1i Simon Vestdijk richtte al een monument voor zichzelf op Solzjenitsyn en het gezag BOEKEN BOEKEN BOEKEN BOEKEN BOEK BOEKEN BOEKEN BOEKEN BOEKEN BOEK „trips zijn joiel, maar het is het niet waard" kunst cultuur Dagboek verslaafd meisje: m i* 1 Ook mannen als Du Per ron en Ter Braak hadden wei nig waarderende woorden voor dit boek, waarin een literair realisme gevoed wordt door Proust (A la Recherche Du Temps Pen-du) en Freud (hoe wel Vestdijk later dit freudia- nisme ontkent). Vestdijk, die beducht was voor de flapschrijvers van de uitgevers, waarop dikwijls zo veel onzin voorkomt, ging zeli die teksten verzorgen. Zo be staat er nog een tekst, die hij bij dit boek gedacht had en waarin hij o.a. het volgende zegt: „In de roman Kind tus sen vier vrouwen, is wellicht voor het eerst in onze litera tuur beproefd een integraal beeld te geven van een jon gensleven tussen 6 en 16 jaar. Dit werk is concreet en reëel, het leven zelf spreekt hier, zowel in de uitbeelding van het karakter van de hoofdper sonen als in de schildering der talrijke bijfiguren en hier en daar van het provinciale mi lieu waarin alles zich afspeelt. Reeds aan de belangrijke plaats die een Kunst- en we reldbeschouwing ingeruimd is, waarin deze Anton Wachter, vroegrijp en begaafd zich tas tend tracht in te leven, kan blijken aan droom en visi oen ook dat er geen sprake is van 'n vlak realisme. Daar om zou ook 't etiket „psycho logische roman" misleiden. Zonder twijfel kan dit boek van grote betekenis zijn voor kinderpsychologen, pedagogen, psycho-aualytici, doch alleen in zoverre ais het de gegevens behelst die ook het werkelijke leven zou kunnen verstrekken. Geen vooropgezette theorieën, geen psycho-analytische con structies. Deze roman is niet alleen geschreven voor ieder, die belangstelt in de kinder ziel, maar ook voor ieder, die zich zijn eigen jeugd nog her innert als die wonderlijke pe riode, die voor altijd verloren is geraakt. De vier vrouwen zijn de vier typische mogelijk heden: de zinnelijkheid, bin ding aan de moeder, de opper vlakkige, wisselende verliefd heid en de ideële jeugdlief de. De grondidee van de roman: ontgoocheling door al het we reldse beleven, en desalniette min trouw aan het ideaal beeld, wordt pas aan het slot aangeduid". Het slot van de roman luidt: „Trouw. Onwankelbaar trouw aan iets dat hij verloren had aan iets dat hij nooit had bezeten". Dat is het slot van zijn Ina Damman-periode, de tijd waarin voor hem, via het schoolmeisje Ina Damman (nu mevrouw Liesbeth Beuving- Koning te Leeuwarden, 73 jaar) het ideale vrouwbeeld groeide. De Nina, die hem nooit meer los heeft gelaten tn in zijn latere romans weer opduikt (Terug naar Ina Dam man). Trouwens het hele manus cript afgewezenwerd voor hem de inspiratiebron voor zijn latere romans. Het werd de oertekst voor de An ton Wachter-cyclus (Meneer Vissers Hellevaart, De bruine vriend, Sint-Sebastiaan, De koperen tuin etc.). De meeste lezers zullen het evenwel graag aan literatuurcritici e.d. overlaten om vergelijkings punten etc. tussen afgeleide boeken en oertekst te trekken. Of je nu één of meerdere Wachters-romans gelezen hebt, of niet, het boek Kind tussen vier vrouwen blijft een zelf standige grootheid, dat zieh ook als zodanig laat lezen. Degenen, die de Wachterro mans gelezen hebben, ontdek ken dat ze ten opzichte van de oertekst dikwijls terwille ook van de verkoopbaarheid in voorbije tijden afge zwakt of veranderd zijn. De