ER IS VOOR ONS VROUWEN IN DE KERK VEEL TE DOEN „Ik praat en luister me de hele dag kapot..." GERRIT POELS, EEN SOORT ABBE PIERRE VAN TILBURG: binnenland buitenland Pastoraal werkster in Vlissingen Drie kansen Roeping Kerk ontbreekt Commune Geschooid (jterdag 18 december 1971 Poels een overheersend pro bleem: „Wanneer een totaal mislukte man zich ontfermt ovér een totaal mislukt vrouwtje, dat ook nog kinde ren bij zich heeft. Ze denken dan dat het liefde is, maar het is wanhoop. Dan probeer je open kaart te spelen door alles wat je van de een weet aan de ander te vertellen. Maar heel vaak helpt het niet, gaan ze samen de deur uit. Na twee weken ligt de zaak weer in puin, drukt zo'n vrouwtje weer bij me op de bel. Nog dieper in de put dan toen ze de eerste keer kwam". „Ik praat en luister me de helo dag kapot". Om dit on voorstelbare heterogeen, dage lijks wisselend mengelmoes van losgeslagen individuen bij elkaar te houden, dat soms letterlijk vecht om een bed. „Gisteravond ging een van de mannen op stap, zeven tientjes erdoor gedraaid. Hij wist, dat je hier om elf uur binnen moet zijn. Wie dronken aan de deur komt of te laat is, ver liest voor een nacht zijn bed. Of voor goed, wanneer zich iemand anders heeft aange meld- Hij kwam tegen twee uur in de nacht, forceerde de tuindeur, stootte de televisie overhoop, plunderde de ijs kast, knoeide overal saté en worsten en ging toen naar bo ven. Er lag een ander in zijn nest. Er is grote herrie ge maakt, maar de mannen heb ben het onder mekaar gere geld. Vanmorgen heb ik hem buitengezet. Hij mag terugko men, want bij mij krijgt ie dereen drie kansen". In huis verbleven nu meren deels kinderen, 21 stuks. „Ik heb in al die jaren voor Til burg al minstens een kinderte- KERSTMIS is een feest van ontzettend veel mooie woorden en wen sen, waarvan vaak niet zoveel terecht komt. Maar hier en daar tref je mensen die de daad bij het woord hebben gevoegd. Zoals Gerrit Poels in Tilburg. Een paar jaar geleden schon ken wc in deze krant al aandacht aan zijn toen pas begonnen werk. Nu kunt u lezen hoe hij al honderden mensen heeft kunnen helpen, maar ook hoe moeilijk dat is. Hij ging buiten de „offi ciële" kerk werken. Mej. Beynes in Vlissingen doet het binnen de kerk. Maar lees hoe moeilijk ook dat is. huis uitgespaard". Sinds mei 1968 zijn er ruim 1150 mensen opgenomen geweest. En vanaf eind oktober (begin van het koude jaargetijde) barsten de slaapruimten weer uit. Er zijn dagen, dat meer dan 100 men sen aan tafel zitten. Wie betaalt dat allemaal? Gerrit Poels: „Twee jaar heb ben we op' eigen kracht ge draaid, van ontzettend veel giften. Een verzoek om regel recht subsidie van de gemeente is afgewezen, maar er is een tussenweg gevonden. Van de mensen die bijstand trekken, ontvang ik rechtstreeks kost geld via de sociale dienst. Meestal duurt het wel drie weken, voordat zoiets rond is. Het moet iedere keer bevoch ten worden. En met mensen van buiten de stad heb je extra moeilijkheden". (Van een onzer verslaggevers) VLISSINGEN „Ik liep met de bloemen in 'lijn handen en ik moest fe meeste gelukwensen "aar aanleiding van het "icologic-examen nog in "(vangst nemen, toen men '"ij ai kwam vragen of ik "'isschien naar Vlissingen ï#u willen gaan. De pastoor ™'l bij het bisdom een "nvraag voor een lcke- 'facht ingediend. Ik heb er liet lang over na kunnen fenken. Ik moest snel be vissen, wat ik dan ook Veefl. Daarmee was ik een VW dc eerste vrouwen, die J's pastoraal werkster hun '"trede deden in de katlio- 'ieke kerk van Nederland". SI"j. H. R. M. Beynes, aclit- ""veertig jaar oud, gebo- jhi in Haarlem, is inmid- "ch zes jaar lang pastoraal Werkster in de parochie van O.L- Vrouw van de Ro zenkrans en St. Jacob te Vlissingen. Mej. Beynes ging in I960 theologie studeren bij de augustijnen in Nijmegen. Toen ze er aan begon wist ze nauwelijks, wat ze er in de praktijk mee zou kun nen doen. De functie van pastoraal werkster