Opnieuw King Kong Hermans
BOEK
BOEK
BOEK
Amerikaanse filmmaatschappij Warner Bros jubileert (50)
of: hoe de Nos kiekeboe speelde'
EEN STRIJD TEGEN KANKER
Ziekte als lot en kans:
bezinning op samenleving
Psychiatrie van alle dag
Fascinerend boek over schimmige vogel
kunst
cultuur
1TMBMi
UILEN
„Uilen" heet het boek. In ons huis is het al gauw het „gro
te uilenboek" geworden. Kinderen en volwassenen kunnen
zich verlustigen aan de prachtige tekeningen van Robert
Gilhnor of op plezierige wijze zich laten informeren door
dr. John Sparks en Tony Soper, die samen dit document
bijeengaarden.
Dat mensen van het vak,
ornithologen, biologen, erg blij
rijn met dit boek is duidelijk,
maar dat ook de geïnteresseer
de leek door dit boek gefasci
neerd raakt is voor mij de
grootste verdienste van de sa
menstellers. Want wat weten
we nu eigenlijk van uilen? En
waarom worden die beesten
toch zo vaak in films en boe
ken ten tonele gevoerd?
Uilen zijn nachtdieren, al
thans de meeste ervan. Uilen
slapen overdag diep weggedo
ken op hun „roest" en zijn
zodoende voor ons onzichtbaar.
We horen er wel eens een
roepen en een doodenkele
keer scheert er in het bijna
donker een uil vlak boven je
hoofd. Je schrikt, duikt ineen,
kijkt op en weg is de geheim
zinnige schaduw. We hebben
massa's uitdrukkingen, spreek
woorden en verhalen over ui
len, maar je ziet ze zelden en
zeker niet in actie.
Wie tot zich door laat drin
gen wat het moet zijn om van
zo'n geheimzinnig wezen zo
veel informatie los te peuteren
als in dit boek staat zal met
mij diep respect hebben voor
alle mensen die soms jaren
achtereen onderzoek hebben
gedaan naar het gedrag en de
leefwijze van de uil, waardoor
uiteindelijk dit boek kon ont
staan.
Uilen komen voor over de
hele wereld, behalve in het
Zuidpoolgebied, in alle soorten
en maten van de 75 cm grote
oehoe tot de 14 cm kleine
kabouteruil. Ze hebben zich in
de zestig miljoen jaar dat ze
bestaan op een opvallende ma
nier een plaats weten te ver
werven in de biologische
kringloop. Er is voor uilen,
behalve binnen de eigen soort,
nauwelijks concurrentie als
het op voedsel vergaren, jagen,
aankomt- Jagen inderdaad,
want uilen zijn roofvogels.
Dat hun bestaan toch wordt
bedreigd zal iedereen die zich
enige zorg om het milieu
maakt duidelijk zijn. In het
voedselpakket van deze nach
telijke jagers komen uiteraard
door insekticiden vergiftigde
vogels voor. De uil wordt dan
ook streng beschermd. Hier al-
than. Bepaalde Indianenstam
men hebben de uil een godde-
/jt t s v
Een van de vele tekeningen van Robert Gillmor.
lijk aureool gegeven.. Andere
volken zijn er doodsbang
voor.
In het grote uilenboek wordt
het allemaal verteld. Een erg
interessant gedeelte in dit
boek gaat over de merkwaar
dige op en neer gaande popu
laties van uilen in de verscnil-
lende gebieden. Het aantal ui
len blijkt af te hangen van het
aantal prooidieren, voorname
lijk vogels en knaagdieren.
Deze laatste voeden zich met
zaden van naaldbomen (den-
ne-appels) zodat uiteindelijk
het uilenbestand afhangt van
de vruchtbare jaren van de
bomen in het woud, die welis
waar een ijzeren regelmaat
vertonen, maar soms toch ook
een angstig groot gat laten
vallen in de opeenvolging van
de afhankelijke diergenera-
ties.
Wat ook een erg aardig on
derdeel van het boek is, is het
bijgevoegde grammofoonplaat
je, waarop de ons meest be
kende uilebeesten hun stemge
luid laten horen: de bosuil, de
steenuil, de dwergooruil, de
ransuil en de kerkuil.
„Uilen" is een geweldig
boek, zijn hoge prijs meer dan
waard: het is een uitstekend
voorbeeld voor de manier
waarop de volledige weten
schappelijke informatie kan
worden gegeven, die niet gort
droog is, maar blijft boeien
door schrijfwijze, foto's teke
ningen en lay-out.