invloed van Proust en Freud werd gereduceerd. In De vier vrouwen zijn samengesteld al le stemmingen, die eens in zijn publieke debuut van de Platoonse Terugkeer naar Ina Damman en het vervolg in de demonische Hellevaart van Meneer Visser etc. accenten kregen. De flaptekst van Vestdijk zelf (die overigens niet op deze uitgave staat afgedrukt) kun je onderschrijven. Iedereen, die met kinderen van doen beeft, zal in dit boek prachtige rake typeringen weervinden, die je soms in je eigen omge ving de ogen openen. Ik denk bijv. aan het pesten van de poes door de jonge Anton; een beestje waaraan hij zeerver- knocht was. Waarom dit te genstrijdige gedrag? Vestdijk geeft een geweldige karakte ristiek. Dat is een willekeurig voorbeeld. Maar ook de hele kind-ouder-relatie. de kinder lijke seksuele droombeelden etc. Weliswaar vanuit een be paalde gezichtshoek bekeken, maar de hele psychologie heeft zich nog niet zodanig ontwikkeld, dat zijn beschrij vingen nu alle gronden zouden missen. Antons gevoelens en gedrag ten opzichte van zijn moeder, de meisjes Annie, Marie en Ina en het dienst meisje Janke zijn wel cultuur gebonden, maar toch van een dikwijls diep menselijke waarde. Die cultuurgebonden heid zal overigens veel lezers aanspreken, al was het alleen maar door het jeugdsentiment, dat daarbij om de hoek komt kijken A la Recherche Temps Perdu). Daar komt bij dat Vestdijk wonderlijk op zijn teksten kan „staan", ze om speelt en uitdiept met een li terair geweld, dat zelden ver velend wordt. Zijn voorliefde voor beel dende kunst, muziek, maar vooral de psychische spannin gen in de mens waarvan hijzelf een behoorlijk portie heeft meegekregen komen in dit autobiografische bron nenboek naar boven in een leeswaardig verhaal. Welis waar kinderlijke gedachten genoteerd vanuit een volwas sen geest, maar je krijgt het gevoel, dat het inderdaad een terugvertaling, een regressie, is van eenmaal zelf doorleefde gevoelens. Anton tijdens zijn hbs-periode: „Hij kon niet meer aanhankelijk zijn, en vertrouwelijk, al zou hij het willen. Hij wantrouwde zijn ouders ook. Him bescherming was verbroken. Eten hadden ze hem gegeven, en kleren, en speelgoed, veel speelgoed; hij had naakt mogen tekenen. Maar tegen het WOORD had den ze hem niet kunnen be schermen, en dat was erger dan het gemis van al die an dere dingen te zamen geweest zou zijn" (nb het woord: „ventje" noemden zijn mak kers hem; het woord waarmee zijn vader het steeds betitel de). Het zal moeilijk te achterha len zijn wie er nu in dit boek aan het woord is: de jonge Vestdijk of de oudere Vest dijk, als de man van het proefschrift „Het wezen van de angst"; de man, die zijn eigen depressies projecteerde in Anton Wachters. Hoe het ook zij, los van deze persoonlij ke karakteristieken, die te maken hebben met literatuur historie, blijft Kind tussen vier vrouwen een boek, dat velen ter lezing kan worden aanbevolen. Henk Egberts In Harlingen komt het ko- fwr mende jaar een monument voor de in 1971 overleden au teur Simon Vestdijk. Een niet te overtreffen monument heeft hij echter voor zichzelf opge richt met het postuum ver schenen boek KIND TUSSEN VIER VROUWEN (uitg. De Bezige Bij f 49,50). Een kluif voor literatuurexegeten, maar bovenal een geweldig boen voor iedereen, die van bespie gelend lezen houdt. Natuurlijk kun je aan dit boek enorm gaan zitten kluiven. Maar ook los van psychologische analy ses rond de figuren van Freud en Proust, die Vestdijk beïn vloedden, ligt hier een boek voor ons, dat erg boeiend is ein te lezen: een jongensleven vanaf zijn kleuterjaren tot in de puberteit gebonden vooral aan vier karakteristieke vrou welijke verschijningsvormen. Het boek zou je populairder kunnen noemen, dan de prijs ervan doet vermoeden, al moet je voor de 557 volgedrukte pagina's wel even gaan „zit ten", omdat de tekst vraagt om gekoesterd te worden. Dit boek van Vestdijk was zijn debuut, geschreven in vijf maanden tijds in 1933. 