jonge dames Ongelukkig jarig zijn is een groot voordeel Wilde ware VPRO nu opstaan? Als Jan en Rob solo spelen ^samïvoz Uit" EKENGASTHUIS lERTOGENBOSCtf j EGING-A publiciteit hendriksen-valk Beval Conclusie Lawine Somber Dr. Doornbos rekent af met het klassieke onderwijssysteem April-scholen Vier factoren Ad Kooyman houdt de vinger aan de pols N.V. Snoek sportbrief uit belgië Jantje lacht Niet gek Binnenlanden WIJ., ZATERDAG 4 DECEMBER 19711 ^rkkring werksfeer wisselend werk aris ht bij huis j Mobil voor het Self Service ttensebaan te Breda, plaats voor ig van de kassa. ir een persoonlijk gesprek op mber a.s. even langs bij het n de Frederik van Eedenstraat vraagt U naar de Heer T. Ber daar de gehele dag terecht, [fonisch contact opnemen met ver (tel. 01608-3389) tenein- te maken. ce Station Ettensebaan, Breda lens huwelijk van de inktionaresse een as, tel. 01,100 - 6878. es te richten aan <ur van de Stichting ■pleegtehuizen Mid- nd, Henric Spie- 2, te 's-Hertogen- )der vermelding van ummer 1131. lemsvaart 67 tel 04100-24441 er met een 3%-jarige oplei- )loma nste 17 jaren en 7 maanden bezit of een gelijkwaardige graag met mensen omgaat, opleiding opgeven, graag wat meer over de op- uis, de toekomstmogelijkhe- lag de gelegenheid geven om meerd te worden. Wanneer afspraak met het hoofd van praten over uw toekomst, aan: Hoofd Opleiding yer- 's-Hertogenbosch, of bellen: ame >ren endige ten behoeve van al °n gecoördineerd. afdeling zoeken wij jekst: JOS ahlers Foto: «Vin kinderen die in het I ij kwartaal geboren zijn, CU we dat ze „ongelukkig" lUtig" »f -onvoordelig" 'fjjjn. Ze moeten immers lor 1 oktober zes jaar zijn lorden, om nog datzelfde ff 0p de lagere school te fflJen toegelaten. Sinds gis- weten we dat die „onge il#11" boffen. Ongelukkig L zijn bl'jkt in ons kIas" Ijjl onderwijssysteem een voordeel te zijn. J Gistermiddag promoveerde I hjer K. Doornbos (de man 1; Opstaan tegen het zitten- ijvenl in Utrecht tot doctor I je sociale wetenschappen leen lijvig proefschrift over jjöoortemaand en school- „ees". In zijn boek rekent [Doornbos definitief af met Ij klassikale stelsel. Wolters- Lfioff brengt er een han- Eeditie van op de markt. Bit hele van 1963'68 du- Tje onderzoek van dr. Imbos is gebaseerd op ge- Ets die in elke schoolad- listratie te vinden zijn. ioolhoofden kunnen de uit- Eslen vrij eenvoudig con- lltren. De heer Doornbos Ivankelijk onderwijzer, nu Meur van de Schoolpeda- Jiirhe Dienst in de agglome- pArnhem) begon er tijdens i studie al aan. Het -«wendeel gebeurde echter Ijl jaren waarin hij overdag Ponden was aan de Stich- ivoor Onderzoek van het perwijs in Den Haag. fcnbos: „Ik deed het on- Jioek 's avonds in Utrecht ■desnoods ook 's nachts". pet onderzoek is te danken I een toevallige waarne- g in de administratie van Utrechtse school voor |r- en opvoedingsmoeilijk- in. Vanaf de oprichting idie school bleken er steeds lillend veel kinderen te lioegelaten die in augus- fof september jarig waren, fie toevallige waarneming I werd twee jaar later gd in een groot inven- (isatie-onderzoek op 21 -scholen. Van de 4773 ïngen bleek 60 procent e zomer en lente te zijn loren tegenover 40 procent «herfst en winter. Dr. Doorn- Is: „Dat was op zijn minst h «aderlijke zaak". [Het was natuurlijk mogelijk II de jongste kinderen (nog pi net zes) eerder op -tlè school „verongelukten" (iit ze té jong waren. In and gaan de kinderen i al op 5-jarige leeftijd school, in Zweden daar- n pas als ze 7 zijn. In [staden bleek de jongste n de leerlingen ook «kans op mislukken o, Het gaat er dus kennelijk niet om hoe jong een kind is, maar of het tot de