LIA LUTZ
John Sparks en Tony Soper:
Uilen (uitg. Wetenschappelijke
Uitg. f 39,—.
Heeft Chris Lindemans,
King Kong in het verzet tij
dens de oorlogsjaren, werke
lijk op grond van persoonlijke
motieven verraden dat de ge
allieerden bij Arnhem in 1944
een grote luchtlandingsopera
tie zouden uitvoeren? En wa
ren de Duitsers daarom voor
bereid; onder andere, een tank
afdeling gestationeerd op de
Veluwe? Dat is eigenlijk de
kern van de zaak King Kong.
Een «aak die nimmer is opge
helderd en die er door wat er
over is gepubliceerd in de
verslagen van de parlementai
re enquêtecommissie niet hel
derder op is geworden- W. F.
Hermans heeft over die affai
re een alleszins leeswaardig
spel geschreven. In opdracht
van de gemeente Amsterdam-
in 1968.
Aan de hand van het ver
slag van de enquêtecommissie.
Veelal gebruikte hij er de let
terlijke teksten voor. Het is
een boeiend stuk werk dat aan
het denken zet en dat de vin
ger legt op heel wat zaken die
pi deze kwestie onbeantwoord
Willem Frederik Hermans.
bleven. Ook op onbegrijpelijke
fouten die die commissie juist
in deze kwestie duidelijk
heeft gemaakt. Gebeurde dat
niet in de laatste plaats om
mensen die erbij waren be
trokken te dekken?
Die indruk wordt heel sterk
als men aandachtig leest wat
Hermans daarover in zijn apel
te berde brengt. Door de ma
nier waarop hij gewoon feiten
voor zichzelf laat spreken en
door de knappe wijze waarop
hij zijn „demonstranten" tus
sen de dialogen door opmer
kingen laat maken.
Maar goed, Hermans schreef
het stuk, kreeg zijn honorari
um en.... daarna verdween het
in de lade van een of andere
Amsterdamse politicus of
ambtenaar. Geen wonder dat
de schrijver de tekst aan de
Nederlandse Omroep Stichting
gaf, toen die hem vroeg een
oorspronkelijk toneelstuk te
schrijven. De betrokken NOS-
meneer was opgetogen toen
hij de tekst had gelezen. Hij
gaf toe dat het een fijn stuk
was en uitstekend geschikt om
op te voeren. Het is nooit op
het scherm verschenen. Want
na lang wachten kwam Her
mans er, met moeite, achter
dat er toch teveel bezwaren
aan zaten.
Enfin, de zaak King Kong
had geleid tot een affaire
NOS-Hermans- Een affaire die
wel heel sterk de indruk
maakt dat er mensen en repu
taties gered moesten worden.
En dat kunnen de heren die
het bij de teevee voor het
zeggen hebben kennelijk. Zij
censureren iemand gewoon
weg. In de correspondentie die
Hermans daarover publiceert
blijkt de heer J. W. Renge-
link, lid van de Raad van
Beheer voor Programmazaken
TV, zich intensief en weinig
tactisch met de kwestie te
hebben bemoeid. Ook trou
wens de heer C. Enkelaar,
hoofd NTS-programma. Om
maar een paar namen te noe
men. De hele affaire, inclusief
de niet onvermakelijke scheld
partijen, maakt een merk
waardige indruk.
Merkwaardig, omdat het
volkomen onduidelijk is waar
om aanvankelijk enthousiasme
bij de NOS omsloeg in een
afwijzing, waarbij om de hete
soep is heengedraaid. erk-
waardig ook, omdat juist
door die afwijzing sterk de
indruk wordt gewekt dat in
de affaire King Kong is ge
knoeid en dat men er zelfs nu,
bijna 30 jaar later, nog voor
terugschrikt dat iemand op
boeiende wijze gewoon de be
kende feiten eens op een rijtje
zet. Nee, de NOS komt niet
uit deze kwestie als een in
stelling waar openheid en cor
rectheid hoogtij vieren.
JACQUES LEVIJ
W. F. Hermans: King Kong
(Wat Nederland niet op de
televisie mocht zien). Uitg. De
Bezige Bij, 126 pag., f 11,50-
Roger Caras: „Poema"
(Uitg. C. de Boer, f 17,90).
Alleen al het feit, dat Rien
Poortvliet „Poema" van Roger
Caras voorzag van een groot
aantal prachtige illustraties,
maakt d.it boek waardevol.
