Opnieuw King Kong Hermans BOEK BOEK BOEK Amerikaanse filmmaatschappij Warner Bros jubileert (50) of: hoe de Nos kiekeboe speelde' EEN STRIJD TEGEN KANKER Ziekte als lot en kans: bezinning op samenleving Psychiatrie van alle dag Fascinerend boek over schimmige vogel kunst cultuur 1TMBMi UILEN „Uilen" heet het boek. In ons huis is het al gauw het „gro te uilenboek" geworden. Kinderen en volwassenen kunnen zich verlustigen aan de prachtige tekeningen van Robert Gilhnor of op plezierige wijze zich laten informeren door dr. John Sparks en Tony Soper, die samen dit document bijeengaarden. Dat mensen van het vak, ornithologen, biologen, erg blij rijn met dit boek is duidelijk, maar dat ook de geïnteresseer de leek door dit boek gefasci neerd raakt is voor mij de grootste verdienste van de sa menstellers. Want wat weten we nu eigenlijk van uilen? En waarom worden die beesten toch zo vaak in films en boe ken ten tonele gevoerd? Uilen zijn nachtdieren, al thans de meeste ervan. Uilen slapen overdag diep weggedo ken op hun „roest" en zijn zodoende voor ons onzichtbaar. We horen er wel eens een roepen en een doodenkele keer scheert er in het bijna donker een uil vlak boven je hoofd. Je schrikt, duikt ineen, kijkt op en weg is de geheim zinnige schaduw. We hebben massa's uitdrukkingen, spreek woorden en verhalen over ui len, maar je ziet ze zelden en zeker niet in actie. Wie tot zich door laat drin gen wat het moet zijn om van zo'n geheimzinnig wezen zo veel informatie los te peuteren als in dit boek staat zal met mij diep respect hebben voor alle mensen die soms jaren achtereen onderzoek hebben gedaan naar het gedrag en de leefwijze van de uil, waardoor uiteindelijk dit boek kon ont staan. Uilen komen voor over de hele wereld, behalve in het Zuidpoolgebied, in alle soorten en maten van de 75 cm grote oehoe tot de 14 cm kleine kabouteruil. Ze hebben zich in de zestig miljoen jaar dat ze bestaan op een opvallende ma nier een plaats weten te ver werven in de biologische kringloop. Er is voor uilen, behalve binnen de eigen soort, nauwelijks concurrentie als het op voedsel vergaren, jagen, aankomt- Jagen inderdaad, want uilen zijn roofvogels. Dat hun bestaan toch wordt bedreigd zal iedereen die zich enige zorg om het milieu maakt duidelijk zijn. In het voedselpakket van deze nach telijke jagers komen uiteraard door insekticiden vergiftigde vogels voor. De uil wordt dan ook streng beschermd. Hier al- than. Bepaalde Indianenstam men hebben de uil een godde- /jt t s v Een van de vele tekeningen van Robert Gillmor. lijk aureool gegeven.. Andere volken zijn er doodsbang voor. In het grote uilenboek wordt het allemaal verteld. Een erg interessant gedeelte in dit boek gaat over de merkwaar dige op en neer gaande popu laties van uilen in de verscnil- lende gebieden. Het aantal ui len blijkt af te hangen van het aantal prooidieren, voorname lijk vogels en knaagdieren. Deze laatste voeden zich met zaden van naaldbomen (den- ne-appels) zodat uiteindelijk het uilenbestand afhangt van de vruchtbare jaren van de bomen in het woud, die welis waar een ijzeren regelmaat vertonen, maar soms toch ook een angstig groot gat laten vallen in de opeenvolging van de afhankelijke diergenera- ties. Wat ook een erg aardig on derdeel van het boek is, is het bijgevoegde grammofoonplaat je, waarop de ons meest be kende uilebeesten hun stemge luid laten horen: de bosuil, de steenuil, de dwergooruil, de ransuil en de kerkuil. „Uilen" is een geweldig boek, zijn hoge prijs meer dan waard: het is een uitstekend voorbeeld voor de manier waarop de volledige weten schappelijke informatie kan worden gegeven, die niet