Moerdijkers zagen einde van welvaart aankomen en Diligence' bedrijven moesten sluiten hotel- i5r KNA RESl SPOORBRUG OYER HOLLANDSGH DIEP 100 JAAR OUD Geschie denis Commi van be treedt binnenland buitenland 11 ROEIBOTEN TRANEN MET DE HAND SUSKE EIS WISKE De Steen- SBoepers f vimJf ijsMiE is ui puiuikf\ zieHu benjtpMkifrh? Js trj jio$wt te herstellen? Mlojmmehlliiè bik is mmehonnt- schijtHUtfis erp- beurd? $nsp ook niel.Misschiei udtée zonnesteek echt pnietbaar LUCKY LUKE Het 20ste cavalerie door dr. corn, verhoeven Overwinnin jeugd van Vrijdag 31 december 1971 fS*?; V De brug die in de honderd jaar van zijn bestaan geen ingrijpende wijzigingen onderging. De oorlog zaaide verwoestingMaar de opbouw werd snel ter hand genomen. (Van een onzer redacteuren) MOERDIJK De officiële ingebruikneming van de Moer- dijkbrug vandaag precies een eeuw geleden wordt in oude kranten beschreven als een armoedige bekroning van een werkstuk waar de natie trots op was. De feesttrein die zich als eerste naar de overkant spoedde vervoerde slechts een handjevol spoorwegfunctionarissen van wie de directeur-gene raal van de S.S., F. s'Jaeob, de officiële opening had verricht. 4 Koning Willem III, toenmalige mi nisters en Kamerleden, schitterden door afwezigheid. De kranten uit die tijd lieten hun lezers slechts gissen naar de oorzaak van het wegblijven van al die autoriteiten. Wellicht hebben dezen enkel een zucht van verlichting geslaakt en zich haastig bij jiun familie ge schaard om het Oudejaarsfeest te- vieren. De spoorburg over bet toen nog geheten Haringvliet had politiek Den Haag niet onberoerd gelaten. De regering 'trad af. Men schrok in het algemeen terug voor de grote kosten. Er waren de meningen van deskundigen die de bouw van zo'n lange brug voor onmogelijk hielden. En ook de bevolking van de omlig gende plaatsen ageerde door middel van pamflbtten en ingezonden brie-1 ven tegen de plannen van de rege- .ring. Toch telde Nederland al vele zij het veel kleinere spoorbrug gen. In 1856 te Maastricht en Wes tervoort; in 1864 te Hattembrbroek; in 1865 te Zutphen; in 1866 te Ven- lo. Later kwamen daar Culemborg en Zaltbommel nog bij. De burgemeester van Gorinchem noemde spoorbruggen „dijkbreuk- werktuigen", „levenlustige roof dieren" en „vampiers die zich aan de schatkist hbchten". Er waren zelfs deskundigen die zeiden dat de bruggen werden weggesleurd als de rivieren zouden gaan kruien. De En gelse ingbnieur Rennie, toentertijd een wereldvermaarde bruggenbou wer, was een van schrik hard weg gelopen toen hij het kruien van het ijs in de Waal zag. Hij verklaarde tegenover zijn Hollandse collega's: „In Holland zijn gben bruggen te bouwen". De treinpassagiers waren ook nog lang niet aan al die bruggen ge wend. Een Stem-verslaggever merk te op dat er reizigers waren die ben weesgegroetje baden voor een veili ge overtocht. Ook circuleerdb er al tijd wel een of ander bericht dat er ergens een pijler aan het verzakkbn was. Bovendien had de ebuwenlange ervaring geleerd dat het Hollandsch Diep met. wel 12 stroomgaten een zbegat was waar het geducht kon spoken. Onder de velen die er hun graf gevonden hadden, was niemand minder dan de Friese stadhoudbr Johan Willem Friso, wiens boot er in 1711 omsloeg. Men vreesde dat dergelijke bruggen de dijken zouden verzwakken. Hbt risico van een tweede Sïnt-Elisabethsvloed, waarbij de Biesbosch en het Hollandsch Diep ontstonden, kon men toch niet riskeren. Tot de felste tegenstanders kon den wel de inwonbrs van Moerdijk gerekend worden. Men begreep daar maar al te goed dat de bouw van een brug het einde zou betekenen van de bedrijvigheid dib het dorp die dagen kenmerkte. De reizigers uit Holland kwamen per diligence aan bij het hotel Wa terloo in Willemsdorp. Met grote roeiboten werden ze over het Hol landsch Diep gezet. Voor het hotel Bellevue in Moerdijk wachtte de versb diligence, die de reizigers naar het zuiden en verder naar Antwer pen en Brussel bracht. Voor een rit naar Brussel waren zo'n 100 paai Jen nodig. De familie Van