s rogram in een verbitterd land Kloof Verzadigd Oorlogsschade? Honger Bizar Tegenstrijdig Medelijden Roeren binnenland buitenland Dit zijn geen wegen meer: dit is een zorgvuldig aangelegde piste voor liefhebbers van valkuilen en uithollingen overdwars. De chauffeur van de ter beschikking gestelde landrover glimlacht, als hij met onnavolgbare bekwaamheid ons vehikel naar het schijnt wiel voor wiel door het zoveelste gat loodst. Dan passeren we een dorpje, waar ik een bouwsel met een uithangbord zie, waarop te lezen staat: „Bar de Republic Biafra Hotel". Met zwarte verf is het woord Biafra „weggewerkt", maar evenzeer geaccentueerd. Dit is East Central State in de Federale Republiek van Nigeria. VROEGERE BIAFRA IS NOG NIET HERSTELD VAN BURGEROORLOG 0 Dit meisje haalde het ziekenhuismaar de hulp kwam te laat. 0 Biafraantjes mochten in ons land op verhaal komen. (Van een onzer verslaggevers) Bijna alle Nigerianen roeren in gesprekken de burgeroorlog aan: turf je al die meningen, dan blijken de meesten ook in East Central State van mening dat het toch goed is dat Biafra nooit onafhankelijk is geworden, omdat Nigeria het Biafraanse volk, de lbo's, nodig heeft, en omdat de lbo's Nigeria niet kunnen missen. Niettemin is er in East Central State nog veel rancune te vin den, en de interpretatie van de wordingsgeschie denis van de Biafraanse oorlog is onder de lbo's geheel anders dan onder andere Nigerianen. Vanzelfsprekend overigens. bezighouden met die marke ting van de produkten zodat de agrarische potentie eindelijk ook echt benut wordt. Als echt benut wordt. Als we het platteland kunnen leren om niet alleen voedsel te ver bouwen, maar het ook te ver werken en te verkopen, dan is er kans op een bloei van die gemeenschappen en dus op nieuw, bevredigend, want om scholing vragend emplooi voor de stadswerkelozen. Natuurlijk moeten we dat met beleid doen, dus in de context van de lokale situatie. Het moet de plaatselijke bevolking boeien, zodat ze mee gaan doen". Ndu A. Ndu, een voormalig gouvernementslid, heeft er de leiding van. Hij zegt: „We wil len enkele proefprojecten rea liseren, die bedoelen het plat teland minder achterlijk te maken en jongemensen uit de stad zo weer voor arbeid in de agrarische sector te interesse ren. We willen enkele proef- boerderijen onder technolo gisch vooruitstrevende condi ties stichten, waar niet alleen op deskundige wijze gewassen verbouwd worden, maar waar deze agrarische grondstoffen ook tot verkoopbare eindpro- dukten verwerkt worden: soft- drinks uit vruchten bijvoor beeld, of consumptie-klare ca- save enz. En verder moet men zich op die proefboerderijen ook „Enugu", zegt mr- Ndu nog, ,4s East-Central State niet. Er zijn in deze staat ontzettend veel dorpen: sommige zijn nog praktisch onontdekt: 2>/2 miljoen mensen weten naar schatting niet eens dat zij in een land wonen, dat Nigeria heet. Als je het over East-Cen tral State hebt, spreek je over hoog ontwikkelde steden en over Afrika op z'n primitiefst. We willen proberen om die kloof te overbruggen." En ook zegt hij nog: „Het zijn veelal de keiken geweest, die de mensen onderwijs hebben ge bracht: daarom kunnen en mo gen de kerken zich niet neu traal opstellen, wanneer er geen werk meer te vinden is voor de door hen opgeleide mensen." Als man van de kerk zegt Ndu erbij: „Je kunt niet preken voor mensen die hon ger lijden. Je kunt wel probe ren te tonen dat een echt ge loof dat leidt tot liefde en solidariteit niet alleen de ziel redt, maar ook op het menselijk-aardse vlak bevrijdt van lijden." 