of paro chie-assistente bestond nau welijks. Bii de paters au gustijnen volgde zij vier jaar lang de colleges, te za- men met de studenten, die zich voorbereidden op het priesterschap. Op de dag van de wijding ging zij ook naar de kathedraal, maar nam niet plaats op het priesterkoor. „Toen dacht ik: eigenaar dig, ze zouden mij toch ook een soort zending of hand oplegging moeten geven." Na de dienst heb ik er het nog met de bisschop over gehad. Het werd al snel duidelijk dat men daar he lemaal niet aan had ge dacht". Op 1 oktober 1965 begon mej. Beynes in Vlissingen aan het zerk in de oecu mene, het bekeerlingen- werk, de voorbereiding van de gemengde huwelijken, het werk onder de randker- kelijken en de katechese voor kinderen op de open bare scholen. In de eerste jaren van haar verblijf in Vlissingen hield mej. Beynes zich zeer intensief bezig met het zogenaamde bekeringswerk, iets wat thans nauwelijks meer voorkomt. Vele avon den per week ontving zij jongens, meisjes, verloofde stellen, mannen of vrouwen die zich aangetrokken voel den tot de rooms-katholieke leer en traditie, om ze bij na een jaar lang. voor te bereiden op de doop. „Hoewel ik in dezen geen frustraties heb," zo zegt mej. Beynes, „heb ik toch vaak gedacht: wat jammer dat je de doop van degene die je erop hebt voorbereid, niet mag verrichten. Dat zou toch eigenlijk een zeer lo- werk zijn geweest. Ook de bekeerlingen zelf hebben vaak gevraagd of ik hen zou willen dopen- Goed, ik was er dan altijd wel bij, maar verder dan het aan reiken van de zalf en het zout is het nooit geko men". Ook bij de voorbereiding van verloofde paren op het gemengde huwelijk is mej Beynes sterk betrokken. Zij zou het gezien de speci ale omstandigheden, van zelfsprekend hebben gevon den als zij uiteindelijk bij de huwelijkssluiting functi oneel zou zijn betrokken. Tot op heden is dat nauwe lijks gebeurd. Een enkele maal heeft zij wel eens een schriflezing verzorgd. De pastoor en de kape laan van Vlissingen hebben gische voortzetting van het er moeite mee om mej. Beynes meer in de liturgie te laten functioneren. Dat komt voornamelijk omdat de parochie heeft laten we ten liet niet zonder meer te waarderen dat zij liturgische taken krijgt, al waarweert men het andere werk van haar erg. Alleen in de „noodsituaties", bijvoor beeld bij zeer druk bezoch te kerkdiensten kan men ermee akkoord gaan dat zij bijvoorbeeld communie uit reikt. „Wat ik nu doe is met behulp van een band recorder, vanuit de sacris tie de muziek verzorgen. Daarnaast ben ik ook nog koster. De financiële situa tie liet het anderhalf jaar geleden al niet meer toe dat de koster gehandhaafd bleef. Ik heb zorg voor de gewaden, de bloemen en al les wat er verder in de kerk nodig is. Maar dat al les is nauwelijks wezenlijk te noemen, voor het werk van een pastoraal werkster. Het is het randwerk dat ook gebeuren moet". „Ik heb altijd gezegd: ik wil dienstbaar zijn. Dat klinkt misschien wel idea listisch, maar het is wel de grootste drijfveer in mijn werk. Ik geloof zeker dat er voor ons vrouwen in de de kerk veel te doen valt. Wat we nodig hebben is een aantal jonge krachten, die nieuw elan zouden kun nen aandragen. Die vanuit hun geloofshouding zouden moeten laten zien dat er meer is in het leven dan alleen maar dat materialis tische gedoe van tegen woordig. Voor mij is het wel duidelijk geworden dat je door een evangelische le venshouding aan anderen veel duidelijk kunt maken. En daar is een grote vraag naar". Mej. H. Beynes. Een be-roepskibreker zat naast een vrouwtje met een spastisch kind. Hij voerde de kleine pudding. Gerrit Poels, de duizendpoot „O, ja, vaak vind ik het zinloos wat ik doe, maar je krijgt toch een bepaalde be roepshardheid, anders was ik er onderdoor gegaan"), heeft nimmer salaris, loon of ver goeding voor zijn werk gehad. Hij at mee uit de grote pot, later deed echtgenote Angeli- que dat ook. Hij is het beste te