De oude Adam wil vernietigen? overheersen
knudde
n.v.
R AFRIKA
Zaterdagbijiage van 25 maart 1972
jrini bromfietsen
ontdekken, met
e lanen in. Door
i. Broodjes mee.
oen is weer ge-
JT
Waarom?
Hel
Vechten
Instinct
Bederf
Anoniem
Onderzoek
Intocht
Misgreep
door
wim koek
V
w^im
vrn.
i aanwezig.
>emde
emoet
Nadere
rijgen,
p ons
en te
uit
Ook Precisiezaad,
3-4 mm o
leverbaar.
ise foto-film-safari.
AIII
laar er zijn nog veel
MEER DAN f100.000
nternieuwe fiets.Ga
:ief, of een Simplex.
s
DE MENS: 'N AGRESSIEF WEZEN
DAT ONNATUURLIJK LEEFT
Laten we even eerlijk zijn U, en
ook ik, hebben echt wel eens de
bijna onweerstaanbare neiging ge
voeld „die ander" een flinke op
duvel te geven, hem eens even
mores te leren. En op die autoweg
gaat het plotseling door u heen.
„Is die vent nou stapelgek
Snijdt me daar als een bezetene.
Vooruit, gaspedaal naar beneden.
Dat zal ik hem eens even betaald
zetten
Tien tegen een dat u die opduvel
nooit hebt. verkocht. Misschien
was die knaap veel groter en ster
ker dan u. Misschien ook was hij
in gezelschap van vrienden. Maas-
het kan ook zijn, en dat is veel
waarschijnlijker, dat uw „gezon
de verstand" het heeft gewonnen
van uw instinctmatige agressie
gevoelens. En tien tegen een ook
dat u, na heel even vol gas te heb
ben gegeven, weer tot bezinhing
bent gekomen en - nog wat na-
mopperend - uw oude rijtempo
weer bent gaan aannemen.
Zo gaat het tienduizenden
dagelijks. Ze zijn, als regel, in
staat zichzelf in bedwang te
houden. Of, om het eens heel
deftig te zeggen, ze zijn so
ciaal zo geconditioneerd dat ze
hun gevoelens van afkeer,
verontwaardiging, woede, min
derwaardigheid niet de vrije
loop laten. Er gebeurt dus
niets. Niemand, behalve zij
zelf, weten iets van die flits
die tot een hoop narigheid
had kunnen leiden.
Het gaat niet altijd zo, he
laas. Daarom komen elk jaar
zo'n 30.000 Nederlandse man
nen heel weinig vrouwen
in aanraking met politie of
justitie. Samen vormen zij de
groep „agressie-delicten" in de
statistiek die zich bezighoudt
met alles waarmee rechters en
politie in ons land te maken
hebben. Een aantal dat vrij
wel constant blijft.
Vast staat echter wel dat er
heel wat meer agressie wordt
gepleegd dan uit die cijfers
blijkt. Agressie die nooit
wordt ontdekt, omdat ze nooit
uitlekt of omdat ze nimmer
als zodanig wordt ervaren.
Neem, bijvoorbeeld, de voet
baller die zijn tegenstander zo
hard aanvalt dat hij het veld
moet ruimen. Hij komt niet in
die statistiek als er geen aan
gifte wordt gedaan. Maar hij
pleegde agressie.
En wat zou u zeggen van
die 35 procent voetbal-„lief-
hebbers" die onlangs onom
wonden hebben toegegeven
dat ze alleen maar kijken in
de hoop dat er spelers zullen
zijn die elkaar te lijf gaan!
Vergist u zich niet, bij andere
teamsporten is het niet an
ders. En heus niet bij de sport
alleen.
We weten, bijvoorbeeld, dat
er heel wat agressie wordt ge
pleegd in bedrijven, in gezin
nen, op scholen. Om maar wat
te noemen. En het is een be
kend feit dat onze buren soms
ons misnoegen wekken. O, we
maken echt geen ruzie met ze.
Dat doe je niet, hoewel
Maar ze deugen niet. Dat staat
vast. Ze hebben heel andere
opvattingen over de manier
waarop ze reilen en zeilen dan
wij. En dus ligt de fout bij
hen. Zeker niet bij ons. Een
bekend geleerde schreef er
zelfs een boekje over. „Waar
om deugen onze buren nooit?"
is er de veelzeggende titel van.