0 De Duitse pater dr. Ludwig Staufer, die als directeur van Caritas zoveel voor de Biafranen heejt gedaan, temidden van hongerende kinderen. Een tamelijk verbitterde en nogal omstreden man in Enugu is dr. Akanu Ibiam, eertijds gouverneur van de zuid-ooste lijke regio van Nigeria, eer tijds ook door koningin Elisa beth geadeld! tot Sir Francis Ibiam, groot sympathisant met de Biafraanse zaak, reden waarom hij zijn adelsbrieven terugzond naar het Engelse hof een man met een be smet verleden, out-of-date, door sommigen vereerd als een heilige, door velen ook geme den als een rancuneus brok vleesgeworden verbittering. Ik had dr. Ibiam leren kennen in Uppsala, in 1968, en zag hem nu terug: de in Zweden tijdens de assemblée van de Wereld raad van Kerken bewonderde woordvoerder van Biafra lijkt nu exemplarisch voor de ge frustreerde lbo. Hij zegt over het thema van de onderlinge twisten der Afrikanen: „We moeten leren dat het christen dom geen blanke godsdienst is, dat Jezus voor Herodes vluchtte naar Afrika, dat hij ons verlossen kan." En over het Afrikaanse ressentiment jegens de blanken een emo tie die dr. Ibiam persoonlijk niet vreemd is merkt hij op: „Wij Afrikanen moeten verder leren dat een blanke ook een door God geschapen mens is, die goed en slecht kan zijn, rijk en arm, gelukkig en onge lukkig die kan liefhebben en haten." Valt het de Afrikaan moeilijk dat te geloven „Och", aldus dr. Ibiam, „jullie zijn verheidenst, jullie hebben je geloof ingewisseld voor ma terialisme, jullie zijn veel te rijk, jullie zijn verzadigd." De lbo's zeggen hun door niemand betwiste bekwaam heid altijd in dienst gesteld te hebben van heel Nigeria, tot zij mikpunt werden van pro grams in vooral de noordelijke regio's, zodat zij zich uit puur zelfbehoud wel moesten con centreren In en rond Enugu, in het toenmalige Biafra dus. Maar anderen zeggen De lbo's benutten hun bekwaam heden om het noorden van Ni geria te koloniseren en van de lokale bevolkingen een soort van slaven te maken. Dat moest wel tot een reactie lei den, daar kwamen een aantal massamoorden nit voort, en over die moorden schamen de geprovoceerde volken uit het noorden zich nog steeds. Het lijkt een hele kluif voor historici te worden, temeer daar niemand meer betwijfelt, dat er destijds vooral ook een heftige, en voor de lbo's soms uiterst vruchtbare propaganda oorlog is gevoerd. Rijdend door wat eens Biafra was zie ik de boven al even beschre ven rudimentaire wegen, waar slechts hier en daar een flard asfalt aantoont, dat dit ooit echte wegen zijn geweest. „Oorlogsschade" zeggen m'n begeleiders. Een reeks Van verwoeste, nu door baileycon- structies of enge, houten plan kieren vervangen bruggen heb ik gezien. „Oorlogsschade", zeggen m'n begeleiders. En honger wordt er in East Cen tral State óók geleden. „We zijn de oorlog nog lang niet te boven", zeggen m'n begelei ders. Maar er zijn anderen, die an dere dingen zeggen. Dat zijn, toegegeven, vaak blanken. „De meeste van deze wegen waren voor de oorlog al even rot als ze nu zijn: als bij zo'n tropi sche regenbui één gat in het asfalt ontstaat, is binnen enke le maanden de gehele weg on dermijnd." En: „Er zijn wel wat bruggen in de oorlog ver nield, maar een flink deel er van was al voor de oorlog puin." En in het ziekenhuis te Itigidi toont de Nederlandse arts Jaap Breedveld me enkele „echte Biafraantjes", vel-over- been-kindjes zwaar onder voed, die nu met eiwitkuren worden opgelapt