Maar er is meer. Met een poë
tisch realisme en met grote
kennis van zaken beschrijft
Roger Caras flora en fauna in
het woeste natuurgebied van
de Everglades in Florida. In
zijn verhaal staat de poema,
die wij in zijn gevecht voor
zijn bestaan door het oerwoud
volgen, centraal. Het boek is
één groot en warm pleidooi
voor het behoud van de natuur
en tegen de aanvallen, die
daarop van buitenaf worden
gedaan, vooral door de natuur
lijke vijand van de poema, de
mens. Van harte aanbevolen.
O P. en A. Oldale: Tuinieren
met hamer en troffel (uitg.
Kosmos f 14,50) en M. Ruys:
Toepassing en verzorging van
vaste planten (uitg. Kosmos f
18,50).
Voor de handjilge doe-het-
zelver, die in het komende
voorjaar völe voornemens in
zijn tuin wil verwezenlijken,
is „Tuinieren met hamer en
troffel" een instructief
boekje. Het bevat naast be
grijpelijke tekst een schat aan
tekeningen en foto's. Dit boek
je leert onder andere
hoe men zelf grind- en betan-
tegeis, schuttingen, vleehtwan-
den kan maken. Hoe men pa
den aanlegt en hekken beves
tigt. Echt iets voor de vrouw
of de man, die creatief in de
tuin wil bezig zijn.
Van geheel ander kaliber,
maar ook op die tuin betrek
king hebben, is de uitgave
„Toepassing en verzorging van
vaste planten". Over dit on
derwerp zijn in het verleden
al vele pagina's geschreven.
Het blijft evenwel boeiend
voor de inventieve tuinbeziter
om meningen van schrijvers,
in dit geval de mening van
Mien Ruys, aan de eigen me
ning te toetsen. De ming van
Mien Ruys blijkt uit lezing
van onderhavig boek een ste
vig gefundeerde en aan het
modebeeld aangepast. Moderne
tuiniers kunnen er veel aan
hebben.
G. Bergman: Waarom doet
mijn hond dat? (uitg. Meulen-
hoff f 13,50).
Ook een van de grootste
vrienden van de mens (de
hond) heeft zijn eigenaardig
heden. Van die onbegrijpelijke
honds-uitingen, die je als
mens niet ziet of begrijpt om
dat de mens nu eenmaal an
ders is ingesteld, Een enkeling
heeft na langdurige studie het
onbegrijpelijke begrijpelijk
gemaakt. Zo iemand is de
schrijver van het boek „Waar
om doet mijn hond dat?" Ge
lukkig maar voor de doorsnee-
hondebezitter, want waar
moet die de tijd vandaan ha
len om intensief met zijn
huisgenoot bezig te zijn? Het
boek geeft hem snel de nodige
nuttige informatie. Koop het
boek, lees het en wees een
prettiger huisgenoot voor uw
hond.
Zo af en toe wordt op een
bijzondere manier weer eens
duidelijk gemaakt wat het be
tekent om in een verdraagza
me democratie te leven. Be
langrijk aspect van zo'n sa
menleving is de vrijhied van
meningsuiting en hoewel we
allemaal wel weten, dat je in
een land als Nederland veel
hardop mag zeggen is het toch
goed dat dit bij regelmatige
tussenpozen wordt bevestigd
dat iemand in woord en ge
schrift dingen kan zeggen,
waarvan menigeen vindt, dat
er baarlijke nonsens wordt ge
debiteerd, waarvan sommigen
zelfs vinden dat ze levensge
vaarlijk zijn, zonder dat hij
daarvoor de gevangenis in gaat,
hem het werken onmogelijk
wordt gemaakt, hij monddood
de geschiedenis ingaat.
Dat overdachten we na liet
lezen van het boek ZIEKTE
ALS LOT EN KANS van de
arts J.D. Toussaint. Het is een
boek over kanker, momenteel
de meest gevreesde volks
ziekte van de westerse samen
leving. In alle researchcentra
ter wereld wordt intensief ge
speurd naar oorzaken en ge
neesmiddelen tegen kanker.
Dat gebeurt op de erkende
wetenschappelijke manier.