1121 volgeschreven velletjes van schoolschriften (zijn typische werkmethode). Als uitgegeven boek werd het zijn laatste om dat de uitgever (Nygh en Van Ditmar( indertijd er niet aan wilde; hetgeen overigens in 1968 nog het geval was. 0 Simon Vestdijk, getekend door Paul Citroen. Augustus Veertien, het jong ste werk van de Russische schrijver en Nobelprijswin naar Alexander Solzjenitsyn, is een harmonische samen smelting van roman en ge schiedschrijving. Het boek gaat over de eerste veertien dagen van de Eerste Wereld oorlog aan Russische zijde. Maar Solzjenitsyn heeft zich niet beperkt tot het slagveld en de krijgshandelingen. Hij neemt een lange aanloop tot de oorlogsgebeurtenissen zelf door via enkele „romanfigu ren" want zijn deze perso nen nu wel of niet verzonnen? het Rusland van die dagen diepgaand te beschrijven. Solzjenitsyn geeft de lezer een scherp beeld welk Rusland in 1914 de oorlog inging. Toch staat de oorlog centraal in het boek. En in de beschrij ving van die eerste veldtocht in het Mazoerische Merenge bied bedrijft Solzjenitsyn ge schiedschrijving, historisch be trouwbaar. Maar hij beschrijft dat stuk geschiedenis van Rusland niet koel en afstande lijk. Integendeel, voortdurend is de ondertoon te proeven van Solzjenitsyns persoonlijke betrokkenheid. En gaandeweg wordt het de lezer steeds dui delijker dat de veertiende au gustus van het jaar 1914 vol gens Solzjenitsyn geen verle den tijd is, maar actualiteit. De Eerste Wereldoorlog begon voor Rusland met een verne derende en vernietigende ne derlaag. De Russische legers waren veruit in de meerder heid. Dat was dan ook het enige. Want voor de rest was het in het Russische leger één grote puinhoop. En het was uitsluitend de hoogste legerlei ding die er een puinhoop van maakte, omdat die hoogste top zelf niet meer was dan dat. Onbekwame en onbe trouwbare generaals zaten op de belangrijkste posten. De in fanterie stond onder het bevel van generaal Artamonov. Hij commandeerde zestigduizend soldaten. Voor deze generaal betekende oorlog dat zijn car rière afgebroken werd. Het feit dat hij nu moest vechten, maakte hem radeloos: „Over dag waren de Duitsers aan hun offensief begonnen...en uit wanhoop besloot Artamonov zelf tot iets, waartoe zijn le gerstaf hem niet had kunnen dwingen: tot een licht offen sief". Worotyntsev, een kolo nel van het Grote Hoofdkwar tier, vraagt Artamonov op ze ker moment wat zijn strijd plan is. „Plan. Een woord dat een onorthodoxe bijklank had. Welk „plan" kon iemand heb ben en sprak men daarover soms hardop? Nee,dan moest hij vroeger opstaan. Het plan was, hier met het hele korps gezond en wel tussen uit te komen, en wel zonder smet op de naam van het korps, en met een beloning toe. Maar een dergelijke simpel plan kon je niet zo maar vertel len". Solzjenitsyn geeft de vol gende verklaring voor de puinhoop: „Het Russische le ger ging ten onder aan de hiërachie; de soevereine, on betwistbare reeks van