gort droog is, maar blijft boeien door schrijfwijze, foto's teke ningen en lay-out. LIA LUTZ John Sparks en Tony Soper: Uilen (uitg. Wetenschappelijke Uitg. f 39,—. Heeft Chris Lindemans, King Kong in het verzet tij dens de oorlogsjaren, werke lijk op grond van persoonlijke motieven verraden dat de ge allieerden bij Arnhem in 1944 een grote luchtlandingsopera tie zouden uitvoeren? En wa ren de Duitsers daarom voor bereid; onder andere, een tank afdeling gestationeerd op de Veluwe? Dat is eigenlijk de kern van de zaak King Kong. Een «aak die nimmer is opge helderd en die er door wat er over is gepubliceerd in de verslagen van de parlementai re enquêtecommissie niet hel derder op is geworden- W. F. Hermans heeft over die affai re een alleszins leeswaardig spel geschreven. In opdracht van de gemeente Amsterdam- in 1968. Aan de hand van het ver slag van de enquêtecommissie. Veelal gebruikte hij er de let terlijke teksten voor. Het is een boeiend stuk werk dat aan het denken zet en dat de vin ger legt op heel wat zaken die pi deze kwestie onbeantwoord Willem Frederik Hermans. bleven. Ook op onbegrijpelijke fouten die die commissie juist in deze kwestie duidelijk heeft gemaakt. Gebeurde dat niet in de laatste plaats om mensen die erbij waren be trokken te dekken? Die indruk wordt heel sterk als men aandachtig leest wat Hermans daarover in zijn apel te berde brengt. Door de ma nier waarop hij gewoon feiten voor zichzelf laat spreken en door de knappe wijze waarop hij zijn „demonstranten" tus sen de dialogen door opmer kingen laat maken. Maar goed, Hermans schreef het stuk, kreeg zijn honorari um en.... daarna verdween het in de lade van een of andere Amsterdamse politicus of ambtenaar. Geen wonder dat de schrijver de tekst aan de Nederlandse Omroep Stichting gaf, toen die hem vroeg een oorspronkelijk toneelstuk te schrijven. De betrokken NOS- meneer was opgetogen toen hij de tekst had gelezen. Hij gaf toe dat het een fijn stuk was en uitstekend geschikt om op te voeren. Het is nooit op het scherm verschenen. Want na lang wachten kwam Her mans er, met moeite, achter dat er toch teveel bezwaren aan zaten. Enfin, de zaak King Kong had geleid tot een affaire NOS-Hermans- Een affaire die wel heel sterk de indruk maakt dat er mensen en repu taties gered moesten worden. En dat kunnen de heren die het bij de teevee voor het zeggen hebben kennelijk. Zij censureren iemand gewoon weg. In de correspondentie die Hermans daarover publiceert blijkt de heer J. W. Renge- link, lid van de Raad van Beheer voor Programmazaken TV, zich intensief en weinig tactisch met de kwestie te hebben bemoeid. Ook trou wens de heer C. Enkelaar, hoofd NTS-programma. Om maar een paar namen te noe men. De hele affaire, inclusief de niet onvermakelijke scheld partijen, maakt een merk waardige indruk. Merkwaardig, omdat het volkomen onduidelijk is waar om aanvankelijk enthousiasme bij de NOS omsloeg in een afwijzing, waarbij om de hete soep is heengedraaid. erk- waardig ook, omdat juist door die afwijzing sterk de indruk wordt gewekt dat in de affaire King Kong is ge knoeid en dat men er zelfs nu, bijna 30 jaar later, nog voor terugschrikt dat iemand op boeiende wijze gewoon de be kende feiten eens op een rijtje zet. Nee, de NOS komt niet uit deze kwestie als een in stelling waar openheid en cor rectheid hoogtij vieren. JACQUES LEVIJ W. F. Hermans: King Kong (Wat Nederland niet op de televisie mocht zien). Uitg. De Bezige Bij, 126 pag., f 11,50- Roger Caras: „Poema" (Uitg. C. de Boer, f 17,90). Alleen al het feit, dat Rien Poortvliet „Poema" van Roger Caras voorzag van een groot aantal prachtige