij zouden horen, dat we mee mochten praten. Ilij heeft zijn woord gehouden. En nu zijn wij loyaal. We proberen met zijn allen Polen uit het slop te halen". Pospiesynski geeft ook toe, dat de vakbonden eigenlijk voor het eerst sinds de oorlog een reële taak in Polen heb ben gekregen. Vroeger furr- geerden zij slechts als de „stem wan de meester", dat wil zeggen van de partij. „Wij hebben de taaie onze positieve ontevredenheid uit te druk ken. We geven niet alleen on ze kritiek op de planning, we kunnen nu ook mee-plannen. En we merken dat de partij zeer vaak onze ideeën over neemt". De jeugd schijnt er al even positief over te denken, wan neer we althans Stanislav Cie- niuch mogen geloven. Hij is een zogenaamde „beroepsjon- gere", een van de nauwelijks nog tot de jeugd behorende secretarissen van de Poolse jeugdbeweging. „Wij hebben van Gierek een nieuw per- speotief gekregen. Daarom zijn we zo enthousiast". Dit per spectief blijkt vooral te be staan uit de garantie voor werkgelegenheid. Nu moet men inderdaad constateren, dat er van jeugdwerkeloosheid momenteel nauwelijks nog sprake kan zijn.. Onder Go mulka was dat wel anders. Nauwelijks de helft van de afgestudeerden of juist van de vakscholen gekomenen kregen toen een baantje en dan nog meestal in een branche die hun volkomen vreemd Toch is het ook in Polen niet allemaal rozegeur en ma neschijn. De tevredenheid van de vakbondsleiders en de jeugdbureaoraten lijkt niiet al te zeer in de diepte te gaan. Een van de leiders wam de katholieke oppositie in het parlement (waar vind je zo iets in Oost-Europa, behalve in Polen?!), Tadeusz Mazoviecki, mist nu juist het perspectief waarover de optimistische jeugdleider zo enthousiast is. „Natuurlijk ben ik blij met de grotere werkgelegenheid, met de ruimere koopkracht en met de meerdere inspraak. Maar ik zie tot mijn spijt alleen maar „meer" wan alles en niets nieuws. Het echte perspectief ontbreekt. Wat we op het ogepblik doen is alleen, maar streven naar meer welvaart, een aangenamer en rijker le ven. Een echt Pools perspec tief is er niet". Mazoviecki schijnt gelijk te hebben, maar het is de vraag of hij als ingezetene van een Westeuropees land niet het zelfde zou zeggen. Hij is de leider van een intellectuele elite. Hij zou graag een gees telijke revolutie zien, maar beseft niet dat de geleidelijke materiële revolutie in Polen, gecombineerd met de zeer voorzichtige democratisering bijna iets ongehoords is in het Oostblok. Dat wil echter niet zeggen, dat Mazoviecki het hierbij het rechte eind zou hebben. Wie met willekeurig welke Pool dan ook een praatje aanknoopt en zich als Westerling ontpopt, merkt al gauw dat de belang stelling van de gesprekspart ner vooral uitgaat naar auto's, en dian niet een gewoon au tootje, nee, op zijn minst naar een Mercedes 220. In de Warschause hoofdstra ten wordt men nog al eens door illegale geldwisselaars aangeschoten. Doorgaans wordt daarbij een lijdend ge zicht getrokken... ze moeten westerse geneesmiddelen ko pen voor ernstig zieken en westeroe geneesmiddelen zijn alleen maar te krijgen tegen westerse deviezen. De oplettende buitenlander kan echter al spoedig merken diat hij niet met goede huisva ders, doch met professionele dewiezenzwendelaars te maken heeft. Wamt de voorkeur van de Poolse deviezenbezitter gaat niet uit naar broodnodige geneesmiddelen, maar naar peperdure Ronso-n-gasaanste- kers, westerse hemden (merk „Zwarte Roos"), Amerikaanse whisky en Franse cognac. (De buitenlandse dranken kan men trouwens ook voor zéér veel Pools geld kopen). Dat zijn dan zo ongeveer de enige artikelen in Warschau die niet met Poolse pasmunt gekocht kunnen worden. Wamt overigen» -geldt in dè Poolse hoofdstad wat ook voop de Winkel vhn Sirikol geldt: er is letterlijk alles te koop. Artike len uit het Western (die nu eenmaal „in" zijn) blijken meestal nogal prijzig. Een Re- mington-scbeerapparaat ligt in de etalages voor éénderde van een gemiddeld maandloon