rkrachf AVI
BISSCHOP H ERNST: Vast bedoeld om een
proces op gang te brengen, een gewetensondersoek
Er is maar één oplossing voor het metaalconflict
and B V.
CONSUMPTIE
NIET VERPLICHT
)ON 01140-3970
telling
nstfunctionaris
Huishoudschool
Mundi"
volledig
Doster
ETSELAARS
ISCHALERS
'UKADOORS en
EGELZETTERS
nt
renbeurs"
RVAREN
HEF DE PARTIE
Men corrigeert
elkaar
Basis die
verbindt
Voor iedereen
Elkaar niet
verwijten
Kracht in
geweten
Inkomens
verschillen
HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN nP ING N P LINGEN PE UNGEN "UNGEN PE ^NGEN PE jj
L'gEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PtlLIN^tN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN „PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN rtiLi v
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGfcN
I over een goede algemene
:eling,
pathieke wijze met mensen ltaj
zijn eer rekent mensen op
:ve wijze voor te lichten,
l en ouder dan 25 jaar is.
hem
;te positie met goede toekomsl|
iheden,
risselende werkkring,
de honorering,
jruik van auto.
t van zijn huidige werkkrinl
eren is ook de mogelijkheid aatl
s avonduren een aantrekkelijk^
verwerven,
ir. 24978 aan het bureau van ijl
R
met ingang van
looljaar 19731974
llicitaties zo spoedig mogelijk
lisschopsmolenstraat 162, Ettenl
de directrice, Zundertseweg
ïefoon 01608-2579.
Duitsland met spoed
'a. Schot de Vos. Nijmegen, T(|
f 233638 ol 440072.
DE MENSEN
MOETEN
ZELF WEGEN
VINDEN"
Bisschop H. Ernst van Breda is voor zijn bezoekers een en al bezorgdheid.
IIn het wat sombere maar toch vriendelijk ingerichte bisschopshuis aan de
Bredase Veemarktstraat hangt diezelfde sfeer van aandacht voor de gast.
Je voelt dat je welkom bent. Wie de officiële agenda van de bisschop, die
[elke twee weken in het informatieblad voor het bisdom, „Overweg", wordt
gepubliceerd, een beetje bijhoudt, weet dat hij een druk bezet man is. Dat
[bleek ook bij het maken van een afspraak voor een gesprek over de vasten
brief. Maar eenmaal in huis is het of de bisschop alle tijd heeft.
- TILBURG
Ï2141 - 423660.
raagt voor aanvulling van zl
eukenbrigade
:e arbeidsvoorwaarden en een
worden geboden,
vorden gaarne ingewacht, en vq
handeld door de heer M. F. A. M
De bezorgdheid van bis-
I schop Ernst voor zijn be
zoekers is dezelfde bezorgd
heid die hij heeft voor de
kerk, voor de mensen van
[wie hij nu alweer bijna zes
jaar bisschop is. Hij luistert
lieer intensief naar de vra
gen en weegt zijn woorden
zorgvuldig.
In de vastenbrief Welvaart
lierantwoordelijkheid, versobe-
I ring" beginnen de bisschoppen
[te stellen dat „versobering geen
[tcoord is dat gemakkelijk be
geestering losslaat". Ze zeggen
I zelfs kans te lopen te worden
[«ingezien voor vreugdeloze
[spelbrekers. Wat vindt de bis-
schop dan van de opmerkelijk
I grote vraag naar de vasten-
brief? Het is door velen al een
bestseller" genoemd.
Bisschop Ernst: „Je weet dat
biet van tevoren. Ik denk dat
let komt omdat de mensen het
vraagstuk, dat in de brief wordt
jbehandeld, in hun eigen leven
ervaren. Wanneer er verwoord
wordt wat bij jezelf leeft, dan
bindt dat vaak weerklank. Ik
pit ook te denken aan de toe
vallige actualiteit (de bisschop
op de discussies en acties
|over de inkomensverschillen in
land, J.L.), maar dat vcxrmt
Imaar een onderdeel van de
vastenbrief. Dat kan niet de
pole interesse verklaren. Veel
[®onsen hadden het gevoelen
al dat nu is verwoord, denk
pk."
Vindt u dat de brief „op
tijd" is gekomen? Was de tijd
er rijp voor?