jongsten van de groep waar in het terecht komt, behoort. De heer Doornbos kwam tot de volgende conclusies: Naarmate kinderen bij hun komst op de lagere school jon ger zijn dan de anderen, lo pen ze groter risico: te blijven zitten; vooral in de eerste klas al; leer- en gedragsmoeilijk- Dr. Doornbos: „Die gege vens had ik allemaal nog tij dens mijn studietijd verza meld en dan zit je toch wel even te kijken". Theorieën over vitamine tekorten bij zwangere vrou wen in bepaalde tijden van het jaar bleken ook niet houd baar. Bij ons blijken de sep- temberkinderen het meest kwetsbaar (zij zijn de jongsten, nog net vóór 1 oktober jarig), in Engeland zijn het de augustuskinderen. Zij zijn daar de jongsten, want in En- land de in de winter geboren kinderen (met een piek voor de februari-kinderen) de meeste kans naar een debie- lenschool te worden verwezen. Na de overschakeling op. de najaarsinschrijving met 1 ok tober als grensdatum is deze kans het grootst geworden voor de in de zomer geboren kinderen (met een piek voor de september-kinderen). Als je dus de grenzen van het school jaar verariSert, stuur je ande re groepen kinderen naar de- bielenscholen. Dr. Doornbos: We zijn dan op bladzijde 58 van het 238 pagina's tellende boek. Er volgt nog een lawine van gegevens, zoals: Bij het begin van het mid delbaar onderwijs zijn de najaarskinderen oververte genwoordigd. Bij het v.g.l.o.-l.e.a.o. zijn de zomerkinderen in de meerderheid. Nader onderzoek toonde aan dat weliswaar niet wel ze achteraf bezien vol doende begaafd zijn. Hoe funest het klassikale systeem wel werkt blijkt als dr. Doornbos uitlegt dat er in feite sprake is van een ..de- cimeringscyclus". In de loop van het onderwijs worden an dere leerlingen de jongsten van de groep en prompt heb ben zij dan de meeste kans op zittenblijven. Alleen zeer begaafde en de biele kinderen vallen buiten dit proces. -f Dr. K. DOORNBOS de ongelukkigen boffen heden te vertonen; naar een l.o.m.-school te worden uitgestoten. Duidelijker: ons onderwijs systeem produceert zelf een deel van de leermoeilijkheden. En: het wordt steeds erger. Naarmate er meer l.o.m,-seho- len komen, worden er meer j ónge kihderen naar die scho- len gestuurd. In 1964 zSten er op die l.o.m.-scholen tegen over elke 100 najaarskinderen (in de laatste drie maanden van het jaar geboren) 166 zo merkinderen (geboren in juli, augustus, september). In 1966 zaten er tegenover 100 na- j aarskinderen al 192 zomer kinderen. geland moet je vóór 1 sep tember jarig zijn. Maar Engeland is Engeland en Nederland is Nederland. Misschien waren er Welweek andere zaken in het geding. Ifóór de oorlog begon het schooljaar op de meeste Ne derlandse scholen echter in het voorjaar en op die scholen zouden kinderen die in fe bruari waren geboren de slechtste kansen hebben ge had. Die theorie bleek te kloppen. Vóór 1950 liepen in verscheidene delen van ons „Toen ik dat gevonden had, besloot ik aan deze kwestie mijn proefschrift te wijden". In zijn gisteren verdedigd proefschrift staat: „Ieder jaar opnieuw worden enige duizen den kinderen van een nieuwe schoolgeneratie de dupe van het- leeftijdspositie-effect. Van deze zittenblijvers raakt een toenemend aantal in dermate ernstige schoolopvoedings- nood, dat tot doorverwijzing naar een vorm van buitenge woon onderwijs moet worden besloten". En er zijn geen remmen die voorkomen dat het klassikale basisonderwijs steeds meer kinderen gaat uit stoten. méér najaarskinderen het einddiploma van een mid delbare school halen, maar dat ze dat wel veel vaker zonder zittenblijven pres teren. Heel wat jonge mensen die op ^de universiteit belanden en sdfis kennelijk wel be gaafd zijn, zijn niettemin in het?