vrij.
uit
DE STEM ZATERDAG 26 NOVEMBER 1 Wï
IEEIÜI
du
I11IIIIII
lil
Mannen-
opmerking
Manwijven
Opwellingen
Een afgang
Zes hondjes
Accu opladen
i fclangengroepje
Grijs mengsel
Zwakken
en zieken
Volle tram
Woonellende
Jas voor Piet
Verkeersbord
Drs. J. den Uyl.
0 IWr. F. Andriessen
't Is het een of het an
der. Nederland mag
woensdag weer kiezen.
PvdA of KVP of een van
die vele anderen. Wim
Wennekes bracht de echt
genotes van 2 fraktielei-
ders bij elkaar. Catherien
Andriessen en Liesbeth
Den Uyl. Niet zozeer om
uit haar mond te horen hoe
het is om met een fraktie-
leider getrouwd te zijn,
maar wel om te peilen in
hoeverre de dames mee
gaan met de gedachten-
gangen van de heren. Bo
vendien om te horen wat
de ambities van beide da
mes zijn. En ach, er was
nog zoveel meer.
Tekst:
Wim Wennekes
Foto:
Tido Gideonse
0 De dames van de heren:
links mevrouw Den Uyl, rechts
le wederhelft van Mr. Frans
Andriessen.
Mevrouw Andriessen: „ik
leb altijd vreselijk veel be
stuurlijk werk gedaan. Sinds
mijn man fraktieleider is, heb
ik aan mijn eigen uithuizig
heid een beetje paal en perk
gesteld, maar dat wil niet zeg
gen dat ik nu met de handen
over elkaar zit. Ik ben pas
nog druk geweest met de opzet
van een hartonderzoek".
En mevrouw Den Uyl: „Ik
heb diverse funkties in de par
tij en bij de Rode Vrouwen.
Daarnaast ben ik vice-voorzit-
ster van de wijkraad hier in
Buitenveldert. Verschrikkelijk
fijn is dat. Daar ben je met
zeer concrete dingen bezig. Een
verkeersbord, een oversteek
plaats, een park dat niet goed
funktioneert, het opzetten van
een crèche".
Ik: Een geëmancipeerde
vrouw. Wat is dat eigenlijk?
Mevrouw Den Uyl: „Voor mij
is dat een vrouw, die zich er
van bewust is, dat vrouwen
nog altijd gediscrimineerd
worden. Lonen van vrouwen
liggen lager dan die van man
nen. Vrouwen zijn in bepaalde
beroepen niet of nauwelijks
gewenst. Meisjes krijgen vaak
nog te veel typisch meisjes
speelgoed, dat hen voorbereidt
op hun rol van huisvrouw.
Weet je wel: het serviesje, het
schortje, het make-up tasje.
En jongens krijgen dan het
rode brandweerautootje en het
pistooltje. Zo van: later zul
je je gezin moeten beschermen
en verdedigen. Zolang dèt zo
is en je dat beseft en je dèèr
verandering in probeert te
brengen, ben je een geëman
cipeerde vrouw".
Ik: De gewone huisvrouw
wil.
Mevrouw Andriessen, er on
middellijk bovenop, terwij]
mevrouw Den Uyl goedkeu
rend knikt: „Hè, dat is nu
weer typisch zo'n mannenop-
merking! Wat is nou een „ge
wone huisvrouw"? D'r zijn zo
veel gewone huisvrouwen die
tegelijkertijd zo ongewoon zijn.
Die op hun plaats zo ontzet
tend veel te betekenen heb
ben. Die in een schoolbestuur
zitten, die zich intereseren voor
ontwikkelingswerk of zoiets,
missiewerk, noem maar op".
Mevrouw Den Uyl: „Of die
zelfs maar gewoon de vrien
den van hun kinderen opvan
gen".