Lommei die sinds 1820 te Moerdijk gevestigd was, bxploiteerde het diligence-be drijf en het hotel Bellevue. De post werd in die dagen vervoerd per boot en postkar. Met de komst van de stoomboten zo rond 1855 werd de bedrijvigheid nog groter. In 1858 waren br twee stations in Moerdijk Het ene station was van de "Grand Central Beige, die een spoorlijn ex ploiteerde via Zevenbergen en Roo sendaal naar Antwerpen. Het andere station was van de Nederlandse Spoorwegen voor het vervoer naar Breda en verder naar het zuiden. Het emplacembnt van beide spoorlij nen was zeer breed. Er werden ook raderen,.en veeoyergpbt. De grote ,zgg je al 'van vor. iy 1 o opis.1 Dit alles zagen de inwoners van Moerdijk in één klap vernietigd. En zij kregen gelijk. Enigb jaren na de openstelling van de brug en wel op 1 juli 1879, 's avonds om negen uur, reed de laatste trein van de Grand Central Beige. Hij was vol gbladen met meubilair van het „Belse stati on". Toen de Moerdijkers de laatste trein zagen vertrekken, kregen zij tranbn in de ogen. „Daar gaat onze hoofden en verder tien van de der tien pijlers. De drie pijlers in het diepste gedeblte van het Hollandsch Diep werden pneumatisch gefun deerd door de firma Gouin en Cie uit Parijs. De totale bouw heeft zes jaar in beslag genomen. Tijdens de laatste maanden van de oorlog het zuiden was toen al bevrijd werd de spoorbrug voor een bblangrijk deel door de Duitsers vernield. Zes .van de veertien over spanningen moesten vernieuwd, wor den. Maar al in het najaar van 1946 was de overbrugging voorlopig her steld. Daarna werd in 1955 de dub- belsporige verbinding in gebruik ge- homen. Een Moerdijkpont snelt zijn vastgelopen collega (rechts) fe hulp. Mist was er de oorzaak van dat de pont uit de-koers was geraakt. Mist kon de stoomboten soms dagenlang aan de wal houden, zodat de plas een onoverkomelijke hindernis was. "VToordat de brug over het Hollandsch Diep er lag begonnen in Moer- dijk vier stoombootdiensten naar het noorden. Een eigen bootdienst van de spoorwegen bracht de goederen via Dordsche Kil en Noord naar Dordrecht en Rotterdam. Het goederenvervoer naar Amsterdam en het personenvervoer naar Rotterdam waren uitbesteed aan twee verschil lende schroefstoombootrederijen. Tenslotte had de Grand Central Beige nog een eigen-stoombootgoederendienst naar Rotterdam. Om het geheel nog gecompliceerder te maken had Moerdijk nog een tweede station dat toebehoorde aan de Grand Central Beige. Hier eindigden de treinen van Antwerpen die via Roosendaal en Zevenbergen rechtstreeks naar Moerdijk gingen. boterham", zeiden zei. Nee, in Moerdijk kon men geen bewondering opbrengen voor wat in die tijd genoemd w'erd het visite kaartje van de Nederlandse brug genbouwers. De brug kwam er toch ondanks de politieke strubbelingen, de vooroordelen ten het hevige ver- zét van de Moerdijkers. In Den Haag sleepte het ministerie Van Hall - Van Heemstra de plannen door d'e Kamer. Uiteindelijk vielen de kosten nog mee, heel erg mee zelfs. In plaats van acht miljoen gulden kon het karwei voor drie miljoen minder tot een goed einde worden gebracht. Tachtig jaar later ontdekte men pas goed hoe stevig het waterbouwkundige wonder db Moerdijkbrug was lang de groot ste brug van Europa in elkaar zat. Er waren in 1955 slechts gerin ge versterkingen noodzakelijk om de brug voor dubbelspoor in te rich ten. De bouw van de Moerdijkbrug was di'ingend nodig al zagen weini gen dat destijds in. Het economische verkeer breidde zich snbl uit. Er moest eerst en vooral een snellere verbinding komen tussen Rotterdam en Antwerpen. Vervolgens moest er letterlijk en figuurlijk een brug ge slagen worden tussen de kolenbek kens in het zuiden (energiebron nen) en het geïndustrialiseerde wes ten. Men vreesde in Den Haag ook dat de zuidelijke spoorwegen (toen nog particulier bezit) aansluiting zouden zoeken bij Belgische maat schappijen als er geen verbindingen met Noord-Nederland zouden ko men. Op 27 december 1871 werd de brug beproefd en goedgekeurd. Dat ge beurde