Bisschop Ernst: „De tijd kan
ergens rijp voor worden in die
zin dat velen inzien wat je
bedoelt. En dan kan er ook
meer mee gebeuren. De laatste
jaren zijn toch veel mensen
aan het denken gezet. Bijvoor
beeld naar aanleiding van het
rapport van de Club van Ro
me. Een bepaalde gevoeligheid
is levend. Daarom hebben we
een jaar geleden ook besloten
tot het schrijven van die
brief".
Er is van de zijde der on
dernemers én van werkne
merszijde vakbondenal ge
zegd dat zij het mest de vas
tenbrief eens zijn. Is het ge
vaar groot dat verschillende
partijen/groeperingen probe
ren zich van de brief als het
ware meester te maken?
Bisschop Ernst: „Dat heb je
haast met alle geschreven
stukken. Deze brief is met
medewerking en na raadple
ging van vele anderen ont
staan. Van de andere kant is
de brief door de bisschoppen
ook niet pasklaar gepresen
teerd. Hij is juist bedoeld om
een proces op gang te bren
gen. Een gewetensonderzoek.
Men wordt gevraagd bij zich
zelf te gaan zoeken, naar de
drijfveren die ons zelf vaak
onbekend zijn, maar die ach
ter onze opvattingen en onze
praktijk zitten. Het „leididee"
van de brief is dan ook: ver
sobering, terwille van ande
ren.
De bedoeling is hiermee een
proces dat eigenlijk al bezig
is, te stimuleren. De brief no
digt uit zich hiermee bezig te
houden, zijn eigen verant
woordelijkheid te zoeken, de
waarheid te achterhalen en
dan te trachten tot verbetering
te komen, tot een nieuwe situ
atie. Zo'n appel wordt door
iedereen, al naar gelang eigen
visie en levenssituatie opgeno
men. Dat zou gevaarlijk zijn als
het eenzijdig gebeurde. Maar
men corrigeert elkaar. En de
bedoeling is juist ook om met
elkaar m gesprek te komen.
De bisschoppen roepen alle
mensen op tot verzet tegen de
verleiding van de prestige-
wedloop in consumptie. Is dat
wel eerlijk tegenover de men
sen die eigenlijk nog maar net
aan de welvaart beginnen te
ruiken?
Bisschop Ernst: „Ik ken ook
veel mensen die vroeger al
leen maar zorgen gekend heb
ben en armoede. Ik ben er
gelukkig mee dat er een sprei
ding van welvaart is gekomen,
en ik ben er gelukkig mee dat
mensen die zelf, of wier ou
ders vroeger veel ellende heb
ben meegemaakt, nu in rede
lijker omstandigheden leven.
De bisschoppen gunnen hun
dat van harte en zouden hun
dat ook beslist niet willen ont
nemen. Maar voor iedereen
geldt toch de vraag in de
brief: wat doen we nu verder?
Willen we steeds meer? En
zoeken we dit ten koste van
anderen? Daarbij, als we de
levensomstandigheden in ons
land vergelijken met die in de
ontwikkelingslanden, dan
moeten we zeggen dat we in
doorsnee genomen samen rijk
zijn. Dat geeft ons ook een
gezamenlijke verantwoorde
lijkheid ten aanzien van de
armen van nu".
In deze serie artikelen is al
enkele malen gepleit voor een
meer nadrukkelijke functie
van de kerk bij het „organise
ren" van dat gesprek tussen
groepen die nu in de maat
schappij tegen elkaar opbote-
ren en polarisatie bevorderen.
Gesuggereerd is de kerk een
soort forum, of een „open ta
fel" te laten aanbieden. Wat
vindt u daarvan?
Bisschop Ernst: „De vasten
brief is juist zo'n poging. Deze
brief is geen eindpunt. Dan
zou hij veel concreter moeten
zijn. Het thema is, zo te zeg
gen, nog onderweg. De mensen
zullen zelf wegen moeten vin-
BISSCHOP H. ERNST
den. Daarbij zullen tegenstel
lingen opkomen en een rol
gaan spelen, maar ik dacht dat
de kerk telkens moet terugke
ren naar de kern van de zaak
en ook moet voorkomen dat
men afgeleid zou worden van
die kern, door welke poging
dan ook zich ervan meester te
maken.