dienst jaren en de volgorde van pro moties volgens de HlëRAJt- CHIEKE LIJN. Je hoefde er maar voor te zorgen dat je NIET ZONDIGDE TEGEN DE REGELS, alleen maar dat je je chefs niet kwaad maakte, en met het verstrijken van de tijd kwam vanzelf met de ter mijn de volgende gewenste rang, en met de rang tevens de functie". Naar mijn oordeel is deze passage in het boek zeer belangrijk. Solzjenitsyn spreekt hier niet enkel meer over 1914, maar ook over het heden. Alleen al de opvallende met een hoofdletter geschre ven woorden duiden hier op. Maar hij spreekt hier ook niet alleen over Rusland. AUGUSTUS VEERTIEN is te rijk van inhoud om het in enkele woorden samen te vat ten. Wel is dit boek sterk aan te bevelen omdat Solzjenitsyn op boeiende wijze een alge meen geldende werkelijkheid beschrijft, name ijk wat een samenleving of een natie ver mag indien gezag het alleenza ligmakende beginsel is. JAN BOUWMANS Alexander Solzjenitsyn: AUGUSTUS VEERTIEN (2 dl). (De Boekerij n.v, Baarn, 568 blz. f 37,80). Michaël Fischer: „De Car rièremakers". (Uitg. Zuid-Hol- landsche Uitgeversmij. n.v. f 19.90). In een uitsluitend door com merciële motieven gedreven en op wiinst gerichte industrië le samenleving, waiairin carriè re wordt gemaaikf met het no dige ellebogenwerk, krijgt de menselijke waardigheid het zwaiar te verduren. Deze visie ligt ten grondslag aan deze roman. Zijn hoofdfiguur, een biochemicus viindt zijn weten schappelijk werk in een labo ratorium eentonig wordeox Zijn onvrede met zijn weten schappelijke arbeid groeit naarmate hij ziiet hoe vroegere studievrienden in het bedrijfs leven een lucrative baan heb ben gevonden, die hun in staat stelt er goed van te leven. Zijn naijver doet hem zijn werk opgeven voor een dik betaalde job in de farmaceuti sche industrie. Dan gaat er ook voor hem een wereld open, die tot dusver onbereik baar was. Maar zijn nieuwe le vensstijl brengt conflicten mee in zijn persoonlijk leven, en in zijin naaste omgeving. Daaraan is tenslotte slechts te ontko men door een vlucht. Door zijn luchtige verteltrant laat zich die roman van Michaël Fischer vlot lezen, maar daar door moet men zich niet laten misleiden, want de ondertoon blijft tragisch. Harry Swinkels H. Ipsen: De Vreemdeling (Uitg. H. Nelissen f 14,90). Het werk van Ipsen is met name in Denemarken en de andere Scandinavische landen al zeer bekend. HSj schreef reeds een tiental romans, waarvan de laatste werd ver taald in het Nederlands, onder de titel „De Vreemdeling". Memeer Gaerlik - hoofdper soon van deze roman is een vreemdeling voor commandant Broek en zijn officieren, als hij, onaangekondigd. ver schijnt op een strafeiland waar criminele en politiek' gevangenen werken aan df bouw van een vesting. Hiet boek is gesitueerd, in een auto ritaire samenleving, waarin bureaucratie een grote ro' spèelt. Dank z:j die bureaucra tie diurft eigenlijk niemand Gaerlik te vragen wie hij is en wiat hij komt doen. Het boek laat zich lezen als een thriller, met een verrassende ontknoping. R. v. d. Helm Jan Terlouw: Oorlogswin ter (uitgave Lemniscaat) Er zullen weinig onderwer pen zijn, die romanschrijvers zoveel stof opgeleverd hebben als de tweede wereldoorlog. Vooral de jeugd tussen pak weg tien en vijftien jaar schijnt, gezien het aantal ti tels, een willige markt voor diverse literatoren te vormen. En waarom ook niet. Er zijn massa's spannende verhalen te vertellen over de grote we reldbrand en de groep