1i
Simon Vestdijk richtte al een monument voor zichzelf op
Solzjenitsyn en het gezag
BOEKEN BOEKEN BOEKEN BOEKEN BOEK
BOEKEN BOEKEN BOEKEN BOEKEN BOEK
„trips zijn joiel,
maar het is
het niet waard"
kunst
cultuur
Dagboek verslaafd meisje:
m i* 1
Ook mannen als Du Per
ron en Ter Braak hadden wei
nig waarderende woorden voor
dit boek, waarin een literair
realisme gevoed wordt door
Proust (A la Recherche Du
Temps Pen-du) en Freud (hoe
wel Vestdijk later dit freudia-
nisme ontkent).
Vestdijk, die beducht was
voor de flapschrijvers van de
uitgevers, waarop dikwijls zo
veel onzin voorkomt, ging zeli
die teksten verzorgen. Zo be
staat er nog een tekst, die hij
bij dit boek gedacht had en
waarin hij o.a. het volgende
zegt: „In de roman Kind tus
sen vier vrouwen, is wellicht
voor het eerst in onze litera
tuur beproefd een integraal
beeld te geven van een jon
gensleven tussen 6 en 16 jaar.
Dit werk is concreet en reëel,
het leven zelf spreekt hier,
zowel in de uitbeelding van
het karakter van de hoofdper
sonen als in de schildering der
talrijke bijfiguren en hier en
daar van het provinciale mi
lieu waarin alles zich afspeelt.
Reeds aan de belangrijke
plaats die een Kunst- en we
reldbeschouwing ingeruimd is,
waarin deze Anton Wachter,
vroegrijp en begaafd zich tas
tend tracht in te leven, kan
blijken aan droom en visi
oen ook dat er geen sprake
is van 'n vlak realisme. Daar
om zou ook 't etiket „psycho
logische roman" misleiden.
Zonder twijfel kan dit boek
van grote betekenis zijn voor
kinderpsychologen, pedagogen,
psycho-aualytici, doch alleen
in zoverre ais het de gegevens
behelst die ook het werkelijke
leven zou kunnen verstrekken.
Geen vooropgezette theorieën,
geen psycho-analytische con
structies. Deze roman is niet
alleen geschreven voor ieder,
die belangstelt in de kinder
ziel, maar ook voor ieder, die
zich zijn eigen jeugd nog her
innert als die wonderlijke pe
riode, die voor altijd verloren
is geraakt. De vier vrouwen
zijn de vier typische mogelijk
heden: de zinnelijkheid, bin
ding aan de moeder, de opper
vlakkige, wisselende verliefd
heid en de ideële jeugdlief
de.
De grondidee van de roman:
ontgoocheling door al het we
reldse beleven, en desalniette
min trouw aan het ideaal
beeld, wordt pas aan het slot
aangeduid".
Het slot van de roman luidt:
„Trouw. Onwankelbaar trouw
aan iets dat hij verloren had
aan iets dat hij nooit had
bezeten". Dat is het slot van
zijn Ina Damman-periode, de
tijd waarin voor hem, via het
schoolmeisje Ina Damman (nu
mevrouw Liesbeth Beuving-
Koning te Leeuwarden, 73
jaar) het ideale vrouwbeeld
groeide. De Nina, die hem
nooit meer los heeft gelaten
tn in zijn latere romans weer
opduikt (Terug naar Ina Dam
man).
Trouwens het hele manus
cript afgewezenwerd
voor hem de inspiratiebron
voor zijn latere romans. Het
werd de oertekst voor de An
ton Wachter-cyclus (Meneer
Vissers Hellevaart, De bruine
vriend, Sint-Sebastiaan, De
koperen tuin etc.). De meeste
lezers zullen het evenwel
graag aan literatuurcritici e.d.
overlaten om vergelijkings
punten etc. tussen afgeleide
boeken en oertekst te trekken.
Of je nu één of meerdere
Wachters-romans gelezen hebt,
of niet, het boek Kind tussen
vier vrouwen blijft een zelf
standige grootheid, dat zieh
ook als zodanig laat lezen.
