Megegelddrama
kenmerken
van anarchie
FRANKRIJK OP 11 EN
18 MAART
NAAR DE STEMBUS
maar
geen
e van links verwacht
in de kerk:
moet ruimte
zijn
voor allen"
1
LINKSE UNIE
KIESSTELSEL
Probleem
Berg
55
Verschil
Gevoelig
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PE L NGEN PE LANGEN
LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE'L|NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
(Van onze
onderwijsredacteur-l
TILBURG Er zijn zo'n
22.000 studenten aan univer
siteiten en hogescholen die
tot nu toe de duizend gulden
collegegeld niet hebben be
taald. Twintig procent van
het totale aantal. Dat is ten
minste het getal dat minister
Van Veen dinsdag de Twee
de Kamer gaf. We moeten
dus maar aannemen dat het
om zo'n aantal gaat. Hoewel,
wie zijn oor hier en daar in
de administratieve kringen
van het hoger wetenschappe
lijk onderwijs te luisteren
legt, hoort nogal eens dat
zeker veertig procent van de
ingeschreven studenten nog
moet betalen, zo'n 45.000 van
de 110.000. De minister wei
gert het erbij te laten. Hij
voelt ook niet voor opschor
ten van toepassing van de
wet. Hij wil proberen er een
wetswijziging bij De Tweede
Kamer door tc krijgen, zodat
de universiteiten gedwongen
kunnen worden tegen de
wanbetalers maatregelen te
nemen. Het is zo langzamer
hand iedereen wel duidelijk
dat er in ons land een colle
gegeld-drama is ontstaan dat
anarchistische trekken heeft.
Omdat 't duidt op wetteloos
heid. Een zaak, waarvan men
de ernst niet moet onder
schatten. Het kan niet langer
worden ontkend. Een grote
groep jeugdige Nederlanders
lapt doodgemoedereerd een
wettelijke verplichting aan
haar laars. En de overheid
heeft in feite geen middelen
om er iets tegen te doen.
Ook niet, omdat de universi
teiten en hogescholen niet
meewerken.
Minister De Brauw
(DS'70> de man die in het
eerste kabinet-Biesheuvel
het wetenschapsbeleid voor
zijn onstuimige rekening
nam vond dat iedere stu
dent duizend gulden college
geld moest betalen (regeer
akkoord). Naast het inschrij
vingsgeld. Er is over dat
plan enorm veel te doen ge
weest. Te meer, omdat van
toegezegde nieuwe rege
ling van de studiefinancie
ring, die met die duizend
gulden heffing gepaard zou
gaan, niets terecht is geko
men. De heer Van Veen
heeft nu gezegd dat hij over
die financiering dit jaar een
onttrekken (hoezeer je ook
tegen een bepaalde wet
bent). Welnu, het is nu
februari 1973 wel duide
lijk dat alle pogingen van
minister Van Veen hij
erfde de rammelende wet
van zijn ex-collega De
Brauw om de onwillige
studenten alsnog tot betaling
te dwingen op niets dreigen
uit te lopen. Hij schijnt juri
disch geen been te hebben
om op te staan. Die wet zit
vol gaten en ontsnappings
mogelijkheden. Ongetwijfeld
een triest gevolg van de on
stuimige haast waarmee de
heer De Brauw zijn haan
koning wilde laten kraaien.
En van de ondoordachte poli
tieke volgzaamheid van de
meerderheid van de parle
mentsleden. De minister
dreigt en dreigt en dreigt.
Hij ziet geen kans de wet uit
te voeren. Hij wil de univer
siteiten en hogescholen aller
lei maatregelen laten nemen
tegen de wanbetalers. Die in
richtingen zeggen echter
nauwelijks iets te kunnen
doen. Controle op de nale
ving van de wet is voor die
instituten'' inderdaad niet
eenvoudig. Ook al, omdat het
geen strak georganiseerde
ambtelijke instellingen zijn.