vergelijken met Abbé Pier re, al trekken zijn mensen niet door Tilburg om lompen of oud ijzer op te halen en leven ze niet in een bidonvil- le, maar in een vervuilde woonkast, met een vraagprijs van f 160.000 hartje stad. Ze werden 3,5 jaar lang gedragen door de caritas van anderen (ook door zichzelf het brood uit de mond te sparen) door talloze giften op hun giroreke ning (u mag het wel weten in deze dagen: nr. 1857420), door middenstanders en kloosters, maar iedereen voelt aan dat het zo niet kan blijven, want de toeloop groeit met de maand. Een accountantsbureau heeft berekend, dat er strikt geno men voor 1972 minstens f 270.000 nodig zou zijn. Daar zit dan ook „een half salarisje, misschien tienduizend bruto voor mijn vrouw en mij" in. Gerrit Poels, ex-m.s.c., is des ondanks zijn roeping („ik heb lang de mis gedaan hier aan tafel, gewoon tijdens de maaltijd, tien minuutjes, maar ik doe het niet meer want ik wil geen geval worden dat overal naam krijgt"), zijn roe ping tot christelijke medemen selijkheid trouw gebleven. In het huis lachten alleen de kinderen. De ouderen spraken weinig. Ingekeerde figuren, stuk voor stuk met een triest verleden. Pech gehad, een slippertje gemaakt, in de knoei. Voor hoelang? „Ik ben de knapste van de tent",- schreeuwde 83-jarige Anna, „mij heeft Poels op 5 decem ber binnengekregen, drie jaar geleden. Hij heeft nooit een mooier Sinterklaascadeau ge had. Hè, meneer Poels?" „Hou verdomme je bek nou eens", zei een van de lichte grietjes. Gerrit Poels ruimde af. Bij de kachel was niets ge geten. Daar zat het vrouwtje met de bloedkorsten op haar gezicht naast haar man. Ze hielden eikaars handen vast. Een mens heeft in dit huis drie kansen. Dit was de derde keer, dat ze hierheen gevlucht was. Met haar zes kinderen. En kleine Frans was jarig. Mooie verjaardag. Papa had hem niet meer kunnen geven dan een stuk suikerspek. En niemand aan tafel wist hoe liet nou verder moest met dit gezin- Ze baden na de pud ding. Ze hadden genoeg aan zichzelf. Ex-pater Gerrit Poels staandeen „zijn" mensen aan tafel: „...De kerk liet hier verstek gaan (Van een onzer verslaggevers) De vrouw, ze leek nau welijks dertig, zat stilletjes huilend tus sen de anderen aan de kachel. Gisteravond was ze inengelopen. Bo-t en blauw jeslagen door haar man, die Dlaal beschonken thuis was (etomen van ren kroegen- licht. Een dokter had wat ichtingen aangebracht, maar p haar wangen en neus zaten log dikke bloedkorsten. Het lichter oog was gezwollen. De litie, meteen ingeschakeld, d proces-verbaal opgemaakt icgens mishandeling. En nu t de man, nuchter en rouw- oedig, naast haar, streek ms over haar hoofd, huilde ee. De zes kinderen die met tal moeder liet huis waren (gevlucht, speelden luidruch- g verstoppertje. Papa had aitaai-poppen meegebracht, a suikerspek, en rode lollies, ai het goed te maken. Het pui slingerde overal rond, alf aangevreten. Het was al e derde keer, dat ze liier aren. Op het adres Nieuw- ndstraat 38 in Tilburg-Cen- ram. Een huis dat geen naam teft, maar het is een begrip or mensen, die in de rotzooi "tten. Niet weten waarheen- A dak boven hun hoofd zijn taSgeraakt. Op hol geslagen, tn de tang van het maatschap- pelijk bestel bekneld dreigen raken. Gerrit Poels (42) is leider n dit opvangtehuis, patri- rspand (zwaar in verval), de rand van het altijd kke Tilburgse winkelkwar- i „Een-uurtje geleden stond iman hier op de stoep. Hij dat ze terugkomt, maar zij ingt aan op scheiding. Dat jit me de beste oplossing, van hun kinderen is toe- tig ook nog jarig van- •>6". Op dit uur (namiddag 3 de- ber) had hij 46 mensen er de vloer. Thuislozen, re- "sseringsjeugd, op drift ge likte hoertjes, weggelopen ieders met kinderen. Ver- ffbak van menselijk leed. i mei 1968 besloot Gerrit "Is (toen nog pater in de ic,-congregatie) samen met broeder en een onderwij- 'es om in Tilburg een M met ruim 150.000 mensen een SOS-diienst té begin- Ze gingen samenwonen, een