!^r tit. Ziek zijn en brodeloos worden of hoe de bureaucratie je ziek maakt „ZEER ZWARE STORM TOSSEN WEST EN NOORDWEST' Een fietser als 'n spook in de nacht Proefonderzoek brengt 46 gevallen baarmoederkanker aan het licht I van mens tot mens Ton van Vastenactie voor comité Nederland-Vietnam e. eertig Drachtige binnenland 1 ««Ml "M—iiri plaatje arie WRAKHOUT BUSSEN Slavenburg plaatst onderhands 10 miljoen papier oor uw pen Het Goede Landje I IK 11! 'ti 14 e prijzen. jrttg's Super staar! dê aar natuurlijk epnaam te elf verzonnen én of twee eet- n. Bijvoorbeeld: isbep met iet 6-borden- ge art.; idt die ard Donderdag 1 februari 1973 13 In deze rubriek zijn al vaker mensen aan de orde geweest, die op de een of andere manier waren geman geld tussen de stenen van de bureaucratie. Wanneer we in die zaken doken, dan bleek telkens weer, dat de klagers formeel geen poot hadden om op te staan, dat de in stanties het gelijk aan hun kant hadden en dat iedereen desondanks het gevoel had, dat er iets niet helemaal i?i orde was. Het hieronder volgende verhaal illustreert dit wel heel schrijnend. Meneer S. vertelde ons het volgende verhaal op zijn verzoek handhaafden we zijn anonimiteit: lüj is een beetje bang voor eventuele reac ties. „Een jaar geleden onge veer kreeg ik min of meer ernstige rugklachten. Ik was kort tevoren uit dienst geko men en werkte bij een elektrotechnisch bureau als monteur, vooral in de hoog bouw. Nu ben ik niet zo'n doktersklant, dus ik dacht ach dat gaat wel weer over. Maar het ging niet over, het werd steeds erger: ik kon geen oog meer dichtdoen van de pijn en toen moest ik wel naar de dokter. Mijn huisarts zei dat ik voorlopig maar eens een week thuis moest blijven. Ie- dereen kent het vervolg: de controleur van het GAK kwam en de volgende dag moest ik naar de controle rend geneesheer. Ik vroeg of ik mocht gaan zitten, maar de arts hij is inmiddels ontslagen bij het GAK deelde mee, dat het geen theevisite was en dat ik maar moest blijven staan. Vervolgens „onderzocht" hij mij; een onderzoek dat er uit bestonddat hij mij aankeek en constateerde: „Je hebt te lang in de houding gestaan in de dienst. Morgen ga je maar weer werken". Nou, daar stond ik. Ik ging natuurlijk niet werken, om dat mijn huisarts mij rust had voorgeschreven en ik te kende beroep aan tegen die beslissing. Op hetmoment, dat ik niet ging werken stopte de uitkering van mijn ziekengeld en werd de zie kenfondsverzekering opge zegd. Het duurde anderhalve maand voordat ik iets hoorde van de Raad van Beroep: ik moest onderzocht worden door een specialist, die door de Raad van Beroep was aangewezen. Afhankelijk van het resultaat daarvan zou mijn beroep worden toege wezen of niet. Ondertussen had ik geen inkomsten en was ik niet verzekerd. Ik moest wel naar Sociale Za ken om bijstand en ik moet zeggen, dat ze daar onmid dellijk meewerkten. Alleen kreeg ik wel minder dan ik verdiende. De specialist onderzocht mij zeer diepgaand. Ik zou bericht thuis krijgen. Na vier weken was er nog geen be richt. Toen ben ik naar een andere dokter gegaanop ei gen kosten wel te verstaan, want ik was en ben nog steeds niet verzekerd en die deelde mee, dat er in ieder geval op vijf plaatsen in de rug mankementen waren. Ik ben naar een specialist ge weest en ook hij constateer de, dat mijn rug vergroeid was. Ik belde naar de Raad van Beroep en stelde die op de hoogte van mijn bevin dingen. Daar hadden ze niets mee te maken, zeiden ze, ze wachtten op het rapport van de door hen aangewezen spe- aangewezen. Maar toen ik die belde voor een afspraak bleek, dat de man zo'n enor me wachtlijst