waar voor je schrijft heeft dat toch niet meegemaakt, zodat je je over de historische juistheid niet ai te druk hoeft te ma ken. Voornoemd soort boeken gaat vrijwel altijd miank aan een blijkbaar onvermijdelijke tweeslachtigheid- Enerzijds moet het verhaal spannend zijn, omdat er anders kenne lijk geen markt voor is. Maar aan de andere kant mag je de leugd natuurlijk niet de in druk geven, dat een oorlog rigenlijk best interessant is. Dus zet je op daartoe geëigen de plaatsen wat belerende zin netjes en klaar ben je. Oorlogswinter van Jan Ter- Louw, die onlangs zijn oeuvre gehonoreerd zag met de gou den griffel is in de reeks oor- logs-aivontunenfooeken geen uitzondering. Een aardig ver haal van een vijftienjarige jongen, die itn. het verzet be landt en daar spannende avon turen beleeft. Goed geschreven maar verdier pretentieloos. Maar waarom dian toch. ook In dit boek weer die opvoe dende toon? Waarom dat waarschuwende „Zong dat dit nooit meer gebeurt" aan het adres van jongeren die dage lijks kranten lezen en tv kij ken..? WILLEM VERHALLEN Jan Biezen: Atlanta (uit gever Nijgh en Van Ditmar - f 3,90) De paperback Atlanta van de in 1942 te Wassenaar gebo ren auteur Jan Biezen is geen sterk boek. We reizen in zijn boek wel mee naar Schotland, Amerika, en Griekenland, maar dat houdt niet in dlat hij bet gezegde: wie verre reizen doet kan veel vertellen waar maakt. Het boek handelt over een man, die losbreekt uit zijn kleinburgerlijk bestaan waarin hij het niet meer harden kan. Hij droomt ervan eens een studie te schrijven over de historie van Schotland, maar hij komt daarna in het hele boek niet toe. Hij heeft het te druk met zijn vluchtige ont moetingen met een vlinderach tig meisje, dat achter een car rière als filmster aanjaagt tot dat zij, moe geworden, tenslot te tooh weer bij hem terug keert. Het verhaal doorspekt met een gezocht beeldende en dlaiairom erg vermoeiende taal, kreeg geen diepgang mee. HARRY SWINKELS Dietrich Bonhoeffer: Het wezen van de kerk (Uitg. Ten Have - f 6,90) In 1932 hield de Duitse evangelische theoloog Ben- hoeffer, 26 jaar oud een serie opmerkelijke (zelfs nu nog) colleges over het wezen van de kerk. De oorspronkelijke tekst is in de oorlog verloren gegaan (B. zelf is in 1945 om het leven gebracht om zijn verzet tegen het nazi-bewind) maar udtt enkele col.egedicta- ten van studenten kon de serie goeddeels gereconstrueerd worden. Het is bijna ongeloof lijk dat dit 40 jiaiar geleden al gezegd is, zo actueel zijn de gedachten van Bonhoeffer pp veel plaatsen- J. LANDMAN Jules de Corte: Vissen achter het net (Uitg. Semper Agendo, Apeldoorn, f 6,90) Telefoonnummer 04920- 35331. De Cortefoon. Wie belt, krijgt, elke dag iets anders te horen, een gedichtje, een lied je, een tekst, een gedachte of nog minder, geluid van klok ken b.v. Het wil telkens een klein boodschapje zijn, maar dat woord is eigenlijk nog te zwaarwichtig. Vaak is het ook een grapje, een sneer op een van de vele wantoestamdjes op ons halfrond, maar meestal bij onszelf. Wie kent Jules de Corte niet? Hij heeft vele fans, is het niet om zijn „Ik zou wel eens willen weten", dan toch om zijn „Koning Onbe nul". De Cortefoontjes die ge bundeld zijn in een fraai boek werkje „Vissen achter het niet", - het its een kleine selec tie - halen het echter over het algemeen niet bij de meeste van zijn liedjes. Door de tele foon, gesproken door Jules zelf, komt bet vaak overtui gender over. Naar ons