vaste hulpcentrale te ebben. Opzet: „Hand- en spandien- verlenen aan alleenstaan- bejaarden, zieken, acute lodgevallen". Toen het plan van de grond kwaan (..Wi* widen als motor willen ageren, voor het eigenlijke 'fk zouden hulpkrachten wden ingezet"), stelden ze 'de Poststraat een huurhuis Pen voor mensen die wilden «nen praten- Het eigen kapi- bedroeg f 66. De Vincenti- svereniging zorgde voor de ttttbiferinig (9 stoelen en een <el). Poels (hij bleef godsdienst- "aar, maar dat salaris verviel it het klooster): „Na tien Van ongeveer de helft krijgt hij op die manier iets binnen (f 35 per week voor een gezin is de richtprijs), voör-de ande re 50 pet. moet vaak wat wor den gezocht: uitspellen van advertentiepagina's, contacten met arbeids- of uitzendbu reaus, Zodra het lukt is mees tal het moment aangebroken, dat de betrokkene moet ver trekken, omdat hij (Póels heeft doorgaans wel zolderka mertjes of andere optrekjes in de stad achter de hand) weer op zichzelf kan staan- „Iedere vrijdag is dat grote ellende: jij moet weg, jij kunt blijven. De meesten willen niet gaan, om dat ze op verzorging uit zijn, deze typische leefwereld ver kiezen boven een onzekere nieuwe start". Waar haait een man als Ger rit Poels, de ex-g'odsdienstle- raar, de continue inspiratie vandaan om deze ontmoedi gende job vol te houden? „Toen ik uit de congregatie trad, had ik niet het gevoel dat ik veel losliet. Ik ben alleen uit die muren gebroken, omdat ik zo consequent moge lijk een bepaald gebod wilde toepassen. Het valt mij op dat bij de meeste gevallen geen pastoor of kapelaan betrokken is geweest. Daar ontbreekt de kerk dus duidelijk voor mij". Hij bad voor bij het avond maal: 58 mannen, vrouwen, jongens (veel reclasseringsge- vallen, die wij toegeschoven krijgen) kinderen met verf- handen van wat kliederspel letjes in de zijkamer waar zwarte jonge poezen rond springen tussen poppebedjes. Een ongeschoren landloper kwam tussen de soep en de aardappelen binnen. Zonder iets te zeggen. Halverwege de tafel zit een zo te zien keurig kantoormeisje, ze is prostituèe Kwam alleen maar voor een hap voedsel. Twee grieten (mini, mondain opgedirkt) la ten hun hoge benen zien, spe ciaal voor de fotograaf, wegge lopen uit pleeggezinnen. „Ik had vroeger nooit van thuislozenzorg gehoord, ik ben er door dat misverstand met die ene gast die bleef slapen en wilde stelen ingerold. Ik heb nog niet de tijd gehad om me ergens bij aan te sluiten. Wij drijven helemaal op ons zelf. Mijn bezwaar tegen wat het Leger des Heils en de Labre-liuizen op dit gebied doen is, dat ze te weinig pro beren om de mensen weer te rug te plaatsen in de maat schappij". Poels c.s. lukt dat met bijna 50 pet- (bejaardencentrum, krankzinnigengesticht, loge ment). Het gebeurt per defini tie. „Ik heb een grotere markt dan een VW-kantoor". Het waren sinds 1958 al ruim 500 mensen, die na een tijdelijk verblijf in „huize Poels" weer iets gevonden hebben. Type rend is ook, dat nog geen 15 pet. naderhand weer aanklopt. De baardige klusjesmanIk weet wat het is er toch, een greintje privé-le- ven is geschapen. Maar over dag sjouwen ze allebei in liet nieuwe pand (sinds juli '70, huur f 800 in de maand) aan de Nielandstraat, samen met een kleine staf: inwonend jong echtpaar (zij maatschappelijk werkster, hij vlakbij doctoraal theologie), drie studenten, een klusjesman, een werkster voor halve dagen. Iedere dag zitten w.c.'s of leidingen verstopt, worden er dingetjes gestolen, moeten boodschappen worden gedaan. Iedere dag moeten nieuwe mensen worden opge vangen, huisbezoeken worden gedaan bij vroegere „gasten" (daggemiddelde 20-25), con tacten met instanties of dona teurs worden onderhouden. Angelique in de keuken van „Huize Poels": een keer af geknapt dagen hadden we iemand die wilde blijven slapëh. Hij deed 's nachts een poging tot dief stal. Behalve een ouwe stoel was er niets te halen. Maar het voorval werd aan de