Degenen, die de Wachterro
mans gelezen hebben, ontdek
ken dat ze ten opzichte van de
oertekst dikwijls terwille
ook van de verkoopbaarheid
in voorbije tijden afge
zwakt of veranderd zijn. De
invloed van Proust en Freud
werd gereduceerd. In De vier
vrouwen zijn samengesteld al
le stemmingen, die eens in
zijn publieke debuut van de
Platoonse Terugkeer naar Ina
Damman en het vervolg in de
demonische Hellevaart van
Meneer Visser etc. accenten
kregen.
De flaptekst van Vestdijk
zelf (die overigens niet op deze
uitgave staat afgedrukt) kun
je onderschrijven. Iedereen,
die met kinderen van doen
beeft, zal in dit boek prachtige
rake typeringen weervinden,
die je soms in je eigen omge
ving de ogen openen. Ik denk
bijv. aan het pesten van de
poes door de jonge Anton; een
beestje waaraan hij zeerver-
knocht was. Waarom dit te
genstrijdige gedrag? Vestdijk
geeft een geweldige karakte
ristiek. Dat is een willekeurig
voorbeeld. Maar ook de hele
kind-ouder-relatie. de kinder
lijke seksuele droombeelden
etc. Weliswaar vanuit een be
paalde gezichtshoek bekeken,
maar de hele psychologie
heeft zich nog niet zodanig
ontwikkeld, dat zijn beschrij
vingen nu alle gronden zouden
missen. Antons gevoelens en
gedrag ten opzichte van zijn
moeder, de meisjes Annie,
Marie en Ina en het dienst
meisje Janke zijn wel cultuur
gebonden, maar toch van een
dikwijls diep menselijke
waarde. Die cultuurgebonden
heid zal overigens veel lezers
aanspreken, al was het alleen
maar door het jeugdsentiment,
dat daarbij om de hoek komt
kijken A la Recherche Temps
Perdu). Daar komt bij dat
Vestdijk wonderlijk op zijn
teksten kan „staan", ze om
speelt en uitdiept met een li
terair geweld, dat zelden ver
velend wordt.
Zijn voorliefde voor beel
dende kunst, muziek, maar
vooral de psychische spannin
gen in de mens waarvan
hijzelf een behoorlijk portie
heeft meegekregen komen
in dit autobiografische bron
nenboek naar boven in een
leeswaardig verhaal. Welis
waar kinderlijke gedachten
genoteerd vanuit een volwas
sen geest, maar je krijgt het
gevoel, dat het inderdaad een
terugvertaling, een regressie,
is van eenmaal zelf doorleefde
gevoelens. Anton tijdens zijn
hbs-periode: „Hij kon niet
meer aanhankelijk zijn, en
vertrouwelijk, al zou hij het
willen. Hij wantrouwde zijn
ouders ook. Him bescherming
was verbroken. Eten hadden
ze hem gegeven, en kleren, en
speelgoed, veel speelgoed; hij
had naakt mogen tekenen.
Maar tegen het WOORD had
den ze hem niet kunnen be
schermen, en dat was erger
dan het gemis van al die an
dere dingen te zamen geweest
zou zijn" (nb het woord:
„ventje" noemden zijn mak
kers hem; het woord waarmee
zijn vader het steeds betitel
de).
Het zal moeilijk te achterha
len zijn wie er nu in dit boek
aan het woord is: de jonge
Vestdijk of de oudere Vest
dijk, als de man van het
proefschrift „Het wezen van
de angst"; de man, die zijn
eigen depressies projecteerde
in Anton Wachters. Hoe het
ook zij, los van deze persoonlij
ke karakteristieken, die te
maken hebben met literatuur
historie, blijft Kind tussen
vier vrouwen een boek, dat
velen ter lezing kan worden
aanbevolen.
Henk Egberts
In Harlingen komt het ko- fwr
mende jaar een monument
voor de in 1971 overleden au
teur Simon Vestdijk. Een niet
te overtreffen monument heeft
hij echter voor zichzelf opge
richt met het postuum ver
schenen boek KIND TUSSEN
VIER VROUWEN (uitg. De
Bezige Bij f 49,50). Een kluif
voor literatuurexegeten, maar
bovenal een geweldig boen
voor iedereen, die van bespie
gelend lezen houdt. Natuurlijk
kun je aan dit boek enorm
gaan zitten kluiven. Maar ook
los van psychologische analy
ses rond de figuren van Freud
en Proust, die Vestdijk beïn
vloedden, ligt hier een boek
voor ons, dat erg boeiend is
ein te lezen: een jongensleven
vanaf zijn kleuterjaren tot in
de puberteit gebonden vooral
aan vier karakteristieke vrou
welijke verschijningsvormen.