Tekst: Jacques Levij
Foto: ABC Press
„Veronderstel dat Ik straks
naar huis moet met het ver
haal dat Karei chef is gewor
den en ik niet! Wat zal m'n
vrouw wel zeggen? En dan
gaat hij meer verdienen. Kun
nen ze een duurdere auto ko
pen. Als ik maar even de kans
krijg zal ik hem een hak zet
ten. Misschien dat de baas
dan begrijpt dat ik gewoon
beter ben voor mijn werk dan
Karei. Maar hem niks laten
merken. Want als m'n planne
tje mislukt, sta ik straks on
der hemOppassen dus!"
Op onze scholen gaat het,
weer als regel, niet anders.
Het hele systeem van punten,
cijfertjes, goed- en afkeurin
gen, berust op hetzelfde agres-
sieverwekkende concurrentie
en competitiè-systeem. Het
wordt onze kinderen als het
ware met de paplepel ingege
ven. We denken er gewoon
niet over na. Zijn er zelf in
opgegroeid.
objecten buiten de eigen
soort. Het martelen van die
ren, bijvoorbeeld. Het vernie
len van levenloze zaken, zoals
schoollokalen, auto's, bouw-
werken-in-aanbouw. Het in
brand steken van bossen of
heidevelden.
Pieard wees op die trek in
ons allemaal. Die drang om te
vernietigen, pijn te doen, te
.overheersen. Hij noemde dat
„de Hitler in ons zelf". Agres
sie in de mens heeft altijd be
staan. Het is geen kwaad op
zichzelf. Waarschijnlijk heeft
juist die agressie veel bijge
dragen tot het overleven van
de best-uitgerusten in de
voortdurende strijd om het be
staan. Je zou dat de positieve
agressie kunnen noemen. De
agressie die gewoon aan ons
allen is overgeleverd, in ons is
gelegd op het moment dat we
werden verwekt. Pas toen die
neiging tot agressie ging leiden
tot vernietiging van de eigen
soort werd zij gevaarlijk. Het
is daarom dat primitieve
stammen moord binnen de
stam en verminking van stam
genoten niet tolereerden. De
stam als groep werd daardoor
in gevaar gebracht. Het bijbel
se verhaal van Cain die Abel
doodsloeg heeft in dit ver
band een diepe betekenis.
Wat zit er achter die agres
sie-neiging die in elk van ons
aanwezig is. En om maar
meteen een „politiek" misver
stand uit de weg te ruimen
die echt niet veel te maken
heeft met welke maatschappe
lijke structuur ook. Waarom
komt het triest vaak voor dat
weerloze kinderen door vaders
minder vaak door moeders
tot bloedens toe worden ge
slagen of nog veel erger wor
den mishandeld? Waarom ma
ken twee mensen die met el
kaar getrouwd zijn elkaar het
leven tot een hel, begaat een
van de twee voortdurend gees
telijke wreedheid tegenover de
ander? Waarom loopt de gel
dingsdrang van bepaalde kin
deren op school soms de spui
gaten uit?
TEL. 53160
327; Hoogeind 8, Tel.
Veel van wat wij wat ver
zachtend „ellebogenwerk" be
lieven te noemen, in het maat
schappelijk leven dus veelal,
komt voort uit regelrechte
agressie. Die wordt dan weer
opgewekt doordat we leven in
een samenleving die vrijwel
geheel in stand wordt gehou
den door een onstuitbare com-
petitiedwang. Personeelsver-
houdingen worden er radikaal
door beïnvloed. De werksfeer
wordt er vaak volkomen door
btdorven.
Konrad Lorenz, een Oosten
rijks geleerde, heeft „over
agressie bij mens en dier" in
1963 een boek geschreven. Een
opzienbarende studie. Niet,
omdat hij zoveel nieuwe din
gen vertelde. Wel, omdat hij
erin slaagde dat wat bij een
kleine groep psychologen, so
ciologen en biologen bekend
was, onder de aandacht van
een veel groter publiek te
brengen. Door zijn intensieve
dierstudies was hij op het
spoor van „de agressie" gezet.