Het zijn een soort federatie
ve instituten met zeer zelf
standige faculteiten, sub-fa
culteiten en afdelingen .An
derzijds zit in die onwil om
de dwangmaatregelen van de
minister uit te voeren ook
een goed stuk obstructie.
Ook dat duidt op anarchisti
sche trekken.
Zeker lijkt dat het minis
ter Van Veen voor dit stu
diejaar niet meer zal lukken
de wet volledig uit te voe
ren. Binnenskamers geeft
men dat wel toe. En die
mislukking roept vragen op.
Uitgaande van het getal van
de heer Van Veen noemt,
moet men aannemen dat zo'n
22 miljoen gulden aan colle
gegelden nog betaald moet
worden. Geen kleinigheid.
Zeker niet voor de inrichtin
gen die zij toch wel bezoe
ken en die dat geld hard
nodig hebben om hun werk
te kunnen doen. Ze moeten
nu uit geldgebrek, allerlei
taken beperken of afkappen.
En de minister springt niet
bij. Hij heeft er geen geld
voor.
beleidsnota zal uitgeven. Rij
kelijk laat, natuurlijk. Argu
ment voor de heffing van
Suizend gulden per jaar
met ujtzicht op aanzienlijke
verhogingen was dat stu
denten de gemeenschap veel
geld kosten (profijtbeginsel).
In feite echter werd de
maatregel genomen, omdat
de schatkist leeg was. Toe-
Passing van het profijtbegin
sel was in dit geval heel
dubieus. Want niet de stu
denten, maar hun ouders be
talen in de meeste geval
len.
Politiek was er tegen het
Mn van de heer De Brauw
nogal wat verzet. Ook bïj_
kamerleden van regerings
partijen. Maar toen puntje
bh paaltje kwam, slikte
tweede en Eerste Kamer het
wetsontwerp in meerderheid
'egen heug en meug. Men
wilde er geen kabinetscrisis
tegenaan gooien. Enkele we
ken later kwam die toch.
j^r het loon- en prijsbe-
d. Kort en goed, er kwam
«en wet (6 juli, 1972), waar
oor allen die wetenschappe-
f hoger onderwijs volgen
net studiejaar 1972-1973
moesten beginnen met het
«alen van duizend gulden.
i!"Jm'nstc> dat staat in die
et. En of men voor of tegen
e wet is, is niet terzake. Er
li WBas vele wetten die
we helemaal niet prettig vin-
mali hebben ze nu een-
Waal na te leven. Als we het
et met ze eens zijn .kun-
noïJü' Pedheren ze via de
i, kanalen in ons land
fajparlement veran-
4e J? knigen- Niet zo met
liikt i'OHogegeldeii,
en i, e universiteiten
nimm?5 10len hebben er
maak, a?" geheim va" ï«-
een d 7,e uitzond er in-
t,L r'Selaten - vierkant
gehnir duizend-gulden-re-
2, ".aren. Ze hebben
te zn "let>rd gelopen om
aan hl? ,(le studenten
ting totnhmiereli'ke verPlich
zitn :°'t.betal"ig voldeden. Er
Pen su.f !eweest van groe-
schrijfhlr 6"' Er zii" in"
dat Tii Us hezet u heeft
toch wl?maal misschien
U'tvomii» Wal verw°nderd
Wn %iS?zlen ,tv) en gele-
*mdat ii Verw°nderd,
Sri Lm«. lacht dat
vondis
Wetten:
i!!l 'm" ';lntI niet zo een-
ie aan een
m't>s te
Er wordt rond deze ernsti
ge zaak een soort schimmen
spel opgevoerd. Wil men
daarmee de staatsrechtelijke,
juridische en organisatori
sche consequenties verber
gen? Het lijkt er op. In de
Kamer is gevraagd de beta
lers hun geld terug te geven.
Terwille van de rechtsgelijk
heid. De minister piekert
daar niet over. Hij heeft
trouwens dat geld, zo'n ne
gentig miljoen gulden, niet.