Ik probeer het toch nog een
keer opnieuw: de „gewone
huisvrouw" denkt vaak dat als
ze geëmancipeerd is, dat ze
dan niet meer fluitend de af
was mag doen. Ze verwijt
eigenlijk, dat „die manrwijven"
haar dingen verbieden, die ze
leuk vindt.
Mevrouw Andriessen: „Je
zit met een groep vrouwen,
die zich onrustig voelt bij al
dat gepraat over emancipatie.
Die ervaren een eenvoudig ap
pèl aan het geweten als on
prettig. Ze willen gewoon niet
zien, dat iedere vrouw het
recht heeft op iets meer dan
afwassen alleen".
Tot slot nog even aan de
dames gevraagd hoe ze over
hun eigen man denken en
over die van de ander.
Mevrouw Andriessen (moe
der van 4 kinderen) over haar
Frans, die na lang aandringen
van héér kant zijn haardos
enigszins gemoderniseerd
heeft: „Hij is geweldig integer.
Het levende bewijs, dat poli
tiek en eerlijkheid best samen
gaan. Hij is niet zo, dat hij
zegt: ik heb het in mijn zak,
hij weet hooguit hoe het zou
künen. Daarin verschilt hij
wezenlijk met Den Uyl. Die is
zo betweterig. Dat irriteert me
én het stelt me teleur. Ik heb
bewondering voor z'n inzet, z'n
streven, maar de methode die
Den Uyl volgt is verkeerd".
Mevrouw Den Uyl (één moet
ei toch het laatste zijn): „An
driessen lijkt me wel een aar
dige man, die z'n weg nog
moei vinden, maar waarvan ik
niet zeker weet of hij nu wel
essentieel begrijpt wat er in
Nederland aan de hand is. En
mijn man? Dat is voor mij een
soortnaam van een heleboel
prettige mensen. Van m'n kin
deren, m'n man, m'n familie.
Politiek gezien vind ik Den
Uyl iemand, die weet hoe het
zou moeten in Nederland. Een
man die het, mede dankzij zijn
partijgenoten, ook kan waar
maken. Hij zou een kans moe
ten krijgen. Want weet je wat
het is? Hij weet het écht. Hij
is in de oorlog begonnen met
te schrijven hoe het na de oor
log zou moeten gaan. Dat heeft
hij steeds opnieuw gedaan. Het
zijn niet zomaar opwellingen
op grond waarvan m'n man
spreekt, nee, het zit gewoon
•n zijn hoofd waar het naartoe
ioet. Dat dankzij studies, boe-
•o lezen, praten, rond kijken.
*'n nachtkastje liggen al-
hoeken, in zijn tas idem
Echte studieboeken,
irin hij zich zoveel moge-
k en intens verdiept".
Natuurlijk: het kón niet
goed gaan. Ik was trou
wens ook gewaarschuwd
dat het binnen de kortste ke
ren zou ontaarden in een
nietes-welles spelletje. KVP-
voorlichter Antoine van den
Wildenberg had nog zo ge
zegd van: pak ze toch apart!
Maar ja, eigenwijs hè? Niet
willen luisteren en mevrouw
Eatherien Andriessen vragen of
ze op een donderdagmorgen
bij mevrouw Liesbeth den
Uyl zou willen komen. De
echtgenoten van twee fraktie-
eiders, KVP en PvdA.
Nou, mevrouw Andriessen
wilde best in d'r Fiat 127 van
Bilthoven naar Amsterdam rij
den. Dus daar zaten we dan.
In de geweldige patiobungalow
van de Den Uylen in Amster-
dam-Buitenveldert, waar orde
en netheid hebben moeten
wijken voor leefbaarheid.
Het begon allemaal lepelend
aan bij wijze van vriendelijk
gebaar meegenomen slagroom
gebak. Mmmm lekker. Drukke
lag zeker dames?