Hij noemt agressie „het
vechtinstinct van dieren en
mensen gericht tegen leden
van de eigen soort". Of dat
voor de soort „mens" helemaal
opgaat, wordt zo langzamer
hand betwijfeld. Het lijkt niet
onwaarschijnlijk dat juist dié
soort haar agressie-gevoelens,
voortkomend ook uit oer-
instinkten, ook botviert op
9 Een^stuk agressie van het zuiverste water: mensen in gevecht op een Amerikaanse partijmeeting.
Meestal merken we alleen
iets van agressie op zeer klei
ne schaal. Twee mensen vech
ten, twee dieren vechten. En
daarbij moet dan wel duidelijk
zijn dat een poes die een muis
vangt en opeet geen agressie
pleegt. Zij voedt zich en doodt
niet om te doden. Dier-psy-
chologen hebben overtuigend
aangetoond dat dieren die
agressief optreden bepaalde
gelaatsuitdrukkingen hebben
die ze niet hebben als ze op
jacht zijn, als ze hun voe
dingsbehoeften bevredigen.
De moderne mens kan zijn
aanleg-tot-agressie niet meer
kwijt op de manier waarop
zijn verre voorvaderen dat
konden en moesten. Hij moet
zijn territorium-instinkt
Duitse badgasten bouwen
steeds een zandmuurtje om
zich heen! zijn zelfbewust
zijn, zijn rivaliteitsdrang on
derdrukken. Hij 'leeft „onna
tuurlijk". Hij staat de hele dag
in een fabriek, aan een lopen
de band, zit in een auto, ziet
zelden nog iets van de natuur.
Hij moet geld verdienen, boe
ken bijhouden, zaken drijven,
organiseren. Hij krijgt mana
ger-ziekte, maagzweren, hoge
bloeddruk, hart-infarcten. Het
aantal neurotici neemt ont
stellend toe. De commerciële
competitie heeft geleid tot de
meest afgrijselijke dwaashe
den. Ze heeft de meest ont
stellende „agressie" doen ont
staan die denkbaar is. De
overbevolking draagt ook haar
steentje bij.
De uit de natuur ontstane
spontane agressie ook die
nend om de soort in stand te
houden is bij de mens-van-
nu levensgevaarlijk geworden.
Voor de eigen soort en haar
voortbestaan. De atoombom,
produkt van zijn intellect, is
het gevaar-zonder-weerga.
Die moderne mens gaat ge
bukt onder het feit dat hij zijn
van nature gegeven agressivi
teit niet meer „natuurlijk"
kwijt kan. Hij zoekt, ongewild
en door hemzelf meestal on
begrepen, compensatie. In de
groep die hem anoniem maakt.
Gooit dan bierblikjes naar
scheidsrechters of spelers.
Slaat families in elkaar op
grond van verschillend poli
tiek inzicht, molesteert voor
bijgangers, trekt er met gróe-
pen bromfietsers op uit en ter
roriseert iedereen.
Of hij „haat" oprecht zijn
vader of moeder, broer of zus,
zijn chef, zijn leraar. Vaak
ook richt dat gevoel van on
machtige onlust zich tegen
anonieme groepen. Hij is dan
tegen „de Duitsers, de Russen,
de Negers, de roomsen, de
Feijenoorders". Vult u maar
aan. Agressie is vandaag-de-
dag eveneens veelvuldig het
gevolg van het ontbreken van
echte idealen waarvoor men
zich kan en wil inzetten. Men
zoekt dan pseudo-idealen en
leeft zich met zijn agressiviteit
daarop uit. Het krijgt dan een
soort gelegaliseerd tintje van
oprechte begaanheid met het
lot van anderen, met de on
derdrukten.
In veel protest-van-vandaag
zijn die mensen te vinden. Zij
bemoeilijken het werk van
hen die uit volle overtuiging
met zulke bewegingen mee
doen. Want op het eerste ge
zicht lijken hun motieven oir-
baar. Ze verrichten veel
kwaad in die groepen, omdat
het niet idealisme is dat hen"
drijft, maar onderdrukte
agressiviteit. Een heel extreem
voorbeeld is dat van die Ja
panse student die zo'n 15 van
zijn volgelingen vermoordde,
omdat ze hem niet door dik en
dun wilden blijven steunen.
En heeft u wel eens opge
merkt hoe vaak een „gesprek"
voor de televisie over onder
werpen die nogal politiek ge
laden zijn, die tot sterk uit
eenlopende opvattingen aan
leiding kunnen geven, ont
aardt in een babylonische
spraakverwarring. Men laat
elkaar niet uitspreken, maakt
eikaars motieven verdacht, be
ledigt elkaar. Elk ogenblik
verwacht u dat de gespreks
partners" elkaar in de haren
zullen vliegen. Ook hier is heel
vaak sprake van agressiviteit.