De vraag dient gesteld te
worden, of collectieve wets,
ontduiking een handeling is
die wordt aanvaard als een
voldongen feit. Uitlatingen in
de Kamer doen dat vermoe
den. Dat heeft wèj conse
quenties. Want waarom zou
den dan straks grote groepen
in onze samenleving niet al
lerlei zaken die de wet nu
eenmaal van ze eist, gaan
negeren. Zoals, bijvoorbeeld,
belasting betalen. Of, zoals
reeds het geval schijnt te
zijn, wegenbelasting betalen
(10 tot 20 procent). En, on
danks alle krachtige taal, is
toch de vraag niet misplaatst,
of de minister er inderdaad
op rekent de niet-betalers dit
academische jaar nog tot be
taling te kunnen dwingen.
Wij betwijfelen dat, eerlijk
gezegd. Ook al, omdat het in
ieder geval via een wetswij
ziging moet worden gespeeld.
Een toch altijd tijdrovende
aangelegenheid. Los van de
vraag, of er voor zo'n voor
stel een meerderheid in de
Kamers is te vinden. Hoe
wel, er zal wel geen meer
derheid zijn die voor anar
chie wil zwichten. Het is wel
duidelijk dat de betalers, de
mensen die zich meestal
met tegenzin aan de wet
hebben gehouden hun
geld kwijt zijn. Dat is wei
nig minder dan discriminatie,
als de niet-betalers er mee
weg komen. Dan wordt wets-
getrouwheid wel duur be
taald. In de Tweede Kamer
is gepleit voor een geheel
nieuw systeem van studiefi
nanciering. Dat lijkt ons een
zinnige gedachte. Misschien
dat men er in Den Haag eens
toe komt de suggesties van de
Tilburgse hoogleraar J. van
Dijck over die studiefinan
ciering te bestuderen. Ze zijn
logisch en eenvoudig. Ze bie
den een brede uitweg uit de
chaos, waarin we nu zitten.
JACQUES LEY'LÏ
POMPIDOU.
MITTERRAND.
(Van onze correspondet)
PARIJS Op 11 en 18
maart zullen er ook in
Frankrijk verkiezingen
plaatshebben: de niet ver
vroegde algemene kamer
verkiezingen, de eerste se
dert de Fransen in de voor
zomer van 1968 (zeer ze
ker uit schrik voor de mei
gebeurtenissen) 358 Gaul
listen naar de Kamer zon
den voor een totaal van
485 zetels.
Men is het er algemeen
over eens, dat een herha
ling van dit soort „mira
kel" bijzonder onwaar
schijnlijk is. De omstandig
heden waaronder de ver
kiezingen deze keer
plaatshebben, zijn niet
meer dezelfde; de Gaulle is
er niet meer, het Gaullisme
is verwaterd en enkele
vooraanstaande volgelingen
en oud-ministers van de ge
neraal hebben de beweging
de rug toegekeerd.
Maar een meer directe politie
ke gebeurtenis zal de kansen
van de Gaullisten om ander
maal een „onbehoorlijk groot
aantal zetels te veroveren"
verminderen. Voor het eerst
sinds het bestaan van de Vijf
de Republiek is de oppositie
erin geslaagd zichzelf te orga
niseren, zowel die van links
als die van het centrum. Hier
bij moet, wat deze laatste be
treft, opgemerkt worden dat
een deel van de z.g. Centristen
tot de regeringsmeerderheid
behoren, nl. de groep PDM on
der leiding van de minister
voor culturele zaken, Jacques
Duhamel, terwijl de andere
vleugel onder aanvoering van
Jean Lecanuet met de „recht
se" radicalen van Jean-Jac-
ques Servan-Schreiber de „Re
formisten" gesticht hebben.
Dezen zijn in oppositie, de On
afhankelijke Republikeinen
van Giscard d'Estaing (tot de
Gaullistische meerderheid be
horend) lonken naar hen en
het is niet onmogelijk dat zij
binnen afzienbare tijd met de
Gaullisten (UDR) en Onafhan
kelijke Republikeinen een ge
meenschappelijk blok zullen
vormen.
