PETER VALENTIJN ft MEDISCHE CONTROLE BELANGRIJK VOOR ERG BLIJ MET JONGE WIELRENNERS SUPPORTERSCLUB Een vacuum Gewone leefregels Gevaarlijke mensen „Je hoeft nu niet in de penarie te zitten ais je dikwijls stukken rijdt" REPORTAGE DOOR HEIN GROOTHUIS sport Peter Valentijn is een van Westbrabants meest belovende jonge wielrenners. Elf maal behaalde de 16»jarige Willebrordse adspirant dit jaar een overwinning. Bij die elf zeges drie zeer belangrijke: de hoog aangeschreven ronde van Ulvenhout, de „klassieke" Acht van Chaam en het Brabants kampioenschap. Slechts in een koers van grote importantie ontging Peter Valentijn het „goud". Dat was het Nederlands kampioenschap, waarin de jonge timmerman door de Dinteloorder Bart van Est naar de tweede plaats werd verwezen. In alle andere koersen waaraan hij deelnam trad Peter Valentijn ook op de voorgrond. Geen enkele keer eindigde hij buiten de eerste acht. Een ongekend succes. Maar niet een succes dat vanzelf komt. Peter Valentijn doet en laat vee! voor zijn sport. Bovendien heeft hij het voordeel dat hij onbekommerd kan fietsen, omdat hij veel steun geniet van bekenden en geïnteresseerde plaatsgenoten. Meer steun dan de gemiddelde adspirant. En dat komt door het succes. Een wisselwerking dus. UHMü ■W ff- George onder de tafel (Van onze sportredactie) Peter Valentijn: „Ik ben ont zettend blij met de supporters club. Nu hoef je niet in de pe narie te zitten als je dikwijls stukken rijdt". ST. WILLEBRORD In de persoon van Peter Valentijn lijkt St. Willebrord opnieuw een vedette te zullen afleve ren. Peter Valentijn, in de verte familie van de vermaarde „Vent" Valentijn, had immers het afgelopen seizoen alleen maar zijn gelijke in de nationale adspirantenkampioen Bart van Est, die nog aanzienlijk meer koersen reed dan de Willebrorder. „Maar", zeggen de aanhangers van Valentijn niet geheel ten onrechte: „Bart van Est rijdt alleen maar voor de overwinning. Peter spurt ook mee voor de premies. Zou hij dat niet gedaan hebben dan had hij dit jatar veel meer zeges behaald". BREDA Bijna alle profwielrenners en veel amateurs laten zich geregeld medisch controleren. Dit verschijnsel treedt ook steeds meer op bij aspiranten en nieuwelingen. Heeft dat te ma ken met sterallures of heeft het werkelijk nut dat ook die jonge renners al een sportarts consulteren? Dokter H. J. M. van Opstal, de Bredase sportarts, die tientallen coureurs en onder meer ook NAC onder zijn hoede heeft, acht het van bijzonder belang dat aspiranten en nieuwelingen medische begeleiding krijgen. „Een kind wordt regelmatig gecontroleerd tot het een jaar oi twaalf is. Dan valt het onder de schoolarts. Maar daarna is er een vacuüm. Ik vind soms merkwaardige dingen, die nooit op gemerkt zijn. Z'eker in de pubertijdsjaren is het vreselijk be langrijk dat een wielrenner gezien wordt. Hij heeft energie nodig om zijn sport te beoefenen. Hij heeft op school een volledige dag. taak of hij werkt en hij heeft energie nodig voor zijn pubertijds- omschakeling". Dokter Van Opstal vindt dat de medische begeleiding meer een noodzaak is bij jonge wielrenners dan bij jonge beoefenaars van andere takken van sport. „De inspanningen, die een wiel renner levert zijn alleen maar vergelijkbaar met die van een lan ge afstandloper in de atletiek. Bij een conditietest heb ik eer, grafiek opgemaakt en daar blijkt het uit. Een