had, dat het nog wel weken kon duren v oor dat ik aan de beurt kwam. Vanaf de dag, dat ik thuisbleef tot nu toe -zijn vier maanden verstreken. cialist. Ze zouden er nog eens achterheen gaan: het bleek, dat die specialist kort nadat hij mij had onderzocht ernstig ziek was geworden en dat de medische dossiers in de la lagen. Er werd door de Raad van Beroep een nieuwe specialist Vier maanden, waarin ik moqst leverv'van de bijstand evan de welwillendheid van mijn schoonmoeder. Vier maanden, waarin ik op eigen kosten stad en land heb af gelopen om te weten te ko men wat ik mankeer en of dat mankement voldoende was om mij ziek te laten verklaren. Vier maanden, waarin ik werd volgestopt met zware pijnverdovers, die op zichzelf werken al onmo gelijk maakten. Vier maanden van pure ellende, van een toenemend gevoel van on menselijkheid, van de groei ende druk, dfLt je niet meer bent dan een nummer. Ze ga ven me bij de Raad van Beroep volkomen gelijk, maar „we moeten ons aan de procedure houden". Tot zover het verhaal van de heer S. De Raad van Beroep door 07is om commentaar gevraagd gaf toe, dat dit soort dingen kan gebeuren. „We behande len zo'n 2200 beroepszaken per jaar", aldus de heer Van Oirschot, „en bij zo'n hoe veelheid kan er iets derge lijks -gebeurenWe proberen wel ze te voorkomen, maar meestal lukt dat niet. We hebben eigenlijk geen moge lijkheid om de door ons ge vraagde specialisten onder druk te zetten: we betalen te weinig; we mogen al blij zijn als we er een vinden. Het is overigens wel zo, dat de door ons aangewezen spe cialist ook de andere artsen, die de patiënt onderhanden hebben gehad moet raadple gen. Maar het kan ook, dat er nog andere specialisten moeten worden geraadpleegd en dan kan het nog langer duren. Onmenselijk? In zeke re zin wel, maar we moeten ons aan de procedure hou den. Anders wordt het een chaos". Dat laatste zal wel waar wezen. Maar het is goed er even aan te denken, dat het leven van iemand die zich ziek voelt en die vindt, dat hem onrecht aangedaan wordt, op deze manier ook wel eens een chaos kan wor den. Het argument, dat de Raad van Beheer te weinig betaalt en daardoor de speci alist niet onder druk kan zetten, is tekenend voor de kilheid, het cynisme bijna, waarmee dit soort zaken wordt behandeld. Het komt kennelijk bij niemand op, dat er dan maar meer moet wor den betaald. Het is in ieder gejal duidelijk, dat dit soort gevallen niet mag voorko men. REDACTIE VAN MENS TOT MENS De maand januari van het jaar 1953 had tot de 30ste over het algemeen zeer rus tig weer gebracht. Ook op die dag vertoonde de weer kaart Seen bijzondere storm- depressies. Wel bevond zich ten zuiden van IJsland een depressie in het beginstadi um van haar ontwikkeling, maar ons land bevond zich dicht bij een hogedrukgebied waarvan het centrum ten zuiden van Parijs lag. In de loop van de dertigste januari bleek echter dat de depressie niet onderschat moest wor den, aangezien zij snel in betekenis en omvang toenam, terwijl liet hogedrukgebied naar het oosten begon weg te trekken. De ontwikkeling van een noorderstorm bij Schotland had verstrekkende gevolgen voor het weersverloop in het gehele Noordzeegebied. De b'wegingsrichting der de pressie werd hierdoor ver stoord en veranderde in zuidoostelijk. In aansluiting op de waarschuwingen voor storm en hoogwater werd dan ook op 31 januari om 17.15 uur gewaarschuwd voor zeer zware storm tussen west en noordwest voor de hele kust en voor gevaarlijk hoog water voor alle groepen in het zuidwesten. Degenen die de ramp niet persoonlijk hebben meege maakt zullen zich afvragen of er na