-basisonderwijs blijven zitten. Van de studenten die via een omweg (eerst u.l.o. en kweekschool) op de univer siteit terecht zijn gekomen, zijn de meeste zomerkinde ren. Ze werden door ons systeem in een vroeg sta dium „weggedrukt", hoe- Dr. Doornbos komt ook met een sombere voorspelling nu de 5-jarige h.è.s. voor een deel is omgezet in een 6-jarige atheneum. Hij heeft namelijk de resultaten op 6-jarige en 5-jarige h.b.s.-en vergeleken. Conclusie: het aantal leerlin gen dat een achterstand op loopt is op een 6-jarige school weer 10 procent groter. Op grond daarvan zegt hij: „Ver lenging van de cursusduur leidt niet alleen tot een slech ter rendement, maar ook tot een schevere geboorteverde ling". Kinderen uit lagere milieus geven na één of meer misluk kingen gauwer hun school loopbaan op of zoeken het minder „hoog". Dr. Doornbos meent dat hier het talent ge zocht moet worden dat prof. Van Heek „het verborgen tal- lent" heeft genoemd. Doorn bos schrijft: „De beoogde be gaafdheidsreserve zou kunnen worden aangetroffen in de groep leerlingen met een on gunstige leeftijdspositie, af komstig uit de minder volhar dende c.q. weinig stimuleren de milieus". Dit hele verschijnsel van het in de knoei raken van de jongste leerlingen in een groep, houdt volgens het proef schrift verband met vier fac toren: 1) Niet alle kinderen zitten even lang op de kleuter school. Kinderen die „on gelukkig" jarig zijn zitten er drie jaar, anderen twee. Hun schoolvoorbereiding loopt dus uiteen. 2) De lagere school richt zich in het klassikale stelsel op de gemiddelde leerling, niet op het niveau van elk kind afzonderlijk. 3) De leerkracht waardeert volgens dat klassikale stel sel: het jonge kind doet het minder goeden krijgt dus geen stempeltje. 4) Het kind wordt zich be wust dat het alles minder goed kan, de motivering verdwijnt." Aan het slot van het boek volgt een bespreking van de consequenties van dit alles. Daarbij staat centraal dat we af moeten van een systeem dat zelf problemen veroorzaak t. We moeten af van het starre klassikale stelsel. We moeten naar een flexibele basisschool. Zo gauw mogelijk. teïon Smeets i I blijft c-omroep. fWthet vege lijf ge- ffl haar leven weer n fikse poos gerekt, ittliog Ad Kooyman Ne toekomst optimis- 'egemoet. Als de van nu maar een- 'holwassen is [EJPRO heeft zijn leden. Zij kan e-omroep blijven. *et de hakken over de zodat ook in de toe- tot aan ledenwerving «ten worden gjedaan. Sieve wervingen moe- •Saan", zoals schei- Worzitter S. J. Door- noemde. Daarvoor is '°®at nodig dat de „wa- totiteit" van deze om- fluidelijk overkomt. Met Want: „Wil de ware "a opstaan?" Bij het naar die identiteit is «erk verzet door de 28- i tooloog Ad Kooyman, ia vaste dienst bij toep. Van zijn hand Sim de afSel°Pen «Banden" een serie no- 'arin de ideologie van oep werd geïnven- AD KOOYMAN Campus bar slecht en tegen het scher en de sociologische rieerde werkkring waa mt op gevoel voor een korrekt optreden. |t O.m. I af) jjing van de corresponden ten in diverse talen; emen van binnen- en schriften; „„neps- bij het organiseren ya" 9 j leid medewerkster worden opge elefoniste/ receptioniste 1 i- _L, c+tani li», OUUlUlVJgJOUll' Jw p werd gehouden. Liv^t de „opbouw" L;.1 K'ikersbestand, zowel In!. a's kwalitatief - 1 eer, uitvoerig rap- wenselijkheid van groter maatschappelijk engagement een basis voor gespreksgroepen, die daardoor bevrijd werden van het ge vaar „in machteloze borrel praat" te vervallen. Ad Kooyman, naast socioloog ook nog verantwoordelijk voor de public relations van zijn