Picas
„Ik heb
steeds
alleen
mijn tijd
ge
schilderd"
Heren van de Industriebonden, leest u ook even mee?)
Hier zijn de feiten.
Er wordt gestaakt in Nederland. In de metaal,
in de textiel en straks misschien ook in andere
bedrijven. Uleest elke dag weer welke ondernemingen
aan de beurt zijn voor nieuwe acties. Kranten, radio
en televisie hebben de zaak van diverse kanten belicht.
Maar veel mensen begrijpen langzamerhand echt
niet meer waar bet precies om gaat. Er zijn mis
verstanden, er is onbegrip. De situatie is onduidelijk.
Wij vinden dat u recht hebt op de feiten. Opdat u
zelf kunt oordelen.
Dit is niet zomaar een stakingsconflict.
Het is dit keer niet zoals met andere stakingen.
Meestal ontstaat een staking als de werkgevers in
tegenstelling tot de vakbonden menen dat de gestelde
looneisen meer kosten dan verantwoord is. Als de
werkgevers nü aan de eisen van de industriebonden
gevolg zouden geven, zou hun dat géén extra geld
kosten.
Waarom geven ze dan niet toe? Omdat dan
onrecht wordt gedaan aan grote groepen werknemers
die in koopkracht belangrijk achteruit zouden gaan.
Werknemers bovendien die door de industriebonden
uit het overleg worden geweerd. De bonden willen
zonder hen beslissen over hen. En dat vinden wij iixet
eerlijk.
I Nou. m'n vader had - ach-
lraf bezien - gelijk. Hij
oi
m
zi
Om de uitgangspunten van heide
partijen goed te kunnen beoordelen, moeten
we uitgaan van het vorig jaar gesloten
Centraal Akkoord.
Doel daarvan: Bestrijding van de
geldontwaarding door middel van matiging
van loon- en prijsstijging in 1973, maar
zonder de koopkracht aan te tasten.
Daarop vonden vertegenwoordigers van de
vakbeweging, de werkgevers en de regering
elkaar.
Wat willen nu de industriebonden?
Zij vinden dat de lonen zo veel mogelijk met
centen moeten worden verhoogd - en niet
met procenten - om de inkomens naar elkaar
toe te trekken. Dit is niet het doel van het
Centraal Akkoord, dat uitging van
loonsverhoging en vergoeding van de
prijsstijging in procenten. Wel werd bij dat
Akkoord afgesproken dat de laagstbetaalden
er in ieder geval op vooruit zouden gaan.
Ondanks dat Centraal Akkoord zal
trouwens de koopkracht van veel mensen er
dit jaar toch al op achteruitgaan. Dat komt
- afgezien van wat de bonden_willen -
door de belastingen en de sociale lasten.
Dit rijn de cijfers.
Kijkt u maar naar het nu volgende
overzicht van vijf verschillende toongroepen
(waarbij het vertrekpunt is dat de prijzen
met 7|% en de tonen met 3zullen stijgen
en daar overheen een prijscompensatie
wordt gegeven van 7% - dit wordt in totaal
10|%):
f12.000
f18.000
f25.500
f40.000 -
f66.000
f 1.000
f 1.500
f2.125
f3.333
f5.500
0,02%
-1,1
-0,9
-0,7
-2,4%
En waartoe leiden nu de eisen van de
industriebonden? Hun "centen in plaats van
procenten"-standpunt met een maximum
van 250 gulden vergoeding per procent
prijsstijging. Hier staat 't:
f12.000
*f 18.000
f25.500
f40.000
f66.000
f 1.000
f 1.500
f2.125
f3.333
f5.500
1,8%
-1,1%
-1,8%
-3,6%
-6,1%
Tijdens de onderhandelingen hebben
de werkgevers zich bereid getoond tegemoet
te komen aan veel eisen van de bonden;
veelal ten gunste van de lagerbetaalden en
ten laste van de hogerbetaalden.
Maar wij stelden wél als voorwaarde
- en niemand zal dat toch onredelijk vinden -
dat die hogerbetaalden er dan zelf ook over
zouden mogen meepraten. Datzelfde geldt
trouwens voor de wens van de bonden om
iedereen onder de cao te laten vallen.
Bonden willen het onderste nit de kan.
Op 30 maart waren de werkgevers in de
metaal bereid in te gaan op een voorstel van
professor Goudzwaard, die als onpartijdig
voorzitter een nieuw gesprek had geleid.
Dat voorstel kwam vergaand tegemoet
aan de verlangens van de industriebonden.
Het kwam voor de laagstbetaalden precies
neer op de koopkracht-verbetering die de
bonden zelf willen. En het Meld voor de
hogere inkomensgroepen een beperking van
de prijscompensatie in. Kijkt u maar:
Toch zeiden de industriebonden nee.
Zij willen het onderste uit de kan: niemand
meer dan 250 gulden vergoeding per procent
prijsstijging. Zij willen hoe dan ook
achteruitgang voor grote groepen
werknemers. Maar dat kan toch moeilijk een
redelijk uitgangspunt voor overleg zijn?
Wij gaan er niet mee akkoord,
dat niemand meer dan die 250 gulden krijgt
Toch hebben wij nóg een toenaderingspoging
gedaan: onderzoeken of degenen die aan
spraak maken op méér dan 250 gulden niet
te veel zouden krijgen. Mocht dat zo zijn,
dan zijn we bereid, in overleg met de
betrokkenen, een correctie toe te passen.
Maar de industriebonden blijven erbij
dat rij persé nu hun voorstellen geaccepteerd
willen hebben. Overal breken rij de
onderhandelingen af. En gaan over tot
acties die veel persoonlijke offers vragen en
miljoenen guldens schade aanrichten.
