RUHLING: „RIJK KAN IK ER NIET MEE WORDEN" Die ouwe man was Wim Snoek JEN GOEIE BOKSER BEREIKT NIETS ZONDER GOEIE MANAGER" of: hoe de Erkenning Onderwereld Overbluffen Veel harder Macht „MACK: HET IS STEM VAN GOD, IK WIN - EN HIJ WON NOG OOK" I Opnieu Amerik' Fascinerem sport 5 Maandag 26 maart 1973 Henk Ruhling, 52 jaar, gieboren in Amsterdam en sinds hü 27 jaar geleden het beroep van autoverkoper verruilde voor de onzekere job van boksmanager wonend in Zand- voort, is de man die voor een groot deel verantwoordelijk is voor de opmars van de Nederlandse beroepsbokssport. Doordat hij tot de internationale clan van managers be hoort, kwam Jan Lubbers in aanmerking voor een Euro pees titelgevecht met de Brit Chris Finnegan, werd Rudi Lubbers als uitdager van de Europese kampioen Joe Bug- ner aangewezen en kreeg Rudi Lubbers als klap op de vuurpijl een gevecht met de voormalige wereldkampioen Cassius Clay, dat op 14 juli in Djakarta plaats zal vinden. Met deze gewiekste, bereisde zakenman had onze sport redacteur Hein Groothuis een langdurig gesprek, dat hij hieronder weergeeft. Herik. Ruhling (crp deze foto op het Zandvoortse strand): „Ik heb vijftien jaar moeten vechten om er tussen te komen. Je moet eerst wat gepresteerd hebben, anders word je niet geaccepteerd". (Van onze sportredactie) ZANDVOORT Henk Ruhling, de enige Nederlander, die een vinger in de pap heeft in de professionele bokswereld, is dankzij de Tweede Wereldoorlog met de pugilistiek in aanraking gekomen. Ruhling: „Voor de oorlog moest je lid van de NBB zjjn om wed strijden te kunnen zien. Toen de Duitsers kwamen, veranderde dat". Nadat hij eenmaal een boksgala had bijgewoond, was Ruhling zo enthousiast, dat hij zelf ging boksen. „Niet lang", aldus Ruhlingt. „Slechts twee jaar, waarvan dan ook nog een jaar van alleen maar trainen. Daarna werd het boksen al weer verboden. Het boksen was trouwens praktisch niet mogelijk, want de ondervoeding was veel te groot". niet geaccepteerde manager er nooit in zijn bokser op de ranglijst te krijgen. Rudi Lub bers had waarschijnlijk nooit een gevecht tegen Clay gehad als ik niet achter hem had gestaan. De Lubbersen waar deren het ook ontzettend wat ik voor hen gedaan heb. Zij hebben de helft er aan gedaan en ik". Het boksen liet Henk Ruh ling echter niet meer los. Hij was in de greep van de ring gekomen. En nadat de Duit sers waren verdreven, nam hij het besluit te proberen met het boksen de kost te verdie nen. Ruhling: „Ik vroeg een promotorlicentie aan. Ik dacht dat ik goud zou verdienen. Maar ik verloor alleen maar. Later benk overgeschakeld naar manager en matchmaker. Daar mee loop je minder risico. Je weet tevoren wat je verdiend. Kijk, het is geen kunst in eigen land iets te doen. Maar je kunt er niet van draaien en je bete kent internationaal helemaal niets". Wie het in ieder geval niet voor het zeggen hebben zijn de boksers, de mensen waar in feite alles om draait. Ruhling stelt het zelfs zo: „Een goeie bokser zal het nooit ver brengen als hij geen goede manager heeft, net zoals een manager niks bereikt als zijn boksers niets presteren. Een slechte manager krijgt een goede bokser nooit hoog. Kijk, je moet een bokser op bouwen, steeds de juiste te genstanders uitzoeken, zodat hij een goede recordlij st krijgt. Een slechte manager lukt dat niet. Want die krijgt nooit de juiste tegenstanders. En als er te sterke tegenstan ders komen is zijn bokser ka pot, want dan is het record weg. Bovendien slaagt een bezoekt