Megegelddrama kenmerken van anarchie FRANKRIJK OP 11 EN 18 MAART NAAR DE STEMBUS maar geen e van links verwacht in de kerk: moet ruimte zijn voor allen" 1 LINKSE UNIE KIESSTELSEL Probleem Berg 55 Verschil Gevoelig EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PE LANGEN LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE'L|NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN (Van onze onderwijsredacteur-l TILBURG Er zijn zo'n 22.000 studenten aan univer siteiten en hogescholen die tot nu toe de duizend gulden collegegeld niet hebben be taald. Twintig procent van het totale aantal. Dat is ten minste het getal dat minister Van Veen dinsdag de Twee de Kamer gaf. We moeten dus maar aannemen dat het om zo'n aantal gaat. Hoewel, wie zijn oor hier en daar in de administratieve kringen van het hoger wetenschappe lijk onderwijs te luisteren legt, hoort nogal eens dat zeker veertig procent van de ingeschreven studenten nog moet betalen, zo'n 45.000 van de 110.000. De minister wei gert het erbij te laten. Hij voelt ook niet voor opschor ten van toepassing van de wet. Hij wil proberen er een wetswijziging bij De Tweede Kamer door tc krijgen, zodat de universiteiten gedwongen kunnen worden tegen de wanbetalers maatregelen te nemen. Het is zo langzamer hand iedereen wel duidelijk dat er in ons land een colle gegeld-drama is ontstaan dat anarchistische trekken heeft. Omdat 't duidt op wetteloos heid. Een zaak, waarvan men de ernst niet moet onder schatten. Het kan niet langer worden ontkend. Een grote groep jeugdige Nederlanders lapt doodgemoedereerd een wettelijke verplichting aan haar laars. En de overheid heeft in feite geen middelen om er iets tegen te doen. Ook niet, omdat de universi teiten en hogescholen niet meewerken. Minister De Brauw (DS'70> de man die in het eerste kabinet-Biesheuvel het wetenschapsbeleid voor zijn onstuimige rekening nam vond dat iedere stu dent duizend gulden college geld moest betalen (regeer akkoord). Naast het inschrij vingsgeld. Er is over dat plan enorm veel te doen ge weest. Te meer, omdat van toegezegde nieuwe rege ling van de studiefinancie ring, die met die duizend gulden heffing gepaard zou gaan, niets terecht is geko men. De heer Van Veen heeft nu gezegd dat hij over die financiering dit jaar een onttrekken (hoezeer je ook tegen een bepaalde wet bent). Welnu, het is nu februari 1973 wel duide lijk dat alle pogingen van minister Van Veen hij erfde de rammelende wet van zijn ex-collega De Brauw om de onwillige studenten alsnog tot betaling te dwingen op niets dreigen uit te lopen. Hij schijnt juri disch geen been te hebben om op te staan. Die wet zit vol gaten en ontsnappings mogelijkheden. Ongetwijfeld een triest gevolg van de on stuimige haast waarmee de heer De Brauw zijn haan koning wilde laten kraaien. En van de ondoordachte poli tieke volgzaamheid van de meerderheid van de parle mentsleden. De minister dreigt en dreigt en dreigt. Hij ziet geen kans de wet uit te voeren. Hij wil de univer siteiten en hogescholen aller lei maatregelen laten nemen tegen de wanbetalers. Die in richtingen zeggen echter nauwelijks iets te kunnen doen. Controle op de nale ving van de wet is voor die instituten'' inderdaad niet eenvoudig. Ook al, omdat het geen strak georganiseerde ambtelijke instellingen zijn. Het zijn een soort federatie ve instituten met zeer zelf standige faculteiten, sub-fa culteiten en afdelingen .An derzijds zit in die onwil om de dwangmaatregelen van de minister uit te voeren ook een goed stuk obstructie. Ook dat duidt op anarchisti sche trekken. Zeker lijkt dat het minis ter Van Veen voor dit stu diejaar niet meer zal lukken de wet volledig uit te voe ren. Binnenskamers geeft men dat wel toe. En die mislukking roept vragen op. Uitgaande van het getal