omroep, wil graag nader in gaan op dat „eigen gezicht", dat aan de kijkers (de even tuele leden) getoond moet worden „Voortdurend de ba lans in de gaten houden", hoolopleiding en steno Ne Is zijn ten Voor minister Drees 'Willemszoon, die voor ons allen f rÜplezier duur wilt vergallen Pe/f me nauwelijks een keus: or jou mijn Fiat door de neus. zegt hij. „Vasthouden aan de ideologische integriteit hoe dat ook geïnterpreteerd moet worden en anderzijds het oog gericht houden op de ro de lijn van de omroepwet. Dus niet: potentiële leden afstoten met zaken die niet relevant zijn." Hij vindt het bijvoorbeeld 'n duidelijke misser, dat indertijd zo vroeg in de avond een scè ne van Bunel werd uitgezon den waarin (close up) een oog werd doorgesneden. Ook met Campus was hij niet blij. „Zeg maar bijzonder slecht", - vindt hij, „anders dan bijvoor beeld Pic-nic dat veel meer structuur vertoonde en ge richt was op concrete .doel groepen in de maatschappij". Hij vindt „überhaupt dat, er gesleuteld moet worden aan de zomerprogramma's. De gewoonte om de uitzen dingen in de zomer op een zacht pitje te zetten is ver klaarbaar uit financiële nood. „Een slappe periode waarin de aanloop op hèt seizoen ook mentaal kan worden voorbe reid is wel redelijk." Maar anderzijds gelooft hij niet zo erg in de theorie dat er 's zomers, door de vakan ties, geen kijkers zijn. „Dat is een rationalisatie achteraf van de éigen behoefte aan vakantie. Je zou immers ook kunnen zeggen dat er dan juist mèèr tijd om te kijken is". Hij denkt met name ook aan de kinderen die in de zo mer vaak langer mogen op blijven. Een werkgroep van de VPRO onderzoekt momenteel de mogelijkheid van een spe ciaal kinder journaal. „Niet met lammetjes uit Artis maar het gewone grote-mensen- nieuws voor kinderen toe gankelijk gemaakt". De kritiek die Ad Kooyman vrijelijk op zijn eigen om roep naar buiten brengt lijkt nogal in strijd met zijn func tie van „perschef annex pu blic relationsman", maar zelf ziet hij daar geen enkele strij digheid in. Het gaat er niet om de zaak gladjes te ver kopen": de buitenwacht moet waar mogelijk vrijelijk inzage hebben in de ins and outs van de omroep. Een koers die ook intern wordt gevolgd. Er is geen omroep te vinden waar op dezelfde grote schaal gede mocratiseerd is als de VPRO. Van hoog tot laag is inspraak een feit geworden. „Gemakke lijk gemaakt doordat we een kleine overzichtelijke zaak zijn". „Wel is een ondervinding dat uiterste democratisering tijdrovende aspecten heeft. Zo mag iedereen binnen de VPRO zijn zegje doen over de aanstelling van nieuw perso neel binnen zijn sectie. Deze secties, door Kooyman plastisch met „kernlobben" aangeduid, komen ook met hun wensen naar voren bij 't aanstellen van hoger perso neel. „Voordeel is in ieder ge val wel, dat je als je dan ook eenmaal binnen bent, weet - dat je volledig geaccepteerd bent", zo zegt Ad Kooyman te vergoelijken. Zelf is hij in 1969 uit 60 gegadigden naar voren gekomen als „de man die ze hebben moesten". Zijn voorgeschiedenis was echter, ondanks zijn jeugd, - duidelijk in de lijn van wat 'n VPRO-socioloog zou moeten worden. In hoog tempo, vijf jaren, studeerde hij in Nijme gen af. Daarii. zat nog een stage vervat van negen maan den werk in Spanje in het kader van de nietwesterse so ciologie. „Door die afwezigheid miste ik net de oprichting van de Studenten Vakbeweging - (SVB) waar Ton Regtien toen druk mee was", zegt hij met een stem, waarin na al die ja ren de spijt nog doorklinkt. Hij heeft bij terugkomst die schade overigens hard inge haald. Hij is daarmee het le vend voorbeeld geworden van de studentenactivist