Voor ieder van ons, christe
nen, geldt dat hoort tot de
taak van de kerk dat je je
niet afvraagt wat moet de an
der, maar: wat moet ik zelf
doen. Dat is de basis die ver
bindt, wat ik zojuist de kern
van de zaak noemde, die eis
aan ons zelf, de vraag aan de
mens naar zichzelf terug te
keren en naar wat verbindt.
Maar ik zou dat niet te
kunstmatig willen doen."
Van sommigen, bijvoorbeeld
economen en andere deskundi
gen is al het verwijt gekomen
dat de bisschoppen in hun
brief nogal wat ondoordachte
kreten, slaken. De praktijk is
wel anders dan die mooie
woorden, zeggen ze.
Bisschop Ernst: „In de
vastenbrief wordt gezegd, voor
de oplossing van deze proble
men is goede wil nodig, maar
ook een beroep op deskundi
gen bij het zoeken naar meer
leefbaarheid in de wereld. Nu
is het eenvoudiger om een
idee op te schrijven, dan om
de weg te vinden waarlangs
die idee moet worden verwe
zenlijkt. Een spanning tussen
die twee zal er blijven. Die
spanning is vruchtbaar. Ook
als de idee de zaken te eenvou
dig stelt, dan is hij nog nodig.
De zedelijke idee, de idee
van het geweten, die motor
moet zijn van maatschappelij
ke veranderingen in de zin
van rechtvaardigheid, vertoont
altijd een grotere eenvoud dan
de praktische oplossing, die
men moet vinden in een inge
wikkeld maatschappelijk be
stel. Maar zij die voor de
praktische oplossingen staan
moeten aan de idee niet zijn
helderheid en eenvoud verwij
ten. Evenzogoed moeten zij
die de idee onder woorden
brengen, aan de mensen die er
m de praktijk voor staan, niet
verwijten dat ze praktische
problemen voorleggen. Die
twee hebben elkaar nodig. De
impuls van het geweten is no
dig om kritisch te staan en om
kracht te vinden, en de prak
tische kennis en kunde is no
dig om in werkelijkheid ver
anderingen te kunnen aan
brengen".
Het is soms erg lang stil,
wanneer de bisschop nadenkt
voordat hij antwoord geeft.
Dat is geen aarzeling over het
antwoord zelf, maar over de
formulering. Voortdurend is
hij op zoek naar woorden die
het best weergeven wat hij
bedoelt. Zin voor zin bouwt
mj zijn antwoord op.
Veel mensen verwijten de
bisschoppen, dat zij zich in
hun brief bemoeien met poli
tiek en economie, internationa
le handel en loonconflieten.
Bisschop Ernst: „Dat is mij
op verschillende bijeenkom
sten ook gebleken. Niet altijd
wordt doorzien dat het geloof,
dat betrekking heeft op de
verhouding tot God, en het
geweten, dat betrekking heeft
op de verhoudingen van mens
tot mens, dat die twee met
elkaar verweven zijn. De pro
feten uit het Oude Testament
hebben daar echter al de na
druk op gelegd.
Het geloof mag niet bij
woorden blijven. Zn als je het
niet bij woorden laat, dan be
geef je je inderdaad in econo
mie en politiek. Dus de kerk
is genoodzaakt dat te doen.
Van de ene kant wordt dat in
de vastenbrief op een bepaal
de manier gedaan. Van de an
dere kant worden daarin geen
oplossingen aangereikt die ty
pische economische en politie
ke kunde vereisen. Dat wordt
juist overgelaten aan de men
sen die daar verantwoordelijk
en deskundig in zijn. In de
brief worden de mensen opge
roepen dat te doen. Er worden
meer fundamentele richtlijnen
aangegeven.
De kerk doet eigenlijk wat
vanouds vanuit het geloof is
gebeurd, maar nu geschiedt
dat meer nadrukkelijk met het
oog op structuren van econo
mie en politiek, en niet enkel
met het oog op individueel
gedrag. Dat komt weer voort
uit de opvatting dat de struc
turen niet los van onszelf
staan".
De bisschop verwijst hierbij
naar de desbetreffende passa
ge in de vastenbrief waarin
staat: „Men zegt dikwijls dat,
om onze maatschappij te ver
anderen, de structuren gewij
zigd zouden moeten worden.