Daarnaast zijn er vele tiental
len anderen bezig op hun ma
nier te zoeken naar wat kan
ker is en hoe men deze ziekte
kan voorkomen of zelfs gene
zen. Hun speurmethoden wor
den niet erkend, evenals hun
geneeswijzen. Maar deson
danks zetten ze door en ze
verenigen rond zich een groep
getrouwen, mensen, dae zeggen
door deze genezers werkelijk
geholpen te zijn. Regelmatig
komen deze lieden in de publi
citeit - denk maar aan de
Vlaiairdingse arts Moerman en
de Amsterdamse dokter Samu
els - en meestal in niet zo
gunstige zin. Dat doet de te
genstellingen tussen erkende
wetenschap en niet-erkend
gesnuffel alleen maar toene
men. Beide partijen zetten
ziteh tegen elkaar af.
Zo gf en toe wordt er eens
een poging gedaan om iets van
de onderlinge tegenstellingen
te overbruggen. Toussaint al
thans doorspeikt zijn krasse
opmerkingen regelmatig met
zinnen in de trant van „De
erkende behandelingswijzen
van kanker moeten worden
toegepast en de waarde er
van zal niemand iin twijfel
trekken". Maar, voegt bij er
dan aan toe, er is meer en er
zou meer moeten worden ge
daan.
Het is overigens maar de
vraag of iedereen het boek
van Toussaint ook als een re
delijke en eerlijke poging zal
zien om iets van de tegenstel
lingen tussen de officiële ge
neeskunst en zijn niet-offieiële
broeder te verminderen. Want
er staan me toch enormiteiten
in Ziekte als lot en kans. Zo
danige, dat wij ze althans lang
niet allemaal hebben kunnen
doorslikken.
We zullen eerst pa-oberen om
in een paar woorden de
grondgedachten van Toussaint
over de oorzaken van kanker
samen te vatten. Kanker ver
toont in zijn verschijnings
vorm alle tekenen van verhon
gering, aldus Toussaint. Als
we nu alle rim-ram eens even
achterwege laten en ons afvra
gen wat dit te betekenen heeft
dan kunnen we niets anders
constateren dan dat kanker
verhongering is. En, voegt
Toussaint er aan toe, dat is
dan geen lichamelijke ver
hongering, maar geestelijke.
Alles wijst erop, dat de ge
storven kankerpatiënt is ver
hongerd door gebrek aan gees
telijk voedsel en dat de twin
tigste eeuw hem stenen voor
brood heeft gegeven, zodat hij
tenslotte in zijn lichaam onver
werkte bakstenen (dat zijn
dan de gezwellen) voelt zit
ten,
We leven in deze tijd in een
conflict tussen het materialis
me in zijn afschuwelijkste
vormen, aldus de dokter en de
in God gewortelde wereldop
vatting. Wie zich te ver van
God afwendt en dus teveel
zich tot het materialisme be
kent maakt zijn lichaam als
het ware klaar voor 't ontvan
gen van de woekeringen van
het materialisme, de kanker
gezwellen. Als we de kanker
willen genezen dan moeten we
de maatschappij hervormen.
Nou, diaair sta je dan als
geïnteresseerde leek toch even
van te kijken, nietwaar. Om
eerlijk te zijn was mijn eerste
neiging om de bespreking van
dit boek met een paar regels
af te doen: meer achtte ik het
niet waard. Meneer Tousssaint
heeft natuurijk recht op zijn
eigen mening en als hij vindt,
dat kanker de door de afge
dwaalde mensheid zelf opge
roepen straf van God is, dan
mag hij dat. Maar dat bete
kent nog niet, dat iik het daar
ook mee eens moet zijn.
Echter, toen ik die eerste
opwelling had laten afzwak
ken, vond ik een dergelijke
houding niet helemaal fair:
het is natuurlijk wel gemak
kelijk om dergelijke randfigu
ren weg te honen en daar is
ook alle reden toe, wanneer
zij zoals dat helaas maar al te
vaak gebeurt valse hoop wek
ken bij mensen, die in nun
wanhoop zelfs van kwakzal
vers redding verwachten,
maar zo iemand is dokter
Toussaint niex.
Uit zijn boek komt hij als
integer over en het is niet
eens allemaal onzinnnig wat
hij zegt - zeker niet als hij
ingaat op de verschillende be-
handelings- en geneeswijzen,
die hun oorsprong vinden in
de natuurgeneeskunde.
Het is duidelijk dat Tous
saint de in het begin van dit
artikel genoemde tegenstelling
wil overbruggen: „Oude open
baringswetenschap en moderne
ervaringswetenschap zouden
elkaar eindelijk de hand moe
ten reiken en een wereldbeeld
opbouwen dat niet alleen de
hersenen, maar ook het hart
bevredigt", schrijft hij.