Het boek zou je populairder
kunnen noemen, dan de prijs
ervan doet vermoeden, al moet
je voor de 557 volgedrukte
pagina's wel even gaan „zit
ten", omdat de tekst vraagt
om gekoesterd te worden.
Dit boek van Vestdijk was
zijn debuut, geschreven in vijf
maanden tijds in 1933. 1121
volgeschreven velletjes van
schoolschriften (zijn typische
werkmethode). Als uitgegeven
boek werd het zijn laatste om
dat de uitgever (Nygh en Van
Ditmar( indertijd er niet aan
wilde; hetgeen overigens in
1968 nog het geval was. 0 Simon Vestdijk, getekend door Paul Citroen.
Augustus Veertien, het jong
ste werk van de Russische
schrijver en Nobelprijswin
naar Alexander Solzjenitsyn,
is een harmonische samen
smelting van roman en ge
schiedschrijving. Het boek
gaat over de eerste veertien
dagen van de Eerste Wereld
oorlog aan Russische zijde.
Maar Solzjenitsyn heeft zich
niet beperkt tot het slagveld
en de krijgshandelingen. Hij
neemt een lange aanloop tot
de oorlogsgebeurtenissen zelf
door via enkele „romanfigu
ren" want zijn deze perso
nen nu wel of niet verzonnen?
het Rusland van die dagen
diepgaand te beschrijven.
Solzjenitsyn geeft de lezer een
scherp beeld welk Rusland in
1914 de oorlog inging.
Toch staat de oorlog centraal
in het boek. En in de beschrij
ving van die eerste veldtocht
in het Mazoerische Merenge
bied bedrijft Solzjenitsyn ge
schiedschrijving, historisch be
trouwbaar. Maar hij beschrijft
dat stuk geschiedenis van
Rusland niet koel en afstande
lijk. Integendeel, voortdurend
is de ondertoon te proeven
van Solzjenitsyns persoonlijke
betrokkenheid. En gaandeweg
wordt het de lezer steeds dui
delijker dat de veertiende au
gustus van het jaar 1914 vol
gens Solzjenitsyn geen verle
den tijd is, maar actualiteit.
De Eerste Wereldoorlog begon
voor Rusland met een verne
derende en vernietigende ne
derlaag. De Russische legers
waren veruit in de meerder
heid. Dat was dan ook het
enige. Want voor de rest was
het in het Russische leger één
grote puinhoop. En het was
uitsluitend de hoogste legerlei
ding die er een puinhoop van
maakte, omdat die hoogste
top zelf niet meer was dan
dat. Onbekwame en onbe
trouwbare generaals zaten op
de belangrijkste posten. De in
fanterie stond onder het bevel
van generaal Artamonov. Hij
commandeerde zestigduizend
soldaten. Voor deze generaal
betekende oorlog dat zijn car
rière afgebroken werd. Het
feit dat hij nu moest vechten,
maakte hem radeloos: „Over
dag waren de Duitsers aan
hun offensief begonnen...en uit
wanhoop besloot Artamonov
zelf tot iets, waartoe zijn le
gerstaf hem niet had kunnen
dwingen: tot een licht offen
sief". Worotyntsev, een kolo
nel van het Grote Hoofdkwar
tier, vraagt Artamonov op ze
ker moment wat zijn strijd
plan is. „Plan. Een woord dat
een onorthodoxe bijklank had.
Welk „plan" kon iemand heb
ben en sprak men daarover
soms hardop? Nee,dan moest
hij vroeger opstaan. Het plan
was, hier met het hele korps
gezond en wel tussen uit te
komen, en wel zonder smet op
de naam van het korps, en
met een beloning toe. Maar
een dergelijke simpel plan
kon je niet zo maar vertel
len".