en ook vaak door de week nog op pad is, echter niet meer bij. „Die tijd is voor bij. Het is inderdaad wel ge beurd". Frankie Carbo kon destijds met wedden veel doen. Maar die zit nu levenslang, evenals Eddy Gogo en Blinky Paler mo. Ik heb die periode zelf nog meegemaakt. Ik ging een 'keer met Snoek naar Amerika en toen zei Weil, de grootste matchmaker, die onder meer Rocky Marciano had, tegen me: „Henk, maak je geen zor gen. Je hebt alle bescherming die je nodig hebt". Ik herinner me uit die tijd ook nog dat Jordan in het Hollywood Sta dium moest boksen voor het Manipuleren met boksers, zoals vroeger in de Verenigde Staten gebeurde, toen de on derwereld de touwtjes in han den had, is er volgens Ruh ling, die bijna elk weekend wedstrijdjes in het buitenland wereldkampioenschap. Hij werd door gangsters opgebeld, die een aandeel in zijn con tract eisten. Jordan weigerde. De gangsters zeiden dat ze hem nog een keer zouden op bellen. Dat deden ze ook. Jor dan zei weer nee en toen ver telden ze dat ze hem binnen drie maanden met een ijzeren staaf helemaal in elkaar zou den slaan. Jordan kreeg poli tiebescherming van de deur van zijn bungalow tot zijn kantoor en terug. Hij werd in zijn eigen garage in elkaar getimmerd. Hij heeft er een maand voor in het ziekenhuis gelegen. Kijk, tien jaar ge leden waren die toestanden mogelijk, doordat er slappe fi guren in de commissies zaten. Nu komt dat niet meer voor". Maar dat neemt niet weg dat het er in de Verenigde Staten toch nog steeds heel anders toegaat dan in Europa. .,Daar gebeuren wel heel gek ke dingen. Toen die Indone siërs bijvoorbeeld in Amerika waren om het gevecht tussen Clay en Lubbers te regelen, probeerden de Amerikanen hen te overbluffen. De Ameri kanen zwaaiden met een tele gram ze lieten het natuur lijk niet zien en zeiden dat Ruhling Lubbers uit handen had gegeven voor het gevecht met Clay. Ze vroegen de Indo nesiërs naar een vergadering te komen om de contracten te tekenen. Ik bewonder de za kelijkheid van de Indonesiërs, want ze zijn niet eens naar die meeting toegegaan", De instelling van de Ameri kaanse managers is volgens Ruhling ook heel anders dan die van de Europeaan. „Ze zijn over het algemeen veel harder dan wij. In Amerika bestaat het niet dat een bokser honderd dollar krijgt, omdat hij een goede partij heeft ge maakt. Maar ze kunnen daar ook veel harder zijn, omdat ze veel meer boksers hebben. Als een bokser vervelend is, vliegt hij er uit". Ruhling, die in de Europese Henk Ruhling heeft zich met vallen en opstaan een gro te reputatie opgebouwd. Het heeft jaren geduurd voor hij de erkenning van zijn reeds ge settelde vakbroeders kreeg. Ruhling: „Er gaan jaren overheen. Voor mij is het vijf tien jaar vechten geweest om er tussen te komen. Er is nu eenmaal een bepaald monopo lie. Wil je in de clan komen dan moet je iets gepresteerd hebben. Anders word je niet geaccepteerd en weigeren ze zaken met je te doen. Ik heb zoveel mensen zien komen en gaan. Er blijft meestal niets van over. Het is een kwestie van volhouden, er feeling voor hebben". Bij wie nu de macht berust in de beroepsbokswereld bij de promotors of managers is volgens Ruhling, die tachtig procent van de Duitse markt in handen heeft, die contracten heeft met boksers in bijna eik werelddeel en die een compleet netwerk van agenten tot zijn beschikking heeft, niet te zeggen. „Het is", zegt hij, een kwes tie van vraag en aanbod. Heeft een promotor bijvoorbeeld be schikking over managers en