Ülicoten is Peking niet
LUSTRUM DER KOLONELS
„Claus moet blijven"
Asten!
gieter
zware
ZU1D-AMERIKA
achtertuin
van de V.S.
PAPPEN EN NATHOUDEN IS GEEN WELZIJNSWERK
Zenuwen
oorlog
TURE EYSBi
conflict
asperientje
vindt „zijn"
commissie
voor ont
wikkelings
strategie
angst
Fruit
Status quo
Zaterdag 22 april WB2
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PE L NGEN PELNGEN
LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN RELINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGE
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
door
marion laudy
MEXICO „En-is-dat-
zo-bij zonder", was de al
gemene reactie in Latijris-
Amerika bij het bekend
worden van de intrige
van de CIA en de ITT
(Internationale Telefoon
en Telegraaf Mij.) om te
voorkomen dat dr. S. Al-
lende Chili's president
zou worden. Want iedere
Latijns-Amerikaan weet,
dat de V.S. Latijns-Ame-
rika als hun achtertuin
beschouwen (de Monroe-
doctrine is langzamer
hand anderhalve eeuw
oud). Een net in Washing
ton gepubliceerde studie
bevestigt dit door aan te
tonen, dat in de laatste
172 jaar de V.S. 80 maal
militaire strijdkrachten
naar Latijns - Amerika
hebben gezonden.
Sams Weven ze enkele
daigen en het kwam niet tot
vechten; soms hieven ze
bijna 20 jaar zoals in Haïti,
om Amerikaanse burgers
en hun eigendiommen te
„beschermen" en achter
stallige schulden te incasse
ren. Of, zoals in Mexico,
resulteerde zo'n invasie
(Vera Cruz) in verlies op
recht van de helft van nati
onaal grondgebied (1848)
waarbij Califomië, Nevada,
Nieuw Mexico, Arizona en
Texas voor Mexico verloren
gingen.
De voormelde studie, ge
maakt dioor de assistenten
van senator Barry Goldwa-
ter, T. Emerson, om te la
ten zien dat aan deze inter
venties nooit oorlogsverkla
ringen vooraf gingen en die
Goldwater wil gébruiken
om de autoriteit van de
Amerikaanse president te
beperken, spreekt niet van
een ander soort v,an inter
venties, waarvan de nieuw
ste intrige in Chili blijk
geeft. Interventies zoals
men ze gepubliceerd vindt
in G. Selser's „Spionage in
Latijns Amerika" of in „De
Onzichtbare Regering" van
Ross en Wise.
Herinnert het onderstaan
de b.v. niet aan passages
uit de Chileense „interven-
-tie?"
„Een vroegere directeur
van de United Fruit Co." zo
schreef ex-president Y. Fu-
entes van Guatemala over
de door Amerika gema
noeuvreerde staatsgreepin
1954, „kwam me bezoeken
met twee heren, die hij als
CIA-agenten voorstelde. Ze
zeiden dat ik een populaire
figuur was in Guatemala en
dat zij hun hulp wilden,
verlenen om Arbeniz (toen
malige wettig verkozen
president, die landhervor
ming dborvoende) omver te
werpen. Toen ik hun voor
waarden voor die hulp
vroeg, vond ik ze onaan
vaardbaar. Ik moest om.
beloven om de United Fruit
Co. en de Internationale
Spoorweg van Centraal
Amerika te bevoordelen"
(ten behoeve van United
Fruit). „Ik moest de vak
bond der spoorwegarbei
ders vernietigen en een
min of meer dictatoriale
(„strong arm") regering
vestigen. En ik moest
iedere cent terugbetalen die
in de onderneming werd
geïnvesteerd".
Als senator Fulbright, zo
als hij zei, nu een onderzoek
wil instellen naar de mate
waarin grote maatschappij
en Amerika's diplomatie
hébben beïnvloed, zou hij
met grote „vrucht" met de
United Fruit Co. kunner
beginnen.
De Chileense president
Salvador Allende heeft
deze wtek aangekondigd,
dat zijn regering plannen
uitwerkt om de Chileense
belangen van de
International Telephone
and Telegraph co. de I.T.T.
te onteigenen.