Solzjenitsyn geeft de vol
gende verklaring voor de
puinhoop: „Het Russische le
ger ging ten onder aan de
hiërachie; de soevereine, on
betwistbare reeks van dienst
jaren en de volgorde van pro
moties volgens de HlëRAJt-
CHIEKE LIJN. Je hoefde er
maar voor te zorgen dat je
NIET ZONDIGDE TEGEN DE
REGELS, alleen maar dat je
je chefs niet kwaad maakte,
en met het verstrijken van de
tijd kwam vanzelf met de ter
mijn de volgende gewenste
rang, en met de rang tevens
de functie". Naar mijn oordeel
is deze passage in het boek
zeer belangrijk. Solzjenitsyn
spreekt hier niet enkel meer
over 1914, maar ook over het
heden. Alleen al de opvallende
met een hoofdletter geschre
ven woorden duiden hier op.
Maar hij spreekt hier ook niet
alleen over Rusland.
AUGUSTUS VEERTIEN is
te rijk van inhoud om het in
enkele woorden samen te vat
ten. Wel is dit boek sterk aan
te bevelen omdat Solzjenitsyn
op boeiende wijze een alge
meen geldende werkelijkheid
beschrijft, name ijk wat een
samenleving of een natie ver
mag indien gezag het alleenza
ligmakende beginsel is.
JAN BOUWMANS
Alexander Solzjenitsyn:
AUGUSTUS VEERTIEN (2
dl). (De Boekerij n.v, Baarn,
568 blz. f 37,80).
Michaël Fischer: „De Car
rièremakers". (Uitg. Zuid-Hol-
landsche Uitgeversmij. n.v. f
19.90).
In een uitsluitend door com
merciële motieven gedreven
en op wiinst gerichte industrië
le samenleving, waiairin carriè
re wordt gemaaikf met het no
dige ellebogenwerk, krijgt de
menselijke waardigheid het
zwaiar te verduren. Deze visie
ligt ten grondslag aan deze
roman. Zijn hoofdfiguur, een
biochemicus viindt zijn weten
schappelijk werk in een labo
ratorium eentonig wordeox
Zijn onvrede met zijn weten
schappelijke arbeid groeit
naarmate hij ziiet hoe vroegere
studievrienden in het bedrijfs
leven een lucrative baan heb
ben gevonden, die hun in staat
stelt er goed van te leven.
Zijn naijver doet hem zijn
werk opgeven voor een dik
betaalde job in de farmaceuti
sche industrie. Dan gaat er
ook voor hem een wereld
open, die tot dusver onbereik
baar was. Maar zijn nieuwe le
vensstijl brengt conflicten mee
in zijn persoonlijk leven, en in
zijin naaste omgeving. Daaraan
is tenslotte slechts te ontko
men door een vlucht. Door
zijn luchtige verteltrant laat
zich die roman van Michaël
Fischer vlot lezen, maar daar
door moet men zich niet laten
misleiden, want de ondertoon
blijft tragisch.
Harry Swinkels
H. Ipsen: De Vreemdeling
(Uitg. H. Nelissen f 14,90).
Het werk van Ipsen is met
name in Denemarken en de
andere Scandinavische landen
al zeer bekend. HSj schreef
reeds een tiental romans,
waarvan de laatste werd ver
taald in het Nederlands, onder
de titel „De Vreemdeling".
Memeer Gaerlik - hoofdper
soon van deze roman is een
vreemdeling voor commandant
Broek en zijn officieren, als
hij, onaangekondigd. ver
schijnt op een strafeiland
waar criminele en politiek'
gevangenen werken aan df
bouw van een vesting. Hiet
boek is gesitueerd, in een auto
ritaire samenleving, waarin
bureaucratie een grote ro'
spèelt. Dank z:j die bureaucra
tie diurft eigenlijk niemand
Gaerlik te vragen wie hij is
en wiat hij komt doen. Het
boek laat zich lezen als een
thriller, met een verrassende
ontknoping.
R. v. d. Helm
Jan Terlouw: Oorlogswin
ter (uitgave Lemniscaat)
Er zullen weinig onderwer
pen zijn, die romanschrijvers
zoveel stof opgeleverd hebben
als de tweede wereldoorlog.
Vooral de jeugd tussen pak
weg tien en vijftien jaar
schijnt, gezien het aantal ti
tels, een willige markt voor
diverse literatoren te vormen.