boksers dan is de promotor de baas. Is er echter veel compe titie tussen promotors in een land, dan staat de manager veel sterker. Er is echter ui teraard een goed samenspel noodzakelijk. Een manager is er namelijk niet mee gebaat dat een promotor verliest. Als een promotor een flinke klap te incasseren krijgt, zoekt hij een andere business op. Alleen als hij verdiend gaat hij door. Als er geen promotors zijn, zijn er ook geen managers en boksers". (Van onze sportredatie) ZANDVOORT De beste tijd van zijn leven zegt Henk Ruhling gehad te hebben in Zuid-Amerika, waar hij in 1957 tien maanden woonde in verband met een trip die Wim Snoek maakte en waar hij in 1958 weer was met Sugar Boy Nando. „Het was een verschrikkelijk leuke tijd", aldus Ruhling. „Verle den jaar ben ik er nog terug geweest (er boksen vrij re gelmatig Europese jongens in Brazilië). Ik was een week in Brazilië en hoewel het oorlogstoestand was in Uru guay met de Tupumaros be sloot ik toch even naar Mon tevideo door te vliegen, om dat ik daar had gewoond en het zo naar m'n zin had ge had. Nou, ife heb er de oorlog meegemaakt. Op een zater dag em half twee liep ik in de grootste straat van Monte video. Plotseling kwamen er uit drie auto's twaalf gewa pende mannen met machine pistolen. Alle mensen die op straat waren, werden een bi oscoop ingedreven. Ik dacht even: waar ben ik aan be gonnen? Maar het liep geluk kig goed af". Ruhling liet Wim Snoek in Zuid-Amerika een bom dui ten verdienen, hoewel de Nederlander, die de toen malige Europese kampioen Ingmar Johansson eens knock out sloeg, maar die niet tot winnaar werd ver klaard, omdat de scheidsrech ter het vertikte verder dan negen te tellen (Ruhling: „Het grootste bedrog dat ik in mijn carrière heb meege maakt), al over het hoogte punt van zijn carrière heen was. Ruhling: „Snoek had zijn beste jaren al achter de rug, maar hij is met 100.000 gulden teruggekomen. In een jaar tijd bokste hij twaalf wedstrijden in Zuid-Ameri ka. We hadden in Montevi deo vijf wedstrijden gehad, waarin Wim onder meer een onbeslist bereikte met de Zuidamerikaanse kampioen Dogomar Martinez en de Braziliaanse kampioen door knock out versloeg. Er waren daar toen geen tegenstanders m:er en Wim zei: „Fijn, vol gende week loop ik weer in de Kalverstraat". Maar dat ging niet door. Ik had Wim uit laten schrijven in Neder land. Ik dacht: „Je weet nooit waar het goed voor is. Later had ik bij de Neder landse ambassade geïnfor meerd hoe het met de belas ting zat. Daar werd me ver teld dat Wim vijftig procent van zijn verdiensten moest afdragen als hij direct terug zou gaan. Ik zei dus tegen Wim: blijf in Zuid-Amerika. Je hebt hier een goed leven en Je bent nog geen twintig procent kwijt van wat je anders aan belasting moet betalen. Wims blijdschap was ineens over, maar hij bleef wel nadat ik hem wed strijden gegarandeerd had op Aruba. Met Wim en zijn vrouw, een Amsterdamse die hij had laten overkomen en met wie hij in Montevideo trouv. de, vertrokken we in juli of augustus naar Aruba. Boven Aruba zei Wim tegen me: „Henk je hebt me wel wat klaar gemaakt. Daar wo nen helemaal geen mensen. Dat is inderdaad het eerste idee, want je ziet bijna al leen maar krijtrotsen, maar er wonen toch altijd nog 50.000 mensen. Wim bokste zowel op Aruba als op Cura cao twee partijen. En daar heeft hij flink wat dollars mee verdiend. Ik had daar ook een mooie zaak bij de hand. De promo tor van een van die wedstrij den Joppe heette hij deed me een ongewoon