Maar structuren zijn geen din
gen die los van ons staan, die
wij kunnen veranderen zonder
onszelf te veranderen. Onze
doeleinden zijn het, ónze op
vattingen, ónze normen, kort
om ónze mentaliteit, die door
maatschappelijke structuren
belichaamd worden. Omge
keerd beïnvloeden deze struc
turen ook weer onze instelling
en houding".
U lijkt blijkens deze brief
nogal wat los te willen slaan.
Zet u in zijn consequenties
niet een heel stuk van de
uitgangspunten van onze
maatschappij op zijn kop? In
de brief zeggen de bisschop
pen ook: „Gelukkig komt bij
steeds meer mensen de vraag
op of de basiskeuzen van onze
huidige samenleving geen her
ziening behoeven".
Bisschop Ernst: „Daarstraks
heb ik gesproken van die be
nadering vanuit het geweten,
waarbij richting wordt aange
geven. Ik noemde dat een ty
pische taak van de kerk. Nu is
het geweten zich altijd scher
per bewust van hoe het niet
moet omdat dat de realiteit
is dan dat het een concreet
beeld heeft van hoe het wel
moet. Die spanning treedt
vooral op waar we onvrede
hebben met het bestaande.
Ook als het gaat over mense
lijke verhoudingen. Onvrede
hebben met wat er in het
bestaande fout is, dat is juist
de kracht in het geweten tot het
vinden van wegen ten goede.
Wegen die aanvankelijk nog
niet duidelijk zijn. Het kwade
waar men vandaan wil, is con
creter dan het goede waarnaar
men met zijn eigen hart zoekt.
Dat is ook te constateren bij
de strijd die momenteel gaan
de is".
Voor de tweede maal in het
gesprek raakt de bisschop nu
zelf de kwestie van de inko
mensverschillen aan (waar hij
spreekt over „de strijd die mo
menteel gaande is"). Vandaar
een laatste vraag:
Van verschillende zijden is
al gezegd: Nee, de bisschop
pen zeggen niet dat de inko
mensverschillen te groot zijn
(nvr. P. van Boven, voorzitter
van het Nederlands Christe
lijk Werkgeversverbond in het
NKV-blad Ruim Zicht: „De
bisschoppen spreken van be
zinning op de vraag of het
geen christelijke eis kan zijn
matiging of bevriezing van de
hogere inkomens te aanvaar
den. Zij spreken let wel
van „bezinnen" en „kan zijn"
Zij doen geen uitspraak".
En VVD-kamerlid L. de Beer:
„De bisschoppen willen zich
alleen maar bezinnen op die
vraag; en verder spreken zij
zich er helemaal niet over uit
of de netto inkomensverschil
len m Nederland zoals ze nu
bestaan nu wel of niet recht
vaardig zijn.") Zou volgens u na
die bezinning misschien wel
kunnen blijken dat de be
staande inkomensverschillen
best uerdedigbaar zijn? Of
vindt u die verschillen nu al
se groot?
Bisschop Ernst: „Op de eer
ste plaats dit. Waar de bis
schoppen spreken over inko
mensverschillen en over „de
afstand tussen eigen wel
vaartsniveau en dat van ande
ren" hebben ze zowel de ver
schillen tussen de ontwikke
lingslanden en ons allemaal
als de verschillen bmnen ons
eigen land op het oog.
Dan spreken de bisschoppen
letterlijk van „moeilijk verde
digbare inkomensverschillen".
Dat staat er. Vervolgens zeggen
ze: „Wij moeten ons bezinnen
op de vraag of het geen chris
telijke eis kan zijn matiging of
bevriezing van de hogere inko
mens te aanvaarden en aldus te
accepteren dat de afstand die
er iswat meer wordt In
gelopen". „Als je de vraag zo
stelt", zo vervolgt bisschop
Ernst, „ga je uit van de veron
derstelling van het ja. Maar de
mate waarin dit het geval is en
de wegen waarlangs het verbe
terd moet worden, vragen na
dere bezinning en ook confron
tatie van standpunten".