Allende zei, dat met
ITT.-functionarissen over
een nationalisatie-
overetenkomst was
gesproken maar „die wezen
ons plan van de hand".
Een groot deel van ITT's
Chileense belangen ter
waarde van 200 miljoen
dollar is door een
Amerikaanse
staatsverzekering
beschermd tegen
nationalisatie.
ITT bezit 70 procent van
de Chileense
telefoonmaatschappij en
bfezit in dit land voorts
twee hotels, een telegraaf -
en telexondememing en
een electro-
installatiebedrijf.
yolgens Allende „een
typisch geval van een
imperialistisch bedrijf".
Wanneer senator Fullbright
werkelijk een diepgaand
onderzoek instelt, zal hij
bevestigd zien wat de de
mocraat, senator Frank
Church verklaarde: „Dat
Amerika een politiek volg
de die teveel geoccupeerd
was met het beschermen
van de belangen van grote
maatschappij en"
De medereohter van het
Amerikaanse Qpperge-
rechtshof W. O'Doug'las
schrijft in zijn recent boek
„Hel of samenwerking in
de hemisfeer": „De waar
heid is dat Amerika's rol
van interventie dezelfde is
gebleven. De Amerikaanse
belangen zijn zo sterk.
de CIA is zo actief en de
Amerikaan is zo gevoelig
voor links alarm, dat we
makkelijk in paniek ra
ken. Hoeveel posities in
Latijns Amerika worden
wel door CIA-lieden ge
vuld.
Waarom die paniek en
alarm ontstaan, licht ook dr.
R.N. Adams, van de Texas
Universiteit in een rapport
over de Alliabtie tot Voor
uitgang toe. „Amerika is
fudaimenteel bevreesd om
politieke variatie toe te la
ten. Omdat dit het verschij
nen van socialistische lan
den in Latijns Amerika zou
betekenen. En terwijl de
V.S. met vroomheid verkla
ren, dat ze zouden willen
dat alle mensen zo rijk
zouden zijn ais de Ameri
kanen, wanneer het erop
aankomt weet Amerika dat
de belastingbetaler en de
consumentenlbevolkinig de
druk zouden voelen als
Latijns-Amerika magisch
getransformeerd kon wor
den in zo'n rijk gebied."
Dit is de spil waar allej
om draait. Daarom schrijft
O'Douglas: „De gang van za
ken in Latijns Amerika
moge inderdaad revoluties
nodig maken. Maar de
vijandigheid van Amerika
tegenover revoluties is een
kracht die de weg naar fun
damentele veranderingen
blokkeert.
Het is die vijandigheid,
plus de essentiële feodale
natuur van Latijns Ameri
ka's maatschappij waardoor
de onveiïdraaiglijfce status
quo in Latijns Amerika
gehandhaafd blijft."
En hoe Amerika bij d!ie
„handhaving" te wenk gaat
in het individuele geval
wordt goed geïllustreerd
dioor de nieuwste openba
ringen aangaande de CIA-
ÏTT intrige in Chili.
HELVOIRT Jaap de
Jong en vooral Herman de
Kier van de Sosjale Joenit
Den Haag hebben het alle
maal prachtig gezegd bij het
begin van de eerste Brabant
se provinciale welzijnscon-
ferentie op De Guldenberg
in Helvoirt. En eigenlijk wa
ren de Brabantse maatschap
pelijk werkers en werksters
het in grote lijnen helemaal
met hen eens. Uiteraard ook
de zogenaamde alternatieve
hulpverleners: de mensen
van de JAC's en de Releases
en de Sosjale Joenits, die
zich ook in Brabant verzet
ten tegen de aanpak van het
werk door de officiële in
stanties.
Die bezwaren komen voor
een deel hierop neer. De ge
vestigde instellingen van
maatschappelijk werk leggen
pleisters op kankerwonden.
Oftewel: ze trachten de cliënt
die uit de maatschappelijke
boot is gevallen, weer aan te
passen aan het maatschappe
lijk reilen en zeilen. Het is
waar dat de meeste hulpverle
ners daarbij al lang de hoop
hebben opgegeven daarmee
ook werkelijk iets te bereiken.