En waarom ook niet. Er zijn
massa's spannende verhalen te
vertellen over de grote we
reldbrand en de groep waar
voor je schrijft heeft dat toch
niet meegemaakt, zodat je je
over de historische juistheid
niet ai te druk hoeft te ma
ken.
Voornoemd soort boeken
gaat vrijwel altijd miank aan
een blijkbaar onvermijdelijke
tweeslachtigheid- Enerzijds
moet het verhaal spannend
zijn, omdat er anders kenne
lijk geen markt voor is. Maar
aan de andere kant mag je de
leugd natuurlijk niet de in
druk geven, dat een oorlog
rigenlijk best interessant is.
Dus zet je op daartoe geëigen
de plaatsen wat belerende zin
netjes en klaar ben je.
Oorlogswinter van Jan Ter-
Louw, die onlangs zijn oeuvre
gehonoreerd zag met de gou
den griffel is in de reeks oor-
logs-aivontunenfooeken geen
uitzondering. Een aardig ver
haal van een vijftienjarige
jongen, die itn. het verzet be
landt en daar spannende avon
turen beleeft. Goed geschreven
maar verdier pretentieloos.
Maar waarom dian toch. ook
In dit boek weer die opvoe
dende toon? Waarom dat
waarschuwende „Zong dat dit
nooit meer gebeurt" aan het
adres van jongeren die dage
lijks kranten lezen en tv kij
ken..?
WILLEM VERHALLEN
Jan Biezen: Atlanta (uit
gever Nijgh en Van Ditmar - f
3,90)
De paperback Atlanta van
de in 1942 te Wassenaar gebo
ren auteur Jan Biezen is geen
sterk boek. We reizen in zijn
boek wel mee naar Schotland,
Amerika, en Griekenland,
maar dat houdt niet in dlat hij
bet gezegde: wie verre reizen
doet kan veel vertellen waar
maakt. Het boek handelt over
een man, die losbreekt uit zijn
kleinburgerlijk bestaan waarin
hij het niet meer harden kan.
Hij droomt ervan eens een
studie te schrijven over de
historie van Schotland, maar
hij komt daarna in het hele
boek niet toe. Hij heeft het te
druk met zijn vluchtige ont
moetingen met een vlinderach
tig meisje, dat achter een car
rière als filmster aanjaagt tot
dat zij, moe geworden, tenslot
te tooh weer bij hem terug
keert. Het verhaal doorspekt
met een gezocht beeldende en
dlaiairom erg vermoeiende taal,
kreeg geen diepgang mee.
HARRY SWINKELS
Dietrich Bonhoeffer: Het
wezen van de kerk (Uitg. Ten
Have - f 6,90)
In 1932 hield de Duitse
evangelische theoloog Ben-
hoeffer, 26 jaar oud een serie
opmerkelijke (zelfs nu nog)
colleges over het wezen van
de kerk. De oorspronkelijke
tekst is in de oorlog verloren
gegaan (B. zelf is in 1945 om
het leven gebracht om zijn
verzet tegen het nazi-bewind)
maar udtt enkele col.egedicta-
ten van studenten kon de serie
goeddeels gereconstrueerd
worden. Het is bijna ongeloof
lijk dat dit 40 jiaiar geleden al
gezegd is, zo actueel zijn de
gedachten van Bonhoeffer pp
veel plaatsen-
J. LANDMAN
Jules de Corte: Vissen
achter het net (Uitg. Semper
Agendo, Apeldoorn, f 6,90)
Telefoonnummer 04920-
35331. De Cortefoon. Wie belt,
krijgt, elke dag iets anders te
horen, een gedichtje, een lied
je, een tekst, een gedachte of
nog minder, geluid van klok
ken b.v. Het wil telkens een
klein boodschapje zijn, maar
dat woord is eigenlijk nog te
zwaarwichtig. Vaak is het ook
een grapje, een sneer op een
van de vele wantoestamdjes op
ons halfrond, maar meestal bij
onszelf. Wie kent Jules de
Corte niet? Hij heeft vele fans,
is het niet om zijn „Ik zou
wel eens willen weten", dan
toch om zijn „Koning Onbe
nul". De Cortefoontjes die ge
bundeld zijn in een fraai boek
werkje „Vissen achter het
niet", - het its een kleine selec
tie - halen het echter over het
algemeen niet bij de meeste
van zijn liedjes. Door de tele
foon, gesproken door Jules
zelf, komt bet vaak overtui
gender over. Naar ons idee is
hij gewoon geen schrijver
maa-r een volbloed liedjeszan
ger. Alleen de stukjes in het
boekje, waarin Jules op de
cynische toer gaat, zijn wer
kelijk goed. Maar dat is met
zijn bedjes ook zo - al is dat
natuurlijk een persoonlijke
mening. Ondanks de kritiek;
er zit zoveel van Julies in dit
boekje, dat het menigeen ple
zier zal doen.