van de heer Van Veen noemt, moet men aannemen dat zo'n 22 miljoen gulden aan colle gegelden nog betaald moet worden. Geen kleinigheid. Zeker niet voor de inrichtin gen die zij toch wel bezoe ken en die dat geld hard nodig hebben om hun werk te kunnen doen. Ze moeten nu uit geldgebrek, allerlei taken beperken of afkappen. En de minister springt niet bij. Hij heeft er geen geld voor. beleidsnota zal uitgeven. Rij kelijk laat, natuurlijk. Argu ment voor de heffing van Suizend gulden per jaar met ujtzicht op aanzienlijke verhogingen was dat stu denten de gemeenschap veel geld kosten (profijtbeginsel). In feite echter werd de maatregel genomen, omdat de schatkist leeg was. Toe- Passing van het profijtbegin sel was in dit geval heel dubieus. Want niet de stu denten, maar hun ouders be talen in de meeste geval len. Politiek was er tegen het Mn van de heer De Brauw nogal wat verzet. Ook bïj_ kamerleden van regerings partijen. Maar toen puntje bh paaltje kwam, slikte tweede en Eerste Kamer het wetsontwerp in meerderheid 'egen heug en meug. Men wilde er geen kabinetscrisis tegenaan gooien. Enkele we ken later kwam die toch. j^r het loon- en prijsbe- d. Kort en goed, er kwam «en wet (6 juli, 1972), waar oor allen die wetenschappe- f hoger onderwijs volgen net studiejaar 1972-1973 moesten beginnen met het «alen van duizend gulden. i!"Jm'nstc> dat staat in die et. En of men voor of tegen e wet is, is niet terzake. Er li WBas vele wetten die we helemaal niet prettig vin- mali hebben ze nu een- Waal na te leven. Als we het et met ze eens zijn .kun- noïJü' Pedheren ze via de i, kanalen in ons land fajparlement veran- 4e J? knigen- Niet zo met liikt i'OHogegeldeii, en i, e universiteiten nimm?5 10len hebben er maak, a?" geheim va" ï«- een d 7,e uitzond er in- t,L r'Selaten - vierkant gehnir duizend-gulden-re- 2, ".aren. Ze hebben te zn "let>rd gelopen om aan hl? ,(le studenten ting totnhmiereli'ke verPlich zitn :°'t.betal"ig voldeden. Er Pen su.f !eweest van groe- schrijfhlr 6"' Er zii" in" dat Tii Us hezet u heeft toch wl?maal misschien U'tvomii» Wal verw°nderd Wn %iS?zlen ,tv) en gele- *mdat ii Verw°nderd, Sri Lm«. lacht dat vondis Wetten: i!!l 'm" ';lntI niet zo een- ie aan een m't>s te Er wordt rond deze ernsti ge zaak een soort schimmen spel opgevoerd. Wil men daarmee de staatsrechtelijke, juridische en organisatori sche consequenties verber gen? Het lijkt er op. In de Kamer is gevraagd de beta lers hun geld terug te geven. Terwille van de rechtsgelijk heid. De minister piekert daar niet over. Hij heeft trouwens dat geld, zo'n ne gentig miljoen gulden, niet. De vraag dient gesteld te worden, of collectieve wets, ontduiking een handeling is die wordt aanvaard als een voldongen feit. Uitlatingen in de Kamer doen dat vermoe den. Dat heeft wèj conse quenties. Want waarom zou den dan straks grote groepen in onze samenleving niet al lerlei zaken die de wet nu eenmaal van ze eist, gaan negeren. Zoals, bijvoorbeeld, belasting betalen. Of, zoals reeds het geval schijnt te zijn, wegenbelasting betalen (10 tot 20 procent). En, on danks alle krachtige taal, is toch de vraag niet misplaatst, of de minister er inderdaad op rekent de niet-betalers dit academische jaar nog tot be taling te kunnen dwingen. Wij betwijfelen dat, eerlijk gezegd. Ook al, omdat het in ieder geval via een wetswij ziging moet worden gespeeld. Een toch altijd tijdrovende aangelegenheid. Los van de vraag, of er voor zo'n voor stel een meerderheid in de Kamers is te vinden. Hoe wel, er zal wel geen meer derheid zijn die voor anar chie wil zwichten. Het is wel duidelijk dat de betalers, de mensen die zich meestal met tegenzin aan de wet hebben gehouden hun geld kwijt zijn. Dat is wei nig minder dan discriminatie, als de niet-betalers er mee weg komen. Dan