De cliënt komt telkens weer
terug. Met dezelfde klach
ten.
„Allicht", zeggen de alterna
tieven, „want uiteindelijk ligt
de oorzaak van de moeilijkhe
den niet bij de cliënt, maar bij
de zieke maatschappij. We
zullen dus samen met de
cliënt moeten gaan sleute
len aan de structuren. De
machtsverhoudingen in onze
wereld, kloppen niet. Als een
concern als Akzo zo maar
2000 mensen op straat kan
schoppen, dan is er iets mis
met de maatschappij. Als e<r
zovéél jaar na de oorlog nog
steeds geen oplossing is ge
vonden voor de woningnood
(terwijl er eigenlijk geld ge
noeg is om huizen te bouwen
als je er maar mee ophoudt
alleen een kleine groep er fi
nancieel van te laten profite
ren) dan is er aanwijsbaar iets
mis".
En heit verwijt van de alter
natieve hulpverlener is dan>
dat de gevestigde instituten
eigenlijk niet de kant kiezen
van de cliënt maar van de
gevestigde machtsorde. Van
daar hun stelling en stelling-
name: „Al het werk dat niet
uit is op verandering van die
machtsverhoudingen en dus
niet in confliot komt met de
bestaande orde. is geen wel
zijnswerk".
Voor de behoudsgeziniden,
die vinden dat het toch heus
allemaal zo beroerd niet gaat
en dat iedereen het toch ei
genlijk allemaal erg goed be
doeld, klinkt deze taal uiter
aard veel te fors. Gemakshal
ve sluiten zij hun ogen voor
de schreeuwende onrechtvaar
digheden, zoals een hongeren
de derde wereld, of leggen zij
de handen in de schoot en
zeggen: ach, daar kun je toch
niets aan veranderen.
Dat laatste istoch maar de
vraag. Een vraag waarop drs.
Paul Kuyp'ers, directeur van
het provinciale opbouworgaan
van Noord-Brabant, tegen het
eind van de welzijnsconferen-
tie een antwoord trachtte te
formuleren.
Ook hij was het in grote
lijnen eens met de gedachte
gang van de Sosjale Joenit
Den Haag. In Ülicoten, Steen
bergen, Breda en Chaam, maar
ook in Hulst en Koewacht, lig
gen de zaken echter beslist
anders dan in de Randstad. In
Brabant in het algemeen is het
maatschappelijk werk (en de
geestelijke volksgezondheid in
het algemeen) op een heel an
dere manier tot stand geko
men dan in de Bandstad. In
Brabant en Zeeland is de
geestelijke volksgezondheid
trouwens nog helemaal niet
van de grond gekomen, terwijl
dit elders in het land op een
uitstekend niveau en met be
kwame mankracht door de
overheid is georganiseerd. De
ontdekking (ook) daar is ech
ter: We bereiken slechts een
beperkte groep.
Het maatschappelijk werk
in onze provincie is begonnen
vanuit de kerkelijke charitas.
De besturen van toen (en dat
is nog echt niet zo lang gele
den) bestonden uit pastoors,
notarissen en artsen, die alleen
al ambtshalve vertegenwoordi
gers waren van de bestaande
machtsverhoudingen. Zij zagen
het maatschappelijk wenk dan
ook als het opvangen van die
arme stakkers (a-socialen!)
die niet tegen het leven opge
wassen wiaren.
Inmiddels zijn de oude nota
belen verdwenen en vervan
gen door bureaucraten en
technocraten, die de huidige
bureaus technisch en organisa
torisch voortreffelijk op poten
zetten. Maar die knappe tech
nocraten (burgemeesters, fa
brieksdirecteuren) hebben
meestal nog slechter in de ga
ten dan hun eerbiedwaardige
voorgangers dat het maat-
schappijtype waarbij zij zwe
ren en waarin zij binnen de
familiekring wellicht nog le
ven, volkomen achterhaald is.
Wat moet een maatschappelijk
werker van hen verwachten?