idee is hij gewoon geen schrijver maa-r een volbloed liedjeszan ger. Alleen de stukjes in het boekje, waarin Jules op de cynische toer gaat, zijn wer kelijk goed. Maar dat is met zijn bedjes ook zo - al is dat natuurlijk een persoonlijke mening. Ondanks de kritiek; er zit zoveel van Julies in dit boekje, dat het menigeen ple zier zal doen. JX,. Morris West: Advocaat van de duivel; De Toren van Ba- bel; De Ambassadeur (uitge ver: H. Nelissen n.v-, f 9,90 per stuk. Bij aanschaf van alle drie paperbacks totaalprijs f 27,50. Deze jubileumaanbie ding geldt tot 1 januari 1973). Deze drie boeken van de Amerikaanse auteur Morris West zijn onlangs in een luxe Fotografie vervult een wens naar onsterfelijkheid, aldus prof. Kurt Weidemann in zijn inleiding op het boek DAS DEUTSCHE LICHTBILD 1973, dat tevens weer in een Engelstalige editie is verschenen (The German Photogra phic Annual 1973). In deze inleiding, die handelt over crea tiviteit in de fotografie zegt hij tevens, dat creativiteit in de professionele fotografie even zeldzaam is ais onkruid in het asfalt. Een uitspraak, die in het boek zelf gelochen- straft schijnt; niet alleen door de professionele fotografen, maar ook door een aantal amateurs. Dit hoek, dat nu meer dan tien jaar verschijnt, is dit jaar, zoals dat past in onze tijd van steeds méér en steeds béter, gevuld met nog méér foto's en nog méér kleur dan ooit het geval was. Een keuze van 160 grote foto-afbeeldingen, uitgekozen uit een over dadige inzending van profi's en amateurs, die er op gesteld zijn in dit jaarboek hun resultaten te tonen. Van de af beeldingen zijn er 56 in kleur en 40 foto's zijn over twee pagina's groot afgedrukt. Robert Lebecks indringende foto's uit India, Thomas Lütt- ges kleurencomposities, beelden uit wetenschappelijke on derzoekingen, de prachtig geziene opnamen uit Afrika van Pieter Blum, delikate kleurenstudies van Fritz Dressier, aangrijpende foto's uit Vietnam van Delanoff en een sur realistisch tafereel met kalenderbladen van Huub Mail; om enkele voorbeelden te noemen. Van alle foto's zijn weer technische bijzonderheden bijgevoegd, waaraan zij die zelf met fotografie bezig zijn wel wat zullen hebben. Maar het gaat met dit boek als met zoveel platenboeken: je hoeft deze techniek niet zelf te beoefenen om er toch van te kun nen genieten. Een boek om zo maar wat in te bladeren, te kijken naar de originele wijzen van zien (andere perspec tieven op het leven) en een menselijk document, waarin een stuk geschiedenis vastligt; handschrift van een afge,- lopen jaar. Het boek dat 228 pagina's telt kost DM 36 in linnen hand en gebrocheerd DM 29; deze prijzen gelden ook voor de Engelse editie. Voor zover het niet bij de boek- of foto handelaar te krijgen is, kan het besteld worden bij Verlag Die Schone Bücher dr Wolf Strache KG, postfach 1124,7 Stuttgart. „Moet dat nu weer zo no dig", denk je dan bij je zelf als je de begeleidende tekst van het boek „Het onkruid en de bloemen", een dagboek van een verslaafd meisje, leest. En je ziet in gedachten een oude re een waarschuwende vinger opsteken naar de jeugd en zeggen: „Stort je niet in het verderf door verdovende mid delen te gaan gebruiken". Maiair als je dan toch maar in „Het onkruid en de bloe men" begint te lezen raak je gefascineerd door he t leven wam het meisje, diat intens ge lukkige momenten kent, die anderen, die geen verdovende middelen gebrodiken, nooit zul len beleven. Maar de prijs, die