wordt wets- getrouwheid wel duur be taald. In de Tweede Kamer is gepleit voor een geheel nieuw systeem van studiefi nanciering. Dat lijkt ons een zinnige gedachte. Misschien dat men er in Den Haag eens toe komt de suggesties van de Tilburgse hoogleraar J. van Dijck over die studiefinan ciering te bestuderen. Ze zijn logisch en eenvoudig. Ze bie den een brede uitweg uit de chaos, waarin we nu zitten. JACQUES LEY'LÏ POMPIDOU. MITTERRAND. (Van onze correspondet) PARIJS Op 11 en 18 maart zullen er ook in Frankrijk verkiezingen plaatshebben: de niet ver vroegde algemene kamer verkiezingen, de eerste se dert de Fransen in de voor zomer van 1968 (zeer ze ker uit schrik voor de mei gebeurtenissen) 358 Gaul listen naar de Kamer zon den voor een totaal van 485 zetels. Men is het er algemeen over eens, dat een herha ling van dit soort „mira kel" bijzonder onwaar schijnlijk is. De omstandig heden waaronder de ver kiezingen deze keer plaatshebben, zijn niet meer dezelfde; de Gaulle is er niet meer, het Gaullisme is verwaterd en enkele vooraanstaande volgelingen en oud-ministers van de ge neraal hebben de beweging de rug toegekeerd. Maar een meer directe politie ke gebeurtenis zal de kansen van de Gaullisten om ander maal een „onbehoorlijk groot aantal zetels te veroveren" verminderen. Voor het eerst sinds het bestaan van de Vijf de Republiek is de oppositie erin geslaagd zichzelf te orga niseren, zowel die van links als die van het centrum. Hier bij moet, wat deze laatste be treft, opgemerkt worden dat een deel van de z.g. Centristen tot de regeringsmeerderheid behoren, nl. de groep PDM on der leiding van de minister voor culturele zaken, Jacques Duhamel, terwijl de andere vleugel onder aanvoering van Jean Lecanuet met de „recht se" radicalen van Jean-Jac- ques Servan-Schreiber de „Re formisten" gesticht hebben. Dezen zijn in oppositie, de On afhankelijke Republikeinen van Giscard d'Estaing (tot de Gaullistische meerderheid be horend) lonken naar hen en het is niet onmogelijk dat zij binnen afzienbare tijd met de Gaullisten (UDR) en Onafhan kelijke Republikeinen een ge meenschappelijk blok zullen vormen. Maar voor het ogenblik beho ren de Reformisten tot de ge- restructureerde oppositie, waarvan echter de Linkse li nie van Communisten en Soci alisten het belangrijkste ver schijnsel is. Voor het eerst se dert zeer lange tijd zijn Com munisten ep Socialisten het eens geworden over een geza menlijk programma en een ge zamenlijk ten strijde trekken voor de parlementsverkiezin gen. Hoewel zij sedert 1958 er van overtuigd waren dat zij afzonderlijk en rivaliserend generlei kans hadden om een alternatief voor het Gaullisme te verwezenlijken, bleken er teveel tegenstellingen te zijn om gezamenlijk front te ma ken. Na de vorige verkiezin gen leken de kansen niet gro ter omdat de Tsjechoslowaakse affaire Socialisten en Commu nisten nog verder verdeelde. Mitterrand (voor de Socialis ten) en Marchais (namens de Communisten) hebben even wel de Linkse Unie kunnen sluiten waarbij Robert Fabre zich met zijn „linkse radica len" (na de scheuring van de Radicale Partij, welke Servan- Schreiber teweegbracht) aan gesloten heeft. De drie takken van deze Link se Unie zijn het eens gewor den over een minimun-pro- gramma, hetgeen uiteraard geen kleinigheid was. Zij blij ven ook nu nog inzake een aantal problemen verschillen de standpunten innemen en Mitterrand heeft enkele dagen geleden een bijeenkomst geor ganiseerd die getiteld was „Tsjechoslowakije, socialisme en democratie" en waaraan een aantal anti-communisti sche Tsjechen deelnamen, waarover Praag (dat wil dan zeggen de Tsj echoslowaakse Communistische Partij en de „Rude Pravo") witwoedend zijn geworden en die de Fran se Communisten niet veel ple zier gedaan heeft. Maar vrij