Hij mag zijn cliënt het sociale
asperientje blijven aanbieden
tegen de maatschappelijke
hoofdpijn, maar cliënt en hel
per hebben zich verder te
houden aan de (wan)orde van
de dag.
Doordat het maatschappelijk
werk (en de geestelijke ge-
GEORGE PAPADOPOULOS.
(Van onze redactie
buitenland)
„Het wordt leder jaar moei
lijker een rapport uit te bren
gen in de Baad van Europa,
dat duidelijk afwijzend staat
tegenover de situatie in Grie
kenland. Er gaan steeds meer
stemmen op in de raad om af
te stappen van de openlijke
kritiek".
Deze niet mis te verstane
woorden sprak deze week
Grekenland-rapporteur P.
Dankert, lid van de Tweede
Kamerfractie voor de PvdA
vlak voor de vijfde verjaardag
van het „kolonelsbewind".
De juiste dag van dit „jubi
leum" was gisteren en on
danks alle verzet en felle kri
tiek zit de sterke man George
Papadopoulos steviger dan ooit
in het zadel. Met de volledige
steun van het leger achter zich
is er op dit ogenblik geen
macht, die hem ten val zou
kunnen brengen.
Hij is premier en regent en
leidt de ministeries van lands
verdediging, buitenlandse za
ken en beleidsvorming. Bo
vendien geniet de heer Papa
dopoulos geweldige steun van
Amerika, dat het land vol
stopt met geld en ook de wa
pens niet vergeet.
Er zijn aanwijzingen volgens
de heer Dankert, die er op
duiden, dat de Griekse dicta
tor bereid zou zijn de demo
cratie in Griekenland te her
stellen. Naar zijn mening zou
Papadoupoulos gevoelig zijn
voor dé druk uit het Westen
en er van overtuigd zijn ge
raakt, dat een zekere vorm
van democratie hem internati
onaal groter respect zal ople
veren. Maar wat kan die „ze
kere vorm" zijn?
Terugblikkend op het „kolo
nelslustrum" moet gezegd
worden, dat het Griekenland
economisch gezien voor de
wind is gegaan. Maar weegt
die materiële voorspoed voor
de Grieken zwaarder dan de
vrijheidsbeperkingen?
Over eventuele verkiezingen
wordt nog met geen woord
gerept. De staat van beleg is
wat verzacht met dien ver
stande, dat die nog slechts
geldt voor de steden Athene, de
havenstad Piraeus en Saloniki
in het noorden. Maar wel
woont een derde van de bijna
acht miljoen Grieken in die
steden.
De teugels zijn ook wat ge
vierd ten opzichte van de
pers. Bladen van de oppositie
nemen steeds frequenter rege
ringsblunders op de korrel
met name door middel van
spotprenten, zonder dat hierte
gen wordt opgetreden.
Maar nog altijd een doorn in
het oog van vele Grieken en
Papadopoulos-critici is, de vol
komen willekeur, waarmee de
veiligheidspolitie personen ar
resteert, zij het voorzover be
kend in een wat gematigder
tempo. Honderden zitten nog
altijd gevangen, veroordeeld
door militaire trib-maals.
De namen van Papadopoulos
en Pattakos zijn nu vijf jaar
bekend. Ze zijn door tiendui
zenden buiten Griekenland
menigmaal met afgrijzen ge
noemd. In Griekenland zelf
worden die namen met angst
en ontzag gefluisterd.
Het ziet er voorlopig niet
naar uit dat hierin spoedig
verandering zal komen. Zeker
niet nu behalve de V.S. ook
Europa (NAVO!) niet geringe
sympathie blijkt te hebben
voei de orde-en-rust-handha-
vers aan de voet van de
Olympus.
zondheidszorg) in deze provin
cie nog steeds gestoeld is op
een feodaal maatschappij type,
lopen de alternatieve hulpver
leners hier het risico, dat zij
alle bestaande ellende op hun
nek geschoven krijgen; want
wat kan de volledige ingekap
selde maatschappelijk werker
er in 's hemelsnaam mee
doen? Hij en zij zijn ook wel
in, dat pappen en nat houden
geen welzijnswerk is.