JX,.
Morris West: Advocaat van
de duivel; De Toren van Ba-
bel; De Ambassadeur (uitge
ver: H. Nelissen n.v-, f 9,90
per stuk. Bij aanschaf van alle
drie paperbacks totaalprijs f
27,50. Deze jubileumaanbie
ding geldt tot 1 januari
1973).
Deze drie boeken van de
Amerikaanse auteur Morris
West zijn onlangs in een luxe
Fotografie vervult een wens naar onsterfelijkheid, aldus
prof. Kurt Weidemann in zijn inleiding op het boek DAS
DEUTSCHE LICHTBILD 1973, dat tevens weer in een
Engelstalige editie is verschenen (The German Photogra
phic Annual 1973). In deze inleiding, die handelt over crea
tiviteit in de fotografie zegt hij tevens, dat creativiteit in
de professionele fotografie even zeldzaam is ais onkruid
in het asfalt. Een uitspraak, die in het boek zelf gelochen-
straft schijnt; niet alleen door de professionele fotografen,
maar ook door een aantal amateurs. Dit hoek, dat nu meer
dan tien jaar verschijnt, is dit jaar, zoals dat past in onze
tijd van steeds méér en steeds béter, gevuld met nog méér
foto's en nog méér kleur dan ooit het geval was. Een keuze
van 160 grote foto-afbeeldingen, uitgekozen uit een over
dadige inzending van profi's en amateurs, die er op gesteld
zijn in dit jaarboek hun resultaten te tonen. Van de af
beeldingen zijn er 56 in kleur en 40 foto's zijn over twee
pagina's groot afgedrukt.
Robert Lebecks indringende foto's uit India, Thomas Lütt-
ges kleurencomposities, beelden uit wetenschappelijke on
derzoekingen, de prachtig geziene opnamen uit Afrika van
Pieter Blum, delikate kleurenstudies van Fritz Dressier,
aangrijpende foto's uit Vietnam van Delanoff en een sur
realistisch tafereel met kalenderbladen van Huub Mail; om
enkele voorbeelden te noemen. Van alle foto's zijn weer
technische bijzonderheden bijgevoegd, waaraan zij die zelf
met fotografie bezig zijn wel wat zullen hebben. Maar
het gaat met dit boek als met zoveel platenboeken: je hoeft
deze techniek niet zelf te beoefenen om er toch van te kun
nen genieten. Een boek om zo maar wat in te bladeren, te
kijken naar de originele wijzen van zien (andere perspec
tieven op het leven) en een menselijk document, waarin
een stuk geschiedenis vastligt; handschrift van een afge,-
lopen jaar.
Het boek dat 228 pagina's telt kost DM 36 in linnen hand
en gebrocheerd DM 29; deze prijzen gelden ook voor de
Engelse editie. Voor zover het niet bij de boek- of foto
handelaar te krijgen is, kan het besteld worden bij Verlag
Die Schone Bücher dr Wolf Strache KG, postfach 1124,7
Stuttgart.
„Moet dat nu weer zo no
dig", denk je dan bij je zelf
als je de begeleidende tekst van
het boek „Het onkruid en de
bloemen", een dagboek van
een verslaafd meisje, leest. En
je ziet in gedachten een oude
re een waarschuwende vinger
opsteken naar de jeugd en
zeggen: „Stort je niet in het
verderf door verdovende mid
delen te gaan gebruiken".
