!^r
tit.
Ziek zijn en brodeloos worden of
hoe de bureaucratie je ziek maakt
„ZEER ZWARE STORM TOSSEN WEST EN NOORDWEST'
Een fietser
als 'n spook
in de nacht
Proefonderzoek brengt
46 gevallen
baarmoederkanker
aan het licht
I
van
mens
tot
mens
Ton van Vastenactie
voor comité
Nederland-Vietnam
e.
eertig
Drachtige
binnenland 1
««Ml "M—iiri
plaatje
arie
WRAKHOUT
BUSSEN
Slavenburg
plaatst
onderhands
10 miljoen
papier
oor uw pen
Het Goede Landje
I
IK
11! 'ti
14
e prijzen.
jrttg's Super
staar! dê
aar natuurlijk
epnaam te
elf verzonnen
én of twee eet-
n. Bijvoorbeeld:
isbep met
iet 6-borden-
ge
art.;
idt
die
ard
Donderdag 1 februari 1973
13
In deze rubriek zijn
al vaker mensen aan de orde
geweest, die op de een of
andere manier waren geman
geld tussen de stenen van de
bureaucratie. Wanneer we in
die zaken doken, dan bleek
telkens weer, dat de klagers
formeel geen poot hadden
om op te staan, dat de in
stanties het gelijk aan hun
kant hadden en dat iedereen
desondanks het gevoel had,
dat er iets niet helemaal i?i
orde was.
Het hieronder volgende
verhaal illustreert dit wel
heel schrijnend.
Meneer S. vertelde ons het
volgende verhaal op zijn
verzoek handhaafden we zijn
anonimiteit: lüj is een beetje
bang voor eventuele reac
ties.
„Een jaar geleden onge
veer kreeg ik min of meer
ernstige rugklachten. Ik was
kort tevoren uit dienst geko
men en werkte bij een
elektrotechnisch bureau als
monteur, vooral in de hoog
bouw. Nu ben ik niet zo'n
doktersklant, dus ik dacht
ach dat gaat wel weer over.
Maar het ging niet over, het
werd steeds erger: ik kon
geen oog meer dichtdoen van
de pijn en toen moest ik wel
naar de dokter.
Mijn huisarts zei dat ik
voorlopig maar eens een
week thuis moest blijven. Ie-
dereen kent het vervolg: de
controleur van het GAK
kwam en de volgende dag
moest ik naar de controle
rend geneesheer. Ik vroeg of
ik mocht gaan zitten, maar
de arts hij is inmiddels
ontslagen bij het GAK
deelde mee, dat het geen
theevisite was en dat ik
maar moest blijven staan.
Vervolgens „onderzocht" hij
mij; een onderzoek dat er uit
bestonddat hij mij aankeek
en constateerde: „Je hebt te
lang in de houding gestaan
in de dienst. Morgen ga je
maar weer werken".
Nou, daar stond ik. Ik ging
natuurlijk niet werken, om
dat mijn huisarts mij rust
had voorgeschreven en ik te
kende beroep aan tegen die
beslissing. Op hetmoment,
dat ik niet ging werken
stopte de uitkering van mijn
ziekengeld en werd de zie
kenfondsverzekering opge
zegd.
Het duurde anderhalve
maand voordat ik iets hoorde
van de Raad van Beroep: ik
moest onderzocht worden
door een specialist, die door
de Raad van Beroep was
aangewezen. Afhankelijk van
het resultaat daarvan zou
mijn beroep worden toege
wezen of niet. Ondertussen
had ik geen inkomsten en
was ik niet verzekerd. Ik
moest wel naar Sociale Za
ken om bijstand en ik moet
zeggen, dat ze daar onmid
dellijk meewerkten. Alleen
kreeg ik wel minder dan ik
verdiende.
De specialist onderzocht
mij zeer diepgaand. Ik zou
bericht thuis krijgen. Na vier
weken was er nog geen be
richt. Toen ben ik naar een
andere dokter gegaanop ei
gen kosten wel te verstaan,
want ik was en ben nog
steeds niet verzekerd en die
deelde mee, dat er in ieder
geval op vijf plaatsen in de
rug mankementen waren. Ik
ben naar een specialist ge
weest en ook hij constateer
de, dat mijn rug vergroeid
was. Ik belde naar de Raad
van Beroep en stelde die op
de hoogte van mijn bevin
dingen. Daar hadden ze niets
mee te maken, zeiden ze, ze
wachtten op het rapport van
de door hen aangewezen spe-
aangewezen. Maar toen ik
die belde voor een afspraak
bleek, dat de man zo'n enor
me wachtlijst had, dat het
nog wel weken kon duren
v oor dat ik aan de beurt
kwam. Vanaf de dag, dat ik
thuisbleef tot nu toe -zijn
vier maanden verstreken.
cialist. Ze zouden er nog
eens achterheen gaan: het
bleek, dat die specialist kort
nadat hij mij had onderzocht
ernstig ziek was geworden
en dat de medische dossiers
in de la lagen.