Vandaar dat Paul Kuypers
de alternatieve en de „geves
tigde" maatschappelijk wer
kers opriep geert onderlinge
tegenstellingen op te roepen.
Dat kun je in de Randstad
doen. Hier zijn we daar nog
niet eens aan toe. Men zou
zich hier gezamenlijk moeten
gaan instellen op het (einde
lijk) van de grond laten ko
men van de bestaande hulp
verleningsstructuren. Men zal
moeten beginnen met te on
derzoeken en te ontleden, hoe
de situatie hier is, hoe de
machtsverhoudingen dan wel
liggen in de plaats waar je
werkt. Zo luidde dan ook de
slotafspraak van de conferen
tie: men gaat regionaal bij
elkaar zitten om elkaar kri
tisch te informeren over de
eigen regio.
Want het is inderdaad be
langrijk om te weten, hoe het
welzijnswerk in de Bandstad
er voor staat, zoals het ook de
moeite waard is om je te ver
diepen in de ideeën, die me
neer Mao voor de Chinezen
heeft uitgedacht, maar Breda
is geen Botterdam en Ülicoten
is Peking niet.
JAN HÜSKEN
(Van een onzer
redacteuren)
DEN HAAG Er is over
het algemeen weinig voor no
dig om rond een of meer le
den van het koninklijk huis
zoiets als deining of zelfs een
„rel" te veroorzaken. De jong
ste historie kent daarvan tal
van voorbeelden. Maar nu er
op hoog politiek niveau dei
ning valt waar te nemen over
prins Claus, althans over zijn
functie als voorzitter van de
Nationale Commissie voor
Ontwikkelingsstrategie, is er
nauwelijks sprake van een
brede discussie, laat staan van
een „rel". Niet dat wij daar op
zitten te wachten. Het is al
leen opmerkelijk. Zeker, als
we nagaan wat het eigenlijke
wrijfpunt is. Dat willen we
hier in het kort proberen.
De Nationale Commissie
voor Ontwikkelingsstrategie
ofwel de commissie-Claus
is een select gezelschap van
tegen de dertig mensen uit
allerlei hoeken en zuilen van
onze samenleving, onder voor
zitterschap van prins Claus, en
heeft eigenlijk tot taak het
Nederlandse volk meer bewust
te maken van de problemen
van de ontwikkelingslanden.
Een heel karwei, want door de
bank genomen ligit het Neder
landse volk nog niet zo wak
ker van die zogenaamde derde
wereld, of gewoon van
die arme landen. Vooral niet
als het erom gaat werkelijke
(welvaarts)offers te brengen
die de kloof tussen arm en
rijk zouden verkleinen.
Die commissie nu kan alleen
maar adviezen geven, en wel
aan de regering. In feite zijn
dait adviezen tot het verlenen
van subsidies aan acties en
actiegroepen, die in de prak
tijk en dichter bij die mensen
werken aan dat bewust maken
van ons volk van die ontwik
kelingsproblemen.
Zo heeft de commissie voor
gesteld het Angola-comité sub
sidie te geven voor zijn antd-
Angola-koffie-aotie, die zelfs
tot op de Portugese voetbal
velden reacties ontlokt. Dat
voorstel is door de regering,
resp. minister Boertien van
ontwikkelingssamenwerking,
afgewezen.
Datzelfde dreigt nu te ge
beuren, zo vrezen velen, met
andere voorstellen, die o.m.
betreffen subsidie aan een
project van het Interkerkelijk
Vredesberaad en een speciale
editie van de zogenaamde
Hongerkrant voor Unctad-zon-
dag, 30 april a.s. Het motief
voor het weigeren van die
subsidies kan niet de algehele
bezuinigingsgolf zijn, want het
geld is ervoor gereserveerd. Er
zit iets anders achter, heeft
ook dé commissie-Claus begre
pen. En in dat licht moet men
de brief zien van de commis
si e, waarin zij minister Boer
in de commissie niet gestemd,
maar de besluiten komen
steeds met een ruime meer
derheid tot stand. Binnen de
PRINS CLAUS.
tien om een gesprek heeft ge
vraagd, zoals wij deze week
meldden.