al deze waarschu wingen dan niets is gedaan en zullen zich misschien een beeld voor ogen stellen van rustige dorpjes, die, zich vei lig wanend achter stevige dijken, overvallen werden door deze stormvloed. Niets is minder waar. Polderop zichters, sluiswachters en an dere verantwoordelijke per sonen gingen wel degelijk p^ olshoogte nemen. Ze wor stelden tegen wind en regen naar kade of dijk en schrok ken toen ze zagen dat bij laagwater het water al hoger stond dan het normale hoge- vloed-peil. Zij sloegen alarm bij hun superieuren en de gebruikelijke maatregelen werden getroffen. Vloedplan ken werden gezet, sluizen dichtgedraaid, mensen ge waarschuwd en op enkele plaatsen zelfs geëvacueerd. Telefoons rinkelden en steeds meer mensen kwamen op de been. Geen sprake dus van slapende dorpjes. De verantwoordelijke personen waren present maar wie kon bevroeden wat hun boven het hoofd hing? Zij konden toch niet weten dat deze stormvloed wat hoogte en uitwerking betrof, alle stormvloeden van de laatste 200 jaar verre zou overtref fen. Uit de historie waren ver schillende stormvloeden be kend zoals de St.-Elisa- bethsvloed van 18 november 1421, toen meer dan 10.000 mensen omkwamen en 72 dorpen door de zee werden verzwolgen. Andere kwamen voor op 1 november 1570; 25 december 1717; 14 november 1775 en 4 februari 1825. Van deze stormvloeden waren en zijn geen exacte gegevens be kend over de bereikte water hoogten. Vanaf 1880 waren wel gegvens bekend (B. op Zoom 12 maart 1906, 450 cm boven N.A.P.), maar dat het water nu met 67 cm tot 517 cm boven N.A.P. zou komen, wist niemand en kon ook niemand zich voorstellen. Daarbij kwam nog dat om streeks drie uur de water stand plotseling daalde. Men dacht toen dat het ergste voorbij was en wist niet dat dijkdoorbraken elders het water tijdelijk deden dalen. Velen geloofden het wel en gingen naar bed maar de hoogste waterstand was nog niet bereikt. Het water be gon alweer spoedig over dij ken en sluizen te lopen. Het was, zoals een ooggetuige het vertelde: of er een reusachti ge melkkoker overkookte. Schuim en water vloeide over de kruinen der dijken en stroomde de polders in. Het water was eenvoudig niet meer te houden J. JORDAAN. KLUNDERT Op die onvergetelijke dag vóór de eerste februari van het jaar 1953 was de wind al in de morgen overgegaan in een zware storm. De wind is breed, zeiden de oude vissers en schippers die toen nog leefden op de Noordschans. En wij, de jongeren, opgegroeid aan de waterkant, wisten wat dat betekende. De wind pal noordwest breed dus zou het water op zwepen tot over de grien den en gorzen, tot aan de buitendijken. Op zichzelf was dat eigen lijk niets bijzonders. Het ge beurde immers verschillende keren per jaar, vooral in de winters zonder ijs. In de winters dat regen, mist en wind elkaar aflosten en er slechts enkele nachten waren dat de temperatuur tot nul daalde, kon het ge beuren dat de gorzen soms wel een dag of acht onder stonden. Anders was het in de winters zoals van 1890 en 1929. En in de oorlogswin ters, als onder een staalblau we hemel de wind aange voerd werd uit het onmete lijke Rusland en het weken achtereen zo hard vroor dat bet ijs op de bodem van de breek en de vlieten lag en men, volgens de ouderen, bij de Moerdijkse spoorbrug over het Diep was getrok ken, over de meters dikke ïjsschotsen. Maar, zoals gezegd, nu was het een echte kwakkelwin- ter. In de avond dan ging de storm geleidelijk over in or kaankracht. En toen om elf mir via de laatste nieuwsbe richten onder meer de posten Willemstad en Dordrecht werden gewaarschuwd voor hoogwater, woei het zo hard, dat