In de Verenigde Staten en
de Sovjet-Unie is het onder
zoek naar de dieper-liggende
oorzaken van de menselijke
agressiviteit en de mogelijke
manieren om die te leiden
manipuleren ook verder
gevorderd dan in West-Euro
pa. Dat, is een van de redenen
geweest, waarom de Raad van
Advies voor het Wetenschaps
beleid zo'n 2 jaar geleden be
sloot gedurende minstens drie
jaar voldoende geld beschik
baar te stellen om zo'n 60 we
tenschapsbeoefenaren de kans
te geven zich in oorzaken en
achtergronden en mogelijke
bestudering van agressie te
verdiepen.
Er zijn daartoe, eind vorig
jaar, werkgroepen gevormd
Ze dragen een inter-universi-
tair karakter. Opdracht is,
kort gezegd, na te gaan wat de
relatie is tussen gedrag en
hersenen. De werkgroep „bio
logie van de agressie", de
groep die observeert, levert 't
materiaal waarop andere stu
diegroepen kunnen -voortbou
wen. Zij krijgt dat materiaal
door het bestuderen van die
ren: ratten, rhesus-apen, mui
zen. Haar bevindingen worden
doorgegeven aan groepen die
zich bezighouden met de or
ganisatie van de motoriek (hoe
werken zenuwcellen, hoe'wor
den bewegingen gestuurd?), de
psycho-farmacie en de psycho
logische afhankelijkheid (ver
slaving, rijgedrag, sportgedrag,
etc.), de invloed van de omge
ving op het gedrag en de her-
senontwikkeling en de effec
ten van bepaalde hormonen op
gedrags-aspecten.
Coördinator van het basis
project observeren van be
paalde diersoorten is de
Nijmeegse lector en psycho
loog dr. J. M. H. Vossen. De
werkgroep telt 10 leden: far-
macologen, ethologen, ecolo
gen, psychologen, biologen.
Het, is de bedoeling de stu
die die misschien wat meer in
zicht kan brengen in het ver
schijnsel van de agressie min
stens drie jaar te laten duren.
Er is gerekend op verlenging.
Op den duur zal het project
een Europees karakter krijgen
Er is daarvoor reeds een bo-
ven-nationale organisatie in 'I
leven geroepen. Het project
dat gebaseerd is op dieren-
studies, bewijst dat men in
kringen van wetenschappelij
ke vaklieden niet langer de
agressie vanuit een ethisch
standpunt bekijkt. Al geruime
tijd niet meer. Men stelt zich
telkens weer de vraag naar de
biologische afkomst van het
verschijnsel agressie.
De zwakke stee in dit groots
opgezette onderzoek is uiter
aard dat wordt gezocht naar
biologische oorzaken van
agressie bij bepaalde diersoor
ten. Men kan nu eenmaal
mensen niet als proef-objecten
gebruiken.
Het is daarom dat zij die bij
dit werk zijn betrokken hui
verig zijn bepaalde algemene
regels die zij op den duur mis
schien ontdekken, ook van
toepassing te verklaren op „de
mens". „Het is onlogisch om
wat je bij de dieren vindt, toe
te passen op de mens. Maar
het is onverstandig het niet te
doen'^* aldus dr. Vossen, zijn
leermeester aanhalend.
Bepaald een misgreep in het
op zichzelf misschien veelbe
lovende project is dat men
heeft verzuimd vertegenwoor
digers van maatschappij
wetenschappen in de ontwik
keling van de gedachten over
de richting van het onderzoek
te betrekken.
De opdracht is immers te
zoeken naar het waarom van
agressie, omdat het een sociaal
vraagstuk is. De bedoeling is
de observatie van dieren en
het nemen van proeven met
dieren dienstbaar te maken
aan het beter begrijpen van
agressiviteit bij de mens. Maar
dan moet men z'n vraagstel
ling bij de mens halen. Er ont
breken bij dit project sociolo
gen, pedagogen, polemologen,
humaan psychologen.
De vraag is daarom gewet
tigd, of de sociale strekking
van dit breed-opgezette on
derzoek voldoende uit de verf
kan komen.
J~\ OOR al dat gekanker
op de auto voelde ik
me tenslotte een
beetje schuldig achter het
stuur. Het begon ermee dat
ik bij geopende bruggen en
gesloten overwegen mijn
motor afzette. Vervolgens
kwam ik tot de conclusie -
dat het inderdaad zinvol
kan zijn je wagen achter te
laten aan de rand van de
stad om dan per openbaar
vervoer verder te reizen
naar het centrum.