En dan besluit de bis
schop: „Het lijkt mij per
soonlijk onvoorstelbaar dat
men tot de conclusie kan ko
men dat de bestaande inko
mensverschillen verdedig
baar zouden zijn en dat geen
matiging of bevriezing van
de hogere inkomens op zijn
plaats zou zijn".
JAN LANDMAN
oekomst
!r de funktie Produktie-
ST-33
Leeftijd:
>ostzegel aan:
ïours (Nederland) B.V.
RS (NEDERLAND) B.V.
ÏECHT
:ÖEN haag De kabi-
s (de) formatie gaat de vijf-
Pe maand in, de stakingen in
P metaal de derde. Het Bin-
pt-nhof maakt kennis met de
demonstratie van dit
par er gaat geen dag voor-
l'J. of studenten bezetten om
[Muizend-gulden-wet een of
universiteitsgebouw. In-
ton regeert op het Catshuis
orgaan dat nog slechts een
fOim is van zichzelf en geen
psele raad weet met het los-
en machtsdenken. Poli-
polariseren we, financieel
F)oipuleren we en sociaal-
Pttomisch intimideren we.
l' alles onder de noemer
J'mocratisering van de sa-
Neving" en onder het mot-
t »wie de macht krijgt, heeft
toekomst". Ondertussen
®"n wc ons economisch uit
markt en dat zal zijn
rywslag hebben op tal van
rheinen.
if^s ,Pro:£- B. Goudzwaard na
uf. mislukken van zijn bernid-
C". "''Paging in de groot-me-
p31 vertwijfeld uitroept: „De
metaal zoekt het conflict", dan
kan hij wel eens gelijk heb
ben. Wamt na die mislukking
kunnen zander omwegen de
volgende conclusies worden
getrokken:
Een escalatie is onafwend
baar. De industriebonden kun
nen gewoon niet meer terug.
Dat konden ze begiin deze
week nog wel, maar na het
mislukken van de bemiddeling
zit er voor hen ntiets .anders op
dan doorgaan. Tot het bittere
einde?
Het is in Nederland geen
taboe meer om te praten over
het aanbrengen vatn een maxi
mum iin de prijscompensatie.
Nivellering van inkomens
wordt daarmee gelegaliseerd.
Oók door de werkgevers.
9 Een oplossing van het con
flict op korte termijn is alleen
maar mogelük via overleg
tusssen dc ntrale werkge
vers- en werknemersorganisa
ties.
Op langere termijn zal een
inkomensbeleid onontbeerlijk
zijn. Elke regering heeft zich
tot nu toe in die noodzaak
vergist. Een snelle oplossing
vara de kabinetsformatie zou
een goede stap in de richting
zijn en het conflict van van
daag misschien gemakkelijker
oplosbaar maken. Maar na het
echec-Burger zal van een in
komensbeleid voorlopig weinig
sprake kunnen zijn, gesteld
nog dat de vakbeweging in
zee zou willen gaan met een
confessioneel-liberaal kabinet.
Wat op dit moment hoogst on
waarschijnlijk moet worden
geacht.
Wat weer met zich mee
brengt, dat een oplossing voor
problemen als de inflatiebe-
strijding, belastiragpolitiek en
collectieve voorzieningen voor
lopig niet in zicht is. Met ain-
dere woorden dat veel zwak
keren in onze samenleving de
dupe dreigen te worden van
wat een bijna ordinaire
machtsstrijd lijkt te zijn.
We vallen terug in het har
de machtsdenken. Macht tegen
over macht. De zwakste gaait
er aan. We zijn bezig het den
ken in democratische termen
te vergeten. Niet alleen in de
metaalslag, op alle andere ter
reinen manifesteert zich dat
machtsdenken. En er is geen
Tweede Kamer om er wat aan
te doen. Er is geen regering
om leiding aan die ontwikke
ling te geven, om het proces
van democratisering in goede
banen te leiden.
Beperken we ons tot de
strijd in de metaal, dan kan
de conclusie niet achterwege
blijven, dat zowel werkgevers
als vakbonden zich danig in
elkaar hebben vergist. Op 19
januari van het vorig jaar liet
Arie Groenevelt, voorzitter
van de Industriebond NVV,
aan de metaalwerkgevers we
ten, geen enkel maximum in
de prijscompensatie te willen
accepteren. Op 25 mei werd
dat herhaald in de zogenaam
de nota arbeidsvoorwaarden
beleid. zoals dat door NW,
NKV en CNV is opgesteld als
basis voor een sociaal contract
tussen regering en bedrijfsle
ven.