Er werd door de Raad van
Beroep een nieuwe specialist
Vier maanden, waarin ik
moqst leverv'van de bijstand
evan de welwillendheid
van mijn schoonmoeder. Vier
maanden, waarin ik op eigen
kosten stad en land heb af
gelopen om te weten te ko
men wat ik mankeer en of
dat mankement voldoende
was om mij ziek te laten
verklaren. Vier maanden,
waarin ik werd volgestopt
met zware pijnverdovers, die
op zichzelf werken al onmo
gelijk maakten. Vier maanden
van pure ellende, van een
toenemend gevoel van on
menselijkheid, van de groei
ende druk, dfLt je niet meer
bent dan een nummer. Ze ga
ven me bij de Raad van
Beroep volkomen gelijk,
maar „we moeten ons aan de
procedure houden".
Tot zover het verhaal van
de heer S.
De Raad van Beroep door
07is om commentaar gevraagd
gaf toe, dat dit soort dingen
kan gebeuren. „We behande
len zo'n 2200 beroepszaken
per jaar", aldus de heer Van
Oirschot, „en bij zo'n hoe
veelheid kan er iets derge
lijks -gebeurenWe proberen
wel ze te voorkomen, maar
meestal lukt dat niet. We
hebben eigenlijk geen moge
lijkheid om de door ons ge
vraagde specialisten onder
druk te zetten: we betalen te
weinig; we mogen al blij
zijn als we er een vinden.
Het is overigens wel zo, dat
de door ons aangewezen spe
cialist ook de andere artsen,
die de patiënt onderhanden
hebben gehad moet raadple
gen. Maar het kan ook, dat
er nog andere specialisten
moeten worden geraadpleegd
en dan kan het nog langer
duren. Onmenselijk? In zeke
re zin wel, maar we moeten
ons aan de procedure hou
den. Anders wordt het een
chaos".
Dat laatste zal wel waar
wezen. Maar het is goed er
even aan te denken, dat het
leven van iemand die zich
ziek voelt en die vindt, dat
hem onrecht aangedaan
wordt, op deze manier ook
wel eens een chaos kan wor
den. Het argument, dat de
Raad van Beheer te weinig
betaalt en daardoor de speci
alist niet onder druk kan
zetten, is tekenend voor de
kilheid, het cynisme bijna,
waarmee dit soort zaken
wordt behandeld. Het komt
kennelijk bij niemand op, dat
er dan maar meer moet wor
den betaald. Het is in ieder
gejal duidelijk, dat dit soort
gevallen niet mag voorko
men.
REDACTIE VAN MENS
TOT MENS
De maand januari van het
jaar 1953 had tot de 30ste
over het algemeen zeer rus
tig weer gebracht. Ook op
die dag vertoonde de weer
kaart Seen bijzondere storm-
depressies. Wel bevond zich
ten zuiden van IJsland een
depressie in het beginstadi
um van haar ontwikkeling,
maar ons land bevond zich
dicht bij een hogedrukgebied
waarvan het centrum ten
zuiden van Parijs lag. In de
loop van de dertigste januari
bleek echter dat de depressie
niet onderschat moest wor
den, aangezien zij snel in
betekenis en omvang toenam,
terwijl liet hogedrukgebied
naar het oosten begon weg te
trekken.
De ontwikkeling van een
noorderstorm bij Schotland
had verstrekkende gevolgen
voor het weersverloop in het
gehele Noordzeegebied. De
b'wegingsrichting der de
pressie werd hierdoor ver
stoord en veranderde in
zuidoostelijk. In aansluiting
op de waarschuwingen voor
storm en hoogwater werd
dan ook op 31 januari om
17.15 uur gewaarschuwd voor
zeer zware storm tussen west
en noordwest voor de hele
kust en voor gevaarlijk hoog
water voor alle groepen in
het zuidwesten.