Mevr. Andriessen: „Krank
zinnig druk. Ze draaien op het
ogenblik werkweken van 90
tot 95 uur. Van 's morgens acht
tot 's nachts 'n uur of een,
twee. Ja, en vergeet niet dat
dat konstant werk is. Ze zijn
voortdurend bezig, de hele dag
door. Dan is het een journa
list, dan een plaatselijke par
tijbestuurder, dan die, dan die.
Ze moeten doorlopend aan
dacht hebben voor wie aan
klopt. Ook voor de mensen
die tijdens een verkiezings
avond iets hadden willen vra
gen, maar die dat niet in het
openbaar durven. Zulke men
sen komen na afloop, terwijl
je eigenlijk op het punt staat
om naar huis te gaan, ook
nog even met hoe zit dat en
ik zou zus of zo wel eens wil
len weten".
Mevrouw Den Uyl (regelma
tig 'n sigaartje opstekend, rus
tig, vriendelijk, zachte stem):
„Dat is wel zo, maar dat bren
gen de verkiezingen nu een
maal met zich mee".
Ik: Nu kan het voor beiden
een succes of een afgang wor
den. De PvdA staat er in de
enquêtes erg goed voor. De
K\P minder. Hoe verwerk je
dat nou, zo'n afgang. Zo'n
mislukte (verkiezingsstrijd?
Mevrouw den Uyl: „Die ver
kiezingstijd is een bepaald ge
geven. Je hebt jezelf een taak
gesteld en die houdt gewoon
op op de verkiezingsdag. Wat
daarna komt is weer een an
der hoofdstuk. Je hebt geen
tijd om te gaan dagdromen".
Mevrouw Andriessen (han
dig, slagvaardig, heldere stem,
vrijwel steeds aan het woord):
„Je denkt niet aan wat „daar
na" zal gebeuren. Natuurlijk
hoop je wel op winst wanneer
je de maximale inzet van je
man ziet, maar je moet ook
zo realistisch kunnen zijn dat
je weet dat hij niet persoonlijk
verantwoordelijk is voor een
succes of afgang".
Mevrouw Den Uyl: „Daar
komt nog iets bij in de Neder
landse politiek. Een eventuele
overwinning is nog niet beslis
send voor wat er daarna gaat
gebeuren. Het is nog helemaal
niet gezegd, dat de winnaar
ook nog regeringsverantwoor
delijkheid krijgt".
Ik: Wat heeft nou mevrouw
Den Uyl tot PvdA-aanhangster
gemaakt en wat mevrouw An
driessen tot KVP-ster. Ofwel:
waarom ziet de een de KVP-
beginselen helemaal niet zit
ten en de ander die van de
PvdA niet?
Mevrouw Den Uyl: „Daar
voor moet je m'n achtergrond
kennen. Ik kom uit een libe
raal-burgerlijk gezin. Vader
werkte op een bank. Politiek
speelde geen rol in zijn leven.
Toen kwam de oorlog, ik dook
in het verzet, leerde m'n man
kennen en kwam terecht in
een milieu waarin ik me hele
maal thuis voelde. Een duide
lijk PvdA-milieu. Ik weet het
niet hoor. Wanneer ik ergens
anders terecht was gekomen,
had ik misschien wel voor een
andere partij gekozen".
Ik: Wat staat U nou zo tegen
binnen de KVP?
Mevrouw Den Uyl: „Ik zou
er nooit op stemmen omdat je
maatschappelijke idealen je
binding moeten zijn met een
partij en niet je geloof. De
KVP is 'n mengeling van men
sen die één misschien evan
gelische lijn volgen, maar die
maatschappelijk zó uiteen lo
pen - van helemaal rechts
naar helemaal links - dat ik
niet zie hoe dat een werk
zame beweging kan zijn. De
KVP blijft op mij over komer
als iemand, die zes hondje'
aan de lijn heeft. Hondjes, dk
allemaal een andere kant o'
willen. Daardoor kan di'
iemand, de KVP dus, allee-
maar passen op de plaats me
ken", waarbij Mevr. Andries
sen wel even aangetekenr
wenst te zien, dat ook de PvdA
vergeleken kan worden met
een kennel vol anders blaffen
de hondjes. Maar dat terzijde!