voor stel. Hij zei: „Henk je krijgt een percentage van de in komsten". Ik dacht: hij pro beert me te naaien, want dat is niet te controleren. Maar ik ging er toch mee akkoord. Ik schakelde een accoun tantskantoor in. Bij elke in gang van het Rifstadion werd een employé van dat kantoor geposteerd. Die men sen hadden houten bakken bij zich en zij gooiden daar een helft van alle tickets in. Die Joppe schrok zich rot. Ik heb een neger nog nooit zo zien verbleken. Hij werd he lemaal wit. Hij keek naar de inhoud van de bakken en zei: „Dat kan niet. Zoveel mensen waren er niet. Ik denk er niet over om je zo veel te betalen". Ik ant woordde: „Als ik jou was zou ik er maar wel aan den ken, want anders kun je straks niet w-grijden. Hij: „Oh nee?". Nee, zei ik, want als je niet betaalt is je wa gen van mij. Dezelfde avond nog had ik de totale gage van Wim Snoek. Joppe zei: „Ik doe nooit meer zaken met je", maar dat is toch niet gebeurd. Na die wedstrijden ging ik een paar weken naar huis, maar ik kon het er niet meer harden. Ik nam een ticket terug naar Aruba. Wim zat daar nog steeds. Hij had zijn vrouw teruggestuurd naar Nederland, omdat die ontzet tend veel heimwee had. Maar Wim zelf teerde ook helemaal in de put. Ik kreeg Aruba aankwam, ging ik naar het hotel, waar Wim woonde. Ik liep voorbij een oud mannetje en vroeg bij de receptie waar Wim was. Toen bleek dat Wim dat ou we mannetje was. Hij zat helemaal ln de pjt. Ik kreeg al snel een partij voor hem tegen Sugar Boy Nando en hoewel hij praktisch niet ge traind had, bokste Wim een fantastische wedstrijd. Door dat gevecht kreeg ik Nando die winnaar werd, ook onder contract. Wim, met wie ik ook nog in Afrika ben geweest een bakkermiljonair, die elke dag vijftig vrachtwagens met stokbroden de jungle In stuurde, organiseerde daar wedstrijden en met ons ver diende hij voor de eerste keer geld, omdat ik zo'n re clame voor hem in de kran ten had gemaakt is eigen lijk twintig jaar te vroeg ge boren. Als hij nu 24, 25 was geweest, was hij onbetwist Europees kampioen gewor den. Hij was een enorm goeie bokser, maar wel een tje die je in het buitenland moest hebben. Hij luisterde ontzettend goed. Hij ving he lemaal op mij af. Als ik tegen hem gezegd zou heb ben dat hij hinkelend de deur uit moest gaan, zou hij het gedaan hebben. Hij had ln Zuid-Amerika ook een enorm goeie trainer. Ze schreven daar dat wij het beste team waren dat ze ooit gehad hadden". bokswereld jarenlang een ver guisde figuur was hij werd in 1953 voor het leven ge schorst door de NBB, omdat hij een buitenstaander een wedstrijd mee had laten fi nancieren, de schorsing werd in 1960 tijdens een algemene ledenvergadering van de NBB opgeheven. Bovendien werd hij in 1965 voor het leven geschorst door de Europese Boks Unie, wat door de rech ter ongedaan werd gemaakt zegt niet gefortuneerd te zijn geworden met zijn avontuur lijke werk. „Het is onmogelijk voor mij om er rijk van te worden. Ik heb een goed leven en zie een gedeelte van de wereld. Dat kunnen ze me niet meer afne men. Ik verdien zoveel als een topfunctionaris in het bedrijfs leven. Maar rijk, nee. Je moet niet vergeten dat ik ontzettend hoge onkosten heb. Het reizen is duur, ik moet mijn agenten betalen en heb ongelooflijke telefoonrekeningen. Wat ik kwijt ben aan de telefoon, daar kan een arbeider goed van leven. Het is zo dat als ik minder dan 120.000 gulden in casseer ik verlies. Ik moet elk jaar drie a vier Europese kam pioenschappen hebben om een goed