Als „politiek Den Haag" of
wel de „Haagse kringen" er
gens een grote rol in spelen,
dan is het wel in deze affaire.
Opmerkelijk is bijvoorbeeld ai
dat de eerste berichten ais zou
minister Boertien het mandaat
van de commissie, dat op 1
januari 1974 afloopt, niet wil
len verlengen en zelfs dat
hij de commissie nog eerder
zou willen opdoeken in li
berale kranten opdoken. Pas
daarna begon de deining in
„politiek Den Hqag".
Gezien de aard van de ac
ties en actiegroepen die de
commissie-Claus gaarne gesub
sidieerd zou zien valt het niet
moeilijk te ontdekken welke
Haagse kringen doende zijn
met de fluistercampagne tegen
het voortbestaan van de com
missie. De WD maakt er
trouwens zelf geen geheim
van het niet op de commissie
begrepen te hebben. De libe
rale specialist voor ontwikke
lingssamenwerking in de Ka
mer, H. Waalkens: „Het soort
activiteiten dat de commissie
wil subsidiëren, bergt het ge
vaar in zich dat slechts aver
sie wordt gewekt bij de bevol-
ing".
Opvallend is nu dat de dis
cussie zich belangrijk aan het
toespitsen is op de positie van
prins Claus. In de trant van:
als lid van het koninklijk huis
is hij politiek onschendbaar en
moet hij boven de partijen
staan. De adviezen van „zijn"
commissie zijn wel niet alleen
van prins Claus, maar zijn
toch ook niet geheel van zijn
persoon los te denken. Doordat
die adviezen (politiek) om
streden zijn, zou het verstan
diger zijn dat de prins zich
terugtrok.
Die band met het koninklijk
huis maakt Claus' positie er
inderdaad niet gemakkelijker
op. Maar juist daarom lijkt die
functie van de prins zo ge
schikt voor een man die
met zijn, algemeen erkend, ge
zag en deskundigheid inzake
ontwikkelingssamenwerking
zich echt voor de samenle
ving wil inzetten, al is hij dan
prins. De commissie waarvan
hij voorzitter is, functioneert
immers zo democratisch moge
lijk: „De commissie beslist,
niet de voorzitter", zei deze
week CNV-voorzitter J. Lan-
ser, die lid is van de commis
sie.
En een van de jongeren ver
tegenwoordigers in de com
missie, de heer J. Hanse, van
de Christelijke Plattelands
Jongeren, zei onr: „Er wordt
commissie loopt de samenwer
king met de voorzitter opti
maal Natuurlijk zijn er groe
pen die snéller en groepen die
langzamer willen lopen, maar
het loopt nooit uit op slaande
ruzie. Wij als jongeren zijn
blij met het beleid van de
commissie".
De commissie staat voor een
groot deel achter de prins, ook
ais de regering prins Claus
zou verzoeken zijn voorzitter
schap neer te leggen. Volgens
Lanser „is het niet onwaar
schijnlijk dat ook andere le
den daarom him functie zou
den neerleggen". Volgens Han
se is dat zeker. Anderen me
nen zelfs dat dan een meer'
derheid van de commissiele
den zou opstappen.
Prof. dr. H. Berkhof, Leids
hoogleraar in de theologie,
heeft geschreven: „Bij de hui
dige actie tegen het voorzitter
schap van prins Claus gaat het
niet zozeer om het spel als
wel om de knikkers. Men gaat
de wenkbrauwen fronsen, nu
de Nationale Commissie voor
Ontwikkelingssamenwerking
met de daad beginselen gaat
uitvoeren, die regering en par
lement tot nu toe met de
mond hebben beleden".
En Hanse: „De moeilijkhe
den worden gemaakt, geacti
veerd door de WD. Voor mijn
gevoel gaat het erom dat de
commissie er niet omheen kan
aan structurele veranderingen
te gaan denken. En nu wordt
in net andere (politieke)
kamp gezocht naar een ont-
ploffin^skans".
Het Tweede-Kamerlid voor
de PPR, dr. B. de Gaay Fort
man vreest dat deze kwestie,
zeker als dit leidt tot een af
treden van prins Claus als
voorzitter, uitmondt in een
discussie over de kennelijke
conclusie dat „leden van het
koninklijk huis wel mogen
meewerken aan het behoud
van de bestaande toestand,
maar niet aan maatschappelij
ke verandering".