'Is dat het waard?
f12.000
f 1.000
1,8%
f18.000
f 1.500
1,0%
f25.500
£2.125
1,5%
f40.000
f3.333
1,4%
f66.000
f5.500
-3,7%
Wij zijn niet tegen veranderingen in de inkomens
verhoudingen. Maar dat is een nationale zaak, waarover moet
worden beslist op basis van feiten. En van onderzoek.
Wij willen eraan meewerken, dat de feiten zo snel mogelijk op
tafel komen. Maar de zaak moet niet nn worden uitgevochten
bij de onderneming.
Wij, werkgevers, willen graag een eind aan het conflict.
Niemand is er bij gebaat. Maar dan moeten we écht kunnen
onderhandelen. En niet een onwrikbaar standpunt tegenover
ons vinden met bovendien stakingsacties als mes op tafel.
Wij vragen aan u de ontwikkelingen te blijven volgen.
En zelf te oordelen. Vanuit de feiten. En u, heren van de
industriebonden: we hopen tot spoedig ziens.
Dit is een publikatie
van de gezamenlijke werkgevers die te maken hébben
met de industriebonden.
Adres: Prinses Beatrixlaaa 5, Den Haag. TéL 070 - 814171.
SJ&ÖSJS
I
1
1
1
1
e
1
f
1
1
I
9
n
<v
g
v
c
cl
r
Deze pagina gaat over
verdienen in Nederland
Jnsdag 10 aprH 1973
Ëett mc min of meer over-
Joiiipeld met zijn voorstel me
II laten inschrijven bij een
Riweliikscontactbureau. Wat
Erht u? Ik heb de grootste
lMerrie gemaakt thuis, toen hij
„e vertelde dat hij voor mij
Si zo'n bureau inlichtingen
K'i ingewonnen. Ik ben per
B»t van rekening een volwas-
E.n man van 32 jaar. Leid
E flink aannemersbedrijf
T,or water- en wegenbouw.
leb dat zelf opgericht. En dan
lord je in eens voor zo iets
fcplaatst....!
jEen brede korte man met
lauwe Ogen, een wat ver
keerd gezicht. Zijn handen zijn
Kortdurend in beweging. Ze
hagen de sporen van het feit
kt hij, als dat nodig is letter-
Hk van aanpakken weet. De
msvinger van de rechterhand
bruin van de nicotine. Hij
okt tijdens ons gesprek
-oortdurend en drifttg, de ene
Karet na de andere. Hij is
Ttrveus en onrustig.
(Met zichtbare voldoening
lertclt hij van de harde strijd
Be hij heeft gevoerd om zijn
Tnriif van de grond te krij-
,cn. Van de tijd dat hij dag
nacht daarvoor moest wer
en. „Niet alleen voor de op-
iouw van het bedrijf zelf, het
leginnen op kleine schaal, het
buiige leven om al het geld
kt ik overhield in machines
pi|
tel
El
hl
zm
bc
tel
bi
d,
dl
vl
dl
gl
Bruto jaarloon '72
(incl. vakantietoeslag)
Gemiddeld
per maand
Meer of minder
koopkracht '73
Bruto jaarloon '72
(Incl. vakantietoeslag)
Gemiddeld
per maand
Meer of minder
koopkracht '73
Bruto jaarloon '72
Gemiddeld
Meer of minder
(incl. vakantietoeslag)
per maand
koopkracht'73
Terug naar de onderhandelingstafel
(Van onze kunstredactie)
BREDA Picasso laat
zich moeilijk bijzetten. Ook
na zijn dood is hij niet te
rubriceren tót een „isme",
tot een kunstenaar die te
vangen is onder het hoedje
van een rubriek. Hij leefde
bijna een eeuw. Deze eeuw
leefde in hem. Hij is de
weerslag van een eeuw.
„Ik heb steeds alleen mijn
tijd geschilderd", heeft hij
zelf eens gezegd. Hij bracht
de mensen in verwarring,
zoals deze eeuw de mens
heid in verwarring bracht.
I Iedereen kende de naam
Picasso. En het is opval
lend hoeveel mensen zeg
gen: Dat zal wel Picasso
zjjn, als ze een bepaalde
kunstuiting niet begrijpen
of gek vinden. Hij stond
dan voor 't onbegrijpelijke
en het vervreemdende. Hij
stond voor zijn tijd. Je kunt
het een wonderkind of een
genie noemen, maar hij
blijft het best getekend met
het woordje „mens".
..Kunst is een leugen die
0"s de waarheid doet begrij-
t Pf1". was een van zijn ge
vleugelde uitdrukkingen.
Ook al heeft Picaeso de goe
gemeente wel eens bij de
neus gehad, hij was steeds
op zoek vormen te vinden,
die uitdrukking gaven aan
zhn bewogenheid met het le
ven.. Omdiat hijj een noncon
formist was, een man, die
weigerde zich aan te passen
aan wat „het fatsoen," „de
Maatschappij", „normen" en
dergelijke algemeenheden
voorschrijven, wist hij dera
te stoten tot nieuwe gewaar
wordingen. „Van het stand
punt der kunst udt gezien,
Oestaat er geen abstracte of
ooncrete vorm, alleen maar
vormen die .alle min of meer
yeftuigende leugens zijn",
een van zijn uitspra
ken.
Picasso heeft geleefd niet
stuk emotionaliteit, die
„gewone" mensen elkaar
Quwelijhs meer toestaan,
vjdt alleen, zijn mensellijke
was voor een deel
en doorprikken van talrijke
Un-codes van ons uiterlij-
2
v
d
P
i
1
v
U
h
k
Z;
Tl
b