en na een week weer naar huis zullen kunnen: „Dat hongerprobleem heeft hier altijd bestaan", al dus Breedveld; „Voor de oor- 18f, tijdens de inlog en na de oorlog De i irdt mindei door v landse, blanke adviseurs: die adviseurs preken vaak een confrontatie tussen zwart en zwart of zwart en blank, en sturen aan op oorlogen- In hun ogen zijn wij nog steeds kanni balen, altijd bereid elkaar te vermoorden." Enkele dagen la ter aanhoor ik een preek van dezelfde ds. Ukaegbu in het stadion van Enugu ten over staan van de hoogste civiele autoriteiten: 't is oudstrijders- dag. „De grootste oorlog voor elke natie", zegt hij dan, „is de strijd tegen de vervuiling van de moraal." 's Anderendaags constateert hij bitter dat radio verslaggevers en pers wel die opmerking hebben doorgege ven, maar niet wat hij er in z'n preek aan toevoegde: „Wat dit land nodig heeft is het evangelie." Daarmee zijn we dan ook hier weer bij de interkerkelijke ac tie „Kom over de brug", want er staan ook enkele projecten in East-Central-State op het programma. Een ervan is de stichting van een efficiënt cen traal bureau voor de Presbyte riaanse Kerk, alweer en nog steeds geboren uit de al eerder in deze reeks beschreven over tuiging dat de kerken kunnen bijdragen aan de opbouw van een nieuw en beter Nigeria. Een ander project, ingediend door de Presbyteriaanse kerk, slaat zeer concreet op de na oorlogse problematiek in East- Central-State. Hoe men ook oorsprong en verloop van de Biafraanse oorlog wil inter preteren, feit is dat East-Cen- tral-State thans een bizarre combinatie is van een met een naar Nigeriaanse verhou dingen intellectuele elite overbevolkte hoofdstad en een achterlijk platteland. Het lege, kale, doodse Enugu, dat ik me van televisie-uitzen dingen tijdens de burgeroorlog herinner, bestaat niet meer: het is een zeer drukke, zeer levendige en op het eerste ge zicht welvarende stad: mooie gebouwen, beduidend betere wegen dan ik elders gezien heb, een kennelijk vooruitstre vend toegepast stukje ruimte lijke ordening, parkaanleg zelfs. De lbo's schrikken ei genlijk wat van mijn bewonde ring. En ze zeggen: „Ons volk beschikt over veel jonge men sen die goed onderwijs genoten hebben, die aan de achterlijk heid van de plattelandssamen leving ontgroeid zijn en uit zwermden over het land. Maar nu ze, sinds de oorlog, hier al lemaal op een kluitje wonen, zijn de meesten werkeloos. We hebben een enorm werkeloos heidsprobleem. Het is onrealis tisch van goed geschoolde jon gemensen te verwachten dat zij terugwillen naar de primi tieve leefomstandigheden op het platteland, maar hier, in Enugu, zijn zij gedwongen een leven van nietsdoen te leiden, hetgeen tot wanhoop en crimi naliteit voert. Daar ligt een van onze grootste problemen." Het platteland van East-Cen tral State is vruchtbaar ge noeg, daar ligt de moeilijkheid niet. Maar men heeft er nooit van behoorlijke agrarische me thoden gehoord, zodat men er zelden verder gekomen is dan het verbouwen van voedsel voor de eigen consumptie: East- Central State moet het eten voor de steden uit andere Nigeriaanse staten importeren- Er is nu een „Organisatie voor Christelijke Samenleving en Dienstverlening aan Jongeren" in het leven geroepen. Mr. dan door onkunde op het plat teland veroorzaakt." Terwijl Ibo-informanten mij heroïsche gevechtstaferelen beschrijven en spreken van zware verwoestingen, zeggen anderen: „Militair heeft die oorlog nooit veel voorgesteld, al was het alleen maar omdat zowel de federale als de