„Ziekte als lot en kans" is
hoe men er ook over oordeelt
- en het zal duidelijk gewor
den zijn, dat ik nogal wat
bezwaren heb - toch een hoek
dat het lezen waard is: het
doet een appèl op bezinning
op de plaats van de mens in
de samenleving ook in zijn
relatie tot God en het is dus
een geëngageerd boek. Er
moet zelfs voor een man als
Toussaint toch nog enige hoop
zijn, nu hij zijn denkbeelden
heeft kunnen publiceren: een
samenleving, die zulke afwij
kende ideeën duldt, is nog
niet helemaal verkankerd.
HANS LUTZ
J.P. Toussaint. arts: Ziekte
als lot en kans. (Uitg. Aukh -
Hermes B.V. 19.50).
De uitgeverijen Bosch en
Keuning N.V. te Baarn en de
N.V. De Nederlandsche Boek
handel in Antwerpen heeft
een nieuwe serie opgezet:
Psychiatrie van aile dag gehe
ten, onder redactie van dr.
Herman Musaph. De serie is
bedoeld voor de geïnteresseer
de leek en voor die (huis-)
artsen die iets meer willen we
ten van de psychische achter
gronden van hun patiënten,
maar daarvoor niet getraind
zijn.
Zo'n opzet lijkt wel aardig,
maar heeft toch zijn gevaar
lijk kantjes: wie alleen maaar
geïnteresseerd is en verder
niet of ternauwernood zich
heeft verdiept in psychische
problemen eix de oorzaken
daaa-van wordt maar zeer ge
deeltelijk geïnformeerd. Waar
door een nieuwe categorie
pseudo-psychologiseerders
dreigt te ontstaan. En daarvan
hebben we er toch al te
veel.
Men moet de boekjes dan
ook zien als niet meer dan een
inleiding tot verdere verdie
ping. En zeker niet als een
soort vademecum voor psychi-
sohe eerste hulp, ook al heet
een deeltje uit de serie zo.
Te meer niet, omdat herhaalde
lijk in de boekjes met al te
groot gemak een geestelijk ge
zond mens ten tonele wordt
gevoerd, diie ons aller voor
beeld dient te zijn: hij is
„moedlig, reëel, gediscipli
neerd, heeft een goed oordeel,
iB onbevooroordeeld, spontaan,
soepel, zelfbewust, liefheb
bend, levenslustig, oprecht,
diepvoelend, heeft zelfrespect
en waardigheid, is ordelijk,
produktief en creatief, gericht
op groei. Heeft goede relaties
met andaren en een goed ge
woel voor identiteit.
Dat is wat miij betreft een
vrij blij vend lijstje, dat naar
believen kan worden aange
vuld met nog een serie engel
achtige deugden. Waardoor
di« gezonde mens een beetje
al te irreëel wordt. Ik wil met
dit voorbeeld maar zeggen, dat
men er met het bestuderen
van deze boekjes bepaald niet
is op een terrein, waarover
bibliotheken zijn volgeschre
ven en waarvan iedere inge
wijde steeds meer tot de ont
dekking komt, dat er nog zo
ontzettend veel te ontdekken
is. Maar als inleiding tot ver
dere studie zijn ze heel bruik-
Daar.
Dr. J.A.M. Meerloo: Doden
met verlof (depressie en
doodsdrift) - Dr. Herman Mu
saph: Neurose is een pijnlijke
manier van leven. Ieder deel
tje kost 9,50. (Uitgave: Bosch
en Keuning).
(Van onze kunstredactie).
Rit jaar viert de Ameri
kaanse filmmaatschappij War
nar Brothers haar 50-jarig ju
bileum. In 1923 vond de op
richting plaats. Naar aanlei
ding van deze mijlpaal ver
klaarde Ted Ashley (chairman
°t the board)„De gebroeders
Warner waren pioniers die de
mogelijkheid zagen om het
medium film naar het grote
publiek te brengen. Vijftien
jaar lang zochten zij naar al
lerlei wegen om tot dat doel
te komen.
