rkrachf AVI BISSCHOP H ERNST: Vast bedoeld om een proces op gang te brengen, een gewetensondersoek Er is maar één oplossing voor het metaalconflict and B V. CONSUMPTIE NIET VERPLICHT )ON 01140-3970 telling nstfunctionaris Huishoudschool Mundi" volledig Doster ETSELAARS ISCHALERS 'UKADOORS en EGELZETTERS nt renbeurs" RVAREN HEF DE PARTIE Men corrigeert elkaar Basis die verbindt Voor iedereen Elkaar niet verwijten Kracht in geweten Inkomens verschillen HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN nP ING N P LINGEN PE UNGEN "UNGEN PE ^NGEN PE jj L'gEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PtlLIN^tN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN „PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN rtiLi v EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGfcN I over een goede algemene :eling, pathieke wijze met mensen ltaj zijn eer rekent mensen op :ve wijze voor te lichten, l en ouder dan 25 jaar is. hem ;te positie met goede toekomsl| iheden, risselende werkkring, de honorering, jruik van auto. t van zijn huidige werkkrinl eren is ook de mogelijkheid aatl s avonduren een aantrekkelijk^ verwerven, ir. 24978 aan het bureau van ijl R met ingang van looljaar 19731974 llicitaties zo spoedig mogelijk lisschopsmolenstraat 162, Ettenl de directrice, Zundertseweg ïefoon 01608-2579. Duitsland met spoed 'a. Schot de Vos. Nijmegen, T(| f 233638 ol 440072. DE MENSEN MOETEN ZELF WEGEN VINDEN" Bisschop H. Ernst van Breda is voor zijn bezoekers een en al bezorgdheid. IIn het wat sombere maar toch vriendelijk ingerichte bisschopshuis aan de Bredase Veemarktstraat hangt diezelfde sfeer van aandacht voor de gast. Je voelt dat je welkom bent. Wie de officiële agenda van de bisschop, die [elke twee weken in het informatieblad voor het bisdom, „Overweg", wordt gepubliceerd, een beetje bijhoudt, weet dat hij een druk bezet man is. Dat [bleek ook bij het maken van een afspraak voor een gesprek over de vasten brief. Maar eenmaal in huis is het of de bisschop alle tijd heeft. - TILBURG Ï2141 - 423660. raagt voor aanvulling van zl eukenbrigade :e arbeidsvoorwaarden en een worden geboden, vorden gaarne ingewacht, en vq handeld door de heer M. F. A. M De bezorgdheid van bis- I schop Ernst voor zijn be zoekers is dezelfde bezorgd heid die hij heeft voor de kerk, voor de mensen van [wie hij nu alweer bijna zes jaar bisschop is. Hij luistert lieer intensief naar de vra gen en weegt zijn woorden zorgvuldig. In de vastenbrief Welvaart lierantwoordelijkheid, versobe- I ring" beginnen de bisschoppen [te stellen dat „versobering geen [tcoord is dat gemakkelijk be geestering losslaat". Ze zeggen I zelfs kans te lopen te worden [«ingezien voor vreugdeloze [spelbrekers. Wat vindt de bis- schop dan van de opmerkelijk I grote vraag naar de vasten- brief? Het is door velen al een bestseller" genoemd. Bisschop Ernst: „Je weet dat biet van tevoren. Ik denk dat let komt omdat de mensen het vraagstuk, dat in de brief wordt jbehandeld, in hun eigen leven ervaren. Wanneer er verwoord wordt wat bij jezelf leeft, dan bindt dat vaak weerklank. Ik pit ook te denken aan de toe vallige actualiteit (de bisschop op de discussies en acties |over de inkomensverschillen in land, J.L.), maar dat vcxrmt Imaar een onderdeel van de vastenbrief. Dat kan niet de pole interesse verklaren. Veel [®onsen hadden het gevoelen al dat nu is verwoord, denk pk." Vindt u dat de brief „op tijd" is gekomen? Was de tijd er rijp voor? Bisschop Ernst: „De tijd kan ergens rijp voor worden in die zin dat velen