Maar zal een eventueel
„verzoek" van de regering aan
de prins om maar op te stap
pen nadat de deining eerst
tot een „rel" is aangewakkerd
dan niet in feite betekenen
dat de regering niets meer wil
weten van die commissie met
haar „wilde" en „revolutionai
re" adviezen Een groot deel
van de commissie zal het in
ieder geval zo opvatten.
J. L.
Op iedere doordeweekse dag
gaan honderden mannen en
vrouwen, "op rijexamen". En
als ik zeg iedere doordeweek
se dag dan hoort daar ook de
zaterdag bij, want de sbroom
aanvragen krijgt het C.B.R
niet afgewerkt met een vijf
daagse werkweek. Dagelijks
ook komen de meesten van
die honderden "slachtoffers"
zonder het zo begeerde pa
piertje thuis. Weer een illusie
armer. En niet alleen een illu
sie armer maar ook nog eens
vele honderden guldens, alle
maal geofferd op het verkeers-
altaar. Er zijn er die er meer
dan duizend gulden voor over
hebben. Want zeg nou zelf,
wat ben je nog in deze wereld
als je geen auto mag bestu
ren.
Er is iets urm in het rij
examenwereldje. En dat komt
voornamelijk doordat er langs
alle kanten een zenwwenoorlog
van wordt gemaakt. Nu vergt
ieder examen wel wat van je
zenuwen maar zodra het om
het afleggen van een be-
kwaamheidsproef-tot-het-be-
sturen-van-een-vierwielig-
motorrijtuig gaat komt er een
extra grote schep bovenop.
Waarom eigenlijk? Is om te
beginnen die examinator dan
zo'n bloedhond? Als je de
kandidaten hoort wel. Als je
de rij-instructeurs hoort trou
wens ook. En hier schuilt het
eerste addertje onder het gras.
Kandidaten, die voor het eerst
de „gang naar Canossa" moe
ten maken, WETEN van tevo
ren al wat voor een "kreng"
straks hun verrichtingen moet
gaan beoordelen. En dat wordt
mede door de mensen van
de rijscholen ingepraat. Altijd
gemakkelijk want straalt de
kandidaat, dan is het aan die
"kreng te danken en niet aan
onvolkomenheden bij de rij
school. Dat geeft te denken.
Elke adspirant-autobestuurder
dient - en dat voor een niet
mis te verstaan geldbedrag -
te worden klaargestoomd voor
het examen. Pas als de in
structeur meent, dat de kandi
daat "rijp" is voor het afleg
gen van de rijproef komt hot
grote moment van pasfoto's
maken en formulieren invul
len.
Maar als het fout loopt, en
dat gebeurt vele keren meer
dan andersom, is de rijschool
houder de laatste om de hand
in eigen boezem te steken.
Waarmee ik niet wil zeggen,
dat het inderdaad een falen
van de rijschool is, maar de
"fout" wordt eerst en vooral
gezocht bij de examinator,
„die op alle slakken zout legt,
die een erkend muggezifter is
en die alleen maar zoekt naar
een kleinigheidje om de kan
didaat te kunnen afwijzen."
Een tweede oorzaak van de
zenuwentroep is ongetwijfeld
het feit, dat er inderdaad exa
minators zijn die het de kan
didaat zeer lastig maken. Ze
kunnen zeer willekeurig te
werk gaan en zijn, net als een
scheidsrechter op het voetbal
veld, de enigen die het voor
het zeggen hebben.
Het komt meermalen voor,
dat een kandidaat de eerste
keer wordt afgewezen, omdat
hij wat te langzaam rijdt. De
tweede keer is het weer mis,
omdat hij wat te snel rijdt."
De man of vrouw die op moet
weet zo langzamerhand niet
meer waaraan voldaan moet
worden.
Een derde en zeker niet on
belangrijkste pwnt, is het ge
drag van de medeweggebrui
kers, waarvan de zenuwenlij
der achter het stuur van de
examenauto, zo volledig af
hankelijk is.