de meestal kleine huisjes aan de Schans schudden en rammelden en de lucht ver vuld was van het razende gebrul van de orkaan. L. van Mierden, Noord schans 20, Klundert, stond er onder onderstaand verhaal. Het roept de sfeer van de rampnacht, met zijn donke re, angstwekkende dreiging, zo fascinerend op dat we er graag uitvoerig ruimte aan willen geven. Vandaag is het precies twintig jaar geleden dat Nederland door de watersnoodramp werd getroffen. In Klundert raakten de paarden los in de overstroomde straten. Met moeite kon men ze vangen. Rond deze tijd, half laag- water, heb ik nog aan de nu 'Ugebvoken sluis gekeken. Ik *ag dat het woedende water ongeveer was gerezen tot bet gedenkplaatje van 1845. Een voor dat uur on rustbarend punt. We zijn och maar naar bed gegaan, in de ene bedstee lag onze udste, die bijna vijf jaar was; m de andere bedstee Us kind van ruim drie jaar. .,„"1 z<1ven maanden zÜn Iedikantje, ht bij de kolenkachel. klhw Vir um' in de nacht ven l,et woedende s aas van de vreseljke w-ud enkele schrille tonen hoorn. °"de scheeI,s" Wat is dat? Slaperig en verward als we zijn horen we een stem: „Mensen, kom er uit, want de dijk breekt door". Het is de stem van een oude boer, Arie van Bezooyen, die in middels is overleden. Hij woonde vlak bij ons, onder aan de dijk. Hoeveel mensen heeft hij niet gewaar schuwd? Hoeveel zijn er niet indirect door hem gered? Hij is een van de weinigen die het gevaar van het water snel onderkenden: die dreiging van een vijand die nooit slaapt, maar waarmee wij vertrouwd waren geraakt. Een gerustheid die maar al te misplaatst bleek. Snel, snel kleedden we de kinderen aan. Maar waar moesten we naar toe? Dat Arie niet voor niets op zijn hoorn had geblazen, bleek hij de haven, waar de oprit bij Wout Melissen ver anderd was in een geweldige waterval. Het Vingerling, waarover men gelaarsd nog nauwelijks kon gaan, schud de en trilde als de flanken van een schichtig paard en in de schemering van het op lichtende water, waarboven de ziedende wolken af en toe briesend openbraken, zag men vaak de contouren van daken en massa's hout. Waar komen ze vandaan?, rampen gebeurd dat huizen Zijn er elders al zulke en schuren zijn meege sleurd? Een kletsnatte fietser komt over de dijk, met de volle storm in de rug. Wie is hij? Het antwoord is van later zorg. Terwijl hij voorbij fietst klinkt zijn waarschu wing: „Mensen, zie in 's he melsnaam weg te komen, want bij Crezee, aan de Ton nekreek is de dijk door!" Weg is hij al, ais een spook in de nacht. En dan ineens een kreet: „Het water Maandag zal het begraven worden. Het kistje, omwik keld met een kleedje, gaat mee de bus in. De ouders zitten er ontredderd bij. Iemand pinkt een traan weg. Kinderen huilen. Anderen schelden. Weer een ander bidt. En de orkaan brult voort In Klundert worden we ondergebracht in de nieuwe christelijke school aan de Molenfoerglaam. Het is nog donker. Mensen verdringen zich in de stra ten. Koeien en varkens ren nen in panische angst over de wegen, maar wij zijn vei lig. En als dan eindelijk de duisternis langzaam plaats maakt voor de schemering, ga ik kijken aan de Blauwe Sluisdijk. Vrouw en kinde ren zijn voorlopig veilig en wat er verder gebeurt wach ten we maar af. Dan kijk ik de polder in.