dagavond 1 december hebben de drie takken van de Linkse Unie hun enige gezamenlijke pre) verkiezingsbij eenkomst gehouden, die bepaald een tri omf was. Tot in de namiddag van die vrijdag hadden Mitter rand, Marchais en Fabre zich bij de gedachte neergelegd dat zij moesten proberen een zo groot mogelijk aantal zetels op de tegenwoordige meerderheid te veroveren. Maar het enorme populaire succes van die avond heeft hun de overtuiging gegeven dat zij zelfs een over winning kunnen behalen. En de hele politieke atmosfeer in het land is erdoor getekend- Dit gaat samen met een zekere demoralisering van de Gaullis ten- (die overigens als regering de onpopulariteit van de infla tie te torsen hebben), die zich nu klaarblijkelijk erbij neerge legd hebben alles te doen om de schade te beperken. Maar dit wil nog niet noodzakelij kerwijze zeggen dat deze schade een nederlaag zal zijn: het is zeker dat zij zetels zul len verliezen, misschien ook véél zetels, maar zij kunnen zich dan ook permitteren om véél meer zetels te verliezen dan welke andere formatie ook. Wat niet wegneemt dat achteruitgang nu eenmaal ach teruitgang is. Maandag kwam een Parijs weekblad, als gevolg van bo vengenoemde atmosfeerwijzi- ging met de enorme kop: „De Communisten aan het be wind?" en een ander opent met „Over drie maanden links aan de regering!" En sedert maandagmorgen zou er zelfs een begin van een kapitaal- vlucht (naar Zwitserland en elders) vastgesteld zijn. De weekbladtiteis en de gerap porteerde kapitaalvlucht zijn niettemin uiterst voorbarig. Het is zeker dat er zich een geestelijke fusie van linkse op positiepartijen voorgedaan heeft, dat de Socialisten daar het meest van zullen profite ren (als men mag afgaan op het resultaat van een tussen tijdse verkiezing), dat Com munisten, Socialisten en Link se Radicalen zetels zullen winnen, en zelfs in aanzien lijke mate. Maar dit is nauwe lijks verwonderlijk want in de tegenwoordige Assemblée Na tionale hebben zij er bijzonder weinig. Maar tussen deze vast stelling en de portefeuille van eerste minister voor Mitter rand en die van socialev zaken voor Marchais ligt een niet on aanzienlijke marge. De meeste politieke waarne mers zijn het erover eens dat een overwinning van de Link se Unie (dus een verkiezings uitslag die hun de meerderheid van zetels in de Nationale Vergadering zou verschaffen) zeer onwaarschijnlijk is. De redenen daarvoor zijn van verschillende aard. Op de eer ste plaats verkeert Frankrijk momenteel in een periode waarin de Gaullistische meer derheid in haar eigen tegen stellingen en interne twisten verstrikt is en weinig anders presteert dan in haar eigen staart te bijten. Het is echter duidelijk dat deze meerder heid in het geweer zou komen als de vooruitgang van links zich zou concretiseren: zij zou een blok vormen en een tegen aanval lanceren, waarbij een aantal thema's naar voren ge bracht zouden worden, die succes kunnen hebben: anti- communisme, vrees voor on rust en bezit enz. Deze argu menten zullen zeker niet de zelfde draagwijdte hebben als in 1968, toen de Parijse barri caden nog smeulden terwijl men naar de stemlokalen trok, maar een „forse anti-commu nistische campagne" doet het altijd nog. Een tweede punt: in 1967 (één jaar dus voor de vervroegde verkiezingen die het gevolg van de parlements- ontbindingen tijdens de mei- en .juni-opstand was) bestond het centrum voor een zeer belang rijk deel uit anti-communisten, die eveneens anti-Gaullisten waren: de uit Algerije gerepa trieerde Fransen, die als ge volg van de Gaulles ontkolo- niseringspolitiek „alles" verlo ren hadden. In de tweede kies- ronde sloot dit centrum zich (omdat het anti-Gaullisme nog sterker was dan het anti-Com- munisme) bij links aan. Maar deze keer helt het centrum al over naar de kant