te koop. Voor een kinderfietsje betaal je een kwart van je maandloon en wie zijn hele maandloon tegelijk wil uitge ven moet voor elk van zijn vier kinderen een mooie wind jack kopen die dan wel met bont gevoerd is. Nylon en po lyester-artikelen dn heel Oost-Europa zo schaars zijn overal te krijgen, de levens middelenwinkels zijn zó ge sorteerd dat zij vrijwel alle winkels in elke Oosteuropese hoofdstad kunnen overtroeven en de enige file die we Icon den ontdekken stonid voor een deliicatesserawdnkel op een zon dagmorgen. Langzamerhand begint men ook de strijd aan te binden tegen wat de Duitsers altijd zo verachtelijk „Poolse econo mie" hebben genoemd. Welis waar moet men zelfs in een zeer goed hotel nog de strijd aanbinden tegen kakkerlakken (acht gedood in vijf dagen), maar de bediening die in Polen altijd spreekwoordelijk slecht is geweest blijkt in twee jaar tijd begrip voor hof felijkheid gekregen te heb ben. Alles lijkt trouwens een za kelijker inslag te hebben als enkele jaren geleden. Of dit aan Gierek persoonlijk ligt (hij bracht voor de oorlog en kele jaren door in België en Frankrijk waar hij als mijn werker werkte) of aan de nieuwe atmosfeer die het le ven in Polen bepaalt is niet erg duidelijk. Wèl staat vast, dat er in Polen iets merk waardigs aan de hand is en dat men tot elke prijs tracht te vermijden dit merkwaardi ge luid te verkondigen. Nie mand in Polen wil de naam Dubcek in de mond nemen, maar een feit is, dat Gierek reeds vele malen in de rich ting van Tsjeehoslowakije heeft gewezen in zijn talloze redevoeringen. Polen zoekt heel voorzichtig een eigen weg in het communisme. Dat een flesje cola er maar vijf zloty kost (je kunt er dus 600 krij gen voor een doorsnee maand loon.) is daar slechts een sym bool van. OP DE FOTO: In Polen is iets merkwaar digs aan de hand. Of dit aan Gierek persoonlijk (hier in ge sprek met mijnwerkers, vroe gere collega's van hem) ligt is nog niet duidelijk. I in hun jongste vastenbrief ^rijven de Nederlandse bis- i'ppen: „In het proces van Üzakelijke bewustwording len onderwijs en opvoeding srote rot moeten spelen. 9 wijst erop", vervolgen „dat heel onze samenle- Ws, vanaf opvoeding en on- .is'. doortrokken is van 1 individualistische competi- Pe- en prestatiegeest' (Schooi en gezin zijn cigen- [)h dc twee grote toekomstbe- J™rs van iedere jonge mens onze maatschappij. Als we Js hier beperken tot de pool, gebeurt dat vooral om- T [n die school de bestaande R-'PP'j de individue- f J°nge mens samen komen. Kt is de kritiek op school h onderwijs waarschijnlijk zo •O tis het onderwijs zelf, al M- alleen a' °m de een- f reden dat ouders hier aan" eei'St hun kind "a£" ln zekere zin „prijsge- üan krijgen anderen ook Nöetrjewa|nd te zsggen' En fep kritiek op de normen L Jf' onderwijs aanlegt en LX" 1116 het ste£t. staan de n iai>POn niet alleen. Al ja- Erw£niSerenommeerde on- jj 'isdeslumdigen te hoop 18 land onderwiisbeleid in [ar "vmi'i-i Vel6ma, hoogle- hnde i ende °nderwijs- OD didactiek, riep ldiedaooV001'laatste Gemertse ;ïT" ,vaa het Brabantse 1 men, 1 ons onderwijs 'hw ken e,kaa'r te Ie" h Omgaan met ,elkaar te lE" ind te w umet elkaar een Wereld kesturen? In de nser statis t die n!et Eamisrh Is' maar sterk ln ondef geworden, wérkt jeer, if^issysteem niet [erdragen r Seri°ht is op J^PPij-m-h7 P een maat- f Prof. m"bewogmg. Ph. Ideniburg schreef in 1970 als voorzitter van de Stichting voor Onder zoek van het Onderwijs (SVO) in Pedagogische Stu diën, dat hij de ministeries van Onderwijs en Weten schappen als een van die grote hinderpalen op de weg naar een constructieve onderwijspo litiek beschouwt. Daar viert een administratief bureaucrati sche structuur hoogtij, zegt hij. Er zitten geen onderwijs deskundigen. „Het gebrek aan visie ligt als een dikke mist over onze onderwijswereld. Alle vaart dreigt erin vast te lopen". Hel mag duidelijk zijn dat ln ons land nog maar weinig, en onsystematisch nagedacht wordt over en gewerkt