Degenen die de ramp niet
persoonlijk hebben meege
maakt zullen zich afvragen
of er na al deze waarschu
wingen dan niets is gedaan
en zullen zich misschien een
beeld voor ogen stellen van
rustige dorpjes, die, zich vei
lig wanend achter stevige
dijken, overvallen werden
door deze stormvloed. Niets
is minder waar. Polderop
zichters, sluiswachters en an
dere verantwoordelijke per
sonen gingen wel degelijk
p^ olshoogte nemen. Ze wor
stelden tegen wind en regen
naar kade of dijk en schrok
ken toen ze zagen dat bij
laagwater het water al hoger
stond dan het normale hoge-
vloed-peil. Zij sloegen alarm
bij hun superieuren en de
gebruikelijke maatregelen
werden getroffen. Vloedplan
ken werden gezet, sluizen
dichtgedraaid, mensen ge
waarschuwd en op enkele
plaatsen zelfs geëvacueerd.
Telefoons rinkelden en
steeds meer mensen kwamen
op de been. Geen sprake dus
van slapende dorpjes. De
verantwoordelijke personen
waren present maar wie kon
bevroeden wat hun boven
het hoofd hing? Zij konden
toch niet weten dat deze
stormvloed wat hoogte en
uitwerking betrof, alle
stormvloeden van de laatste
200 jaar verre zou overtref
fen.
Uit de historie waren ver
schillende stormvloeden be
kend zoals de St.-Elisa-
bethsvloed van 18 november
1421, toen meer dan 10.000
mensen omkwamen en 72
dorpen door de zee werden
verzwolgen. Andere kwamen
voor op 1 november 1570; 25
december 1717; 14 november
1775 en 4 februari 1825. Van
deze stormvloeden waren en
zijn geen exacte gegevens be
kend over de bereikte water
hoogten. Vanaf 1880 waren
wel gegvens bekend (B. op
Zoom 12 maart 1906, 450 cm
boven N.A.P.), maar dat het
water nu met 67 cm tot 517
cm boven N.A.P. zou komen,
wist niemand en kon ook
niemand zich voorstellen.
Daarbij kwam nog dat om
streeks drie uur de water
stand plotseling daalde. Men
dacht toen dat het ergste
voorbij was en wist niet dat
dijkdoorbraken elders het
water tijdelijk deden dalen.
Velen geloofden het wel en
gingen naar bed maar de
hoogste waterstand was nog
niet bereikt. Het water be
gon alweer spoedig over dij
ken en sluizen te lopen. Het
was, zoals een ooggetuige het
vertelde: of er een reusachti
ge melkkoker overkookte.
Schuim en water vloeide
over de kruinen der dijken
en stroomde de polders in.
Het water was eenvoudig
niet meer te houden
J. JORDAAN.
KLUNDERT Op die
onvergetelijke dag vóór de
eerste februari van het
jaar 1953 was de wind al
in de morgen overgegaan
in een zware storm. De
wind is breed, zeiden de
oude vissers en schippers
die toen nog leefden op de
Noordschans. En wij, de
jongeren, opgegroeid aan
de waterkant, wisten wat
dat betekende. De wind
pal noordwest breed
dus zou het water op
zwepen tot over de grien
den en gorzen, tot aan de
buitendijken.
Op zichzelf was dat eigen
lijk niets bijzonders. Het ge
beurde immers verschillende
keren per jaar, vooral in de
winters zonder ijs.
In de winters dat regen,
mist en wind elkaar aflosten
en er slechts enkele nachten
waren dat de temperatuur
tot nul daalde, kon het ge
beuren dat de gorzen soms
wel een dag of acht onder
stonden. Anders was het in
de winters zoals van 1890 en
1929. En in de oorlogswin
ters, als onder een staalblau
we hemel de wind aange
voerd werd uit het onmete
lijke Rusland en het weken
achtereen zo hard vroor dat
bet ijs op de bodem van de
breek en de vlieten lag en
men, volgens de ouderen, bij
de Moerdijkse spoorbrug
over het Diep was getrok
ken, over de meters dikke
ïjsschotsen.
Maar, zoals gezegd, nu was
het een echte kwakkelwin-
ter. In de avond dan ging de
storm geleidelijk over in or
kaankracht. En toen om elf
mir via de laatste nieuwsbe
richten onder meer de posten
Willemstad en Dordrecht
werden gewaarschuwd voor
hoogwater, woei het zo hard,
dat de meestal kleine huisjes
aan de Schans schudden en
rammelden en de lucht ver
vuld was van het razende
gebrul van de orkaan.