waar het zal vallen: de schoot van de meerderheid. Een derde reden: in tegenstelling tot Duitsland en Nederland stemt in het voorjaar geen jonge groep van 18 tot 21 jaar in Frankrijk mee, en bovendien nemen ver rassend veel jongeren die stemrecht hebben (dus vanaf 21 jaar) niet eens de moeite om zich op de kieslijsten te la ten inschrijven (in Parijs al leen al 400.000)- Tenslotte zal (mede daardoor) het kiezers korps dat in het voorjaar naar de Franse stemhokjes trekt een van de oudste zijn die het land ooit gekend heeft. En dit is ui teraard voordelig voor de z.g. gematigde en de rechtse partij en. Bij dit alles komt nog dat ook als de Linkse Unie méér stem men zou behalen dan de Gaul listische partij, zij niet auto matisch meer zetels zou beha len. Het Franse kiesstelsel is nl. een arrondissements-sys- teem: door de indeling in kies districten worden de groten deels landelijke gebieden be voordeeld boven de grote be volkingscentra. Zo zijn in Pa rijs (stad van gezeten burgers) ongeveer 15.000 stemmen no dig om gekozen te worden. Maar om in de z.g. rode gordel rond de hoofdstad gekozen te worden heeft een kandidaat gemiddeld 46.000 stemmen no dig. Wil de Linkse Unie deze handicap tenietdoen, dan zal zij op opzienbarende wijze een bres moeten' slaan in die be volkingslagen die haar tradi tie-getrouw vijandig gezind zijn. De Linkse Unie wordt bij dit alles nog benadeeld door het feit dat politiek en dus verkiezingen geld kosten. Tot voor kort waren er in Frank rijk altijd lieden en onderne mingen te vinden die hun goe de gaven aan praktisch alle partijen verdeelden, behalve aan de Communisten die er prat op gaan hun eigen midde len te hebben. Maar nu de So cialisten en Linkse Radicalen het met de Communisten over een programma eens geworden zijn en aangekondigd hebben dat zij nationaliseringen willen doorvoeren (zelfs op gematig de wijze), is het onwaarschijn lijk dat het goed van het kapi talisme hun partijkassen op merkbare wijze zal gaan vul len. Geenszins te verwaarlo zen is daarenboven het feit dat Communisten en Socialis ten sedert 1956 (het jaar van hun laatste verkiezingsucces) praktisch de steun van de hele pers (met name de machtige provinciale pers) verloren hebben. Wil links in de komende Fran se verkiezingen- inderdaad ze gevieren dan zal het een ware „landslide" teweeg moeten brengen. Deze is niet uitgeslo ten, maar evenmin waarschijn lijk. Vandaar dat de koelere hoofden onder-de leiders van de Linkse Unie de voorjaars verkiezingen op de eerste plaats aanzien als een spring plank voor de presidentsver kiezingen van 1976. Want het is een openbaar geheim dat het de grote en laaiende ambitie van Frangois Mitterrand is om opvolger van Pompidou te •worden. Maar dit is, zoals dat heet, weer een ander verhaal. In verlegenheid gebracht als gastheren die ontdekken dat ze een stomme blunder heb ben begaan, zaten zaterdaga vond j.l. de deelnemers aan het Landelijk Pastoraal Over leg te luisteren naar het voor lezen van een telegram van de Spaanse bedrijfsaalmoezenier Targo uit Zaandam. Kort maar krachtig werd daarin het niet vertegenwoordigd zijn op het Overleg van dé 50.000 katho lieke buitenlandse werkne mers in ons land „discrimine rend" genoemd. Velen die daarna aandacht vroegen voor het lot van de gastarbeider in ons land (on der die sprekers waren be- drijfsaalmoezeniers drs. J. van der Meer uit Breda; ir. P. Hupkens uit Vlissingen en de Haarlemse bisschop Zwart kruis) vonden een merkbaar aandachtiger gehoor dan bij menig ander gespreksonder werp. Een jonge Haagse vrouw stelde voor om een te legram terug te sturen en daarin eerlijk toe te geven „dat we ze vergqten zijn", en vulde een ander aan, „dat ze hier hadden moeten zitten". Het voorstel werd de dag daarop nog eens herhaald en opnieuw