profvoetballer bij voorbeeld komt lang niet aan dat niveau. Je moet niet vergeten dat zelfs een nieuweling elke dag 70 of 80 kilometer traint. En voor een aspirant is het ook heel gewoon als hij twee uur per dag traint." De jonge renners krijgen van dokter Van Opstal o.a. voeding voorschriften. „Dat is vooral belangrijk voor de jonge rennis omdat er bij hen meer aan de hand is dan bij volwassenen. Ver der schrijf ik ze gewone leefregels voor. Dóódsimpele dingen, Ordinair werk, maar wel heel belangrijk. Er is eigenlijk nooit iets aan gedaan. Ik heb er een boekje over geschreven. Eerlijk gezegd uit luiheid. Er kwamen veel verenigingen die vroege» of ik een praatje wilde houden voor de leden. Dat nam zulke grote vormen aan dat ik besloot dat boekje te schrijven. En daar bestaat nu zoveel belangstelling voor dat een uitgeverij momen teel bekijkt of het in de handel gebracht kan worden". Ook wat de training betreft geeft dokter Van Opstal aanwij zingen. „Ik laat ze een beetje krachttraining doen, want ik ben ervan overtuigd dat als ze macht tekort hebben ook de armen moeten ontwikkelen. Verder laat ik ze ademhalingsoefeningen 1 doen en probeer ik ze intervaltraining bij te brengen. De ren ners rijden vaak maar wat, zonder tempowisselingen. De ver-1 enigingen zouden verschrikkelijk goed werk kunnen doen door wat op de conditietraining, die toch zo belangrijk is voor de wielrenners, te letten. Helaas doen ze er maar te weinig aan". Dat het aantal wedstrijden voor adspiranten dit jaar is terug gebracht tot maximaal twee per week is een maatregel die dokter Van Opstal ten zeerste toejuicht. „Ik ben er erg gelukkig mee- Ik vraag me toch al af of die programma's niet veel te overladen zijn. Een seizoen duurt veel te lang. Dat hoor ik ook altijd van de soigneurs", aldus dokter Van Opstal die tot slot een waar schuwing geeft, waar veel ouders hun voordeel mee kunnen doen: „De jonge renners moeten niet teveel opgezweept worden- Vaders en moeders zijn soms erg gevaarlijke mensen. Ze bedoe len het goed, maar ze juinen hun kinderen zo op". De Jonge Renner. Tegenwoor dig heeft hij behalve ©Kris Delbressine, dde hem het baanwerk onder de knie helpt krijgen - geen adviseurs meer. „Ik train zelf en ik zoek alles op m'n eigen uit hoe ik het moet doen. Op het laatste valt het wel mee". Rini Wagltmana acht het van veel belang dat ook in de adspiriamten- en nieuwelingen- tijd iemand achter de renner staat die nuttige aanwijzigin- gen kan geven. „In de koers moet de renner zichzelf ont wikkelen. Maar daarbuiten moet hij in feite wel iemand hebben dievan wanten weet. Ik heb ontzettend veel gehad aan mijn eigen vader" Het is ook al belangrijk, omdat in tegenstelling tot de meeste an dere nationale sportbonden de KNWTI helemaal geen regio nale, laat st-aan nationale, trai ningen voor de jeugd kent. „De jeugd zou nu al opgevan gen moeten worden", zegt R-ini Wagtmans. „Niet straks als ze aan de top staan. Aan de an dere kant moeten ze ook niet 't aannemersbedrijf HaBe, dat d-e wietaractiviteiten van de Willebrorder geen diuiimbreed in de weg legt, en zijn oom, de vader van nieuweling Jan tje de Rooy, die altijd voor het vervoer zorgt (Peter Valen- tijns vader heeft geen- auto) En sinds 1 juli van dit jaar heef-t Peter Valentijn ook een supportersclub (gevestigd in café De Kroon), achter zich staan, die in een mum van tijd uitgroeide