-Ik zie een kol kende binnenzee, met ergens bomen en daken. Wrakhout in eindeloze beweging trekt voorbij. Duidelijk zijn ook enkele kadavers zichtbaar. En nog stijgt het water en nog loeit de storm in deze verschrikkelijkste aller nach ten. Tegen de middag wer den we naar Breda overge bracht, allemaal bij elkaar Onze naam zal in de lange verlieslijsten gelukkig niet voorkomen. Op 30 maart bunnen we ons huis weer bewoonbaar maken. Het is dan wind stil. 0 De vorige artikelen in deze serie stonden in de kranten van 13, 16, 18, 20, 23, 25 en 30 januari. valt"! Inderdaad zie ik het ook: in enkle sceconden is de dijk drooggevallen. Hoe is dat mogelijk? Maar dan in eens schiet me te binnen dat ik als kind eens iets las van een doorbraak en hoe in de aangrenzende polder het wa ter plotseling zakte....totdai de ondergelopen landen weer op hetzelfde peil waren en water weer steeg. Ineens dringt het tot me door dat er Iets vreselijks gebeurt. Ik spoed me naar huis. Mijn angstige vrouw is met de huilende kinderen naar mijn bejaarde ouders gegaan, een paar huizen verder. Plot seling claxongetoeter en gro te koplampen. Een bus. Waar komt die vandaan? Nog een bus. Order van de burgemeester, zegt iemand Allemaal van de schans af. Maar niet iedereen ziet de ernst van de situatie in. Bo vendien hebben de evacua ties van 1940 en 1944 niet bij iedereen een goede herinne ring nagelaten. Plundering vernieling en diefstal immers waren aan de orde van de dag. „Ben je gek", zegt ie mandAls dat water óver de dijk deze grote polder onder moet zetten, duurt het wel een week". „Nee", zegt een ander, ik ga niet. Er is de vorige keer al genoeg bij me gestolen". Een oudere vrouw stribbelt nog tegen. En, wat drama, bij de overburen is een kind je van twee jaar gestorven. Wat het water achterliet in Klundert. ROTTERDAM (ANP) In verband met de aanhoudende groei en uitbreiding van zaken heeft de nv Slavenburg's Bank een 7 pet 15-jarige achterge stelde in aandelen converteer bare lening van f 10 min a pari geplaatst bij enkele grote instellingen. De plaatsing is geschied bij de stichting Bedrijfspensioen fonds voor de Bouwnijverheid (f 3 min), het A'gemeen Bur gerlijk Pensioenfonds (f 0,5 min), Pensioenfonds van de Nederlandsche Bank (f 0,5 min), de Nationale Nederlan den (f 3 min), de levensverze keringen maatschappij Utrecht (Amev f 1 min.) en de First National Bank of Chicago (f 2 min). AMSTERDAM (ANP) Het Medisch Comité Neder land-Vietnam heeft 100.000 gulden ontvangen van de bis schoppelijke Vastenactie. Dit bedrag is bestemd voor mo derne medicamenten tegen tu berculose en twee röntgentoe stellen. Brieven voor de2fe rubriek moeten met volledige naam en adres worden ondertekend. Bij publikatie zullen deze vermeld worden. Slechts bij hoge uit zondering zal van deze regel worden afgeweken. Naam en adres zijn dan bij de redactie bekend. Publikatie van brie ven (verkort of onverkort) betekent niet dat de redactie het in alle gevallen eens is met inhoud c.q. strekking. Er was eens een landje, ge legen aan zee De mensen die waren er arm maar tevree Ze werkten er hard, voor hun dagelijks brood Het landje bezat wei, een zeer rijke schoot Het landje dat groeide, het landj e aan zee En iedereen hielp, aan dat groeiproces mee Men werkte nog steeds, voor het dagelijks brood Het landje werd rijker, het landje werd groot Het landje werd beter, het landje aan zee De luxe die deed, _jn het land z'n entree Er kwam minder werktijd, voor 't dagelijks brood Er kwam recreatie, en ieder genoot Het landje werd rijker, dat landje aan zee Twee weken vakantie, naar Spanje olé Men werkte niet hard meer, voor 't dagelijks brood Men kwam van vakantie, mooi bruin of licht rood En steeds ging het beter, in 't landje aan zee Want ieder reed haast, in een zespers'oons slee Men werkte niet meer, voor het dagelijks brood Maai- wel voor een racecar, of een pijlsnelle boot De luxe die steeg nog, in het landje aan zee Haast overal stond