Maar voor het ogenblik beho
ren de Reformisten tot de ge-
restructureerde oppositie,
waarvan echter de Linkse li
nie van Communisten en Soci
alisten het belangrijkste ver
schijnsel is. Voor het eerst se
dert zeer lange tijd zijn Com
munisten ep Socialisten het
eens geworden over een geza
menlijk programma en een ge
zamenlijk ten strijde trekken
voor de parlementsverkiezin
gen. Hoewel zij sedert 1958 er
van overtuigd waren dat zij
afzonderlijk en rivaliserend
generlei kans hadden om een
alternatief voor het Gaullisme
te verwezenlijken, bleken er
teveel tegenstellingen te zijn
om gezamenlijk front te ma
ken. Na de vorige verkiezin
gen leken de kansen niet gro
ter omdat de Tsjechoslowaakse
affaire Socialisten en Commu
nisten nog verder verdeelde.
Mitterrand (voor de Socialis
ten) en Marchais (namens de
Communisten) hebben even
wel de Linkse Unie kunnen
sluiten waarbij Robert Fabre
zich met zijn „linkse radica
len" (na de scheuring van de
Radicale Partij, welke Servan-
Schreiber teweegbracht) aan
gesloten heeft.
De drie takken van deze Link
se Unie zijn het eens gewor
den over een minimun-pro-
gramma, hetgeen uiteraard
geen kleinigheid was. Zij blij
ven ook nu nog inzake een
aantal problemen verschillen
de standpunten innemen en
Mitterrand heeft enkele dagen
geleden een bijeenkomst geor
ganiseerd die getiteld was
„Tsjechoslowakije, socialisme
en democratie" en waaraan
een aantal anti-communisti
sche Tsjechen deelnamen,
waarover Praag (dat wil dan
zeggen de Tsj echoslowaakse
Communistische Partij en de
„Rude Pravo") witwoedend
zijn geworden en die de Fran
se Communisten niet veel ple
zier gedaan heeft. Maar vrij
dagavond 1 december hebben
de drie takken van de Linkse
Unie hun enige gezamenlijke
pre) verkiezingsbij eenkomst
gehouden, die bepaald een tri
omf was. Tot in de namiddag
van die vrijdag hadden Mitter
rand, Marchais en Fabre zich
bij de gedachte neergelegd dat
zij moesten proberen een zo
groot mogelijk aantal zetels op
de tegenwoordige meerderheid
te veroveren. Maar het enorme
populaire succes van die
avond heeft hun de overtuiging
gegeven dat zij zelfs een over
winning kunnen behalen. En
de hele politieke atmosfeer in
het land is erdoor getekend-
Dit gaat samen met een zekere
demoralisering van de Gaullis
ten- (die overigens als regering
de onpopulariteit van de infla
tie te torsen hebben), die zich
nu klaarblijkelijk erbij neerge
legd hebben alles te doen om
de schade te beperken. Maar
dit wil nog niet noodzakelij
kerwijze zeggen dat deze
schade een nederlaag zal zijn:
het is zeker dat zij zetels zul
len verliezen, misschien ook
véél zetels, maar zij kunnen
zich dan ook permitteren om
véél meer zetels te verliezen
dan welke andere formatie
ook. Wat niet wegneemt dat
achteruitgang nu eenmaal ach
teruitgang is.
Maandag kwam een Parijs
weekblad, als gevolg van bo
vengenoemde atmosfeerwijzi-
ging met de enorme kop: „De
Communisten aan het be
wind?" en een ander opent
met „Over drie maanden links
aan de regering!" En sedert
maandagmorgen zou er zelfs
een begin van een kapitaal-
vlucht (naar Zwitserland en
elders) vastgesteld zijn.
De weekbladtiteis en de gerap
porteerde kapitaalvlucht zijn
niettemin uiterst voorbarig.