inzien wat je bedoelt. En dan kan er ook meer mee gebeuren. De laatste jaren zijn toch veel mensen aan het denken gezet. Bijvoor beeld naar aanleiding van het rapport van de Club van Ro me. Een bepaalde gevoeligheid is levend. Daarom hebben we een jaar geleden ook besloten tot het schrijven van die brief". Er is van de zijde der on dernemers én van werkne merszijde vakbondenal ge zegd dat zij het mest de vas tenbrief eens zijn. Is het ge vaar groot dat verschillende partijen/groeperingen probe ren zich van de brief als het ware meester te maken? Bisschop Ernst: „Dat heb je haast met alle geschreven stukken. Deze brief is met medewerking en na raadple ging van vele anderen ont staan. Van de andere kant is de brief door de bisschoppen ook niet pasklaar gepresen teerd. Hij is juist bedoeld om een proces op gang te bren gen. Een gewetensonderzoek. Men wordt gevraagd bij zich zelf te gaan zoeken, naar de drijfveren die ons zelf vaak onbekend zijn, maar die ach ter onze opvattingen en onze praktijk zitten. Het „leididee" van de brief is dan ook: ver sobering, terwille van ande ren. De bedoeling is hiermee een proces dat eigenlijk al bezig is, te stimuleren. De brief no digt uit zich hiermee bezig te houden, zijn eigen verant woordelijkheid te zoeken, de waarheid te achterhalen en dan te trachten tot verbetering te komen, tot een nieuwe situ atie. Zo'n appel wordt door iedereen, al naar gelang eigen visie en levenssituatie opgeno men. Dat zou gevaarlijk zijn als het eenzijdig gebeurde. Maar men corrigeert elkaar. En de bedoeling is juist ook om met elkaar m gesprek te komen. De bisschoppen roepen alle mensen op tot verzet tegen de verleiding van de prestige- wedloop in consumptie. Is dat wel eerlijk tegenover de men sen die eigenlijk nog maar net aan de welvaart beginnen te ruiken? Bisschop Ernst: „Ik ken ook veel mensen die vroeger al leen maar zorgen gekend heb ben en armoede. Ik ben er gelukkig mee dat er een sprei ding van welvaart is gekomen, en ik ben er gelukkig mee dat mensen die zelf, of wier ou ders vroeger veel ellende heb ben meegemaakt, nu in rede lijker omstandigheden leven. De bisschoppen gunnen hun dat van harte en zouden hun dat ook beslist niet willen ont nemen. Maar voor iedereen geldt toch de vraag in de brief: wat doen we nu verder? Willen we steeds meer? En zoeken we dit ten koste van anderen? Daarbij, als we de levensomstandigheden in ons land vergelijken met die in de ontwikkelingslanden, dan moeten we zeggen dat we in doorsnee genomen samen rijk zijn. Dat geeft ons ook een gezamenlijke verantwoorde lijkheid ten aanzien van de armen van nu". In deze serie artikelen is al enkele malen gepleit voor een meer nadrukkelijke functie van de kerk bij het „organise ren" van dat gesprek tussen groepen die nu in de maat schappij tegen elkaar opbote- ren en polarisatie bevorderen. Gesuggereerd is de kerk een soort forum, of een „open ta fel" te laten aanbieden. Wat vindt u daarvan? Bisschop Ernst: „De vasten brief is juist zo'n poging. Deze brief is geen eindpunt. Dan zou hij veel concreter moeten zijn. Het thema is, zo te zeg gen, nog onderweg. De mensen zullen zelf wegen moeten vin- BISSCHOP H. ERNST den. Daarbij zullen tegenstel lingen opkomen en een rol gaan spelen, maar ik dacht dat de kerk telkens moet terugke ren naar de kern van de zaak en ook moet voorkomen dat men afgeleid zou worden van die kern, door welke poging dan ook zich ervan meester te maken. Voor ieder van ons, christe nen, geldt dat hoort tot de taak van de kerk dat je je niet afvraagt wat moet