wordt aan een onderwijs dat het kind niet zozeer wil opkweken tot een nieuwe moderne wed- loper in de „diploma-maat schappij van vandaag" (zo noemde prof. dr. K. Posthu mus ui-t Eindhoven, de onlangs overleden regeringscommissa ris voor het wetenschappelijk onderwijs, het), maar tot „een jeugd, die toont de samenle ving waarin zij straks binnen treedt, niet als definitief te kunnen beschouwen en zich verantwoordelijk toont voor de structuur van de maatschappij van morgen'' (prof. Iden- burg). Het mag even duidelijk zijn, dat de woorden die de bis schoppen in de vastenbrief wijden aan de school, geen overbodige vermaningen zijn. In het besef dat zeker in het onderwijs geldt: zoveel hoofd en, zoveel zinnen (zonder daarmee alleen schoolhoofden te bedoelen), hebben we ge woon aan een vam de duizen den onderwijzers die ons land rijk is gevraagd waarom hij zich door de vastenbrief voelt aangesproken. Dick de Lange (31) heeft veel over deze zaken nage dacht, o.m. samen met acht andere Bredase onderwijzers in de werkgroep basisonder wijs, die sterke bindingen heeft met de Wereldwinkel. Hij hoopt volgend jaar af te studeren voor MO pedagogie B, en leidt de oudste groep (10 tot 12-jarige jongens) op een LOM-school. Hoe ziet hij zijn taak als onderwijzer? „Ik vertaal het altijd zo: blikopener zijn. De ogen van de kinderen openen. Hens niet alleen voor de ellen de in de wereld, er ij meer dan Vietnam en Mozambique. Ook voor de mooie dingen in het leven. Ze gevoelig maken voor liefde, voor fijne relaties onder elkaar. Ze laten zien hoe veelvormig Je wereld is. Ik zou centraal willen stellen wat in de vastenbrief genoemd wordt: liet gevoelig worden voor solidariteit en gelijk waardigheid". Meteen daar achteraan: „Dat moet een sa menspel zijn met de ouders. Een onderwijzer, en ook een katecheet, kunnen nog zo als „blikopener" fungeren, als de ouders niet de mentaliteit heb ben, is het zinloos". Hij vindt zijn ideeën over zijn werk op school helemaal terug in wat de bisschoppen erover zeggen. De vastenbrief: „Op school wordt het kind be loond met de kans op con sumptievermeerdering later. Drukt niet een sterk individu alisme op ons opvoedirags- en onderwijssysteem, veeleer dan het aanleren van solidariteit? In plaats van onderling over trokken wedijver zou de ge dachte van samenwerking meer bevorderd kunnen wor den". De Lange: „Die oompetó.ties- feer is verschrikkelijk op de scholen. Zelfs met de meest stomme dingen als een zwem diploma, worden kinderen op gejut om toch maar de eerste te zijn. Zo'n zwem diploma is natuurlijk iets nuttigs, maar waarom toch in die competi tie- en prestatiesfeer? En boe- veel ouders zeggen of denken niet: mijn kind moet de mid delbare school halen, anders kan het niet gelukkig wor den?" Hij pakt de vastenbrief: „Neem nou deze passage: „Als het er in het onderwijs niet uitsluitend om gaat de resulta ten van het zoeken en naden ken van anderen door te ge ven, maar vooral een instelling van nadenken en zoeken zélf tot ontwikkeüng te brengen, dan zouden de stilzwijgend aanvaarde grondkeuzen van onze huidige samenleving wel licht uitdrukkelijker onder de aandacht kunnen worden ge bracht". Dat is het, hè, veel te veel wordit het door leerkrachten en ouders gegooid op motiva ties in dingen die buiten het kind liggen: een go.-de positie later, beter zijn uan de ande ren, eerzucht van ouders. Maar veel belangrijker is dat het kind leert iets te presteren uit eigen beweegredenen, dat het leest zélf te onderzoeken hoe de gekke grote mensenwereld in elkaar zit. Kritisch maken, kun je ook zeggen". Maar ben je dan niet auto matisch „links" en een „alter natieveling?" De Lange: „Ja, Zo heet je gauw, maar dat heeft nog niet veel te maken met „kritisch maken". In mijn groep zijn jongens het vaak helemaal niet met mij eens. Laatst hiad ik het over het verschijnsel in onze samenle ving dat wij mensen, b.v. be jaarden, maar opbergen in te huizen, omdat die eigenlijk maar