ze hiervoor moet betalen is erg hoog: enorm deprimeren de, afschuwelijke perioden tussen de fijne hoogtepunten, een wanhopig gevecht om van de druigs af te raken en ten slotte de dood. Alice is vijftien jaar, komt uit een niet arm gezin met drie kinderen, heeft in verge lijking met leeftijdgenoten fij ne ouders. Geen moeilijkheden dius, die zouden kunnen leiden tot het gebruik van drugs. Ze raakt toch aan de verdovende middelen, doordat ae ze zon der het zelf te weten binnen krijgt op een feestje, eenmaal eraan verslaafd zegt ze over het jong zijn: „Jong zijn is een wankele, onzekere staat. Volwassenen behandelen jonge mensen als kinderen en ver wachten toch, dart ze zich als volwassenen gedragen. Ze ge ven ze bevelen alsof het beestjes waren, maar ver wachten dan dat ze reageren als rijpe, altijd verstandelijke, zelfverzekerde personen". Later schrijft ze: „Maar om je de waarheid te zeggen, vind ik niet dat je het de jeugd kwalijk kan nemen dat ze in de puree raakt, tenminste niet helemaal. De volwassenen ma ken niet de indruk het er veel beter af te brengen. Eerlijk gezegd kan ik niemand beden ken, die ik graag als president zou zien, behalve pappie dan, maar met mij als dochter zou den ze hem nooit kiezen". Alice komt in de clan van druggebruikers en -dealers te recht en moet zodoende op een gegeven moment niet alleen strijd leveren tegen de versla ving, maar ook tegen de groep, die haar niet met rust wil l-aten en haar blijft treite ren. Daar komt dan nog bij, dat er niemand is, tot wie ze zich met hiaar problemen kan wenden. Versohiiilen.de keren probeert ze te stoppen, maar steeds weer kan ze geen weer stand bieden aan de verlei ding. Over de verslaving en het willen afleren schrijft ze on der andere: „Iedereen die zegt dat hasj en LSD niet versla vend werken is een stomme malle idioot, een van nifets af- wetende gek". Verder in haar dagboek noteert ze: „Natuur lijk, trips zijn fantastisch en jofel, ik zou liegen als ik zei dat het anders was. Het is opwindend en interessant en gevaarlijk, maar het is het niet waard! Het is het gewoon niet waard!" Het terug naar huis en de oude wereld gaan levert niet alleen haar proble men op: „De onderen waarmee ik praatte en die een huis hadden, maakten allemaal de indruk terug te willen, maar vonden het onmogelijk omdat het zou betekenen dat ze hun identiteit moesten opgeven. In een periode, dat het erop begint te lijken dat ze voor goed van de verdovende mid delen, af is, is het tweede dag boek vol en besluit ze geen nieuw meer te kopen. Drie weken later sterft ze. Het i3 niet bekend hoe ze die weken heeft doorgebracht en of ze opzettelijk een overdosis heeft genomen. „Het onkruid en de bloe men"; vertaling Remco Cam- pert. Uitg: H.J.W. Becht's Uit geveremaatschappij f 12,90. papeirbackuitga/ve verschenen biij uitgeverij Nelissen In Bïoemendaial, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van deZe uitgever. Voor West-lief- hebbers een goedkope kans de kennismaking met deze auteur te vernieuwen, voor hen die West nog niet kennen nodigt alleen de geslaagde omslag al tot lezen. „Advocaat van de duivel" verhaalt van de doodzieke Cu rie-ambtenaar Blaise Meredith, die in verband met een aange vraagde heiligverklaring van een gedode vreemdeling in het ruige Calabrië, ter plaatse een onderzoek moet instellen. „De Ambassadeur" geeft de gewetenscrisis weer waarin een Amerikaanse ambassadeur in Vietnam verkeert als hij een