onder het toeziende oog van de hoofdingenieurs J.A.A. Waldorp en J.A. Kool en de eerst aanwezige ingenieurs N.Th. Miehaelis en J.G. van den Bergh. Laatstgenobmde had de leiding over het werk. Hun betekenis voor de bruggen- bouwtechniek krijgt vooral reliëf als men ziet dat de spoorwegen tot dan toe nog nagenoeg geen ervaring had den in het bouwen van grote spoor bruggen. Voor 1860 bestonden er slbchts twee spoorbruggen. In 1867 werd de wet afgekondigd tot de bouw van een enkelsporige brug over het Hollandsch Diep bij Moerdijk, De brug telde veertien overspanningen van elk 103,25 me ter. Het bouwwerk had een total's lengte van 1469,30. Grote bewondering had men in die tijd voor de aannemers van de bovenbouw van de brug. Paul van Vlissingen en Dudok van Heel (thans Werkspoor n.v.) en de aanne mers D. Volker en A. Volker, de uitvoerders van d'a verbindingsdam- men van resp. 700 meter in het nobrden en 400 meter in het zuiden. Zij bouwden ook de beide land- Muter verder in HET GEUELF WH HET huis m PomiiGE- BEURDE BLUFT VOOR LOPIG EEH GROOT GE' HEin.mF DE V0L- GEHDE MORGEN DAT DE BLEEKGEZICHTEN HET ZWU6EN BEWARENALS BROEDER ZON OPGAAT BOVEN DE PRAIRIE, ZAL HET BLEEK - GEZICHT GEFOLTERD WORDEN. ZO ZUN ONZE WETTEN. GELE HOND HEEFT GESPROKEN! MUN BROEDERS ZOUDEN ER BETER AAN DOEN NAAR HUN WIGWAM TE GAAN, IN PLAATS VAN DAAR ALS SQUAWS TE STAAN BABBELEN! Om te beginnen een paar citaten. „De geschiedenis toont", schreef F. Hartog in de Economiscfi-Statisti- sche Berichten (28-7-71) „dat al truïsme een randverschijnsel is er dat materialisme of fanatisme altijd de boventoon hebben gevoerd". Wat de geschiedenis toont, denkt de ar geloze lezer, zal wel waar zijn, en wat altijd zo gewepst is, zal we altijd zo blijven. „De historische feiten schijnei aan te tonen", aldus E. W. Beth, (Moderne Logica. Assen 1967. b. 131) dat de mens, onder bepaqlde omstandigheden en tot op zekere hoogte, zowel de neiging als het vermogen bezit tot wat men pleegt aan te duiden als logisch denken". Van deze twee citaten is het laat ste mij het liefst, maar het eerste is het meest leerzaam. In beide wordt de geschiedenis opgevoerd als moge lijk bewijs voor de waarheid van een stelling. Onder geschiedenis wordt dan niet verstaan de wetenschap omtrent datgene wat in het verleden gebeurd is of de wetmatigheden die daarbij zouden heersen, maar het verloop van die gebeurtenissen zelf. De voorbeel den zouden gemakkelijk met tiental len andere uit te breiden zijn. „De geschiedenis leert" of „de geschiede nis toont aan" is een veelgebruikte zinswending waarmee een bewering die daarna komt, vast verankerd wordt in historische gronden. Bij Beth gebeurt dat met zoveel omhaal en voorbehoud, dat hier ei genlijk het cliché in stukken springt en dat zal ook wel de bedoeling zijn geweest. Het is duidelijk dat hij het nauwelijks van belang vindt de ge schiedenis erbij te halen om de ver onderstelling te staven dat mensen wel eens logisch kunnen denken. Evenmin is het nodig op historische feiten terug te vallen om te bewij zen dat mensen soms eten of soms haren op hun hoofd hebben. Overigens blijkt ook hier dat de geschiedenis, opgevat als som van de gebeurtenissen uit het verleden maar dan weerspiegelt in de mense lijke ervaring, een reusachtige grab belton is, waaruit iedereen naar be lieven bewijsmateriaal voor de eigen favoriete stelling kan halen. Een van mijn favoriete bewerin gen is dat de mens nauwelijks iets leert uit zijn geschiedenis. Ook hier door kan ik de geschiedenis aanroe pen. Ik zou dus moeten beweren: de geschiedenis leert dat de geschiede nis niets leert. Maar als dat zo zou zijn, kan ik de geschiedenis niet als een gezag aanhalen. Mijn bewering blijft onbewijsbaar want de geschie denis zelf zou de enige instantie zijn om ze waar te maken. Ik kan dus ook moeilijk beweren dat mensen telkens in dezelfde fout. b.v. fanatisme, vervallen of dat de geschiedenis zich herhaalt. Naarge lang ik minder geloof in de geschie denis als herhaling, wordt ze voor mij ook minder geschikt