de an der, maar: wat moet ik zelf doen. Dat is de basis die ver bindt, wat ik zojuist de kern van de zaak noemde, die eis aan ons zelf, de vraag aan de mens naar zichzelf terug te keren en naar wat verbindt. Maar ik zou dat niet te kunstmatig willen doen." Van sommigen, bijvoorbeeld economen en andere deskundi gen is al het verwijt gekomen dat de bisschoppen in hun brief nogal wat ondoordachte kreten, slaken. De praktijk is wel anders dan die mooie woorden, zeggen ze. Bisschop Ernst: „In de vastenbrief wordt gezegd, voor de oplossing van deze proble men is goede wil nodig, maar ook een beroep op deskundi gen bij het zoeken naar meer leefbaarheid in de wereld. Nu is het eenvoudiger om een idee op te schrijven, dan om de weg te vinden waarlangs die idee moet worden verwe zenlijkt. Een spanning tussen die twee zal er blijven. Die spanning is vruchtbaar. Ook als de idee de zaken te eenvou dig stelt, dan is hij nog nodig. De zedelijke idee, de idee van het geweten, die motor moet zijn van maatschappelij ke veranderingen in de zin van rechtvaardigheid, vertoont altijd een grotere eenvoud dan de praktische oplossing, die men moet vinden in een inge wikkeld maatschappelijk be stel. Maar zij die voor de praktische oplossingen staan moeten aan de idee niet zijn helderheid en eenvoud verwij ten. Evenzogoed moeten zij die de idee onder woorden brengen, aan de mensen die er m de praktijk voor staan, niet verwijten dat ze praktische problemen voorleggen. Die twee hebben elkaar nodig. De impuls van het geweten is no dig om kritisch te staan en om kracht te vinden, en de prak tische kennis en kunde is no dig om in werkelijkheid ver anderingen te kunnen aan brengen". Het is soms erg lang stil, wanneer de bisschop nadenkt voordat hij antwoord geeft. Dat is geen aarzeling over het antwoord zelf, maar over de formulering. Voortdurend is hij op zoek naar woorden die het best weergeven wat hij bedoelt. Zin voor zin bouwt mj zijn antwoord op. Veel mensen verwijten de bisschoppen, dat zij zich in hun brief bemoeien met poli tiek en economie, internationa le handel en loonconflieten. Bisschop Ernst: „Dat is mij op verschillende bijeenkom sten ook gebleken. Niet altijd wordt doorzien dat het geloof, dat betrekking heeft op de verhouding tot God, en het geweten, dat betrekking heeft op de verhoudingen van mens tot mens, dat die twee met elkaar verweven zijn. De pro feten uit het Oude Testament hebben daar echter al de na druk op gelegd. Het geloof mag niet bij woorden blijven. Zn als je het niet bij woorden laat, dan be geef je je inderdaad in econo mie en politiek. Dus de kerk is genoodzaakt dat te doen. Van de ene kant wordt dat in de vastenbrief op een bepaal de manier gedaan. Van de an dere kant worden daarin geen oplossingen aangereikt die ty pische economische en politie ke kunde vereisen. Dat wordt juist overgelaten aan de men sen die daar verantwoordelijk en deskundig in zijn. In de brief worden de mensen opge roepen dat te doen. Er worden meer fundamentele richtlijnen aangegeven. De kerk doet eigenlijk wat vanouds vanuit het geloof is gebeurd, maar nu geschiedt dat meer nadrukkelijk met het oog op structuren van econo mie en politiek, en niet enkel met het oog op individueel gedrag. Dat komt weer voort uit de opvatting dat de struc turen niet los van onszelf staan". De bisschop verwijst hierbij naar de desbetreffende passa ge in de vastenbrief waarin staat: „Men zegt dikwijls dat, om onze maatschappij te ver anderen, de structuren gewij zigd zouden moeten worden. Maar structuren zijn