HET DOSSIER BREKELSVELD
e^m va
'ohtie pakt
SPECIALE
Inbreker moet herkenningI
hebben pewppsJ
1 Willem
1Mf
&SÏ,
langen vond Me,
eestachtige moord oi
weduwe en zoontje
*aaer
ceif--.:
Politie kreeg gf naar kindr.
kennis van
twee
wd&chten
ter maand
markt.
"onderzoek door
te - :f
ffm i
Hiaat
MOORD
inlottetdam
Untroerend medeleven bij
begrafenis slachtoffers J;
)ubbelemoordMaasstai
nog steeds onopgelost
van
verdachten tonaliteit
gevonden
Asbak
Kwitantie
Onder 't bloed
Hopen
Een val
Veel veranderd
1 door
1 Corn. Verhoeven
IjljÉ.
2?
m
vrij
uit
DE STEM ZAlERDAG 3 FEBRUARI 1973
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiun
Heen
die
igers
iten
BE
iet
et een
•daad!
B.V.
poek
ilangstelling?
en een briefje onder
rmelding van
letters P.J. aan
ankel Nederland B.V.,
enkel Huis,
d. Personeelszaken,
rof. E. M. Meijers-
an 3, Amstelveen.
kunt ons ook bellen
i0-468555, tst. 334.
MPUTERPROGRAMMEUR
worden afgenomen
zicht van het
van
ie Zaken.
in de automatisering
ille inlichtingen zonder
g als U onderstaand©
vult, die U zonder
kunt opsturen naar
RDNUMMER 250
N Tel. 040-411684
„Die knaap loopt niet lang meer
vrij rond".
Dat zei tien jaar geleden een in
't vak vergrijsde commissaris
van politie tegen me.
Het was zaterdagmorgen
9 februari 1963. We stonden
samen in het kantoortje van een
sigarenwinkel aan het Brekelsveld
in de Rotterdamse nieuwbouw-
buurt Zuidwijk. Op de grond
plassen bloed, een stuk van een
brilmontuur. Tegen de wanden
en zelfs aan het plafond overal
bloedspatten.
Een paar uur eerder, omstreeks
middernacht, waren hier de
sigarenwinkelierster Barbara van
den Hoff-van Heek (38 jaar,
vier jaar weduwe, moeder van
vier kinderen) én haar achtjarig
zoontje Marcel beestachtig
vermoord.
^nwc^dMckmwm:
iRotterdamse politie zet
•s, sm éÊn
De Rotterdamse 4 A
V-v.
.ioliénlflinsp 111or^aakp^Kw "I 1 O
150 tips"1
I on.viE*yt, quant vorig» week
I woenMai e^rr bedrag yto vjjf-
npuizena gulden was uitgeloofd
oor aünwUïIngen^ ,dl(
oidcn tot de aajehotidij
c
botterdam-Zuid
J i^ercbe I
gf® Rotterdam heef» iisbnacki ff
.^otterdaounah».,i«ang0.
MOORD; ROTTERDAM;
Arrestanten in
•tmxi
F^Oubbele rooffu
1 ,io dubl
sn. ,j
te DUBBELE R00M00RD TE ROTTERDAM
jy,
oor-r -
*M' HÜBBELEMÖORD
l2j-Fe6rUb3
Met grote droefheldceef
ik tus voogd van Hans,
Roel en Gerard je kennis
van bet overlijden v«n
I hun lieve mamma
BARBARA ANTONIA
VAN BECK
J wedüwe van Gerardus
I Johannes Ignatius van
der Hof/
I op de lee(tiid" van 38 Jr.
en-JtUa Kef broertje
£akcël
i j,<B <V.<3r irtcif
'Sllemartf 12*,
Rotterdam
Rotterdam,' febr. 1863.
Geen bezoek.
Rozenkrans bidden
JJ '- ".30 r
:erk
I dagavond tif7.30 ui$
«whlekei*
Honderden mensen gehoord en
tientallen verhoord
j "-l- tbans
en boertje met
-ra*.
„We blijven hopen hem te pakken
te krijgen".
Dat zei deze week een pas tot
commissaris benoemde politie
man tegen me.