illustraties, maakt d.it boek waardevol. Maar er is meer. Met een poë tisch realisme en met grote kennis van zaken beschrijft Roger Caras flora en fauna in het woeste natuurgebied van de Everglades in Florida. In zijn verhaal staat de poema, die wij in zijn gevecht voor zijn bestaan door het oerwoud volgen, centraal. Het boek is één groot en warm pleidooi voor het behoud van de natuur en tegen de aanvallen, die daarop van buitenaf worden gedaan, vooral door de natuur lijke vijand van de poema, de mens. Van harte aanbevolen. O P. en A. Oldale: Tuinieren met hamer en troffel (uitg. Kosmos f 14,50) en M. Ruys: Toepassing en verzorging van vaste planten (uitg. Kosmos f 18,50). Voor de handjilge doe-het- zelver, die in het komende voorjaar völe voornemens in zijn tuin wil verwezenlijken, is „Tuinieren met hamer en troffel" een instructief boekje. Het bevat naast be grijpelijke tekst een schat aan tekeningen en foto's. Dit boek je leert onder andere hoe men zelf grind- en betan- tegeis, schuttingen, vleehtwan- den kan maken. Hoe men pa den aanlegt en hekken beves tigt. Echt iets voor de vrouw of de man, die creatief in de tuin wil bezig zijn. Van geheel ander kaliber, maar ook op die tuin betrek king hebben, is de uitgave „Toepassing en verzorging van vaste planten". Over dit on derwerp zijn in het verleden al vele pagina's geschreven. Het blijft evenwel boeiend voor de inventieve tuinbeziter om meningen van schrijvers, in dit geval de mening van Mien Ruys, aan de eigen me ning te toetsen. De ming van Mien Ruys blijkt uit lezing van onderhavig boek een ste vig gefundeerde en aan het modebeeld aangepast. Moderne tuiniers kunnen er veel aan hebben. G. Bergman: Waarom doet mijn hond dat? (uitg. Meulen- hoff f 13,50). Ook een van de grootste vrienden van de mens (de hond) heeft zijn eigenaardig heden. Van die onbegrijpelijke honds-uitingen, die je als mens niet ziet of begrijpt om dat de mens nu eenmaal an ders is ingesteld, Een enkeling heeft na langdurige studie het onbegrijpelijke begrijpelijk gemaakt. Zo iemand is de schrijver van het boek „Waar om doet mijn hond dat?" Ge lukkig maar voor de doorsnee- hondebezitter, want waar moet die de tijd vandaan ha len om intensief met zijn huisgenoot bezig te zijn? Het boek geeft hem snel de nodige nuttige informatie. Koop het boek, lees het en wees een prettiger huisgenoot voor uw hond. Zo af en toe wordt op een bijzondere manier weer eens duidelijk gemaakt wat het be tekent om in een verdraagza me democratie te leven. Be langrijk aspect van zo'n sa menleving is de vrijhied van meningsuiting en hoewel we allemaal wel weten, dat je in een land als Nederland veel hardop mag zeggen is het toch goed dat dit bij regelmatige tussenpozen wordt bevestigd dat iemand in woord en ge schrift dingen kan zeggen, waarvan menigeen vindt, dat er baarlijke nonsens wordt ge debiteerd, waarvan sommigen zelfs vinden dat ze levensge vaarlijk zijn, zonder dat hij daarvoor de gevangenis in gaat, hem het werken onmogelijk wordt gemaakt, hij monddood de geschiedenis ingaat. Dat overdachten we na liet lezen van het boek ZIEKTE ALS LOT EN KANS van de arts J.D. Toussaint. Het is een boek over kanker, momenteel de meest gevreesde volks ziekte van de westerse samen leving. In alle researchcentra ter wereld wordt intensief ge speurd naar oorzaken en ge neesmiddelen tegen kanker. Dat gebeurt op de erkende wetenschappelijke manier. Daarnaast zijn er vele tiental len anderen bezig op hun ma nier te zoeken naar wat kan ker is en hoe men deze ziekte kan voorkomen of zelfs gene zen. Hun speurmethoden wor den niet erkend, evenals hun geneeswijzen. Maar deson danks zetten ze