Het is zeker dat er zich een
geestelijke fusie van linkse op
positiepartijen voorgedaan
heeft, dat de Socialisten daar
het meest van zullen profite
ren (als men mag afgaan op
het resultaat van een tussen
tijdse verkiezing), dat Com
munisten, Socialisten en Link
se Radicalen zetels zullen
winnen, en zelfs in aanzien
lijke mate. Maar dit is nauwe
lijks verwonderlijk want in de
tegenwoordige Assemblée Na
tionale hebben zij er bijzonder
weinig. Maar tussen deze vast
stelling en de portefeuille van
eerste minister voor Mitter
rand en die van socialev zaken
voor Marchais ligt een niet on
aanzienlijke marge.
De meeste politieke waarne
mers zijn het erover eens dat
een overwinning van de Link
se Unie (dus een verkiezings
uitslag die hun de meerderheid
van zetels in de Nationale
Vergadering zou verschaffen)
zeer onwaarschijnlijk is.
De redenen daarvoor zijn van
verschillende aard. Op de eer
ste plaats verkeert Frankrijk
momenteel in een periode
waarin de Gaullistische meer
derheid in haar eigen tegen
stellingen en interne twisten
verstrikt is en weinig anders
presteert dan in haar eigen
staart te bijten. Het is echter
duidelijk dat deze meerder
heid in het geweer zou komen
als de vooruitgang van links
zich zou concretiseren: zij zou
een blok vormen en een tegen
aanval lanceren, waarbij een
aantal thema's naar voren ge
bracht zouden worden, die
succes kunnen hebben: anti-
communisme, vrees voor on
rust en bezit enz. Deze argu
menten zullen zeker niet de
zelfde draagwijdte hebben als
in 1968, toen de Parijse barri
caden nog smeulden terwijl
men naar de stemlokalen trok,
maar een „forse anti-commu
nistische campagne" doet het
altijd nog. Een tweede punt: in
1967 (één jaar dus voor de
vervroegde verkiezingen die
het gevolg van de parlements-
ontbindingen tijdens de mei- en
.juni-opstand was) bestond het
centrum voor een zeer belang
rijk deel uit anti-communisten,
die eveneens anti-Gaullisten
waren: de uit Algerije gerepa
trieerde Fransen, die als ge
volg van de Gaulles ontkolo-
niseringspolitiek „alles" verlo
ren hadden. In de tweede kies-
ronde sloot dit centrum zich
(omdat het anti-Gaullisme nog
sterker was dan het anti-Com-
munisme) bij links aan. Maar
deze keer helt het centrum al
over naar de kant waar het
zal vallen: de schoot van de
meerderheid. Een derde reden:
in tegenstelling tot Duitsland
en Nederland stemt in het
voorjaar geen jonge groep van
18 tot 21 jaar in Frankrijk
mee, en bovendien nemen ver
rassend veel jongeren die
stemrecht hebben (dus vanaf
21 jaar) niet eens de moeite
om zich op de kieslijsten te la
ten inschrijven (in Parijs al
leen al 400.000)- Tenslotte zal
(mede daardoor) het kiezers
korps dat in het voorjaar naar
de Franse stemhokjes trekt een
van de oudste zijn die het land
ooit gekend heeft. En dit is ui
teraard voordelig voor de z.g.
gematigde en de rechtse partij
en.
Bij dit alles komt nog dat ook
als de Linkse Unie méér stem
men zou behalen dan de Gaul
listische partij, zij niet auto
matisch meer zetels zou beha
len. Het Franse kiesstelsel is
nl. een arrondissements-sys-
teem: door de indeling in kies
districten worden de groten
deels landelijke gebieden be
voordeeld boven de grote be
volkingscentra. Zo zijn in Pa
rijs (stad van gezeten burgers)
ongeveer 15.000 stemmen no
dig om gekozen te worden.