We zaten samen in het Rotter
damse hoofdbureau van politie.
De politieman - op deze dag nog
hoofdinspecteur J. A. Blaauw -
was bezig de kamer in te richten,
waarheen hij de volgende dag als
gloednieuwe commissaris zou
verhuizen.
Eind februari werd hij belast met
het onderzoek in de Moordzaak-
Brekelsveld. Tien jaar lang,
waarvan twee jaar uiterst inten
sief, heeft hij op de moordenaar
gejaagd. Hij blijft zoeken. Want
pas over acht jaar is de moord
verjaard.
m-clijkc
[otterdtirtfo PO""" clovcri intake
vijlHgtol ^tlP»«P»,,, februari te- g
luboele roolmeorUj D fa
KT FTNhT? winkelier ^eKeB1,.kt».T..17t.l
l\l,h,ll\H.K r van de -n^";ur van r^ni-rdif h.r „.„Wrork l.M, I
TIEN JAAR ZOEKEN
NAAR MOORDENAAR
Op het bureau van de jonge commissaris liggen een grote leren por
tefeuille en een ronde asbak, wit met blauw geglazuurd. Stille getuigen
van de Moordzaak-Brekelsveld. Té stille getuigen, al hebben ze het
een en ander onthuld over de gebeurtenissen in de nacht van 8 op
9 februari 1963.
0 Er is die nacht een man
in de sigarenwinkel van
Barbara van den Hoff ge
weest. Een man, die geld
nodig had. Barbara van
den Hoff had wat geld: de
inkomsten uit de sigaren
winkel. Niet veel: van een
sigarenwinkel kun je le
ven, niet rijk worden.
We weten niet, wat er die
nacht precies is gebeurd; we
weten wel, dat 's morgens het
geld van Barbara van den
Hoff weg was: de deur van
haar brandkastje stond open.
Ook haar portefeuille was
verdwenen. En vreemd
ook de asbak, die in de huis
kamer, boven, de winkel op
tafel stond.
Die asbak is eerst terug
gevonden. Een honderd meter
van de winkel tussen de strui
ken. Er zaten wat bloedvlek
ken op. Heeft Barbara van den
Hoff zich ermee willen ver
dedigen? Heeft de 8-jarige
Marcel hem mee naar beneden
genomen, toen hij zijn moeder
hoorde gillen? Of heeft de da
der hem zelf uit de kamer
gehaald, omdat hij daar met
ue sigarenwinkelierster had
zitten roken? In elk geval moet
JU] de asbak meegenomen heb
ben om hem later weg te
gooien.
De portefeuille werd later
gevonden. In het water van
ae Waalhaven. Zonder het
S ™.aar nog wel met een
ten name van de
n! geteerd 8 februari.
slmTt0!?. Eleven Barbara's
iizo- waPen (een
n stang?) waarmee de
twrf1™!] en ^aar werden
gedood. Het heeft weinig zin
?li» k j te herhalen, die
I'W?® om deze dubbele
moord te verklaren.
rieerden van „een, bekende uit
de buurt" tot „een onbekende
zeeman uit een uithoek van de
wereld", met alle mogelijke
variaties daar tussen in.
De moord/aak-Brekelsveld
is een mijlpaal in de geschie
denis van het Nederlandse re
cherchewerk geworden. Zelfs
al is de dader niet gevonden.
Want nooit tevoren is door
zoveel rechercheurs zo lang, zo
intensief en vooral zo syste
matisch aan een onderzoek ge
werkt. Het Dossier-Brekels-
veld werd het model en het
voorbeeld voor het moderne
recherchewerk.
Ze va- „In de eerste dagen na de
Om de moordenaar
uit zijn tent te lokken
ging men zogenaamd
dreggen naar sporen van
de misdaad in de Waal
haven
moord is men te optimistisch
geweest", meent commissaris
Blaauw, die eind februari 1963
het vastgelopen recherche
werk weer op gang moest
brengen. „Dat optimisme was
te verklaren, want er wat alle
reden om aan te nemen, dat
de dader snel zou worden ge
vonden. De man moet van
onder tot boven onder het
bloed hebben gezeten. Iemand
moet hem zo hebben gezien:
zijn vrouw, een familielid, een
vriend, een kennis of een
huisgenoot. Het leek onver
mijdelijk, dat er een tip moest
komen. Maar die tip, die enig
juiste tip kwam niet. Nog
niet
Onder leiding van Blaauw
werd een speciale Brekers-
grote gegevens opleveren.