door en ze verenigen rond zich een groep getrouwen, mensen, dae zeggen door deze genezers werkelijk geholpen te zijn. Regelmatig komen deze lieden in de publi citeit - denk maar aan de Vlaiairdingse arts Moerman en de Amsterdamse dokter Samu els - en meestal in niet zo gunstige zin. Dat doet de te genstellingen tussen erkende wetenschap en niet-erkend gesnuffel alleen maar toene men. Beide partijen zetten ziteh tegen elkaar af. Zo gf en toe wordt er eens een poging gedaan om iets van de onderlinge tegenstellingen te overbruggen. Toussaint al thans doorspeikt zijn krasse opmerkingen regelmatig met zinnen in de trant van „De erkende behandelingswijzen van kanker moeten worden toegepast en de waarde er van zal niemand iin twijfel trekken". Maar, voegt bij er dan aan toe, er is meer en er zou meer moeten worden ge daan. Het is overigens maar de vraag of iedereen het boek van Toussaint ook als een re delijke en eerlijke poging zal zien om iets van de tegenstel lingen tussen de officiële ge neeskunst en zijn niet-offieiële broeder te verminderen. Want er staan me toch enormiteiten in Ziekte als lot en kans. Zo danige, dat wij ze althans lang niet allemaal hebben kunnen doorslikken. We zullen eerst pa-oberen om in een paar woorden de grondgedachten van Toussaint over de oorzaken van kanker samen te vatten. Kanker ver toont in zijn verschijnings vorm alle tekenen van verhon gering, aldus Toussaint. Als we nu alle rim-ram eens even achterwege laten en ons afvra gen wat dit te betekenen heeft dan kunnen we niets anders constateren dan dat kanker verhongering is. En, voegt Toussaint er aan toe, dat is dan geen lichamelijke ver hongering, maar geestelijke. Alles wijst erop, dat de ge storven kankerpatiënt is ver hongerd door gebrek aan gees telijk voedsel en dat de twin tigste eeuw hem stenen voor brood heeft gegeven, zodat hij tenslotte in zijn lichaam onver werkte bakstenen (dat zijn dan de gezwellen) voelt zit ten, We leven in deze tijd in een conflict tussen het materialis me in zijn afschuwelijkste vormen, aldus de dokter en de in God gewortelde wereldop vatting. Wie zich te ver van God afwendt en dus teveel zich tot het materialisme be kent maakt zijn lichaam als het ware klaar voor 't ontvan gen van de woekeringen van het materialisme, de kanker gezwellen. Als we de kanker willen genezen dan moeten we de maatschappij hervormen. Nou, diaair sta je dan als geïnteresseerde leek toch even van te kijken, nietwaar. Om eerlijk te zijn was mijn eerste neiging om de bespreking van dit boek met een paar regels af te doen: meer achtte ik het niet waard. Meneer Tousssaint heeft natuurijk recht op zijn eigen mening en als hij vindt, dat kanker de door de afge dwaalde mensheid zelf opge roepen straf van God is, dan mag hij dat. Maar dat bete kent nog niet, dat iik het daar ook mee eens moet zijn. Echter, toen ik die eerste opwelling had laten afzwak ken, vond ik een dergelijke houding niet helemaal fair: het is natuurlijk wel gemak kelijk om dergelijke randfigu ren weg te honen en daar is ook alle reden toe, wanneer zij zoals dat helaas maar al te vaak gebeurt valse hoop wek ken bij mensen, die in nun wanhoop zelfs van kwakzal vers redding verwachten, maar zo iemand is dokter Toussaint niex. Uit zijn boek komt hij als integer over en het is niet eens allemaal onzinnnig wat hij zegt - zeker niet als hij ingaat op de verschillende be- handelings- en geneeswijzen, die hun oorsprong vinden in de natuurgeneeskunde. Het is duidelijk dat Tous saint de in het begin van dit artikel genoemde tegenstelling wil overbruggen: „Oude open baringswetenschap en moderne ervaringswetenschap zouden