Maar om in de z.g. rode gordel
rond de hoofdstad gekozen te
worden heeft een kandidaat
gemiddeld 46.000 stemmen no
dig. Wil de Linkse Unie deze
handicap tenietdoen, dan zal
zij op opzienbarende wijze een
bres moeten' slaan in die be
volkingslagen die haar tradi
tie-getrouw vijandig gezind
zijn. De Linkse Unie wordt bij
dit alles nog benadeeld door
het feit dat politiek en dus
verkiezingen geld kosten. Tot
voor kort waren er in Frank
rijk altijd lieden en onderne
mingen te vinden die hun goe
de gaven aan praktisch alle
partijen verdeelden, behalve
aan de Communisten die er
prat op gaan hun eigen midde
len te hebben. Maar nu de So
cialisten en Linkse Radicalen
het met de Communisten over
een programma eens geworden
zijn en aangekondigd hebben
dat zij nationaliseringen willen
doorvoeren (zelfs op gematig
de wijze), is het onwaarschijn
lijk dat het goed van het kapi
talisme hun partijkassen op
merkbare wijze zal gaan vul
len. Geenszins te verwaarlo
zen is daarenboven het feit
dat Communisten en Socialis
ten sedert 1956 (het jaar van
hun laatste verkiezingsucces)
praktisch de steun van de hele
pers (met name de machtige
provinciale pers) verloren
hebben.
Wil links in de komende Fran
se verkiezingen- inderdaad ze
gevieren dan zal het een ware
„landslide" teweeg moeten
brengen. Deze is niet uitgeslo
ten, maar evenmin waarschijn
lijk. Vandaar dat de koelere
hoofden onder-de leiders van
de Linkse Unie de voorjaars
verkiezingen op de eerste
plaats aanzien als een spring
plank voor de presidentsver
kiezingen van 1976. Want het
is een openbaar geheim dat het
de grote en laaiende ambitie
van Frangois Mitterrand is om
opvolger van Pompidou te
•worden. Maar dit is, zoals dat
heet, weer een ander verhaal.
In verlegenheid gebracht als
gastheren die ontdekken dat
ze een stomme blunder heb
ben begaan, zaten zaterdaga
vond j.l. de deelnemers aan
het Landelijk Pastoraal Over
leg te luisteren naar het voor
lezen van een telegram van de
Spaanse bedrijfsaalmoezenier
Targo uit Zaandam. Kort maar
krachtig werd daarin het niet
vertegenwoordigd zijn op het
Overleg van dé 50.000 katho
lieke buitenlandse werkne
mers in ons land „discrimine
rend" genoemd.
Velen die daarna aandacht
vroegen voor het lot van de
gastarbeider in ons land (on
der die sprekers waren be-
drijfsaalmoezeniers drs. J. van
der Meer uit Breda; ir. P.
Hupkens uit Vlissingen en de
Haarlemse bisschop Zwart
kruis) vonden een merkbaar
aandachtiger gehoor dan bij
menig ander gespreksonder
werp. Een jonge Haagse
vrouw stelde voor om een te
legram terug te sturen en
daarin eerlijk toe te geven
„dat we ze vergqten zijn", en
vulde een ander aan, „dat ze
hier hadden moeten zitten".
Het voorstel werd de dag
daarop nog eens herhaald en
opnieuw beaamd, maar het is
er toch niet van gekomen om
ter vergadering een antwoord
op te stellen. Waarschijnlijk
toch weer vergeten in alle
emoties rond de Roermondse
bisschop en de pro-nuntius.
Toch is dat niet eens zo erg.
Al het in Noord wij kerhout (in
het openbaar) besprokene
staat op de band en tezijner-
tijd zal die aalmoezenier in
Zaandam wel benaderd wor
den en de volgende keer zul
len er wel een paar gastarbei
ders van de partij zijn.
gebleken dat een groep christe
nen, die werkelijk eerlijk pro
beert te ontdekken wat er in
onze samenleving allemaal aan
onrechtvaardigheid wordt be
dreven, een ontmoedigende
berg op zich af ziet komen.
Gebleken is ook hoe juist de
gespreksthema's voor dit over-
leg waren gekozen: probeer
eerst eens onze rechtvaardig-
heidsopgaven te LEREN ZIEN,
dan pas kunnen we ze LEREN
SIGMALEREN en gaan LE
REN DOEN. Gebleken is dat
er nog veel te leren valt.