als bewijs materiaal voor het formuleren van wetmatigheden, b.v. over het al truïsme. Ik neem dus aan dat Har tog ook zonder het z.g. historische bewijsmateriaal ervan overtuigd is. dat mensen meer materialistisch dan altruïstisch zijn. Hij heeft die overtuiging niet te danken aan enig inzicht in histori sche wetmatigheden want die be staan misschien helemaal niet hij grijpt de geschiedenis alleen maar aan om zijn bewering wat aan te kleden en er een indrukwekkend diepte-effect aan te geven. Maar dat is alleen indrukwekkend inzoverre men gelooft in de geschiedenis als eeuwige herhaling, als rijke bron van ervaring of zelfs het voltrokken worden van een fatum. In al die geualle» zou de geschie denis iets kunnen leren, maar het zou ook geen enkele zin hebben er een les uit te trekken. Als geschie denis verandering is heeft die les wel zin, maar ontbreekt de basis om ze op te trekken. Het argument van Hartog en de duizenden die precies zo praten is dubieus en de inhoud van zijn eveneens dubieuze stelling wordt er niet door bevestigd. De geschiedenis is een grote warboel. Zij toont niets of zij toont zoveel dat het een tegen het ander kan worden weggestreept, zodat zij niets toont. Zij heeft niet de structuur van een systeem of een les. maar is eerder een chaos van mogelijkheden. Wie in haar troebel water naar ar gumenten vist. haalt altijd wel iets naar boven. Maar met een andere hengel zou hij ook het tegendeel kunnen vangen. Geschiedenis is best interessant maar. zoals Beth zegt, met logica heeft ze niets te ma ken. (ADVERTENTIE) Vrijdag 31 decemtl DEN HAAG (ANP van de Koninklijl Atletiek Unie keerl zetels. Het bestuur trad op 10 decembt Unieraad een voorsj sluiten van atlete landenploegen en dei lectie nietig te verkl te verwijzen naar dc aannam. Het KNAU op het verzoek dat een besloten vergade deed. In een brief aan de DEN HAAG (ANP van de commissie van Koninklijke Nederlal Bond zijn donderdag nemen aan niet meer te bezitten van de aij de bond, gezien de deel van het amateu^ motivering van de uit beroep in de zaak Sïj van de commissie va ben zich bereid verkil de zaken af te handel De thans afgetreden beroep heeft in vrijwel' samenstelling zo'n zevfl functioneerd. Zij besta te leden: mr. P. van zitter), mr. J. G. B. S. J. W. Nijhoff, H. donek en mr. J. W. Tam vervangende leden zijr Spramgers en mr. J. Vil EINDHOVEN (ANj stra zal wel nooit heb landse B-titel zou nul gelegenheid een u dames-kernploeg v eens te bewijzen ove schikt. Zij zegevierde ging naar de stayer b stand ruim 2,5 puntei Schenk-Burgmeyer. I kampioen in de Nedi Norg benadrukte zijn eveneens drie afstand' De goedertierenheid v.I vaderen van de Koninkl landse Schaatsenrijders I doorgrondelijk. Daar Westenbroek uit SteggerJ praten. Zij levert op dril prestaties, zonder meer gunning bij de A-kamp: op acht en negen januarj waardig. De vijfhonden" haar echter noodlottig. se starts (tijdens deze op dit onderdeel onge: nieuw record gevestigi reglementair de tijd van Ria van Hoeve (57,0) toe gaf vervolgens Stien slechts enkele meters t gesproken zou Sophie ruimschoots bij de eerste geëindigd, het magischej Deventer. De LTC zag ding om voor haar een te maken. Voorzitter Wyi de: „We hanteren tijdei - (Van onze sportrei] VLISSINGEN Het cro-korfbaltocrnooi van se vereniging Seolto door Animo. Swift eind tweede plaats, terwijl BI de organiserende club Se tievelijk dc derde en vier de eindrangschikking be: kwam niet verder dan plaats in dit volgens de zeer geslaagde toernooi. De uitslagen waren: Sei mo 4-5, Swift Blauw Vj Seolto 0-0, Animo Blauw Wit Togo 5-2 Swift 2-5, Animo Blai Swift Togo 7-0, BU Seolto 7-0 en Togo Ar HEREN 1500 METER 1 Kuipers 2.11,3; 2Ï3 tl en Palsma 2.13,6; 4 1 2.14,3; 5 De Koning 2.1 Winkel 2.16,2; 7 Den Duj 8 Meyer 2.17,6; 9 Haddei| De Roon 2.18,2. 5000 METER 1 Kuipers 7.48,0; 2 V 7.56,2; 3 Van Gelder 7.5 ma 7.59,9; 5 Derksen 8 Winkel 8.04,1; 7 Vriend De Koning en Woudenl 10 Hadders 8.09,5; 12 D 8.13,2.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 16