er een kleuren-t.v. Men dacht al niet meer, aan het dagelijks brood Maar zag liefst gekleurd, Ser vet sex en bloot Toch gaat er iets mis,' in dat landje aan zee Want ondanks de weelde, is niemand tevree Men spreekt er niet meer, over dagelijks brood Maar wel van vervuiling, en bergen met schroot Want nou in dat lanidje, dat landje aan zee Daar stink het op plaatsen, als een open wc en niemand denkt meer, aan het dagelijks brood Doch ziet dode vissen, in vaart kreek en sloot Als het zo doorgaat, in het landje aan zee Dan gaan we misschien, nog een paar jaartjes mee Het is overbodig, het dagelijks orood We zijn dan gepiept, in wat 't landje ons bood". MOERDIJK C.A. VAN LEEST UTRECHT (ANP) Bij 46 van de 10.000 vrouwen die in de Utrechtse wijk Overvecht zijn onderzocht op baar moederkanker was sprake van „een verdachte afwijking". Dit blijkt uit een onderzoek van de rijksuniversiteit in Utrecht naar mogelijkheden voor vroege opsporing van baarmoederkanker. Alle vrouwen tussen de 25 en 65 jaar in de Utrechtse wijk zijn het afgelopen jaar schriftelijk benaderd of zij aan dit onderzoek wilden deelnemen. Bijna 80 pet (10.000) heeft positief gerea geerd. 250 huisartsen in het hele land hebben vrouwelijke pa tiënten, die bijv. voor pilcon- trole bij hen komen, onder zocht op baarmoederkanker. De gegevens worden thans verwerkt. De bedoeling is tot een in ventarisatie te komen van de mogelijkheden om een natio naal bevolkingsonderzoek te houden naar baarmoederkan ker. Daarom zijn ook soortge lijke onderzoekingen opgezet in samenwerking met kruis verenigingen (bijv. in IJssel- stein) en het bedrijfsleven (Philips). Van de 12.000 vrouwen, die in Nederland jaarlijks aan kanker sterven, zijn er 400 ten gevolge van baarmoederkan ker. Zij vallen meestal in de leeftijdgroep van 45 tot 65 jaar, terwijl de eerste klachten gewoonlijk tussen het 40ste en 45ste jaar tot uitdrukking ko men. In tegenstelling tot de mees te andere vormen van kanker is de baarmoederkanker een „traag verlopend ziektepro ces", waarvan de eerste ver schijnselen al geconstateerd kunnen worden tussen het 30ste en 40ste levensjaar. In deze fase, waarin de patiënte nog geen enkele last of klach ten heeft, is de baarmoeder- kanker nog te verwijderen. Het is om deze reden, dat de onderzoekers er naar streven om juist deze gevallen tijdig te kunnen signaleren. Zij denken hierbij met na me aan de inschakeling van huisartsen en consultatiebu reaus, die een dergelijk on derzoek in feite niets anders dan het maken van een zoge naamd „uitstrijkje" bij hun vrouwelijke patiënten zouden moeten uitvoeren.. Het onderzoek in de nieuw bouwwijk Overvecht, het grootste tot nu toe in Neder land gehouden naar baarmoe derkanker, bevestigt bij bena dering de gegevens uit andere onderzoekingen, dat ongeveer zes op de duizend vrouwen in Nederland lijden aan een vorm van baarmoederkan ker. Het nadeel van dit onder zoek, zo stellen onderzoekers is echter dat de vrouwen zijn gekomen zonder tussenkomst van de huisarts. Het is volgens hen niet uitgesloten dat het niet zozeer deze .gezondheids- bewuste vrouwen" zijn, die lijden aan deze ziekte, maar juist degenen die niet hebben deelgenomen. Men wil dan ook proberen om ook juist de ze groep alsnog te bereiken. Vóór juli hoopt men een rapport samen te stellen op basis van dit onderzoek en de gegevens uit het werk van de huisartsen. Dit rapport zal aan het ministerie van Volksgzeond- heid worden aangeboden, sa men met een advies over de vorm van een nationaal onder zoek naar baarmoederkan ker. p u ij: frr'

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 13