storend werken. Riep er een jongen: „Ja maar, mijn opa zit in een bejaardentehuis en die heeft het daar hardstik- ke fijn". Toen heb ik gezegd: „Ja, jij hebt eigenlijk ook ge lijk, het kan daar ook fijn zijn". Het gaat erom dat de kinderen tegenvuur leren ge ven, dat ze gaan denken. Met open ogen leren leven, daar gaat het om. Maar ook leren partij te kiezen. Ach, al die vernieuwingen, het, komt voor al aan op de mens die voor de klas staat. Als die maar voor de volle 100 procent zichzelf is en eerlijk is en durft te zeg gen: sorry, jongens, ik heb een blunder gemaakt. Dan pikken ze dat ook, want dan is er vertrouwen gegroeid". Verschillende malen tussen zijn betoog moet hij constate ren: „Op veel scholen gaat dat helemaal niet. Maar stel je ook eens voor: je benit zo'n 50 jaar en je staat elke dag voor een klas met 40 kinderen. Hoeveien begrijpen die jeugd in de klas nog? Veel hoofden van scholen zijn helemaal te beklagen: wat een werk die er allemaal nog bij hebben! Veel onderwijzers hebben al moeite genoeg oin orde te houden. Hier wonden vaak gewoon DICK DE LANGE. geestelijke moorden gepleegd. Dat is niet de schuld van die onderwijzers, maar van het systeem". De Lange is erg voorzichtig met verwijten.' Veel kritiek heeft hij wei op de pedagogi sche academies (kweekscho len). „Het gaat daar vaak nog zo schools toe. En zo weinigen die daar afgestudeerd zijn, blijven doorstuderen. Mijn va der was een gewone bollen- boer, maar die zat elke zondag zijn vakliteratuur te lezen. Maar veel onderwijzers heb ben gewoon niet meegekregen uit hun opleiding dat je bezig moet blijven, moet doorstude ren". „Ze hoeven voor mij niet links van die kweekschool af te komen, maar wel geënga geerd. Ik bedoel daarmee, dat je het besef hebt dat je iets teweeg kunt brengen. En dat vind ik nou zo positief in die vastenbrief: die steekt je een hart onder de rien, om de hoop erin te houden. Dat is' ook juist christelijk: doorgaan, niet berusten. Ik wil de we reld beter achterlaten dan ik hem heb aangetroffen, heel gewoon". Hiermee heeft zdjn werk in de werkgroep basisonderwijs veel te maken. De belangrijk ste activiteit van de negen on derwijzers in die groep is wel het samenstellen van zgn. les brieven. „Daarin geven we in een eenvoudige vorm gesten cild alternatieve informatie die onderwijzers in de klas kunnen gebruiken. De laatste gaat over Suriname, andere handelen over China n.a.v. de reis van Nixon daarheen, over vrede (vredesweek), over de Verenigde Naties, Chili, over de manieren van wonen in al lerlei landen enz. Die over China hebben we aan 75 schoolhoofden toegestuurd: we hebben niet één reactie gekre gen. Maar er is toch veel vfaag naar. van onderwijzers uit het hele land". Die informatie heet daarom alternatief omdat in die les brieven b.v. niet alleen wat aardrijkskunde staat over lan den in de derde wereld, maar ook informatie over wantoe standen en onderdrukking, over aim en rijk in de we reld. „Echt waar, je krijgt tranen in je ogen als je ziet hoe weinig hierover in het voor handen zijnde lesmateriaal te vinden is Onverantwoord. Kijk, dat gevoelig maken voor solidariteit en gelijkwaardig heid heeft hier heel veel mee te maken. Maar die klas is een spiegel van de grote maat schappij. Als er in mijn groep van 19 (die 18 jongens en ik) een jongen om een of andere reden in de verdomhoek dreigt te raken, dan probeer ik samen met de anderen die Jongen terug in de kring te halen. Het gaat niet alleen om Vietnam of de derde wereld, die solidariteit geldt ook in de klas". JAN LANDMAN Maandag trof ik op de stoep voor een Bredaas bedrijf een vakbondsman aan met zijn zakken vol papieren. Allemaal pamfletten waar krachtige taal op stond. Wees paraat! In strijdbare kledij gestoken een tegen weer en wind be stendig jack deelde hij zijn papieren uit aan werknemers die een stuk grimmiger keken dan hijzelf. Tussen het uitde len door stond hij een gemoe delijk praatje te maken met de bedrijfsleider van