jaar te hebben. De per centages liggen nu hier een maal zo hoog. Dat varieert tussen de vijf en tien pro cent. In Amerika kunnen ze er wel rijk van worden. Daar is eenderde deel voor de mana ger gebruikelijk en daar gaat het zelfs tot vijftig procent. Dan moet de bokser vaak nog z'n trainingskosten zelf beta len ook. En de eerste de beste manager die in Amerika een goeie blanke zwaargewicht in handen krijgt, wordt schatrijk, want dat is alles. Daar zitten ze gewoon op te wachten". (Van onze sportredactie) ZANDVOORT Henk Ruhling beschouwt Fighting Mack, de oud- Europees kampioen in het weltergewicht, die 2 april in Rotterdam zijn rentree maakt in een Nederlandse ring, de las tigste bokser, die hij ooit onder contract heeft gehad. Ruhling: „Er zijn weinig boksers die mak kelijk zijn, maar Mack was wel de lastigste. Hij had veel geld kunnen verdienen als hij serieus geleefd had en met geld had weten om te gaan. Hij is altijd een grote trekpleister geweest. Wie Mack op het pro gramma had, zat altijd goed. Mack is echter een rare vogel. Hij haalde altijd gekke streken uit. Maar je kon ook ontzet tend met hem lachen. Toen Mack voor de Eu ropese titel uit moest komen tegen Bossi, za ten we in een hotel in Lignano, een. plaatsje tussen Triest en Venetië. Een dag voor het ge vecht was er een vrese lijk onweer. Wij stonden voor het raam. Ineens kwam de bliksem naar beneden. „Dat is de stem van God", sprak Mack. „Ik ga winnen". En hij won nog ook. Als je Macks record- lijst bekijkt, blijkt dat hij van heel goeie jon gens gewonnen heeft, terwijl hij van veel min dere tegenstanders ver loor. Het hing bij hem zuiver Van zijn stem ming af. Hij maakte een grote fout toen hij Euro pees kampioen was ge worden. Hij dacht dat hij niet meer hoefde te boksen en dat het geld vanzelf wel binnen zou komen. Hij wilde in die tijd ook een huis laten bouwen. Hij zei me: ',Ik maak alles spiegel, de wanden, het plafond en de vloer". Ik vroeg waarom hij dat wilde. „Dan zie ik overal waar ik kijk, Mack, zei hij. Mack is heel godsdien stig. Vroeger had hij veel angst voor de fra ters, omdat er op de ka tholieke school veel ran sel werd gegeven. Toen hij Europees kampioen was, ging hij terug naar Curasao om de fraters te laten zien dat hij ook wat betekende. Daarvoor ging hij met een pij aan en een witte boord aan naar die school. Maar het was niet al leen lachen. Op een keer kwam hij bij de weging binnen met een schoenle pel aan een rotantak in de hand. Zes zwarte jon gens kwamen achter hem aan. Hij leek net een onderkoning uit Af rika. Hij kwam op me af en zei dat ik eerst moest zeggen wat ik van zijn schulden af zou houden. Ik dacht: als ik zeg wat ik afhou, gaat ie hele maal de ring niet in. Ik zei dus niks. ,.IIou er dan maar rekening mee dat ik niet kom", zei Mack en hij ging weg. Het was in de oude RAI. Piet Termeulen was he lemaal in paniek. Hij smeekte me: „Henk ga in godsnaam naar buiten om hem te halen". Maar ik dacht als ik dat doe ben ik verloren. Mack zou voor de pauze boksen. We moesten het programma omgooien. Om kwart voor negen kwam Mack binnen. Heel rustig. Hij sprak niet over gages en liet me zijn handen doen. In Los Angeles haalde hij ook een keer een stunt uit. Hij moest volkomen ongetraind boksen tegen José Napo- les. Op de dag van de wedstrijd was Mack weg. Ze konden hem nergens vinden. De hele politiemacht van Los Angeles was op zoek naar hem. Tegen de avond kwam hij weer boven water. Het bleek dat hij 's morgens naar de