tot 115 leden. Een supportersclub, die al vele ac tiviteiten ontplooide (o.a. een steumbonnenactie, een balpen nenactie en een balavond en nog veel voor de naaste toekomst op het programma heeft' sta-an (17 november gro te rol-lenavond voor adspiran ten. nieuwelingen, dames er gentlemen plus een rad vai avontuur.l december een ba' avond en 2 december een sin terklaasavond voor de kindc ren van de leden). ..Ons voor naamste doel as veel geld bij een te krijgen", zegt voorzitte' A.C. Aarts van de supporter? club. „Bovendien willen we in de toekomst supportersreizer organiseren naar belangrijke, wedstrijden". „Ik ben ontzettend blij me, de supportersclub", verklaan Peter Valentijn. „Volgend jaar kan ik er ve;el steun aan heb ben. Je hoeft dan niet in de penarie te zitten als je dik wijls stukken rijdt. Als je geen supportersclub hebt is het moeilijk. Ik ben dit sei zoen vrij gelukkig geweest. Ik ben maar een keer gevallen In Dussen En toen had ik nog niks kapot ook. Maar als het je wat tegen zit kan het veel geld kosten. Een trapsas met een paar trappers kosten al 200 gulden en een paar rem men 150 gulden. Het is goed duur1'. (Van onze sportredactie) Maar Peter Valentijn die over een flitsend e-indschot be schikt, is niet alleen een grote belofte voor de toekomst op de weg. Hij demonstreerde ook veel aanleg voor het piste- werk te hebben. Daarom ook wil hij volgend jaar zijn sei zoen zowel op de weg als op de baan. („Ik wil alle populai- res in Oudenibosch rijden") af stemmen. Peter Valentijn, die dit jaar triomfeerde in Achtmaal, Din- ther, Nieuw-Vosmeer', Geffen (Brabants kampioenschap), Sprun-del, Ulvenhout, Gorin- chem, Zegge, Zevenbergen, Chaam en Rucphen en daar naast o a. dertien ma-al tweede werd en twaalf maal derde, beschikt over veel talent. Het succes komt hem echter be slist miet aanwaaien. Hij traint er -elke d'ag keihard voor. Hij gaat vroeg naar bed. „Bn". zegt Peter Valentijn, „hoewel ik het erg lekker vind, eet ik geen frites. Ze zeggen dat je er dik van wordt. Volgend jaar z-al ik trouwens nog meer moeten trainen en ervoor moe- en laten. Want het is een grote stap na,ar de nieuwelin gen. Het eerste jaiar zal niet meevallen. Je hebt en meer kilometers en een groter ver zet. In zijn eerste jaren als ren ner (bij de Westbrabantse jeugdbond) werd Peter Valen tijn, die komende winter zijn conditie op peil wil houden in het sportpaleis van Antwerpen (eenmaal per week), judo - Peter heeft de bruine band - en mogelijk ook nog zwem men, wegwijs gemaakt door keer gevallen en had nog niks in de watten gelegd worden. Dat is niet goed voor wielren ners. Coureurs moeten groeien met voor-spoed en tegenslag. Alles moet niet over een geëf fend pad gaan. Af en toe een schop onder het achterste en vallen horen er ook bij". Ontbreekt het Peter Valen tijn dus aan een deskundige raadgever, hij heeft tot nu toe xpot ook." in zijn jonge carrière ,al ont zettend veel steun genoten van naast de al eerder genoemde club De Jonge Renner en Chris Delbressine o.a. Van Peer Natuursteen-handel, die Valentijn al verschillende ma len in nieuwe racekleding heeft gestoken, Hu-bert van Hooydonck, de fietsenmaker, waar Valentijn dag en nacht terecht k-an, Valentijns baas. Dokter Van Opstal: „Het is erg belangrijk dat de wielerjeugd zich reye aiuy

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1972 | | pagina 12