hetzelfde bedrijf waarvan hij de kapita listische fundamenten stond te slopen. „Als u straks de men sen van onze ordedienst maar overal toegang verleent", zei de vakbondsleider tot de be drijfsleider. Tot mijn verwon dering zei de bedrijfsleider helemaal niet: „Reken erop dat ik ze d'r uitschop" of zo iets. Nee, hij knikte vriende lijk („Ik zie u dezer dagen nog wel, denkt ik!") en ging naar binnen, zijn bedrijf leiden dat toen ogenschijnlijk nog vrolijk en vredig voortdraaide. Kimt u zich voorstellen dat ik op zo'n moment verwon derd ben? Ik denk dam, terug aan vroegere vakbondsaffiches nostalgie is in waar mannen op stonden met opge rolde mouwen, met spieren als onderzeese telefoonkabels en vuisten als mokers, klaar voor de fatale klap. Nu staan ze gezellig te keuvelen op de stoep van een bedrijf, waar van, naar ik mag aannemen, de muren bol staan van sociale spanning. Als ik daarop doordenk rea liseer ik me, dat ik me eigen lijk wel vaker verwonder over dingen die blijkbaar zo horen. Een ander voorbeeld is de ka binetsformatie of wat daar al thans voor doorgaat. Een soort verpolitiekte Coronation Street. Goed, die heeft tot nu toe niets opgeleverd, maar het Is amusant en het doet geen kwaad. Naar mijn gevoel gaat alles gewoon door. inclusief de protestdemonstraties en de ac tiegroepen, waar we het ten slotte toch van moeten hebben, Ik geef toe dat het misschien tegenover het buitenland wat ik zo zelden dat ik er geen slordig staat, maar daar kom pijn aan heb. Van mij mag het dus, maar Ik verwonder mij er wel over. Sinds november heb Ik, net als u, heel wat mannen in het nieuws gezien, die van daag hoogstwaarschijnlijk - u>H' minister zouden worden en morgen misschien hoogstwaar schijnlijk weer niet en over morgen vrijwel zeker mis schien wel. Enzovoort, Nou, daar ontgaat me de lol van. Waar ik me niet over verwon der maar anderen blijkbaar wel is het doen en laten van een man als oud-staats se cretaris Westerterp. Kijkik zie dat zo. Die man heeft ja ren geleden gekozen voor zijn vak. Politicus zijn, besturen, minister worden. Daar heeft hij zich heel wat opofferingen voor getroost. Vaak van huis, dikwijls laat naar bed en al die dingen. Nu is het zover, dat er een aantal ministersze- teh te vergeven zijn. Dan pak je toch zo'n kans! Dat is niet zo verwonlerlijk. Ik herinner me eens ergens gelezen te hebben, dat ver wondering de basis is van ie der kunstenaarschap. Vroeger betekende dit, dat kunstenaars zich steeds maar weer ver wonderen over de schoonheid van bloemen en zo, maar daar moet je vandaag de dag niet meer om komen. Da's trou wens niet nodig ook, want wat is er nu nog over van het zo veel en ontroerend bezongen ontluikend voorjaar? Veel te veel auto's op de weg, maar de tulpen bloeien met Kerst mis al op tafel. Kwestie van asfalt en kunstmest. Nee, de ware artistieke ver wondering gaat tegenwoordig naar heel andere zaken uit. Naar de vraag waarom we met z'n allen een Permanente N ationale V erkeersramp in stand houden. Waarom het overgrote deel van de wereld bevolking krepeert van de honger, terwijl de rest niet bijgeboerd kan komen. Waar om we voortdurend ons eigen nest blijven vervuilen zonder er bij na te denken. Kunste naars, maar ook anderen bisschoppen bijvoorbeeld zetten op een onverwacht mo ment de film van ons leven even stop omdat ze zich ver wonderen over de beelden die ze zien en omdat ze die ver wondering op ons willen over brengen. En wij? Wij laten de vol gende boer ontsnappen aan onze overvolle maag, geven een spuit gas, stellen vast dat kunstenaars en bisschoppen gelijk hebben en zeggen: „Je moet ermee leren leven!" Goed beschouwd is dat de meest onmenselijke kreet die denkbaar is, want hoe kun je als mens nu leren leven met de ellende en de dood van medemensen? Maar we zeggen het wel steeds vaker, net zo lang tot (bijna) iedereen er aan gewend is. Is dat niet verwonderlijk? TOON KLOET

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 19