geen din gen die los van ons staan, die wij kunnen veranderen zonder onszelf te veranderen. Onze doeleinden zijn het, ónze op vattingen, ónze normen, kort om ónze mentaliteit, die door maatschappelijke structuren belichaamd worden. Omge keerd beïnvloeden deze struc turen ook weer onze instelling en houding". U lijkt blijkens deze brief nogal wat los te willen slaan. Zet u in zijn consequenties niet een heel stuk van de uitgangspunten van onze maatschappij op zijn kop? In de brief zeggen de bisschop pen ook: „Gelukkig komt bij steeds meer mensen de vraag op of de basiskeuzen van onze huidige samenleving geen her ziening behoeven". Bisschop Ernst: „Daarstraks heb ik gesproken van die be nadering vanuit het geweten, waarbij richting wordt aange geven. Ik noemde dat een ty pische taak van de kerk. Nu is het geweten zich altijd scher per bewust van hoe het niet moet omdat dat de realiteit is dan dat het een concreet beeld heeft van hoe het wel moet. Die spanning treedt vooral op waar we onvrede hebben met het bestaande. Ook als het gaat over mense lijke verhoudingen. Onvrede hebben met wat er in het bestaande fout is, dat is juist de kracht in het geweten tot het vinden van wegen ten goede. Wegen die aanvankelijk nog niet duidelijk zijn. Het kwade waar men vandaan wil, is con creter dan het goede waarnaar men met zijn eigen hart zoekt. Dat is ook te constateren bij de strijd die momenteel gaan de is". Voor de tweede maal in het gesprek raakt de bisschop nu zelf de kwestie van de inko mensverschillen aan (waar hij spreekt over „de strijd die mo menteel gaande is"). Vandaar een laatste vraag: Van verschillende zijden is al gezegd: Nee, de bisschop pen zeggen niet dat de inko mensverschillen te groot zijn (nvr. P. van Boven, voorzitter van het Nederlands Christe lijk Werkgeversverbond in het NKV-blad Ruim Zicht: „De bisschoppen spreken van be zinning op de vraag of het geen christelijke eis kan zijn matiging of bevriezing van de hogere inkomens te aanvaar den. Zij spreken let wel van „bezinnen" en „kan zijn" Zij doen geen uitspraak". En VVD-kamerlid L. de Beer: „De bisschoppen willen zich alleen maar bezinnen op die vraag; en verder spreken zij zich er helemaal niet over uit of de netto inkomensverschil len m Nederland zoals ze nu bestaan nu wel of niet recht vaardig zijn.") Zou volgens u na die bezinning misschien wel kunnen blijken dat de be staande inkomensverschillen best uerdedigbaar zijn? Of vindt u die verschillen nu al se groot? Bisschop Ernst: „Op de eer ste plaats dit. Waar de bis schoppen spreken over inko mensverschillen en over „de afstand tussen eigen wel vaartsniveau en dat van ande ren" hebben ze zowel de ver schillen tussen de ontwikke lingslanden en ons allemaal als de verschillen bmnen ons eigen land op het oog. Dan spreken de bisschoppen letterlijk van „moeilijk verde digbare inkomensverschillen". Dat staat er. Vervolgens zeggen ze: „Wij moeten ons bezinnen op de vraag of het geen chris telijke eis kan zijn matiging of bevriezing van de hogere inko mens te aanvaarden en aldus te accepteren dat de afstand die er iswat meer wordt In gelopen". „Als je de vraag zo stelt", zo vervolgt bisschop Ernst, „ga je uit van de veron derstelling van het ja. Maar de mate waarin dit het geval is en de wegen waarlangs het verbe terd moet worden, vragen na dere bezinning en ook confron tatie van standpunten". En dan besluit de bis schop: „Het lijkt mij per soonlijk onvoorstelbaar dat men tot de conclusie kan ko men dat de bestaande inko mensverschillen verdedig baar zouden