De taktiek is ook verbeterd.
Tegenwoordig hebben we een
„alarmplan" voor een moord
zaak. Dat plan zit in een map
en bestaat uit stencils, waarop
je een systematisch werkplan
uitermate snel kunt opzetten.
Maar of we de dader zouden
vinden? Het hangt af van zo
veel factoren. Eén ding heb
ben we wèl geleerd: je moet
als politieman niet te gauw
optimistisch over de afloop
van een zaak zijn. En, je
kunt niet zonder geluk".
Hü hergt de portefeuille en
de asbak weer op. „Toch blijft
de zaak me bezig houden",
zegt hij. „Ook al zijn er sinds
dien zoveel andere zaken ge
weest. Zaken, waarin we snel
succes hadden en zaken, die
even mysterieus bleven als de
zaak-Brekersveld. Maar ik
biyf hopen op de oplossing.
Vergeet niet: 't Is tenslotte
moord op twee mensen ge
weest".
- - -CAMHE
veld-groep van 25 recher
cheurs aan het werk gezet.
Ze gingen in de buurt huis
aan huis met vragenlijsten. Ze
hoorden schippers, die op 9
februari met hun schuit in de
Waalhaven hadden gelegen.
Daar immers was de porte
feuille gevonden! Ze reisden
er heel Nederland en half
Europa voor af. Twee jaar
duurde dat intensieve onder
zoek, waarbij de ploeg van 25
man later werd ingekrompen
tot een van acht man. Kasten
vol kaartsystemen werden
aangelegd, stapels dossiers
volgeschreven. Er werden
55.000 mensen gehoord, hon
derden tips nagegaan. „En nog
krijgen we tips, tien jaar na
dato", aldus commissaris
Blaauw. „Gemiddeld nog één
per maand". Er zijn verschil
lende verdachten geweest.
Maar onder al die verdachten
was de dader piet.
Er werd, toen de porte
feuille in de Waalhaven door
een paar spelende kinderen
was gevonden, een val voor de
dader opgezet. Men maakte de
vondst van de portefeuille niet
bekend, maar publiceerde wel,
dat er zou worden gedregd
naar eventuele sporen. Als de
dader dat zou lezen, zo ver
onderstelde men, zou hp mis
schien proberen de portefeuille
eerder te vinden dan de po
litie.
Dag en nacht postten re
chercheurs in de buurt; in de
ruimen van schepen, in werk-
keten. Ongezien keken zij door
nachtkijkers, ongezien maak
ten ze foto's van ieder die in
de buurt van de aangegeven
plaats kwam. Niemand kwam
naar de portefeuille zoeken.
Als de moord niet tien jaar
geleden was gebeurd, maar nu,
zou dan de kans om de dader
te vinden groter zijn?
Commissaris Blaauw: „Er is
in die tien jaar veel veranderd
in 't recherchewerk. De tech
niek is verbeterd, het labora
toriumwerk is verfijnd. Hele
kleine spoortjes kunnen hele
Tekst:
THEO WEENING
Foto's:
ARY
GROENEVELD
fi EN oude wijsheid zegtt
jf j wat wij willen, geloven
wij graag. Dat is in te
genstelling tot veel oude
spreuken geen u>aarheid als
als een koe: het is eerder een
waarheid als een speldeprik
omdat zij illusies ontmaskert
en achterdocht schept ten
opzichte van allerlei al te
naieve overtuigingen.