Biaf raanse generaals hun vak niet verstonden, zodat de legers el kaar slechts zo nu en dan bij toeval tegenkwamen." De moeilijkheid was destijds, zo zegt men, dat terecht of ten onrechte hele steden werden geëvacueerd: honderdduizen den mensen vluchtten de bush in, waar geen medische voor zieningen waren, waar inder daad niet aan voedsel te ko men was en waar d.us zeer ve len stierven. Voorts zal zeker waar zijn dat zulke boskolo- nies, als ze het ongeluk had den te worden gevonden door federalen, in een aantal geval len werden uitgeroeid. „Maar op het punt van uitroeien kon den de lbo's er ook wat van", zegt men daarbij. Het is tij dens deze reis door Kameroen en Nigeria elke dag moeilijk gebleken tot zekere conclusies te komen, omdat de indrukken te gevarieerd en de informa ties te tegenstrijdig waren: hier in East Central State is het volmaakt onmogelijk tot een oordeel te komen. Hier kan men slechts luisteren. In m'n achterhoofd zit de in formatie van een staffunctio naris van „Misereor" in Aken, die me voor m'n vertrek had gezegd: „Journalisten moeten altijd zo nodig naar Biafra, maar de werkelijke nood in Nigeria vind je in de onderont wikkelde noordelijke staten. East-Central-State is alweer veel verder ontwikkeld dan de noordelijke staten: de lbo's profiteren nog van een soort van internationaal medelijden ten koste van degenen die werkelijk in nood zijn." Ibo- zegslieden, onder wie voor malige leden van het Biafraan se revolutionaire gouverne ment, willen daar wei op ant woorden: „Wij hebben er nooit om gevraagd om door massa moorden naar Biafra gedreven te worden; als wij bekwamer zijn dan anderen mag men ons dat niet als een fout aanreke nen; en laat men niet vergeten dat hiér de bommen gevallen zijn, hier massa's mensen ge storven zijn, hier de hele in- fra-structuur is vernietigd". Nog enige andere informaties, die het beeld misschien wat kunnen aanvullen: Jaap Breedveld is onlangs met va kantie na-"- Noord Nigeria ge weest en heeft versteld ge staan van de prachtige zieken huizen, schalen en andere voorzieningen, die de regering daar heeft gebouwd. „Maar ze staan leeg", aldus Breedveld, „omdat men het kader niet kan vinden: men heeft geen artsen, leraren, onderwijzers. De lbo's hebben die wei, en daarom is er een klimaat van verzoening nodig, zodat zij weer in het noorden willen gaan werken." James Ukaegbu, een jonge Ibo-dominee, zegt: „We hebben baat gehad bij on ze oorlog, want we hebben er in heel Nigeria enorm veel res pect mee afgedwongen: men ziet het Ibo-volk nu als een reservoir van kracht." Meerde re zegslieden menen: „De spanningen zijn nog lang niet verdwenen; een nieuwe erup tie zit er dik in." Maar toen de president van het land, ge neraal Gowon, na de oorlog Enugu bezocht is hij toch toe gejuicht door de bevolking „Ach", antwoordt men dan, ,,'n mens kan lachen met z'n tra nen in plaats van met z'n hart. Lachen is soms een kwestie van zelfbehoud." Er komt bij dat er nog geroerd wordt in de problemen van het nog lang niet van de burger oorlog herstelde Nigeria: in de kiosken in Enugu kun je het „echt Nigeriaanse" tijd schrift „New World" kopen, dat helemaal in Moskou gere digeerd blijkt te worden, en waarin telkens en telkens weer wordt herhaald dat de USSR Biafra nooit heeft erkend: a friend in need is a friend in deed. Geen prettige lectuur voor de lbo's. James Ukaegbu zegt dan: „Afrikanen worden bijgestaan door meestal buiten

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1973 | | pagina 12