beaamd, maar het is er toch niet van gekomen om ter vergadering een antwoord op te stellen. Waarschijnlijk toch weer vergeten in alle emoties rond de Roermondse bisschop en de pro-nuntius. Toch is dat niet eens zo erg. Al het in Noord wij kerhout (in het openbaar) besprokene staat op de band en tezijner- tijd zal die aalmoezenier in Zaandam wel benaderd wor den en de volgende keer zul len er wel een paar gastarbei ders van de partij zijn. gebleken dat een groep christe nen, die werkelijk eerlijk pro beert te ontdekken wat er in onze samenleving allemaal aan onrechtvaardigheid wordt be dreven, een ontmoedigende berg op zich af ziet komen. Gebleken is ook hoe juist de gespreksthema's voor dit over- leg waren gekozen: probeer eerst eens onze rechtvaardig- heidsopgaven te LEREN ZIEN, dan pas kunnen we ze LEREN SIGMALEREN en gaan LE REN DOEN. Gebleken is dat er nog veel te leren valt. Gebleken is ook dat er een levensgroot verschil bestaat tussen het als kerk preken aan anderen wat ze moeten doen, en het als christenen met elk aar ontdekken wat je zelf allemaal nog moet doen. De gastarbeiders b.v. waren teveel een abstract probleem geble ven, waar je over praten kunt zonder dat je het eigenlijk zelf raakt. Als ze daar zelf komen vragen: waarom heb ben jullie ons niet uitgeno digd, terwijl jullie wel over ons praten?, dan besef je ei genlijk dat je ze gewoon niet als je eigen medemensen („naasten" misschien) hebt gezien, maar veel meer als „probleem". En dan vergeet je kennelijk <ie mensen waarom het gaat. Misschien kun je zelfs zeg gen dat „de gastarbeider" al leen ter sprake kwam als je eigen probleem, misschien ging het je veel meer om je eigen schone geweten dan om het lot van die mensen in kwestie. Dit ongeveer met elk aar beseffen kan een pijnlij ke schok geven, maar het kan toch wel eens meer te maken hebben met het LEREN ZIEN van je rechtvaardigheidsopga- ven, dan een felle resolutie of een spectaculaire hulpactie. Bovengeschetste gang van zaken in de vergadering te kent alleen de moeite die het Landelijk Pastoraal Overleg had om het allemaal bij to Kouden. Er is ook zoveel on recht in de wereld, dat het inderdaad niet bij te houden is. Maar dat is niet de enige reden. In Nnnrdwiikerhout is het afgelopen weekeinde duidelijk 0 De oudste deelnemer aan het Landelijk Pastoraal Over leg, kardinaal Alfrink, zei on dermeer: „Laten we elkaar als gelovige mensen de hand geven en elkaar bij de hand houden." De jongste deelneem ster van het Overleg las het voor uit de H. Schrift: „Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam." Deze jongste in Noordwijker- hout was Hav r' holte uit Roo sendaal, 18 jaar. De gevoelde onmacht kwam echter niet alleen voort uit de gezamenlijke ontdekking van de ontstellende hoeveelheid en gecompliceerdheid aan proble men van onrechtvaardigheid in de samenleving enuit het besef nog maar helemaal aan het begin te staan. Het kwam evenzeer voort uit de ontdek king van onderlinge verschil len. Zo'n verschil als dat tus sen een VVD-er en een PSP- er, die toch maar in dezelfde kerk kunnen en mogen zitten. Maar kunnen die twee wel in één kerk zitten?, zo vroegen velen zich af?. „Er gaan zo veel politieke schakelingen in de kerk schuil, dat we elkaar nauwelijks in de ogen durven kijken", aldus een rappor teur. Ja, tenslotte kijkt de VVD heel anders aan tegen de ver houding tussen arm en rijk in de wereld, tegen onze inko mensverschillen, tegen de on mondigheid van velen, die niet aan bod komen in de samenle ving en in de bedrijven, tegen het winst- en cnusumptiestre- ven in onze prestatiemaat schappij, dan b.v. de PSP of de PPR, Toch waren dat de gespreksonderwerpen in Noord.wiikerhout. Dat moet dus toch gebotst hebben, zou je zeggen. Het heeft ook wel gebotst in