De spreuk zegt namelijk dat
wij de neiging hebben ons
beeld van de werkelijkheid te
laten beïnvloeden en misvor
men door de wensen die wij
ten opzichte van die werke
lijkheid koesteren. Op die ma
nier construeren wij niet al
leen een vals beeld van de
werkelijkheid dat we vervol
volgens voor de werkelijkheid
zelf aanzien, maar ontnemen
we ons ook de kans onze in
zichten door de werkelijkheid
te laten corrigeren. Beeld en
werkelijkheid moeten onder
scheiden blijven: het beeld is
wat wij, al of niet op grond
van onze wensen, maken, de
realiteit zelf onttrekt zich
aan die wensen. We kunnen
haar, nemen wij aan, op al
lerlei manier beïnvloeden,
maar ze is niet anders dan ze
is, door het loutere feit dat
wij ze anders willen.
ET lijkt een raadsel hoe
een zo ontmaskerende
wijsheid tot een spreuk
kan worden. Want zij laat
geen beeld overeind. Blijk
baar werkt in ons den
ken een drang tot het afbre
ken van bedenksels en con
structies, een eeuwige achter
docht en een heimwee naar
werkelijkheid „zelf", hoe on
voorstelbaar die ook is. Want
door ons willen wordt zij bij
na ontoegankelijk: de toe
gang is een voorstelling, en die
voorstelling wordt door ons
willen beïnvloed en gevormcL
Toch kan de spreuk, door be
paalde voorstellingen te be
dreigen, en blinde ulek
scheppen waarin het willen
zelf buiten controle blijft. Be
paalde constructies worden
opgeofferd om het construe
ren te kunnen uoortzetten.
Wij zeggen dat onze wensen
onze voorstelling beïnvloeden,
maar terwijl we dit zeggen kan
het ons ontgaan, dat ook in
deze ontmaskering de voor
stelling alleen gecorrigeerd
wordt vanuit een andere voor
stelling, niet vanuit de wer
kelijkheid. Het ene willen cor
rigeert het andere en zo blijft
het willen toch victorie kraai
en.
JE waarheid is niet
s J alleen dat wij graag ge-
loven wat we willen,
S maar ook dat we ons bijna
E geen voorstelling kunnen ma-
E ken van een werkelijkheid,
waarin we niets te willen heb-
js ben. We stellen ons de wereld
E bij voorkeur zo voor, dat onze
E wil daarin een maximale func-
E tie heeft. Het verzet tegen 'n
E begrip als „natuur" is daar
een voorbeeld van. Wij zijn er
s druk op uit om natuurlijke ge-
E gevens natuurlijke verschil-
E len en natuurlijke wetten in
E onze voorstelling van zaken
E tot een minimum terug te
brengen. Dat gebeurt waar-
E schijnlijk minder op grond van
enig inzicht dan wel omdat we
ons geen wereld kunnen voor-
stellen, waarin wij niets te wil-
3 len hebben. Die voorstelling
E moet zoveel mogelijk aan on-
E ze drang tot actie tegemoet
komen. Wat we willen geloven
we graag, het zuivere, passie-
ve en niet door ons willen
z bepaalde inzicht kunnen we
E nauwelijks nog verdragen.
E Verschil in mensen moet dus
herleid worden tot omstan-
digheden die wij menen in de
z: hand te hebben, of waarvoor
z toij ons op zijn minst schul-
E dig kunnen voelen. We kun-
E nen het beter verdragen
E schuld te hebben aan wantoe-
standen op de hele wereld dan
de werkelijkheid los te zien
E van ons eigen willen en han-
z delen. Onze theorieën worden
E dus bepaald door ons verlan-
E gen in de situatie in te grij-
pen. Ik uhl hiermee niet be-
z weren, dat deze houding mo-
z reel verkeerd is of theoretisch
E gemakkelijk te weerleggen.
E Zjj lijkt mij in tegendeel zeer
prijzenswaardig. Maar wat 't
meest prijzenswaardig is, be-
rust om die reden nog niet op
z het meest juiste inzicht, hoe
z aantrekkelijk het ook is dit te
E geloven. Voor de stelling dat
die inzichten moeten gelden
als de meest juiste, die aan
z onze wil meest nobele taak
z toespelen, voel ik niet veel om
de eenvoudige reden dat een
z taak vooral nobel wordt door
z het uitvoeren daarvan niet
z door zijn constructie. Want
z ook het willen moet geloof-
E 7vaardig blijven.