Nu de achtergronden van
Mevr. Andriessen.
Zij: „Daar gaan we dan! Ik
kom uit een heel groot gezin.
Negen broers en ik als enige
dochter. Mijn vader deed veel
bestuurlijk werk na zijn dage
lijkse arbeid. Meer om hem te
plezieren dan voor m'n eigen
lol ben ik eens een keer mee
naar een KVP-vergadering ge
gaan en werd prompt in het
bestuur gekozen. Dat was in
die tijd iets heel bijzonders,
want de politiek werd door
mannen gemaakt en dan nog
door mannen die al gesetteld
waren en zo'n jaar of 40 tot
50 oud. Dat is hoe ik in de
politiek kwam. Nu m'n reli
gieuze achtergrond. Wij waren
thuis katholiek - en dat noem
ik boffen - allang geleden
vertrouwd met het idee, dat op
zondag naar de kerk gaan niet
je enige ware was. Je moest
er meer inhoud aan geven,
werd ons voorgehouden. Je
moes! christelijk bezig zijn.
Zodoende zijn het kerkelijke
en het christelijke bezig zijn
twee heel verschillende din
gen voor mij. Ik ga met een
zekere regelmaat naar de kerk.
Daar heb ik behoefte aan.
Noem het maar je accu die
opgeladen moet worden. Maar
het christelijke houdt voor mij
sociale bewogenheid in. Het in
de politiek opkomen voor de
sociaal zwakkeren. Ik had
nooit voor de KVP gekozen
wanneer die partij alleen met
de kerkelijke boodschap de
wereld in was gegaan. D'r
moet meer zijn. Die christe
lijke sociale bewogenheid. Da!
is voor mij het punt".
ik: Legt U nou eens uit wat
dan het verschil is tussen ge
wone sociale bewogenheid, zo
als de PvdA die voor staat, en
de Uwe?
Mevrouw Andriessen: „Wat
verschil? Hoezo? Wij liggen
gewoon verschrikkelijk dicht
bij elkaar. Maar wat drijft ons
uit elkaar? Mensen zoals mijn
heer Den Uyl, die tegenstellin
gen kweken, aandikken, ver
scherpen. Dat vind ik zoiets
ergsToen we uit de oorlog
kwamen, toen zeiden we: We
kunnen SAMEN wat en als je
ziet hoe dat nu terug gevallen
isIedereen heeft z'n eigen
belangengroepje. Ik zou dat
oude gevoel weer willen op
roepen en zeggen: Mensen,
waar zijn we in godsnaam
mee bezig? Het is heilloos el
kaar te verketteren. Probeer
elkaar te begrijpen. Wéét wat
je tegenstellingen zijn, maar
maak daar niet de allerhoog
ste wijsheid van. Gebruik die
tegenstellingen om te weten
wat je gemeen hebt en pro-
beet vanuit die wetenschap
samen naar oplossingen voor
de sociaal zwakkeren te zoe
ken".
Ik: Uw man heeft anders
eens in de Nieuwe Linie gezegd
dat hij niet op de eerste plaats
voor de arbeiders wil opko
men.
Mevrouw Andriessen: „Dat
heeft hij inderdaad en dat ben
ik met hem eens. De grote
problemen liggen niet alleen
bij de arbeiders".
Mevrouw Den Uyl er tus
sendoor: „Nee, de kleine zelf
standigen, de AOW'ers, noem
maar op. Die horen er ook
bij".
Mevrouw Andriessen: „Dat
is wat mijn man bedoelt. Hij
wil voor alle mensen, die in
de maatschappelijke molen
vermalen worden, opkomen".
Mevrouw Den Uyl schudt het
bebrilde hoofd.
Telefoon. Een zoon: „Mama
de een of andere journalist wil
weten of papa nou om drie
uur 's middags of 's nachts
is geboren".