L. van Mierden, Noord
schans 20, Klundert, stond er
onder onderstaand verhaal.
Het roept de sfeer van de
rampnacht, met zijn donke
re, angstwekkende dreiging,
zo fascinerend op dat we
er graag uitvoerig ruimte
aan willen geven. Vandaag
is het precies twintig jaar
geleden dat Nederland door
de watersnoodramp werd
getroffen.
In Klundert raakten de paarden los in de overstroomde straten. Met moeite kon men ze vangen.
Rond deze tijd, half laag-
water, heb ik nog aan de nu
'Ugebvoken sluis gekeken. Ik
*ag dat het woedende water
ongeveer was gerezen tot
bet gedenkplaatje van
1845. Een voor dat uur on
rustbarend punt. We zijn
och maar naar bed gegaan,
in de ene bedstee lag onze
udste, die bijna vijf jaar
was; m de andere bedstee
Us kind van ruim drie jaar.
.,„"1 z<1ven maanden
zÜn Iedikantje,
ht bij de kolenkachel.
klhw Vir um' in de nacht
ven l,et woedende
s aas van de vreseljke
w-ud enkele schrille tonen
hoorn. °"de scheeI,s"
Wat is dat?
Slaperig en verward als
we zijn horen we een stem:
„Mensen, kom er uit, want
de dijk breekt door". Het is
de stem van een oude boer,
Arie van Bezooyen, die in
middels is overleden. Hij
woonde vlak bij ons, onder
aan de dijk. Hoeveel mensen
heeft hij niet gewaar
schuwd? Hoeveel zijn er niet
indirect door hem gered? Hij
is een van de weinigen die
het gevaar van het water snel
onderkenden: die dreiging
van een vijand die nooit
slaapt, maar waarmee wij
vertrouwd waren geraakt.
Een gerustheid die maar al
te misplaatst bleek. Snel, snel
kleedden we de kinderen
aan. Maar waar moesten we
naar toe?
Dat Arie niet voor niets op
zijn hoorn had geblazen,
bleek hij de haven, waar de
oprit bij Wout Melissen ver
anderd was in een geweldige
waterval. Het Vingerling,
waarover men gelaarsd nog
nauwelijks kon gaan, schud
de en trilde als de flanken
van een schichtig paard en in
de schemering van het op
lichtende water, waarboven
de ziedende wolken af en toe
briesend openbraken, zag
men vaak de contouren van
daken en massa's hout. Waar
komen ze vandaan?,
rampen gebeurd dat huizen
Zijn er elders al zulke
en schuren zijn meege
sleurd?
Een kletsnatte fietser komt
over de dijk, met de volle
storm in de rug. Wie is hij?
Het antwoord is van later
zorg. Terwijl hij voorbij
fietst klinkt zijn waarschu
wing: „Mensen, zie in 's he
melsnaam weg te komen,
want bij Crezee, aan de Ton
nekreek is de dijk door!"
Weg is hij al, ais een
spook in de nacht. En dan
ineens een kreet: „Het water
Maandag zal het begraven
worden. Het kistje, omwik
keld met een kleedje, gaat
mee de bus in. De ouders
zitten er ontredderd bij.
Iemand pinkt een traan weg.
Kinderen huilen. Anderen
schelden. Weer een ander
bidt. En de orkaan brult voort
In Klundert worden we
ondergebracht in de nieuwe
christelijke school aan de
Molenfoerglaam.
Het is nog donker. Mensen
verdringen zich in de stra
ten. Koeien en varkens ren
nen in panische angst over
de wegen, maar wij zijn vei
lig. En als dan eindelijk de
duisternis langzaam plaats
maakt voor de schemering,
ga ik kijken aan de Blauwe
Sluisdijk. Vrouw en kinde
ren zijn voorlopig veilig en
wat er verder gebeurt wach
ten we maar af. Dan kijk ik
de polder in.-Ik zie een kol
kende binnenzee, met ergens
bomen en daken. Wrakhout
in eindeloze beweging trekt
voorbij. Duidelijk zijn ook
enkele kadavers zichtbaar.
En nog stijgt het water en
nog loeit de storm in deze
verschrikkelijkste aller nach
ten. Tegen de middag wer
den we naar Breda overge
bracht, allemaal bij elkaar
Onze naam zal in de lange
verlieslijsten gelukkig niet
voorkomen.