Dan ineen komt de Indus-
triebond-NVV met het voor
stel op de proppen de verho
ging van de lonen in bedragen
uit te keren: het principe cen
ten-procenten wordt weer van
stal gehaald. Het is het begin
van de ellende, want de vol
gende stap is automatisch het
aanbrengen van een maximum
in de prijscompensatie. Het
centraal akkoord zwijgt wijse
lijk over dergelijke zaken en
beperkt zich er alleen maar
«Ott een beroep te doen op de
hogere inkomens in 1973 „ex
tra te matigen".
De uitleg van dat principe
laten centrale werkgevers- en
werknemers organisaties aan
de bonden over. Hier maak
ten vakbonden en werkgevers
een ernstige fout. Want met
de conclusie, dat de hogere
Inkomens extra moeten mati
gen, brengt men automatisch
een discussie over nivellering
van inkomens op gang. Im
mers, het enige argument, dat
men kan aanvoeren voor die
extra matiging, zou moeten
zijn, dat de toeneming van de
inflatie te wijten zou zijn aan
die hogere inkomens. Dat is
natuurlijk niet zo, maar toch
plaatst het centraal akkoord
die extra matiging in het ka
der van de inflatiebestrijding.
Een andere zaak is de vraag,
of het niet hoog tijd wordt eens
iets aan de grote inkomens
verschillen te doen. Met ande
re woorden echte inkomenspo
litiek gaan bedrijven.
Na het zoveelste conflict
rond de Industriebond-NVV
en rond Arie Groenevelt in
het bijzonder breekt een tijd
van ogenschijnlijke rust aan.
Er wordt binnen het kader
van het centraal akkoord een
aantal cao's afgesloten (o.a. de
bouw) tot tevredenheid van
alle betrokkenen. Kort voordat
het overleg over de metaal-cao
moet gaam beginnen, half de
cember, komen de drie indus
triebonden met het voorstel de
initiële loonstijging voor ie
dereen in centen uit te betalen
(dit is al een zekere nivelle
ring), maar daarbij een maxi
mum in de prijscompensatie
vast te leggen van 250 gulden
per procent prijsstijging. Ie
mand met een inkomen van
meer dan 25.000 gulden per
jaar krijgt dus niet meer dan
die 250 gulden, iemand met een
inkomen van 100.000 gulden
ook.
Grote verontwaardiging bij
de werkgevers, maar ook bij
de bonden van midden- en
hoger personeel. Binnen het
NKV barst een felle strijd iOS
tussen de Industiebonden-
NKV en de Unie BLHP. In
februari de eerste acties bij
Hoogovens, tijdelijk „ge
dempt" door de rechter, in
snel tempo echter nieuwe ac
ties over het hele land. Het
bemiddelingsvoorstel van
Goudzwaard mag dan reëel
zijn (geen maximum in de
prijscompensatie, maar een so-
lidariteitsdrempel) geen vak
bondsbestuurder kan het zijn
leden uitleggen, waarom dat
zou moeten worden geaccep
teerd
Dat is de situatie van van
daag. Prof. Goudzwaard: „Al
was er nog zo'n geniale tussen
oplossing op tafel gekomen,
noch werkgevers, noch vak
bonden zouden die hebben
aanvaard." Dus gaat de strijd
door. En hoe langer die duurt,
hoe moeilijker het over enkele
maanden wordt voor 1974 een
echt sociaal contract af te slui
ten. De vakbonden hebben nu
een wapen in handen straks
bij dat overleg met een (nieu
we?) regering hun eisen op
tafel teleggen.
De enige kans op een rede
lijk compromis ligt in het
overleg op centraal niveau:
werkgevers en vakcentrales
zullen opnieuw rond de tafel
moeten gaan zitten en duide
lijk maken wat het centraal
akkoord precies bedoelt met
„extra matiging voor hogere
inkomens". De regering
vleugellam kan het niet.
Zowel werkgevers als vakcen
trales hebben hun eigen ver
antwoordelijkheid. Maar het
zou best eens kunnen zijn, dat
die hier parallel lopen.
PIETER-JAN DEKKERS