Mensen, die al jarenlang
hun rijbewijs bezitten, kunnen
door hun onmogelijke ver
keersgedrag situaties schep
pen, die het voor de kandidaat
onmogelijk maken "volgens
het boekje" te handelen. Ook
verkeersdeelnemers zonder
rijbewijs-van fietsers tot voet
gangers toe - kunnen streken
uithalen, waarvan zelfs bij een
ervaren chauffeur de haren te
bergen rijzen; een doodzenuw
achtige examenkandidaat,
die geen droog plekje meer jp
zijn lijf heeft kan dan wel
inpakken.
Wat ook mis is in het
C.B.R.-circus...dat een kandi
daat - wat voorkomt - na vijf
entwintig keer zakken de
volgende keer wel slaagt. Het
kan er bij mij niet in, dat
iemand vijfentwintig keer on
geschikt bevonden wordt voor
het besturen van een auto en
dan plotseling wel de be
voegdheid daartoe krijgt.
Of schort er iets aan de
beoordeling van die eerste vij
fentwintig examens of aan het
laatste... De grootste aansto
kers van de hele zenuwenoor
log zijn echter de kandidaten
zelf. Ér is in ons land geen
groep personen te vinden die
elkaar beter weet op te jutten
met verhalen over bochtje
achteruit, rotonde-nemen, hel-
lingtrekken, file-parkeren, in
voegen en niet e vergeten
met verhalen over examinator
die en die dan de rijders in
spe zelf..
RINUS VAN BIJNEN
Het „voorbakken" van
j
(Van een onzer
verslaggevers)
ASTEN Een oud Frans
spreekwoord luidt: „Hij
is zo verward als een
klokkengieter". En inder
daad geeft André Lehr,
de klokkengieter van Eys-
bouts in Asten graag toe,
dat met name door de
angst dat er altijd wel
iets fout kan gaan een
klokkengieter aardig in
de war kan zijn.
André Lehr was deze
Week nog niet in de war
maar wel uitermate gespan
nen. Want maandag, als
hoogtepunt van de viering
van 100 jaar Nederlandse
klokkengieterij en fabriek
van torenuurwerken n.v.
Eysbouts, wordt maar liefst
een zeven 'ton zware klok
gegoten.
Nu heeft men in Asten al
vaker voor hete vuren ge-
Staan, maar uitgerekend op de
honderdjarige feestdag zal dan
toch de grootste beiaardklok,
die ooit in Asten gegoten is,
uit de vorm dienen te komen,
m de gieterij zijn tribunes
°°h Pei"s en genodigden opge
steld om het unieke schouw-
t'56 j beter te kunnen volgen,
tn de ovens zal achtduizend
Kilo metaal gesmolten en op
omperatuur gebracht moeten
worden. Een ontzaglijke hoe-
eelheid, die via een goot naar
I Ue vorm wordt geleid om dan
ih ,hai^en tot de gigantische
Klok Het gevaarte zal komen
I te hangen in de Utrechtse
I Lom. We stonden deze week
met vier personen royaal on-
i «er de „voorgebakken" vorm:
3-35 meter hoog en een diame-
L ter van 2.25 meter.
I ,,.BoYe,ni? k°hden we de tekst
van Ad den Besten ontdekken:
„Dagelijks roep ik u toe, dag
en nacht spel ik u hoe laat het
N ,?e. Yfr gij zijt. Leef en
heb lief - het is tijd".
I ;„WAaaf André Lehr en hij
m Asten waarachtig niet al-
I iÜen 7" voordat het maandag
I vo W wat slapeloze nachtjes
van zal overhouden, is 'de
angst dat het nu eenmaal kan
mislukken. Dal komt meer
1 "TLij het gieten van grote
bi Sen' De BiS Ben bijvoor
beeld moest twee keer gegoten
l worden.
I ?0re?' die de klokkengie-
I ff ln.. Asten angst inboeze-
I Wj' 51Jn vooral de mogeliik-
h, 1 d3t, de vorm kah °Pen-
b eken dat de toevoer van het
gloeiend metaal niet goed