Op 30 maart bunnen we
ons huis weer bewoonbaar
maken. Het is dan wind
stil.
0 De vorige artikelen in deze
serie stonden in de kranten
van 13, 16, 18, 20, 23, 25 en
30 januari.
valt"! Inderdaad zie ik het
ook: in enkle sceconden is de
dijk drooggevallen. Hoe is
dat mogelijk? Maar dan in
eens schiet me te binnen dat
ik als kind eens iets las van
een doorbraak en hoe in de
aangrenzende polder het wa
ter plotseling zakte....totdai
de ondergelopen landen weer
op hetzelfde peil waren en
water weer steeg. Ineens
dringt het tot me door dat er
Iets vreselijks gebeurt.
Ik spoed me naar huis.
Mijn angstige vrouw is met
de huilende kinderen naar
mijn bejaarde ouders gegaan,
een paar huizen verder. Plot
seling claxongetoeter en gro
te koplampen. Een bus. Waar
komt die vandaan?
Nog een bus. Order van de
burgemeester, zegt iemand
Allemaal van de schans af.
Maar niet iedereen ziet de
ernst van de situatie in. Bo
vendien hebben de evacua
ties van 1940 en 1944 niet bij
iedereen een goede herinne
ring nagelaten. Plundering
vernieling en diefstal immers
waren aan de orde van de
dag. „Ben je gek", zegt ie
mandAls dat water óver
de dijk deze grote polder
onder moet zetten, duurt het
wel een week". „Nee", zegt
een ander, ik ga niet. Er is
de vorige keer al genoeg bij
me gestolen".
Een oudere vrouw stribbelt
nog tegen. En, wat drama,
bij de overburen is een kind
je van twee jaar gestorven.
Wat het water achterliet in Klundert.
ROTTERDAM (ANP) In
verband met de aanhoudende
groei en uitbreiding van zaken
heeft de nv Slavenburg's Bank
een 7 pet 15-jarige achterge
stelde in aandelen converteer
bare lening van f 10 min a
pari geplaatst bij enkele grote
instellingen.
De plaatsing is geschied bij
de stichting Bedrijfspensioen
fonds voor de Bouwnijverheid
(f 3 min), het A'gemeen Bur
gerlijk Pensioenfonds (f 0,5
min), Pensioenfonds van de
Nederlandsche Bank (f 0,5
min), de Nationale Nederlan
den (f 3 min), de levensverze
keringen maatschappij Utrecht
(Amev f 1 min.) en de First
National Bank of Chicago (f 2
min).
AMSTERDAM (ANP)
Het Medisch Comité Neder
land-Vietnam heeft 100.000
gulden ontvangen van de bis
schoppelijke Vastenactie. Dit
bedrag is bestemd voor mo
derne medicamenten tegen tu
berculose en twee röntgentoe
stellen.
Brieven voor de2fe rubriek moeten
met volledige naam en adres worden
ondertekend. Bij publikatie zullen deze
vermeld worden. Slechts bij hoge uit
zondering zal van deze regel worden
afgeweken. Naam en adres zijn dan bij
de redactie bekend. Publikatie van brie
ven (verkort of onverkort) betekent niet
dat de redactie het in alle gevallen
eens is met inhoud c.q. strekking.
Er was eens een landje, ge
legen aan zee
De mensen die waren er arm
maar tevree
Ze werkten er hard, voor hun
dagelijks brood
Het landje bezat wei, een zeer
rijke schoot
Het landje dat groeide, het
landj e aan zee
En iedereen hielp, aan dat
groeiproces mee
Men werkte nog steeds, voor
het dagelijks brood
Het landje werd rijker, het
landje werd groot
Het landje werd beter, het
landje aan zee
De luxe die deed, _jn het land
z'n entree
Er kwam minder werktijd,
voor 't dagelijks brood
Er kwam recreatie, en ieder
genoot
Het landje werd rijker, dat
landje aan zee
Twee weken vakantie, naar
Spanje olé
Men werkte niet hard meer,
voor 't dagelijks brood
Men kwam van vakantie, mooi
bruin of licht rood
En steeds ging het beter, in 't
landje aan zee
Want ieder reed haast, in een
zespers'oons slee
Men werkte niet meer, voor
het dagelijks brood
Maai- wel voor een racecar, of
een pijlsnelle boot
De luxe die steeg nog, in het
landje aan zee
Haast overal stond er een
kleuren-t.v.