zijn en dat geen matiging of bevriezing van de hogere inkomens op zijn plaats zou zijn". JAN LANDMAN oekomst !r de funktie Produktie- ST-33 Leeftijd: >ostzegel aan: ïours (Nederland) B.V. RS (NEDERLAND) B.V. ÏECHT :ÖEN haag De kabi- s (de) formatie gaat de vijf- Pe maand in, de stakingen in P metaal de derde. Het Bin- pt-nhof maakt kennis met de demonstratie van dit par er gaat geen dag voor- l'J. of studenten bezetten om [Muizend-gulden-wet een of universiteitsgebouw. In- ton regeert op het Catshuis orgaan dat nog slechts een fOim is van zichzelf en geen psele raad weet met het los- en machtsdenken. Poli- polariseren we, financieel F)oipuleren we en sociaal- Pttomisch intimideren we. l' alles onder de noemer J'mocratisering van de sa- Neving" en onder het mot- t »wie de macht krijgt, heeft toekomst". Ondertussen ®"n wc ons economisch uit markt en dat zal zijn rywslag hebben op tal van rheinen. if^s ,Pro:£- B. Goudzwaard na uf. mislukken van zijn bernid- C". "''Paging in de groot-me- p31 vertwijfeld uitroept: „De metaal zoekt het conflict", dan kan hij wel eens gelijk heb ben. Wamt na die mislukking kunnen zander omwegen de volgende conclusies worden getrokken: Een escalatie is onafwend baar. De industriebonden kun nen gewoon niet meer terug. Dat konden ze begiin deze week nog wel, maar na het mislukken van de bemiddeling zit er voor hen ntiets .anders op dan doorgaan. Tot het bittere einde? Het is in Nederland geen taboe meer om te praten over het aanbrengen vatn een maxi mum iin de prijscompensatie. Nivellering van inkomens wordt daarmee gelegaliseerd. Oók door de werkgevers. 9 Een oplossing van het con flict op korte termijn is alleen maar mogelük via overleg tusssen dc ntrale werkge vers- en werknemersorganisa ties. Op langere termijn zal een inkomensbeleid onontbeerlijk zijn. Elke regering heeft zich tot nu toe in die noodzaak vergist. Een snelle oplossing vara de kabinetsformatie zou een goede stap in de richting zijn en het conflict van van daag misschien gemakkelijker oplosbaar maken. Maar na het echec-Burger zal van een in komensbeleid voorlopig weinig sprake kunnen zijn, gesteld nog dat de vakbeweging in zee zou willen gaan met een confessioneel-liberaal kabinet. Wat op dit moment hoogst on waarschijnlijk moet worden geacht. Wat weer met zich mee brengt, dat een oplossing voor problemen als de inflatiebe- strijding, belastiragpolitiek en collectieve voorzieningen voor lopig niet in zicht is. Met ain- dere woorden dat veel zwak keren in onze samenleving de dupe dreigen te worden van wat een bijna ordinaire machtsstrijd lijkt te zijn. We vallen terug in het har de machtsdenken. Macht tegen over macht. De zwakste gaait er aan. We zijn bezig het den ken in democratische termen te vergeten. Niet alleen in de metaalslag, op alle andere ter reinen manifesteert zich dat machtsdenken. En er is geen Tweede Kamer om er wat aan te doen. Er is geen regering om leiding aan die ontwikke ling te geven, om het proces van democratisering in goede banen te leiden. Beperken we ons tot de strijd in de metaal, dan kan de conclusie niet achterwege blijven, dat zowel werkgevers als vakbonden zich danig in elkaar hebben vergist. Op 19 januari van het vorig jaar liet Arie Groenevelt, voorzitter van de Industriebond NVV, aan de metaalwerkgevers we ten, geen enkel maximum in de prijscompensatie te willen accepteren. Op 25 mei werd dat herhaald in de zogenaam de nota arbeidsvoorwaarden beleid. zoals dat door NW, NKV en CNV is opgesteld als basis voor een sociaal contract tussen regering