Mevrouw Den Uyl: „Dat ze
het maar navragen op het ge
meentehuis van Hilversum".
En even later joelend, haar
zoon achterna: „Ik weet het
al: 's middags". En weer rus
tig gezeten: „Of 's nachts".
Mevrouw Den Uyl, inhakend
op het voorgaande, héél zacht:
„Jullie bindmiddel binnen de
KVP is niet je maatschappe
lijke visie, want die is bij jul
lie voor iedereen weer anders,
maar het evangelie. Daar is
niets op tegen, maar 't evan
gelie leidt niet tot één poli
tieke koers. Dat kan tot di
verse koersen leiden. En het
gevolg is, dat jullie maatschap
pelijk resultaat gelijk is aan
nul. Een grijs mengsel van al
les door elkaar".
Mevrouw Andriessen (fel)
„Kijk nou toch eens naar Ne
derland, naar wat er bereikt
is. Dan kun je toch niet zeg
gen, dat ons beleid geen re
sultaten heeft. Wij nemen een
unieke positie in de wereld in
waar het om sociale voorzie
ningen gaat. Mijn God, wan
neer je op het ogenblik de
mensen moet geloven, dan le
ven we hier in Sicilië. Kom
pleet met maffia in de vorm
van een kleine groep kapitalis
ten, die het voor het zeggen
heeft".
Mevrouw Den Uyl, weer ter
gend kalm: „Als jij die sociale
voorzieningen erbij haalt, dan
bewijst dat niet zoveel, want
de meest rechtse regering zou
ook voor sociale voorzieningen
gezorgd hebben. Dat is ten alle
tijde verantwoord. Maar wat
is er wel aan de hand? Er zijn
een heleboel groepen die onder
liggen en daar hebben jullie
niets aan kunnen doen. En
waarom niet? Omdat jullie de
visie missen om de noodzake
lijke veranderingen aan te
brengen. En wat zijn die nood
zakelijke veranderingen? De
hele struktuur van de maat
schappij moet anders. Er zijn
enorme inkomensverschillen.
Het ene inkomen is 18 maal
zo groot als 't andere. Er zijn
weer 1200 miljonairs bij. Alles
wat de kerk voorstaat, wat het
christendom voorstaat, leidt
onherroepelijk tot sociale voor
zieningen, tot hulp aan zieken,
zwakken en minder bedeelden,
maar dat heeft helemaal niets
te maken met onze wens om
de maatschappij te verande
ren. Het gaat er niet om,
dat je de ander af en toe een
brokje toewerpt, nee, het gaat
om een rechtvaardige verde
ling van de welvaart. En die
kan alleen rechtvaardig zijn,
wanneer de maatschappij ver
anderd wordt".
Ik: En daarbij gaat het niet
alleen om poen, poen, poen?
Mevrouw Den Uyl: „Nee. Er
zijn steeds meer geestelijke
waarden in het geding. Een
voorbeeld: het is heel normaal
dat een professor 1 keer in de
7 jaar de gelegenheid krijgt
om zich verder te bekwamen
in z'n vak. Een jaar lang! Wij
vinden dat arbeiders dat recht
ook zouden moeten hebben.
Een omscholingsjaar. Ik be
doel, iemand die veel gestu
deerd heeft kan nog eens van
baan veranderen. Je kunt van
onderwijzer de journalistiek in
gaan of zo, maar een arbeider
die 12 jaar lang op een plek
in de fabriek staat, heeft geen
enkele mogelijkheid om te
zeggen: ik was toch liever
loodgieter geworden, timmer
man of kantoorbediende".
Mevrouw Andriessen, hoor
baar teleurgesteld: „Altijd die
tegenstellingen. Natuurlijk zit
ten er dingen scheef. Tüüür-
lijk. Maar moet je dat zo uit
spelen?".