Vietnamese president ten val brengt, voor wie de am bassadeur hoogachting koes tert. R. v. d. HELM „De Toren van Babel" is evenals „De Ambassadeur" een actueel boek. Het behan delt op populaire wijze, de situatie in het Midden-Oos ten. W. van Bussel: Elektroni sche orgels (Prisma pocket f 4,50). Wim van Bussel heeft een bijzonder nuttig boekje ge schreven over elektronische orgels. Niet alleeen nuttig ove rigens, ook zinnig zoals wel blijkt uit zijn uitgangspunten: men moet een elektronisch or gel niet vergelijken met een pijporgel: het is een nieuw instrument met nieuwe eigen schappen ook wat de klank betreft. In het boekje wordt geprobeerd een inzicht te" ge ven in theoretische zaken als klankopbouw en andere aan gelegenheden als de prijzen de elektronische schakelingen, klankbeoordeling en de tech niek van het spelen. Voor wie is geïnteresseerd in dit instru ment, dat zoveel mensen zo veel plezier bezorgt is di1 boekje een „must". H. LUTZ Cecile Aubry: Sebastiaan en Lancelot, (Uitg. Zuidneder landse Uitgeverij f 12,50). Als je in de vakantie naai je oom kunt die een landhuis aan zee bezit, nou dan mag je blij zijn. Maar als er een paar halfgekke bedienden rondlo pen en er rare dingen gebeu ren, dan kan die blijdschap wel eens over gaan. Dat heeft Sebastiaan allemaal meege maakt tijdens een spannende vakantie in het Franse Morsan. Een verhaal dat er trouwens de spanning niet altijd zo goed inhoudt. Soms wordt het wat saai, dit jeugdboek. o Arthur Hailey: „Wielen", uitg. Zuid-Hollandsche Uitge versmaatschappij, f 22,50. Na het lezen van deze ro man staat voor mij een ding als een paal boven water: nooit of te nimmer zal ik in Detroit gaan wonen. De tien duizenden auto's, die in deze stad van de lopende band rol len, hebben er het milieü meer aangetast dan waar ook, als we tenminste Hailey's ver haal mogen geloven. De on menselijke toestanden aan de lopende bond, de afschuwelij ke vakbondspraktijken, de wanhopige strijd van de ne gerbevolking tegen allerlei vormen van discriminatie, het komt bij het lezen van het boek allemaal als erg rauwe kost op je af. Ook de „hogere" regionen van de auto-metro pool beleven kennelijk maar weinig plezier van de hoper dollars die aan het industriële spektakel worden v erdiend Hailey heeft op knappe wijze deze, zoals de uitgever hel noemt, „jungle van het mense lijk leven" geschilderd. Jam mer voor Detroit dat het ver haal niet bruikbaar is voor een aantrekkelijke VVV-fol- der. M. v. Bijnen Sylvia Plath. „De glazen stolp". Uitg. A.W. Bruna f 14,90. „Een autobiografisch werk stuk, dat ik moest schrijven om mijzelf te bevrijden van het verleden", zegt de schrijf ster Sylvia Piath zelf over haar roman. Op fundamentele pur.ten is naar boeiende boek inderdaad de geschiedenis van haar leven, „waarin ik voor het grootste deel heb rondge zworven als in een wezenloze sfeer onder een glazen stolp. Een tijd van duisternis, wan hoop, ontgoocheling, zo zwart ais het alleen in de menselijke geest kan zijn, de symbolische dood en dan de pijnlijke wors teling om langzaam opnieuw te worden geboren". Voor wie de tragische levensgeschiede nis van Sylvia Plath kent, is het duidelijk, dat zij alle nu ances van pijn om haar een zaamheid, die slechts bij vla gen vluchtig werd doorbroken, n „De glazen stolp" heeft neergeschreven. Een roman, die dwingt tot intens meele ven. Harry Swinkels

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1972 | | pagina 16