Maiair als je dan toch maar
in „Het onkruid en de bloe
men" begint te lezen raak je
gefascineerd door he t leven
wam het meisje, diat intens ge
lukkige momenten kent, die
anderen, die geen verdovende
middelen gebrodiken, nooit zul
len beleven. Maar de prijs, die
ze hiervoor moet betalen is
erg hoog: enorm deprimeren
de, afschuwelijke perioden
tussen de fijne hoogtepunten,
een wanhopig gevecht om van
de druigs af te raken en ten
slotte de dood.
Alice is vijftien jaar, komt
uit een niet arm gezin met
drie kinderen, heeft in verge
lijking met leeftijdgenoten fij
ne ouders. Geen moeilijkheden
dius, die zouden kunnen leiden
tot het gebruik van drugs. Ze
raakt toch aan de verdovende
middelen, doordat ae ze zon
der het zelf te weten binnen
krijgt op een feestje, eenmaal
eraan verslaafd zegt ze over
het jong zijn: „Jong zijn is
een wankele, onzekere staat.
Volwassenen behandelen jonge
mensen als kinderen en ver
wachten toch, dart ze zich als
volwassenen gedragen. Ze ge
ven ze bevelen alsof het
beestjes waren, maar ver
wachten dan dat ze reageren
als rijpe, altijd verstandelijke,
zelfverzekerde personen".
Later schrijft ze: „Maar om
je de waarheid te zeggen, vind
ik niet dat je het de jeugd
kwalijk kan nemen dat ze in
de puree raakt, tenminste niet
helemaal. De volwassenen ma
ken niet de indruk het er veel
beter af te brengen. Eerlijk
gezegd kan ik niemand beden
ken, die ik graag als president
zou zien, behalve pappie dan,
maar met mij als dochter zou
den ze hem nooit kiezen".
Alice komt in de clan van
druggebruikers en -dealers te
recht en moet zodoende op een
gegeven moment niet alleen
strijd leveren tegen de versla
ving, maar ook tegen de
groep, die haar niet met rust
wil l-aten en haar blijft treite
ren. Daar komt dan nog bij,
dat er niemand is, tot wie ze
zich met hiaar problemen kan
wenden. Versohiiilen.de keren
probeert ze te stoppen, maar
steeds weer kan ze geen weer
stand bieden aan de verlei
ding.
Over de verslaving en het
willen afleren schrijft ze on
der andere: „Iedereen die zegt
dat hasj en LSD niet versla
vend werken is een stomme
malle idioot, een van nifets af-
wetende gek". Verder in haar
dagboek noteert ze: „Natuur
lijk, trips zijn fantastisch en
jofel, ik zou liegen als ik zei
dat het anders was. Het is
opwindend en interessant en
gevaarlijk, maar het is het
niet waard! Het is het gewoon
niet waard!" Het terug naar
huis en de oude wereld gaan
levert niet alleen haar proble
men op: „De onderen waarmee
ik praatte en die een huis
hadden, maakten allemaal de
indruk terug te willen, maar
vonden het onmogelijk omdat
het zou betekenen dat ze hun
identiteit moesten opgeven.
In een periode, dat het erop
begint te lijken dat ze voor
goed van de verdovende mid
delen, af is, is het tweede dag
boek vol en besluit ze geen
nieuw meer te kopen. Drie
weken later sterft ze. Het i3
niet bekend hoe ze die weken
heeft doorgebracht en of ze
opzettelijk een overdosis heeft
genomen.
„Het onkruid en de bloe
men"; vertaling Remco Cam-
pert. Uitg: H.J.W. Becht's Uit
geveremaatschappij f 12,90.
papeirbackuitga/ve verschenen
biij uitgeverij Nelissen In
Bïoemendaial, ter gelegenheid
van het 25-jarig bestaan van
deZe uitgever. Voor West-lief-
hebbers een goedkope kans de
kennismaking met deze auteur
te vernieuwen, voor hen die
West nog niet kennen nodigt
alleen de geslaagde omslag al
tot lezen.
„Advocaat van de duivel"
verhaalt van de doodzieke Cu
rie-ambtenaar Blaise Meredith,
die in verband met een aange
vraagde heiligverklaring van
een gedode vreemdeling in het
ruige Calabrië, ter plaatse een
onderzoek moet instellen.