Ik: Toch even terug naar de
arbeiders. Kunnen de dames
Andriessen en Den Uyl nog
een eerlijk kontakt hebben
met de arbeiders? Ik bedoel
niet zoals de fabrieksdirekteur
die zijn werknemer bemoedi
gend op de schouder klopt en
„belangstellend" informeert
naar de gezondheidstoestand
van vrouw en kinderen. Ze
kunnen toch niet ontkennen,
dat ze het zelf erg goed heb
ben?
Mevrouw Den Uyl mag
eerst: „Goed, ik woon in een
betere buurt dan vroeger en
we hebben het beter dan vroe
ger, maar het is toch wel zo,
dat wanneer ik in een volle
tram sta, dat ik dan het ge
voel heb dat die mensen net
zo zijn als ik. Wanneer ik me
op een gegeven moment be
trap, dat ik de richting op ga
van de fabrieksdirekteur die
U bedoelt, dan ben ik er be
wust op uit om dat te vermij
den.
En mevrouw Andriessen: „U
denkt natuurlijk: zij heeft lek
ker kletsen met d'r mooie huis.
Nou luistert U eens, ik vind
dat ik een bevoorrecht mens
ben. Niet alleen omdat ik zo'n
mooi huis heb, maar veel meer
omdat ik geboren ben in een
harmonieus gezin. Maar als ik
het nu tot dat huis moet be
perken, dan zeg ik dat ikzelf
ook alle vormen van woon
ellende gekend heb. Inwonen
en alles. Juist omdat ik weet
hoe rot het is, probeer ik een
verschrikkelijk bescheiden bij
drage te leveren om het leven
voor de ander ook te veraan
genamen. Maar één ding: het
gaat echt niet alleen om een
mooi huis in deze wereld.
Überhaupt zou het materiële
niet zo'n grote rol moeten spe
len Wat is gezondheid alleen
al niet waard? Dat de kinde
ren gezond zijn? Het materiële
wordt veel te veel overschat.
Het IS helemaal niet het be
langrijkste. Kijk naar Zweden.
Is dat dan ideaal? Ja, de Zwe
den hebben hun zaakjes uit
stekend voor elkaar, maar zijn
ze gelukkiger? Het aantal
zelfmoorden stijgt er ver
schrikkelijk. Dat is niet voor
niks. Het leven niet meer zien
zitten. Dat is veel erger dan
geldgebrek".
Ik: Toch zal je maar moe
ten leven van een paar hon
derd gulden in de maand.
Mevrouw Andriessen: „Ja.
dat is vreselijk uitkijken. Dat
betekent potjes maken. Wan
neer een jas voor Piet? Wan
neer is Jan weer aan de beurt
voor nieuwe schoenen? Maai
wanneer je dan ziet wat som
mige vrouwen met zó weinig
geld doen, dan heb ik daar
diep respekt voor. Zo'n vrouw
die zichzelf helemaal wegcij
fert voor het gezinDaar
om word ik ook zo woedend
wanneer de werkende vrouw
als het hoogste ideaal gezien
wordt. Dat is een overtrokken
gedachte. Het is heel wat an
ders wanneer je zegt, dat het
huisvrouw spelen niet het
enige hoeft te zijn in het leven
van de vrouw. Buiten het enge
geheel van het gezin zijn er
nog zat mogelijkheden om je
te ontplooien. D'r hoeft echt
geen run op kantoorbanen te
worden ondernomen. Er is ook
altijd nog het schoolbestuur
waar je lid van kunt worden,
of de wijkraad. En overal be
staan wel instellingen, waar
goed werk te verrichten valt.
Ik ben vorige week bijvoor
beeld naar een bejaardentehuis
voor blinden geweest. Prach
tig. schitterend, helemaal voor
elkaar. Alleen één ding: die
mensen moeten soms weken
wachten voordat er eens
iemand tijd heeft om ze een
brief voor te lezen, om eens
een eindje mee te gaan wan
delen".
Wat doen ze zelf eigèn!
buiten het huishouden om?
De dames van de heren