die toch snel afstudeert, een combina tie die meestal voor tegenstrij dig wordt gehouden. „Ik vind dat dat voor ieder een anders ligt, je kunt van iemand die niet afstudeert - niet zeggen dat hij zijn jaren heeft verdaan. Tenminste niet, wanneer hij daarin op andere, minder aanvaarde gebieden onderzoek heeft ver richt of gewerkt heeft." An derzijds heeft ook Ad Kooy man begrip voor de rende mentsoverwegingen van een minister De Brauw. „Tenslot te is het het belastinggeld van de arbeiders waarvan ge studeerd wordt", vindt hij, zonder daarmee voorstander te zijn van een te grote schoolsheid waardoor het stu dieleven zou verstarren. Na zijn studietijd heeft hij nog twee jaar met een beurs van ZWO gewerkt aan een so ciologisch onderzoek in Staphorst. Vooral gericht op de daar in gebruik zijnde volksrechtspraak gepaard met rigoreuze bestraffingen. „Ik heb daar als langharige leuke ervaringen opgedaan" - zegt hij. „Als je namelijk ge woon jezelf bent en blijmoe dig op de mensen afstapt, - verdwijnen die bezwaren tegen je uiterlijk vanzelf." Het is volgens hem dan ook een naar bijverschijnsel van de subcultuur, van degenen - die gemakshalve met „lang- hariger" worden betiteld, dat ze ervan uitgaan met achter docht benaderd te zullen wor den. „Ze zullen wel denken. en zo". Daarmee leg je jezelf een rol op die karikaturaal is en tot een vicieuze cirkel leidt", meent hij uit ervaring. Van beter begrip (zelfs in Staphorst) wil Ad Kooyman het voor zijn VPRO hebben. Zijn optimistische ver wachting is dan ook dat „straks", dat wil zeggen bin nen een paar jaar, de rode streep definitief uit het zicht zal zijn. „De jongere genera tie is dan uit de ouderlijke ge zinsstructuur weg en zal voor een groot deel wettelijk geldig lid van de omroep kunnen worden. Want hoe goed het omroepbestel in aanleg ook geweest mag zijn, de paterna listische gezinsstructuur, waarin het gezinshoofd de fa milie in zijn geheel vertegen woordigt, heeft veel van het positieve ervan schade toege bracht", aldus tenslotte Ad Kooyman. Voor Keizer Hirohito Ga alsjeblieft nooit meer op reis. Blijf, keizer, braaf in je paleis Ik geef jou, tegen het vervelen, een Birmatreintje om te spelen. neelszaken TEL. 01600 .2451'- BRUSSEL De Royal Sporting Club Anderlechtois kan het op twee manieren: als elf met stuurman en als één met elf stuurlui. In dat laatste geval hangt George Kessler eenzaam hijgend in de riemen en drijven de in vaal paars geklede koninklijk goedgekeurde profvoetballers hem op naar een tempo van 60 halen per minuut. Soms blijft de schuit ook onderbe- mand, want spelen Jan Mul der en Rob Rensenbrink solo in oranjekleurige skiffs. Jan als een zigzaggende haai die een kruiser wil rammen. Rob bie als een sierlijke skiffeuse, gezwind op weg naar het ei land in het Zwanenmeer waar popelend de geliefde wacht. In beide beschreven gevallen maakt de boot water, loopt dus aan de grond en rookt de bemanning, in plaats van een oorlam te drinken, een zware van de weduwe. door jan wintraecken grimmige Groninger joeg de Diestse horde als een magere haan zijn hennen voor zich uit en zijn mede-roeiers op naar een aan verbeten tran ce grenzende stemming die je normaliter slechts haalt me* hasj, haat en amour. Mulder trok, voor het eerst in dit sei zoen, in wit goud zijn handte kening rond het smaragd groen van de herfstmat. Geor ge Kessler legde keer op keer de toppen van vingers Maar als de geketende paars- bloedigen met z'n elven tege lijk aan de riemen die ze heb ben rukken en de witbepruik te George Kessler door een megafoon zijn voetbalritme brult en zijn tanden toont, dan klieft de galei als