Gebleken is ook dat er een
levensgroot verschil bestaat
tussen het als kerk preken aan
anderen wat ze moeten doen,
en het als christenen met elk
aar ontdekken wat je zelf
allemaal nog moet doen. De
gastarbeiders b.v. waren teveel
een abstract probleem geble
ven, waar je over praten kunt
zonder dat je het eigenlijk
zelf raakt. Als ze daar zelf
komen vragen: waarom heb
ben jullie ons niet uitgeno
digd, terwijl jullie wel over
ons praten?, dan besef je ei
genlijk dat je ze gewoon niet
als je eigen medemensen
(„naasten" misschien) hebt
gezien, maar veel meer als
„probleem". En dan vergeet je
kennelijk <ie mensen waarom
het gaat.
Misschien kun je zelfs zeg
gen dat „de gastarbeider" al
leen ter sprake kwam als je
eigen probleem, misschien
ging het je veel meer om je
eigen schone geweten dan om
het lot van die mensen in
kwestie. Dit ongeveer met elk
aar beseffen kan een pijnlij
ke schok geven, maar het kan
toch wel eens meer te maken
hebben met het LEREN ZIEN
van je rechtvaardigheidsopga-
ven, dan een felle resolutie of
een spectaculaire hulpactie.
Bovengeschetste gang van
zaken in de vergadering te
kent alleen de moeite die het
Landelijk Pastoraal Overleg
had om het allemaal bij to
Kouden. Er is ook zoveel on
recht in de wereld, dat het
inderdaad niet bij te houden
is. Maar dat is niet de enige
reden.
In Nnnrdwiikerhout is het
afgelopen weekeinde duidelijk
0 De oudste deelnemer aan
het Landelijk Pastoraal Over
leg, kardinaal Alfrink, zei on
dermeer: „Laten we elkaar als
gelovige mensen de hand
geven en elkaar bij de hand
houden." De jongste deelneem
ster van het Overleg las het
voor uit de H. Schrift: „Omdat
het brood één is, vormen wij
allen tezamen één lichaam."
Deze jongste in Noordwijker-
hout was Hav r' holte uit Roo
sendaal, 18 jaar.
De gevoelde onmacht kwam
echter niet alleen voort uit de
gezamenlijke ontdekking van
de ontstellende hoeveelheid en
gecompliceerdheid aan proble
men van onrechtvaardigheid
in de samenleving enuit het
besef nog maar helemaal aan
het begin te staan. Het kwam
evenzeer voort uit de ontdek
king van onderlinge verschil
len. Zo'n verschil als dat tus
sen een VVD-er en een PSP-
er, die toch maar in dezelfde
kerk kunnen en mogen zitten.
Maar kunnen die twee wel in
één kerk zitten?, zo vroegen
velen zich af?. „Er gaan zo
veel politieke schakelingen in
de kerk schuil, dat we elkaar
nauwelijks in de ogen durven
kijken", aldus een rappor
teur.
Ja, tenslotte kijkt de VVD
heel anders aan tegen de ver
houding tussen arm en rijk in
de wereld, tegen onze inko
mensverschillen, tegen de on
mondigheid van velen, die niet
aan bod komen in de samenle
ving en in de bedrijven, tegen
het winst- en cnusumptiestre-
ven in onze prestatiemaat
schappij, dan b.v. de PSP of
de PPR, Toch waren dat de
gespreksonderwerpen in
Noord.wiikerhout.
Dat moet dus toch gebotst
hebben, zou je zeggen. Het
heeft ook wel gebotst in
Noordwijkerhout, maar alleen
als er typisch kerkelijke pro
blemen rezen, zoals de polari
satie rond bisschop Gijsen en
in veel mindere mate
toen „de vrouw in de kerk"
ter sprake kwamen. Dan wa
ren de partijen het moeilijkst
tot elkaar te brengen.
Maar als er over „de we
reld" en het onrecht daarin
ging, werden er hoogstens
niet eens onvriendelijke ac
centverschillen zichtbaar.