elkaar eindelijk de hand moe ten reiken en een wereldbeeld opbouwen dat niet alleen de hersenen, maar ook het hart bevredigt", schrijft hij. „Ziekte als lot en kans" is hoe men er ook over oordeelt - en het zal duidelijk gewor den zijn, dat ik nogal wat bezwaren heb - toch een hoek dat het lezen waard is: het doet een appèl op bezinning op de plaats van de mens in de samenleving ook in zijn relatie tot God en het is dus een geëngageerd boek. Er moet zelfs voor een man als Toussaint toch nog enige hoop zijn, nu hij zijn denkbeelden heeft kunnen publiceren: een samenleving, die zulke afwij kende ideeën duldt, is nog niet helemaal verkankerd. HANS LUTZ J.P. Toussaint. arts: Ziekte als lot en kans. (Uitg. Aukh - Hermes B.V. 19.50). De uitgeverijen Bosch en Keuning N.V. te Baarn en de N.V. De Nederlandsche Boek handel in Antwerpen heeft een nieuwe serie opgezet: Psychiatrie van aile dag gehe ten, onder redactie van dr. Herman Musaph. De serie is bedoeld voor de geïnteresseer de leek en voor die (huis-) artsen die iets meer willen we ten van de psychische achter gronden van hun patiënten, maar daarvoor niet getraind zijn. Zo'n opzet lijkt wel aardig, maar heeft toch zijn gevaar lijk kantjes: wie alleen maaar geïnteresseerd is en verder niet of ternauwernood zich heeft verdiept in psychische problemen eix de oorzaken daaa-van wordt maar zeer ge deeltelijk geïnformeerd. Waar door een nieuwe categorie pseudo-psychologiseerders dreigt te ontstaan. En daarvan hebben we er toch al te veel. Men moet de boekjes dan ook zien als niet meer dan een inleiding tot verdere verdie ping. En zeker niet als een soort vademecum voor psychi- sohe eerste hulp, ook al heet een deeltje uit de serie zo. Te meer niet, omdat herhaalde lijk in de boekjes met al te groot gemak een geestelijk ge zond mens ten tonele wordt gevoerd, diie ons aller voor beeld dient te zijn: hij is „moedlig, reëel, gediscipli neerd, heeft een goed oordeel, iB onbevooroordeeld, spontaan, soepel, zelfbewust, liefheb bend, levenslustig, oprecht, diepvoelend, heeft zelfrespect en waardigheid, is ordelijk, produktief en creatief, gericht op groei. Heeft goede relaties met andaren en een goed ge woel voor identiteit. Dat is wat miij betreft een vrij blij vend lijstje, dat naar believen kan worden aange vuld met nog een serie engel achtige deugden. Waardoor di« gezonde mens een beetje al te irreëel wordt. Ik wil met dit voorbeeld maar zeggen, dat men er met het bestuderen van deze boekjes bepaald niet is op een terrein, waarover bibliotheken zijn volgeschre ven en waarvan iedere inge wijde steeds meer tot de ont dekking komt, dat er nog zo ontzettend veel te ontdekken is. Maar als inleiding tot ver dere studie zijn ze heel bruik- Daar. Dr. J.A.M. Meerloo: Doden met verlof (depressie en doodsdrift) - Dr. Herman Mu saph: Neurose is een pijnlijke manier van leven. Ieder deel tje kost 9,50. (Uitgave: Bosch en Keuning). (Van onze kunstredactie). Rit jaar viert de Ameri kaanse filmmaatschappij War nar Brothers haar 50-jarig ju bileum. In 1923 vond de op richting plaats. Naar aanlei ding van deze mijlpaal ver klaarde Ted Ashley (chairman °t the board)„De gebroeders Warner waren pioniers die de mogelijkheid zagen om het medium film naar het grote publiek te brengen. Vijftien jaar lang zochten zij naar al lerlei wegen om tot dat doel te komen. Toen in '23 dus ont stond Warner Bros. Pictures, ine. De maatschappij streefde ernaar de nieuwste cinemato grafische ontwikkelingen toe je passen. Het was dan ook Warner Bros, die als eerste de ..sprekende film" op de markt oracht. Warner Bros. Pictures, Inc. werd op 4 april 1923 in Delaware