een op rechtuit geprogrammeerde snoek door het groene water. Dan juicht het volk aan de wal en trekken de Vrouwen van Anderlecht de zeer en vogue zijnde schipperspet die per in de tegenwoordig met spinazie-groen omrande ogen en zetten ze gezellig de kraag op van de wijde Poolse jas met patroongordels rond de krijgshaftige taille. Zo was 't tegen Diest, een clubje uit de geboortestad van de heilige Jan Berchmans (13 maart 1599), dat een verenigings vaandel voert waarop gebor duurd staat: „F.C. Diest: streven zij ons doel!" Tegen Anderlecht werd dat doel bereikt want met 81 verloren. „Van Himst, Van Himst..." prevelde de Diest se doelvërdediger Swat Car- mans toer, hij in het kleedlo kaal tot het bewustzijn terug keerde. Maar hij had veelal ongelijk, want niet de zachte Polleke van Himst maar giet ijzeren Hein Mulder had hem van de sokken en bewustzijn gelopen. Per ongeluk, maar wel afdoende. Zeven kram men op het hoofd en een lich te hersenschudding erin. Mulder had overigens zijn dagje weer en ais Jantje lacht is heel Anderlecht blij. De JAN MULDER Anderlecht en duimen tegen zijn wat hol le wangen en sloot dan verza ligd de ogen om op die inge togen wijze intensiever te kun nen genieten van het lang zaam heen en weer schud den van zijn hoofd. Mevrouw Kessler daarentegen sprong op, zette haar vreugde om in bazuinachtige jubelkreten en ging na gedaan werk zit ten, nadat ze de panden van haar lange Poolse jas krach tig om de benen had geslagen zoals Blücher voor hij op 1 ja nuari 1814 bij Kaub de Rijn overstak. De stand aan de kop van de lijst ziet er inmiddels als volgt uit: 1. Standard, 11 ge speeld, 8 gewonnen, 1 verlo ren, 2 gelijk, 24 doelpunten voor en 6 tegen, 18 punten. 2. FC Brugge, en daar zijn de cijfers als volgt: 11 7 0 4 23-8 ook 18 punten. 3. Anderlecht 11 6 2 3 86-14 en 15 punten. 4. Racing White: 11 6 3 2 15-10 en 14 punten. Dat is zoals verwacht, maar had u van Racing White toch niet gedacht. En terwijl we alle chauvinisme hautain tot binnen handbereik wegschui ven, moet ons toch van het hart dat de drie Hollandse clubs in België het niet gek doen (FC Brugge: Houwaart Rijnders, Veenstra en profes sor Canjels; Anderlecht: Mul der, Rensenbrink, Ruiter, Barth en George Kessler; Ra cing White: Bergholtz, Koens) Het is duidelijk dat Standard en Brugge, en van die twee Standard, de beste kansen op het primaa*schap heeft. Maar ook Anderlecht is nog niet ge veld en Racing White hand haaft zich hardnekkig. Gerard Bergholtz, de va der van een prille dochter Barbara die de hemel zij dank op haar knappe moeder lijkt, scheert nog steeds in zijn bril jante stijl over de Belgische voetballinks. Hij heeft zich met het gemak van de intel ligente en in dit tranendal door gevoel ooi humor ge schraagde Maastrichtenaar aangepast aan zijn nieuwe omgeving 'n aan het spel van Racing White. De eertijdse sneltrein op dr rechtervleugel beweegt zich m meer en meer in de binnenlanden alwaar hij met Duntgave routine en nooit gebroken techniek 'n schaak voetbal speelt dat Tigran Pe trosjan zou sieren. Koens en Teugels zijn zijn lopers en zelf wil hij met verbazende sprongkracht nog wel eens, daarbij niet gehinderd door een haardos, krachtig met '1 hoofd plaatsen en scoren. Na de gewonnen strijd tegen Wa- regem kuste een supportster hem geestdriftig op het onein dige voorhoofd. Toen Gerard Bergholtz met een wederkus zich wilde revancheren en danken, week de milde vrouw eerbaar terug, waarop de erudiete zoon van Minkeleers prompt sprak: „Vrouwen, pauwen en peerden, niets preutser op eerden."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1971 | | pagina 15