Amsterdam is de eerste
stad in het land die voor 'n
dergelijke tactiek in aan
merking komt. Dus parkeer
de ik bij de RAI en liep
naar de tram. Het bleek een
automatische achter-instap-
wagen te zijn. Een Amster
dammer was zo vriendelijk
me aan de nikkelen guldens
te helpen die ik nodig had
voor het kopen van een 10
rittenkaart. Ik had maar 2
ritten nodig, maar kleiner
hadden ze niet. Geen nood
dacht ik: ik kom wel vaker
in Amsterdam, dus kan ik
die kaart later weer gebrui
ken.
Mis evenwei: tegen die tijd
ben je zo'on kaart natuurlijk
al lang kwijt. Ik heb soms 'n
harde kop en daarom kocht
ik nog 'n paar van die tien-
rittenkaarten in de hoop ze
later nog eens te gebruiken.
Nooit vond ik ze terug als
ik weer naar Amsterdam
moest, wel kwam ik ze soms
tegen als ik een ander jasje
aantrok om naar m'n stam
kroeg te gaan. Maar die
staat in de provincie.
AN die tramkaarten
ben ik afgestapt. Kort gele
den stond ik weer big de RAI.
Ik keek nogeens naar de
tram maar dacht: barst jij
maar met je dure ritjes. Ik
zocht een taxi. Maar dat was
niet zo gauw gebeurd. Zo'n
wereldstad, dat je de taories
als het ware van de trot
toirband afplukt, is Amster
dam nu ook weer niet. Na
een kwartier lopen had ik er
een. Op het Leidseplein
stond de meter op f 3,80.
Fooitje erbij: f 4,50. De te
rugrit kostte f 4,zodat ik
net zo goed een parkeerbon
had kunnen riskeren (Voor
het politiebureau op het
Leidseplein is altijd wel
plaats voor een auto en de
parkeerwachter kijkt er ge
makkelijk overheen op die
plaats).
Nu heb je natuurlijk ook
bussen. Maar het nare voor
een provinciaal is dat hij zo
gauw niet te weten kan
komen waar die allemaal
heen rijden. Op goed geluk
in bussen stappen is leuk in
Londen en Parijs als je op
vakantie bent, maar niet als
je naar een afspraak in Am
sterdam moet.
Het openbaar vervoer
heeft ook nog andere nade
len. Vorige week was m'n
auto een dag in onderhoud.
Dus stapte ik in de stads
bus. Over de snelheid waar
mee ik werd vervoerd, mocht
ik niet klagen. Wel over de
mayonnaisevlek in m'n pas
gestoomde regenjas.
OOK vorige week was
ik met een groepje
familieleden voor 'n
dag of vijf in Londen. Enge
land heeft het beste open
baar vervoer in Europa te
hebben. Namen als London
Transport en Green Coaches
doen Nederlandse busfans 't
water in de mond lopen. We
wilden een dagje naar bui
ten met de Green Coaches -
maar op het kantoor van
British Travel zeiden ze: U
kunt beter een auto huren.
Dat is met vijf man goedko
per en het bespaart U bo
vendien massa's tijd.
Dat hebben we maar ge
daan. Daarmee is nog niets
ten nadele van Green Coa
ches gezegd, die inderdaad
ideaal zijn om je van A naar
B te begeven en terug. Ik
toil alleen maar zeggen dat
zelfs het Britse openbaar
vervoer niet alles is.
Trouwens, zo'n uitstapje
naar Londen doet de achting
voor de auto toch toenemen.
De heen- en terugreis van
je huis naar de haven van
Hoek van Holland duurt met
openbaar vervoer eens zo
lang als met de auto. Bo
vendien komt er heel wat
overstapperij en gesjouw met
koffers aan te pas.
Ik weet wel dat ik met de
ze voorbeelden - in -mineur
de kool-monoxyd,e en de
ruimteroof van de auto niet
kan goed praten. Dat wil ik
ook niet. Ik wil slechts vast
stellen dai het goed is dat
er auto's zijn zolang we ver
der niets anders hebben om
ons mee te verplaatsen, d.a,n
het partijtje ongeregeld-
dat zich aan ons voordoet
als „openbaar vervoer