poli tie gerapporteerd. Toen heb ben ze daar de denkfout ge maakt, dat wij mensen onder dak verschaften. Op 11 mei stond de politie al voor de deur met een op straat gezet gezin. En binnen een paar we ken hadden we klanten van de sociale dienst, maatschappelijk werk en woningdienst". Eind mei 1968 bleek „huize Poels" ,(nog altijd de gangbare bena ming in Tilburg e.o.) al aan meer dan 90 personen dag- en nachtverzorging gegeven te hebben. Met zoveel opvang (juli '68 gemiddeld 11, september meer dan 20 mensen per dag) groei- 'den de problemen: er moest geschooid worden om bedden, om kleding, om levensmidde len („Maar schrijf dat niet op"), om financiële steun. Broodfabrieken werden be zocht. Een Tilburgse bakker stelde drie jaar lang iedere dag twee broden beschikbaar, een zelf-bakkend klooster drie. Andere kloosters sturen sindsdien maandelijks voedsel pakketten. Elke vrijdag arri veert er van een anonieme ge ver een grote krat peperkoek of speculaas. Iemand meldde zich om de huur van het huis aan de Poststraat (f 500 per maand) voor zijn rekening te nemen. In '69 besloot Gerrit Poels het priesterambt te veriaten- Waarom? „Van het verwach tingsbeeld van 'n priester her kende ik niets meer in mezelf. Ik kon niet meer in die gewa den staan en tegelijk met de mensen de bitterste armoede deler, dat rijmde voor mij niet op elkaar. Ik vond trou wens, dat de kerk op heel veel plaatsen eenvoudig niet aanwezig was". Bij officiële gelegenheden noemen ze hem nog altijd pa ter Poels, ook al is hij intus sen (sinds 18 oktober, ook ker kelijk) getrouwd met de nu 33-jarige kleuterleidster Ange lique, met wie hij ruim twee jaar helemaal tussen de daklo zen heeft geleefd. Zij knapte tenslotte af („Het is zo ont zettend frustrerend als je een huiselijk type bent en je pro- beerd de boel schoon te hou den, maar vijf minuten later is het weer een zwijnenstal"), kreeg een zenuwinzinking, heeft daarom kortgeleden met haar man in de buurt een kleine woning gevonden, zodat In de keuken stond het avondeten op: rundvleessoep, puree met boontjes en soep vlees, vanillepudding in grote potten. Angelique sneed groenten, een Indonesich vrouwtje („ik zit hier al een half jaar met drie kleine kin deren, ben gescheiden, mijn man in Duitsland, kon nergens opschieten met de huisbazen") kwam voorbij met stapels bor den. In de lange kamer zat Anna,, de oudste, 83 jaar. Te arm en te oud voor een bejaardente huis. Praatgraag: „Eigenlijk is het hier niks waard voor al die kinderen. Ze zien teveel. Poels is een strenge, hij heeft eens een moeder met vier kin deren buiten laten slapen om dat ze te laat binnen waren. Hier tegen de muur hebben ze gelegen, de politie erbij, en het was bitterkoud. Maar het is wel goed dat er reglemen ten zijn, anders was het hier een beestentroep"- De slaapzalen zijn geschei den vanuit de gang links de trap op liggen de mannen. Ge deeltelijk achter de rommel zolder, waar ijzeren bedden voor reserve en huishoudelijke eigendommen van de inwo- nenden liggen opgeslagen. Vrouwen, meisjes en kinde ren slapen in een ander deel van het huis, de vroegerg op slagplaats van 'n saheen-han del. De baardige klusjesman die ons rondleidde, had 22 in ternaten achter de rug, was nu (getrouwd) hi full-time dienst, 's Middags de gammele auto gerepareerd. Daarna bij een alleenstaande gescheiden vrouw in de buurt van Tilburg het televisietoestel gebracht dat op kosten van „huize Poels" was gemaaikt, en ten slotte bij 'n Indonesisch gezin de gootsteenafvoer weer vlot tend gekregen. „Ik weet wat het is om op het randje van de maatschappij te leven, daarom werk ik hier". In deze mammoet-commune, waar gevluchte minderjarigen, ontslagen bajesklanten, versto ten vrouwen en zelfs volledige gezinnen die door huurschuld uit hun huis zijn gezet, soms voor een paar dagen, soms voor maanden met elkaar trachten te leven, kent Gerrit

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 17