Toen in '23 dus ont
stond Warner Bros. Pictures,
ine. De maatschappij streefde
ernaar de nieuwste cinemato
grafische ontwikkelingen toe
je passen. Het was dan ook
Warner Bros, die als eerste de
..sprekende film" op de markt
oracht. Warner Bros. Pictures,
Inc.
werd op 4 april 1923 in
Delaware opgericht. De War-
mne oers. waren reeds van
JSJ6 af bij het filmwezen be
trokken geweest, middels een
nickelodeon in een verbouwde
winkel in de stad New Castle,
f Ook waren zij betrokken
°!J de filmdistributie naar de
oostkust en het middenwes
ten.
t" 1917 produceerden zij
eerste succesfilm, „My
ur Years in Germany" en
jenden zij een studio in Hol-
ywood. De eerste president
was Harry M. Warner. Vice-
presidenten waren zijn broers
Albert, Samuel en Jack L. Al
leen Jack Warner is nog in
leven. In 1966 verkocht hij
zijn aandeel in de firma.
Gedurende de 50 jaar van
haar bestaan werden ruim
1500 films uitgebracht, waar
onder de eerste film met ge
luid, Don Juan, de eerste film
met dialoog The Jazz Singer;
de eerste volledig geluidsfilm
Light of New York, drie
Oscar-winnaars, The Life of
Emile Zola, Casablanca, en My
Fair Lady. Recente films van
Warner zijn o.a. Woodstock,
Summer of '42, Klute, A Clock
work Oorange, Dirty Harry,
What's Up Doc? en Deliveran
ce.
Films voor het komende sei
zoen zijn o.a. The Train Rob
bers mét John Wayne en Ann
Margret, Steelyard. Blues met
Jane Fonda en Donald Suther
land, The Thief Who Came To
Dinner met Ryan O'Neal, Jac
queline Bisset en Warren Oa-
tes, Class of '44, de opvolger
van Summer of '42, Scarecrow
met Gene Hackman en A1
Pacino, Superfly 2, met Ron
O'Neal, Wednesday Morning
met John Wayne en George
Kennedy, The Last of Sheila,
met Richard Benjamin, Dyan
Cannon, James Cobum, Joan
Hackett, James Mason, Ian
McShane en Raquel Welch,
Blume in Love met George
Segal en Susan Anspach, The
Mackintosh Man met Paul
Newman en The Exorcist met
Ellen Burnstyn, Max von Sy-
don en Lee J. Cobb.
Door haar werk is Warner
ook altijd bijzonder geïnteres
seerd geweest in de grammo
foonplatenindustrie. In eerste
instantie richtte men Vitapho-
ne Records op. In 1930 werd
het Bruswick-label verwor
ven en had men interesse in
Decca. De grote successen zijn
echter tijdens de afgelopen 15
jaar gekomen, nadat in 1958
het Warner Bros. label werd
geïntroduceerd.
Op het ogenblik vallen on
der de Warner Communicati
ons labels o.a. Reprise, Atlan
tic, Atco, Cotillion, Asylum,
Elektra, en Nonsuch, waarop
artiesten als James Taylor,
Aretha Franklin, Jethro Tuil,
Neil Young, Roberta Flack,'
Jont Mitchell, Led Zeppelin
America, Judy Collins Carly
Simon, Donny Hathaway en
The Rolling Stones te horen
zijn. Warner Bross. Music is
de grootste muziekuitgeverij
van de Verenigde Staten. Deze
maatschappij publiceerde
werk dat loopt van Victor
Herbert, Richard Rodgers,
Oscar Hammerstein II, Cole
Porter, George Gershwin en
Leonard Bernstein tot Bob
Dylan, Peter Paul and Mary,
Van Morrison, John Sebastian,
Elton John, Paul McCartney
John Lennon en vele ande
ren.
Ook op televisiegebied heeft
de Warner-organisatie een
groot aandeel.
Beelden uit Warner-Brosfilms: Al Jolson en May McAvoy in
„The Jazz Singer" (1927); Steve McQueen in „Bullitt" (1968;
Vivien Leigh en Marlon Brando in „A Streetcar Namer Desire"
(1951); Oliver Conant, Gary Grimes en Jerry Houser in „Sum
mer of 42(1971); (tweede rij, l. naar r.) Barbra Streisand en
Ryan O'Neal in „Whatês Up, Doc?" (1972); Bette Davis en Errol
Flynn in „The Private Liver of Elizabeth and Essex" (1939); Ro
salind Russell in „Auntie Mame" (1958); James Cagney en Henry
Fonda in „Mister Roberts" (1955); (derde rij l. naar r.) Warren
Seatty en Faye Dunaway in „Bonnie and Clyde" (1967); Hum
phrey Bogart, Claude Rains, Paul Henreid en Ingrid Bergman in
Casablanca(1942); Ann Sheridan, Ronald Reagan en Robert
lummings in „Kings Row" (1941); Edward G. Robinson in „Little
'aesar" (1930).