en bedrijfsle ven. Dan ineen komt de Indus- triebond-NVV met het voor stel op de proppen de verho ging van de lonen in bedragen uit te keren: het principe cen ten-procenten wordt weer van stal gehaald. Het is het begin van de ellende, want de vol gende stap is automatisch het aanbrengen van een maximum in de prijscompensatie. Het centraal akkoord zwijgt wijse lijk over dergelijke zaken en beperkt zich er alleen maar «Ott een beroep te doen op de hogere inkomens in 1973 „ex tra te matigen". De uitleg van dat principe laten centrale werkgevers- en werknemers organisaties aan de bonden over. Hier maak ten vakbonden en werkgevers een ernstige fout. Want met de conclusie, dat de hogere Inkomens extra moeten mati gen, brengt men automatisch een discussie over nivellering van inkomens op gang. Im mers, het enige argument, dat men kan aanvoeren voor die extra matiging, zou moeten zijn, dat de toeneming van de inflatie te wijten zou zijn aan die hogere inkomens. Dat is natuurlijk niet zo, maar toch plaatst het centraal akkoord die extra matiging in het ka der van de inflatiebestrijding. Een andere zaak is de vraag, of het niet hoog tijd wordt eens iets aan de grote inkomens verschillen te doen. Met ande re woorden echte inkomenspo litiek gaan bedrijven. Na het zoveelste conflict rond de Industriebond-NVV en rond Arie Groenevelt in het bijzonder breekt een tijd van ogenschijnlijke rust aan. Er wordt binnen het kader van het centraal akkoord een aantal cao's afgesloten (o.a. de bouw) tot tevredenheid van alle betrokkenen. Kort voordat het overleg over de metaal-cao moet gaam beginnen, half de cember, komen de drie indus triebonden met het voorstel de initiële loonstijging voor ie dereen in centen uit te betalen (dit is al een zekere nivelle ring), maar daarbij een maxi mum in de prijscompensatie vast te leggen van 250 gulden per procent prijsstijging. Ie mand met een inkomen van meer dan 25.000 gulden per jaar krijgt dus niet meer dan die 250 gulden, iemand met een inkomen van 100.000 gulden ook. Grote verontwaardiging bij de werkgevers, maar ook bij de bonden van midden- en hoger personeel. Binnen het NKV barst een felle strijd iOS tussen de Industiebonden- NKV en de Unie BLHP. In februari de eerste acties bij Hoogovens, tijdelijk „ge dempt" door de rechter, in snel tempo echter nieuwe ac ties over het hele land. Het bemiddelingsvoorstel van Goudzwaard mag dan reëel zijn (geen maximum in de prijscompensatie, maar een so- lidariteitsdrempel) geen vak bondsbestuurder kan het zijn leden uitleggen, waarom dat zou moeten worden geaccep teerd Dat is de situatie van van daag. Prof. Goudzwaard: „Al was er nog zo'n geniale tussen oplossing op tafel gekomen, noch werkgevers, noch vak bonden zouden die hebben aanvaard." Dus gaat de strijd door. En hoe langer die duurt, hoe moeilijker het over enkele maanden wordt voor 1974 een echt sociaal contract af te slui ten. De vakbonden hebben nu een wapen in handen straks bij dat overleg met een (nieu we?) regering hun eisen op tafel teleggen. De enige kans op een rede lijk compromis ligt in het overleg op centraal niveau: werkgevers en vakcentrales zullen opnieuw rond de tafel moeten gaan zitten en duide lijk maken wat het centraal akkoord precies bedoelt met „extra matiging voor hogere inkomens". De regering vleugellam kan het niet. Zowel werkgevers als vakcen trales hebben hun eigen ver antwoordelijkheid. Maar het zou best eens kunnen zijn, dat die hier parallel lopen. PIETER-JAN DEKKERS

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 19