Men dacht al niet meer, aan
het dagelijks brood
Maar zag liefst gekleurd, Ser
vet sex en bloot
Toch gaat er iets mis,' in dat
landje aan zee
Want ondanks de weelde, is
niemand tevree
Men spreekt er niet meer,
over dagelijks brood
Maar wel van vervuiling, en
bergen met schroot
Want nou in dat lanidje, dat
landje aan zee
Daar stink het op plaatsen, als
een open wc
en niemand denkt meer, aan
het dagelijks brood
Doch ziet dode vissen, in vaart
kreek en sloot
Als het zo doorgaat, in het
landje aan zee
Dan gaan we misschien, nog
een paar jaartjes mee
Het is overbodig, het dagelijks
orood
We zijn dan gepiept, in wat 't
landje ons bood".
MOERDIJK C.A. VAN LEEST
UTRECHT (ANP) Bij 46 van de 10.000 vrouwen die
in de Utrechtse wijk Overvecht zijn onderzocht op baar
moederkanker was sprake van „een verdachte afwijking".
Dit blijkt uit een onderzoek van de rijksuniversiteit in
Utrecht naar mogelijkheden voor vroege opsporing van
baarmoederkanker.
Alle vrouwen tussen de 25
en 65 jaar in de Utrechtse
wijk zijn het afgelopen jaar
schriftelijk benaderd of zij
aan dit onderzoek wilden
deelnemen. Bijna 80 pet
(10.000) heeft positief gerea
geerd.
250 huisartsen in het hele
land hebben vrouwelijke pa
tiënten, die bijv. voor pilcon-
trole bij hen komen, onder
zocht op baarmoederkanker.
De gegevens worden thans
verwerkt.
De bedoeling is tot een in
ventarisatie te komen van de
mogelijkheden om een natio
naal bevolkingsonderzoek te
houden naar baarmoederkan
ker. Daarom zijn ook soortge
lijke onderzoekingen opgezet
in samenwerking met kruis
verenigingen (bijv. in IJssel-
stein) en het bedrijfsleven
(Philips).
Van de 12.000 vrouwen, die
in Nederland jaarlijks aan
kanker sterven, zijn er 400 ten
gevolge van baarmoederkan
ker. Zij vallen meestal in de
leeftijdgroep van 45 tot 65
jaar, terwijl de eerste klachten
gewoonlijk tussen het 40ste en
45ste jaar tot uitdrukking ko
men.
In tegenstelling tot de mees
te andere vormen van kanker
is de baarmoederkanker een
„traag verlopend ziektepro
ces", waarvan de eerste ver
schijnselen al geconstateerd
kunnen worden tussen het
30ste en 40ste levensjaar. In
deze fase, waarin de patiënte
nog geen enkele last of klach
ten heeft, is de baarmoeder-
kanker nog te verwijderen.
Het is om deze reden, dat de
onderzoekers er naar streven
om juist deze gevallen tijdig
te kunnen signaleren.
Zij denken hierbij met na
me aan de inschakeling van
huisartsen en consultatiebu
reaus, die een dergelijk on
derzoek in feite niets anders
dan het maken van een zoge
naamd „uitstrijkje" bij hun
vrouwelijke patiënten zouden
moeten uitvoeren..
Het onderzoek in de nieuw
bouwwijk Overvecht, het
grootste tot nu toe in Neder
land gehouden naar baarmoe
derkanker, bevestigt bij bena
dering de gegevens uit andere
onderzoekingen, dat ongeveer
zes op de duizend vrouwen in
Nederland lijden aan een
vorm van baarmoederkan
ker.
Het nadeel van dit onder
zoek, zo stellen onderzoekers
is echter dat de vrouwen zijn
gekomen zonder tussenkomst
van de huisarts. Het is volgens
hen niet uitgesloten dat het
niet zozeer deze .gezondheids-
bewuste vrouwen" zijn, die
lijden aan deze ziekte, maar
juist degenen die niet hebben
deelgenomen. Men wil dan
ook proberen om ook juist de
ze groep alsnog te bereiken.
Vóór juli hoopt men een
rapport samen te stellen op
basis van dit onderzoek en de
gegevens uit het werk van de
huisartsen. Dit rapport zal aan
het ministerie van Volksgzeond-
heid worden aangeboden, sa
men met een advies over de
vorm van een nationaal onder
zoek naar baarmoederkan
ker.
p u
ij:
frr'