Geen harde politiek geladen
discussiedag tussen links en
rechts, zoals enige maanden
geleden tijdens de verkie
zingsstrijd in welhaast iedere
huiskamer opklonken. Waarom
niet?
Onmiskenbaar speelde mee
de „angst om elkaar in de
ogen te kijken" en nog meer
tegenstellingen bloot te leggen
dan er al waren.
Toch is er nog een andere
reden, waarom de aanhangers
van linkse Bas en rechtse
Hans in deze bijeenkomst niet
als kemphanen tegenoer elk
aar 7'üi komen te staan Dat
was de opmerkelijke sterk le
vende overtuiging dat het juist
binnen die kerkgemeenschap
mogelijk moet zijn dat PSP-
ers en VVD-ers (om die uiter
sten maar even te blijven han
teren) samen christenen en
volwaardig geaccepteerd mens
proberen te zijn, althans elk
aar niet uitsluiten, niet te
verketteren.
„In de kerk moet ruimte
zijn voor allen". „Is er geen
forum te vinden ofn in die
kerk met eikaar te praten"?,
aldus enkele opmerkingen.
Bert In 't Groen uit Breda,
namens de delegatie uit het
bisdom Breda, zei het zo:
„Waar we constateren dat
VVD-ers en PSP-ers in de
kerk naast elkaar lopen, maar
niets samen doen, menen wij
toch dat de kerk de geschikte
plaats is om elkaar te beïn
vloeden in mentaliteit".
Gezegd moet echter ook
weer worden dat bij alle hand
reikingen over en weer toch
vaker in twijfel werd getrok
ken of een aantal programma
punten van de VVD overeen
stemmen met christelijk leven-
dan andersom-
Deze vragen mogen dan bij
lange na niet uitgepraat zijn,
Bert In 't Groen stelde, met
vele anderen, dat er toch niet
gewacht mag worden met het
doen van rechtva ard i gheiH -op-
gaven, hoewel er nog zeer
veel te leren zien en signale
ren, te bespreken, te bestude
ren, te bezinnen valt. Laat dat
een bezinning worden die
leidt tot actie. Dat werd ten
slotte een soort gemeenschap
pelijke slotconclusie.
Enkele vluchtpogingen („de
kerk", de bisschop (en) moe-
t(en) zich uitspreken over dit
of dat, en: wat zeggen de des
kundigen hiervan?werden
afgeslagen en onderkend als
onbedoeld afschuiven
van eigen verantwoordelijkhe
den. Mevr. H. van Straaten uit
Roosendaal: „Wij zitten hier
zelf als kerk, we moeten geen
eisen stellen aan dé kerk".
Integendeel eigenlijk: wa
moeten gaan stellen aan ons
zelf en aan elkaar. Deze ge
dachte leefde heel duidelijk in
de slotvergadering, waarin ie
dere delegatie heel hoge prio
riteit toekende aan het ophef
fen van de onmondigheid in
kerk, samenleving en bedrijfs
leven, aan de „basis", bij 'het
„grondvlak", zoals de „gewo
ne" gelovige, burger en werk
nemer in congrestaai te wor
den aangeduid (al klonk het
daar niet zo denigrerend als
hier op papier misschien over
komt).
„Laten we elkaar thuis ge
voelig maken voor gerechtig
heid", „elkaar bewust maken
van onze opgaven als christe
nen in een samenleving vol
onrecht", aan het werk gaan
in eigen bisdom, dekenaat en
parochie"
Dit zijn maar enkele losse
opmerkingen die echter, ons
inziens als nooit tevoren
ook niet tijdens het pastoraal
concilie blijk gaven van
een algemeen gevoeld besef
van: laten we oppassen niet
weer over de hoofden van het
„kerkvolk" heen voor de ban
ken te gaan praten, maar zelf
met dat „volk" te gaan praten
en werken, de kloof tussen do
kerkelijke „elite" en gelovigen
gaan helpen verkleinen, kort
om zelf gaan denken over en
werken aan een rechtvaardi
ger wereld. In dat opzicht is
het een vruchtbaar overleg ge-
JAN LANDMAN
I v