bioscoop was gegaan. Daar was dag en nacht een doorlopende voor stelling. Mack was er de hele dag blijven zitten. Het is een merkwaar dige jongen. Ik hoop dat hij nu hij wat ouder is wat verstandiger is ge worden. Ik wil hem in ieder geval nog een kans geven". Begrijpelijk, want Mack, die eind 1971 te rugging naar de Antillen en wiens vrouw en kin deren nog steeds in Zandvoort wonen, staat nog flink bij Ruhling in het krijt. UIL J „Uilen" heet het boek. In te uilenboek" geworden. J zich verlustigen aan de I Gillmor of op plezierige dr. John Sparks en Tony, bijeengaarden. Dat mensen van het v| ornithologen, biologen, erg zijn met dit boek is duideli maar dat ook de gcïnteresse de leek door dit boek gefa neerd raakt is voor mij grootste verdienste van de menstellers. Want wat wet^ we nu eigenlijk van uilen? waarom worden die beest toch zo vaak in films en b( ken ten tonele gevoerd? Uilen zijn nachtdieren, thans de meeste ervan. Uili slapen overdag diep weggedi ken op hun „roest" en zi; zodoende voor ons onzichtbaa We horen er wel eens ec roepen en een doodenkel keer scheert er in het bijn donker een uil vlak boven hoofd. Je schrikt, duikt ineei kijkt op en weg is de geheirr zinnige schaduw. We hebbe massa's uitdrukkingen, spreek woorden en verhalen over ui len, maar je ziet ze zelden e: zeker niet in actie. Wie tot zich door laat drinl gen wat het moet zijn om vaij zo'n geheimzinnig wezen zi veel informatie los te peutere: Heeft Chris Lindemans, King Kong in het verzet tij dens de oorlogsjaren, werke lijk op grond van persoonlijke motieven verraden dat de ge allieerden bij Arnhem in 1944 een grote luchtlandingsopera tie zouden uitvoeren? En wa ren de Duitsers daarom voor bereid; onder andere, een tank afdeling gestationeerd op de Veluwe? Dat is eigenlijk de kern van de zaak King Kong. Een mak die nimmer is opge helderd en die er door wat er over is gepubliceerd in de verslagen van de parlementai re enquêtecommissie niet hel derder op is geworden- W. F. Hermans heeft over die affai re een alleszins leeswaardig spel geschreven. In opdracht van de gemeente Amsterdam, in 1968. Aan de hand van het ver- 1 slag van de enquêtecommissie. Veelal gebruikte hij er de let terlijke teksten voor. Het is een boeiend stuk werk dat aan het denken zet en dat de vin ger legt op heel wat zaken die ui deze kwestie onbeantwoord (Van onze kunstredactie). Dit jaar viert de Ameri kaanse filmmaatschappij War ner Brothers haar 50-jarig ju bileum. In 1923 vond de op richting plaats. Naar aanlei ding van deze mijlpaal ver klaarde Ted Ashley (chairman °f the board): „De gebroeders Darner waren pioniers die de mogelijkheid zagen om het medium film naar het grote Publiek te brengen. Vijftien jaar lang zochten zij naar al lerlei wegen om tot dat doel te komen. Toen in '23 dus ont stond Warner Bros. Pictures, inc. De maatschappij streefde ernaar de nieuwste cinemato grafische ontwikkelingen toe •6 Passen. Het was dan ook Warner Bros, die als eerste de „sprekende film" op de markt oracht. Warner Bros. Pictures, inc. werd op 4 april 1923 in Delaware opgericht. De War- ïQoo oers waren reeds van af bij het filmwezen be- riivi n Sew.eesb middels een ickelodeon in een verbouwde Pao 'n stad New Castle, hi- j waren zij betrokken „1 filmdistributie naar de len e" het middenwea- !n 1917 produceerden zij nun eerste succesfilm, „My Vears in Germany" en IvS Sn zi.i een studio in Hol- od. De eerste president

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 32