opgericht. De War- mne oers. waren reeds van JSJ6 af bij het filmwezen be trokken geweest, middels een nickelodeon in een verbouwde winkel in de stad New Castle, f Ook waren zij betrokken °!J de filmdistributie naar de oostkust en het middenwes ten. t" 1917 produceerden zij eerste succesfilm, „My ur Years in Germany" en jenden zij een studio in Hol- ywood. De eerste president was Harry M. Warner. Vice- presidenten waren zijn broers Albert, Samuel en Jack L. Al leen Jack Warner is nog in leven. In 1966 verkocht hij zijn aandeel in de firma. Gedurende de 50 jaar van haar bestaan werden ruim 1500 films uitgebracht, waar onder de eerste film met ge luid, Don Juan, de eerste film met dialoog The Jazz Singer; de eerste volledig geluidsfilm Light of New York, drie Oscar-winnaars, The Life of Emile Zola, Casablanca, en My Fair Lady. Recente films van Warner zijn o.a. Woodstock, Summer of '42, Klute, A Clock work Oorange, Dirty Harry, What's Up Doc? en Deliveran ce. Films voor het komende sei zoen zijn o.a. The Train Rob bers mét John Wayne en Ann Margret, Steelyard. Blues met Jane Fonda en Donald Suther land, The Thief Who Came To Dinner met Ryan O'Neal, Jac queline Bisset en Warren Oa- tes, Class of '44, de opvolger van Summer of '42, Scarecrow met Gene Hackman en A1 Pacino, Superfly 2, met Ron O'Neal, Wednesday Morning met John Wayne en George Kennedy, The Last of Sheila, met Richard Benjamin, Dyan Cannon, James Cobum, Joan Hackett, James Mason, Ian McShane en Raquel Welch, Blume in Love met George Segal en Susan Anspach, The Mackintosh Man met Paul Newman en The Exorcist met Ellen Burnstyn, Max von Sy- don en Lee J. Cobb. Door haar werk is Warner ook altijd bijzonder geïnteres seerd geweest in de grammo foonplatenindustrie. In eerste instantie richtte men Vitapho- ne Records op. In 1930 werd het Bruswick-label verwor ven en had men interesse in Decca. De grote successen zijn echter tijdens de afgelopen 15 jaar gekomen, nadat in 1958 het Warner Bros. label werd geïntroduceerd. Op het ogenblik vallen on der de Warner Communicati ons labels o.a. Reprise, Atlan tic, Atco, Cotillion, Asylum, Elektra, en Nonsuch, waarop artiesten als James Taylor, Aretha Franklin, Jethro Tuil, Neil Young, Roberta Flack,' Jont Mitchell, Led Zeppelin America, Judy Collins Carly Simon, Donny Hathaway en The Rolling Stones te horen zijn. Warner Bross. Music is de grootste muziekuitgeverij van de Verenigde Staten. Deze maatschappij publiceerde werk dat loopt van Victor Herbert, Richard Rodgers, Oscar Hammerstein II, Cole Porter, George Gershwin en Leonard Bernstein tot Bob Dylan, Peter Paul and Mary, Van Morrison, John Sebastian, Elton John, Paul McCartney John Lennon en vele ande ren. Ook op televisiegebied heeft de Warner-organisatie een groot aandeel. Beelden uit Warner-Brosfilms: Al Jolson en May McAvoy in „The Jazz Singer" (1927); Steve McQueen in „Bullitt" (1968; Vivien Leigh en Marlon Brando in „A Streetcar Namer Desire" (1951); Oliver Conant, Gary Grimes en Jerry Houser in „Sum mer of 42(1971); (tweede rij, l. naar r.) Barbra Streisand en Ryan O'Neal in „Whatês Up, Doc?" (1972); Bette Davis en Errol Flynn in „The Private Liver of Elizabeth and Essex" (1939); Ro salind Russell in „Auntie Mame" (1958); James Cagney en Henry Fonda in „Mister Roberts" (1955); (derde rij l. naar r.) Warren Seatty en Faye Dunaway in „Bonnie and Clyde" (1967); Hum phrey Bogart, Claude Rains, Paul Henreid en Ingrid Bergman in Casablanca(1942); Ann Sheridan, Ronald Reagan en Robert lummings in „Kings Row" (1941); Edward G. Robinson in „Little 'aesar" (1930).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 33