Noordwijkerhout, maar alleen als er typisch kerkelijke pro blemen rezen, zoals de polari satie rond bisschop Gijsen en in veel mindere mate toen „de vrouw in de kerk" ter sprake kwamen. Dan wa ren de partijen het moeilijkst tot elkaar te brengen. Maar als er over „de we reld" en het onrecht daarin ging, werden er hoogstens niet eens onvriendelijke ac centverschillen zichtbaar. Geen harde politiek geladen discussiedag tussen links en rechts, zoals enige maanden geleden tijdens de verkie zingsstrijd in welhaast iedere huiskamer opklonken. Waarom niet? Onmiskenbaar speelde mee de „angst om elkaar in de ogen te kijken" en nog meer tegenstellingen bloot te leggen dan er al waren. Toch is er nog een andere reden, waarom de aanhangers van linkse Bas en rechtse Hans in deze bijeenkomst niet als kemphanen tegenoer elk aar 7'üi komen te staan Dat was de opmerkelijke sterk le vende overtuiging dat het juist binnen die kerkgemeenschap mogelijk moet zijn dat PSP- ers en VVD-ers (om die uiter sten maar even te blijven han teren) samen christenen en volwaardig geaccepteerd mens proberen te zijn, althans elk aar niet uitsluiten, niet te verketteren. „In de kerk moet ruimte zijn voor allen". „Is er geen forum te vinden ofn in die kerk met eikaar te praten"?, aldus enkele opmerkingen. Bert In 't Groen uit Breda, namens de delegatie uit het bisdom Breda, zei het zo: „Waar we constateren dat VVD-ers en PSP-ers in de kerk naast elkaar lopen, maar niets samen doen, menen wij toch dat de kerk de geschikte plaats is om elkaar te beïn vloeden in mentaliteit". Gezegd moet echter ook weer worden dat bij alle hand reikingen over en weer toch vaker in twijfel werd getrok ken of een aantal programma punten van de VVD overeen stemmen met christelijk leven- dan andersom- Deze vragen mogen dan bij lange na niet uitgepraat zijn, Bert In 't Groen stelde, met vele anderen, dat er toch niet gewacht mag worden met het doen van rechtva ard i gheiH -op- gaven, hoewel er nog zeer veel te leren zien en signale ren, te bespreken, te bestude ren, te bezinnen valt. Laat dat een bezinning worden die leidt tot actie. Dat werd ten slotte een soort gemeenschap pelijke slotconclusie. Enkele vluchtpogingen („de kerk", de bisschop (en) moe- t(en) zich uitspreken over dit of dat, en: wat zeggen de des kundigen hiervan?werden afgeslagen en onderkend als onbedoeld afschuiven van eigen verantwoordelijkhe den. Mevr. H. van Straaten uit Roosendaal: „Wij zitten hier zelf als kerk, we moeten geen eisen stellen aan dé kerk". Integendeel eigenlijk: wa moeten gaan stellen aan ons zelf en aan elkaar. Deze ge dachte leefde heel duidelijk in de slotvergadering, waarin ie dere delegatie heel hoge prio riteit toekende aan het ophef fen van de onmondigheid in kerk, samenleving en bedrijfs leven, aan de „basis", bij 'het „grondvlak", zoals de „gewo ne" gelovige, burger en werk nemer in congrestaai te wor den aangeduid (al klonk het daar niet zo denigrerend als hier op papier misschien over komt). „Laten we elkaar thuis ge voelig maken voor gerechtig heid", „elkaar bewust maken van onze opgaven als christe nen in een samenleving vol onrecht", aan het werk gaan in eigen bisdom, dekenaat en parochie" Dit zijn maar enkele losse opmerkingen die echter, ons inziens als nooit tevoren ook niet tijdens het pastoraal concilie blijk gaven van een algemeen gevoeld besef van: laten we oppassen niet weer over de hoofden van het „kerkvolk" heen voor de ban ken te gaan praten, maar zelf met dat „volk" te gaan praten en werken, de kloof tussen do kerkelijke „elite" en gelovigen gaan helpen verkleinen, kort om zelf gaan denken over en werken aan een rechtvaardi ger wereld. In dat opzicht is het een vruchtbaar overleg ge- JAN LANDMAN I v

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 19