„De Ambassadeur" geeft de
gewetenscrisis weer waarin
een Amerikaanse ambassadeur
in Vietnam verkeert als hij
een Vietnamese president ten
val brengt, voor wie de am
bassadeur hoogachting koes
tert.
R. v. d. HELM
„De Toren van Babel" is
evenals „De Ambassadeur"
een actueel boek. Het behan
delt op populaire wijze, de
situatie in het Midden-Oos
ten.
W. van Bussel: Elektroni
sche orgels (Prisma pocket f
4,50).
Wim van Bussel heeft een
bijzonder nuttig boekje ge
schreven over elektronische
orgels. Niet alleeen nuttig ove
rigens, ook zinnig zoals wel
blijkt uit zijn uitgangspunten:
men moet een elektronisch or
gel niet vergelijken met een
pijporgel: het is een nieuw
instrument met nieuwe eigen
schappen ook wat de klank
betreft. In het boekje wordt
geprobeerd een inzicht te" ge
ven in theoretische zaken als
klankopbouw en andere aan
gelegenheden als de prijzen
de elektronische schakelingen,
klankbeoordeling en de tech
niek van het spelen. Voor wie
is geïnteresseerd in dit instru
ment, dat zoveel mensen zo
veel plezier bezorgt is di1
boekje een „must".
H. LUTZ
Cecile Aubry: Sebastiaan en
Lancelot, (Uitg. Zuidneder
landse Uitgeverij f 12,50).
Als je in de vakantie naai
je oom kunt die een landhuis
aan zee bezit, nou dan mag je
blij zijn. Maar als er een paar
halfgekke bedienden rondlo
pen en er rare dingen gebeu
ren, dan kan die blijdschap
wel eens over gaan. Dat heeft
Sebastiaan allemaal meege
maakt tijdens een spannende
vakantie in het Franse Morsan.
Een verhaal dat er trouwens
de spanning niet altijd zo goed
inhoudt. Soms wordt het wat
saai, dit jeugdboek.
o Arthur Hailey: „Wielen",
uitg. Zuid-Hollandsche Uitge
versmaatschappij, f 22,50.
Na het lezen van deze ro
man staat voor mij een ding
als een paal boven water:
nooit of te nimmer zal ik in
Detroit gaan wonen. De tien
duizenden auto's, die in deze
stad van de lopende band rol
len, hebben er het milieü
meer aangetast dan waar ook,
als we tenminste Hailey's ver
haal mogen geloven. De on
menselijke toestanden aan de
lopende bond, de afschuwelij
ke vakbondspraktijken, de
wanhopige strijd van de ne
gerbevolking tegen allerlei
vormen van discriminatie, het
komt bij het lezen van het
boek allemaal als erg rauwe
kost op je af. Ook de „hogere"
regionen van de auto-metro
pool beleven kennelijk maar
weinig plezier van de hoper
dollars die aan het industriële
spektakel worden v erdiend
Hailey heeft op knappe wijze
deze, zoals de uitgever hel
noemt, „jungle van het mense
lijk leven" geschilderd. Jam
mer voor Detroit dat het ver
haal niet bruikbaar is voor
een aantrekkelijke VVV-fol-
der.
M. v. Bijnen
Sylvia Plath. „De glazen
stolp". Uitg. A.W. Bruna f
14,90.
„Een autobiografisch werk
stuk, dat ik moest schrijven
om mijzelf te bevrijden van
het verleden", zegt de schrijf
ster Sylvia Piath zelf over
haar roman. Op fundamentele
pur.ten is naar boeiende boek
inderdaad de geschiedenis van
haar leven, „waarin ik voor
het grootste deel heb rondge
zworven als in een wezenloze
sfeer onder een glazen stolp.
Een tijd van duisternis, wan
hoop, ontgoocheling, zo zwart
ais het alleen in de menselijke
geest kan zijn, de symbolische
dood en dan de pijnlijke wors
teling om langzaam opnieuw
te worden geboren". Voor wie
de tragische levensgeschiede
nis van Sylvia Plath kent, is
het duidelijk, dat zij alle nu
ances van pijn om haar een
zaamheid, die slechts bij vla
gen vluchtig werd doorbroken,
n „De glazen stolp" heeft
neergeschreven. Een roman,
die dwingt tot intens meele
ven.
Harry Swinkels